Hoe men slapende aan de kost kan komen
Waarzeggen 8$ voordeliger dan waarheid zeggen (2)
Eerst betalen, dan
de rest
LIED VAN DE WEEK
Afblijven
BEROUW KOMT
Amsterdammer takelde
twee vrouwen toe
NA DE ZONDE
Culiureel Nieuws
PODIUM'
Reis naar de blauwe
valleien
Dr. Beel op Paleis Soestdijk
p elijk Odysseus in de Oudheid Kiko-
'Jnen en Lothophagen bezocht, zo trok
Ik door Amsterdam. Maar de Griekse
held had de oren met was dichtge-
stopt, om de lokroep der Sirenen niet
te horen en mtfn bedoeling was juist,
van huis tot huis te trekken en zoveel
mogelijk indrukken op te doen. Daar
was'er al weer een: Professor Archi
medes, consult van 1010, ook 's Zon
dags. De „professor" woonde in een
deftige straat in een deftig huis en
hij was een deftig man. Met iets van
een patriarch over zich. Grijze lok
ken, een grijze sik, een doordringende
blik uit donkere ogen. Vanwege het
imponeren vermoedelijk.
Kom u binnen. Ik verscheen als vrij
gezel met mijn ring in de vestzak en
hoopte vurig, dat de professor de
„moet" in mijn vinger niet zou zien.
Dat was een gok, want de geleerde
man hield zich bezig met handlijn-
kunde, en studeerde ijverig in mijn
palm. U schrijft veel, orakelde hij en
niet met de hand maar met de ma
chine. En wacht evenja, ja, nu
zie ik het. U hebt een goede schrijf-
trans. Heus, „schrijftrans" zei de hoog
geleerde heer. En ik ben er nog niet
achter, of hij trans bedoelde of trance
Maar dat hij trant had willen
zeggen, stond voor mij vast en dat
maakte de waarde van 's professoren
geleerdheid wel heel problematisch.
De professor deed ook voorspellingen.
Hij zei, dat ik het met de schrijverij
nog eens ver zou brengen. Dat klonk
heel aangenaam en ik hoop, dat-ie ge
lijk krijgt, maar iedereen kan zoiets
zeggen. Alleen kostte het bij de pro
fessor anderhalve gulden. Voor het
overige gebruikte Archimedes inge
wikkelde woorden, veel en rap, maar
hitter weinig concreet. En steeds meer
begon ik mij af te vragen, hoe het
toch komt, dat er nog altijd duizenden
en duizenden zijn, die hun goede geld
spenderen aan dergelijke onzin. Om
het woord zwendel nfet te gebruiken.
Het volgend adres was op de Am-
stel. Ik had mij verzekerd van een
lange lijst, eenvoudig door de adver
tenties uit te knippen en te verzame
len. De Amstel is lang en krom en ook
in de vroege middag is er veel gerij
en geros op de hobbelige keien. En
soms komt er uit een nauw steegje een
onverwachte tram, die dwars over
steekt.
Op de hoek van zo'n steegje zou ik
alweer meer te weten kunnen komen.
Voor de deur, die bovenaan een hard
stenen stoep zat, stond een jongedame
in een bontjas met een sigaret in de
hand die „dag lieverd" tegen me zei
en de deur voor mij opende. Groot was
haar teleurstelling, toen ik een ander
doel bleek te hebben dan het hare.
En haar aanminnigheid verkeerde in
een half-gesiste uitdrukking, die begon
met „kale" en waarvan ik het slot niet
verstond, omdat ik een wachtkamer
binnentrad. Een gezelschap van drie
personen waèhtte daar op de dingen,
die komen zouden. En het was een
zeer heterogeen gezelschap. Een heer
met een kaal hoofd en dwalende kol
der-ogen bevond zich vis-a-vis met een
ietwat corpulente dame. Beiden ken
nelijk klanten, want hun gesprek had
kaarten en glazen bollen tot onder
werp. Het voor en tegen daarvan werd
met gedempte stem overwogen.
Onder een kaart aan de muur, waar
op de woorden: Als de bel gaat, de
volgende naar binnen", bevond zich
een vrouwtje, dat opgegeten werd door
de zenuwen en steeds haar blikken
schichtig afwendde van het doordrin
gend staren van een opgezette uil op
een boomstronkje in de hoek van de
kamer. Het enige raam van het ver
trek zag uit op een blinde muur op
vier meter afstand. Het vrouwtje had
zo duidelijk moeite om haar zenuwen
in bedwang te houden, dat ik mij af
vroeg, wat zij hier moest zoeken.
En opnieuw voelde ik het verkeer
de, het volkomen foute van practijken
als die door waarzegsters worden uit
geoefend. Mensen die moeilijkheden
hebben, behoren zich te wenden tot
iemand, die hen daaruit kan helpen.
Of dat in het ene geval een psychiater
is en in het andere een sociaal wer
ker, of wie dan ook, doet er niet toe.
Maar clairvoyantes zijn mensen, die
typen als dit vrouwtje helemaal over
stuur maken. Het goede mensje huilde
al bijna, vóór de bel was gegaan.
De een na de ander zag ik ze ver
dwijnen door de tussendeur. Soms
rammelde er een tram door de bocht
en dan stond de uil op zijn piëdestal
raar te wiebelen.
Ik besloot met deze dame een loopje
te nemen. Mevrouw had geen wel
luidende naam uitgekozen, maar ze
heette eenvoudig mevrouw Van den
Heuvel. Onverwacht bood zij me de
gelegenheid, mijn plan te volvoeren.
Hebt u misschien een bijzonder on
derwerp, waarover u wat wil weten?
Haar stem klonk honingzoet, maar haar
gezicht stond me niet aan. Ze staarde
ononderbroken langs me heen naar de
deur, alsof ze naar iemand keek, die
zich daar ophield. En zo sterk werd
die suggestie, dat ik neiging voelde,
m'n hoofd om te draaien. Toen zuchtte
ze diep en produceerde een paar
zweetdruppels, die op haar voorhoofd
kwamen parelen. Om me te laten zien,
hoe zwaar ze haar brood verdiende.
„Ja," zei ik, „of ik nog kans heb op
een behoorlijk baantje, want dat va
ren bevalt me al lang niet meer. En
solliciteren helpt niks".
Het staren werd intenser, haar han-
ALÖ DE E.EU GAAT
DE VOLGENDE.
NAAR &INMEN
MEVR
Ken kaalhoofdig heer met dwalende
ogen
den bewogen onophoudelijk en als een
pistoolschot kwam het antwoord:
„Maak u niet bezorgd, over een jaar
hebt u een prachtbetrekking aan de
wal". Ik wist genoeg. Opnieuw had ik
kennis gemaakt met iemand die met
een verkapte manier van oplichting
aan de kost weet te komen. Maar me
vrouw zorgde voor de spreekwoorde
lijke klap op de vuurpijl: Ze hield
haar handen stil, ze begon weer min
of meer gewoon te kijken en ze tipte
met een zakdoekje langs het voor
hoofd. En met een slim lachje, dat ik
feitelijk niet had mogen zien, (maar
dat ik toch opmerkte, want daar kwam
ik voor) zei ze: „Meer kan ik, niet
zeggen. Als ik opnieuw in slaap moet,
moet u nog een keer betalen". Dat was
0*
Gedachtig aan Lichtenherg's
spreuk: „Men kan in de wereld
wel leven van waarzeggen maar
niet van de waarheid zeggen",
hebben wij onze speurtocht langs
de dames en heren helderzien
den voortgezet. Bezochten wij de
eerste maal een dame, die haar
wijsheid putte uit een ring of
een ander voorwerp, later be
landden wij bij een professor,
die geïnspireerd werd door de
lijnen van de hand. Het heer
schap kon daaruit het karakter
aflezen. Maar wij wensten zijn
kunde bepaald te zien tot onze
toekomst. Die natuurlijk niets te
wensen overliet. Daarna was een
dame aan de beurt, die in slaap
viel en slapende haar kostje
ophaalde. In dit tweede artikel
kunt U over een en ander lezen.
me te kras en ik nam de benen. Maar
in de wachtkamer zaten nu zowaar al
weer vier lieden te wachten met een
gezicht of ze ter slachtbank gingen....
Ik meende dat ik thans wel voldoen
de gezien had van de georganiseerde
zwendel, die hier openlijk wordt be
dreven, maar ik besloot toch, nog en
kele andere adressen te bezoeken.
Want ik wilde toch ook het spelletje
met de kaarten wel eens zien, waarvan
habitue's van deze inrichtingen (en
zulke stakkers zijn er veel meer dan
men zou denken) zo hemelhoog wordt
opgegeven. En dus toog ik tot besluit
van mijn Odyssee naar een echte,
ouderwetse kaartlegster, die overigens
ook niet goedkoop was. Want het mens
rekende twee harde guldens voor haar
hokus-pokus.
Alhoewel reeds vele malen
In de kranten heeft gestaan:
„Mensen laat munitie liggen,
Blijft er af„ blijft er vandaan!",
Schijnt men het maar nooit te leren
Er. gaat er geen week voorbij
Of men leest van ongevallen,
'l Zij ver weg of heel dicht bij.
En het zijn niet altijd kinderen,
Die zo spelen met 't gevaar.
Ik zou werkelijk geneigd zijn
Om te schrijven: was 't maar waar.
Want vaak zijn het grote mensen,
Die, tot veler ergernis,
Met dit gruw'lijk moordtuig omgaan
Of het slechts wat speelgoed is.
Met een hamer en een beitel
Wordt zo'n projectiel gesloopt;
En men heeft dan de gedachte
Dat het wel zo'n vaart niet loopt.
Doch het resultaat is veelal,
Dat men later in de krant
Voorkomt in een advertentie
Met een zwart omlijnde rand..,.
Opgeschoten jongens, mannen,
Wie ge bent of waar ge zijt,
Laat je raden eer 't te laat is.
Spaar u zelf die narigheid.
Weet ge ergens soms munitie,
Blijft er met je vingers af,
Maar roep dad'lijk de politie.
Loop dan maar eens op een draf.
En als ge van dat tuig in huis hebt
Dan raad ik u dubbel aan,
Deze welgemeende woorden
Toch niet in de wind te slaan.
Denkt ook aan uw nabestaanden,
Aan uw kinderen, uw vrouw.
Dompel door uw eigenwijsheid
Hen niet nood'loos in de rouw.
In de oorlog hebben wij reeds
Narigheid genoeg beleefd.
Laat men nu dan maar eens tonen
Dat men er genoeg van heeft.
JABSON.
Op Zaterdag 9 October van vorig
jaar opende omstreeks het middaguur
een hevig geagiteerde vrouw het raam
van haar woning in de Govert Flinck-
straat 231 te Amsterdam en riep:
„Hulp, we worden vermoord". Twee
mannen, die zich op straat bevonden,
renden onmiddellijk het huis binnen
en troffen boven aan de trap de hevig
opgewonden en onder invloed van ster
ke drank verkerende 40-jarige ma
chinebankwerker J. J. Wentel aan, die
hun toevoegde: „De eerste de beste die
boven komt, sla ik zijn hersens in".
De buren liepen vervolgens de
straat op en alarmeerden enkele po
litieagenten. Enige minuten later ver
scheen de 24-jarige Annie Witmond,
hevig bloedend aan het gelaat, op
straat, gevolgd door de machinebank
werker. Deze werd vrijwel onmiddel
lijk gearresteerd en overgebracht naar
het politiebureau.
Gistermorgen diende de zaak voor
de Amsterdamse rechtbank. De ver
dachte barstte onmiddellijk in tranen
uit en zeide zich van het voorgevalle
ne niets meer te herinneren. Als eer
ste getuige verscheen de moeder van
Annie, die verklaarde, dat haar doch
ter geruime tijd met de verdachte had
samengeleefd, hem op 30 September in
de steek had gelaten en naar haar ou
derlijk huis was teruggekeerd. Twee
dagen vóór de steekpartij had ver
dachte hen opgezocht en Annie toege
voegd: „Je ontloopt mij toch niet, ik
snij je je hals af".
„Ik zal alles vergoeden".
Ter terechtzitting waren de beide
vrouwen zeer gebeten op verdachte.
Annie maakte van de gelegenheid ge
bruik om een civiele vordering tegen
verdachte in te dienen bij de presi
dent, mr. V. G. A. Boll. Beide vrou
wen moesten namelijk elf dagen in het
ziekenhuis worden verpleegd. Met
bloedtransfusie hielden de doktoren
hen in leven. „Ik heb er erg spijt van",
zei verdachte, opnieuw in tranen uit
barstend. „Ik zal alles vergoeden".
De officier van justitie, mr. H. J. van
Nouhuys, achtte poging tot doodslag
niet bewezen, omdat verdachte Annie
niet heeft trachten neer te steken, ter
wijl de moeder in de keuken was en
hij er dus gelegenheid voor had. Wel
achtte hij verdachte verantwoordelijk
voor het toebrengen van zwaar licha
melijk letsel.
Rekening houdend met de geestelijk
overspannen toestand, waarin W. ver
keerde. eiste hij anderhalf jaar gevan
genisstraf met aftrek van voorarrest.
De verdediger vroeg clementie. Uit
spraak op 4 Maart.
IJ IT DE LETTERKUNDIGE wereld be
reikten ons vele berichten. Zij die
willen meedingen naar de Reina Prin
sen Geerligs-prijs 1949, moeten hun in
zendingen vóór 1 Aug. zenden aan het
secretariaat Koninginneweg 121 boven,
Amsterdam. De deelnemers moeten op
24 Nov. 1949 tussen de 20 en 26 jaar oud
zijn. De jury wordt gevormd door me
vrouw E. Hugenholtzvan Lokhorst,
A. Morrien, A. van de Veen, Bert Voe
ten en H. Smeding.
De schrijver Arnold Zweig heeft be
kend gemaakt, dat hij het voornemen
heeft van de indruk, die het verwoeste
Berlijn op hem heeft gemaakt, een
kunstwerk te creëren. Maar eerst zou
deze gedachte tot rijpheid moeten ko
men. Zweig vertelde, dat hij de ge
beurtenissen uit het leven van alle dag
nodig had bij zijn scheppende arbeid
en zeide: „De kunstenaar leeft van de
vorm, want de vorm geeft het leven
aan het werk. Bij de intuïtie is er
sprake van kortsluiting uit het onder
bewuste in het bewustzijn".
In Parijs is de door Marguerite Jules
Martin gestichte „Societe de Posiëhaar
vijftienjarig bestaan herdacht. De mi'
nister van onderwijs Delbos. Francois
Mauriac. Emile Henriot en de Hertogin
de la Rochefoucault (schrijvende onder
de naam Gilbert Mauge) hielden toe
spraken.
In Tsjechoslowakije verschenen vorig
jaar 5970 boeken, waaronder ongeveer
1700 uit Frans, Engels, en Russisch ver
taalde werken.
Deze maand zal in de Sowjetunie het
feit worden herdacht, dat honderd
jaar geleden de eerste publicatie van
het episch gedicht over het Finse volk
de „Kalevala" verscheen. Ter gelegen
heid van deze herdenking zullen nieu
we uitgaven van het gedicht van de
pers komen, benevens een aantal stu
dies van Sowjetgeleerden. De jonge
toondichter Beiko Sinisalo schreef een
ballet over de Kalevala.
JN WENEN ZAL in Juni een inter
nationaal Bachfeest worden gehou
den waarvoor de beste Bachvertolkers
van de wereld naar de Oostenrijkse
hoofdstad zijn uitgenodigd. Wilhelm
Furtwaengler, Geunther Ramin, Bruno
Walter, Jehudi Menuhin, Gieseking,
Ginette Neveu e.a. zullen hun mede
werking verlenen.
Hanz Pfitzner zal binnenkort de uit
voering van zijn meesterwerk „Palestri
na" persoorlijk in de Weense Staats-
opera leiden. Hij heeft ook plannen om
mee te werken aan de „Salzburger
Festspiele". Op deze Festspiele zullen
ook dit jaar weer de bekende zomer
cursussen in alle vakken der muziek
en toneelkunst worden gegeven. Onder
de docenten zullen zich bevinden Ha-
rald Kreutzberg, die deze winter ook
in ons land succes oogstte met Qibsens
„Spoken".
Het Residentie orkest gaat in April
een reeks uitvoeringen geven in Man
Chester en Sheffield. Het Manchester
Halle orkest zal naar Nederland komen.
piLM. WARNER BROTHERS is van
plan een film over het proces-
Mindszenty te gaan maken. Deze film
zal naar de producers verklaren
van belang zijn voor de democratische
vrijheden, de godsdienst en de funda
mentele menselijke rechten.
De filmster Irene Dunne heeft een
diamanten kroontje ontvangen van de
Vereniging van Noorse Toneelschrij
vers voor haar bijdrage tot een beter
begrip van het Noorse volkskarakter in
de film „I remember mama".
Jn het grauw van de winteravond ver
rijst op het Amsterdamse Oudekerks-
plein de kerk. Onder en bij de kerk
ebt het sterk vertraagde leven van de
hoofdstad nog wat uit. Achter rossig
doorlichte ruitjes, aan de overkant van
het water, wordt surrogaat-intimiteit
beloofd. Het regent zeurderig en het
leven lijkt zwaar ontluisterd.
Maar daar is die kerk. Hij heet: de
Oude Kerk, en dat is een goede naam.
Hoeveel geslachten zagen die muren
en die toren, die ramen en die daken,
niet komen en niet gaan? Hoeveel stor
men raasden niet over de Oude Kerk!
Hoe weinig gelukkige mensen gingen
met blij opgeheven hoofd langs haar
muren voorbij, en hoeveel teleurgestel-
den en gedesillusionneerden slopen er
huiverend langs! Duizenden kinderen
speelden, op zoele zomermiddagen, in
de schaduw van de muren hun on
schuldig spel. Tienduizenden ontgoo
chelden en bedroefden liepen berooid
en triest langs die gracht en zagen op
't verstilde, mysterieuze water neer.
Maar die avond scheen licht door de
gebrandschilderde ramen van de kerk.
En met het licht vermengde zich het
kolken en ruisen van het oude orgel in
de Oude Kerk. Anton van der Horst
speelde op dat orgel. Vierhonderd jaar
geleden speelde op hetzelfde orgel in
dezelfde kerk Sweelinck.
pr waren niet zo heel veel mensen,
hoewel de man, die achter het kla
vier zat, hoog boven ons, een groot
meester in de orgelkunst was. Er luis
teren meer mensen naar filmmuziek
dan naar de muziek van het kerkorgel,
hoewel het kerkogel de moeder aller
instrumenten is.
In het gedempte licht van het kerk
interieur speelde de organist zijn mu
ziek. Het was er niet warm, eerder kil,
en ik huiverde in m'n jas, die ik om
geslagen hield. De kerk was ook zo
groot en er waren te weinig mensen
om zich aan eikaars nabijheid te ver
warmen.
Van der Horst speelde fuga's en toc
cata's van Bach. Hij speelde liederen
van Widor. En dan opnieuw preludia
van Bach.
Heel de Oude Kerk was, in de ogen
blikken der grote forti, een baaierd
van geluid, klank, muziek. Het golfde
en stroomde uit de pijpen van het in
strument, het spoelde en stroomde
langs de muren, de banken en het
dak. Die muziek was overal, op, over
en in ieder onderdeel van de Oude
Kerk, en het scheen, soms of de Kerk
zélf orgel was geworden. Ik geloof niet
dat er op de wereld muziek is, die een
mens onweerstaanbaarder meesleept en
buiten zichzelf doet keren dan de mu
ziek van het kerkorgel. Zij is oeroud
en wonderlijk jong tegelijk, en er is
niets dat in edelheid en voornaamheid
aan haar gelijk is.
Deze muziek doet vreemde dingen in
een mens, als hij zich neerzet om te
luisteren. Het was, die avond, alsof het
stof en spinrag van de vele uren daar
vóór weggeblazen werden op haar
adem. Ineens was er niets overgeble
ven van de droesem der verloren uren
en het verdriet om desillusies. De klan
ken van het orgel, soms één verrukke
lijk pianissimo, het fijnst, prilst en te
derst begin van geluid van een jonge
vogel in de lente, soms een aanzwel
lende storm, tenslotte orkanend van
muur tegen muur. een zee van klank,
die het hart van de luisteraar vult, vol
maakt, barstend vol. Dat zijn de ogen
blikken van een groot en wild geluk
om het mogen ondergaan van zoveel
schoons.
Je zit daar dan, ineengedoken in de
harde, matglanzende bank, en de storm
der muziek is boven je. naast je, achter
je, maar vooral binnen in je. Ineens
is alles anders.. weet men dat de
dingen van die dag veel minder be
langrijk waren dan je eerst meende.
Je probeert ze te herinneren maar ze
zijn zo ver weg.niet meer vast te
houden.ze zijn weggeglipt in de
spoelende branding van het orgel en ze
zullen eerst terugkomen als de betove
ring van het instrument, bespeeld door
de kunstenaar achter het kleine kla
vier van het grote orgel, verbroken
wordt,
Zulke ogenblikken wil je vasthou
den. Je zou willen blijven luisteren,
uur na uur, dagenlang. Net zo lang tot
je zou inslapen, toegedekt door die
muziek, en dan in die slaap van verre
nog steeds mogen luisteren.
Het is alsof het hart van een mens,
zijn ziel, het geweten (het geeft niet
hoe je het noemt) groter wordt, alsof
het gaat overstromen door herinnerin
gen die opwellen uit dat ontzaglijk en
onmeetbaar niets van alle herinnering,
die onbewust bewaard bleef. Er is de
weemoedige treurnis over de slechte
dingen, en er is de goede, milde her
innering aan die andere dingen die het
leven zijn fleur gaven, zijn glans en
zijn betovering. Verdriet over een
doodgegaan vriendje, vreugde over de
eerst ontvangen kus van het liefste
meisje. Wat melancholie over het leed
dat je moeder aandeed en de kleur van
blijdschap over het eerste thuisge
brachte geld. Weemoed over het voor
bijgaan van de laatste faze der jeugd
en een oud plezier bij de gedachte van
het opengaan van alle geheimen der
volwassenheid.
Dat alles golft en deint 'door elkaar,
zonder begin en zonder eind; al die
dingen die er altijd al waren, in het
binnenste binnenste van dat wonder
lijke hart. En nu breekt het baan.
het is niet meer tegen te houden..het
wil er uit.het wordt weer zichtbaar,
het dient zich aan, onweerstaanbaar,
tomeloos. En dat alles doet alleen het
geheim van de muziek van het orgel,
boven je; de muziek die om je is en
in je.
Wonderlijk, wonderlijk is die oude
muziek op dat oude orgel. Je zit en je
behoeft verder niets te doen dan het
geluid te absorberen. £>e klanken .op
gevangen door de antenne van het
menselijk hart, doen de rest. O, het is
onbeschrijflijk mysterieus.
Toccata en fuga! En héél het leven
keert terug, van de lichtblauwe val
len der jongste jeugd, toen we zweef
den over de hoogste toppen onzer ver-
bgeldingskracht, tot «da drassige moe
rassen der latere jaren, waarin we
vochten tegen de bittere werkelijkheid
der nadagen, en de eentonigheid van
een schamel heden.
Toccata en fuga.en alle windse
len, sluiers en beletselen die zich in
zoveel jaren rond het hart gewonden
hebben maken zich, één voor één, los
en men ziet zichzelf in benarde naakt
heid.
En dan is daar, ineens, hard en on
verbiddelijk, het einde van het con
cert. De stilte valt tussen de muren,
even onverwachts als een steen in een
zomerse vijver. Gestalten en schadu
wen richten zich op, er komt leven in
de jassen en de mantels, waaronder
zich mensen bevinden. En langzaam
verlaten die mensen de kerk.
Het is uit. De organist boven heeft
zijn muziekboeken gesloten. Hij gaat
naar huis. Hij zal wel moe zijn.
guiten staat, op het rossige Oudekerks-
plein, de kerk. Als een grauwe,
eenzame rots in de avondzee van de
stad. Het regent nog steeds en het is
nog stiller geworden.
Licht valt getemperd en warm ge
kleurd door de ramen van de Oude
Kerk, en het is met een bezwaard hart
dat men de gracht langs loopt. Naar
huis. Naar het leven, en de wereld.
Van binnen sluiten zich de schelpen
alweer over het hart dat even, een
kort ogenblik, openstond. De sluier? en
windsels wikkelen zich er weer over
heen en niets blijft achter dan de her
innering aan een paar wonderlijke, su
perieure momenten.
Donker dreunen de slagen van de
kerkklok over de stad. Er zit iets van
waarschuwing en vermaan in die klank
van brons op brons.
ge Oude Kerk heeft het mooiste orgel.
Het is 'n instrument waarop Swee
linck vierhonderd jaar geleden al zijn
Cantiones Sacrae speelde, zijn tocca
ta's. variaties, koraalvariaties en echo
fantasieën.
Er zijn meer kerken in de hoofdstad
en in verscheidene ervan worden orgel
concerten gegeven.
Waarom gaat ge niet eens luisteren?
Geen geloof aan eigen herinnering?
Geen heimwee naar die lichtblauwe
valleien.
ANTHONY VAN KAMPEN
D« (Ongure) Neonciev-
tholewméjis lj£t eruit.
Mevi heo fct viu ce vi ion,
gGv broertje ovitcH>kt
die een vee/ besthoöf
dew hoofd heeft. Gciok-
Kta,vyi<scs,r. VVh voelden
Oki=> t-Odn Oil zo qgde
pw iweevdi
t?,?êD F ï1 ,be kofcift'
^ZQ<a tvtlcf „.Weut -cJirOkWcN
toövrcriet. het ecu» oc
tooöv-w t)ta io wii Hel
voor zM. vostan
depone wen. a« «dw
kwfe-t Hort qold cU
«ui ew Idtttrn.
jn UJdteJ fdoi iti füelqië !iat)
neeri «Q*i astronoom OTf)
ui ouwe komeet ontdekt
vnct een mooie stOOvt
Mot dina &uist in de.
üuurt Vdvi de, kreott-
Duitse qeiearden h ebben
Suwrpqaot- Vices qoyyiadft,
Kdprtein 'D var R>or-
koh schudde, dekwois-
ten VcM-> mo kic.\ci\i's
ijoaD Eto-taviSi
Voov cle west Vcmt tsmtvi
le-vewt wsici evt hTv
Wie cl dit
I e«u tici
Het iSiAwitei l vevkoo rs, o v>q
lükkevi novri Qwteew \<a<£,w
H. M. de Koningin heeft gistermor
gen de Hoge Vertegenwoordiger van
de Kroon, dr. L. J. M. Beel, op het
Paleis Soestdijk ia audiëntie ont
vangen.
i