Per dag laten 240 Nederlanders iets
in de trein achter
Wij zijn nummer één in de
haven van Antwerpen
DE GRIEP EN HAAR GEVOLGEN
i wind
nder
k
en
de rust
0-4
:ht
En bijna de helft dezer vergeeiachiigen
vraagt er nooit meer om
Elke drie maanden is er
uitverkoop
j^jaaisie ^|i
leuws
Engeland heeft een
robotvliegtuig
Het nieuwe boek
ige! feest
(Koedyks St
rote vreugde ge-
twee arriveerden
ïafé Schuit^ waar
onder lei-
Haas, opgetogen
maal in de zaal
het begroetings
kinderen enkele
zangspelletjes
den diverse trac-
vertelde
ïimmel, die ver
en hadden van
n snoep in ont-
spreekt vanzelf,
maakte van al
Sint hartelijk
oen* de kleuters
knecht weer
zaal weer een
effen Nu waren
toen de voor-
i voordien aan-
en onder-
ter Schellinger,
deed blijken
iendelijke woor-
;n werden trac-
werden door
w De Geus en
zang- en to-
diet evenals die
smaak vielen
e piano-begelei-
en verlieten de
uur de zaal
r Hart nog een
tot het slagen
edragen, debur-
mate gel-
jnderwijzeressen
de fa Tromp
1 appels «n Piet
il tot corner,
goede kans
linnentrio wist
maken,
invallen kreeg
ingskans doch
>r de doelman
e rust sterker.
net een ver-
de Boys die
tstekend schot
;ond echter 'n
voor de Boys
Ikmaarse sup-
dig bleek dat
3ij na al haar
;t was hierna
s in de aan
spelen dach-
iing te zien
ir een kopbal
as gepasseerd.
B.-verdedigers
eiligdom van
houden,
india terug en
sbuiten vorm-
roor de Boys-
nvallen wer-
er groter in
was dusdanig
'ing niet voor
d.
)m leidde zeer
een enkele
ing, doch zijn
beheerst.
peelde DEM
en daardoor
l direct alle
anten tevoor-
vrouwe For-
id. Een hard
■n van DTS
paal beland-
n in het veld.
3e DTS-voor-
schieten ver-
Ie de aanval-
(soms) goed
ïrbij Dekker
om te doel-
eef evenwel
aldoende wist
ist schoot. De
stand. Na de
blauw-witten
en de weini-
en voor de
anjaard een
a grote moei-
ijes zijn club
door goed
juiste ogen-
ieten en kort
tweede doel-
eit beslecht.
30 van en
an Tervoort
een kopbal
leer in het
door beide
ie wedstrijd,
d. Weiden
sleid.
isdagavond
jdelijk op
ijk lichte
Morgen
bewolking
of regen,
r aanwak-
West en
i ÏT
n£ RUIME ilAL van het voormalige
Maliebaanstation te Utrecht ver
toont zo op het eerste gezicht wel
enige overeenkomst met de garderobe
van een grote stadstheater tijdens de
avondvoorstelling. Honderden jassen
rijen zich hier aaneen in alle maten»
soorten en kwaliteiten sommigen
onberispelijk van coupe en afwerking,
anderen oud en afgedragen met rafe
lige mouwen en smoezelige kragen.
Eén dingen hebben deze kledingstuk
ken echter allen gemeen: hun onbe
kende herkomst. Vondelingen zijn het,
stuk voor stuk. Die prachtige new-
lookmantel even zo goed als dat scha
mele kinderjasje. Ruim vijf en twin
tig honderd jassende oogst van
de laatste vijf maanden!
Ruim vijf en twintig honderd jassen.
En toch slechts een klein deel van de
totale voorraad goederen die hier, in
het centraal bureau voor gevonden
voorwerpen der Nederlandse Spoorwe
gen te Utrecht is ondergebracht. Uit al
le delen van het land stromen dage
lijks de vondelingetjes binnen va
riërende van ogenschijnlijk waardeloze
prullen tot kostbare sieraden of moei
lijk te vervangen kledingstukken. Tot
de meest gewilde artikelen behoren
handschoenen, tassen, hoeden, para-
pluiés en dassen maar ook mantels,
schoenen, muziekinstrumenten, fototoe
stellen, brillen en kinderspeelgoed zijn
veel geziene gasten op het B. G. V.
(bureau gevonden voorwerpen) te
Utrecht.
Ziet u daar al die gekleurde laden?
Iedere kleur voor zich duidt op een
bepaald voorwerp. Rood voor brillen,
groen voor pijpen, geel voor tabaksdo
zen, zwart voor sleutels, enzovoort; dat
vergemakkelijkt het zoeken, begrijpt
u. Ja, trekt u er maar eens een open.
Enorm, hé, die voorraad. En toch,
slechts de opbrengst van één maand.
Overigs bewaren ze hier in deze laden
alleen het zogenaamde klein-goed, de
bétere waar Vindt u verderop. Ja, deze
deur door, de heer Spieksma, het hoofd
van het B. G. V.. zal u wel voor
gaannou, wat zegt u ervan?
Er Is van alles.
AANVANKELIJK zeggen we niets,
zo verbaasd zijn we over hetgeen zich
hier aan onze ogen vertoont. Meters
hoge stellages van onder tot boven
afgeladen met alle mogelijke en on
mogelijke voorwerpen. Kijkt men
rechts, dan waant men zich in een
speciaal zaak voor regenschermen,
draait men zich om dan krijgt men
sterk de indruk in een vooroorlogs
magazijn voor herenhoeden verzeild te
zijn geraakt (zelfs hoge-hoeden ont
breken niet!) en doet men nieuwsgie
rig een paar stappen opzij, dan staat
men plotseling tussen een opeenhoping
van koffers en actetassen, die menige
handelaar in lederwaren in vervoering
zou brengen. Wij hebben daar echter
geen tijd voor, want de heer Spieksma
is reeds naar de volgende afdeling ge
drenteld en toont ons nu zijn voorraad
handschoenen. Kisten vol maar liefst!
„En dan te bedenken, dat er momen
teel iedere dag zo'n honderd stuks bij
komen", verzucht onze leidsman en
woelt doelloos met zijn handen door
de bonte sortering. Dan vervolgt hij:
„Ja, dat zit 'm veelal in het zachte weer
van de laatste tijd; 's morgens vroeg
stappen de reizigers dik ingepakt in de
trein maar tegen de tijd dat ze de
plaats van bestemming bereiken, heb
ben ze zich reeds lang ontdaan van
hun wollen dassen en dito handschoe
nen. Die rusten ergens in een vergeten
hoekje van het bagagenet en in negen
van de tipn gevallen liggen ze daar
nog als de coupé leegstroomt. Buiten
schijnt immers de zon en wie denkt
dan nog aan zulke winterse attributen.
Dassen, dassen....
Alleen aan dassen hebben we in de
maand November al duizend stuks
meer binnen gekregen dan het vorige
jaar. En weet u wat ons nu steeds weer
het meest frappeert? Dat de mensen
zelf niet weten hoe hun eigendom er
nu eigenlijk precies uitziet. Krijgen we
bijvoorbeeld een aanvraag binnen voor
een verloren shawl; staat er als ken
merk aangegeven; blauw streepje. La
ter blijkt het een grijs ruitje te zijn..
Natuurlijk, vergissen is menselijk,
maar op deze wijze wordt voor ons het
werk ontzaglijk bemoeilijkt. En wat
denkt u van een parapluie die als volgt
omschreven wordt, normaal model met
recht handvat. Alsof er niet duizenden
parapluies zijn die aan deze voorwaar
den voldoen. Vooral onze vrouwelijke
cliënten munten in dit opzicht uit door
onnauwkeurigheid. Hieraan is het voor
een groot deel te wijten, dat vele ge
vonden voorwerpen nooit meer aan de
rechtmatige eigenaar kunnen worden
teruggegeven en er kan dan ook niet
met genoeg nadruk op worden gewe
zen, dat men bij de. aangifte van een
verloren voorwerp de grootst moge
lijke nauwkeurigheid moet betrachten.
Waar we ons hier eveneens vaak over
verbazen is het feit, dat van vele ge
vonden voorwerpen helemaal geen aan
vraag binnen komt. Laatst nog kregen
we hier een koffertje waarin zich een
bedrag van ruim duizend gulden bleek
te bevinden. Een aanvraag bleef uit en
als niet toevallig de naam van de eige
naar binnen in de koffer vermeld was
geweest, wisten we tot op heden nog
niet aan wie het toebehoorde. Die eige
naar was er zo van overtuigd, dat zijn
eigendom was gestolen, dat hij zich
maar niet eens de moeite had getroost
om een aanvraag in te dienen. En zo
zijn er velen, meneer. Ruw geschat
waren er vorig jaar een kleine tiendui
zend mensen die absoluut geen moeite
hebben gedaan hun verloren gegane
eigendommen weer in hun bezit te
krijgen.
Openbare verkoop.
Wat er nu uiteindelijk met die voor
werpen gebeurt, die we niet thuis
hebben kunnen brengen? Wel, die wor
den in het openbaar bij opbod verkocht.
Nee, niet eens per jaar, maar eens in
de drie maanden. Ik zou me geen raad
weten als ik in dit gebouw de op
brengst van een heel jaar zou moeten
bergen. Denkt u zich maar eens
in. Vorig jaar alleen al: 12674
handschoenen, 6914 actetassen,
hoe^fn, 253% parapluies en zo
even
paar
6387
maar
door." In totaal 87648 stuks of gemid
deld iets meer dan 240 per dag, d.i. ge
noeg om een warenhuis mee te drij
ven. Meer dan de helft van deze om
vangrijke voorraad geraakte dankzij de
tussenkomst van het B. G. V. weer in
handen van de oorspronkelijke bezit
ters, maar het resterende deel bedroeg
toch altijd nog 42476 stuks.
Meer dan 42000 voorwerpen waarvan,
grotendeels door nalatigheid, laksheid,
gemakzucht en onnauwkeurigheid van
de verliezer, de herkomst niet meer
kon worden vastgesteld. We beschou
wen het weliswaar als een sport om
zoveel goederen terug te bezorgen,
maar ja, als de mensen zelf niet een
beetje meewerken, is het voor ons on
begonnen werk. Dit foto-toestel b.v.,
daar is een aanvraag voor binnen ge
komen, maar de eigenaar heeft verge
ten zijn woonplaats te vermelden. En
nu moeten wij maar zien uit te vissen
waar de goede man woontZenu
wen, meneer, niets dan zenuwen. Haast
je, rept je wordt zo'n formulier inge
vuld en dan is men nog verwonderd
als men er niets meer van hoort.
Een biliotheek.
Ja, die boeken daar zijn ook allemaal
gevonden; een complete bibliotheek
zoals u ziet en heus geen prutsroman
netjes. Alsjeblieft, drie exemplaren
van Gods Geuzen, Klop op de deur,
Ciske de Rat, Laars op de nek, enfin,
noemt u maar op. Bij ons is geen nee
te koop.-
Van dit laatste zijn we langzamer
hand ook overtuigd want de voorraad
goederen die hier in het B. G. V. te
Utrecht is samengebracht, is schier on
uitputtelijk. Zelfs 'kinderwagens ont
breken niet op het appèl. Hoe dat mo
gelijk is? Och, die worden eenvoudig
aan het een of andere bagagedepot af
gegeven en nooit meer opgehaald. On
begrijpelijk, zegt u? Inderdaad, maar
als u zoals wij eens een uurtje
tussen deze opeenhoping van vergeten
zakeri heeft gedwaald, vindt u zo
gauw niet meer iets „onbegrijpelijk"
want dan weet u ook, dat er zich on
der de voorraad gevonden voorwer
pen wel eens kunstledematen, krukken
en surrogaat-gebitten bevinden. En
hoe is dat nu te verklaren?
Een hevige sneeuwval legde het verkeer in New York lam. Een der moderne
sneeuwploegen, die de straten weer berijdbaar maakten, in actie in
Wall Street.
Ze schijnen zich best te amuseren op het eerste Kerstfeest van haar jonge
leven. De vierling Good, uit Bristol zit onder de mistletoe de kussen af te
wachten, die liefhebbende familieleden zullen komen brengen. V.l.n.r.:
Jennifer, Francis, Elizabeth en Bridget.
Belgische criiiek op
Nederland
(Van onze correspondent te Brussel)
Uit de pas gepubliceerde statistieken
van November 1948 blijkt, dat de zee
schepen, varend onder Nederlandse
vlag, in deze maand de eerste plaats
hebben veroverd in het havenverkcer
te Antwerpen, met 304.000 netto ton-
nenmaat. Groot-Brittannië volgde met
274.000 ton, Noorwegen met 195.000, de
Ver. Staten met 155.000 en Zweden met
133.000. Het is de eerste maal, dat de
Nederlandse vlag primus is in de grote
Scheldeliaven! Dit in België Antwer
pen uitgezonderd weinig opgemerkte
feit verdient even te worden aange
streept, vooral met het oog op de Bene-
lux-problemen en de bijzonder belang
rijke rol, welke de Benelux-havens, en
speciaal Antwerpen, hierbij hebben te
vervullen.
Naar aanleiding van deze Nederlandse
doorbraak werd echter in de „maritie
me" kringen nogmaals uiting gegeven
aan vrij „gemengde gevoelens" zoals
men dit diplomatiek pleegt te noemen.
Deze gevoelens werden voor het eerst
nogal onzacht geformuleerd tijdens do
recente algemene statutaire vergadering
van de Zeevaart-Federatie van Antwer
pen. De niet-ingewijde aanwezigen heb
ben daar velen met verbazing en on.
behagen moeten constateren dat men
in dit milieu lang niet mals meer is
voor Benelux; terwijl men er in 1945 en
1946 nog sympathiek tegenover stond,
was men in 1947 vrij sceptisch gewor
den en wordt er in '48 duchtig critiek
Casiricum
OPROEP VAN OE RIJKSPOLITIE
De groepscommandant der Rijks
politie alhier, Dorpsstraat 1 A, verzoekt
de onbekende dame die op" 9 December
1948 met een bus van de Naco, welke
om 16.10 uur uit Alkmaar in de rich
ting Haarlem vertrokken in die bus be
ledigd is geworden door een onbekende
man, zich in verbinding te stellen met
genoemde groepscommandant, die on
der telefoonnummer K 2518/208 is te
bereiken.
AVENHORN, 30 Dec. 1948. 720 kg
Spruitkool 15—44; 5050 kg Rode kool
7.6010.40; 4500 kg Gele kool 6.408.70;
2500 kg D. witte kool 5.40—6; 12300 Kg
Uien: grote maat 6.80—7.30, gew. maat
7.80, Nep 7.60—8.20; 4000 kg Bieten 1
6.70—6.80; 15600 kg Peen II 5.50, III
4.505.20 en IV 44.20.
5
Het uit 1672 daterende
«SiSSiil»!
j, bedevaartkerkje Maria-Licht bij Trune (Zwitser
land) is het slachtoffer geworden van een brand, die het inwendige totaal
^woestte. De brandweer stond zo goed als machteloos, daar het water
uit een ver afgelegen beek moet worden aangevoerd. Uiterlijk is aan
ouw weinig te zien. Wel valt de merkwaardige vorm van het
dak op,
IEDER VAN ONS hetzij persoonlijk of bij overlevering herinnert zich
de grote griepepidemie in 1918—'19. „Spaanse griep" werd de influenza toen
genoemd en talloze jonge mensen vielen er aan als slachtoffer. Bij velen be
stond de vrees, dat ook deze oorlog eindigen zóu met een dergelijke ramp.
Vooral het terugkeren van de grote menigte gedeporteerde arbeiders en over-
N levenden uit de kampen heeft de vrees voor
epidemieën gerechtvaardigd. Waarom deze zijn
uitgebleven, zal wel nooit verklaard worden
zomin als te verklaren is, waarom ae griep in
verschillende perioden verschillende complica
ties vertoont. In 1918 stierven de slachtoffers
dezelfde verschijnselen: foudroyante longontsteking
waarbij het hart het opgaf. In latere
Medische Brief
van dokter S. Joles
van de griep allen onder
met algemene vergiftigingsverschijnselen,
jaren ging de griep of influenza, die vrijwel elk jaar ons land en onze buur
landen bezocht, nu eens gepaard met verschijnselen van de kant der oren en
bijholten, dan weer stonden darmklachten op de voorgrond en sprak men van
buikgriep. Van longontsteking werd niet meer zoveel gezien.
Het is niet mogelijk, de keel afdoen-
J_|ET IS WEL ZEKER, dat we telkens
met een andere influenza virus te
maken hebben. Hoeveel soorten er be
staan. is nog niet bekend, een groot
aantal heeft men echter reeds kunnen
onderscheiden. Het is merkwaardig dat
elke epidemie haar eigen complica
ties heeft, de verklaring van dit ver
schijnsel zullen we aan de wetenschap
moeten overlaten. Wat ons interes
seert, is, hoe we ons het best tegen de
ze aandoeningen kunnen weren en nu
is het wel zo, dat ieder van ons zijn
zwakke plekken heeft en meestal ook
wel kent. Behoort u tot het type met
gevoelige oren, neus of keel, dan moet
u zich dubbel hoeden voor contact met
grieppatiënten tijdens eenepidemie,
die speciaal die organen als complica
tie aantast. Begint u zich grieperig te
voelen, wees er dan dubbel voorzich
tig mee, ga onmiddellijk naar bed en
wacht niet met de dokter te roepen
tot het al tot ernstige complicaties ge
komen is. De tegenwoordige genees
middelen grijpen namelijk een derge
lijk virus zo stevig aan, dat verwikke
lingen voorkomen kunnen worden.
Bij het begin van een griep, als
neus- en keelholten vol infectiekiemen
zitten, wil men nogal eens graag gor
gelen. Dit nu is niet altijd ongevaar
lijk. Van de keelholte loopt beiderzijds
de Eustachiaanse buis naar het mid
denoor. Door krachtige gorgelbewe
gingen wordt de ingang van deze buis
opengerekt en vinden de ziekteverwek
kers hun weg naar het middenoor
open. Ook bij het jonge kind, waar
die buis kort en relatief wijd is komt
de middenoorontsteking gemakkelijk
tot stand als infectie, die ir\ de keel
haar oorsprong heeft
de te ontsmetten. Veel pogingen daar
toe werden reeds ondernomen. Vroe
ger allerlei gorgeldrankjes, tegenwoor
dig kéelontsmettende tabletjes. Het
gorgelen heeft het boven beschreven
bezwaar, bovendien bereikt de gorgel
vloeistof de keel nauwelijks, zoals
door proeven met een kleurmiddel is
aangetoond. De in de mond opgeloste
Labletjes worden langs een midden
paadje doorgeslikt en hebben dus ook
weinig werking op de wanden van de
keelholte, nog minder op de neusholte,
die vol infectiekiemen pleegt te zitten.
Daarom is het bij een enigszins ern
stige griepinfectie wel zaak, het bloed
zo spoedig mogelijk te wapenen met
krachtige afweerstoffen, zoals die te
genwoordig in de sulphoyraeparaten
bestaan. Dit zijn chemische stoffen,
waar zwavel een belangrijk bestand
deel vormt. Overal waar de ziektekie
men dan door de wand van de lucht
wegen in het bloed trachten te drin
gen, wordt hun een halt toegeroepen.
Hetzelfde geldt voor darminfecties,
waartegen een dergelijk middel be
staat
Aan de andere kant zijn deze ta
bletjes geen dropjes. Ze hebben hun
bezwaren, tasten niet alleen ziekte
kiemen maar ook in sommige geval
len onze organen san.
Men grijpe daarom niet op eigen
houtje naar de „tabletjes", ook al zijn
ze vrij in de handel, zoals dat tegen
woordig nog al eens gebeurt. Men late
liever de keuze van het middel over
aan de dokter, die beter liet voor en
tegen kan afwegen-
op uitgeoefend, althans op de wijze
waarop de verwezenlijking* van Bene
lux voortschrijdt, want over het prin
cipe van samenwerking is men het nog
steeds volkomen eens met de regerin
gen. „Onze nationale leuze „Eendracht
maakt Macht", aldus voorzitter Peter
sen, lijkt in het raam van Benelux wel
te worden „Macht maakt Eenheid"..
Bij onze Noorderburen betekent gelijk
heid blijkbaar overheersing van hün
belangen".. En zo ging het nog een
hele tijd door.
„Zakelijk inzicht".
Wij hebben bij deze woorden on
willekeurig gedacht aan de legendari
sche neiging tot overdrijven van de
Antwerpenaar, vooral wanneer hij
zichzelf hoort spreken, en wij hebben
ons gewend tot een ander volbloed
Antwerpenaar, kenner van de haven,
enovertuigd Beneluxijn.
Onze zegsman onderstreepte in de
eerste plaats het feit, dat Nedei'land,
dank zij zijn zakelijk inzicht en door
zettingsvermogen, er in geslaagd is met
zijn koopvaardijvloot een benijdens
waardige plaats te veroveren sinds de
jongste oorlog, zij het ook dat de
concurrentie zich zal laten gelden. Te
Antwerpen hebben de Nederlanders
een eerste-rangs-positie veroverd. „En
dit is nu precies een zeer grote troef in
hun handen, omdat de Belgische eerste
haven de export -haven van het Westen
is, b.v. bijna 3/5 van de uitvoer-vracht
van alle havens van Frankrijk samen!
Welnu, Antwerpen, in tegenstelling tot
de meeste andere havens, stelt zijn ka
den en installaties open voor iedereen".
Kunt u misschien ook bepaalde
wensen formuleren?
Wel, de Antwerpse reders en za
kenlui zouden in de eerste plaats wen
sen, dat de Nederlanders onze haven,
in Benelux-verband, als één van hun
harens zouden beschouwen, er dezelfde
belangstelling voor zouden tonen als
voor Rotterdam of Amsterdam. De Ne
derlandse minister van Verkeer, de
heer Spitzen, heeft zich dezer dagen in
een interview op dezelfde wijze uitge
laten 5
Er is meer en zeg alsjeblieft aan
uw Nederlandse lezers, dat deze sug
gestie precies zo oprecht is, omdat ze
van een goed- vriend van „de Hollan
ders" komt: de Nederlandse reders
zouden naar onze meningbetere
psychologen moeten zijn. Willen de lui
van over de Moerdijk sympathie ver
overen te Antwerpen dan moeten zij,
méér dan totnogtoe het geval was, een
beroep doen op de specifiek Antwerpse
instellingen én ondernemingen; dan
moeten zij ook niet steeds bevoorrechte
tarieven vragen, de arbeidsmethodes
van Antwerpen willen wijzigen, of een
soort van monopolie opeisen ten nadele
van andere buitenlandse cliënten.
En ten derde verwachten de Ant
werpse havenmilieu's, dat aan het Ne
derlandse volk een beter begrip van de
betekenis van onze haven wordt bijge
bracht.
Maar heeft minister Spitzen niet
onlangs het voornemen geuit, te onder
zoeken of het Nederlandse publiek ge-
ncegzaaam is geëvolueerd om de
kwestie van de AntwerpenRijn-ver
binding opnieuw in studie te nemen?
Dit wijst toch op goede wil....
Zeker, en wij verheugen ons daar
over, evenals over andere recente be
wijzen van toenadering. Maar die ver
klaring heeft ons toch ook enigszins
verwonderd. Wij zouden willen vragen,
wat men reeds heeft gedaan om het Ne
derlandse volk te doen begrijpen,
welke diensten door Antwerpen worden
bewezen aan de Nederlandse economie,
hoeveel belang b.v. moet worden ge
hecht aan de vracht, door Belgische ex
porteurs betaald aan Nederlandse
scheepvaartmaatschappijen, omdat deze
uitgaven de Nederlandse betalingsba
lans ten goede komen? Wij hopen, dat
men het volk van over onze Noorder
grens duidelijk zal maken, dat Antwer
pen lang niet uitsluitend een concur
rent is voor Rotterdam, maar een zeer
belangrijke factor voor zijn eigen
voorspoed.
Wordt met dit alles rekening gehou
den, te 's-Gravenhage èn te Brussel,
dan kan Benelux op het terrein van de
havens een succes worden, maar er
mag niet mee getalmd worden".
Ongecorrigeerd
De „Daily Express" meldt, dat Brit
se geleerden er voor de eerste maal in
geslaagd zijn een robotvliegtuig te
doen starten, dat een snelheid van 1360
km per uur bereikt heeft, dit is 160
km sneller dan de geluidssnelheid.
De robot, een waar vliegend labora
torium, was uitgerust met geheime
toestellen voor een waarde van onge
veer 200.000 gulden.
De proef had een paar dagen gele
den plaats boven de Scilly-eilanden.
Het robot-vliegtuig, dat ongeveer 3
meter 50 lang is en 450 kg weegt, werd
met een meteortoestel gelanceerd. Het
vliegende laboratorium heeft aan zijn
basis alle reacties overgeseind, die
zich tijdens de vlucht in de diverse
boordinstrumenten hebben voorgedaan.
Van het lanceervliegtuig uit werd de
vlucht met dit robottoestel verfilmd.
Na een paar minuten werd het robot
vliegtuig naar het Kanaal geleid, waar
het is neergestreken.
De voornaamste organisatoren van
die proefneming zijn Sir Ben Lpcks-
peiser, hoofdingenieur bij het Ministe
rie van Bevoorrading, en de heren
Barnos Neville Wallis van de Vickers
Armstrong en Parring, directeur van
de Koninklijke Luchtvaartdienst.
Vliegtuig in V.S. stortte
brandend omlaag
Een DC-3 transportvliegtuig is bij de
start op een vliegveld bij Seattle (VS)
tegen een afdak gevlogen. Het toestel
is neergestort en in brand geraakt.
28 studenten van de Yale-universiteit
bevonden zich aan boord. Enkele in
zittenden zijn er in geslaagd uit het
brandende vliegtuig te ontsnappen.
„Lauweren op de wereldzeeën",
door H. G. Franks.
Bij de uitgevers Wyt te Rotterdam
verscheen een bijna 400 pagina's tellend
boekwerk onder de titel „Lauweren op
de wereldzeeën", van de hand van de
Engelse journalist H. G. Franks. De
oorspronkelijke uitgave dateert uit 1942
en werd later door de auteur voor Ne
derland omgewerkt onder de titel „Hol
land afloat". N. van der Stekvan Dijk
verzorgde een goede Hollandse verta
ling. Wij achten „Lauweren op de we
reldzeeën" daarom een belangrijk boek,
omdat het de gevoelens tot uitdrukking
brengt, die een Engelsman koestert ten
aanzien van onze marine en koop
vaardij. Niet altijd waren Engeland en
Nederland bondgenoten in de strijd. Wij
herinneren slechts aan de Engelse oor
logen. En daarom doet het goed, te con
stateren, dat men ook in het land der
zeevaarders bij uitstek, Brittannië, lof
heeft voor de prestaties, die onze zee
lieden in de loop der eeuwen wisten te
verrichten. Want dit boek bepaalt zich
zeker niet alleen tot de jongste oorlog.
Een groot gedeelte van het werk is
gewijd aan de historische ontwikkeling
van onze zeevaart, en aan de ont
plooiing daarvan in samenhang met de
groei van ons koloniale rijk. Voor ieder,
die belang stelt in onze koopvaardij en
onze marine, vormt „Lauweren op de
wereldzeeën" een aanwinst in de boe
kenkast.
A. M. de Jong „Kruisende
wegen".
In een attractief linnen bandje is bij
A J. G Strengholt's Uitgeversmij te
Amsterdam de vijfde druk verschenen
van A. M. de Jong's roman in vier
episoden „Kruisende wegen". Het feit,
dat hier voor de vijfde maal een
oplage van het verhaal onder het pu
bliek wordt gebracht is wel een bewijs,
dat de vraag naar het oeuvre van de te
vroeg gestorven de Jong levendig blijft.
Altijd tintelt in zijn werk het verlan
gen naar een nieuwe tijd, nooit ver
zuimt hij, te hameren op zijn aambeeld
van het socialisme, in welke vorm dan
ook. In Kruisende wegen zijn het de
beide Peters, Zanzi en Aremberg, revo-
lutionnair en koning, die tegenover
elkaar staan, die elkaar nooit zullen
benaderen, maar die toch zoveel ge
meen hebben. Zijn verhaal mag dan
wat onwaarschijnlijk zijn, de klassen
strijd mag dan wat van de scherpe
kanten verloren hebben, A. M. de Jong
blijft lezenswaard, óók deze vijfde druk
van zijn „Kruisende wegen".
„Wrok" door D. J. van der Laan.
De N.V. Leidsche Uitgevers-Mij. te
Leiden heeft een boek van de hand van
D J. van der Laan het licht doen zien,
onder de titel „Wrok". Met dit werk
heeft Van der Laan, een nieuwe ver.
schijning in de literaire wereld van ons
land meegedongen in Kruseman's ro
man-prijsvraag, waarbij de jury spe
ciale aandacht vestigde op het manus
cript. Van der Laan, die in zijn boek de
spanning beschrijft ontstaan tussen een
in zijn problemen onbegrepen ar
beider en de leiding van de fabriek,
waar hij wérkt, heeft een eigen stijl
ontwikkeld, ietwat stotend soms, wat
kort en abrupt, maar suggestief en
raak. Zijn karaktertekeningen blijven
weliswaar wat oppervlakkig, maar hij
stelt zijn problemen scherp en weet zijn
figuren tot leven te brengen. Het stof
omslag, dat het ingenaaide exemplaar
beschermt is foeilelijk. Geb'kki? dekt
een lelijke vlag in dit geval een lading,
die een belofte voor de toekomst in
houdt.
NIEUWS VAN LIEFTINCK
Bij beschikking van de minister van
Financiën is het tijdstip waarop de
verplichte zekerheidstellingen voor
belastingen, uiterlijk worden vrijgege
ven, zes maanden verschoven en nader
bepaald op 15 Augustus 1949. Dit is ge
schied, omdat voor 15 Februari nog
niet alle met een zekerheidstelling ver
rekenbare aanslagen kunnen worden
vastgesteld.