Herr Schreieder wordt purper van kwaadheid
DUEL IN DE ZON
En filmkeuring sluit de ogen!
Noord-Oostpolder
heeft blijvende
gebouwen nodig
Ik was geheim agent in oorlogstijd (XX)
Ik zit vastgeketend aan 'n ijzeren
stoel en mag niet slapen
In het hoofkwartier van
de Gestapo
Een wcpbU/ond ven
kinderen
LIED VAN DE WEEK
Hij komt
Jacarandafeesien in Zuid-Afrika's
hoofdsiad
n
Vijf millioen dollar
n
I Vij
[film
voor
film-ontaarding
ZATERDAG 20 NOVEMBER 1048
SCHREIEDER
....„niet slapen, alleen
maar praten"....
JJIJ IS NAUWEHJS uitgesproken als
de deur met een ruk geopend wordt.
Daar is Herr Krlminal-Direktor!" zegt
Kramer en staat onmiddellijk op Hij
klapt de hakken tegen elkaar en heft
zjjn arm op voor de Nazi-groet. Oe
kleine man, die binenkomt, gevolgd
door vier anderen, neemt niet de moei
te de groet te beantwoorden en kijkt
rond alsof hfl iemand zoekt. Dan
ontdekt hij mij, komt met een zeer
zakelijk gezicht op me af, schuift een
stoel bij en gaat aan het tafeltje voor
mij zitten. Hij heeft mijn portefeuille
en de andere papieren in de hand. De
mannen, die me gevangen genomen
hebben, trekken zich naar het einde
van de kamer terug en de nieuw aan-
gekomenen staan achter en naast Herr
Kriminal-Direktor. Later zal ik weten
„CN U BLIJFT HIER net zo lang zitten tot D wilt praten", zegt de kleine S.D.-er,
die zich Kramer noemt. Hij glimlacht vriendelijk, terwijl hij de handboei
om mfln rechter pols doet en deze aan de onderste sport van het stalen stoeltje
bevestigt, waarop ik heb moeten plaats nemen. Kramer lijkt me meer ontwikkeld
dan de anderen, die er tamelijk stompzinnig uitzien. Hij blijkt ook verreweg de
spraakzaamste te zijn. Gedurende de hele reis van Driebergen naar Den Haag
heeft hij vriendelijk met me zitten babbelen en daarbij begrip getoond voor
mijn ergernis over dit plotselinge einde van mijn werk. Daar zal ik wel over
heen komen, zegt hij. Ik zie er verstandig genoeg uit om de consequenties van
mijn daden te willen aanvaarden. Zo is het leven. En Krieg ist Krieg.
WE REDEN LANGS welbekende we
gen en vooral in Den Haag voelde lk
me bij, het zien van al die vertrouwde
straten en pleinen, tamelijk neerslach
tig. Onzekerheid en spanning zijn de
wreedste vormen van marteling. Maar
door de spanning krijgt men die bij
zondere wilskracht zonder welke men
onherroepelijk ten ondergang gedoemd
la En spanning zal ik nog genoeg te
verwerken krijgen..
Gedurende de eerste twintig minu
ten na mijn aankomst in het hoofd
kwartier der Sicherheitspolizei in Den
Haag spreekt niemand een woord tot
me. Tal van mensen komen kijken,
schudden de mannen, die mij gearres
teerd hebben, de hand, feliciteren hen
mat him succes en luisteren naar het
relaas van mijn ontvluchtingspoging.
Dit zijn de enige rustige twintig minu
ten, die ik in dit gebouw zal hebben.
Als de felicitatie-receptie voorbij is
komt Kramer op me toe en begint een
vriendelijk gesprek met me. Hij biedt
me zelfs één van mijn eigen sigaret
ten aan. Ik stel hem voor er zelf ook
éen te nemen, maar hij geeft de voor
keur aan zijn eigen merk.
„U zult ze later nog nodig hebben",
zegt hij, „mi U heeft er niet al te
veel".
„Alsof ze zullen toestaan, dat ik
rook", snauw ik.
Hij lacht. „U. schjjnt te denken, dat
u in de folterkamers terecht bent ge
komen. Vertelt u me eens, wat denkt
dat we met u gaan doen?"
Ik rook mijn sigaret, die ik met mijn
vrijs hand vasthoud, en geef gèen ant
woord.
Gelooft u werkelijk al die gruwel
verhalen over ons? Die stomme illegale
pers van jullie staat er vol van, maar
dat is en blijft onzin. Zie ik er uit als
of ik u de ogen zou uitsteken en uw
tong zou uittrekken of roodgloeiende
naalden onder uw nagels zou steken?
Nou, vindt u dat?"
Ik moet eerli.jk bekennen, dat dit
niet het geval is. 0
„Nou dan', zegt hij. „U gebruikt ten
minste uw verstand".
„Dat wil zeggen, u ziet er niet naar
uit, maar u bent niet de enige man
van de S. D.".
„Ik ben niet van de S. D." spreekt
hij verontwaardigd. Hij frommelt in
zijn zak en haalt een kleine koperen
penning voor de dag. „Kijk" zegt hij.
Ik bekijk het ding en lees: „Geheime
Staatjpolizei, 536". Om de» één of an
dere reden dringt het niet tot me door
en het maakt geen indruk op me.
„Nooit van gehoord. Waarom blijft u
niet in Duitsland?" vraag ik.
Een ogenblik kijkt hij me hoogst
verwonderd aan. „U moet toch van
on» gehoord hebben. Iedereen spreekt
over de Gestapo".
De schok maakt me misselijk. De
emotie heeft mijn brein zo beneveld,
dat ik in de volledige naam de be
ruchte afkorting niet gezien heb. Herr
Kramer is natuurlijk verheugd over de
uitwerking van zijn woorden en begint
vrolijk analoge namen te verklaren,
zoals Sipo voor Sicherheitspolizei en
Schupo voor Schutspolizei, de gewone
Duitse politie.
„Werkt u hier?" vraag ik scherp om
op het uitgangspunt terug te komen.
„O nee", zegt hij. „Wij voeren slechts
de arestaties uit. U wordt verhoord
door de mensen hier. Werkelijk bui
tengewoon aardige mensen. Laat ik u
dit zeggen, mein Herr, er zal u geen
haar van uw hoofd gekrenkt worden
zolang U hier bent".
„.Zolang ik hier ben?"
„Lieber Gott, wat bent U sarcastisch.
Best, dan zult u het zelf wel zien".
„Daarvan ben ik overtuigd".
„Ik weet wel, dat u het niet zult ge
loven. U bent van streek gebracht door
die vèrhalen in de illegale kranten.
Niemand, die hier voor het eerst bin
nenkomt gelooft dat, maar later zijn
ze allen vol lof. Dat zeggen ze open
lijk".
„Het verwondert me. dat ze nog
konden praten". Ik heb nog steeds
moed en ben niet van plan er doekjes
om te winden. Dom, inderdaad, maar
ik heb nu eenmaal nog geen ervaring.
„U moet niet zo hatelijk zijn, mein
Herr", zegt Kramer stijfjes. „Ik vertel
u. dat alles wat we zullen doen is u
hier op deze stoel te laten tot u ge
sproken heeft. U mag echter niet sla
pen. Slaap is het enige dat u onthou
den zal worden. Voor het rest kunt u
eten en drinken en roken. Alles wat
de heren zullen doen is met u praten
en trachten u tot rede te brengen".
6
dat dit de slimme Joseph Schreieder
is!
„Hoe is uw naam?" zegt hq koel.
„Kranenburg."
„Voornamen?"
„Johan Ferdinand!"
Eén der vier mannen lacht kort en
grimmig. „Zo staat het op zijn P.B.!"
„Ik wil uw ware naam weten!"
,Dat is mijn ware naam!"
„Dus u wilt niet spreken!" zegt
Schreieder nog steeds op koele toon.
Dan zwaait hij met de papieren in mijn
richting wordt rood in het gezicht en
schreeuwt: „U beseft zeker wel, dat
deze papieren voldoende zijn om u op
te hangen, zelfs wanneer u helemaal
niet praat!"
„Misschien wel, maar ze zijn niet van
mij!" Zijn geschreeuw heeft me op de
één of andere onverklaarbare manier
weer op mijn gemak gesteld.
„Niet van u?" zegt hij, een ogenblik
overbluft. „U had ze op zak!"
„Ik bracht ze naar Utrecht om aan
iemand anders te geven. Ik weet zelfs
niet wat er in staat!"
„Genoeg" schreeuwt hij en zijn ge
zicht is nu schrikaanjagend purper.
Dan slaat hij met gebalde vüist op de
tafel. „Ik raad u aan op te houden met
liegen. Dat is de enige manier om
uw huid te redden. Ik yerzeker u, dat
ik, als u mij alles vertelt, maar dan
ook volledig èlles, mijn best voor u zal
doen en zal zien, wat ik u besparen
kan".
„Ik kan niet meer dan d* waraheid
zeggen", antwoord ik.
„Dan is het goed!" Hij kalmeert on
middellijk. Het is de eerste maal, dat
ik bemerk, dat al die woede slechts
komedie is. „Ik moet u dan het vol
gende zeggen. U zult niet aangeraakt
worden en u zal geen leed geschieden.
Dat is tegen onze etiquette en tegen
onze eer. Maar u zult moeten spreken.
Dat hebben ze allemaal gedaan en we
hebben hier mensen van groter for
maat dan u gehad. U zult uw eten en
drinken krijgen, doch geen slaap. U
blijft op deze stoel zitten tot we de
hele waarheid uit u gekregen hebben!
Verstanden? En voor het geval u denkt,
oat u het wel kunt volhouden. Zeg ik
u, dat het record 120 uur is en op naam
staat van een leider van de onder
grondse pers. Wanneer u een poging
wilt wagen om een nieuw record te
vestigen, dan laat ons dat koud! Ik
geef u nu over aan deze heren. Auf
Wiedersehen, HerrKranenburg!"
Zijn superieur lachje bij deze laatste
woorden geeft me een gevoel of mijn
maag in mijn lichaam omgedraaid
wordt en ik vraag me af wat het vol
gende bedrijf zal brengen.
Ae hinderen uit alle
Widen elkaar als
vrienden teren kennen ea waar
deren, dan Is aller toekomst ver
zekerd. De bekende kinderschrijf
ster LIDOW laat In de LANDEN-
SERIE onze Nederlandse kin
deren bon verre vriendjes en
vrlendfonedjes ontmoeten. De
eerste mooi trttgevoerde en ver
zorgde deeltjes heten KARIN en
PABLO en brengen op boeiende
wijze ome ktnders tot de jengd
In Zweden en Spanje.
Uw bo rit handelaar toont ze B
Zo ts £et mensdom weer gekomen
In de sfeer van Sinterklaas
En staat alles in het teken
Van de taai en speculaas.
Vrijwel alle zakenlieden
Hebben zich reeds ingesteld
Op dei dag van vijf December,
Die zich binnenkort weer meldt.
Zo bracht u de krant deez' dagen
De „Attractie van de week",
Die vast een succes moet worden,
Naar mij dadelijk reeds bleek.
Allerhande mensen zag men
Langs de vele winkels gaan
En het daar geëtaleerde
Met veel aandacht gadeslaan.
Wat er daarna thuis gebeurde,
En ook nog gebeuren zdl
Dat kan ik u wel voorspellen:
Rijmen, rijmen zonder tal
Ieder die maar iets kan rijmen,
Tracht, volgens het alfabeth,
't Juiste rijmwoord te ontdekken.
Zó bijvoorbeeld: Bet - Jet - Ket.
Wie er slag van heeft, en zin heeft,
Maakt een slagzin, zoekt het dddr.
Moog'lijk slaat hij er een slag
naar.
Hoofdzaak is: hij slddgt,
nietwaar?
Wie geen slag zin in een slagzin,
Nooh in rijmen heeft helaas.
Die mist echt een stukje vreugde
Dat zo hóórt bij Sinterklaas.
Maar de lezers die wél mee doen,
Wens ik zonder onderscheid,
Veel plezier en veel succes toe
In deez' rijm- en slagzinstrijd.
JABSON
(Correspondentie uit Pretoria).
PAARS IS DE KLEUR van dit bloe-
mensprookje, dat eik jaar om deze
t(jd duizenden en nog eens duizenden
van heinde en verre naar de eerste
stad in Zuid-Afrika lokt. De Jacaran-
dabomen groeien in elke straat en in
elke laan, zoals in Holland de popu
lieren langs de wegen staan, in strak
ke rechte rijen en het is ongelooflijk
zo snel als ze bloemen gaan dragen.
In een week is heel Pretoria in een
paarse gloed, zo ver het oog reikt
De huizen lijken nauwelijks meer
zichtbaar en gaan schuil achter de
Jacaranda's. Niet alleen de bomen,
maar ook de straten en tuinen zijn
bedekt met afgevallen bloemen, zo
dat er als het ware een paarse laag
over de grond ligt. 's Avonds na het
donker worden, kan men ook nog ge
nieten, want dan worden op diverse
plaatsen in de stad de grootste en
mooiste bomen beschenen door flood
light.
Pretoria viert het feest van de len
te, want wanneer de bomen op hun
mooist zijn, maakt de hoofdstad zich
gereed en grijpt dankbaar de gelegen
heid aan om de bloemetjes eens bui
ten te zetten. Maanden tevoren treft
men reeds voorbereidingen voor deze
feestelijkheden, die slechts in nog één
plaats ter wereld worden gehouden,
n.l. in Grafton, Australië'a Jacaranda-
stad. Er zijn natuurlijk diverse wed
strijden, o.a. een wedstrijd om de
mooiste tuin van Pretoria. Maar het
hoogtepunt vormt wel het kiezen van
de Jacarandakoningin met haar acht
prinsessen. Vele fabrieken, zaken en
instellingen vaardigen de mooisten
van hun vrouwelijk personeel naar
deze verkiezing af; men kan ook per
soonlijk deelnemen. Een tijdje vóór de
aanvang van de feestweek worden
dan de koningin en de prinsessen ge
kozen door een comité, waarin de
meest vooraanstaande burgers zitting
hebben. Iedere Pretoriaan is die dag
uit zijn doen en ziet met spanning
uit naar de krant, die het grote
nieuws het eerst bekend maakt met
foto's en levensbeschrijvingen van de
gekozenen. De koningin woont alle
feestelijkheden bij en krijgt een geld
bedrag om zich de nodige garderobe
aan te schaffen. Vaak bieden ook za
ken en firma's hun diensten hiervoor
aan uit reclame-oorgpunt. Een tweede
hoogtepunt wordt gevormd door de
feestelijke, sprookjesachtige en kilo
meterslange optocht dwars door de
stad, bestaande uit paars versierde
karren en auto's met als middelpunt
JUIST DERTIG JAAR geleden op
2 November 1918 werd er bij
Koninklijk Besluit een staatscommis
sie ingesteld, die tot taak had te on
derzoeken, welke maatregelen van
overheidswege behoren te worden ge
nomen om het zedelijk en maatschap
pelijk gevaar te bestrijden, dat aan
bioscoopvoorstellingen verbonden is.
Het rapport van deze commissie vormt
de achtergrond van de Bioscoopwet,
die na herhaalde behandeling in de
Kamers op 14 Mei 1946 eindelijk
haar beslag kreeg.
Dit meer dan 25 jaar oude rapport
is nog steeds actueel. „In het bio
scoopbedrijf zo verklaart het
staat niet de aesthetische idee, doch
het amusement op de voorgrond; de
aantrekkingskracht zijner theaters
schuilt in een veelbiedend, sterk geva
rieerd programma, dat zonder van de
toeschouwers veel inspanning te eisen,
hen niettemin enige uren in gespannen
aandacht houdt. Dat onder deze om
standigheden meer dan wenselijk is
aan de sensatiezucht van het publiek
wordt geofferd is niet te verwonderen.
Reeds in de affiches wordt er naar ge
streefd door sensationele beelden het
publiek te lokken en in menige bio
scoop is de „prikkelfilm" een schijn
baar onmisbaar element in de verto
ning. Moord en doodslag, huwelijks
ontrouw en min-morele verhoudingen
zijn het geliefkoosde stramien, waar
op in tal van films wordt geborduurd:
het pikante, het gedurfde trekt be
zoekers, en de filmfabrikanten, die de
smaak van het publiek kennen, we
ten met die kennis terdege hun voor
deel te doen. De betrekkelijk lage
entréegplden brengen de bioscoop bin
nen het bereik van de grote massa en
werken mede tot verscherping van het
kwaad".
ANDERHALVE TON BOETE
VOOR N. V. GEBRS. GERZON's
1 MODEMAGAZIJNEN.
De economische politierechter te
AIhsterdam, mr. fa. H. Plug veroor
deelde de N. V. Gebrs. Gerzon's mode
magazijnen tot een boete van f 150.000.
De officier van justitie had f 250.000
boete geëist. De N. V. stond terecht
terzake het verkopen van textiel zon
der punten gedurende de jaren 1945,
1946 en 1947.
r\EZE WOORDEN van een kwart
eeuw geleden konden geschreven
zijn naar aanleiding van de vorig jaar
gereed gekomen film „Duel in the
sun" („Duel in de zon"), die alles wat
we o het gebied van de Western, de
Wild-West-film, gewend zijn, wil over
treffen en daarin, tot op zekére hoogte
en dan in slechte zin, zeker geslaagd
is. De Western hoeft niet perse ver
werpelijk te zijn; er zijn voorbeelden
te over van goede en zeker aanvaard
bare films in dit genre. In oorsprong
had de Western het ruige, primitieve
leven van dè uitgestrekte en nog wei
nig bevolkte gebieden in midden - en
West-Amerika slechts tot achtergrond
en was een verfilming van een aan de
geschiedenis ontleend verhaal tegen
deze achtergrond de hoofdzaak. De
kern van de Western was zo aanvan
kelijk de strijd tegen de natuur en de
elementen, en de overwinning van het
groepsbelang op de lagere instincten
van de enkeling. Het verhaal speelde
zich dan af in de kleurige, woelige en
vol spanning geladen omgeving van
het „Wilde Westen".
In de loop der jaren echter werd in
de Western de nadruk steeds meer
op de wildheid en primitiviteit van
het leven gelegd. De sterk bewogen
handeling vol achtervolgingen en ge
vechten kreeg steeds rauwere span
ningen. Het bioscoopdoek werd grauw
van de kruitdamp en iedere tien me
ter film zorgde voor een nieuw lijk.
Deze ontaarding van de Western be
reikte zonder enige twijfel een diepte
punt met „Duel in de zon". En niet
omdat er in deze film meer geschoten
en gemoord wordt dan in andere films
van dit genre, maar eigenlijk uitslui
tend doordat in „Duel in de zon" kleu
ren toegepast werden.
„DUEL IN DE ZON" moest een
„super-Western worden. Niet al
leen de hoofdrollen, maar ook de mees
te bijrolletjes werden door „sterren"
bezet. Ruim zesduizend figuranten
verschijnen in de loop van deze twee
uur lange film op het doek met hon
derden paarden en duizenden runde
ren. Technicolor geeft het geheel een
schrille gloed en de film kostte meer
dan welke andere film ooit gekost
heeft: vijf millioen dollar! Het ver
haaltje is vervelend van cliché-achtig-
heid: een wulps, hysterisch meisje,
dat vele mannen aantrekt en weer af
stoot om een man, die haar liefde ba
gatelliseert, tot jalousie te prikkelen.
Een tyrannieke grootgrondbezitter
met een zachte, in stilte lijdende
vrouw, een verdorven, maar beminde
en een goede, maar niet gewaar
deerde zoon. Het verhaal krijgt zijn
hoogtepufft wanneer aan het slot het
meisje van een hinderlaag uit de ver
dorven zoon, die zij denkt te haten,
omdat hij haar diepe gevoelens niet
beantwoordt, neerschiet. Hij is een
revolverheid natuurlijk en raakt haar
ook dodelijk. Dan in het stervens
uur krijgt de liefde de overhand;
het meisje rol en kruipt, zwaar bloe
dend, een helling af en komt dan nog
juist op tijd samen met de bekeerde
minnaar in een door bloed gesmoorde
kus te sterven. En dit „gelukkige
einde" schildert de technicolor ons in
een weerzinwekkende orgie van kleu
ren: bloed, bloed, bloed, zo rood als
het maar zijn kan
de 1001-nacht aandoende koningin,
zittend op een bloementapijt en om
ringd door haar prinsessen. En dan is
er het grootste bal van het jaar,
waarvoor de entrée alleen al ƒ21.
kost, maar de kaartjes zijn maanden
van te voren al uitverkocht; een
enorme belangstelling dus.
De kroning.
Door de zware regens van deze
week moet van het kronen in het sta
dion worden afgezien en deze wordt
nu gehouden in de ruime zalen van
het stadhuis, waar honderden mensen
samendrommen om van dit unieke
schouwspel getuige te zijn. De zalen
zjjn geheel versierd met Jacaranda's
en andere prachtige Zd.-Afrikaanse
bloemen. De herauten blazen op hun
trompetten en daarna kan men een
speld horen vallen. De nieuwe Jaca
randakoningin betreedt statig de zoal;
zü is geheel met de paarse bloemen
getooid. Meisjes strooien handenvol
bloemen op haar pad. Achter haar
lopen de prinsessen, dan volgt de ko
ningin van het afgelopen jaar. Deze
laatste met de kroon op het hoofd en
een hermelijnen mantel om haar
schouders. De kijkenden juichen. Hunne
hoogheden nemen plaats op het po
dium, de volksliederen worden ge
speeld en er volgen toespraken en
feestredes. Dan komt het grote mo
ment: de burgemeesteres van Pretoria
ontkroont plechtig de oude koningin
en plaatst de kroon op het hoofd van
de nieuwe, neemt de hermelijnen man
tel van haar schouders en hangt deze
om de stralende koningin voor 1948.
Daarna neemt de ontkroonde afscheid
van haar „onderdanen" in beide offi
ciële landstalen en de zo juist ge
kroonde spreekt de hoop uit, dat haar
„onderdanen" haar het toekomstige
jaar trouw zullen dienen. Voor één
heel jaar zal zij als Jacarandflkonin-
gin regeren over Pretoria.
Feestelijke Intocht.
Op een stralende warme dag onder
een strakke blauwe hemel houdt zij
haar feestelijke intocht in de hoofd
stad. De motorpolitie voorop om ruim
baan te maken en dan volgt de ko
ningin op een grote wagen, gezeten
onder een enorme ivoren oesterschelp,
om haar te beschermen tegen de bran
dende zon en bedolven onder een schat
van bloemen. Iets lager op dezelfde
wagen zitten onder kleinere oester
schelpen haar acht prinsessen, vrien
delijk en minzaam wuivend naar de
menigte in de volgepakte straten.
Dan komt er nog een lange rij ver
sierde bloemenwagens met diverse
voorstellingen. Zes militairs orkesten,
waaronder doedelzakblazeS, luisteren
de uittocht met muziek op.
Het is een inkomste in Pretoria, een
Jacarandakoningin waardig.
De hoofdrollen: Jennifer Jones en Gregory Peck.
Y^ANNEER de kleuren achterwege ge
bleven waren, zou „Duel in de
zon" er nog juist mee door gekund
hebben en zonder dit walgelijke slot
had ze een voor dit ongezonde genre
nog tamelijk aanvaardbare film kun
nen zijn, rauw en cynisch weliswaar
en van een ziekelijk perverse menta
liteit, maar men had dan althans
meer waardering kunnen hebben voor
de technische volmaaktheid van dit
Hollywoodse product. Regisseur King
Vidor gaf hier inderdaad blijk zijn vak
kranig te verstaan. Het beweeglijke
camera-werk, dat in de buitenopnamen
prachtig de ruimte weet te suggere
ren en de dikwijls voortreffelijke
groepsregie, die de beelden vol gewoel
van mensen en vee een kleurig leven
schonk, zijn inderdaad van een kwa
liteit, die de betiteling „super-produc
tie" rechtvaardigen. De vertolking
der hoofdrollen door Gregory Peck, als
de verdorven-, en Joseph Cotton, als
de goede zoon, en Jennifer Jones (die
eertijds de devote hoofdrol speelde in
„Het lied van Bernadette", hier als
de hysterische heldin) is goed ver
zorgd, maar blijft oppervlakkig als de
rollen zelf. De zorgvuldige aandacht,
die aan elk détail besteed werd om
„Duel in de zon" tot een grootsere
film te maken, dan men ooit te zien
kreeg, verhinderde echter niet, dat
men het belangrijkste over het hoofd
zag: de morele aanvaardbaarheid.
„Duel in de zon" werd niet zo maar
een groots opgezette en verder onbe
langrijke Kitsch-film, maar kreeg
door het perverse accent, dat de kleu
ren hier legden op de reeds ongezonde
ontwikkeling van het Western-verhaal
een volkomen zedenbedervend karak
ter.
£)AT DE PRODUCENTEN menen
aan de bioscoopbezoeker alles te
kunnen voorzetten, is erg; dat een
Nederlandse filmkeuring van geen
andere opvatting blijk geeft en deze
super-weerzinwekkendheid, die zij
toch dient te bestrijden, niet weert,
maar in benepen zedenmeesterij enkel
de normen van goede orde en geen-
centimeter-te-veel-naakt krampachtig
in het oog houdt zonder op de onte
genzeggelijk belangrijkere geestelijke
en morele achtergrond van vorm en
inhoud te letten, is veel erger. Dat
„Duel in de zon" door de Centrale
Commissie voor de Filmkeuring voor
vertoning in Nederland werd vrijgege
ven, getuigt van een verwerpelijke
geestelijke instelling, die de gedachte
van de Bioscoopwet miskent. Over
nut en recht van overheidsbemoeiing
met filvmertoning kan men van me
ning verschillen, maar wanneer door
de vborkeur van de volksvertegen
woordiging een filmkeuring in het le
ven werd geroepen, heeft de bioscoop
bezoeker er ook recht op, dat deze
filmkeuring haar taak niet alleen naar
de ietter, maar vooral naar de geest
der wet uitvoert en hem tegen gees
telijk vuil beschermt. En wanneer een
film tekort schiet in menseltjk res
pect en hierop ter wille van het
amusement! ook nog eens extra
grof de nadruk gaat leggen, zoals
„Duel in de zon" tot walgense toe doet,
is er inderdaad sprake van geestelijk
vuil ,dat geboycot dient te worden.
CLOSE-UP.
De Noord-Oost-Poldercommissie van
de Stichting voor de Landbouw heeft
zich opnieuw bezig gehouden met het
vraagstuk van de boerderijenbouw in
ae nieuwe polder. Gezien de ervarin
gen van het afgelopen jaar kwam zij
tot de conclusie, dat men bij de vol
gende uitgifte niet meer moet over
gaan tot het stichten van proviso
rische gebouwen. Het kan echter niet
anders of de bedrijven, die thans over
zulke provisorische gebouwen beschik
ken, zullen zich nog enige tijd hier
mee tevreden moeten stellen. De
eerstvolgende blijvende gebouwen
zullen zoveel mogelijk op de nieuw uit
te geven kavels geplaatst moeten wor
den.
Deze commissie meende voorts, dat
er in principe geen bezwaar tegen be
staat, indien een bescheiden gedeelte
van het nieuwe land gebruikt wordt
voor de sanering van de bedrijven op
het oude land. Het randgebied van
Overijsel bijvoorbeeld heeft voor drie
jaar grond kunnen pachten in de rand
van de polder. In een gebied als Vol-
lenhove pachtte men vroeger gras in
Blokzijl. Deze grond is inmiddels uit
gegeven aan de boeren in laatstge
noemd dorp, zodat de boeren in Vol-
lenhove vrij grote bedrijfsgebouwen
hebben, doch naar verhouding te wei
nig land. Met het pachten van gras
land in de polder kunnen deze boe
ren nu weer tot de normale bedrijfs
voering terugkomen. Het behoeft geen
.betoog, dat dit de welvaart van de
streek zeer ten goede komt. Er is kans.
dat na drie jaar de pacht verlengd
zal worden, maar de boeren in Vol-
lenhove blijft steeds de dreiging boven
het hoofd hangen, dat men inderdaad
eens opgezegd zal worden en dan val
len zij weer terug in de oude toestand.
Men acht het wenselijk, dat de tij
delijke toestand in dit randgebied in
een blijvende wordt omgezet. Alvorens
echter concrete beslissingen te nemen,
acht men het gewenst een onderzoek
in het oude land te doen instellen,
hetgeen wellicht het beste zou kunnen
geschieden bijvoorbeeld door de Di
rectie van de N O Polder in samen
werking met de Rijkslandbouwconsu-
lent en de Consulent voor Grond- en
Pachtzaken.
DODELIJK ONGELUK
Donderdagmiddag is op het kruispunt
ElandsgrachtMarnixstraat te Amster
dam een circa 18 jaar oude hulpbestel
ler bij de PTT door een legertruck met
aanhangwagen overreden. De man wr-
op slag dood.