Het huisgezin van Sinterklaas
Niedorps jubilerende toneelvereniging
„Cicero" volop in de bloemen
en roep
de
Ik wek de slapenden
levenden
Uitstekend geslaagde feestavond
BENZINE SPAREN
DEVIEZEN GAREN
Het werk der Volks
hogescholen
Een leerzaam epos voor
vaders en moeders
J
Toen de voorzitter van de toneelvereniging „Cicero", de heer J. Gerver, de
genodigden en de donateurs die Zaterdagavond de zaal van de „Prins Maurits"
geheel vulden een hartelijk welkom toeriep, heerste er reeds een feestelijke
stemming.
Geen wonder we vermeldden het al eerder in dit blad Cicero herdacht
zijn 85-jarig bestaan.
De voorgeschiedenis.
85 Jaar is een lange tijd en het was
dan ook jammer dat er, naar voorzit
ter Gerver meedeelde, zoveel notities
van vroeger weggeraakt zijn.
De vermoedelijke oprichter zal waar
schijnlijk de vader van Dr. Pool ge
weest zijn, doch verder is vanaf het
jaar van de oprichting 1863 tot 1878
niets bekend. De eerste aantekeningen
gebonden zit, binnenkomt en een brief
kaart, abusievelijk aan zijn adres be
zorgd, voor Tonny overreikt. Deze
kaart bevat de mededeling dat de uit
geverij Goudsblom een roman van hem
zal uitgeven. De vreugde is groot, te
meer daar Tonny het nieuwe idee
krijgt een toneelspel te gaan schrijven
getiteld: „Toontje in de knoop".
Het was een klucht die er zijn mocht
zijn van de heer Schild, de toenmali- en die dan ook in een heel vlot tempo
/~iiegiVivaolit woril
ge secretaris van Cicero, en zij getui
gen van veel wel en wee, van de ups
en downs die ook Cicero gekend heeft.
Omstreeks 1900 was het een gezellige
tijd voor de Cicero-leden. Men kwam
2x in de week bij elkaar om te repe
teren. Na afloop van die repetities wer
den dan de nieuwe walsen genoegelijk
ingestudeerd en de klok wees vaak na
middernacht voor men huiswaarts keer
de...,
Eén der oudste leden die er nog van
mee kan praten is het ere-lid, de heer
Brouwer. Fijne herinneringen heeft de
oude garde ook aan de jaarlijkse toch
ten naar Bergen.
Daarna is Cicero een tijdje ingedut
om in 1939 weer verjongd voor het
voetlicht te treden.
Spr. wees vervolgens op de moeilijk
heden voor de plattelandsverenigingen,
maar toch ook op de mogelijkheden die
in een goede vereniging met jonge le
den kunnen schuilen.
Dat Cicero zich terecht de bruide
gom voelde bleek wel uit het mooie
geschenk van de ere-leden het echt
paar van Gelder een pracht gong,
waarmee voortaan iedere opvoering
ingeluid zal worden.
TOONTJE IN DE KNOOP.
De gong luidde, het voetlicht ging
aan. het doek ging op en we werden
verplaatst in de perikelen van Toontje.
Tonny Verhulst (J. Koster) en zijn
jonge vrouw Wies (mej. T. Vrede) zijn
in pension bij juffrouw Bartels (mej.
C. Rootjes).
De hele klucht speelt zich af in de
conversatiekamer van de pensionhoud
ster. Een ieder loopt daar uit en in en
ook dit brengt zijn verwikkelingen
mee.
We treffen Tonny thuis. Hij heeft
zich bij de bank waar hij werkt ziek
gemeld daar hij zijns inziens 'n
prachtig idee heeft voor een nieuwe
roman. Hij wordt daarin dapper ge
steund door Wies, maar niet door zijn
schoonmama, die hem bij de sollicita
tie naar zijn betrekking gesteund heeft.
Nu heeft Tonny ook nog een oom
die zijn neef iedere maand een chèque
stuurt, daar hij denkt dat Tonny nog
vrijgezel is.
Zo kunnen Tonny en Wies ondanks
vele schulden, die zij door de uitgave
van een roman hopen in te lopen er
nog net zo'n beetje komen.
Dan komt er echter onverwacht be
zoek in de vorm van Oom Daantje, de
gulle schenker van de cheque's.
Goede raad is duur! Tonny is ge
trouwd wat nu?. Inderhaast zetten
Tonny en zijn vriend Wim de Bont
(J, Leguit) een comedie in elkaar om
de financiële inkomsten van het echt
paar te redden. Allen moeten meewer
ken. De pensionhoudster. omdat zij
nog f 300 krijgt, houdt eveneens haar
mond.
Een loodgieter, Kees van Dam, (J.
Besoo), die toevallig in huis een was
tafel gerepareerd heeft, wordt eveneens
in het complot betrokken en moet voor
de echtgenoot van Wies spelen, waar
voor hij f 100 zal ontvangen. Wies die
met haar vriendin Greetje (mej. R.
Blaauw) die tevens de verloofde is
van Wim, aan 't winkelen is geweest,
wordt bij haar thuiskomst voor een
fait-accompli gesteld.
Tot grote ontsteltenis van de jonge
lui blijft Oom Daantje (J. Gerver) die
kapitein was, voortaan aan de vaste
wal en krijgt door de medewerking
van Juffrouw Bartels een kamer in 't
zelfde pension.
Zo kan het gebeuren dat er buiten
gewoon moeilijke verwikkelingen in de
liefdesverhoudingen komen, temeer
daar Oom Daantje, die 't nodig vindt
dat Tonny eens in 't huwelijksbootje
zal stappen, zélf een aanstaand vrouw
tje voor hem meebrengt. Die Trieneke
(mej. J. Appel) echter wijzigt later
haar koers en wil Wim trouwen. Wim
zijn meisje wil daarop de verloving
verbreken.
Een onwelkome gast is de heer van
der Zande van Duinen (J. Fijnheer), de
directeur van de bank waar Tonny
werkt. Even onwelkom is meneer Blom
(Jn. Boon), een andere pensiongast,
die op ongelegen momenten de con
versatiekamer binnenstapt en er
voor dat hij uitgesproken is weer
wordt uitgegooid.
De slaperij brengt averij
Oom Daantje, in een lage stoel in de
conversatiekamer ziet allerlei schim
men door de kamer sluipen, o.a. Toon
tje die naar Wies toe wil; Kees de
loodgieter, die naar zijn vrouw Ans
(mej. M. v. d. Kommer) wil gaan
Ans daarentegen komt kijken wat Kees
uitvoertDe toestand wordt hoe
langer hoe maller en Tonny raakt hoe
langer hoe meer in de knoop. Maar
wanneer de nood het hoogst is, is de
redding nabij. Dit blijkt ook aan het
einde van het derde bedrijf.
Oom Daantje. die rich inmiddels ver
loofd heeft met Rita Zeegers (mej. T.
v. d. Hagen) de schoonmama van Ton
ny. vertelt, nadat Tonny vastgelopen
is en alles opbiecht, dat hij bij zijn
aankomst geïnformeerd heeft .en daar
om alles al wist. Hij en Trieneke had
den zich dan ook zeer geamuseerd met
de gang van zaken. Deze bekentenis is
genoeg om Greetje weer naar Wim te
brengen. Zo komt dan alles weer goed,
temeer wanneer nogmaals meneer
Blom met z'n stoel, waaraan hij vast-
gebracht werd.
De inhoud is goed beschouwd nihil
de humor kwam echter zeer naar
voren. We kunnen alle spelers in één
woord complimenteren. Zwakke punten
waren er niet, de rolkennis was uit
stekend. een Cicero waardig.
Het décor was goed, de verlichting
was eveneens in orde. Oe grime van
de heer Th. Paardekooper was ook goed;
opvallend was dat de hoofdpersonen,
in 't bijzonder Oom Daantje, slechts
heel licht gegrimeerd waren. Dit werd
echter geheel opgeheven door de uit
muntende mimiek.
De regisseur, de heer Jo van Vliet,
heeft uit zijn spelersmateriaal gehaald
wat er in zat en een woord van lof
voor zijn regie is zeker op z'n plaats.
Een zeer geslaagd jubileumstuk,
waarvan zeer genoten is, getuige het
daverende, lang aanhoudende applaus.
De verloting.
De lootjes waren in de pauze vlot
verkocht en de welkome prijzen, w.o.
mooie taarten, hadden vlug hun be-
stmming gevonden.
Receptie.
Het jubilerend bestuur, de heren J.
Gerver en Jb. Koster en de dames T.
v. d. Haagen, C. Rootjes en T. Vrede,
had inmiddels plaats genomen op het
toneel en reeds werden door vele
hulpvaardigen talrijke bloemstukken
naar voren gedragen.
Een lange rij sprekers en vele ge
lukwensen.
Als eerste feliciteerde Burgemeester
Baken het jubilerend bestuur. Spr.
dankte het bestuur voor de uitnodiging
temeer omdat er niet een directe band
tussen gemeente en Cicero was. Een in
directe band bleek er wel te zijn, daar
Cicero als culturele vereniging vrijge
steld was van vermakelijkheidsbelas
ting. Met een geestige speech bood
de burgemeester namens het Gemeen
tebestuur een enveloppe met inhoud
aan.
Vervolgens sprak het ere-lid Brou
wer zijn geliefde vereniging die hij
jarenlang als penningmeester en op 't
laatst ook als voorzitter gediend had
toe.
Spr. haalde herinneringen op van de
eerste uitvoeringen, vertelde van zijn
eerste en van zijn laatste rol en hoopte
dat het hem gegeven 20U zijn ook
over 15 jaar met het eeuwfeest
zijn gelukwensen te mogen aanbieden.
Een mooie ruiker chrysanten bood
spreker, mede namens zijn vrouw, aan.
De heer H. Vrede had de gelukwen
sen van „IJs- en Volksvermaak" op
rijm gezet, hetgeen bij allen zeer in de
smaak viel. Het gedicht ging vergezeld
van een enveloppe.
Namens Winkel's Toneelclub boden
de heer K. Leguit en mej. T. Amels
hun gelukwensen en een bloemenmand
aan.
Voor de afd. Plattelandsvrouwen
sprak mevr. Brouwer-Koster en bood
bloemen aan.
De Ned. Herv. Weesadministratie en
de Boerleenbank werd resp. met bloe
men en een fruitmand vertegenwoordigd
door de heer Jb. Kooij.
De heer Stapel sprak voor de Bond
van Toneeldilettanten en maakte 'voor
Cicero een uitzondreing door deze op
haar avond te feliciteren en te compli
menteren met haar kostelijke klucht en
het tempo waarin deze opgevoerd
werd. De heer v. d. Vliet ontliep hier
bij zijn pluim niet.
Namens het Kerkkoor sprak de
heer Ards en bood bloemen aan.
De heer Zwagerman, secr. Tuinbouw-
vereniging, feliciteerde met 'n bloem
stuk en bracht de waardering voor de
plattelandsvereniging naar voren. Het
stuk zullen we niet over praten. De
vertoning was subliem, aldus spr.
Namens de Toneelvereniging Molièrd"
van Oude Niedorp, bood S. v. d. Haa
gen een bouquet aan.
De heer Burger uit de Moerbeek
sprak namens 't Nut van 't Algemeen
van Moerbeek en bood een grote bloe
menmand aan..
De Holl. Mij. van Landbouw was
vertegenwoordigd in de persoon van
de heer J. Lont. Hoewel vroeger ge
heel agrarisch, gaat ook de Mij. cul
tureel samenwerken. Spr. liet een
oogje vallen op Cicero.
De heer Oepkes noemde zichzelf de
CCD (Coöp. Complimenteer Dienst) en
sprak namens het Nut van Nieuwe
Niedorp, waarbij Cicero nog maar een
baby is, want het Nut is al 105 jaar.
Vervolgens feliciteerde spr. namens
Volksonderwijs, voetbal- en handbal
verenigingen, NVHV (niet voor het
voetlicht), brandweer, fanfacecorps,
Niedorps Gemengd koor, toneelvereni
ging Langereis Rijvereniging, Niedorps
Amusementsorkest, Gymnastiekvereni
ging en het Witte Kruis, Instituut voor
Arb. ontwikkeling en de Sociëteit. Een
keur van bloemstukken werden daar
na nog aangedragen, terwijl muziek
en publiek het „Lang zullen ze leven"
Inzetten.
De voorznter dankte.
Het was voor voorzitter Gerver, naar
hij zelf zei, moeilijk de rechte woor
den te vinden. Dit jubileum is niet
opgezet om te hebben, aldus voorzitter
maar wel om propaganda te maken
voor de jongeren. Wij zijn er echter
trots op dat Cicero zo in de harten der
verenigingen en in het hart van Nie
dorps burgerij leeft. De regisseur, de
heer Jo van Vliet wordt daarna voor
het front geroepen en wordt door de
voorzitter hartelijk bedankt voor zijn
spontane hulp, daar Cicero half Sep
tember onverwacht zonder regisseur zat.
Vervolgens wordt aan het echtpaar
Molenaar van de Prins Maurits dank
gebracht voor hun kolossale bloemen
mand. Ook bestuur en leden krijgen
een woord van dank voor hun trouw
op de repetitie-avonden.
Na het voorlezen van enige schrifte
lijke gelukwensen en de mededling
dat mej. J. Appel, die als gast mee
speelde,' na 12 uur lid van Cicero zal
zijn werd deze receptie met een slag
op de gong besloten.
Hgt verdere gedeelte van de avond
stond onder de bekwame leiding van
de Rhytme Boys en men behoeft er
niet aan te twijfelen of de feestelijke
stemming werd nog opgevoerd.
Voor het bestuur en de leden van
Cicero was het een onvergetelijke
avond, die voor de volgende jubilea
Wel uitvoerig in de annalen zal wor
den vermeld.
Aardappelmeel in 't brood
met ingang van heden
Het mihisterie van landbouw, visse
rij en voedselvoorziening meldt:
„Het Marshall-plan verschaft ons
land niet alleen de dollars, nodig voor
onze graanimporten, doch legt Neder
land in verband met het tijdelijke ka
rakter van de in een overgangstijdver-
leende hulp tevens de plicht op zeer
zuinig met de dollars om te gaan en
waar mogelijk door gebruik van pro
ducten van eigen bodem op de dollar
uitgaven te bezuinigen.
Een mogelijkheid tot'beperking van
graanimport biedt het aardappelmeel,
dat tengevolge van de gunstige aard
appeloogst van dit jaar voorhanden
is.
Met ingang van 22 November mengen
maalderijen en hoogmolens 10 pet.
aardappelmeel bij in de broodbloem,
zowel voor het normale als voor het
wittebrood. Met het oog op de voor
raden bloem van oude samenstelling
zullen nog enkele weken verlopen,
voordat brood van bloem van de nieu
we samenstelling wordt gebakken".
Op 17 November 1939 vielen in Tsjecho-Slowakije de eerste studenten bij
hun verzet tegen de Duitse bezetters: het begin van de onderdrukking en
knechting van de Europese studentengemeenschap, doch tevens het begin
van het studentenverzet. De datum is overal elders na de oorlog gekozen
als herdenkingsdag voor de gevallen studenten, alleen Nederland herdacht
deze verzetsslachtoffers tot dusver op 4 Mei. De Nederlandse studenten-
gemeenschap heeft thans voor de eerste maal de „International Student
Day" herdacht met 'n bijeenkomst in 't Grootauditorium der Leidse Uni
versiteit. Dit betekende ook 't officiële begin van de werkzaamheden van de
World Student Relief. Tijdens de toespraak van de president van de Neder
landse Studentenraad, de heer J. Drijver.
De Volkshogeschool te Bergen werkt
nu gedurende drie jaar en in die tijd
is het aantal cursisten met sprongen
vooruit gegaan. Resp. in dc jaren 1945,
1946 en 1947 bedroeg het aantal in
schrijvingen uit het gehele land 400,
2000 en 3300 en thans, in 1948 is dat
laatste cijfer alweer verre overtroffen.
De Bergense Volkshogeschool is een
voortzetting van die, welke reeds lan
ge jaren in Bakkeveen werkte. De
school Allardsoog werd opgericht in
(Alleen voor lezers boven 18 jaar)
CR HEBBEN VEEL SINTERKLAZEN over de daken gereden sinds hun aller
stamvader zeventienhonderd jaar geleden zijn taak als kindervriend aanving.
En van ieder hunner zijn tal van verhalen verteld, maar geloofwaardig is alleen
de legende van de Heilige van Myra. Deze zat op een mooie Sinterklaasdag in zijn
bisschoppelijk paleis te ontbijten. Maar 't smaakte hem niet, want hij had slecht
geslapen en voelde zich bedroefd. Het was binnen in hem even hol en ledig als
in dit grote gebouw, waarin zich behalve de bisschop geen schepsel bevond. Wel
stonden de vele vertrekken ieder vol opgeslagen lekkers en speelgoed, maar e
mensen ontbraken, die het aan de kinderen konden uitdelen. En bovendien. Sin
terklaas zélf was in staking gegaan. Hij was bedroefd, nog niet zozeer om de een
zaamheid als wel omdat hij besefte, dat deze zijn eigen schuld was. Jaar op jaar
had hij de kinderen van Myra verwend, en uit deze verwende kinderen was een
geslacht van bedorven volwassenen gegroeid. Zelfs zijn eigen ondergeschikten in
het bisschooppelijk paleis waren niet meer dan ceij stelletje boeven. Eigenlijk had
hij de gard moeten hanteren, maar daaraan vergrijpt zich een bisschop niet. Hij
kon niet anders dan weldaden doen, daarvoor was hij nu eenmaal Sinterklaas!
Telaat had de Goedheilige bemerkt, dat ook kinderen van het goedheilige teveel
kunnen krijgen. De uitdelingen aan zijn bedorven stad staken en zijn onbetrouw
baar personeel ontslaan, dit was het enige, wat Sinterklaas als bisschop kon
doen.
j}E ZON SCHEEN vrolijk door de
ruiten en Sinterklaas besloot een
wandelingetje te maken; dit zou zijn
humeur opknappen. Hij vertoonde zich
zelden meer op straat; hij had de mier
aan Myra gekregen. Maar frisse lucht
is altijd gezond, zelfs in Myra!
Onderweg brak zijn schoenveter.
Gelukkig' gebeurde die ongeval juist
voor de winkel van een man, die
schoenveters verkocht. Deze man hield
een soort toko; je kon er van alles
krijgen, en boze tongen beweerden,
dat Onetus het met zijn handel niet zo
nauw nam, en zelfs, dat hij heler was
van gestolen goed. „Dat komt door de
overmaat van speelgoed, waarmee ik
hem als kleine jongen verwend heb:
hierdoor heeft hij een goederen-com
plex opgedaan!", verzuchtte Sinter
klaas.
Onetus was zeer vereerd met het
bezoek van de Heilige. Hij verzocht
hem, even door te gaan naar het
woonvertrek, daar er in de winkel een
paar kooplieden zaten, die hij te woord
moest staan. In het voorbijlopen ving
Sinterklaas de blikken van deze koop
lieden op; het leken hem ongunstige
individuen; echte zwarthandelaars]
gelukkig geen lui uit Myra; voor hun
boos oog was het teveel aan lekkers
en speelgoed dus niet verantwoorde
lijk!
In de huiskamer vond Sinterklaas
drie meisjes zitten; aardige deerntjes
van zo tussen de zestien en twintig
jaar.. Maar waarom waren die lieve
wangetjes betraand en waarom klonk
er een snik in de stem, waai mee ze de
bezoeker goede dag zeiden? Sinter
klaas' moest niet de kindervriend zijn,
die hij was, om de aardige meisjes niet
terstond te vragen naar de oorzaak
van haar verdriet.
De oudste lichtte hem in. „Die koop
lui in de winkel", zei ze, terwijl ze
met moeite een huilbui bedwong,
„zijn slavenhalers, aan wie Vader ons
wil verkopen...."
Inmiddels bemerkte de tweede doch
ter het euvel aan Sinterklaas' voet.
Haastig nam zij een veter en reeg de
schoen dicht. Toen Se hoge ga»t wou
betalen, voorkwam hem de jongste.
„Geen sprake van!" voegde zij hem
toe. „U hebt zonder beloning zoveel
goeds gedaan in onze stad, dat
Nog was het meisje niet uitgespro
ken, of Sinterklaas hoorde door de
dunne wand, welke woonvertrek en
winkel scheidde, luide stemmen.
„Driehonderd! Vier! Vier en een
half! Vijf!" En zo ging het door, ter
wijl kletsend handjeplak deze uitroe
pen afwisselde
„Duizend!!", schreeuwde Sinterklaas
er ineens tussendoor. Hij had de deur
opengeworpen en stqnd nu tegenover
de verblufte kooplieden. „Duizend du-
caten voor al je drie dochters tege
lijk!" En hij wierp Onetus een kwis
tig met goudbrocaat versierde beurs
in de schoot.
Daar hadden de slavenhalers niet
van terug! Grommend verlieten zij de
winkel. „Het grootkapitaal werpt wéér
roet in 't eten'", bromde de een". „On
eerlijke concurrentie!", pruttelde de
ander.
Maar Sinterklaas reikte aan het oud
ste meisje de sleutel van het paleis
over, en verzocht het bekoorlijke drie
tal hem daar af te wachten.
„Goed, dat ik mijn uitdelingen ben
gaan staken", bedacht hij. „Dit jonge
geslacht is nog niet helemaal ver
wend; ik zal ze leren werken, dat is
beter dan dat ik ze zoet houd met
lekkers en speelgoed".
Maar eerst moest hij voor de maal
tijd gaan zorgen. Even bij de slager
aanlopen; dat was tóch in de buurt.
„Zeker!, hoogwaardige Excellentie,
saucijsjes héb ik, prima saucijsjes!",
zei Crepulus en hij boog met de neus
op de grond.
Terwijl de slager de saucijsjes in
pakte, hoorde Sinterklaas een griezelig
geluid. Het kwam uit de ijskast en het
leek op de angstkreet van een ster
vende. De argwaan van de Goed
heilige werd door dit spookachtige ge
gil gewekt. Crepulus had hij als kleu
ter overvoerd met lekkers, en hierdoor
had de jongen een afkeer van gezond
voedsel gekregen.
Toch wou de Goedheilige wel eens
weten wat er in die geheimzinnige ijs
kast zat,
„Geef mij meteen iets van die fijna
vleeswaren, die je in de ijskast be
waart", zei hij. De slager verbleekte,
en antwoordde pijnlijk lachend: „Maar
hoogwaardige Excellentie, dat is niks
voor U!"
„Tóch wil ik het hebben!", zei Sin
terklaas met gestrenge stem. „Open
oie ijskast!!"
Tegen dit bisschoppelijk bevel durf
de de slager zich niet verzetten; met
trillende vingers ontsloot hij de deur.
En, tot afgrijzelijke verbazing van 'de
bezoeker rolden uit de ijskast drie
jongetjes, kleine Moriaantjes, die luid
kermend zich voor de twee mannen
op de grond wentelden.
„Ik zal maar niet vragen, wat je met
deze jongetjes vóórhad; ik neem ze
mee naar mijn paleis, versta je!"
„Hoe heet je?", vroeg Sinterklaas
aan de eerste.
„Piet!"
En jij?"
Een onaanzienlijk boerderijtje in de Zuidoostelijke uithoek van Friesland, een
klein stulpje, schier geheel schuilgaande onder een zware linde, is de baker
mat van de volkshogescholen, die thans, zeven in getal over geheel Nederland
verspreid, hun opbouwend en cultureel werk verrichten. Bakkeveen heet het
plaatsje, Allardsoog was het boerderijtje. In de rand van de klok, die naast het
boerderijtje in de stoel hangt, staat gegoten de spreuk: „Ik wek de slapenden en
roep de levenden". Daarmede wilden de grondleggers van de volkshogeschool
gedachte uiting geven aan het wezen van het werk, dat zjj daar medehielpen
stichten. Onder leiding van Jarig Van der Wielen verenigden zich een aantal
idealisten, die op avonden bij elkaar kwamen om zichzelf te verrijken door het
uitwisselen van ervaringen en kennis. Daar ontstonden de besprekingen om de
ronde tafel, die thans nog een zo grote plaats in het werk der volkshogescholen
innemen. Ook Bergen heeft zo'n Volkshogeschool. Een ieder kent de beide ge
bouwen, „De Zandhoeve" en „Het Oude Hof", waar de cursussen worden gege
ven, waar jonge mensen uit het gehele land bij elkaar komen. En nu juist weer
enkele cursussen achter de rug zijn en belangrijke nieuwe in het naaste ver
schiet liggen, Zijn de heren Mr. Guermonerez en J. Schekkerman gaarne bereid
geweest, ons een en ander te vertellen over dc historie van hun inrichting en
over de nieuwe cursussen.
1931 en de eerste cursussen werden
daar gehouden in 1932.
De grondgedachte van het Volks-
hogeschoolwerk is in de eerste plaats
het bestrijden van de splijtzwam en
het stellen van een binding met lieden
uit allerlei kringen. Het respect voor
ieders overtuiging wordt ten volle
gehandhaafd, maar de omgang tijdens
de cursussen werkt zeer verhelderend,
waarbij dan ook het tweede gedeelte
van de doelstellingen naar voren
komt, n.l. de bestrijding der vervlak
king op cultureel gebied. Men wil de
mensen activeren, weer persoonlijk
deel te nemen aan het leven in al zijn
schakeringen. Niet alleen passief, maar
door zelf doen, musiceren, handen
arbeid, tekenen, zingen en wat al niet
meer.
De gedachte van dit werk stamt uit
Denemarken. Daar bestonden Volks
hogescholen al sinds 1848 en zij leid
den er een florerend bestaan. En hun
nut in het land aan de Sont wordt wel
bewezen door het feit, dat het cultu
rele leven ten plattelande daar veel
intensiever is, dan bij ons, er zijn
dorpshuizen, waar men gezamenlijk
leest, weeft en inleidingen houdt.
Oorspronkelijk was er in Nederland
tegenwerking tegen het stichten. De
een zeide: „Dit is communistische cel
vorming", de communisten zeiden
„Gaat niét naar Bakkeveen". Die hiel
den de werkloze jongeren liever op de
straat.
Thans is er veel veranderd. De
stichting is gegroeid tegen de ver
drukking in en de staat der Neder
landen steunt het werk thans op een
sympathieke wijze. De Rijkspostspaar
bank betaalt namelijk de dubbele in
lage terug aan hen, die sparen voor
deelname aan het werk der Volks
hogeschoolcursussen.
Dit in de oorlog het werk onmid
dellijk werd gestopt behoeft geen be
toog als men bedenkt, dat het alleen
mogelijk is op de grondslag van vrije
gedachtenwisseling.
Maar na de oorlog bloeide de be
langstelling opeens voel groter op dan
ooit tevoren. Bakkeveen opende op
nieuw zijn noorten cn thans zijn er
zeven 'Volkshogescholen in vol bedrijf
n.l. te Bakkeveen (Fr.), Markelo (Ov.),
Bergen (N.H.), Havelte (Dr.), Uithui
zen (Gr.), Rockanje (Z.H.), en Eer
beek (Geld.).
Er is veel medewerking, ook van de
zijde van het bedrijfsleven, dat vaak
extra verlof geeft, om de cursussen te
kunnen bijwonen. En er zijn nu cur
sussen van velerlei aard, voor perso
neelsleden met hun leiders, voor meis
jes. voor ouderen, enz.
Vaak wordt in samenwerking met
België gewerkt, trouwens op interna
tionaal terrein heeft de Volkshoge
school goede contacten. Daarbij denke
men slechts aan de Volkshogeschool te
Méridon in Frankrijk.
Nieuwe cursussen.
In de naaste toekomst zullen op de
Zandhoeve weer belangrijke cursussen
worden gehouden. Zo is er van 315
Januari een cursus „Stad en land".
Om maar enkele onderwerpen te noe
men, zal daar gesproken worden over
de „Sociale verhoudingen in het In
dustriële bedrijfsleven en op het Plat
teland", over Europese samenwerking,
Nederland en België, Stad én land in
de Verenigde Staten e.d.
Van 24 Januari tot 5 Februari wordt
een cursus gehouden over landbouw
en ambacht, waar speciaal de sociaal-
economische vragen van het platte
land aan de orde komen.
Dit zijn wel de twee belangrijkste
cursussen uit het komende program
ma, die een duidelijk beeld geven, dat
het werk, dat door de Volkshogeschool
wordt verricht van het allergrootste
belang is en dat de stichting, die de
slapenden wekt en de levenden roept,
recht heeft op ons aller belangstelling
en steun.
„Ook Piet!"
„Heet jij dan misschien óók Plet?
Heten jullie alle drie Piet?"
„Zo is het, Meneer Sinterklaas. Va
der had niet veel fantasie, en Moeder
nog minder. Ze waren al blij, dat ze
één naam konden verzinnen. Ze heb
ben ons het huis uitgestuurd, omdat
ze geen eten meer voor ons hadden.
Toen zijn we als verstekeling de zee
overgevaren, en hier aangeland. En
gister, toen het zo onweerde weet
U nog wel? zijn we bij de slager in
gevlucht, en die heeft ons in de ijs
kast opgesloten. Hü-ü-üü, zonder eten
en drinken. Mogen wij nu bij U wo
nen, lieve Meneertje?"
Dat mochten zij „Deze Moriaantjes
zijn nog onbedorven", prakkezeerde
Sinterklaas. „Ze zijn onbesmet geble
ven van de Myriaanse verwennerij.
Hieruit kan goed personeel groeien!"
En de drie zwarte Pieten werden zijn
knechtjes.
De drie meisjes bleken elk een spe
ciale gave te hebben. De oudste was
wild op lezen en schrijven, en als ze
snoepgoed bereidde, werden het steeds
weer letters. Letters van chocola; let
ters van suiker; letters van marsepein
en banket. De tweede had een schalks
humeur; als zij aan het deeg kneden
was, rolde zij balletjes en wierp die
naar de drie Pieten; deze gooiden
terug, en zo kwam er vaak een balletje
in de oven terecht; die smaakten lek
ker, en zo kreeg ze het idee om peper
noten te bakken. En de derde was één
en al fantasie; zij boetseerde uit het
deeg vrijers en vrijsters en allerlei
soort beesten. En van de suiker en
van de chocola maakte zij harten en
andere figuren, en mannetjes op het
potje, of een sigaar. Sinterklaas had
nog nooit zulk een verscheidenheid
van cadeautjes gehad!
Maar waar moet hij ermee naar toe?
Aan het verwende Myra had hij de
mier.
„Weet U wat", zei de oudste Piet.
Bij ons in het Morenland zijn tal van
kinderen, die nooit snoepgoed proeven
en die geen enkel stuk speelgoed be
zitten. En zulke kinderen zullen er
over de hele wereld wel wezen. Want
er is buiten Myra geen enkele stad.
waar Sinterklaas woont."
„Goed -bekeken, mannetje!", ant
woordde de Goedheilige, en nog nooit
had hij zo glunder gekeken. „Dan
trekken wij vaiï nu af er op uit, en wij
reizen de hele wereld door. De meisjes
blijven thuis en bereiden de geschen
ken en pakken ze in. En jullie, zwarte
Pieten gaan mee. Jij, Piet numero
Eén, bent mijn opperstalmeester en
zorgt voor de schimmel; jij, Piet nu
mero Twee, draagt de zak met de
cadeaux. en jij, kleinste der Pietertjes,
neemt de stoute kinderen voor je
rekening. Hier is je gard, maar sla
niet te ïe#i'/