Illegale pers heeft grote kapitalen uit Londen nodig HERFSTHOEDJES Als kwajongens, die het gevaarlijke spel van Amerikaanse gangsters spelen oor opera- loo Ik was geheim agent in oorlogstijd (XIV) anqedijk Scharwoudt* Zasiricum George van Triest brengt me zéér goed nieuws van de overkant Bram van Oord is fantast tn de heksenketel van Berlijn (2) Trams en ondergrondse in beheer bij de Sowjet-Russen Het nieuwe boek van Engeland In De Koninklijke familie eerde als eerste bruids- verlaten de kerk sten bloemen aan. Hét r een succesvolle avond. Instituut voor' Arbeiders ist „de muziek" in zijn avonden blijft betrekken aanbeveling verdienen afwisseling ook eens'een concert te organiseren-. MUSICUS. at nu perse zo 'verschillen wel groot -Wie door' Amsterdam-hij - kan om twee' üur ->s nachts lezen op het trottoir maar lige plan krijgt om tegen de Langedijk te fietsen, de kans om zijn nek te bre- een mgedijkers zijn rustige lie- niet meer om twee uur wegen Dat er. dan een g bestaat, d&étrover zal geen vallen Maar dat een i uur 's avonds al naar een moet zoeken, is toch wel Er zijn hoeken, waar een iever niet komt en tóéval- de Langedijk ook" nog wel eren van het P N iri deze misschien wat licht kunnen Anders zal over- worden of de feestverlich- te voorschijn 'gehaald zal tmaal met een permanent den Niwin-collecte bracht i/oor de plaatsen Winkel, Dirkshorn, waar 'de col- s door het Langedijker werd, bedroegen de •esp. f 213,04 en f 73,20. 87933. G BELANGRIJKE ADERING N.M.B. ^vergadering der NMB, :zer dagen werd gehou- nnig belangrijke punten racht. In zijn openings- de voorzitter, de heer brandende probleem der - sprake, maar hoopvolle opende dit niet. De om- millioen gepasseerd, maar heden zijn van die aard, jgdebetoon niet óp zijn jr gediscussieerd over de een z.g. Mededelingen- deze besprekingen is, dat irgaan nog lang niet een it is. Voorts wérden er gehoord over bet zor- ïitstek: de. poters-afzet, me bleek uit het besluit el industrie-terrein ten de NMB te reserveren in igsplan Langedijk. itste puntenbracht goed de tuinders: de heffing pelen zal vrijwel geheel retaaldi AL ZIEK"TUIS N EN BOSCH, ig over 1947 van het Pro enhuis Duin en Bosch gemaakt van de ZEer be- >ultaten die zijn bereikt ectroshock-kuur. Het aan- 1 was 603'met een perso- n 259. In dé sanatoritim- t ziekenhuis is plaats voor 498 vrouwen. VORT NA MIJN eerste bezoek aan Amsterdam (waar de mensen van de illegale pers mU terloops vroegen In Londen 60.000 gulden te bestellen) krijg ik een vage antipathie tegen Bram van Oord, de man bü wie ik in Doorn woon. De hele organisatie daar bevalt me maar matig. Dit is ongetwijfeld on der anderen een gevolg van mijn groei end verlangen naar onafhankelijkheid, een verlangen om mijn eigen leven te leiden, zelf voor een onderduikadres te zorgen en alleen die mensen te ont moeten die Ik persé zien wiL Algemeen gesproken ben ik in het huis van Bram een bezoeker en hoewel hij me meer dan eens met grote omhaal van woor den verzekerd heeft, dat ik zijn beste vriend ben, dat alleen mijn opdracht er op aan komt en dat het leven in zijn huis en zijn organisatie uitsluitend om mij en mijn werk draait, wordt het me steeds duidelijker, dat er van al deze verzekeringen, hoe goed ze ook bedoeld zijn, niet veel verwezenlijkt worden. Behalve de organisatie van Bram en zijn vroegere leerlingen, is er in Doorn geen enkele groep die mij kan bij staan. Goed, Dick is er natuurlijk, de adjudant en Henk, de chef van de technische staf en Peter de telegrafist, maar hun werk bestaat slechts uit het treffen van voorbereidingen om de een of andere baan voor hun rekening te nemen, wanneer er ooit een organisa tie gesticht mocht worden. En tóch verwacht Bram van mij, dat ik de verhalen over zijn arsenaal dat hij uit veiligheidsoverwegingen ver borgen zou hebben onder het huis van een N.S.B.'er geloof. Ik moet óók ge loven de verhalen over de acht en der tig organisaties, waarmee hij reeds con tact heeft en wier werkzaamheden hij coördineerde. Ik moet het verhaal ge loven van zijn overval op een gevan- genenstransport om één van zijn man nen te bevrijden. Ik moet nog véél meer geloven. Het maakt allemaal geen indruk op me en hij merkt dat. Een paar dagen later heb ik in Am sterdam een onderhoud met Van Heu- ven Goedhart, die optreedt namens een illegaal blad. Hij vertelt me, dat de on dergrondse pers honderdduizend gulden uit Londen heeft ontvangen in biljet ten van duizend. Maar juist in die tijd werden de biljetten van duizend dooi de Duitsers uit de circulatie genomen, waardoor driekwart van het geld waar deloos werd. Van Heuven Goedhart die met me praat over duizend-en-één dingen dringt er bij mij op aan, dat ik Engeland om een beduidende geldsom zal vragen. Ik beloof hem dat. „En wat je ook kunt doen is om een Kerstboodschap van de Koningin voor het Nederlandse volk verzoeken." „Ik betwijfel of dit nog wel op tijd aankomt" werp ik tegen, „en zolang ik geen eigen zender heb wil ik in ieder geval mijn berichten tot een minimum beperken". „Je hebt groot gelijk. Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn!" „Wat voor ervaringen heb jij opge daan?" vraag ik Van Heuven. Goedhart, wiens laatste opmerking mijn nieuws gierigheid gewekt heeft. „Met Pieter 't Hoen, de oprichter van „Het Parool" heb ik een poosje in het concentratiekamp Vught gezeten, maar we zijn er uitgekomen vraag me niet hoe en zijn een poosje ondergedo ken. Ik moest echter weer tevoorschijn komen. Nietsdoen zou mijn dood ge weest zijn." „Maar kijken ze niet naar je uit?" Hij knikt met in zijn ogen die stille glimlach, die ik al eerder gezien heb. „We beschouwen ons zeer vereerd" mompelt hij. „Er staat een aardige prijs op ons hoofd. Dood of levend of zoiets. We zijn vogelvrijen, maar ik geloof niet dat het ons hindert." Bram van Oord en ik zitten half De cember 1943 in hotel Terminus in Utrecht op George van Triest te wach ten. Terwijl we ons kopje surrogaat zonder suiker en melk drinken, komt de dikke man door de draaideur; hij zwaait met zijn benen en hijgt alsof hij zich gehaast heeft. „Ha, kerels" schreeuwt hij. „Blij jul lie te zien, blij jullie te zien. En hoe gaat het met mijn kleine konijntje?" Hij pakt me van achteren in mijn nek en schudt me hardhandig door elkaar, 't gebruikelijke bewijs van zijn vriend schap. „Ik heb een heleboel goed nieuws voor je!" zegt hij, wenkt de kellner en bestelt een cognac, die ons een paar minuten geleden geweigerd is. „Kijk hier eens". Hij haait een stuk papier te voor schijn en ik voel onmiddellijk dat dit het antwoord uit Londen op mijn tele gram moet zijn. Hoogst opgewonden lees en herlees ik het tamelijk koele bericht, te zeer verheugd met dit stukje goed oud-Engeland om enige teleurstel ling te voelen door het betrekkelijk ge ringe nieuws dat het bevat. „Ze sturen zo gauw mogelijk een toe stel en geld", vertel ik Bram, die me blijkbaar onder de indruk van dit voor val aankijkt. „Dat is tamel.jk vlug hè?" zegt Van Oord en deelt onmiddellijk in mijn vreugde. „Zo gauw je dat hebt, kun je aan het werk. Ik heb er een prachtig plaatsje voor." „En dan heb ik nog wat anders" ver volgt George. „Je moet de groeten heb ben van je vriend Pluto!" „Wat? Is hij er ook? Dat is fijn. Hoe is het met hem?" „Best. Hij is een rare vent. Als je hem zo ziet, denk je dat hij een hope loze kerel is. Maar hij is zo sluw als een vos. En eten! In mijn hele leven heb ik nog nooit iemand zó zien eten". Die laatste opmerking is voor mij de beste identificatie die ik kan wensen. Want Pluto kan eten! „Wat is er met hem gebeurd, nadat we uit elkaar gegaan zijn?" „Tegen het aanbreken van de mor gen zag hij in, dat het te riskant zou zijn om naar Brussel te gaan en toen is hij een boer om onderdak gaan vragen. De man heeft hem in het varkenshok verstopt en daar heeft hij een hele week op water 1 brood gezeten. En daarvoor vroeg die goede vaderlander „slechts" drie duizend francs, de vuile schoft!" „Wanneer breng je hem naar Hol land?" tg. „Hij zegt, dat het geen zin heeft om verder te gaan. Hij had inderdaad een heleboel geld bij zich. Ik wist het wel!" George toont een glimlach van alwe tendheid. „Hij heeft een bericht naar Londen gestuurd en gevraagd om te mogen terugkeren. Binnenkort zal ik hem wel naar Engeland loodsen". Een poosje zitten we druk te bab belen en dhn moet George weer haastig weg. Hij gaat terug naar Brussel om te zien of er nog meer nieuws is. „Neem dit bericht mee" zeg ik. „Het is alleen maar om hen te vertellen, dat ik aan het werk ben." „Prima! Ik heb je toch gezegd, dat je je weg wel zou vinden," buldert hij en neemt het papiertje aan, waarop ik de vorige avond het bericht getypt heb. Hij leest het hardop voor. Van Brutus aan HQ stop heb adres gevonden stop ben goed ontvangen stop bereid tot samenwerking ver wacht resultaten begin Januari stop stuur zo snel mogelijk compleet toe stel en geld stop dit is dringend stop Victoria stop Brutus. „Ik zie, dat je je codewoord weer gebruikt" zegt George, „O best, dat is in orde. Ik zal het zo gauw mogelijk verzenden en zodra ik antwoord heb zien we elkaar wel weer." Even later verdwijnt hij door de draaideur, precies zoals hij gekomen is, met een fladderende, openhangende jas en zwaaiende benen, na een joviale groet naar de kellner, die eerbiedig met een buiging afscheid neemt. De verra der George Ridderhof, de agent van de S.D., die mijn contacten met Londen onderhoudt. Maar in December 1943 weet ik van niets. En ik heb geen en kele mogelijkheid om zelfstandig te opereren. Het noodlot grijnst me tegen, terwijl ik nog leef in het gelukkige besef goed werk tp doen als geheim agent in oorlogstijd. Men gelooft, dat Amerika en Engeland de controle op de industrieën in het Ruhrgebied spoedig aan de Duitsers zullen overlaten. Ten einde een onder zoek in te stellen naar de mogelijkheid hiervan, brachten Generaal Lucius Clay, de Amerikaanse gouverneur (in het midden) en Generaal Robertson, de Britse gouverneur, een bezoek aan het Ruhrgebied. Boerenzoons en landarbeiders kunnen naar Frankrijk Een tweetal tussen de regering van Frankrijk en die van ons land afgeslo ten verdragen voorziet in de plaatsing van een aantal Nederlandse boeren zoons en landarbeiders bij Franse boe ren. Aan de boerenzoons en eventueel ook aan landarbeiders wordt door de Franse regering de mogelijkheid ge opend om te zijner tijd een bedrijf te beginnen, eerst in deelbouw en na ver loop van ten hoogste 4 jaar in eigen dom. Voor plaatsing komen voorlopig in het algemeen slechts ongehuwden in aanmerking. De Franse regering neemt de reiskosten voor haar rekening. Van haar kant is echter de voorwaarde gesteld, dat voor elke Nederlandse boer, die in Frankrijk als emigrant wordt toegelaten, vijf arbeiders zullen moeten overkomen. De arbeiders moe ten »in het bezit zijn van een toe stemming van het Rijksarbeidsbureau er. van een medische verklaring be treffende hun gezondheid. Ze zullen dezelfde lonen, huisvesting, sociale voorzieningen enz. ontvangen als de overeenkomstige Franse arbeiders. De arbeiders die geen financiële ver plichtingen hebben ten aanzien van in Frankrijk verblijvende familieleden, mogen 50 pet. van het netto-basisloon naar Nederland overmaken. De hoofd besturen van de landarbeidersbonden blijken tegen het verdrag, dat de plaatsing regelt van de arbeiders en dat nog de bekrachtiging behoeft van de Staten-Generaal, grote bezwaren te hebben. Allereerst het formele be zwaar, dat met hen over het ontwerp verdrag geen enkel overleg is ge pleegd en verder dat de lonen zodanig zijn. dat na aftrek van kostgeld in Ne derlands geld slechts f 10 tot f 11.30 per week overblijft. Zij ontraden hun leden dan ook met klem in te gaan op aanbiedingen om in Frankrijk te gaan werken. HERSTEL VAN DE ZEEUWSE RUNDVEESTAPEL. De Zeeuwse rundveestapel, welke in de oorlog meer dan gehalveerd werd hij daalde van 82.000 tot 40.600 stuks is thans weer gestegen tot 56.600 stuks. Een ingestelde commissie kocht na 1945, hoofdzakelijk in Friesland en Noord- Kolland, 8000 stuks rundvee, waarvan 1000 stamboekdieren. In de provincie riesland zullen nog 1000 dieren wor den aangekocht. De nieuwe Zeeuwse rundveestapel behoeft voor de vóór oorlogse niet onder te doen. Het ge middelde vetgehalte is zelfs met 0.4 gestegen. JE IS EIGENLIJK hele maal niet zo knap, haar kleren zijn niet duur en toch ziet zij er aar dig uit. Begrijp je zo iets?" Hoe vaak hoort men een dergelijke opmerking onder vrouwen niet, en het antwoord is meestal: „Ze weet welke kleuren ze dragen kan en kiest de juiste asseccoires bij haar toilet". Asseccoires vooral kunnen óf wel het beste van een japon naar voren brengen of het ef fect totaal bederven. Van al deze „onderdelen is de hoed het meest belang rijk. De meeste vrou wen kopen zich te gen de winter een nieuw dopje en ik zou U voor deze ene keer op het hart willen drukken, niet alleen aan de vorm, maar ook aan de kleur te denken. Harmonie, contrast en disharmonie zijn de drie hoofdfactoren van een kleurencombinatie en hiermee moeten we reke ning houden wanneer we onze garderobe samen stellen. Een groen-blauwe hoed, gaat, om nu maar eens een voorbeeld te noemen, niet samen met een groene japon, maar. wanneer de japon van een groen-blauw bedruk te stof is, kan men er zo wel een groene als een blauwe hoed bij dragen. Echte kleurcontrasten zijn alleen goed wanneer de stof effen of bedrukt is, maar ze zijn op hun best wanneer de felle tinten niet te veel naar voren springen. Een kleuren- disharmonie kan soms heel effectief zijn maar... oppassen want het is o zo gevaarlijk. De moei lijkheden beginnen' dik wijls al op de manier waarop kleuren op el kaar reageren. Een flets- groene of marineblauwe hoed zal een parelgrijze japon er smoezelig doen uit zien. Een vieux rose hoed daarentegen zo als de charmante, kleine tricorne met de omge krulde veren op het schetsje, zal de frisse tint in een grijze japon naar voren brengen. U WILT NATUURLIJK behalve over de kleur ook iets over de nieuw ste modellen weten. De modewereld van New- York, Parijs en Londen is het wat de hoedenmo- de betreft niet helemaal met elkaar eens. De des tijds „verboden" combi natie zwart-bruin is ech ter overal favoriet. Een zwart fluwelen baret be kroond b.v. een .zwart bruin-beige jas. Zwarte haneveren garneren een sigarenbruin vilten hoed je. In Parijs waar de cou turiers hun modellen in historische tijden zoch ten, volgden de modisten dit voorbeeld na. Simone Cange, een bekende hoe- den-ontwerpster vond haar ideeën in de salons van beroemde vrouwen van de 18e eeuw waar grote persoonlijkheden en knappe koppen elkaar ontmoetten. De vrouwen waren toch geestig, char mant en zich bewust van hun eigen charmes. Zij wisten dat zij er onder de zachte rose of gele schijn van een lampekap op hun voordeligst uit zagen. Simone Cange werd door een tafereel tje geïnspireerd en noem de de modellen van haar nieuwe collectie „votre abat-jour". Deze abat- jour hoedjes hebben een zwart plat kapje van vilt met een gegolfde rand van fluwelen lint in grijs, rood of groen, afgemaakt met een van het gezicht verwijderd strookje van dubbelgevouwen stijve tulle. Het meest opval lende van de nieuwe herfsthoeden is, dat de oren wijwei bedekt zijn. Ze sluiten strak langs het gezicht en wippen van voren even omhoog. Ook ziet men dat het accent van de hoed naar één kant is gebracht en vaak alleen het rechter oor bedekt. Het zijn meestal uiterst flatteuse dopjes, die echter toch lang niet iedere vrouw goed zullen staan. Schoten op Von Seydlitz Volgens het bureua Dena zijn Vrijdag vier schoten gelost op een auto, waarin generaal Walter von Seydjitz gezeten was, van die be- r.eht is, dat hij opdracht gekregen zou hebben de politie van de Sov jet-Russische zone van Duitsland te reorganiseren. Von Seydlitz werd niet getroffen, doch wel werd generaal Lattmann, een van von Seydlitz naaste mede werkers, aldus Dena, licht gewond. De schoten zouden gelost zijn door een voormalig lid van de sociaal democratische partij en wel toen de auto door Tsjernowitsj in Bran denburg (Sovjet-Russische zone) reed. De man werd terstond gear resteerd. JJt' GEHELE BLOKKADE WERD EIGENLIJK veroorzaakt door het feit, dat de Westerse geallieerden het niet eens konden worden met de Russen over de sanering van het Duitse geld. Zonder in te gaan op de details van deze zo buitengemeen netelige kwestie mogen wij toch zeggen, dat vele, zo niet alle, moeilijkheden van het hedendaagse leven in Berlijn voortspruiten uit het feit, dat de twee soorten geld een chaos in het leven hebben geroe pen, die onvergelijkelijk is. Terwijl de geldsanering in West-Duitsland een nieuw en hoopvol begin van de wederopbouw betekende, veroorzaakte zij in Berlijn eerder een verslechtering van de algemene toestand. ^ERLIJN KENT NU de West-Mark en de Oost-Mark. De West Mark is dezelfde als de Deutsche Mark, in de volksmond veelal afgekort tot D- Mark. Terwijl de West-Mark in de Russische sector van Berlijn verboden is, hebben de Westerse geallieerden be-o sloten, dat de Oost-Mark in hun sec toren geldig betaalmiddel zal zijn voor levensmiddelen, huur, gas, electrici- teit en nog enige andere dingen. In de Westelijke sectoren worden de lo nen half in West- en half in Oostgeld uitbetaald. Iedereen beschouwt de. West-Mark als meer solide, wat wel het allerduidelijkst blijkt uit het feit. dat de koers tussen West- en Oost- geld gemiddeld eén tot drie is. De Berlijner doet zijn uiterste best zoveel mogelijk voor Oost-Marken in te ko pen en zoveel mogelijk tegen West- Marken te verkopen. Hij weet, dat hij voor zijn West-Mark in de Britse en Amerikaanse zones vele dingeh, die in Eerlijn niet te krijgen zijn, kopen kan. Voor zijn Oostgeld is noch in Berlijn noch in de Russische zóne iets van waarde te verkrijgen. Niettegenstaande zijn sympathie voor de Westmark heeft de Berlijner echter geen vertrouwen in de toestand in,het algemeen. Hij weet niet wat het worden zal. Weliswaar gelooft hij niet, dat de Westerse geallieerden Berlijn zullen verlaten, maar hij vreest toch, dat een eventuele overeenkomst tus sen de geallieerden tot gevolg zal heb ben, dat slechts één geldsoort, en dan natuurlijk de Oost-Mark, in .Eerlijn zal overblijven. Een gevolg hiervan is, dat de win kelprijzen in het geheel niet gedaald zijn. In tegenstelling met die in de Westelijke zönes bieden de winkels in de Oostelijke zone nog dezelfde be trekkelijk waardeloze zaken aan, ter wijl de levensmiddelen veelal op de zwarce markt verdwijnen. HET IS OPMERKELIJK hoeveel overeenkomst er bestaat tussen de huidige Berlijnse winkels en de win kels van pas-bevrijd Nederland. Er is, om een onverklaarbare reden, een overvloed van lampekappen en sche merlampen in alle vormen en afme tingen. Gloeilampen en fittingen zijn echter niet te krijgen. Een ander alom verkrijgbaar artikel is het tegeitafel- tje, wederom in alle soorten. Zij hebben de populaire naam van „puintafeltjes" omdat zij uit weinig meer bestaan dan een smeedijzeren voet en wat tegel tjes, die in overvloed uit de verwoeste huizen teverkrijgen zijn. Winkels van huishoudelijke artikelen zijn er ook in overvloed, maar wat zij aan te bieden hebben fs van zeer slechte kwaliteit. Het zijn veelal nutteloze voorwerpen van licht vertind metaal of van blik. Zij hebben een zeer korte levensduur, maar staan natuurlijk zeer hoog ge prijsd enin West-Marken. En waren de antiquiteitenwinkels nie een ty pisch phenomeen in bezet- zowel als ir. na-oorlogs Nederland? Ook in Ber lijn zijn zij als paddestoelen uit de grónd gerezen. De prijzen zijn waan zinnig hoog enD-mark. De West-Mark is, wij zeiden het reeds, in de Russische sector verboden. De Russen schijnen van het standpunt uit te gaan, dat de West-Mark niet bestaat en dat wie Westgeld bezit, dit uit de Westelijke zones binnengesmok keld moet hebben. Ook nu nog zijn er op atraat contróies, gehouden door Oostelijke politie onder leiding van Russen. Wordt Westgeld aangetroffen dan wordt de „smokkelaar" gearres teerd en het geld verbeurd verklaard. Tot op heden zijn er echter nog geen zware straffen uitgedeeld en over het algemeen wordt de „misdadiger" weer spoedig op vrije voeten gesteld. IETS WAT NIET algemeen bekend schijnt te zijn is het feit, dat alle pu blieke vervoersdiensten zoals de trams, de S-Bahn (een bovengrondse trein) en de U-Bahn (de ondergrond se trein) onder beheer van de -Russen staan, in geheel Berlijn, óók in de Westelijke sectoren. Een gevolg hier van is, dat men in Oostgeld betalen moet, wat de Berlijner zeer aangenaam is Vervelender wordt het wanneer de Russen, zoals herhaalde malen is voor komen, per trein de Engelse of Ame rikaanse sector ingaan, op een wille keurig station uitstappen en daar con trole gaan houden. Het station is Russisch grondgebied al ligt het mid den in een der Westerse sectoren. Wie Westgeld in zijn bezit heeft (en dit is natuurlijk het geval met practisch iedereen) wordt gearresteerd en naar de Russische sector overgebracht. De Westerse geallieerden staan hier vrij wel machteloos tegenover. Zo kwam het enige weken geleden voor, dat een stel heethoofdige Duitse communisten, vergezeld van Oostelijke politie op sta tions in de Westelijke sectoren de krantenkiosken „zuiverden" van ver boden Westerse lectuur. Alle Wester se kranten zijn namelijk in de Russi sche sector (en zóne) verboden. Maar de Berlijner gaat zo rustig mogelijk door. De krantenkiosken vindt men nu vóór de stations op straat en wat rei zen betreft, wel, wie er invliegt heeft „pech gehabt". IN HET ALGEMEEN wordt de grens tussen de Russische en de Wes terse sectoren streng gehandhaafd. Zij heeft iets gekregen van een lands grens, die twee geheel verschillende gebieden scheidt. Verwonderlijk is dit niet. Twee soorten geld, twee soorten politie, twee soorten couranten, twee soorten rantsoenering, twee soorten stadsbestuur, twee soorten bescher mers. Het ligt voor de hand, dat men in het huidige Berlijn niet meer „neu traal" kan zijn. Men is vóór de Wes terse geallieerden en dus tegen de Russen, of vóór de Russen en dus te gen de Westelijke geallieerden. Dit heeft tot gevolg, dat wie van de één ongelijk krijgt, hetzij een politicus of een misdadiger, bij de andere partij bescherming zoekt en ook meestal krijgt. Dit heeft natuurlijk de nodige relletjes en mensenroof" tengevolge. Wanneer een door de Russen be schermde zich te dicht bij de sector grens waagt, wordt hij door Westelijke politie gekidnapped en omgekeerd. Wanneer een Oostelijke politie de Kans krijgt een Westelijke politie-agent to arresteren zal hij het niet laten. Een door alle vier mogendheden ver oordeelde politicus was in hechtenis bij de Russen. De blokkade kwam. De Westerse geallieerden ontdekten, dat de man toch eigenlijk niet zo kwaad was. De Russen werden nog véél waakzamer. Op zekere dag wordt de man door twee Oostelijke poiitie-agen- ten gelucht. In de buurt van de sec torgrens gaat hij er vandoor, de „grens" over en de Amerikaanse sec tor in, gevolgd door zijn Oostelijke bewaking. Enige straten duurt de achtervolging. Dan werpt de man zich op de grond, begint luidkeels om hulp te schreeuwen, vertelt de toestromen de menigte, dat hij door de Russen wordt vastgehouden en wordt door de omstanders prompt bevrijd, terwijl de twee Oostelijke politie-agenten wor den gearresteerd. Dit gebeurt zo over en weer. Het doet ons soms denken aan Ch: cago en aan gangsters. Of, erger nog, aan een stel kwajongens, die elkaar dwars zitten. De Berlyner voelt, dat geen van beide zyden beginnen wil. Hy heeft gelyk. Het blijft bij uitdagingen. „Wij gaan blindvliegen in de lucht- corridor," kondigen de Russen aan. Da s óók toevallig", antwoorden de Amerikanen, „wij óók. Met gewapen de jagers." Er gebeurt natuurlijk niets. Herhaaldelijk verschijnen in de corri dor Russische vliegtuigen, die de En gelse of Amerikaanse toestellen tot op enkele meters naderen. Maar ze doen niets. De piloot grinnikt eens en wacht af of de Amerikaan mis schien wat doen zal. Maar er gebeurt niets. Tenminstetot nu toe is er niets gebeurd. Protesten, steeds hevi ger, steeds onbeleefder, vliegen heen en weer zonder ook maar het minste resultaat, ,,'t Is nlettes, 't is welles". Zo gaan we maar door. En wat op spel staat zijn een derde wereldoorlog en millioenen mensenlevens. De Kuif lost het op. „Een avontuurlijk journalistenver- haal", zo noemt de auteur Anton van der Vet zijn boek „De Kuif lost het op", dat verscheen bij de C. V. Uitge verij de Boer Jr. te Amsterdam. En inderdaad, avonturen beleeft Fred Van Westreenen, die de bijnaam „De Kuif" de zijne mag noemen, in overvloed. In alf hoofdstukken zit hij tezamen met rechercheur Stijgbeugel een stel Rembrandtdieven achterna, waarbij hij erin slaagt het stelletje ongure lieden te ontmaskeren, wat hem de waarde ring van hoofdinspecteur Colenbran der en van zijn hoofdredacteur Waage- maker bezorgt. Want Fred is journa list. Weliswaar nog maar aankomend verslaggever, maar dat werd door zijn succes gauw verholpen. Van der Vet heeft in zijn boek de spanning weten op te voeren tot de ontknoping en daar hij deze avonturen bedoelde voor de rijpere jeugd mag dit boek als een aan winst beschouwd worden voor de jeugdlitteratuur en met vreugde wor den begroet. Het rare krantenbedrijf, waar typografen achter hoge klappe rende machines zitten en als razenden op toetsen hameren, zodat regels vol leden woorden in een haak vallen, neemt men graag op de koop toe. Uschi heeft dit frisse boek pakkend weten te illustreren met suggestieve zwart-wit-tekeningen. Korenaar-kalender Wij ontvingen de eerste scheurkalen der van 1949: de goed-verzorgde Ko renaar-kalender van de uitgevers Van Gorcum en Comp. te Assen. De druk is uitstekend, het schild eenvoudig, maar mooi van tekening en kleur. Nelly Koeman, een Amsterdams meiske, was tot de ontdekking gekomen, dat zij 9 jaar werd op dezelfde dag, waarop Koning Gustaaf van Zweden 90 werd. Dus ging er een briefje naar Zweden, waarin zij dit belangrijke feit ver meldde en dat als haar hartewens aangaf een pop met echt haar en met slaapogen. Eerst kwam er een bedankbriefje, maar hoe groot was de verrassing, toen de Zweedse gezant in eigen persoon bij Nelly kwam om haar de vurig verlang de pop te overhandigen, die de naam van het jongste Zweedse prinsesje, Margaretha, zal dragen. Margaretha moet naar bed.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1948 | | pagina 3