Illegale pers heeft grote kapitalen
uit Londen nodig
HERFSTHOEDJES
Als kwajongens, die het gevaarlijke spel
van Amerikaanse gangsters spelen
oor opera-
loo
Ik was geheim agent in oorlogstijd (XIV)
anqedijk
Scharwoudt*
Zasiricum
George van Triest brengt me zéér goed
nieuws van de overkant
Bram van Oord is
fantast
tn de heksenketel van Berlijn (2)
Trams en ondergrondse in beheer
bij de Sowjet-Russen
Het nieuwe boek
van Engeland In
De Koninklijke familie
eerde als eerste bruids-
verlaten de kerk
sten bloemen aan. Hét
r een succesvolle avond.
Instituut voor' Arbeiders
ist „de muziek" in zijn
avonden blijft betrekken
aanbeveling verdienen
afwisseling ook eens'een
concert te organiseren-.
MUSICUS.
at nu perse zo
'verschillen wel groot
-Wie door' Amsterdam-hij -
kan om twee' üur ->s nachts
lezen op het trottoir maar
lige plan krijgt om tegen
de Langedijk te fietsen,
de kans om zijn nek te bre-
een
mgedijkers zijn rustige lie-
niet meer om twee uur
wegen Dat er. dan een
g bestaat, d&étrover zal geen
vallen Maar dat een
i uur 's avonds al naar een
moet zoeken, is toch wel
Er zijn hoeken, waar een
iever niet komt en tóéval-
de Langedijk ook" nog wel
eren van het P N iri deze
misschien wat licht kunnen
Anders zal over-
worden of de feestverlich-
te voorschijn 'gehaald zal
tmaal met een permanent
den Niwin-collecte bracht
i/oor de plaatsen Winkel,
Dirkshorn, waar 'de col-
s door het Langedijker
werd, bedroegen de
•esp. f 213,04 en f 73,20.
87933.
G BELANGRIJKE
ADERING N.M.B.
^vergadering der NMB,
:zer dagen werd gehou-
nnig belangrijke punten
racht. In zijn openings-
de voorzitter, de heer
brandende probleem der
- sprake, maar hoopvolle
opende dit niet. De om-
millioen gepasseerd, maar
heden zijn van die aard,
jgdebetoon niet óp zijn
jr gediscussieerd over de
een z.g. Mededelingen-
deze besprekingen is, dat
irgaan nog lang niet een
it is. Voorts wérden er
gehoord over bet zor-
ïitstek: de. poters-afzet,
me bleek uit het besluit
el industrie-terrein ten
de NMB te reserveren in
igsplan Langedijk.
itste puntenbracht goed
de tuinders: de heffing
pelen zal vrijwel geheel
retaaldi
AL ZIEK"TUIS
N EN BOSCH,
ig over 1947 van het Pro
enhuis Duin en Bosch
gemaakt van de ZEer be-
>ultaten die zijn bereikt
ectroshock-kuur. Het aan-
1 was 603'met een perso-
n 259. In dé sanatoritim-
t ziekenhuis is plaats voor
498 vrouwen.
VORT NA MIJN eerste bezoek aan
Amsterdam (waar de mensen van de
illegale pers mU terloops vroegen In
Londen 60.000 gulden te bestellen) krijg
ik een vage antipathie tegen Bram van
Oord, de man bü wie ik in Doorn
woon. De hele organisatie daar bevalt
me maar matig. Dit is ongetwijfeld on
der anderen een gevolg van mijn groei
end verlangen naar onafhankelijkheid,
een verlangen om mijn eigen leven te
leiden, zelf voor een onderduikadres
te zorgen en alleen die mensen te ont
moeten die Ik persé zien wiL Algemeen
gesproken ben ik in het huis van Bram
een bezoeker en hoewel hij me meer
dan eens met grote omhaal van woor
den verzekerd heeft, dat ik zijn beste
vriend ben, dat alleen mijn opdracht
er op aan komt en dat het leven in
zijn huis en zijn organisatie uitsluitend
om mij en mijn werk draait, wordt het
me steeds duidelijker, dat er van al
deze verzekeringen, hoe goed ze ook
bedoeld zijn, niet veel verwezenlijkt
worden.
Behalve de organisatie van Bram en
zijn vroegere leerlingen, is er in Doorn
geen enkele groep die mij kan bij
staan. Goed, Dick is er natuurlijk, de
adjudant en Henk, de chef van de
technische staf en Peter de telegrafist,
maar hun werk bestaat slechts uit het
treffen van voorbereidingen om de een
of andere baan voor hun rekening te
nemen, wanneer er ooit een organisa
tie gesticht mocht worden.
En tóch verwacht Bram van mij, dat
ik de verhalen over zijn arsenaal dat
hij uit veiligheidsoverwegingen ver
borgen zou hebben onder het huis van
een N.S.B.'er geloof. Ik moet óók ge
loven de verhalen over de acht en der
tig organisaties, waarmee hij reeds con
tact heeft en wier werkzaamheden hij
coördineerde. Ik moet het verhaal ge
loven van zijn overval op een gevan-
genenstransport om één van zijn man
nen te bevrijden. Ik moet nog véél
meer geloven. Het maakt allemaal geen
indruk op me en hij merkt dat.
Een paar dagen later heb ik in Am
sterdam een onderhoud met Van Heu-
ven Goedhart, die optreedt namens een
illegaal blad. Hij vertelt me, dat de on
dergrondse pers honderdduizend gulden
uit Londen heeft ontvangen in biljet
ten van duizend. Maar juist in die tijd
werden de biljetten van duizend dooi
de Duitsers uit de circulatie genomen,
waardoor driekwart van het geld waar
deloos werd. Van Heuven Goedhart
die met me praat over duizend-en-één
dingen dringt er bij mij op aan, dat ik
Engeland om een beduidende geldsom
zal vragen. Ik beloof hem dat.
„En wat je ook kunt doen is om een
Kerstboodschap van de Koningin voor
het Nederlandse volk verzoeken."
„Ik betwijfel of dit nog wel op tijd
aankomt" werp ik tegen, „en zolang ik
geen eigen zender heb wil ik in ieder
geval mijn berichten tot een minimum
beperken".
„Je hebt groot gelijk. Je kunt niet
voorzichtig genoeg zijn!"
„Wat voor ervaringen heb jij opge
daan?" vraag ik Van Heuven. Goedhart,
wiens laatste opmerking mijn nieuws
gierigheid gewekt heeft.
„Met Pieter 't Hoen, de oprichter van
„Het Parool" heb ik een poosje in het
concentratiekamp Vught gezeten, maar
we zijn er uitgekomen vraag me niet
hoe en zijn een poosje ondergedo
ken. Ik moest echter weer tevoorschijn
komen. Nietsdoen zou mijn dood ge
weest zijn."
„Maar kijken ze niet naar je uit?"
Hij knikt met in zijn ogen die stille
glimlach, die ik al eerder gezien heb.
„We beschouwen ons zeer vereerd"
mompelt hij. „Er staat een aardige prijs
op ons hoofd. Dood of levend of zoiets.
We zijn vogelvrijen, maar ik geloof niet
dat het ons hindert."
Bram van Oord en ik zitten half De
cember 1943 in hotel Terminus in
Utrecht op George van Triest te wach
ten. Terwijl we ons kopje surrogaat
zonder suiker en melk drinken, komt
de dikke man door de draaideur; hij
zwaait met zijn benen en hijgt alsof hij
zich gehaast heeft.
„Ha, kerels" schreeuwt hij. „Blij jul
lie te zien, blij jullie te zien. En hoe
gaat het met mijn kleine konijntje?"
Hij pakt me van achteren in mijn nek
en schudt me hardhandig door elkaar,
't gebruikelijke bewijs van zijn vriend
schap.
„Ik heb een heleboel goed nieuws
voor je!" zegt hij, wenkt de kellner en
bestelt een cognac, die ons een paar
minuten geleden geweigerd is. „Kijk
hier eens".
Hij haait een stuk papier te voor
schijn en ik voel onmiddellijk dat dit
het antwoord uit Londen op mijn tele
gram moet zijn. Hoogst opgewonden
lees en herlees ik het tamelijk koele
bericht, te zeer verheugd met dit stukje
goed oud-Engeland om enige teleurstel
ling te voelen door het betrekkelijk ge
ringe nieuws dat het bevat.
„Ze sturen zo gauw mogelijk een toe
stel en geld", vertel ik Bram, die me
blijkbaar onder de indruk van dit voor
val aankijkt.
„Dat is tamel.jk vlug hè?" zegt Van
Oord en deelt onmiddellijk in mijn
vreugde. „Zo gauw je dat hebt, kun je
aan het werk. Ik heb er een prachtig
plaatsje voor."
„En dan heb ik nog wat anders" ver
volgt George. „Je moet de groeten heb
ben van je vriend Pluto!"
„Wat? Is hij er ook? Dat is fijn. Hoe
is het met hem?"
„Best. Hij is een rare vent. Als je
hem zo ziet, denk je dat hij een hope
loze kerel is. Maar hij is zo sluw als een
vos. En eten! In mijn hele leven heb
ik nog nooit iemand zó zien eten". Die
laatste opmerking is voor mij de beste
identificatie die ik kan wensen. Want
Pluto kan eten!
„Wat is er met hem gebeurd, nadat
we uit elkaar gegaan zijn?"
„Tegen het aanbreken van de mor
gen zag hij in, dat het te riskant zou
zijn om naar Brussel te gaan en toen is
hij een boer om onderdak gaan vragen.
De man heeft hem in het varkenshok
verstopt en daar heeft hij een hele
week op water 1 brood gezeten. En
daarvoor vroeg die goede vaderlander
„slechts" drie duizend francs, de vuile
schoft!"
„Wanneer breng je hem naar Hol
land?" tg.
„Hij zegt, dat het geen zin heeft om
verder te gaan. Hij had inderdaad een
heleboel geld bij zich. Ik wist het wel!"
George toont een glimlach van alwe
tendheid. „Hij heeft een bericht naar
Londen gestuurd en gevraagd om te
mogen terugkeren. Binnenkort zal ik
hem wel naar Engeland loodsen".
Een poosje zitten we druk te bab
belen en dhn moet George weer haastig
weg. Hij gaat terug naar Brussel om te
zien of er nog meer nieuws is.
„Neem dit bericht mee" zeg ik. „Het
is alleen maar om hen te vertellen,
dat ik aan het werk ben."
„Prima! Ik heb je toch gezegd, dat je
je weg wel zou vinden," buldert hij en
neemt het papiertje aan, waarop ik de
vorige avond het bericht getypt heb.
Hij leest het hardop voor.
Van Brutus aan HQ stop heb adres
gevonden stop ben goed ontvangen
stop bereid tot samenwerking ver
wacht resultaten begin Januari stop
stuur zo snel mogelijk compleet toe
stel en geld stop dit is dringend stop
Victoria stop Brutus.
„Ik zie, dat je je codewoord weer
gebruikt" zegt George, „O best, dat is
in orde. Ik zal het zo gauw mogelijk
verzenden en zodra ik antwoord heb
zien we elkaar wel weer."
Even later verdwijnt hij door de
draaideur, precies zoals hij gekomen is,
met een fladderende, openhangende
jas en zwaaiende benen, na een joviale
groet naar de kellner, die eerbiedig met
een buiging afscheid neemt. De verra
der George Ridderhof, de agent van
de S.D., die mijn contacten met Londen
onderhoudt. Maar in December 1943
weet ik van niets. En ik heb geen en
kele mogelijkheid om zelfstandig te
opereren. Het noodlot grijnst me tegen,
terwijl ik nog leef in het gelukkige
besef goed werk tp doen als geheim
agent in oorlogstijd.
Men gelooft, dat Amerika en Engeland de controle op de industrieën in het
Ruhrgebied spoedig aan de Duitsers zullen overlaten. Ten einde een onder
zoek in te stellen naar de mogelijkheid hiervan, brachten Generaal Lucius
Clay, de Amerikaanse gouverneur (in het midden) en Generaal Robertson,
de Britse gouverneur, een bezoek aan het Ruhrgebied.
Boerenzoons en landarbeiders
kunnen naar Frankrijk
Een tweetal tussen de regering van
Frankrijk en die van ons land afgeslo
ten verdragen voorziet in de plaatsing
van een aantal Nederlandse boeren
zoons en landarbeiders bij Franse boe
ren. Aan de boerenzoons en eventueel
ook aan landarbeiders wordt door de
Franse regering de mogelijkheid ge
opend om te zijner tijd een bedrijf te
beginnen, eerst in deelbouw en na ver
loop van ten hoogste 4 jaar in eigen
dom.
Voor plaatsing komen voorlopig in
het algemeen slechts ongehuwden in
aanmerking. De Franse regering neemt
de reiskosten voor haar rekening. Van
haar kant is echter de voorwaarde
gesteld, dat voor elke Nederlandse
boer, die in Frankrijk als emigrant
wordt toegelaten, vijf arbeiders zullen
moeten overkomen. De arbeiders moe
ten »in het bezit zijn van een toe
stemming van het Rijksarbeidsbureau
er. van een medische verklaring be
treffende hun gezondheid. Ze zullen
dezelfde lonen, huisvesting, sociale
voorzieningen enz. ontvangen als de
overeenkomstige Franse arbeiders. De
arbeiders die geen financiële ver
plichtingen hebben ten aanzien van in
Frankrijk verblijvende familieleden,
mogen 50 pet. van het netto-basisloon
naar Nederland overmaken. De hoofd
besturen van de landarbeidersbonden
blijken tegen het verdrag, dat de
plaatsing regelt van de arbeiders en
dat nog de bekrachtiging behoeft van
de Staten-Generaal, grote bezwaren te
hebben. Allereerst het formele be
zwaar, dat met hen over het ontwerp
verdrag geen enkel overleg is ge
pleegd en verder dat de lonen zodanig
zijn. dat na aftrek van kostgeld in Ne
derlands geld slechts f 10 tot f 11.30
per week overblijft. Zij ontraden hun
leden dan ook met klem in te gaan op
aanbiedingen om in Frankrijk te gaan
werken.
HERSTEL VAN DE ZEEUWSE
RUNDVEESTAPEL.
De Zeeuwse rundveestapel, welke in
de oorlog meer dan gehalveerd werd
hij daalde van 82.000 tot 40.600 stuks
is thans weer gestegen tot 56.600 stuks.
Een ingestelde commissie kocht na 1945,
hoofdzakelijk in Friesland en Noord-
Kolland, 8000 stuks rundvee, waarvan
1000 stamboekdieren. In de provincie
riesland zullen nog 1000 dieren wor
den aangekocht. De nieuwe Zeeuwse
rundveestapel behoeft voor de vóór
oorlogse niet onder te doen. Het ge
middelde vetgehalte is zelfs met 0.4
gestegen.
JE IS EIGENLIJK hele
maal niet zo knap,
haar kleren zijn niet duur
en toch ziet zij er aar
dig uit. Begrijp je zo
iets?"
Hoe vaak hoort men
een dergelijke opmerking
onder vrouwen niet, en
het antwoord is meestal:
„Ze weet welke kleuren
ze dragen kan en kiest de
juiste asseccoires bij
haar toilet". Asseccoires
vooral kunnen óf wel het
beste van een japon naar
voren brengen of het ef
fect totaal bederven. Van
al deze „onderdelen is
de hoed het meest belang
rijk. De meeste vrou
wen kopen zich te
gen de winter een
nieuw dopje en ik zou U
voor deze ene keer op het
hart willen drukken, niet
alleen aan de vorm, maar
ook aan de kleur te
denken.
Harmonie, contrast en
disharmonie zijn de drie
hoofdfactoren van een
kleurencombinatie en
hiermee moeten we reke
ning houden wanneer we
onze garderobe samen
stellen. Een groen-blauwe
hoed, gaat, om nu maar
eens een voorbeeld te
noemen, niet samen met
een groene japon, maar.
wanneer de japon van
een groen-blauw bedruk
te stof is, kan men er zo
wel een groene als een
blauwe hoed bij dragen.
Echte kleurcontrasten zijn
alleen goed wanneer de
stof effen of bedrukt is,
maar ze zijn op hun best
wanneer de felle tinten
niet te veel naar voren
springen. Een kleuren-
disharmonie kan soms
heel effectief zijn maar...
oppassen want het is o
zo gevaarlijk. De moei
lijkheden beginnen' dik
wijls al op de manier
waarop kleuren op el
kaar reageren. Een flets-
groene of marineblauwe
hoed zal een parelgrijze
japon er smoezelig doen
uit zien. Een vieux rose
hoed daarentegen zo
als de charmante, kleine
tricorne met de omge
krulde veren op het
schetsje, zal de frisse tint
in een grijze japon naar
voren brengen.
U WILT NATUURLIJK
behalve over de kleur
ook iets over de nieuw
ste modellen weten. De
modewereld van New-
York, Parijs en Londen
is het wat de hoedenmo-
de betreft niet helemaal
met elkaar eens. De des
tijds „verboden" combi
natie zwart-bruin is ech
ter overal favoriet. Een
zwart fluwelen baret be
kroond b.v. een .zwart
bruin-beige jas. Zwarte
haneveren garneren een
sigarenbruin vilten hoed
je. In Parijs waar de cou
turiers hun modellen in
historische tijden zoch
ten, volgden de modisten
dit voorbeeld na. Simone
Cange, een bekende hoe-
den-ontwerpster vond
haar ideeën in de salons
van beroemde vrouwen
van de 18e eeuw waar
grote persoonlijkheden
en knappe koppen elkaar
ontmoetten. De vrouwen
waren toch geestig, char
mant en zich bewust van
hun eigen charmes. Zij
wisten dat zij er onder
de zachte rose of gele
schijn van een lampekap
op hun voordeligst uit
zagen. Simone Cange
werd door een tafereel
tje geïnspireerd en noem
de de modellen van haar
nieuwe collectie „votre
abat-jour". Deze abat-
jour hoedjes hebben een
zwart plat kapje van vilt
met een gegolfde rand
van fluwelen lint in grijs,
rood of groen, afgemaakt
met een van het gezicht
verwijderd strookje van
dubbelgevouwen stijve
tulle. Het meest opval
lende van de nieuwe
herfsthoeden is, dat de
oren wijwei bedekt zijn.
Ze sluiten strak langs het
gezicht en wippen van
voren even omhoog. Ook
ziet men dat het accent
van de hoed naar één
kant is gebracht en vaak
alleen het rechter oor
bedekt. Het zijn meestal
uiterst flatteuse dopjes,
die echter toch lang niet
iedere vrouw goed zullen
staan.
Schoten op Von Seydlitz
Volgens het bureua Dena zijn
Vrijdag vier schoten gelost op een
auto, waarin generaal Walter von
Seydjitz gezeten was, van die be-
r.eht is, dat hij opdracht gekregen
zou hebben de politie van de Sov
jet-Russische zone van Duitsland
te reorganiseren.
Von Seydlitz werd niet getroffen,
doch wel werd generaal Lattmann,
een van von Seydlitz naaste mede
werkers, aldus Dena, licht gewond.
De schoten zouden gelost zijn door
een voormalig lid van de sociaal
democratische partij en wel toen
de auto door Tsjernowitsj in Bran
denburg (Sovjet-Russische zone)
reed. De man werd terstond gear
resteerd.
JJt' GEHELE BLOKKADE WERD EIGENLIJK veroorzaakt door het feit,
dat de Westerse geallieerden het niet eens konden worden met de Russen
over de sanering van het Duitse geld. Zonder in te gaan op de details van
deze zo buitengemeen netelige kwestie mogen wij toch zeggen, dat vele, zo
niet alle, moeilijkheden van het hedendaagse leven in Berlijn voortspruiten
uit het feit, dat de twee soorten geld een chaos in het leven hebben geroe
pen, die onvergelijkelijk is. Terwijl de geldsanering in West-Duitsland een
nieuw en hoopvol begin van de wederopbouw betekende, veroorzaakte zij in
Berlijn eerder een verslechtering van de algemene toestand.
^ERLIJN KENT NU de West-Mark en
de Oost-Mark. De West Mark is
dezelfde als de Deutsche Mark, in de
volksmond veelal afgekort tot D-
Mark. Terwijl de West-Mark in de
Russische sector van Berlijn verboden
is, hebben de Westerse geallieerden be-o
sloten, dat de Oost-Mark in hun sec
toren geldig betaalmiddel zal zijn voor
levensmiddelen, huur, gas, electrici-
teit en nog enige andere dingen. In
de Westelijke sectoren worden de lo
nen half in West- en half in Oostgeld
uitbetaald. Iedereen beschouwt de.
West-Mark als meer solide, wat wel
het allerduidelijkst blijkt uit het feit.
dat de koers tussen West- en Oost-
geld gemiddeld eén tot drie is. De
Berlijner doet zijn uiterste best zoveel
mogelijk voor Oost-Marken in te ko
pen en zoveel mogelijk tegen West-
Marken te verkopen. Hij weet, dat hij
voor zijn West-Mark in de Britse en
Amerikaanse zones vele dingeh, die in
Eerlijn niet te krijgen zijn, kopen kan.
Voor zijn Oostgeld is noch in Berlijn
noch in de Russische zóne iets van
waarde te verkrijgen.
Niettegenstaande zijn sympathie
voor de Westmark heeft de Berlijner
echter geen vertrouwen in de toestand
in,het algemeen. Hij weet niet wat het
worden zal. Weliswaar gelooft hij niet,
dat de Westerse geallieerden Berlijn
zullen verlaten, maar hij vreest toch,
dat een eventuele overeenkomst tus
sen de geallieerden tot gevolg zal heb
ben, dat slechts één geldsoort, en dan
natuurlijk de Oost-Mark, in .Eerlijn zal
overblijven.
Een gevolg hiervan is, dat de win
kelprijzen in het geheel niet gedaald
zijn. In tegenstelling met die in de
Westelijke zönes bieden de winkels in
de Oostelijke zone nog dezelfde be
trekkelijk waardeloze zaken aan, ter
wijl de levensmiddelen veelal op de
zwarce markt verdwijnen.
HET IS OPMERKELIJK hoeveel
overeenkomst er bestaat tussen de
huidige Berlijnse winkels en de win
kels van pas-bevrijd Nederland. Er is,
om een onverklaarbare reden, een
overvloed van lampekappen en sche
merlampen in alle vormen en afme
tingen. Gloeilampen en fittingen zijn
echter niet te krijgen. Een ander alom
verkrijgbaar artikel is het tegeitafel-
tje, wederom in alle soorten. Zij hebben
de populaire naam van „puintafeltjes"
omdat zij uit weinig meer bestaan dan
een smeedijzeren voet en wat tegel
tjes, die in overvloed uit de verwoeste
huizen teverkrijgen zijn. Winkels van
huishoudelijke artikelen zijn er ook in
overvloed, maar wat zij aan te bieden
hebben fs van zeer slechte kwaliteit.
Het zijn veelal nutteloze voorwerpen
van licht vertind metaal of van blik.
Zij hebben een zeer korte levensduur,
maar staan natuurlijk zeer hoog ge
prijsd enin West-Marken. En waren
de antiquiteitenwinkels nie een ty
pisch phenomeen in bezet- zowel als
ir. na-oorlogs Nederland? Ook in Ber
lijn zijn zij als paddestoelen uit de
grónd gerezen. De prijzen zijn waan
zinnig hoog enD-mark.
De West-Mark is, wij zeiden het
reeds, in de Russische sector verboden.
De Russen schijnen van het standpunt
uit te gaan, dat de West-Mark niet
bestaat en dat wie Westgeld bezit, dit
uit de Westelijke zones binnengesmok
keld moet hebben. Ook nu nog zijn er
op atraat contróies, gehouden door
Oostelijke politie onder leiding van
Russen. Wordt Westgeld aangetroffen
dan wordt de „smokkelaar" gearres
teerd en het geld verbeurd verklaard.
Tot op heden zijn er echter nog geen
zware straffen uitgedeeld en over het
algemeen wordt de „misdadiger" weer
spoedig op vrije voeten gesteld.
IETS WAT NIET algemeen bekend
schijnt te zijn is het feit, dat alle pu
blieke vervoersdiensten zoals de
trams, de S-Bahn (een bovengrondse
trein) en de U-Bahn (de ondergrond
se trein) onder beheer van de -Russen
staan, in geheel Berlijn, óók in de
Westelijke sectoren. Een gevolg hier
van is, dat men in Oostgeld betalen
moet, wat de Berlijner zeer aangenaam
is Vervelender wordt het wanneer de
Russen, zoals herhaalde malen is voor
komen, per trein de Engelse of Ame
rikaanse sector ingaan, op een wille
keurig station uitstappen en daar con
trole gaan houden. Het station is
Russisch grondgebied al ligt het mid
den in een der Westerse sectoren. Wie
Westgeld in zijn bezit heeft (en dit is
natuurlijk het geval met practisch
iedereen) wordt gearresteerd en naar
de Russische sector overgebracht. De
Westerse geallieerden staan hier vrij
wel machteloos tegenover. Zo kwam
het enige weken geleden voor, dat een
stel heethoofdige Duitse communisten,
vergezeld van Oostelijke politie op sta
tions in de Westelijke sectoren de
krantenkiosken „zuiverden" van ver
boden Westerse lectuur. Alle Wester
se kranten zijn namelijk in de Russi
sche sector (en zóne) verboden. Maar
de Berlijner gaat zo rustig mogelijk
door. De krantenkiosken vindt men nu
vóór de stations op straat en wat rei
zen betreft, wel, wie er invliegt heeft
„pech gehabt".
IN HET ALGEMEEN wordt de
grens tussen de Russische en de Wes
terse sectoren streng gehandhaafd. Zij
heeft iets gekregen van een lands
grens, die twee geheel verschillende
gebieden scheidt. Verwonderlijk is dit
niet. Twee soorten geld, twee soorten
politie, twee soorten couranten, twee
soorten rantsoenering, twee soorten
stadsbestuur, twee soorten bescher
mers. Het ligt voor de hand, dat men
in het huidige Berlijn niet meer „neu
traal" kan zijn. Men is vóór de Wes
terse geallieerden en dus tegen de
Russen, of vóór de Russen en dus te
gen de Westelijke geallieerden. Dit
heeft tot gevolg, dat wie van de één
ongelijk krijgt, hetzij een politicus of
een misdadiger, bij de andere partij
bescherming zoekt en ook meestal
krijgt. Dit heeft natuurlijk de nodige
relletjes en mensenroof" tengevolge.
Wanneer een door de Russen be
schermde zich te dicht bij de sector
grens waagt, wordt hij door Westelijke
politie gekidnapped en omgekeerd.
Wanneer een Oostelijke politie de
Kans krijgt een Westelijke politie-agent
to arresteren zal hij het niet laten.
Een door alle vier mogendheden ver
oordeelde politicus was in hechtenis
bij de Russen. De blokkade kwam. De
Westerse geallieerden ontdekten, dat
de man toch eigenlijk niet zo kwaad
was. De Russen werden nog véél
waakzamer. Op zekere dag wordt de
man door twee Oostelijke poiitie-agen-
ten gelucht. In de buurt van de sec
torgrens gaat hij er vandoor, de
„grens" over en de Amerikaanse sec
tor in, gevolgd door zijn Oostelijke
bewaking. Enige straten duurt de
achtervolging. Dan werpt de man zich
op de grond, begint luidkeels om hulp
te schreeuwen, vertelt de toestromen
de menigte, dat hij door de Russen
wordt vastgehouden en wordt door de
omstanders prompt bevrijd, terwijl de
twee Oostelijke politie-agenten wor
den gearresteerd. Dit gebeurt zo over
en weer.
Het doet ons soms denken aan Ch:
cago en aan gangsters. Of, erger nog,
aan een stel kwajongens, die elkaar
dwars zitten. De Berlyner voelt, dat
geen van beide zyden beginnen wil. Hy
heeft gelyk. Het blijft bij uitdagingen.
„Wij gaan blindvliegen in de lucht-
corridor," kondigen de Russen aan.
Da s óók toevallig", antwoorden de
Amerikanen, „wij óók. Met gewapen
de jagers." Er gebeurt natuurlijk niets.
Herhaaldelijk verschijnen in de corri
dor Russische vliegtuigen, die de En
gelse of Amerikaanse toestellen tot
op enkele meters naderen. Maar ze
doen niets. De piloot grinnikt eens
en wacht af of de Amerikaan mis
schien wat doen zal. Maar er gebeurt
niets. Tenminstetot nu toe is er
niets gebeurd. Protesten, steeds hevi
ger, steeds onbeleefder, vliegen heen
en weer zonder ook maar het minste
resultaat, ,,'t Is nlettes, 't is welles".
Zo gaan we maar door. En wat op spel
staat zijn een derde wereldoorlog en
millioenen mensenlevens.
De Kuif lost het op.
„Een avontuurlijk journalistenver-
haal", zo noemt de auteur Anton van
der Vet zijn boek „De Kuif lost het
op", dat verscheen bij de C. V. Uitge
verij de Boer Jr. te Amsterdam. En
inderdaad, avonturen beleeft Fred Van
Westreenen, die de bijnaam „De Kuif"
de zijne mag noemen, in overvloed. In
alf hoofdstukken zit hij tezamen met
rechercheur Stijgbeugel een stel
Rembrandtdieven achterna, waarbij hij
erin slaagt het stelletje ongure lieden
te ontmaskeren, wat hem de waarde
ring van hoofdinspecteur Colenbran
der en van zijn hoofdredacteur Waage-
maker bezorgt. Want Fred is journa
list. Weliswaar nog maar aankomend
verslaggever, maar dat werd door zijn
succes gauw verholpen. Van der Vet
heeft in zijn boek de spanning weten
op te voeren tot de ontknoping en daar
hij deze avonturen bedoelde voor de
rijpere jeugd mag dit boek als een aan
winst beschouwd worden voor de
jeugdlitteratuur en met vreugde wor
den begroet. Het rare krantenbedrijf,
waar typografen achter hoge klappe
rende machines zitten en als razenden
op toetsen hameren, zodat regels vol
leden woorden in een haak vallen,
neemt men graag op de koop toe.
Uschi heeft dit frisse boek pakkend
weten te illustreren met suggestieve
zwart-wit-tekeningen.
Korenaar-kalender
Wij ontvingen de eerste scheurkalen
der van 1949: de goed-verzorgde Ko
renaar-kalender van de uitgevers Van
Gorcum en Comp. te Assen. De druk
is uitstekend, het schild eenvoudig,
maar mooi van tekening en kleur.
Nelly Koeman, een Amsterdams
meiske, was tot de ontdekking
gekomen, dat zij 9 jaar werd op
dezelfde dag, waarop Koning
Gustaaf van Zweden 90 werd. Dus
ging er een briefje naar Zweden,
waarin zij dit belangrijke feit ver
meldde en dat als haar hartewens
aangaf een pop met echt haar en
met slaapogen. Eerst kwam er een
bedankbriefje, maar hoe groot was
de verrassing, toen de Zweedse
gezant in eigen persoon bij Nelly
kwam om haar de vurig verlang
de pop te overhandigen, die de
naam van het jongste Zweedse
prinsesje, Margaretha, zal dragen.
Margaretha moet naar bed.