Mr. VAN SCHAIK DRAAGT NIEUWE KABINET VOOR HET NIEUWE MINISTERIE Nieuwe gezichten in de Regering Zaterdag 7 Aug. 1948 VERENIGDE NOORD-HOLLANDSE DAGBLADEN 145ste Jaarsane No- 186 Weer Goud en Brons voor Nederland DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN Donderdag regeringsverklaring De kabinetsformateur Mr. J. R. H. van Schaik heeft aan de Prinses-Regentes de volgende ministers voorgedragen: W. Drees, 's-Gravenhage, minister van algemene zaken, minister-president. Mr. J. R. H van Schaik, 's-Gravenhage, minister zonder portefeuille. Mr. D. U. Stikker, Amsterdam, minister van buitenl. zaken. Mr. Th. R. J. Wijers, Vught, minister van justitie. Mr. J. H. van Maarseveen, Utrecht, minister van binnen landse zaken. Prof. Dr. F. J. Th. Rutten, Nijmegen, minister van onder wijs, kunsten en wetenschappen. Prof. Mr. P. Lieftinck, minister van financiën. Mr. W. F. Schokking, Amsterdam, minister van oorlog en marine ad interim. Mr. Dr. J. in 't Veld, 's-Gravenhage, minister van weder opbouw en volkshuisvesting. Mr. J. R. H. van Schaik, 's-Gravenhage, minister van ver keer en waterstaat ad interim. Prof. Dr. J, R. M. van den Brink, Laren (N.H.), minister van economische zaken. S. L. Mansholt, Wassenaar, minister van landbouw, vis serij en voedselvoorziening. Mr. A. M. Joekes, 's-Gravenhage, minister van sociale zaken. Mr. E. M. J, A. Sassen, Vught, minister van overzeese gebiedsdelen. L. Götzen, 's-Gravenhage, minister zonder portefeuille. Westelijke afgezanten weer bij Molotof Igi mmmm De dodentrein van Bondowoso BUREAU ADMINISTRATIE Voordam 9 - Tel. 3320 REDACTIE Achterdam 20 - Telef. 2274 Postgiro 187294 Directie: J. BIJLSMA en C. KRAK ALKMAARSCHI COURANT Wrnd. Hoofdredacteur: W. Middelbeek. Rayonredacteur: W. Oliemans. W. Drees Mr. J. R. H. van Schalk Mr. Van Schaik zal optreden als onder-voorzitter van de minister raad. Het ligt in de bedoeling spoe dig definitief te voorzien in de vacature van het departement van verkeer en waterstaat, die voor lopig ad interim vervuld wordt door Mr. Van Schaik. Hedenochtend om tien uur ge schiedde de beëdiging van de nieu we ministers ten paleize Soestdijk. De nieuwe regering zal zich waar schijnlijk op Donderdag 12 Augustus aan de Staten-Generaal presenteren. De bij die gelegenheid af te leggen regeringsverklaring zal de positie van dit programmakabinet duidelijk ma ken. Het kabinet heeft een extra parlementair karakter, doch verschilt in zoverre van vroegere extra-parle mentaire kabinetten, dat doorgaans wel politieke figuren ais minister op treden, zonder dat bindende afspra ken tussen de kamerfracties zijn ge maakt. Er loopt dus geen recht streekse draad tussen de fracties onderling. Het program is vanzelf sprekend bindend voor de kabinets leden. Ten opzichte van het door het mi- nisterie-Beel gevoerde beleid betekent het team, dat mr. Van Schaik aan de De afgezanten der Westelijke mo gendheden te Moskou, Frank Roberts, persoonlijke vertegenwoordiger van Ernest Bevin, Walter Bedell Smith, de Amerikaanse ambassadeur en Yves Chataigneu, de Franse ambassadeur, hebben zich gisteren om vijf uur plaatselijke tijd naar het Kremlin be geven om een bezoek aan minister Molotof te brengen. Te Moskou was men algemeen van ge voelen, dat de onderhandelingen aldaar niet veel langer zouden duren of er al eer, groot opgezette ontmoeting plaats had of niet. Men geloofde, dat de Wes telijke vertegenwoordigers gaarne zo spoedig mogelijk een definitieve stap zouden willen doen, aldus Reuter. Na de bespreking op het Kremlin zijn de Westelijke diplomaten onmiddellijk begonnen met het opstellen van rappor ter. voor hun regeringen. De vergadering op het Kremlin duur de twee uur en veertig minuten. Behal ve Molotof was van Russische zijde aan wezig A. Smyrnof, plaatsvervangend minister van buitenlandse zaken. Ver dere bijzonderheden zijn niet bekend gemaakt. De latere vergadering van de drie afgezanten, die op de Amerikaanse ambassade werd gehouden, werd ook bijgewoond door de Amerikaanse Am bassaderaad Kohier en de Britse zaak gelastigde Harrison. MARKOS' REGERING ZOEK? Volgens- onbevestigde berichten zou de „vrije Griekse regering" van de guerillaleider Markos naar Albanees gebied zijn uitgeweken en vandaar per vliegtuig met onbekende bestem ming zijn vertrokken. Prinses-Regentes heeft voorgedragen, ontegenzeggelijk een ruk naar rechts. Dat blijkt niet alleen uit het feit, dat het evenwicht tussen KVP en P. v. d. A. verbroken is en het optreden van mr. Sassen, die ten aanzien van Indonesië een conservatievere politiek voorstaat dan de regering-Beel, in de plaats van de socialistische minister Jonkman op Overzeese Gebiedsdelen, maar ook uit de opneming van de heren Stikker en Schokking. Wanneer niettemin de P. v. d. A. vijf man voor het nieuwe kabinet levert, dan heeft zij wel ver gaande concessies gedaan, temeer, daar zij aanvankelijk afwijzend stond tegenover het toekennen van een por tefeuille aan de WD. Met name mr. P J. Oud wenste zij niet. De heer Stikker is stellig niet minder partij man dan de heer Oud en bovendien is hij belast met de zo gewichtige post op Buitenlandse Zaken. De P. v. d. A. heeft dus water in haar wijn gedaan. Daar staat echter tegenover, dat de heer Drees als minister-president zal gaan optreden en de socialisten dus ook enkele sleutelposities (het minis ter-president-schap en Financiën) be zet houden. Prof Mr. P. Lieftinck r w \i's - Prol. Dr. J. R. M. van den Brink Schokking Mr. Or. J. in t Veld Mr. Th. R. J. Wiiers Mr. A. M. Joekes Prol. Dr. F. J. Th. Rutten v - «i S. L. Mansholt Mr. J. R. H. van Schaik is 31 Janu ari 1882 te Breda geboren. Hij bezocht het stedelijk gymnasium te 's-Herto- genbosch en studeerde vervolgens in de rechtswetenschappen aan de rijks universiteit te Utrecht. In 1905 promo veerde hij hier op een proefschrift ge titeld „De overheid tegenover de art. 1401 e. v. burgerlijk wetboek". Na zijn promotie vestigde hij zich al? advocaat en procureur te Arnhem, waar hij ook kantonrechter-plaatsvervanger is ge weest. In 1919 vestigde hij zich als ad vocaat en procureur te 's-Gravenhage. Op 20 Februari 1917 deed hij zijn in trede in de Tweede Kamer, waar hij aanvoerder was van de tien katholieke leden, die destijds tegen de vlootwet hebben gestemd. Op 20 September '29 werd de heer van Schaick benoemd tot voorzitter der Tweede Kamer. Deze functie bekleedde hij tot hij in Mei 1933 als minister van justitie in het crisis- kabinet-Colijn optrad. Mr. van Schaik heeft vier jaar deze portefeuille beheerd. Toen de toenma lige Kamer-president, prof. mr. Aalber- se met ingang van 10 November 1937 benoemd was tot lid van de Raad van State, volgde mr. van Schaik hem als president der Tweede Kamer op. Na de bevrijding werd hij weder als zo danig benoemd. Op 26 Juli 1948 werd hij andermaal tot die functie geroepen. Mr. van Schaik is commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Grootkruis in de Orde van Polonia Restituta. Mr. A. M. Joekes die tot de Partij van de Arbeid behoort is lid van de Tweede Kamer sinds 1925. Hij behoort tot een van onze oude parlementaire figuren en werd op 5 Mei 1885 te Boea (Sumatra) geboren. Na zijn gymnasiale studies bezocht hij de Leidse universi teit, waar hij rechten en staatsweten schappen studeerde en in 1908 op stel lingen in de rechtswetenschap promo veerde. Drie jaar later werd hij doc tor in de staatswetenschappen. te Amsterdam. Als voorzitter van de Partij van de Vrijheid voerde mr. Stikker in 1947-1948 het als zodanig In 1920 werd hij benoemd tot refe- bekend staande „politieke gesprek" rendaris aan het toenmalig departement met mr. P. J. Oud, welke laatste uit i~jinno „jxxj t->:x van arbeid en in 1923 tot administra teur. Van 19211924 was hij secreta ris van de Nederlandse delegatie op de internationale arbeidsconferentie te Geneve en in latere jaren herhaalde lijk regeringsgedeleerde op die confe renties. In 1925 werd mr. Joekes ge kozen tot lid van de Tweede Kamer voor de vrijz. dem. partij, van welke hij van 19331937 fractie-voorzitter was. In 1938 trad hij weer als zodanig op. Toen mr. Marchant wegens zijn overgang tot het katholicisme als par tijleider aftrad, volgde mr. Joekes hem als zodanig op. In 1939 werd hij gekozen tot lid van de Haagse gemeenteraad en later tot voorzitter van het college van rijksbe middelaars. Hij maakte reizen in verschillende landen van West-Europa en in 1928 ondernam hij een studiereis door In- dië. In 1947 was hij voorzitter van de 30ste internationale arbeidsconferentie te Geneve. Hij is Ridder in de Orde van de Ned. Leeuw. Mr. D. U. Stikker werd 5 Februari 1897 te Winschoten geboren. Hij be zocht het gymnasium en daarna de universiteit te Groningen. In 1922 be haalde hij de graad* van meester in de rechten. Hij was werkzaam bij de Gro ninger bank, daarna bij de Twenste bank te Amsterdam, en werd vervol gens directeur van de Lissesse bankver- eniging te Lisse. Toen de Twentse bank de Lissesse bankverenigng overnam werd de heer Stikker bestuurslid van het westelijk rayon dezer bank, eerst ter standplaats Leiden, later te Haar lem. Op 1 Juli 1935 werd hij benoemd tot directeur van Heinekens bierbrou werij maatschappij N. V. te Amster dam Voorts werd hij belast met de lei ding van de Heinekens Ned. Ind. bier brouwerij maatschappij N.V. te Soera- baja en van de kol. brouwerij Cobra de Partij van de Arbeid trad. Dit „ge sprek" heeft de oprichting van de Volkspartij voor Vrijheid en Demora- tie tengevolge gehad. Mr. E. M. J. A. Sassen, lid der Twee de Kamer, is in 1911 geboren en bezocht het Gymnasium aan het St. Janslyceum te 's Hertogenbosch. Aan de R.K. Uni versiteit te Nijmegen deed hij in 1936 doctoraal examen in de rechten. Hij heeft jaren lang het beroep van advo caat en procureur uitgeoefend. Voorts is hij lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Hij vertegenwoordigde in 1935 de Nederlandse regering ter conferentie van de Raad van Bestuur der internationale arbeidsorganisatie te Quebec (Canada) en behoorde tot de Nederlandse delegatie naar het uitvoe rend comité uit de commissie van voorbereiding der UNO te Londen in 1946. In 1947 werd mr. Sassen lid van de Nederlandse delegatie bij de alge mene vergadering der Verenigde Na ties over de verdeling van Palestina. Voorts was de heer Sassen lid van de Staatscommissie-Rutten ter voorberei ding van de publiekrechtelijke be drijfsorganisatie voor de mijnindustrie. Korte tijd was hij bestuurslid van de Stichting Radio Nederland en van de Wereldomroep. Thans is hij lid van de commissie van 9 voor overleg met de regering met betrekking tot de staats rechtelijke reconstructie van het ko ninkrijk. Mr. W. F. Schokking is 14 Augustus 1900 te Amsterdam geboren en behaal de de titel van meester in de rechten aan de gemeentelijke universiteit al daar. In 1924 vestigde hij zich als ad vocaat en procureur in de hoofdstad en in 1932 werd hij aldaar plaatsver vangend kantonrechter. In 1939 werd hij tot lid van de gemeenteraad der hoofdstad gekozen voor de Chr. Hist. Unie. Deze functie vervulde hij tot in 1942. Hij is toen door de Duitsers ge- vangen genomen en als gijzelaar naar St. Michielsgestel gebracht. Gedurende 8 maanden is hij in gijzeling geweest. Gedurende de mobilisatie was mr. Schokking reservekapitein der artille rie en auditeur-militair bij de krijgs raad te velde. Na de bevrijding werd de heer Schokking, die stafofficier bij de Bin nenlandse Strijdkrachten was, gekozen tot wethouder voor de openbare ge zondheid te Amsterdam. Hij bekleedt voorts nog een aantal functies in het maatschappelijke leven van de hoofd stad. Dr. F. J. T. Rutten werd 15 Septem ber 1899 te Schinnen (L) geboren. Hij bezocht het gymnasium te Roermond en daarna de universiteit te Utrecht waar hij Nederlandse letteren studeer de. Vervolgens ging hij naar Leuven, waar hij in 1928 cum laude in de Ne derlandse letteren promoveerde. Het volgende jaar behaalde hij de doctors titel cum laude in de letteren en wijs begeerte aan de Utrechtse universiteit. In 1927 werd hij assistent aan het psy chologische laboratorium van de R.K. Universiteit te Nijmegen. Voorts was hij docent aan de psychologische pae- dagogische instituten der R.K. leer gangen te Tilburg. In 1931 werd dr. Rutten benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de experimentele psycho logie aan de R.K. universiteit en in 1933 volgde zijn benoeming tot hoog leraar. Mr. X. R. J. Wijers werd te Roermond geboren op 27 Juni 1891. Hij voltooide zijn gymnasiale studie te Rolduc (L) en promoveerde te Leiden tot meester in de rechten in 1915. Vervolgens was hij van 1915 tot 1930 advocaat en procureur in 's-Hertogenbosch, waarna hij enige jaren als rechter fungeerde bij de recht bank te Rotterdam. In 1939 werd hij benoemd tot raads heer bij het gerechtshof in 's-Hertogen bosch. In 1945 werd hij president van het Bijzonder Gerechtshof te 's-Herto genbosch en in 1946 vice-president van het Bosse gerechtshof, riEZE week is dan eindelijk in de kwestie van de dodentrein van Bondowoso recht gesproken. Hoewel snel recht gedaan zou worden, heeft de afwikkeling van deze affaire ruim negen maanden op zich laten wachten. Negen maanden. Dit feit alleen al brengt ons de ge dachte: Heeft men zo de volle tijd wil len nemen om de schuldvraag te onder zoeken of heeft men aan het woord Tijd slijt" gedacht? Wij zijn geneigd dit laatste te veronderstellen. Daarom is het wellicht nuttig in korte trekken de zaak in kwestie in herinnering te roe pen. Eind November 1947 verstrekte de Ned.-Indische regering een mededeling, die zeer sober was gehouden en in het kort inhield, dat een trein bestaande uit drie goederenwagens op 23 Novem ber uit Bondowoso naar Soerabaja was vertrokken met een transport arrestan ten. Na dertien uur rijden, arriveerde de trein op zijn bestemming. Daar bleek, dat 46 personen bij gebrek aan de no dige verzorging gedurende de reis (door verstikking) waren overleden. Daaraan werd toegevoegd, dat de rege ring met leedwezen, afschuw en ver ontwaardiging van deze feiten had ken nis genomen. Een gestreng onderzoek zou terstond worden ingesteld naar de oorzaken van dit gebeuren. En let wel: „alle aansprakelijke personen zullen op voorbeeldige wijze gestraft worden". Bij dit bericht bleef het. Maar het was duidelijk, dat de openbare mening In de archipel met deze karige mede deling geen genoegen nam. „Het Dagblad" eiste meer bijzonder heden, openlijke behandeling van de zaak met naam en toenaam en zonder aanzien des persoons, alsmede vermij ding van een slepende procedure. De „Nieuwsgier" merkte op, dat het tegen woordig niet eenvoudig schijnt te zijn om snel en volledig op de hoogte te worden gesteld van al wat zich buiten Batavia afspeelt". De Regerings Voorlichtingsdienst, die het volk zovele dure belastingpennin gen kost, verstond zijn taak „voortreffe lijk" en deelde louter mede, dat een commissie van onderzoek was ingesteld en dat enkele overlevenden van de reis in een hospitaal werden opgenomen en herstellende waren". In ons nummer van 9 Dec. schreven wij naar aanleiding hiervan: „De woor den, waarmede men hier nader op deze zaak terug komt, doen ons echter twij felen of wel die maatregelen zullen worden getroffen, die de dood van zes- en-veertig mensen eist. De nabestaan den dienen te weten, dat hier het recht zijn loop hebbe. Alle anderen, dat hier die maatregelen getroffen worden, die uit menselijk oogpunt gezien iets gru welijks van deze aard kunnen voorko men. Wat geeft anders het praten over de rechten van de mens als ook onder Nederlands gezag mensen als stukgoed worden verladen?" WIJ kregen met deze veronderstelling helaas gelijk. Week na week, maand na maand verliep. Edoch niet een enkele regel werd verder door de daar voor geëigende instanties bekend gemaakt. Tenslotte volgde enkele we ken terug het bericht, dat de krijgs raad te Soerabaja de kwestie zou be handelen. Daarna weer tijding van uit stel en nu eindelijk de mededeling, dat die Krijgsraad Dinsdag j.l. uitspraak deed in de „geruchtmakende trein- affaire". Het bericht, dat niet meer dan tien regels omvat, zegt dat „de ver dachten werden vrijgesproken, terwijl de sergeant-majoor Jippes een maand hechtenis kreeg met aftrek van preven tief, waarvoor hij hoger beroep kan aantekenen". En daarmede moet men het maar doen. Wat kwam er terecht van een snelle afdoening van deze zaak? Noemt men dit op „voorbeeldige wijze" straf fen? Betreurenswaardig en ellendig was de houding van de begeleiders van het transport. Maar nog minder goed te keuren valt de manier, waarop het volk werd ingelicht over de stand van het onderzoek, resultaten en personen, die ter verantwoording zouden worden geroepen. Over de behandeling voor de Krijgsraad evenmin bijzonderheden. Dit alles lijkt eenvoudig nergens op. Tenslotte als klap op de vuurpijl vrij spraak voor alle verdachten uitgezon derd de sergeant, die een maand krijgt. Had een mindere de hoofdverantwoor delijkheid voor dit transport? Duizend en een vragen komen bij ons op. Wij kunnen ze hier niet beantwoor den, doch wel constateren, dat de Re geringsvoorlichtingsdienst hier zeker ernstig in gebreke is gebleven. Stilzwij gen (of beter practisch doodzwijgen) moest waarschijnlijk het gordijn wor den, waarachter de finesses van deze gruwel verborgen blijven. Wij weten het ook. Bij een eenmaal geveld von nis behoort de critiek zich neer te leg gen. Maar moet dat altijd zo zijn? Wij hopen van harte, dat men de ge maakte fouten zal inzien en meerdere mededelingen alsnog zal verstrekken. Zo niet, dan zal een ieder weten welke conclusies getrokken moeten worden. Dan zal er'meer onrust komen voor het Nederlandse geweten en zal de sfeer rondom het geschil tussen Nederland en Indonesische Volken weer meer bezoe deld zijn. AD INTERIM.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1948 | | pagina 1