Zon aardig Bingham ontmaskerde drie Nederlandse spionnen, twee hunner werden in Londen opgehangen Er kwam een einde aan de droppings Raad en Daad nu naar ;rvatorium SCHAGEN Maandag Mei 1949 RUILEN m Geheimen rond het England-Spiel (9) De man, die vals beschuldigd wordi, deed uit nemend werk voor de geallieerde oorlogsvoering Seymour Bingham r Koninginnedag 't Is feest in de dorpen en feest in de steden, In kluis en kasteel, ja in ieder gezin. 't Is vreugde, omdat Koningin Juliana Haar eerste verjaardag thans viert als vorstin. En waar zich ook Hollanders mogen bevinden, Te land, of ter zee of hoog boven de aard, Daar klinken de tonen van 't oude Wilhelmus, Omdat Koningin Juliana verjaart. Hoe warm wordt ons hart als wij gaan door de straten, Daar wappert het feestelijk rood, wit en blauw, Waarboven de zon op haar mooist staat te stralen, Een dag als vandaag, naar traditie getrouw. En boven de huizen de zingende torens, Die spelen hun wijsjes met vrolijke vaart, Ter ere van Haar, Koningin Juliana, De moeder des Lands, die op heden verjaart. Nu trekt de muziek langs de straten en pleinen, Een kleurige, fleurige, vrolijke stoet. En waar zij verschijnt gaan de huisdeuren open En wordt zij door ieder met vreugde begroet. Daar achter de jeugd, in een vrolijke deining, Met mutsen en toeters, naar Hollandse aard, In feest'lijke stemming haar liederen zingend, Omdat Koningin Juliana verjaart. Ja thans is het feest in de dorpen en steden, Wij voelen vandaag weer de innige band, Die tussen Oranje en Neerland gegroeid is, De band, die in oorlog en vrede hield stand. God spare nog lang de geliefde Vorstinne, En houde ons dicht om Haar troon heen geschaard. Oranje-en Neerland, dat blijve de leuze, Nu onze vorstin, Juliana, verjaart. JABSON. HOE somber dit gegeven ook mag zijn, de film heeft niet het negati visme tot leer verheven 'en heeft wel degelijk een positieve ondertoon. Zij dwingt tot bezinning op wat essentieel is in het leven van de jeugd: gezin, levensvreugde en -vertrouwen. Dat de film juist dit onderwerp van rampza lige triestheid aanvaardde, vindt zijn verklaring in het feit, dat de hier naar voren gebrachte gevoelens inhaerent zijn aan en essentieel voor deze na oorlogse tyd, die aan de jeugd geen EMIGREREN? ZATERDAG SO APRIL 1049 uwe textielpunten dig verklaard drieasen. tspel en school- het hoofdvak ILFEGB vereist MUZIEK duurt 'rosp. en inlich- Bachstraat 5. ername aangeboden: boekenkast met iren; 1 boekenkast vuren gebeitst; 1 (niet verstelbaar) te babycommode ■lacqué)koelkast ïw ijs, originele fri- voort 13. wil HITURBOER- ruilen tegen des® DONHUIS op hoge md. Direct of a.s. ■en onder no. A 396 van dit blad. IERSPROETEN- CREME. VRIESIA, V DE VRIES, KMAAR. LEF. 3873. /I) [)E CHEF VAN HET RIJKSINSTITUUT voor Oorlogsdocumentatie, drs. L. de Jong, heeft samen met zijn eerste medewerker, dr. A. Cohen, een autotocht van 4250 kilometer kris-kra» door Duitsland gemaakt op jacht naar documenten uit de bezettingstijd. En toen hjj dezer dagen, doodver moeid maar voldaan, terugkeerde, kon hij als een der belangrijkste resul taten van zijn onderzoekingen mededelen, dat hjj, voor wat het England- Spiel betreft, over voldoende gegevens beschikt om de verhalen van majoor K. de Graaf (Noël de Gaulle) en mr. Van der Starp, die beweren, dat het verraad in Engeland heeft gezeten, naar het rijk der fabelen te verwijzen. De desbetreffende documenten zijn direct aan de Parlementaire Enquête commissie ter hand gesteld. En daarmede is dan wel buitengewoon snel en op zeer ongedachte dij ze van gezaghebbende zijde de juistheid onzer artike len bevestigd, waarin wij het opnamen tegen de ongefundeerde beschuldi gingen, waaraan met name major Seymour Bingham is blootgesteld ge weest. Wij veronderstellen, dat de uitgeverij, die De' Graafs boek op de markt bracht, thans onmiddellijk de verkoop zal staken. spionnen bevonden. Een vertrouwens werk bij uitstek. Als Bingham nu eens werkelijk in dienst van de Duitsers had gestaan, hoe fraaie kansen had hij dan hier gehad, de vijand in de kaart te spelen. Immers: in dat eer ste half jaar van de oorlog kwamen ze met stromen naar de vrije stran den van Engeland: Nederlanders, Belgen, Fransen en later ook veel IJ WIJZEN ER, om misverstan den te voorkomen, met nadruk op dat de door drs. De Jong gevonden documenten ons niet ter inzage zijn gegeven. Niettemin zijn wij in staat mede te delen, dat Bingham niet, zo als beweerd is, van het begin der samenwerking tussen de Engelse Spe cial Operations Executive (S.O.E.) en de Nederlandse Militaire Inlichtingen dienst af, hoofd van de section-Nether lands is geweest. Nadat de S.O.E. eni ge tijd had gewerkt kwam als hoofd van de section-Netherlands Charles Blizzard, beter bekend onder de schuil naam Blunt. In zijn tijd begon het England-Spiel. Blizzard was van Sep tember 1939 tot Mei 1940 assistent- militair attaché in Den Haag geweest en stond bekend als een goed vriend van Nederland. Hij is boven iedere verdenking verheven en is tot op de dag van vandaag in dienst van de En gelse regering. Seymour Bingham, die onder Bliz zard had gediend in een lagere rang, volgde hem eerst in de zomer van 1943 op als hoofd vari de Nederlandse sectie der S.O.E. Toen was het E.Spiel reeds omstreeks vijftien maanden oud: Nederlandse spionnen ge vangen. Vóór die tjjd had Bingham, die uit stekend Nederlands spreekt omdat hij veertig jaren in Nederland woonde, de opdracht gehad in Engeland aanko mende vluchtelingen te verhoren, ten einde na te gaan of er zich onder hen Veelbesproken man Dit is de Engelse major Sey mour Bingham, die door majoor K. de Graaf herhaaldelijk werd beschuldigd van het plegen van verraad in het England-Spiel. De over hem in omloop gebrachte verhalen zijn legio. Zijn broer (die niet bestaat) zou bij de S.D. in Den Haag hebben gewerkt en de heren zouden elkaar regelma tig in Portugal hebben ontmoet tijdens de oorlog. Na de oorlog zou de „broer" naar Borneo zijn gevlucht en Seymour zou ont slagen, in ongenade gevallen en geliquideerd zijn. De waarheid is, dat er nooit een broer geboren werd en dat Seymour Bingham nog steeds majoor is bij de En gel se geheime dienst, waarvoor hij thans opdrachten vervult in Duitsland. Deze zelfde foto werd op 12 Maart afgedrukt in het weekbla-d „De Nieuwe Post" met het onder schrift, dat dit de „Nederlandse' Bingham zou zijn (de niet be staande broer derhalve), die door de illegaliteit zou zijn gefotogra feerd tijdens de bezetting. De waarheid is, dat de foto in 1938 genomen werd te Zaandam door de 'zoon van een bekende houthan delaar. Seymour Bingham werkte toen als fabrieksadviseur bij de firma Bruynzeel te Zaandam, aan welker directieleden hij van moederszijde is geparenteerd. Hiermede is opnieuw aange toond hoeveel verwarring de vol- komen onlogische en op niets ge baseerde sensatieverhalen van majoor De Graaf hebben gesticht Zijn publicaties zullen, indien wij juist zijn ingelicht, zeer on aangename gevolgen voor de schrijver hebben. Noren. En het was Seymour Bingham, die er de eerste vier spionnen uithaalde. In twee bootjes waren ze door de Duitsers aan land gezet: drie Neder landers en een Belg. Alle vier slecht- getrainde amateurs die in de span nende Septemberdagen van 1940 naar Engeland kwam met twee radiosets om verkenningswerk te doen voor de Duitse troepen, die binnen een week een invasie in Engeland zouden uit voeren. Maar ze liepen rechtstreeks de Britse kustwacht in de armen! Ze werden een halve nacht verhoord en ze lieten niets los. Drie werden er naar hun bed gestuurd, maar de vier de, een Nederlander, bleef in de ver hoorkamer. Bingham had er de man met het zwakste karakter uitgepikt en zaagde hem nog twee uur door. Om drie uur in de ochtend gaf de spion toe met de laconieke mededeling: Ja, ik zit er in; ik ben de sigaar Korte tijd later: een plechtige En gelse rechtszitting, waar behalve de vier verdachte spionnen ook een kroongetuige voor de gepruikte rech ters verscheen: Seymour Bingham. De verdachten bekenden. Eén van hen werd vrijgesproken: hij had het vuile werk gedwongen gedaan omdat hem anders de kogel wachtte. De Engelsen gaven hem sportief een kans. De drie anderen, de Belg en de twee andere Nederlanders, werden ter dood ver oordeeld en opgehangen. Wanneer men dus beweert, dat Bing ham Nederlanders in de dood dreef, dan klopt dat. Het waren er twee. Twee spionnen voor de Duitsers Controle-agenten 'gezonden. Toen Seymour Bingham hoofd van de section-Netherlands was geworden achtte hij het gewenst, controle-agen ten naar Nederland te zenden om na te gaan, of de werkelijkheid in Ne derland klopte op de gegevens van de in Londen ontvangen telegrammen. Een voortreffelijk idee! Het had alleen een jaar eerder uitgevoerd moeten zijn. De eerste, die gezonden werd was een man, die papieren bjj zich had, waaruit blijken moest, dat hij werkte voor de Organisatie Todt. Hij werd in Frankrijk neergezet en baande zich via Belgie een weg naar Nederland. Hij kwam in Engeland terug met on der andere het bericht, dat een aan loopadres voor agenten, ergens in Am sterdam, hem uiterst verdacht voor kwam en dat de grootst mogelijke voorzichtigheid geboden was. Spoedig daarop kwam de tweede man uit Belgie terug; hij had niet verder kunnen komen dan Brussel, was daar op een adres aangekomen, dat (naar later bleek) de woning van een Duitse agent was, werd vervol gens ondergebracht in een verdacht hotel, waar de Nederlandse „illegale werker" George van Triest (naar la ter bleek de spion George- Ridderhof) hem befuifde enwilde fotografe ren (wat niet doorging). Hij kwam later in Engeland terug met berichten, die door de Duitsers pas-klaar waren gemaakt. En een nauwkeurige be schouwing van de verhalen, die hij vertelde, gaf te Londen nieuw voed sel aan het gevoel van onveiligheid, dat kortelings ook door andere be richten was ontstaan. Men besloot toen, op voordracht van major Seymour Bingham, geen M.I.D.-agenten meer te doen parachu teren, hoewel het afwerpen van con tainers en het onderhouden van de zendverbindingen nog enige tijd werd voortgezet om méér te weten te ko men. De brokken, die intussen een jaar lang gemaakt waren, bleken dermate ernstig, dat een belangrijke reorgani satie tot stand kwam. De M.I.D. ver dween van het toneel en daarmee kwam ook een einde aan de samen werking met de S.O.E. Bingham ging naar Australië met een nieuwe, be langrijke opdracht van de geheime dienst. O.D.-code gebruikt? En hiermede kunnen wij het hoofd stuk Bingham waaraan wrj, door de in omloop gebrachte romanverha len, veel aandacht moesten besteden gevoeglijk afsluiten. Wij vergissen ons stellig niet al te zeer als wij ver onderstellen, dat het vervolg er van voor een Nederlandse rechtbank zal spelen in een proces wegens laster. Intussen is daarmede, hoewel wij door een uitermate omvangrijk en moeizaam onderzoek reeds ver gevor derd zijn, het ganse complex van vraagstukken nog lang niet opgelost. En bovendien zijn daarmede nog niet uit de wereld geholpen de verschil lende lezingen, die de wereld worden ingestuurd door mensen, die wel van goeden wille zijn, maar wie het ont breekt aan de gegevens, die voor het formuleren van een afdoend antwoord nodig zijn. Het is uiteraard ondoen lijk, die betogen stuk voor stuk te weerleggen. Maar op één er van moe ten we ingaan, omdat het hier een stelling betreft, die in breder kring werd verbreid en ook geloof vindt. Schreieder zo zegt men heeft nooit de codes van de gevangen agen ten gebruikt, omdat hij geen identi- tychecks had. Hij liet wel seinen, maar zonder identitycheck en dus kwam er wartaal in Londen aan. Maar hij had één lijn, waarover hij waakte als over zijn liefste bezit. Dat was de lijn, waarop hij werkte met een oude, door hem verkregen O.D.-code. Op die lijn kwamen de berichten uitstekend in Londen aan. En daarop was het ge hele England-Spiel gebaseerd. Ook bij dit verhaal behoort natuurlijk weer 'n verraderEn om het aannemelijk te maken wordt er bij gezegd: over die lijn gaf Engeland opdracht om generaal Seyffardt te liquideren; Schreieder liet die opdracht uitvoeren en verwierf daardoor het vertrouwen van de overkant. Zo werd het hem mogelijk, het E.-Spiel te spelen. Het spijt ons voor de uitvinder, maar zijn verhaal is onzin. Seyffardt werd neergeschoten door Verleum, een der naaste medewerkers van dr. G. W. Kastein, die de aanslag met Hans Katan had-voorbereid. Schreieder wist dit alles, eerst later, toen Van der Waals in contact was gekomen met Kastein, die hem om een revolver vroeg om secretaris-generaal Reydon neer te schieten. De liquidatie van Seyffardt vond plaats in diens wo ning aan de Van Neckstraat te 's-Gravenhage op 5 Februrai 1943. Toen was het England-Spiel al elf maanden aan de gang en zaten er al omstreeks vijftig agenten in de ge vangenis te Haren. Het verhaal over de O.D.-code is daarmede wel voldoende als onhoud baar gequalificeerd. Bovendien: de telegrammen, die over de lijnen van de gevangen genomen agenten binnen kwamen, liggen nog in Londen. En hun inhoud is geen wartaal! Integen deel: die inhoud is geraffineerd tot in de Engelse woordkeus toe en is in alle opzichten geschikt geweest om de diensten in Engeland een rad voor de ogen te draaien. Wat dit betreft heb ben Giskes en Schreieder hun vak goed verstaan. Men moet dat in En gelse kring helaas volmondig toe geven. Film met een onderwerp van rampzalige triestheid ^ET ALLERLEI MIDDELEN tracht men in Nederland een volwaardige filmindustrie op te bouwen. De outillage van de studio's in Duiven- drecht werd op een voor Europa uniek peil gebracht; Nederlandse scenario schrijvers werden aan het werk gezet, buitenlandse camera-specialisten geëngageerd en zelfs buitenlandse regisseurs. En het resultaat van al deze vernieuwingen was een tweetal films, door Nederlandse artisten gespeeld, in de Nederlandse taal: „Niet tevergeefs" en „Een koninkrijk voor een huis", rolprenten, waarin men een poging de Nederlandse film op een beter peil te brengen, kan herkennen en waarderen, maar rolprenten tevens, die nog ver beneden het internationale gemiddelde liggen. QE opbouw van een Nederlandse eigen inzicht van films, waaraan door filmindustrie dwingt zoals men goede buitenlandse acteurs wordi mee- zich bij de productie van „Niet tever- gewerkt. De productie dezer films in geefs" reeds realiseerde tot bezin- de Franse of Engelse taal, zal zoveel ning op de vraag, of het commercieel mogelijk in - de Nederlandse studio's verantwoord is ettelijke honderdduizen- geschieden. Hierdoor wordt de gele den te besteden aan een film in de Ne- filmregisseurs en -technici in de sa- derlandse taal. De afzet voor een der- menwerking met belangrijke buiten- gelijke film is betrekkelijk gering en landse figuren op dit gebied de scho- zo al de kosten hierdoor gedekt kun- ling en ervaring op te doen nodig om nen worden en dat zal alleen in het op de duur zelf te kunnen slagen in gunstigste geval mogelijk blijken de productie van belangrijke werken, een winstmarge, noodzakelijk voor en goede exploitatie en noodzakelijk ook Deze poging om zo langs verschil- wil men met enige durf in artistiek op- lende wegen de Nederlands film- zicht de verdere ontwikkeling der Ne- industrie op een internationaal niveau derlandse film leiden, zal moeilijk be- te brengen wekt groot vertrouwen, reikt kunnen worden. Verdient het niet in het minst ook omdat zij ver niet de voorkeur, dat de Nederlandse antwoordelijkheïd aanvaardt in com- filmindustrie zich gaat toeleggen op mercieel. maar evenzo in artistiek op- de productie van films van klasse, zicht. De eerste film, die volgens dit waarmee men een internationaal afzet- beleid door de Dutch European in sa- gebied kan bestrijken, liever dan dat menwerking met de Franse filmmaat- men zich bepaalt tot het produceren van rolprenten in de Nederlandse taai. schappij C.I.C.C geproduceerd werd (zij het dan ook dat te elfder ure be- die zich amper kunnen bedruipen en sloten moest worden de film in Franse derhalve geen mogelijkheden open la- studio's te vervaardigen, daar de Ne ten voor het nu eenmaal riskante derlandse studio's niet tijdig beschik- en dus kostbare streven naar artis- baar bleken) .Une si inlip netit* nln- tieke vernieuwing? ge" doet dit Vertrouwen %üet onge zocht men bij „Niet tevergeefs" de grond schijnen. Want „Une si jolie pe- oplossing door naast .de Nederlandse tite plage" („Zo'n aardig badplaatsje") film ook een Engelse versie te vervaar- geregisseerd door Yves Allégret blijk' digen (over de ontvangst hiervan op een film van een bijzondere groots- de internationale markt zijn nog geen heid. aanknopend bij de uitnemende Franse film-traditie van ruim tien ja- gegevens bekend) andere bij de Ne derlandse film geïnteresseerde groe- ren geleden, pen streven naar een oplossing voor in de herfstige regentijd, wanneer de eigen filmindustrie in de zin van het vreemdelingenseizoen allang voor de hierboven gestelde vraag. Zo werd bij is. huurt een jongeman een kamer een Nederlandse filmmaatschappij op- in een vervallen hotelletje aan de gericht, de Dutch European, die in sa- kust. Een gelagkamer met weinig men- menwerking met buitenlandse onder- sen :een vrouw achter de bar; een in nemingen de productie van films ter valide oude man, die bij de kachel zit hand neemt. Opzet daarbij is, dat te suffen, een slordig dienstertje. De aan bekwame buitenlandse regisseurs nieuwe gast laat zich inschrijven en een zo vrij mogelijk mandaat wordt zegt verder weinig. Gesloten en schuw verleend voor het vervaardigen naar haast hoort hy de woordenvloed van de waardin aan die hem vertelt, dat het hier, wanneer de zon schijnt, toch zo'n aardig badplaatsje kan zijn Dan zoekt hij zijn kamer op, nage staard door de oude invalide, die ze nuwachtig allerlei onverstaanbare klanken uitstoot. Hij heeft de gast berkend (maar kan zich niet meer ver staanbaar maken) als het vroegere ma nusje-van-alles uit het hotel, een jon gen die daar geplaatst was door een vondelingèngesticht maar er vandoor gegaan was vijf jaar geleden met een oudere vrouw, een zangeres, die eens in het hotelletje logeerde.. De kranten melden, dat de zangeres vermoord is. De jongeman heeft zijn teleurstelling over het leven, dat hij vergeefs hoopte door haar te vinden, op de vrouw gewroken en haar neer geschoten. Om van zijn herinneringen aan de verbruikte en verdane vijf ja ren bevrijd te worden, heeft hij het oude hotelletje weer opgezocht. Hij vindt er alles terug als vroeger: de sombere atmosfeer van altijd maar re gen, het nog steeds vervallen hotel letje, de piepende pomp, zijn schuil hut in de duinen, een jongen voor het ruwe werk, eveneens afkomstig uil een vondelingengesticht en net als vijf jaren geleden onder de gasten weer een vrouw, die opnieuw een jeugd wil beleven en haar belangstel ling richt op het naar een ander leven hakende manusje-van-alles. Hier sluit zich de noodlottige cirkel, die de door bittere levenservaring rijp geworden jongeman gehoopt had te kunnen doorbreken. Het enige wat hem nog overblijft is af te rekenen met het verleden en de toekomst. Hij waar schuwt de jongen en vlucht zelf in de dood. betrouwbare waarden meer te bieden heeft. De regisseur Yven Allégret maakte van dit gegeven een ontstellend som bere film, waarin noch letterlijk noch figuurlijk ook maar een sprankje zon schijn!. Uit ironische tegenstellingen gen bouwde hij hier een atmosfeer van triestheid van de hoofdpersoon zelf. De gestadige regen, die het „zo aardige badplaatsje" tot een grauw en ver kommerd oord Van verlatenheid maakt, speelt in de film een belangrijke rol die zo van bijzondere psychologische betekenis werd. Grauw zijn de mono tone regen en de verlaten zee, het vervallen badplaatsje en het mislukte leven. Zelden bereikte een film met zo eenvoudige middelen een dergelijke intensiviteit van zeggingskracht als hier werd bereikt. De beelden zijn ontdaan van iedere luister, de dialogen zijn beperkt tot het uiterste: er blij ven slechts gesprekflardeiv en voo.al ...stilte, die hier een beklemmend suggestieve taal spreekt. De wijze waarop ons hier de rampzalige ge schiedenis van de jongeman onthuld wordt in enkel toespelingen, die, de een na de ander, tenslotte een volledig beeld opleveren, is in zijn huivering wekkende eenvoud zonder weerga. De film werkt met symbolen: de verlaten heid van het strand en de zee, de som bere grauwe klaagzang van de regen, en werd zelf tot symbool van wanhoop, eenzaamheid en nutteloosheid, die met deze tijd samengaan. Allégret schiep met ,Une si jolie petite plage" een meesterwerk. Dat hij dit kon bereiken is voor een be langrijk deel te danken aan de sublie me fotografie van Henri Alekan en vooral ook aan het ontroerend zuive re spel van Gérard Philipe en Made leine Robinson, twee jonge mensen nog, die met een fijnzinnig begrip voor nances hier creaties leverden van on gekende grootte „Une si jolie petite plage" mag door haar onderwerp mis schien inmoreel schijnen, de film is het allerminst. Integendeel. Meer dan ooit verdient deze film de eretitel Film van de Maand. Meer dan ooit verdient deze film gezien te worden. Maar dan met begrip! LONG-SHOT Ma een drietal artikelen over „Groei end volk", „Emigranten geen dode pionnen" en „Emigreren - waarheen?" nog een paar slotopmerkingen. Wie kennis neemt van eerlijke overzichten inzake de economische toestand van ons land, b.v. het jaarverslag van de Nederlandse Bank, weet best, hoe de vork in de steel zit. We kunnen de eindjes niet aan elkaar knopen en als over drie jaar Amerika de knip op de beurs houdt, zullen we een stuk of wat van onze beste huismoeders tot minister moeten benoemen, want dan is er geen sprake van, dat we rond komen. Of die „Marshall"-hulp dan geen baat bracht? Zonder de Amerikaanse dollars had den onze fabrieken niet gedraaid, zou den we geen wittebrood, vlees, koffie en auto's hebben gehad en zou heel het levenspeil veel lager zijn geweest. Of in 1952 de economische activiteit het in Nederland zover heeft gebracht, dat we niet al te zeer achteruit moe ten, hangt van velerlei vooral ook in ternationale omstandigheden af. La ten we niet te pessimistisch zijn. Een opgewekt mens heeft altijd een grote voorsprong op een zwartkijker. En daarbij komt een belangrijk ding: voor een blijmoedige geest zijn geen devie zen nodig. Tegelijk is het goed ons volk de spiegel voor te houden. Er wordt nog onvoldoende gewerkt. We moeten meer poot aan. Kijk maar naar de mijnen in Limburg, waar nog steeds niet de voor oorlogse productie is bereikt. Hetzelfde geldt voor andere bedrijven. Ook voor onze boeren en plattelanders. Doch hoe gunstig de situatie ook moge zijn, we staan wat onze boerenbevolking betreft er in 1952 precies zo voor als thans. Te weinig cultuurgrond en een steeds groeiend getal van hen, die een eigen bedrijf wensen. De spanning, die hier uit voortvloeit, is niet weg te nemen, tenzij een belangrijk aantal naar het buitenland is over te brengen. Die mogelijkheden zijn in 1948 gro ter geworden en ook voor 1949 zijn er goede vooruitzichten. Nu gaat het met emigranten wel eens als met jonge meisjes, de jongens die ze kunnen krijgen moeten ze niet, die ze zouden wensen komen niet. Een massa mensen wil emigreren naar de Verenigde Staten van Ameri ka, doch moeten jaren wachten. Cana da ligt er vlak naast en is een land van ongeveer hetzeifde milieu. Iets mindet welvarend, wat kouder, maar ook veel dunner bevolkt en met goedkoper grondprijzen dan in het land van Uncle Sam. Voor een emigrant, voor een Ne derlandse boer of landarbeider zeker niet minder geschikt. De aarzeling, die nu velen terug houdt, zullen ze later betreuren. Men moet niet vergeten, dat het tijdstip om te emigreren thans gunstig is. Er is nog grote vraag naar voedingsmiddelen die de boer produceert; de prijzen zijn, al dalen ze, nog lonend, het aanbod van farms is ruim. Niemand garandeert even gunstige voorwaarden over een jaar of vijf en dc noodzaak om ons land te verlaten kan dan wel eens aanmerkelijk groter zijn dan thans het geval is. Willen we daarom nu aansporen tot vertrek? In zekere zin wel! We willen niemand overhalen om te emigreren, die voor zichzelf de over tuiging niet heeft, dat hij daarvoor ge schikt is. Zelfs een flinke vent, wiens vrouw ernstig bezwaar heeft, raden we tot grote voorzichtigheid. Het is goed, dat men zich ten volle bewust is wat men gaat doen. Doch er zijn duizenden, die dit reeds ernstig overwogen en die niettemin dralen, die niet doorzetten. Dezulken raden wij aan spoedig tot een resolute beslissing te komen. Half slachtigheid zette men overboord. Het gebeurt nu ook bij herhaling, dat iemand al de moeite van de voorberei ding neemt en de organisatie met veel arbeid belast en tenslotte als hij een visum kan krijgen, bericht er van af te zien. Dit verraadt, behoudens in be paalde omstandigheden, een slapheid van ruggegraat, die ook voor het sla gen in Nederland weinig belovend is. Vele Nederlandse wapens dragen zulke fiere spreuken. We dienen op te passen niet een al te verwend volk te worden. Het Ne derlandse volk zelf zal zijn eigen straat moeten schoonvegen. Als hier geen cultuurgrond is, geen boerderij te kopen of te pachten valt, en men weet zich toch boer bij de gratie Gods, dan zal men de grenzen over moeten. Er zijn werelddelen, die nog nauwelijks aan het begin van hun ontwikkeling staan, er zijn landen waar de grond in geweldige oppervlakten nog onaangetast ligt. Nodig is een beetje zelfvertrouwen, lust om te werken, wat durf en door zettingsvermogen en een vast geloof in de Schepper aller dingen, dat hij de arbeid zegent. Wie daarover beschikt is een goed emigrant. Cn. Melbourne en de Olympische Spelen Gisteren woeien de vlaggen van het stadhuis te Melbourne, terwijl sir Harold Gengoult Smith, loco-burge meester, een Olympische fakkel ont- siak ter herdenking van het feit, dat de spelen van 1956 aan Melbourne zijn toegewezen. Men verwacht, dat de spelen de be langrijkste gebeurtenis in de geschie denis van de stad zullen worden en volgens een niet-officiële raming rekent men op 100.000 bezoekers, die 4 mdlioen pd. st. zullen uitgeven. De definitieve plannen voor de Spe len voorzien in de bouw van een Olympisoh Stadion met 70.000 plaatsen en van een zwem-stadion, dat 10 12.000 toeschouwers zal kunnen bergen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1949 | | pagina 5