□oor Residentie Een verhaaltje van de Ooievaar Letterlijk opgenomen w nm&mzAmv tamsv» Prijsraadsel Herhaling Prijsraadsel Onze mededelingen O Q1 y> o ttfërde oplossing; Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur AVONTUUR Het toeval als ontdekker Het Radioprogramma Zo tussen Februari en April komen da ooievaars terug van hun lange ge> heimzlnnige reis, helemaal naar het andere einde van de wereld. Bij het in vallen van het gure jaargetijde zijn ze bet vorige jaar weggetrokken naar warme zonnige streken. Daar was voed sel in overvloed, toen hier in Neder land alles kaal en uitgestorven leek, een winters sneeuwkleed het land be dekte en wellicht sloten en plassen stijl bevroren waren. Maar kondigt de lente zich aan met de eerste warme dagen dan komen de mooie wit-zwarte vogels van verre, tot vanuit Zuld-Afrika weer terug naar hun oude nest in het kleine Nederland, duizenden en dui zenden kilometers ver van hun winter verblijf. Dan nemen ze weer bezit van hun vertrouwde horst op een oud wa genwiel, hoog op een dode boom of op het dak van een boerderij. Eerst is het mannetje aangekomen, als wilde het de toestand eens goed opnemen, voor het zijn vrouwtje laat overkomen. Na en kele dagen daalt ook moeder ooievaar op het nest en dan is het pas echt lente. Is het niet wonderlijk, dat zo 'n vogel zonder aarzeling precies het eigen nest, dat kleine plekje, kan terugvinden na die eindeloze tocht over vlakten en steppen, door dalen en langs zeeën, woestijnen en bergen? Wat wijst hem de weg op reis? Dat weten we niet Toch komt hij feilloos elk jaar naar dezelfde plaats terug, als hij tenminste niet op de lange gevaarvolle reis de dood vindt. Er zijn nesten bekend, die gedurende een eeuw, dus honderd ja ren achtereen, elke zomer bewoond waren. Nu kunnen ooievaars een hoge leeftijd bereiken, een zeer hoge zelfs, maar het is moeilijk aan te nemen, dat in deze gevallen steeds hetzelfde paar tje op het nest heeft gewoond. Zo 'n '-ouwsel van takken en kluiten, hoog in le lucht heeft vanzelfsprekend in de lange winter heel wat te lijden gehad. Het eerste werk na de terugkeer is dan ook het huis wat opknappen. Het voedsel aangedragen. Gelooft nu niet, dat het in hoofdzaak kikvorsen zijn, die als voedsel dienen. Kevers, sprinkha nen, hagedissen, rupsen, muizen en vis sen zijn een welkome buit. Natuurlijk moeten ook wel de kwakende lang benige springers er aan geloven. Men is het er nog niet over eens, of de ooievaar tot de n/.tige of tot de scha delijke dieren moet worden gerekend. In elk geval is deze schitterende vogel zulk,een sieraad voor ons landschap, dat we hem graag een enkel patrijsje of fazantje gunnen. Ook beweert men wel, dat hij het op jonge hazen gemunt heeft, maar dit zal zeker tot de zeld zaamheden behoren. Zijn de jongen eenmaal uitgevlogen, dan komen ze eerst nog elke dag terug op het nest. Spoedig echter raakt het gezin uit elkaar. In de nazomer verzamelen de ooievaars uit een landstreek zich voor de trek naar het zuiden. Eigenaardig is hierbij, dat de jongen, die toch geen en kele ervaring hebben van zo 'n lange reis, het eerst vertrekken. De mooie V-vormige figuren die men in de lucht wel bij ganzen en kraanvogels kan zien, schijnen bij de ooievaars niet voor te komen. Deze vogels vliegen ge heel op eigen kracht zo 'n afstand van een tien duizend kilometer. Goede reis dan uiver en tot ziens het volgend voorjaar. Van de vroegere Amerikaanse mi nister Root wordt de volgende aar dige anecdote verteld. Eens had hij een nieuwe knecht, een neger, in dienst genomen, die voor alles en al len de grootste eerbied had. Op een goede dag vroeg Root hem, waar de prullemand was gebleven. „Die heeft mijnheer Riley meegenomen" ant woordde de negerjongen. „Mijnheer Riley, wie is dat?" vroeg Root ver wonderd. „Wel, de knecht hier" gaf de jongen ten antwoord. Later vroeg Root de neger, wie toch het raam had opengezet b\j zulk koud weer. „Dat heeft mijnheer Jolson gedaan" was het antwoord. „Mijnheer Jolson; wie is mijnheer Jolson?" „Wel, de glazen wasser". „Hoor eens, je moet niet alle mensen met mijnheer aanspre ken. Noem ze bij hun voornamen. Ik weet anders niet, wie je bedoelt" sprak^Root Ongeveer een uur daarna stak de jongen zfln hoofd om de deur vqn Root's studeerkamer en riep: „Zeg, Billy, buiten staat een dikke kerel, die je spreken wil". Root, ver baasd over deze onverwachte uitwer king zijner woorden, stond op om naar de bezoeker te gaan. Die bezoe ker, de dikke kerel, wasPre sident Taft wijfje heeft hierbij de leiding, terwijl vader ooievaar de bouwstoffen aan draagt. Al gauw liggen nu een viertal eieren in het zacht beklede nest; groen achtig witte eieren, overdekt met speldeprikken, zou je zeggen. Die prik jes zijn echter poriën in de eischaal. Na «en maand komen de jongen uit; kale blauwachtige monstertjes, die snel op drogen tot pientere geelwitte donsjon gen met heldere kraaloogjes. Vanaf de eerste dag moeten ze al zelf aan de kost zien te komen. Ze worden niet gevoerd. De oude vogels, die op de jacht alles, wat ze vangen, dadelijk opslokken, geven hiervan 'n deel terug op het nest en de jonge ooievaartjes moeten maar zorgen, hun deel van de uitgespuwde massa te veroveren. An ders krijgen ze niets. Ze groeien even wel goed. Hun scherpe oogjes zien va der of moeder al in de verte naderen met voedsel. Dan geven ze hun vreug de door onbeholpen geklepper te ken nen. Hierbij leggen ze net als de ouden hun kop plat achterover op de rug en ratelen er lustig met de snavel op los. Behalve het klepperen maakt de ooie vaar slechts zelden geluid. Dat bestaat dan uit een soort gesis, dat men echter niet dikwijls zal horen. Na twee maan den zijn de jongen wel zo ver, dat ze een vliegtochtje durven wagen. Dag in, dag uit hebben de oude vogels kilo's Voor jongens en meisjes van 12 tot 16 Jaar Wij beginnen vandaag met de brief van Vera Stavenuiter. Wat gelukkig dat moeder weer zo goed opknapt, Vera. Ja, dat waren grote stenen, zeg! Hoe gaat het met Marietje? Coba Schermer, hoe vind je het boek? Ik hoop dat het naar je zin is, meisje. „Jackie", ik zal je nog schrijven. Bedankt voor je brieven. Marijke Bontekoning, ik kan mij voorstellen hoe je tegen die storm opgetornd bent. Gelukkig dat je net op het nippertje aan een nat pak bent ontkomen. Het lijkt mij verschrikkelijk als je vierhonderd dakpannen van je huis mist, want er zijn bijna geen nieuwe te krijgen. Gerdina Clay, je bent nu dus geïnstalleerd bij de „Vrije Vogels". Leuk hoor! Wat borduur je op de merklap? „Korenbloempje", ik weet niet of het andere Korenbloempje nog meedoet, maar ik zal het er maar op wagen om jou zo te noemen. Hoe is het nu met je. Heb je nog steeds last van de griep? Beterschap gewenst hoor en hartelijk dank voor de aardige tekening. Andries Stieltjes, hartelijk dank voor het zilverpapier. Heb je mijn brief ontvangen, Andries? Henk Nokkert, allereerst hartelijk dank voor de tekening, die ik heel goed vond. Wat maken jullie leuke dingen op school. Krijgen jullie les in handenarbeid? Kijk maar eens naar je verzoekje onder de mededelingen. Piet Mulder, ik heb nog niet gehoord dat er .sigarettenmerken werden gespaard. Wel lucifersmerken en sigarenbandjes. Corrie Boeree, jij mag met de raadsels voor jongens en meisjes van 12 tot 16 jaar meedoen. Anny van der Mey, ik zal mijn best doen om een correspondentie-adres voor je te vinden. Kijk maar eens onder de mede delingen, meisje. Pietje Molenaar, ja, 12 Maart was fout Het moest 6 Maart zijn. Hoe heet die club waarvan je lid bent geworden? Je vroeg mij of ik ook wel lid van een club ben geweest. Ja, dat is zo en ik vond het altijd erg ge zellig. Jij ook? Adrie Smit, je kimt alleen maar met het prijsraadsel voor jongelui van 12 tot 16 jaar meedoen. Met de raadsels voor de jongeren kun je geen prijs winnen, beste vriend. Hilly Jeurink, toe maar, jij hebt een stuk getippeld hoor. 15 kilometer is geen kleinigheidje. Je was zeker blij toen je weer thuis kwam. Wel bedankt voor de postzegels, Hilly! Annie Blom, het was keurig in orde hoor. Prettig dat je weer meedeed. Wim Bregman, har telijk dank voor de sigarenbandjes en de postzegels. Wij geven ze weer aan zieke kinderen, maar het is helemaal niet nodig dat je ze stuurt, hoor Wim. Alleen als je ze over hebt en er toch niets meer mee doet, wil ik ze graag van je hebben. Als je een postzegelverzameling hebt, kun je de dubbele zegels mis schien wel met andere jongens ruilen. „Winnetou", ja, die raadsels van de vorige keer waren lang niet gemakkelijk. Leuk, dat je nu zoveel kleine visjes hebt. Dat zal binnenkort gezellig worden in het aquarium. Je zorgt er zeker goed voor. Mia Scheepmaker, leuk waren die tekeningetjes bij je brief. Ja, ik weet wel welk raadsel je bedoelt, Mia. Het komt in orde hoor! Betsie Koe- leman, het raadsel was uitstekend opgelost. Hoe gaat het nu met je, Betsie? Schrijf je nog eens? Groeten aan moeder hoor! Trijnie Kaas, jammer dat je moeder nog steeds niet beter is, maar het is heerlijk voor haar dat jij thuis bent om haar plaats in te nemen. Volhouden maar, meisje. Als je zo eens een poos moeders plaats inneemt, merk je pas goed hoeveel moeder altijd moet doen. Wat leuk dat het truitje zo mooi is geworden. Ik wens je sterkte toe, meisje. Gonda Klitsie, jij wist zeker niet goed welke van de twee prijsraadsels je moest oplossen. Je mag met de raadsels voor jongens en meisjes van 12 tot 16 jaar meedoen, Gonda. Ellie van Veen, ik was ook blij met de postzegels, want wij sparen ze voor zieke mensen. Wel bedankt hoorl Greta van Veen, wat zag jouw oplossing er gezellig uit! Meggic Smit, dat was de vorige week dus geen beste wedstrijd tegen de „Foresters". Hoe kwam het dat er geen enkel doelpuntje werd gemaakt? Immie Glas, ik kan tot mijn sDijt geen ander woord van drie letters voor het woord „bedenkelijk" vinden. Kun je voor af zetsel soms het woordje „haag" gebruiken? Het boek was dus naar je zin. Daar ben ik blij om. Voor de postzegels dank ik je hartelijk, Immie! Lia Room, wat jammer dat Annie niet meer schrijft. Vraag haar nog maar eens of zij soms geen tijd meer heeft om te corresponderen. Ik zal dan een ander adres voor jou zoeken. Die arme Jenny heeft wel pech. Wil je haar beterschap toewensen en de groeten van mij doen? Hjda Metzelaar, bedankt voor je gezellige brief en de sigarenbandjes. Die verjaardag van jou was niet mis, zeg! Ik zal naar de gevraagde postzegels uitkijken, Lijda. Schrijf je nog eens over de uitvoering? Jongelui, de brieven voor ons volgende correspondentie-hoekje verwacht ik graag vóór Zondag 20 Maart. Allen hartelijk gegroet en tot de volgende keer! TANTE IET In het onderstaande vierkant moe ten vier woorden worden ingevuld, elk van vier letters. Op de bovenste rij, van links naar rechts: een ln zee vooruitstekend ge bergte. Op de tweede rij: de naam van een bekende, Nederlandse radio-omroep vereniging. Op de derde rij: een ander woord voor geneesheer. Tenslotte op de vierde rij: een open bare Instelling voor het vervoer van brieven, briefkaarten, drukwerken enz. Wanneer de hokjes goed zijn inge vuld, kun je dezelfde woorden ook van boven naar beneden lezen. De oplossingen kunnen voor Zon dag, 19 Maart worden gezonden naar het bureau van dit blad. Dit prijsraadsel zal de volgende week nog even worden herhaald. Onder de goede oplossers worden mooie boeken verloot. Voor kinderen van 6 tot 12 jaar. Vul in het volgende verhaaltje de ontbrekende woorden in. Ieder puntje rtaat er voor een letter.. Hier komt het verhaaltje: Twee jongens waren in de grote stad verdwaald. Zij kwamen langs de werk plaats van een en zagen er een groot paard. Een knecht nam een van het paard tussen zijn knieën en maakte er een onder. De jon gens keken er naar en liepen weer verder. Zij hadden honger gekregen en zagen in een winkel van een allerlei heerlijke dingen liggen. Er wa ren zelfs bbij met krenten er in. maar die kosten tien en zoveel hadden de jongens niet bij zich. Toen zagen zij plotseling het dat voor een kar van een groentenman was gespannen, die in hun straat woonde. Zij mochten op de zitten en kwamen zo gemakkelijk weer Hun vader was erg en stuurde ze naar omdat zij van waren weggelopen. De oplossingen kunnen vóór Zondag 12 Maart worden gezonden naar het bureau van dit blad. Er worden weer mooie boeken ver loot onder de goede inzenders. Annie van der Mey, Galgenweg 1, Beverwijk, vraagt een correspondentie adres. Zij is 12 jaar oud en haar liefste bezigheden zijn lezen en wandelen. Henk Nokkert, Lambertschaag, zoekt een correspondentie-vriend van 14 jaar. Henk houdt veel van knutselen. Bij Dinie Alberts Rozenstraat 22, Den Helder, is een poes aan komen lopen. Zij kan niet te weten komen wie de eigenaar is en zoekt er nu een goed tehuis voor. Het poesje is wit, met grijze vlekken. Wie wil het een tehuis geven? Het blijkt nodig om nog weer even iets over de prijsraadsels te zeggen. De „Jeugdkoerier" is deze-week voor jon gelui van 12 tot 16 jaar Alleen het prijsraadsel voor de kinderen van 6 tot 12 jaar wordt er even in herhaald. Het nieuwe prijsraadsel is dus natuur lijk voor de jongens en meisjes van 12 tot 16 jaar. De volgende keer is de .„Jeugdkoerier" voor kinderen van 6 tot 12 jaar en daarin wordt het prijs raadsel voor de ouderen nog even her haald. Ieder heeft kans om een prijs te winnen met het raadsel voor de eigen leeftijdsgroep, dus niet met het raadsel van de kinderen beneden 12 jaar en omgekeerd de kinderen beneden 12 jaar niet met het raadsel voor de ouderen. O. O o EEN PAK VOL SOP! De twaalf woorden die onder elkaar gezet moesten worden, waren: 1. Schipbreuk 2. Clown 3. Honing 4. Adam 5. Aardappel 6. Pachter 7. Heg (haag i 8. Echo 9. Rapport 10. Dal 11. Erker 12. Rups De eerste letters vormden het woord SCHAAPHERDER. Deze week werden de prijzen ge wonnen door: Iefle Bos, Dorpsstraat 104, Noord-Schar- woude (12 jaar). Andries Stieltjes, B63, Westwoud (13 j.) Jan Vrouwe, Burgemeester van Niene- straat 4, Uitgeest (12-jaar). Roelof Otten, Gladiolenstraat 17, Den Helder. Anne Blom, Overdiestraat 54, Alkmaar (15 jaar). Gefeliciteerd jongelui!! De prijzen worden toegezonden. 7. Arme Pim! Hij is even opge staan, omdat hij zijn naam hoorde roe pen en.... nu hij terugkomt, ziet hij tot zijn grote schrik, dat zijn bordje leeg is. Het eerste wat hij denkt is, dat zijn twee broertjes hem hebben beetge nomen. „Kom, doe niet zo flauw!" roept hij tegen Pim en Pom. „Geef me mijn brood terug!" Pam en Pom, die een eindje verderop zitten, kijken hem verbaasd aan. „Wat bedoel je? Wij hebben niets weggenomen". „Zo, en wie heeft het dan weggenomen hè?" roept Pim verontwaardigd. „De echo misschien", zegt Pam plagend en hij weet niet hoe dicht hij bij de waarheid is. Maar Pim luistert al niet meer en rent naar Moeder Woeffie. „Moeder! Pam en Pom hebben mijn brood afge- Fakt!" „Nietwaar, nietwaar!" roepen de beide anderen verongelijkt". Wij zaten hier en Pim daar". Opgewonden staan ze alle drie om Moeder Woeffie heen. 45 IN DE TJEERD ADEM A Bastiaan keek zijn meester een ogen blik verbaasd aan. Wat denkt u er van, mijnheer?" Ir. Steensma haalde de schouders op. ..Ik weet 't niet", zei hij nors en hij was ontevreden op zichzelf, omdat er daar iets gebeurde, dat hij niet kon verklaren. Op dat moment werd het, werk aan de voordeur gestaakt. ..Luister!" zei Steensma. Vanuit de verte klonk het geluid van regelmatige, langzaam naderbij komende stappen. Politie", fluisterde Bastiaan. Steensma knikte. Ze hebben 't ook gehoord", zei hij, „ze zullen ons wel een ogenblik met rust laten" 7,ware, regelmatige stappen, blijk baar afkomstig van twee mannen, kwamen naderbij en hielden voor het huis plotseling stil. Een man rende als een dolle de tre den van de stoep af. ..Ha!t!" riep een bevelende stem. Sta of ik schiet". Iemand rende weg in het duister. Er klonk een hartgrondige vloek en een paar zware laarzen beklommen da stoep. „Watzei Bastiaan onzeker. Hij kon de zin niet voleindigen, want met een forse greep werd er aan de knop van de bel getrokken. Het zware geluid van de grote koperen gangbei daverde door het huis. Op de bovenverdieping ging het pinchertje woedend te keer. „Zal ikzal ik de politie open doen, mijnheer?" vroeg Bastiaan. Waarom zouden wij verraden, dat wij hier achter de deur staan?" zei nij. „De politie moet ons tijd laten om wakker te worden. Bastiaan. Verdraaid vervelend, dat de officiële instanties er nu toch in gemoeid wor den. Dat kari toch ook niet in de be doeling van onze tegenstanders liggen. „Ik geloof dat we hun intellect toch overschat hebben, Bastiaan". De knecht keek hem besluiteloos aan toen er opnieuw aan de bel ge rukt werd. Wat moet er gebeuren, mijnheer?" Ik word wakker van de bel", legde Steensma uit. „Ik ben op mijn slaap kamer en kijk uit het raam. Wacht het maar even af, Bastiaan". Hij liep op zijn gemak over de dikke Iraploper naar de eerste verdieping, maakte daar de blinden van een vaam ■os en schoof het venster open. Een politieagent stond op de straat en keek naar boven. Een tweede, wie bij juist iets had toegeroepen, stond blijkbaar voor de voordeur. Vijf huizen verder doken uit het versmeltende duister de omtrekken van een geparkeerde auto op. De in brekers hadden blijkbaar geen tijd ge had de wagen in veiligheid te brengen. Steensma stak zijn hoofd buiten het raam. „Wat is er aan de hand?" vroeg hij met de onvriendelijke stem van iemand, die in een zoete droom gestoord is. „Wie heeft er gebeld?" „Ik mijnheer", zei een der agenten met een zware stem. „Er zat een ver dacht individu op uw stoep. Heeft u niets bijzonders gehoord?" „Niets, agent", antwoordde de in genieur met een stem vol verbazing. De tweede politieman daalde de stoep af en keek naar boven. „Men heeft geprobeerd het slot van de deur te forceren, mijnheel-", zei hij, „ik heb er een loper uitgehaald". Hij stak iets naar boven, dat in het duister vokomen onzichtbaar was. Als u even beneden wilt komen, kunnen we de zaak inspecteren, mijn beer", zei de eerste agent. „Ik kom!" beloofde Steensma, zijn hoofd terugtrekkend. Hij liep naar beneden om de voor deur open te maken, maar bleef hal verwege de trap staan.. Hü voelde, dat cr iets vreemds was in de situatie. Er zat Iets scheef en hij wist niet, Wat het was. Het leek alles zo volkomen logisch. Als hij in deze omstandigheden wei gerde de deur te ontsluiten, zou dat nodeloos de aandacht van de officiële instanties trekken. Deze politieman nen verwachtten vanzelfsprekend, dat hij.... Hij zag hun donkere figuren in ge dachten weer voor zich. Groot en fors met lichte plekken op hun uniformen, waar het maanlicht op hun uitmonste ring viel. Plotseling drong zich iets in zijn ge- dachtengang naar voren. Er was een kleine gebeurtenis, die als een vreemd stukje in een legkaart niet paste in de logische gang van za ken. De insluiper was gevlucht, de agent had hem bevolen stil le staan, maar ivas hem niet achterna gegaan. Hij had gedreigd te zullen schieten, maar had het niet gedaan. Het zou een schot in de nacht zijn geweest, een schot, dat tot gevolg zou hebben, dat vele ramen in de stille straat zouden worden opengeschoven. Een schot, dat jonkheer Van Waar denburg zeker niet wenste, maar dat evenmin paste in het plan de cam pagne van diens tegenstanders. Dan bestond dus de kans, dat dit geen mannen van het stedelijk corps waren. Dan konden het handlangers zijn van de mannen, die hier vannacht aan het werk waren geweest en hij Hij stond op het punt sloten, knip pen en een ketting los te maken en bereidwillig de deur te openen voor hen, die geen kans hadden gezien ze te forceren. Wat zou Herr Doktor zich vrolijk maken als hij hoorde, dat zijn tegen stander als de eerste de beste school jongen in de val was gelopen. Hij ging geluidloos naar zijn slaap kamer terug en stak vlug zijn hoofd uit het raam. De agenten stonden in afwachting bij de stoep. Twee mannen hadden zich in het duister tegen de gevel van het huis gedrukt. Haastig trok Steensma zijn hoofd te rug. Hij had genoeg gezien en begre non. Een ogenblik van onbedachtzaam heid en hij zou overmeesterd en weer loos in zijn huis zijn, nog vóór een der buren iets van het drama in deze af gelegen straat had kunnen vermoeden. In de hall vond hij Bastiaan bij de deur. „Zal ik nu openmaken, mijnheer?" vroeg de knecht met zijn hand aan de zware ketting. .Neen!" zei Steensma haastig. „Laat de deur dicht. Bastiaan, het is een valstrik!" „Denkt u, dat ze zullen schieten, mijnheer?" Wordt vervolgd. TN de film en het boek „Madame Cu rie" heeft men kunnen zien en lezen, hoe het onderzoekers-echtpaar na ja renlang experimenteren „op de drem pel" van de uitvinding stond van het radium. Maar een toeval leidde er toe, dat het kostbare element werd ontdekt en zijn dienstbaarheid voor de geneeskunde aantoonde. Op een der gelijke wijze ging het met de Rönt genstralen. In 1896 las een jonge dok ter in Wenen, dr. Leopold Freund, een verhandeling over Röntgenstralen, waarin stond vermeld, dat de Ameri kaanse uitvinder der stralen na zijn ontdekking zijn haar had verloren. Hoewel dit over het algemeen een echt-mannelijke kwaal is, besloot dr. Freund toch eens te beproeven of de Röntgenstralen het proces van de haar uitval had bespoedigd. Hij nam proe ven met het Röntgen-apparaat en kon na enig zoeken vaststellen, dat de stra len werkelijk invloed hadden op de onwlkkeling der menselijke organen en cellen en dat, bestraling een ge neeswijze zou kunnen worden, wan neer men de invloed kon berekenen. Daarmee was de Röntgen-therapie ont dekt. Lachgas. Ook de uitwerking van „Lachgas" werd door een toeval ontdekt: In het jaar 1799 was de Engelse scheikun dige Humphry Davy aan het experi menteren met een gas, stikstof-oxi- duul, toen een bevriende arts eens kwam kijken. Deze werd na inademing der dampen zo vrolijk, dat het wel leek of hij zich een roes gedronken had. Plotseling viel hij bewusteloos op de grond, maar ook toen had hl) plezier en voelde geen enkele pijn. Hlermeer was een nieuwe narcose-stof ontdekt, die later in verbeterde vorm de we reld zou veroveren. De naam „lach gas" had het te danken aan de „mop- pige"uitwerking. Insuline. Sedert enkele tientallen jaren ken nen we het bestrijdingsmiddel van suikerziekte: insuline. Een Canadese dokter Evans was er de uitvinder van, nadat reeds twee Duitse doktoren Mehringgen Minkowski het toeval hadden ontmoet. In 1889 deden zij de ontdekking, dat bij dieren, waarvan bepaalde klieren waren weggenomen er druivensuiker in de blaas kwam en zo ontdekten zij, terwijl ze zochten naar andere stoffen, de aanwezigheid van suiker. Ze wisten nu ook welke klieren bij de mens „geprikkeld" moesten worden om suiker in de urine tegen te gaan. Er fa altijd iets eigenaardige in beroemde ontdekkingen. Vete zijn het gevolg van jarenlange onder zoekingen, maar andere zijn het gevolg van toeval, een samenloop van omstandigheden. KoortemiddeL Het koortsmiddel „antifebrin" dankt zijn ontstaan aan een.... vergissing van een apotheker. Twee Straatsbur ger doktoren, dr. Hepp en dr. Cahn wilden in 1887 de werking van naph- taline op ingewands-wormen probe ren. De apotheger, die op hun voor schrift het middel bereiden moest, greep naar het verkeerde flesje en deed in plaats van naphtaline zoge naamde acctannilide in de capsules. Het toen geschapen middel bleek een voortreffelijk koortsmiddel te zijn. Het vnlcaniseren. De Amerikaan Goodyear had al vroeg de betekenis van caoutchouc aangetoond en de technische mogelijk heden daarvan ontdekt, maar nog al tijd bleek het -rubber niet tegen de hitte te kunnen. Tevergeefs zocht hij naar een preparaat om de caoutchouc te verduurzamen, totdat op een goede dag een pan met caoutchouc in een bak zwavel tuimelde. Toen de sub stantie weer opgevist werd, bleek deze voor technische doeleinden geschikt geworden. Daarmee was 't „vulcanise- ren" ontdekt. Goodyear deelde echter het lot van zovele uitvinders, kon geen financiers vinden, kwam in de gevan genis en stierf als een arm man. Al leen zijn naam zou later een wereld begrip worden. VOOR HEDENAVOND HILVERSUM I 301 m Nieuwsberichten om 7 8 en 11 uur NCRV: 6,15 CWV- kwarUer 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,15 Nederlandse organisten 7,30 Het actueel geluid 7,45 De Regerings-Voor- iichtingsdienst antwoordt 8,85 Program ma-proloog 8,15 Studio-Sleravond 9,30 Familie-competitie 10,05 De vaart der Volken 1.0,25 Schubert-cyclus 10,45 Avondoverdenking 11,15 Kopenhaags Radio Symphonie-orkest HILVERSUM II 415 m Nieuwsberichten om 6 8 en 11 uur AVRO: 6,15 Sport, praatje 6,30 „Les Gars de Paris" 7.00 Kobus kwint 7,10 Avro's avond school 7,45 Gramofoonplaten 8.05 In het Radio-Zoeklicht 8,15 Het Kamer orkest 9,10 De getemde feeks (Hoor spel) 10,15 Musicorda 10.45 Pijlers van Neêrlands welvaart 11.15 Gramo foonplaten VOOR VRIJDAG HILVERSUM I. 801 m Nieuwsberichten om-7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur NCRV: 8.15 Te Deum Laudamus 1,15 Met.ropoie- orkest 6,15 Plicht en voorrecht 6,30 Voor de Strijdkrachten 7.15 Geestelijke liederen 7,30 Het actueel geluid 7,45 CNV-kwartier 8.05 Programma-proloog 8,15 Nederlands Kamerkoor 8,45 Luis terspel 9,30 Zigeuner-orkest 10.00 Mr P Borst 10.30 NCRV-kwurtet - 10,45 Avondoverdenking - 11.15 Piet van Eg- mond (orgel 11.45 Gramofocmplaten HILVERSUM II 415 m Nieuwsberichten om 7. 8, 1, 6. 8 en II uur - VARA: 8,18 Oklahoma AVRO: t2,00 Piano en orgel 1,20 The Avroieans VARA 6.15 De Vara feliciteert 6.45 Muziek 7,00 Denk om de boch» 7,15 Dr H C Oelissen VPRO: 7,30 Nederland en <djn gewesten 7,50 Tien voor acht - 3.05 Zang en orgel 8,30 P Belshuizen spreekt 8,55 Zo juist verschenen VARA 9,00 Men vraagten wij draaien 9.30 ,.Het myserie van de Prinsengracht" (hoor spel) 10.00 Buitenlands weekoverzicht 10,15 Swing and sweet VPRO 10,40 „Vandaag" - '0.45 Avondwijding VA RA: 11,15 Dr W F Storm 11,30 Vrijdag- avond-condcrt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1949 | | pagina 5