La chartreuse
ChefarSKe,!-'
Van wie kreeg Schreieder de legitimatiefoto waar
door Vorrink en't Nationale Comité in de val liepen?
Bollenland krijgt bloemenfeesten
n
Geheimen rond het England-Spiel (Vil)
Kriminal-Direktor liegt welbewust en wij staan
voor een vraag, die van groot belang is
welke wijze kwam
Op
Van der Waals in dienst
van de S.D.?
De Laatste???
4 beroemde genees
middelen in 1 tablet
Tijdens en na de Paasdagen is er volop
van de kleurenpracht te genieten
Men moet het van de
export hebben
ZATERDAG 16 APRIL 1949.
QP 4 MEI zal de bijzondere raad van
cassatie zich bezig houden met de
zaak van de terdoodveroordeelde ver
rader Anthonius van der Waals, de
Rotterdamse electricien, die als V-
Mann van Joseph Schreieder zulke
verschrikkelijke slagen toebracht aan
het Nederlandse verzet. Het zal dan
meer dan een jaar geleden zijn, dat
het B. G. te Rotterdam, na een zitting
die vjjf dagen duurde, het bloed van
deze verrader vroeg voor het vele, dat
mede door zijn toedoen in bezettings
tijd vergoten werd. De behandeling van
deze geruchtmakende zaak te Rotter
dam kenmerkte zich vooral door de
grote zwijgzaamheid van de verdachte
(die later zelfs het doodvonnis met een
slim glimlachje aanhoorde) en door de
enorme welsprekendheid van zijn
vroegere chef, de „Kriminal-Director"
Schreieder, die, samen met de chef van
de Abwehr, Hermann Giskes, het Eng-
Iand-Spiel met de radiozenders speel
de.
Het proces kenmerkte zich voorts
door het feit, dat over het England-
Spiel op nadrukkelijk verzoek van
president mr. J. van Vollenhoven
vrijwel niet gesproken werd en door
het feit, dat de opgeroepen getuige-
deskundige, kolonel dr. J. M. Somer,
zich, hoewel hij gewapend was met
een tas, die uitpuilde van de docu
menten, volkomen op de vlakte hield.
„De Intelligence gaf weinig service,"
spotte de president! Dat was overigens
geen wonder. Kolonel Somer was in
Londen hoofd van het Bureau Inlich
tingen, dat met het hele E.-Spiel niets
te maken had. Waarom men juist hèm
opriep is een raadsel. Beter ware het
geweest als men generaal De Bruijne
of de officieren Lieftinck en Schilp
had opgeroepen. Of mr. Derksema,
onder wiens bewind te Londen het
E.-Spiel begon. Géén dezer mensen
verscheen echter voor het getuigen-
hekje. En dat heeft ons ten zeerste
bevreemd.
Vreemder was intussen, dat op dit
proces een paar van de allerbelang
rijkste vragen, die zich in het spion-
nagedrama naar voren dringen, een
voudig niet aan de orde kwamen.
Welke vragen? Hier volgen er een
paar: Hoe kwam Van der Waals in
contact met de SD. en wie was de
man, die hem bij de leidende figuren
introduceerde Op de Rotterdamse
zitting bleek ons,dat Gustav Koenig,
de man, die de eerste S.D.-relatie van
Van der Waals is geweest, zelfs niet
gehoord was. En dat terwijl men wist,
waar hp in Duitsland te vinden was!
En dat terwijl ons opsporingsapparaat
tientallen andere Duitsers, die bij veel
geringere zaken betrokken waren, in
dagenlange verhoren uitpompte. Dit
klemt temeer, daar het verweer van
Van der Waals grotendeels is geba
seerd op de (overigens door niets ge
steunde) stelling, dat hij in de waan
is gebracht voor de Britse Intelli
gence Service te .werken.
Zijn wij wel ingelicht, dan is thans
enkele maanden geleden bedoelde
Gustav Koenig eindelijk toch nog ver
hoord. Maar zijn verklaringen zijn vrij
onaannemelijk. Hij heeft namelijk ge
zegd, dat Anton van der Waals wel
drie of vier keer bij hem is geweest
om illegale werkers te verraden, dat
hij hem de eerste keren de deur heeft
gewezen(!) maar dat hij ten slotte zijn
chef Moelier heeft gewaarschuwd, die
daarna direct met Van der Waals naar
Den Haag is gegaan, waar Schreie
der hem op het eerste gezicht „be-
geistert" in dienst nam. Het wil
ons voorkomen, dat dit verhaal lich
telijk ongeloofwaardig moet worden
genoemd.
Vraag, die om antwoord
schreeuwt
Een andere belangrijke vraag is: Hoe
kwam Van der Waals aan de foto van
de in Londen vertoevende kinderen
van Meijer Sluiser, waarmede hij zich
legitimeerde bij de groep-Vorrink en
bij het Nationale Comité, welker ge-
zamenljjke leden op 1 April 1943 wer
den gearresteerd?
Aan de uit Zuid-Afrika gekomen ge
heime agent George Dessing was dit
portret uit Londen meegegeven; hij
won er (volkomen terecht) het ver
trouwen mee van Vorrinks contact
man Levinus van Looij, die journalist
was geweest bij de Arbeiderspers.
Maar Dessing kon, bij gebrek aan een
marconist, in Nederland niets uitrich
ten en hij ging via Frankrijk en Spanje
naar Engeland terug. Luttele weken
later penetreerde v. d. Waals met pre
cies zulk 'n portretje als legitimatie
middel, (en later gesteund door 'n ver
nuftige boodschap van radio-Oranje!)
in de genoemde verzetsgroepen: om
streeks dertig vooraanstaande Neder
landse politici, mannen van weten
schap en verzetsstrijders verdwenen
achter het prikkeldraad van een Duits
concentratiekamp.
Uiterst belangrijk is de vraag: hoe
kwam de verrader aan dat portretje?
Aan deze vraag (die een der sleutel
vragen is in het hele geheim van het
E.-Spiel) is men op het Rotterdamse
proces stilzwijgend voorbijgegaan.
Officieel heeft men er ook Schreieder
niet naar gevraagd. En toen, te elfder
ure, de „Kriminal-Direktor" zich toch
nog op Nederlandse bodem voor deze
vraag geplaatst zag, zei hij stotterend
zich er niets meer van te kunnen her
inneren.
Men zei hem, dat zijn geheugen al
tijd zó goed had gewerkt, dat hij zich
toch stellig dit uiterst belangrijke feit
uit zijn „carrière" moest herinneren.
En daarop noemde Schreieder de naam
van de agent, die het portretje uit
Londen zou hebben meegebracht. Nier-
meyer! En dat was een leugen. Dat
zullen we aantonen.
Het lot van een agent.
Willem Johan Niermeyer, die een
der slachtoffers van het E. Spiel zou
worden, werd op 2 Mei 1914 te Alk
maar geboren; zijn vader werkte bij
de Spoorwegen. In 1938 ging de fami
lie in Delft wonen, daar de vader toer
werd gepensionneerd. Wim was een
begaafde jongen, met litteraire aanleg.
Toen in 1940 de oorlóg uitbrak ver
toefde hij in Zweden; hij zag kans
naar Londen te komen en werd opge
leid voor geheim agent. Hij werd ge
dropt in het voorjaar van 1942 met de
speciale opdracht voor spoorwegspion-
nage, zulks in verband met het feit,
dazijn vader vele relaties had in
LIED VAN DE WEEK
Met meer dan alledaags plezier,
Span ik op deze dag mijn lier,
Omdat de distributiekaart
Verdwijnen zal van deze aard
En voor zover men het bekijkt
De laatste thans wordt uitgereikt.
7o sluit een periode af,
Die zeer veel stof tot klagen gaf.
Een tijd, waarin wij, zij aan zij,
Geduldig stonden in de rij,
Om bonnetjes voor brood en vet,
Voor het getraliede loket,
Waarachter zat een schare
Van semi-ambtenaren.
De tijd van zorgen en van leed,
Die men zo spoedig niet vergeet.
Vooral de hongerwinter, toen
iVe 't zonder eten moesten doen.
loen spek iets legendarisch was,
Men suikerbieten at en gras,
De boter veertig gulden deed,
e auto met een gaspot reed,
De kastelein zat zonder bier,
De teers waren van papier,
n s ag drie tienen deed per ons,
De vrouw een moord deed voor
een spons
En wij met surrogaten,
Steeds maar te knoeien zaten.
Atzo mag straks de vlag wel uit,
Als deze kaart wordt uitgeluid
En heel die bonnennarigheid,
Behoort tot de verleden tijd.
Ik wil besluiten met de wens,
Tot heil van elk weldenkend mens,
(Behalve van de zwarte piet
En soortgelijke parasiet)
Dat het ons zij gegeven,
Dit nóóit meer te beleven.
JABSON
Utrecht. Meer dan een half jaar neeft
Niermeyer in Nederland gewerkt. Zijn
zender stond bij een tante in de Okeg-
hemstraat te Amsterdam.
Londen heeft deze jongen zijn
spionnagewerk laten doen zonder hem
te voorzien van voldoende geld. Spion-
nage is nog altijd een duur soort ar
beid! Meer dan eens heeft hij Engeland
om geld gevraagd. En tenslotte kwam
het. Per container uit de lucht vlak
voor de voeten van Schreieder, die de
(per codebericht aangekondigde) zen
ding temidden van zijn gevolg op
wachtte op de nachtdonkere heide.
Schreieder vond-10.000 gulden in de j
batterij van een zaklantaarn en er zat
een nieuw persoonsbewijs voor Wim
Niermeyer bij met zijn portret er op
geplakt. Het was voor Anton van der
Waals toen een klein kunstje Wim
Niermeyer op te sporen en in de val te
lokken. Dit gebeurde in October 1942.
Niermeyer heeft nooit enige poging
gedaan om contact te krijgen met de
groep-Vorrink. Hij had daar ook geen
opdacht toe. En dus had hij er ook
geen introductie voor. Had hij die wel
gehad, dan zou hij zich, toen hij in
geldnood verkeerde, stellig tot Vor
rink hebben gewend. Niermeyer was
spoorwegspion en beslist geen agent,
die opdracht had voor het leggen van
politieke contacten.
Toch verraad?
Als Schreieder dus plotseling in
het nauw gedreven door een onver
wachte vraag beweert dat Nier
meyer het portretje der kinderen van
Meijer Sluiser bij zich droeg, dan liegt
hij bewust. Waarom doet hy dat?
Schreieder, di'e zieh iedere datum,
iedere naam en iedere bijzonderheid
haarfijn weet te herinneren, zou plot
seling niet meer weten hoe hij aan het
legitimatiemiddel kwam, waardoor hij
de groep-Vorrink en het gehele Natio
nale Comité kon gevangen nemen? Er
is niemand in Nederland, die dat ge
looft. Hier stuiten wij op een der waar
lijk grote geheimen van het E.-Spiel.
Moge de parienientaire enquête
commissie vooral niet verzuimen, in
dit mysterie licht te brengen. Hier
staan wij voor een der kernvragen,
welker oplossing wellicht van belang
is voor het obsederende probleem: was
er verraad in het spel en zo ja, door
wie is het gepleegd?
Bij griep, verkoudheid, tegen alle
pijnen enz., is CHEFARINE „4"
een bijzonder krachtig maartoch
weldadig middel, want het bevat
4 werkzame bestanddelen, stuk
voor stuk in de gehele wereld
al beroemd. Eén bestanddeel
Chefarox - zorgt dat, al is de wer
king zeer krachtig, zelfs 'n gevoe
lige maag niet van streek raakt.
TEGEN PIJNEN EN GRIEP - 20 TABL. f 0.75
j^Jaar de bollen.is een leus van elk jaar meer toeristen uit binnen- en buiten
land. Was het vroeger zo, dat jongelui uit Haarlem en Leiden en ook nog wel
uit Amsterdam en Den Haag op de traditionele Bollenzondag per fiets of door
middel van de blauwe tram naar de bloeiende tulpen en hyacinthen gingen
kyken, zodat het die ene dag dan ook afgestampt druk was op al die smalle
weggetjes buiten Lisse, Hillegom, Sassenheim enz., sedert de bevrijding is de
belangstelling voor de kleurige bollenvelden plotseling veel en veel groter ge
worden. Nu komen er niet alleen autobussen vol belangstellenden uit Leeuwar
den en Middelburg, uit Assen en Nijmegen, maar ook uit ^uik en Brussel, ja
zelfs uit Parijs en Londen. En men verbaast zich zelfs al niet meer over een
Deense en een Zweedse bus!
Elkeen wil naar de bollen om met
eigen ogen dat natuurlijke veldtapijt
te zien in al die bónte- kleuren, een
verrukking ook voor het reukor
gaan even groot als de mimosa van
de Azuren Kust! Nog niet zó vermaard
misschien, maar ook dat komt nog
wel, want men is nu in de bollen
streek gaan inzien, van hoeveel waar
de de propaganda is. Elk jaar wordt
er een millioen gulden uitgegeven om
de schoonheid van deze typisch-Hol-
landse bloemen te verkondigen.
Dat millioen dient echter niet zo
zeer om de buitenlanders naar de bol
len te halen als wel om de bollen
naar het buitenland te krijgen. Want
daar gaat het tenslotte om. Zeker, het
bezoek aan de streek wordt zeer op
prijs gesteld het brengt voor de
toeristische bedrijven geld in het laad-
je maar het is niet meer dan een
aanloop tot het eigenlijk doel, te we
ten: verkopen in dollars, in ponden, in
kronen, in franken. De 12.500 bollen-
kw'ekers, die ons land telt, verrichten
hun werk niet ter willé van de kre-
ten-van-verrukking der binnen- en
buitenlandse bezoekers en evenmin om
der dertigduizend gewone reizigers, die-
dagelijks tussen Haarlem en Leiden
passeren er rijden bijna honderd
treinen en een nog groter aantal bus
sen te behagen, zij doen dat terwil-
le van het prozaïsche bestaan, dat
schuil gaat achter de poëtische aan
blik van hun akkers. Zij moeten er
van leven, mèt hun gezin, en hun ar
beiders ongeveer even groot in aan
tal, de kantoorbedienden inbegrepen
eveneens. De welvaart van ongeveer
100.000 Nederlanders is afhankelijk van
de opbrengst der bollenvelden.
Die opbrengst heeft overigens wei
nig te maken met de handel in slingers
en snijbloemen, die allerwege langs de
wegen gedreven wordt, meest door
vrouwen en kinderen. Dit is bijzaak.
Het gaat om de handel in de bollen.
Dat is het eigenlijke product dezer
kwekers, niet de bloemen, die als
de korte drukte der toeristen voorbij
is bij schuiten vol naarde mest
vaalt gaan, opdat zij de groei dér bol
len niet zullen belemmeren.
Het vorig jaar heeft het Nederlandse
volk voor 1.350.000 gld. bloembollen
gekocht. Voor de bollengemeenschap
(van de groot-exporteur tot de jongste
baby van de eenvoudige arbeider) be
tekent dat 13.50 gld. per hoofd.
Het binnenlandse afzetgebied is dan
ook nog geen twee procent van het
geheel, want in datzelfde jaar is er
voor 74.470.866 gld.uitgevoerd. De
export had een omvang van 30.843.683
kg. Er is geen bedrijf in Nederland, dat
zo sterk van de buitenlandse markt
afhankelijk is als de bollenkwekerij
Een eenvoudige rekensom doet inzien,
IN VERBAND MET DE PAASDAGEN
ZAL HET EERSTVOLGEND NUMMER
VAN ONS BLAD DINSDAG A.S. VER
SCHIJNEN. DE DIRECTIE.
dat de opbrengst in 1948 rond 750 gld
per hoofd of 3000 gld. (bruto) per ge.-
zin heeft bedragen, alles in zeer glo
bale gemiddelden uitgedrukt. Wil men
in deze streek de levensstandaard van
1939 weer bereiken, dan moet de uit
voer tot 47 millioen kg kunnen worden
opgevoerd, waarvan dan de 'opbrengst
90 millioen gld. moet belopen.
Die opbrengst kan nog een stuk ho
ger, maar daar zijn twee dingen voor
nodig. In de eerste plaats zou Enge
land de invoerbeperking voor bloem
bollen (die in het deviezen-arme land)
op de luxelijst staan) moeten ophef
fen en in de tweede plaats zou Duits
land (waar bloembollen helemaal „non
essential" zijn, weer moeten gaan ko
pen. Komt het eenmaal zover, dan is
het lang niet uitgesloten, dat de op
brengst boven de 100 millioen gld.
uitkomt. En dan gaan de bollenmen-
sen zelf ook weer kleur in het leven
-ion, 'dat nu al die bloemenpracht ten
spijt, nog vrij grauw getint is
Engeland is overigens, ondanks de
daar geldende invoerbeperking, nog
altijd het belangrijkste afzetgebied (24
millioen gld); dan volgen de Verenig
de Staten (19), Zweden (9), Frankrijk
(6), Canada (2), Belgfe (2) en Zwit
serland 1.5). Al deze landen kopen
derhalve meer bloembollen dan Ne
derland zelf, Engeland zelfs 18 maal
zoveel, hetgeen niet alleen in absolute
maar ook in relatieve zin méér is.
Veel meer zelfs! Wie derhalve Holland
se tulpen in bloei wil zienmaar
neen, die tip mag ik u als rechtgeaard
Nederlander niet geven.
Trouwens, zo geconcentreerd als in
de bollenstreek vindt men de kleuren
weelde nergens ter wereld, zelfs niet
in Afghanistan, het stamland der tul
pen. Het gehele bedrijf is geconcen
treerd op een akkeroppervlakte van
7000 hectares; elke kweker heeft dus
ternauwernood meer dan een halve
hectare. Overigens is het een veeiver-
breid misverstand, dat het kweken
van tulpen, hyacinthen, narcissen en
crocusjes alleen zou geschieden in de
befaamde zeven gemeenten tussen
Haarlem en Leiden. Daar is precies de
helft bijeen te vinden; de helft, die
de vreemdelingen trekt. De overige
bollengebieden liggen in West-Fries
land (14 pet), in Kennemerland (11
pet), in de Anna-Paulowna-polder
iO peet), in het Geestmer Ambacht
(2 pet) en in het Westiand (2 pet). D?
overige 11 pet ligt over de rest van
het land, tot in Groningen toe, ver
spreid.
Centrum verplaatst zich
Haarlem mag zich gaarne de Bloe
menstad noemen, maar het centrum
der bollencultuur verplaatst zich hoe
langer hoe meer naar de dorpen. Te
Lisse bijvoorbeeld is het laboratorium
Compromis tussen
Roman en Film j
FILM IS ZICH IN DE LOOP DER JAREN meer en meer met de literatuur artistieke verantwoordelijkheid terdege matische geladenheid verlenen. En
gaan bezig houden en ook omgekeerd heeft de literatuur een steeds sterkere
greep op de film gekregen. Filmregisseurs blijken in steeds grotere mate een
neiging te ontwikkelen tot samenwerking met scenario- en dialogenschrijvers,
wier artistieke bekommernis zich in de eerste plaats richt naar het gebied der
letterkunde en minder naar dat der film. Deze samenwerking met mannen als
Jacques Prévert, Henri Jeanson, Pierre Bost, Pierre Véry en Charles Spaak
bewust is en blijft.
Christian Jaque deed het een, maar
liet het ander na. Hij noemde zijn film
naar de roman van Stendhal en zelfs
een verfilming van deze roman. Niette- T fC ch^rtJeusei de Par-
min verwaarloosde hij volkomen dat 1~"J
der deze beide elementen kan een film
het nu eenmaal niet stellen.
wat aan de roman karakter en waarde
verleende, maar puurde er voor zijn
om slechts enkelen der prominenten te noemen; deze neiging blijkt namelijk in film uitsluitend een romantische ge-
de Franse filmindustrie het krachtigst blijkt voor de ontwikkeling der film schiedenis vol avontuur, hartstocht en
als zuiver en zelfstandig uitdrukkingsmiddel een aanzienlijke sta-in-de-weg. De intriges uit. Daarmee verzaakte hij zijn
regisseur toont zich te sterk gebonden aan de literaire eisen, die de taal der verantwoordelijkheid als kunstenaar
- cue hem immers tot de erkenning had
filmbeelden overladen. (In dit verband mag Marcel Carne's „Les portes de la moeten leiden, dat hij zijn rolprent
nuit" als kenschetsend voorbeeld gelden). Omgekeerd ook nemen de filmprodu- slechts dan als een verfilming van en
eenten steeds meer hun toevlucht tot literaire werken met een voor de film- getiteld als „La chartreuse de Parme"
kunst als zodanig al even bedenkelijk resultaat. had mogen uitbrengen, wanneer hij het
essentiële uit de roman, namelijk niet
J^OMANVERFILMINGEN zijn aan de werken bespaart, wanneer er een mo- de avonturen, de hofbals, liefdesver-
j- -i_ j «7__, T-_ gelijkheid bestaat het werk pasklaar wikkelingen en intriges, maar de merk
in beelden voprgezet te krijgen.
orde van de dag. Werken van Ho-
noré de Balzac, Stendhal, André Gide,
Raymond Radiguet, Albert Camus, Ni
gel Balchin, Graham Greene, e.a.- le
verden stof voor diverse films. En ook
hier blijkt hetzelfde gevaar: de literaire
materie is in de film weliswaar te ver-
£)EZE OPMERKINGEN het pro
bleem. dat uit de verhouding film en
literatuur oprijst is hiermee nog slechts
waardige scherpe en bijzonder door
dringende karakterontleding (waarme
de Stelidhal in 1839 zijn tijd ver voor
uit bleek te zijn) als essentieel ook in
de film had gehandhaafd.
Hij deed het niet, maar ontleende aan
werken, maar hierbij zal de literaire yggg uangeduid blijken ten sterkste Stendhal s „La chartreuse de Parme
-7-.„1 /l/\ -Pi 1 w,iTr,/rïn„7\i4/-\ in fziin 1A J,.: J J J1-
geest de filmregisseur te sterk in zijn
uitingsmogelijkheden beknotten. Hij
kan dan wel de sfeer van het literaire
werk veronachtzamen, maar zijn film
kan desondanks vrijwel nooit aan twee
slachtigheid ontkomen. Dit ligt ook
voor de hand: roman en film hebben
veel met elkaar gemeen maar zijn
daarentegen ook zozeer aan elkaar we
zensvreemd wat betreft psychologie
var conceptie en compositie, structuur
van karakter- en - atmosfeer-opbouw,
aard en middelen der directheid waar
mede beide zich richten tot het indi
vidu, lezer of toeschouwer, dat een
compromis hoe dan ook voor beide
elementen, literatuur en film. niet zon
der schade te verwerkelijken is. Aan de
andere kant is de romanverfilming in
zwang, niet in het minst ook door de
geestelijke instelling van het publiek,
dat als altijd de weg van de minste
weerstand kiest en weliswaar bekend
wil raken met een literair werk, dan
wel zijn herinnering eraan wil ver
levendigen, maar zich graag de geeste
lijke inspanning v« feet lezen en ver
van toepassing op de film „La char
treuse de Parme", een recent werk van
de regisseur Christian Jaque, dat thans
in Nederland in omloop is gebracht.
De film is gebaseerd op de gelijknami
ge roman van Stendhal, maar heeft in
feite met dit werk weinig meer ge
meen dan de hoofdpersonages en enke
le situaties. Nu moet men (onzes in
ziens althans) aan de filmregisseur
vooropgesteld, dat diens artistieke be
doelingen zuiver zijn steeds het
recht toekennen tot een vrije keuze
van zijn filmstof. Wanneer hij die stof
mocht ontdekken in het een of ander
erkend meesterwerk daargelaten of
dit nu een muzikale compositie, een
werk van letterkundige aard of een
uiting der beeldende kunsten betreft
zal hij ook dan de vrijheid moeten
hebben aan dat meesterwerk die inte
grerende elementen te ontlenen, die hij
voor zijn film nodig meent te hebben.
een onbeduidend en goedkoop scenario.
Daarmee deed hij niet alleen Stend' al
te kort, maar ook zichzelf. Want Chris
tian Jaque is een regisseur met buiten
gewoon talent, een man, die zijn vak
tot in de perfectie verstaat, maar voor
al ook een man van verwonderlijk gro
te artistieke begaafdheden. Des te meer
kan men het dan betreuren, dat deze
regisseur de grootse verwachtingen die
hij wekt, niet waar maakt, doordat hij
enerzijds hoog reikt, maar slechts grijpt
wat beneden zijn niveau ligt. „La char
treuse de Parme" werd een tweeslach
tige film, een compromis tussen roman
en film, aarbij zoals werd aange
toond de roman te kort werd gedaan
(niet slechts naar de materie maar voor
al hetgeen van belang is naar de
geest) doch evenzeer de film. Want in
een streven om althans de literaire
sfeer te behouden door een bijzondere
zorg voor détails (tegemoetkomend zo
me" niet alleen aanleiding tot nega
tieve critiek. Bij het zien van deze film
komt men zijns ondanks toch ook
weer tot de conclusie: „bon sang ne
peut mentir" de ware aard verloo
chent zich niet. Men kan hier niet voor
bijzien, dat er een uitzonderlijk knap
regisseur aan het werk geweest moet
zijn. In de opbouw van zijn beelden
bijvoorbeeld weet Christian Jaque een
bijzondere schoonheid te leggen, zijn
zin voor een uitdrukkingsvol beheersen
van licht en donker herinnert aan de
vroegere bloeitijd der Franse film. De
atmosfeer die hij vermag te scheppen
is subliem en van zijn acteurs weet hij
opmerkelijke prestaties af te dwingen.
Gérard Philipe die zich naam ver
wierf als de mannelijke hoofdrol in „Le
diable au corps" Renée Faure en
Maria Casarès leverden hier drie be
wonderenswaardige creaties, die elk voor
zich verdienen langer in de herinnering
te blijven, dan het filmverhaal waaruit
zij geboren werden. Dat hun typeringen
hier enigszins het contact met dit film
verhaal missen, kan men hun moeilijk
aanrekenen, daar de regisseur (te zeer
onder de invloed van de onder zijn ver
antwoordelijkheid werkende scénario
schrijvers Pierre Véry en Pierre Jarry)
naliet deze karakters en dit filmverhaal
een hechte psychologische fundering te
bezorgen, doch zich daarentegen liet
leiden door een ongeremde neiging tot
het spectaculaire. „La chartreuse de
Parme" (waarvoor Hayer uitnemend
camerawerk leverde) werd zo welis
waar een film, die ondanks haar ver
onachtzamen van Stendahls geest en
ondanks haar middelmatige scénario
gerekend mag worden tot de betere
klasse der Franse productie, maar
niettemin ook een film, die op essen
tiële punten dermate de roos miste,
dat zij als uiting van filmkunst toch
aan Stendhals sterk naturalistische in
Met nadruk blijve hier vastgesteld, dat siag) verwaarloosde Christian Jaque in ver beneden de maat blijkt. En dit ai
deze vrijheid alleen dan kan gelden, zjjn f;ira het tempo en vooral ook de tezamen is te meer teleurstellend,
wanneer de filmkunstenaar zich zijn factoren, die aan een rolprent een (Vft*-
voor Bloembollenonderzoek gevestigd
onder leiding van prof. dr. E. van
Siogteren, 's werelds beste kenner van
de verschijnselen, die zich op, in en
aan bloembollen kunnen voordoen.
?,ijn grootste verdienste bestaat in
het opsporen en bestrijden van scha
de berokkenende ziekten, maar zijn
ineest-spectaculaire werk is het kwe
ken van gestreepte tulpenvariëteiten
met behulp vanluizen.
Lisse heeft voorts het plan om een
peimanente voorjaarstentoonstelling in
te richten in het Keukenhofbos, dat
over een oppervlakte van 16 hectaren
zal worden omgetoverd in een bloe-
menparadijs en dan tijdens de bloei
periode toegankelijk gesteld zal wor
den. Het is voor dit doel beschikbaar
gekomen; men zal van 1950 af ten
minste tien jaren achtereen alles, bij
elkaar kunnen vinden wat de bellen-
streek biedt en dan nog wel onder de
best denkbare omstandigheden.
Hillegom bezit een bloembolïende-
monstratietuin, die onder' auspiciën
staat van de Algemene Vereniging
voor. Bloembollencultuur. Hij is gevcV-
tigd op de oude buitenplaats „IVes-
long", even buiten de kom. die even
eens in 1950 in gebruik zal komen. Tïij
beslaat anderhalve hectare; een klein
park derhalve, waar honderden soor
ten bijeengebracht zullen worden,
compleet met naambordjes.
Bloemenfeesten
Sassenheim zal dit jaar tezamen
met Hillegom en Lisse op Zaterdag 23
April een bloemencorso houden; de
optocht zal gedurende meer dan drie
uur door de dorpen trekken. Het
symphonie-orkest van Nancy, Frank
rijk, zal die dag een concert geven.
Warmond, Lisse en Noordwijker-
l out houden wedstrijden in het leg
gen van bloemenmozaïken. terwijl
men van Lisse uit tochten per
trekschuit kan maken.
Voorhout bouwt, geheel uit bloemen
het huisje van Hans en Grietje, waar
men echte pannekoeken zal kunnen
eten.
Noordwijk ten slotte, de bloemen-
badplaats, houdt op 28 April een feest
ter gelegenheid van de aankomst der
deelnemers aan de Rallye des Tulipes,
een autowedstrijd in de geest van de
Rallye de Monte Carlo. Om tien uur
's ochtends zal de bloemenkoningin
'het feest openen in het dan uitbundig
versierde dorp.