D-e l-n-v-a-s-i-e i»s b>eagaO*nan<'ean Film over staalindustrie Een morseboodschap via de radiator Achttien Mei: Wederopbouwdag voor geheel West-Europa „Hoogovens "door Rudi Hornecker Ik was geheim agent in oorlogstijd (XXVII) Bewaker brengt me een Duitse krant mei hei beste nieuws sinds jaren Nu komt het er op aanj Van Rotterdam uit wordt leiding gegeven aan materieel herstel van ons werelddeel Onttroond HATTA SPRAK VA6HEDEW, yfEKENLANG HEEFT MAY ME VERHOORD. Dan wordt hy plotseling opgevolgd door een zekere Schumacher, die minder slim, maar fanatieker is. H(j wil veel weten over de opleiding in'Engeland, de Inrichting van de school, de leraars In de spionnage. Maar hy wordt niet zo erg veel wijzer Vier maanden lang zaagt hjj me byna dagelijks door. Het wordt een ge woonte. Maar omstreeks midden Juni krijgt Herr Schumacher opdracht op het hoofdkwartier In Den Haag verslag uit te brengen. Hij keert in een buitengewoon slechte stemming terug. Men heeft hem gezegd, dat het veel te lang duurt en dat de meeste Inlichtingen niet ter zake dienen. Hjj heeft een ljjst met ongeveer vier en twintig vragen meegebracht ditmaal wer kelijk gemene vragen en de volledige antwoorden daarop moeten Zater dagmorgen ingezonden worden. Vandaag is het Vrijdag. Herr Schumacher heeft zodoende precies één dag om zich hiermee bezig te houden. DE VRAGEN ZIJN zeer ter zake. Namen, persoonsbeschrijvingen en adressen van instructief personeel in Engeland, dito van de sectie, dito van alle mensen, die ik ooit gedurende mijn opleiding ontmoet heb, bijzonderheden over de Nederlandse Brigade in Enge land enzovoorts. Ik heb het onschat bare voordeel, dat Schumacher zo goed als geen tijd heeft mijn antwoor den in twijfel te trekken, maar om dit te compenseren haalt hij een kaart te voorschijn, waarop (volgens zijn be wering) alle antwoorden te controle ren zijn. Hij waarschuwde me: Wan neer ik lieg zal ik daarmee ernstige moeilijkheden krijgen. Zo goed als ik kan omzeil ik de moeilijkheden, ver zin nieuwe namen en fictieve beschrij vingen voor vele vrienden én collega's, maar stuit op de befaamde kaart. „Stimmt nicht, gar nicht," zegt hij telkens en ik vraag me af, wat er eigenlijk op die kaart staat. Ik zeg, dat ik te moe ben. Is er geen koffie? Kan hij niet wat halen? Neen, het is te laat. Ik leg hem het vuur na aan de schenen, dat hij wanhopig de gang oploopt om een bewaker te roepen. De twee minuten, die hij weg is zijn juist voldoende om de kaart te grijpen, die hij (stom!) op tafel heeft laten liggen en ik zie tot mijn afgrijzen, dat deze de volledige organisatie der Intelli gence Section bevat, compleet met de namen van alle mensen, van hoog tot Maasstadmodernste van het Westen ROTTERDAM, December. Het volgend jaar zal de datum van 18 Mei tot Wederopbouwdag van West- Europa worden geproclameerd. Reeds is het sedert de bevrijding zo, dat men die dag jaarlijks viert als de Wederop bouwdag van Rotterdam, omdat reeds op 18 Mei 1940 het gemeentebestuur van die vier dagen tevoren door Duit se bommen verwoeste stad met een voorlopig plan tot herbouw voor de dag kon komen, hetgeen psychologisch een grote en gunstige invloed had op de terneergeslagen bevolking. Natuurlijk was dat eerste plan van ir. W. G. Witteveen er een in grove trekken, dat nog vele malen moest worden herzien alvorens definitief ge noemd te kunnen worden. Eigenlijk is 't nog steeds groeiende, zoals dat met elk bouwplan het geval is. Maar in grote trekken staat het nu toch wel vast hoe „de modernste stad van West- Europa" er over enige jaren zal uit zien. Aan de totstandkoming wordt hard gewerkt. In de binnenstad ver rijst het ene grote gebouw na het an dere. Reeds heeft men er het grootste bankgebouw ter wereld in gebruik ge nomen. Op het ogenblik wordt de laatste hand gelegd aan wellicht het merk waardigste bouwwerk, dat in het nieu we Rotterdam is geprojecteerd. Het staat aan het (nog te maken) nieuwe plein voor het (nog te bouwen) Cen traal Station, dat in de plaats zal ko men van het gehavende en slechts voorlopig herstelde D. P.-station, waar eerlang alle treinen zullen samenko men als het spoorwegplan uitgevoerd is. Maar daarover een andere keer Dit bouwwerk dan, dat „Bouwcen trum" heet het staat er met grote letters op is bedoeld als een studie centrum voor de wederopbouw van geheel West-Europa. Dat klinkt als een hoogvaardig voornemen van de initiatiefnemers, die tenslotte alleen maar Nederlanders zijn. Maar zij mo gen het toch wel zeggen, want in de staf van de stichting, die het beheert, zijn Engeland, Frankrijk en Duitsland reeds vertegenwoordigd. De Engelse architect F. R. Yerbury, directeur van het Londense „Building Centre", is er al geweest en heeft er met grote lof over gesproken, evenals de Zweedse ziekenhuisbouwer, ir. Hj. Cederström en de Tsjechische hoogleraar Mudr. Frankx Hora. De twee laatstgenoem den maakten kortgeleden een reis door Europa om de mogelijkheid te onder zoeken van een internationale voor lichting inzake ziekenhuisbouw, maar toen zij in Rotterdam aankwamen zijn zij maar niet verder gegaan. Daar was al aanwezig wat zij meenden te moe ten maken. Ir. J. van Ettinger, directeur van de stichting „Bouwcentrum" aan wiens voortvarendheid de totstandkoming van de idee en de verwezenlijking er van voor een groot deel te danken is, die ons dezer dagen de inrichting liet zien, vertelde ons: „Wij konden Ce derström en Hora binnen vijf minuten de volledige plannen van de tien laatst- gebouwde ziekenhuizen van Europa voorleggen, Vroeger had een architect, die een opdracht tot de bouw van een ziekenhuis ontving, enige maanden no dig om de tien laatstgebouwde af te reizen en ter plaatse de jongste erva ringen te vernemen en te bestuderen. Hier spaart hij tijd en geld. En dat geldt niet alleen voor ziekenhuizen uiteraard, maar voor alle soorten bouwwerken. Nog meer: wij hebben hier ook uit breidingsplannen, wederopbouwplan- laag, aangevuld met uitgebreide bij zonderheden. Zelfs de veranderingen, die juist voor mijn vertrek uit Enge land, nu precies acht maanden gele den, hebben plaats gevonden, zyn op genomen. Als ik tijd gehad had, zou ik diep onder de indruk gekomen zijn. Wat heeft het voor zin, zo vraag ik me af, om met groot risico ai die fei ten te ontkennen, wanneer zij toch volkomen op de hoogte zijn Wat voor nut heeft het dapper te z.ijn, folterin gen te riskeren, iets te redden, dat toch op de één of andere manier al verloren is? Dat al verloren was toen ik nog in Engeland zat! Gelukkig heb ik maar zó wanhopig weinig tyd en is Schumacher zó wan hopig verlangend het document op tijd te voltooien, dat hij de ontelbare „misschien, ik weet het niet zeker's", die ik als een haastige en verwarde verdediging aanvoer, aanvaardt. Zo wordt het verhoor in grote gejaagd heid en in de vaagst mogelijke termen afgesloten. De ondervraging, die in begin zo diepgaand en nauwkeurig ge weest is, heeft haar doel voorbijge streefd. Ik ben vol vertrouwen, dat ik een redelijk succes behaald heb en wat de fouten en de blunders betreft, ik weet, dat dezé in eerlijke onschuld gemaakt zijn. Er blijft nog één zorg: dat de Her ren in Den Haag niet tevreden zullen zijn en terug zullen komen op de vele uiterst zwakke punten in mijn ver klaringen. En ik koester geen illusies over hun houding of over mijn kansen om hen te misleiden. Maar er is ook een troost: het zal de heren weer tijd kosten om alles uit te werken. Daar voor wordt mijn leven weer met een maand verlengd en de kansen op een bevrijding nemen daardoor toe. Ik wacht en bid en hoop tegen beter weten in. Maar ik word niet meer verhoord. „Wie bent u?" klop ik nieuwsgie rig. „Doet er niet toe. Noem me X 725." „O.K. Is er nieuws?" Wanneer de letters langzaam langs de pijp druppelen vorm ik er woorden van: D-e i-n-v-a-s-i-e i-s b-e-g-o-n- n-e-n. Ik kan me niet vergissen. Maar misschien maakt de man een grapje. W-a-n-n-e-e-r? klop ik terug. V-a-n-m-o-r-g-e-n. Het is letterlijk te mooi om waar te zyn. Ik probeer meer bijzonderheden te krijgen, maar wanneer ik midden in een zin ben, ko men er twee harde slagen van de an dere kant, gevaar! Ik wacht een poos je, maar hoor geen levensteken meer. Ik ga weer naar bed en lig uren lang wakker. Moet ik de man aan het an dere eind geloven of niet? Maar alles klopt! Al een paar dagen lang krijgen we geen kranten; de fouilleringen zyn verscherpt en deze avond is de con- tröle lichten-uit voor het eerst uitge voerd door vier bewakers, van wie twee gewapend zijn met een machine pistool. Dit is heel ongewoon en ik heb me er al over verwonderd. Kan het waar zijn? Is het lang verwachte tweede front eindelijk gekomen? Hoe gauw kunnen ze in Holland zijn? Waar zijn ze geland? Ik weet totaal niets. Ik lig tot diep in de nacht wak ker, te opgewonden om te slapen. nen en geheel nieuwe stadsplannen, benevens luchtfoto's om de resultaten te laten zien. En tenslotte vindt men hier een overzicht van honderden soor ten materialen, niet alleen op schrift, maar ook in natura, en berekeningen betreffende de waarde en de toepas- nbj gEGIN JI^LI KRIJG IK een andere cel. Reeds de eerste dag word ik uit een hazenslaapje gewekt door vreemde geluiden in de radiator. Eerst meen ik, dat het slechts een onsamenhan- singsmogelijkheden". Aan het „Bouwcentrum" is het se cretariaat opgedragen van de Interna tional Federation of Building Docu mentation Centres" en er is reeds een nauwe samenwerking met de Union Internationale des Architectes. Op 23 December zal het, nauwelijks voltooid, voorlopig in gebruik genomen worden. Maar op 18 Mei 1949 volgt pas de of ficiële opening in het bijzijn van ver tegenwoordigers van al wat bouwt in West-Europa. ontdek ik enig resultaat. Het is mor se. De geluiden zijn vaag en moeten van ver weg komen, maar als ik ze kan horen, moet ik de persoon, die aan het andere eind signalen geeft, kunnen bereiken. Met kloppend hart probeer ik zijn aandacht te trekken. H-a-l-l-o, h-a-l-l-o. Het resultaat is een doodse stilte. Ik probeer het weer ën nogmaals, maar zonder resultaat. Na twee dagen waag ik nog eens een poging en dan krijg ik antwoord. Dui delijk zingen de letters langs de pijpen: H-a-l-l-o! rjE VOLGENDE DAG is er meer nieuws. Herr Schumacher komt al vroeg binnen. Hij lijkt me opgewon den. Hoe is de toestand?" zeg ik recht streeks. „Wat? Hoe weet u dat?" Hij is zeer zenuwachtig. „Dat weet toch iedereen! Vertelt u me er eens wat van." Herr Schumacher is te opgewonden en vertrekt spoedig, na me gewaar schuwd te hebben aan niemand te zeggen, wat hij me verteld heeft. Elven later gebeurt er iets zeer op merkelijks. Een SS-man komt binnen met een glimlach op zijn gezicht. Hoe gaat het met me? Uitstekend, maar hoe maakt hjj het? Is hij niet bang, nu de Englander zo dicht in de buurt is? Kan hij me er niet wat meer van vertellen? Aanvankelijk geeft hij geen antwoord, gaat naar buiten en kijkt de gang af, komt dan terug en fluis tert me, na de deur achter zich te hebben gesloten, de belangrijkste bij zonderheden in het oor. „Kunt u me geen krant bezorgen?" vraag ik. „Er schuilt werkelijk niets kwaads in. U moet toch begrijpen, dat ik brand van nieuwsgierigheid!" „O neen, geen sprake van. Absoluut onmogelijk." Hjj vertrekt weer. Maar hoogstens tien minuten later is er buiten een groot lawaai, de deur vliegt open en mijn SS-man stapt binnen. ,Kunt u niet opstaan wanneer er een Wachtmeister binnenkomt?" brult hij. Volkomen overdonderd vlieg ik van mijn stoel op. ,En waarom kunt u dit vertrek niet netjes houden, het ziet er uit als een zwynestal!" Hij loopt de cel door, achter me om enduwt me een op gevouwen krant in mijn handen. „Als het hier over een kwartier niet sauber is, dan zult u wat beleven, verstanden Wanneer ik terug kom is het hier sauber, of andersen met een kwaadaardige dreun gooit hjj de deur achter zich dicht. Hjj heeft me zijn eigen Duitse krant gebracht. Koortsachtig lees ik de voornaamste artikelen, bekijk de foto's van de eerste Engelse krijgsgevange nen en kom te weten, dat de landing uitgevoerd is door een reusachtige ge combineerde legermacht en dat zij bin nen niet al te lange tijd er weer uit gegooid zullen worden. Een kwartier later herhaalt de ko medie zich. Ik blijf alleen achter, vol verbazing, zowel over de invasie als over de hulpvaardigheid van de be waker. Het nieuws wordt 's nachts beves tigd en aangevuld. Twee gevangenen hebben de cel onder mij betrokken en we hebben weldra ontdekt, dat het gat in de vloer, waardoor de verwarmings buis loopt, een uitstekende verbin dingsweg is. Het nieuws, dat ik thans krjjg is meer authentiek. Hij krijgt het van de communisten en die hebben het weer van de B.B.C. Het blijkt, dat er communisten in de gevangenis zijn, die tot taak hebben de gangen en de kamers der Wachtmeisters schoon te houden. Zij doen het zo, dat zij juist aan een kamer bezig zijn op het ogen blik, dat de Engelse nieuwsberichten worden uitgezonden en terwijl er één druk vegend in de gang op de uitkijx staat, draait de ander de radio van de Wachtmeister aan en luistert naar 't voornaamste nieuws in het kort. Wan neer zij 's avonds het eten in de vleu gels, die minder „zwaar" geacht wor den, rondbrengen, verspreiden zij het nieuws. En die berichten worden dan verder op allerlei manieren doorgege ven: mondeling, zoals ik het krijg, door fluiten of door morse via de rediator of de kraan, 's Avonds vóór tien uur heeft iedereen inderdaad het nieuws, dat die morgen door de B.B.C. werd omgeroepen. IN DE BETUWE WERDÉN VEEL WAPENS GEVONDEN EEN BOEF? HAD EEN COMPLETE TANK In vele landen is de Kerstman onttroond, zoals o.m. in Rusland, waar hij in 1926 door „Vadertje Vorst" werd vervangen. In 1930 decreteerde de Mexicaanse rege ring, dat de in paarse statiege waad geklede Kerstman, die op een slede, bespannen met ren dieren, ingehaald werd, wegens de hier meestal heersende tem peraturen van ongeveer 100 gra den Fahrenheit, voortaan gerem placeerd zou worden door „Quetzal-Cohuatl", een oude god der Azteken, die er als een ge vederde slang uitziet. Ook in Zuid-Afrika zijn er, om dezelfde redenen stemmen opgegaan, welke de Kerstman vervangen willen zien door een nationale figuur. COS TA R1CA SCHAPTëfHET LEGERAP EN KREECJ PROMPT EEN INVASIE, v ^v. -V 0P2ANZIBAP HEERST r> EEN KRAAI- Efi -v PLAAG HEEL DEL BEVOLK ING F OPDACHT# êSC JU AAST DE ZUIVER COMMERCIËLE FILMINDUSTRIE, die voor de oorlog in Nederland een armetierig leven leidde en met rolprenten voor de dag kwam, waarvan de middelmaat nog lager lag dan bij het slechte buitenlandse product, weckte er in ons land een aantal individuele filmers, wier werk zeker geen slecht figuur slóeg vergeleken bij wat over de grenzen door afzonderlijke fil mers gepresteerd werd. Wat de film in de loop der jaren aan kunstzinnige be tekenis heeft gewonnen, heeft zij voornamelijk te danken aan de enkelingen, die zonder zich te beijveren voor commercieel succes met hun camera gingen experimenteren, in de montagekamer de filmstroken versneden en opnieuw rangschikten om. door de rhythmische opeenvolging, de tegenstelling en het rijm van de beelden onderling, een eigen filmtaal te vinden, en die op het celluloid het leven, de werkelijkheid of hun gedachten- en gevoelswereld zo wisten vast te leggen, dat er inderdaad van een volkomen zelfstandige uiting sprake kon zijn; niet meer gefotografeerde werkelijkheid en gefotografeerd toneel, maar iets met een geheel nieuw leven: zuivere film. Ook Nederland nad enkele van deze film-pioniers, zoals Joris Ivens en Mannus Franken. Na hen kvjamen anderen, minder groot dan zij misschien, maar in ieder geval even als zij vakmensen, die in hun films zochten naar een eerlijke, verantwoorde en oorspronkelijke vormgeving. Oppervlakkige maar verdienstelijke reportage QNDER DEZE LAATSTEN mag men zeker ook de cineast Rudi Hornec ker rekenen. Zoals het merendeel van zijn Nederlandse vakgenoten bepaalt hij zijn activiteit hoofdzakelijk tot het maken van documentaire films. Want afgezien nog van het feit, dat voor de filmer met inspiratie de documentaire film het belanrijkste is, omdat hij hierin het meeste zijn persoonlijkheid kan leggen en het beste uitdrukking kan geven aan zijn eigen visie op een bepaald onderwerp de Nederlandse filmer krijgt nauwelijks de kans te gaan experimenteren op het gebied van de zoveel kostbaarder speelfilm. Na de oorlog maakte Hornecker negentien documentaire films. Voor de laatste film hiervan, die juist deze week voo' vertoning gereed is gekomen, ontvinc hij een opdracht van de Koninklijk Nederlandse Hoogovens en Staalfabri" ken N. V. te IJmuiden. QVER DE IMMENSE Terreinen en doo de uitgebreide gebouwencomplexen van de hoogovens en alle dochterbe drijven heeft Hornecker met zijn ca mera gezworven. Hij maakte zijn op namen in de laboratoria en in de be- drijfsschool; tijdens de geestelijke en lichamelijke keuring der arbeiders en bij de aanvoer van het ruwe mate riaal in de eigen zeehaven van het be drijf; in de ijzer- en staalgieterijen en bij de reusachtige cokes-ovens; in de walserijen en in de kunstmestfabrie- ken; bij de grote hijskranen en op de sportvelden, waar het personeel zijn ontspanning vindt; in de beide grote walserijen en in de uitgebreide kan toren. Hij laat ons mensen aan de ar beid zien, de directeuren en het kan toorpersoneel, maar vooral de werk lieden. En het geheel werd een film, die in een aaneenschakeling van flit sen een indruk tracht te geven van het leven in een der grote Nederland se bedrijven. Het lag niet in de bedoeling het zou trouwens een onmogelijkheid ge weest zijn'om in het bestek van dit filmpje een volledig overzicht te ge ven van het werkprocédé in dit zo ge compliceerde bedrijf met zijn vele ver takkingen. Geen film dus, die de ont wikkelingsgang der bewerking, van ruwe grondstoffen tot eindproduct, op de voet volgt. Hornecker's opdracht was vooral een indruk te geven van de bedrijvigheid in deze belangrijke Ne derlandse staalindustrie, waar alle grondstoffen tot in het uiterste benut worden en ook de afvalproducten nog een nuttige bestemming vinden voor het bereiden van diverse bijproducten als bijvoorbeeld landbouwchemicaliën. Een ander belangrijkdeel van de op dracht, die de filmer ontving, was zijn camera ook te richten op de sociale toestanden in dit bedrijf, waar de ar beider, niet enkel beschouwd wordt als een onderdeel van het productie-appa raat, maar ook evenzeer als een mens, die recht heeft op een gewaarborgd bestaan en op aandacht voor zijn ver langens, zijn zorgen en zijn behoeften aan goede geestelijke en lichamelijke ontspanning, als tegenwicht voor de zware inspanning die het werk in een dergelijk uiterst intensief bedrijf van hem vergt. |_JORNECKER HEEFT ZICH zo zorg vuldig mogelijk van zijn taak ge kweten, al maakte hij hier niet zijn beste film. De beide elementen van zijn opdracht vindt men in „Hoog- het bedrijf raak te treffen en hij legt hierbij zoals bijvoorbeeld uit de verschillende overzichtsfoto's van de hoogoven-terreinen blijkt een grote mate van raffinement en vindingrijk heid aan de dag. Zijn beelden zijn een voudig, van een grote ruimtelijke wer king, onopgesmukt en boeiend. Hij geeft daarmee een onderhoudende re portage, vertelt rustig en prettig, en zoekt zoveel mogelijk het essentiële weer te geven. De oorspronkelijke in vallen, die hij bij zijn kleinere recla me-films, zoals bijvoorbeeld voor Phi lips. veelvuldig had. mist men in de ze Hoogoven-film gewoonlijk. Hornec ker heeft ook hierin enkele verrassen de momenten, maar het geheel blijft in dit opzicht tocht te vlak en gelijk matig. Hij toont zich een knap foto graaf. maar hij was toch niet bij mach te de film tot een brok werkelijk fel en bewogen leven te maken. Men mist de tinteling en de beweging. Hij maakt de spanningen en het arbeidstempo. de hitte en het gestamp van de machines, het zwoegen van de arbeiders en de weldaad van douche en ontspanning niet zo voelbaar, dat de toeschouwer gedwongen wordt zich volledig over te geven en de film werkelijk aan den lijve en aan de geest ondergaat. Men houdt het gevoel, dat men hier een goed, zeer goed verzorgd prentenboek te zien krijgt, dat echter volledig pren tenboek is en niet het leven. Een boeiend en sfeervol beeld uit Hornecker's film „Hoogovens"; een hijskraan met een electro-magneet lost de producten van de ijzergieterij. ovens" zeker verwerkelijkt. Het is hem MISLUKKING, deze Hoogoven- toevertrouwd de camera te hanteren. film?. Nee. dat niet. In zijn opnamen weet hij de sfeer van Horneckers film is, wanneer men de opzet in het oog houdt, oppervlak kig maar zeker nog aanvaardbaar te achten. Maar de opzet was te groot voor een film van vijftig minuten en het onderwerp te veelomvattend. En beide groeiden heel kennelijk de fil mer wat boven het hoofd. Er ontstond geen documentaire film in ware zin. maar een eenvoudige, goed verzorgde reportage. Het scenario ervoor werd door John Kooy geschreven. Rudi Hor necker had regie, camera en montage in handen en werd geassisteerd door Gery Dujardin. De teksten werden gesproken door Ger Lugtenburg. Wan neer ze sterk bekort zouden worden, zou het de film overigens zeer ten goede komen. De film zal vooral ook naar het buitenland geëxporteerd wor den en in dit verband heeft ook de re geringsvoorlichtingsdienst grote be langstelling voor „Hoogovens". Het ligt in de bedoeling van deze film een verkorte versie samen te stellen van circa vijftien minuten, die dan als voorfilm in de Nederlandse theaters kan worden uitgebracht. LONG-SHOT JAN KLOOSTER.. BOER WERD NA EfcN BAR-KHAP PLEIDOOI VAN MR.DR. G.&ERK- H OU WER IN VRUHE1D GESTELD, m OOCDEWAGGEN. KOfcTTOER-KNODER) GAAT 12. JAAR m DE BAK. TSOANG- KAi SJEK. WEET NIET WAT HU WIL'. Z.ELFMCORD, AFTRÊüeN OF DOORVECHT? HET ENGELSE^ PRINSUB TV WERD li GEDOOPT U MET WATER Uit D& JORDAAN. (NIETTE VER WARREN MET DB. AMS reROAMSE) - 1$ A—y MAAR DEN HAAG WACHT OP DÜIDELL'JXE VOOR- em CHINEES UIT ncnn,.,?| HOOFDSTAD bedR'. goe een dom ine DIE WEM VAN ËMCÏAMIE BETICHTTE M£T BEn broodmes, te.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1948 | | pagina 5