Zon aardig
Bingham ontmaskerde drie Nederlandse spionnen,
twee hunner werden in Londen opgehangen
Er kwam een einde
aan de droppings
Raad
en
Daad
nu naar
;rvatorium
SCHAGEN
Maandag
Mei 1949
RUILEN
m
Geheimen rond het England-Spiel (9)
De man, die vals beschuldigd wordi, deed uit
nemend werk voor de geallieerde oorlogsvoering
Seymour Bingham
r
Koninginnedag
't Is feest in de dorpen en feest in de steden,
In kluis en kasteel, ja in ieder gezin.
't Is vreugde, omdat Koningin Juliana
Haar eerste verjaardag thans viert als vorstin.
En waar zich ook Hollanders mogen bevinden,
Te land, of ter zee of hoog boven de aard,
Daar klinken de tonen van 't oude Wilhelmus,
Omdat Koningin Juliana verjaart.
Hoe warm wordt ons hart als wij gaan door de straten,
Daar wappert het feestelijk rood, wit en blauw,
Waarboven de zon op haar mooist staat te stralen,
Een dag als vandaag, naar traditie getrouw.
En boven de huizen de zingende torens,
Die spelen hun wijsjes met vrolijke vaart,
Ter ere van Haar, Koningin Juliana,
De moeder des Lands, die op heden verjaart.
Nu trekt de muziek langs de straten en pleinen,
Een kleurige, fleurige, vrolijke stoet.
En waar zij verschijnt gaan de huisdeuren open
En wordt zij door ieder met vreugde begroet.
Daar achter de jeugd, in een vrolijke deining,
Met mutsen en toeters, naar Hollandse aard,
In feest'lijke stemming haar liederen zingend,
Omdat Koningin Juliana verjaart.
Ja thans is het feest in de dorpen en steden,
Wij voelen vandaag weer de innige band,
Die tussen Oranje en Neerland gegroeid is,
De band, die in oorlog en vrede hield stand.
God spare nog lang de geliefde Vorstinne,
En houde ons dicht om Haar troon heen geschaard.
Oranje-en Neerland, dat blijve de leuze,
Nu onze vorstin, Juliana, verjaart.
JABSON.
HOE somber dit gegeven ook mag
zijn, de film heeft niet het negati
visme tot leer verheven 'en heeft wel
degelijk een positieve ondertoon. Zij
dwingt tot bezinning op wat essentieel
is in het leven van de jeugd: gezin,
levensvreugde en -vertrouwen. Dat de
film juist dit onderwerp van rampza
lige triestheid aanvaardde, vindt zijn
verklaring in het feit, dat de hier naar
voren gebrachte gevoelens inhaerent
zijn aan en essentieel voor deze na
oorlogse tyd, die aan de jeugd geen
EMIGREREN?
ZATERDAG SO APRIL 1049
uwe textielpunten
dig verklaard
drieasen.
tspel en school-
het hoofdvak
ILFEGB vereist
MUZIEK duurt
'rosp. en inlich-
Bachstraat 5.
ername aangeboden:
boekenkast met
iren; 1 boekenkast
vuren gebeitst; 1
(niet verstelbaar)
te babycommode
■lacqué)koelkast
ïw ijs, originele fri-
voort 13.
wil HITURBOER-
ruilen tegen des®
DONHUIS op hoge
md. Direct of a.s.
■en onder no. A 396
van dit blad.
IERSPROETEN-
CREME.
VRIESIA,
V DE VRIES,
KMAAR.
LEF. 3873.
/I)
[)E CHEF VAN HET RIJKSINSTITUUT voor Oorlogsdocumentatie, drs.
L. de Jong, heeft samen met zijn eerste medewerker, dr. A. Cohen, een
autotocht van 4250 kilometer kris-kra» door Duitsland gemaakt op jacht
naar documenten uit de bezettingstijd. En toen hjj dezer dagen, doodver
moeid maar voldaan, terugkeerde, kon hij als een der belangrijkste resul
taten van zijn onderzoekingen mededelen, dat hjj, voor wat het England-
Spiel betreft, over voldoende gegevens beschikt om de verhalen van majoor
K. de Graaf (Noël de Gaulle) en mr. Van der Starp, die beweren, dat het
verraad in Engeland heeft gezeten, naar het rijk der fabelen te verwijzen.
De desbetreffende documenten zijn direct aan de Parlementaire Enquête
commissie ter hand gesteld. En daarmede is dan wel buitengewoon snel en
op zeer ongedachte dij ze van gezaghebbende zijde de juistheid onzer artike
len bevestigd, waarin wij het opnamen tegen de ongefundeerde beschuldi
gingen, waaraan met name major Seymour Bingham is blootgesteld ge
weest. Wij veronderstellen, dat de uitgeverij, die De' Graafs boek op de markt
bracht, thans onmiddellijk de verkoop zal staken.
spionnen bevonden. Een vertrouwens
werk bij uitstek. Als Bingham nu eens
werkelijk in dienst van de Duitsers
had gestaan, hoe fraaie kansen had
hij dan hier gehad, de vijand in de
kaart te spelen. Immers: in dat eer
ste half jaar van de oorlog kwamen
ze met stromen naar de vrije stran
den van Engeland: Nederlanders,
Belgen, Fransen en later ook veel
IJ WIJZEN ER, om misverstan
den te voorkomen, met nadruk op
dat de door drs. De Jong gevonden
documenten ons niet ter inzage zijn
gegeven. Niettemin zijn wij in staat
mede te delen, dat Bingham niet, zo
als beweerd is, van het begin der
samenwerking tussen de Engelse Spe
cial Operations Executive (S.O.E.) en
de Nederlandse Militaire Inlichtingen
dienst af, hoofd van de section-Nether
lands is geweest. Nadat de S.O.E. eni
ge tijd had gewerkt kwam als hoofd
van de section-Netherlands Charles
Blizzard, beter bekend onder de schuil
naam Blunt. In zijn tijd begon het
England-Spiel. Blizzard was van Sep
tember 1939 tot Mei 1940 assistent-
militair attaché in Den Haag geweest
en stond bekend als een goed vriend
van Nederland. Hij is boven iedere
verdenking verheven en is tot op de
dag van vandaag in dienst van de En
gelse regering.
Seymour Bingham, die onder Bliz
zard had gediend in een lagere rang,
volgde hem eerst in de zomer van
1943 op als hoofd vari de Nederlandse
sectie der S.O.E. Toen was het E.Spiel
reeds omstreeks vijftien maanden oud:
Nederlandse spionnen ge
vangen.
Vóór die tjjd had Bingham, die uit
stekend Nederlands spreekt omdat hij
veertig jaren in Nederland woonde, de
opdracht gehad in Engeland aanko
mende vluchtelingen te verhoren, ten
einde na te gaan of er zich onder hen
Veelbesproken man
Dit is de Engelse major Sey
mour Bingham, die door majoor
K. de Graaf herhaaldelijk werd
beschuldigd van het plegen van
verraad in het England-Spiel. De
over hem in omloop gebrachte
verhalen zijn legio. Zijn broer
(die niet bestaat) zou bij de S.D.
in Den Haag hebben gewerkt en
de heren zouden elkaar regelma
tig in Portugal hebben ontmoet
tijdens de oorlog. Na de oorlog
zou de „broer" naar Borneo zijn
gevlucht en Seymour zou ont
slagen, in ongenade gevallen en
geliquideerd zijn. De waarheid
is, dat er nooit een broer geboren
werd en dat Seymour Bingham
nog steeds majoor is bij de En
gel se geheime dienst, waarvoor
hij thans opdrachten vervult in
Duitsland.
Deze zelfde foto werd op 12
Maart afgedrukt in het weekbla-d
„De Nieuwe Post" met het onder
schrift, dat dit de „Nederlandse'
Bingham zou zijn (de niet be
staande broer derhalve), die door
de illegaliteit zou zijn gefotogra
feerd tijdens de bezetting. De
waarheid is, dat de foto in 1938
genomen werd te Zaandam door
de 'zoon van een bekende houthan
delaar. Seymour Bingham werkte
toen als fabrieksadviseur bij de
firma Bruynzeel te Zaandam,
aan welker directieleden hij van
moederszijde is geparenteerd.
Hiermede is opnieuw aange
toond hoeveel verwarring de vol-
komen onlogische en op niets ge
baseerde sensatieverhalen van
majoor De Graaf hebben gesticht
Zijn publicaties zullen, indien
wij juist zijn ingelicht, zeer on
aangename gevolgen voor de
schrijver hebben.
Noren.
En het was Seymour Bingham, die
er de eerste vier spionnen uithaalde.
In twee bootjes waren ze door de
Duitsers aan land gezet: drie Neder
landers en een Belg. Alle vier slecht-
getrainde amateurs die in de span
nende Septemberdagen van 1940 naar
Engeland kwam met twee radiosets om
verkenningswerk te doen voor de
Duitse troepen, die binnen een week
een invasie in Engeland zouden uit
voeren. Maar ze liepen rechtstreeks
de Britse kustwacht in de armen!
Ze werden een halve nacht verhoord
en ze lieten niets los. Drie werden er
naar hun bed gestuurd, maar de vier
de, een Nederlander, bleef in de ver
hoorkamer. Bingham had er de man
met het zwakste karakter uitgepikt
en zaagde hem nog twee uur door. Om
drie uur in de ochtend gaf de spion toe
met de laconieke mededeling: Ja, ik
zit er in; ik ben de sigaar
Korte tijd later: een plechtige En
gelse rechtszitting, waar behalve de
vier verdachte spionnen ook een
kroongetuige voor de gepruikte rech
ters verscheen: Seymour Bingham. De
verdachten bekenden. Eén van hen
werd vrijgesproken: hij had het vuile
werk gedwongen gedaan omdat hem
anders de kogel wachtte. De Engelsen
gaven hem sportief een kans. De drie
anderen, de Belg en de twee andere
Nederlanders, werden ter dood ver
oordeeld en opgehangen.
Wanneer men dus beweert, dat Bing
ham Nederlanders in de dood dreef,
dan klopt dat. Het waren er twee.
Twee spionnen voor de Duitsers
Controle-agenten 'gezonden.
Toen Seymour Bingham hoofd van
de section-Netherlands was geworden
achtte hij het gewenst, controle-agen
ten naar Nederland te zenden om na
te gaan, of de werkelijkheid in Ne
derland klopte op de gegevens van de
in Londen ontvangen telegrammen.
Een voortreffelijk idee! Het had alleen
een jaar eerder uitgevoerd moeten
zijn.
De eerste, die gezonden werd was
een man, die papieren bjj zich had,
waaruit blijken moest, dat hij werkte
voor de Organisatie Todt. Hij werd in
Frankrijk neergezet en baande zich
via Belgie een weg naar Nederland.
Hij kwam in Engeland terug met on
der andere het bericht, dat een aan
loopadres voor agenten, ergens in Am
sterdam, hem uiterst verdacht voor
kwam en dat de grootst mogelijke
voorzichtigheid geboden was.
Spoedig daarop kwam de tweede
man uit Belgie terug; hij had niet
verder kunnen komen dan Brussel,
was daar op een adres aangekomen,
dat (naar later bleek) de woning van
een Duitse agent was, werd vervol
gens ondergebracht in een verdacht
hotel, waar de Nederlandse „illegale
werker" George van Triest (naar la
ter bleek de spion George- Ridderhof)
hem befuifde enwilde fotografe
ren (wat niet doorging). Hij kwam
later in Engeland terug met berichten,
die door de Duitsers pas-klaar waren
gemaakt. En een nauwkeurige be
schouwing van de verhalen, die hij
vertelde, gaf te Londen nieuw voed
sel aan het gevoel van onveiligheid,
dat kortelings ook door andere be
richten was ontstaan.
Men besloot toen, op voordracht van
major Seymour Bingham, geen
M.I.D.-agenten meer te doen parachu
teren, hoewel het afwerpen van con
tainers en het onderhouden van de
zendverbindingen nog enige tijd werd
voortgezet om méér te weten te ko
men. De brokken, die intussen een jaar
lang gemaakt waren, bleken dermate
ernstig, dat een belangrijke reorgani
satie tot stand kwam. De M.I.D. ver
dween van het toneel en daarmee
kwam ook een einde aan de samen
werking met de S.O.E. Bingham ging
naar Australië met een nieuwe, be
langrijke opdracht van de geheime
dienst.
O.D.-code gebruikt?
En hiermede kunnen wij het hoofd
stuk Bingham waaraan wrj, door
de in omloop gebrachte romanverha
len, veel aandacht moesten besteden
gevoeglijk afsluiten. Wij vergissen
ons stellig niet al te zeer als wij ver
onderstellen, dat het vervolg er van
voor een Nederlandse rechtbank zal
spelen in een proces wegens laster.
Intussen is daarmede, hoewel wij
door een uitermate omvangrijk en
moeizaam onderzoek reeds ver gevor
derd zijn, het ganse complex van
vraagstukken nog lang niet opgelost.
En bovendien zijn daarmede nog niet
uit de wereld geholpen de verschil
lende lezingen, die de wereld worden
ingestuurd door mensen, die wel van
goeden wille zijn, maar wie het ont
breekt aan de gegevens, die voor het
formuleren van een afdoend antwoord
nodig zijn. Het is uiteraard ondoen
lijk, die betogen stuk voor stuk te
weerleggen. Maar op één er van moe
ten we ingaan, omdat het hier een
stelling betreft, die in breder kring
werd verbreid en ook geloof vindt.
Schreieder zo zegt men heeft
nooit de codes van de gevangen agen
ten gebruikt, omdat hij geen identi-
tychecks had. Hij liet wel seinen,
maar zonder identitycheck en dus
kwam er wartaal in Londen aan. Maar
hij had één lijn, waarover hij waakte
als over zijn liefste bezit. Dat was de
lijn, waarop hij werkte met een oude,
door hem verkregen O.D.-code. Op die
lijn kwamen de berichten uitstekend
in Londen aan. En daarop was het ge
hele England-Spiel gebaseerd. Ook bij
dit verhaal behoort natuurlijk weer 'n
verraderEn om het aannemelijk
te maken wordt er bij gezegd: over
die lijn gaf Engeland opdracht om
generaal Seyffardt te liquideren;
Schreieder liet die opdracht uitvoeren
en verwierf daardoor het vertrouwen
van de overkant. Zo werd het hem
mogelijk, het E.-Spiel te spelen.
Het spijt ons voor de uitvinder,
maar zijn verhaal is onzin. Seyffardt
werd neergeschoten door Verleum, een
der naaste medewerkers van dr. G.
W. Kastein, die de aanslag met Hans
Katan had-voorbereid. Schreieder wist
dit alles, eerst later, toen Van der
Waals in contact was gekomen met
Kastein, die hem om een revolver
vroeg om secretaris-generaal Reydon
neer te schieten. De liquidatie van
Seyffardt vond plaats in diens wo
ning aan de Van Neckstraat te
's-Gravenhage op 5 Februrai 1943.
Toen was het England-Spiel al elf
maanden aan de gang en zaten er al
omstreeks vijftig agenten in de ge
vangenis te Haren.
Het verhaal over de O.D.-code is
daarmede wel voldoende als onhoud
baar gequalificeerd. Bovendien: de
telegrammen, die over de lijnen van
de gevangen genomen agenten binnen
kwamen, liggen nog in Londen. En
hun inhoud is geen wartaal! Integen
deel: die inhoud is geraffineerd tot in
de Engelse woordkeus toe en is in alle
opzichten geschikt geweest om de
diensten in Engeland een rad voor de
ogen te draaien. Wat dit betreft heb
ben Giskes en Schreieder hun vak
goed verstaan. Men moet dat in En
gelse kring helaas volmondig toe
geven.
Film met een onderwerp
van rampzalige triestheid
^ET ALLERLEI MIDDELEN tracht men in Nederland een volwaardige
filmindustrie op te bouwen. De outillage van de studio's in Duiven-
drecht werd op een voor Europa uniek peil gebracht; Nederlandse scenario
schrijvers werden aan het werk gezet, buitenlandse camera-specialisten
geëngageerd en zelfs buitenlandse regisseurs. En het resultaat van al deze
vernieuwingen was een tweetal films, door Nederlandse artisten gespeeld,
in de Nederlandse taal: „Niet tevergeefs" en „Een koninkrijk voor een
huis", rolprenten, waarin men een poging de Nederlandse film op een beter
peil te brengen, kan herkennen en waarderen, maar rolprenten tevens, die
nog ver beneden het internationale gemiddelde liggen.
QE opbouw van een Nederlandse eigen inzicht van films, waaraan door
filmindustrie dwingt zoals men goede buitenlandse acteurs wordi mee-
zich bij de productie van „Niet tever- gewerkt. De productie dezer films in
geefs" reeds realiseerde tot bezin- de Franse of Engelse taal, zal zoveel
ning op de vraag, of het commercieel mogelijk in - de Nederlandse studio's
verantwoord is ettelijke honderdduizen- geschieden. Hierdoor wordt de gele
den te besteden aan een film in de Ne- filmregisseurs en -technici in de sa-
derlandse taal. De afzet voor een der- menwerking met belangrijke buiten-
gelijke film is betrekkelijk gering en landse figuren op dit gebied de scho-
zo al de kosten hierdoor gedekt kun- ling en ervaring op te doen nodig om
nen worden en dat zal alleen in het op de duur zelf te kunnen slagen in
gunstigste geval mogelijk blijken de productie van belangrijke werken,
een winstmarge, noodzakelijk voor en
goede exploitatie en noodzakelijk ook Deze poging om zo langs verschil-
wil men met enige durf in artistiek op- lende wegen de Nederlands film-
zicht de verdere ontwikkeling der Ne- industrie op een internationaal niveau
derlandse film leiden, zal moeilijk be- te brengen wekt groot vertrouwen,
reikt kunnen worden. Verdient het niet in het minst ook omdat zij ver
niet de voorkeur, dat de Nederlandse antwoordelijkheïd aanvaardt in com-
filmindustrie zich gaat toeleggen op mercieel. maar evenzo in artistiek op-
de productie van films van klasse, zicht. De eerste film, die volgens dit
waarmee men een internationaal afzet- beleid door de Dutch European in sa-
gebied kan bestrijken, liever dan dat menwerking met de Franse filmmaat-
men zich bepaalt tot het produceren
van rolprenten in de Nederlandse taai.
schappij C.I.C.C geproduceerd werd
(zij het dan ook dat te elfder ure be-
die zich amper kunnen bedruipen en sloten moest worden de film in Franse
derhalve geen mogelijkheden open la- studio's te vervaardigen, daar de Ne
ten voor het nu eenmaal riskante derlandse studio's niet tijdig beschik-
en dus kostbare streven naar artis- baar bleken) .Une si inlip netit* nln-
tieke vernieuwing? ge" doet dit Vertrouwen %üet onge
zocht men bij „Niet tevergeefs" de grond schijnen. Want „Une si jolie pe-
oplossing door naast .de Nederlandse tite plage" („Zo'n aardig badplaatsje")
film ook een Engelse versie te vervaar- geregisseerd door Yves Allégret blijk'
digen (over de ontvangst hiervan op een film van een bijzondere groots-
de internationale markt zijn nog geen heid. aanknopend bij de uitnemende
Franse film-traditie van ruim tien ja-
gegevens bekend) andere bij de Ne
derlandse film geïnteresseerde groe- ren geleden,
pen streven naar een oplossing voor in de herfstige regentijd, wanneer
de eigen filmindustrie in de zin van het vreemdelingenseizoen allang voor
de hierboven gestelde vraag. Zo werd bij is. huurt een jongeman een kamer
een Nederlandse filmmaatschappij op- in een vervallen hotelletje aan de
gericht, de Dutch European, die in sa- kust. Een gelagkamer met weinig men-
menwerking met buitenlandse onder- sen :een vrouw achter de bar; een in
nemingen de productie van films ter valide oude man, die bij de kachel zit
hand neemt. Opzet daarbij is, dat te suffen, een slordig dienstertje. De
aan bekwame buitenlandse regisseurs nieuwe gast laat zich inschrijven en
een zo vrij mogelijk mandaat wordt zegt verder weinig. Gesloten en schuw
verleend voor het vervaardigen naar haast hoort hy de woordenvloed van
de waardin aan die hem vertelt, dat
het hier, wanneer de zon schijnt, toch
zo'n aardig badplaatsje kan zijn
Dan zoekt hij zijn kamer op, nage
staard door de oude invalide, die ze
nuwachtig allerlei onverstaanbare
klanken uitstoot. Hij heeft de gast
berkend (maar kan zich niet meer ver
staanbaar maken) als het vroegere ma
nusje-van-alles uit het hotel, een jon
gen die daar geplaatst was door een
vondelingèngesticht maar er vandoor
gegaan was vijf jaar geleden met
een oudere vrouw, een zangeres, die
eens in het hotelletje logeerde..
De kranten melden, dat de zangeres
vermoord is. De jongeman heeft zijn
teleurstelling over het leven, dat hij
vergeefs hoopte door haar te vinden,
op de vrouw gewroken en haar neer
geschoten. Om van zijn herinneringen
aan de verbruikte en verdane vijf ja
ren bevrijd te worden, heeft hij het
oude hotelletje weer opgezocht. Hij
vindt er alles terug als vroeger: de
sombere atmosfeer van altijd maar re
gen, het nog steeds vervallen hotel
letje, de piepende pomp, zijn schuil
hut in de duinen, een jongen voor het
ruwe werk, eveneens afkomstig uil
een vondelingengesticht en net als
vijf jaren geleden onder de gasten
weer een vrouw, die opnieuw een
jeugd wil beleven en haar belangstel
ling richt op het naar een ander leven
hakende manusje-van-alles.
Hier sluit zich de noodlottige cirkel,
die de door bittere levenservaring rijp
geworden jongeman gehoopt had te
kunnen doorbreken. Het enige wat hem
nog overblijft is af te rekenen met
het verleden en de toekomst. Hij waar
schuwt de jongen en vlucht zelf in de
dood.
betrouwbare waarden meer te bieden
heeft.
De regisseur Yven Allégret maakte
van dit gegeven een ontstellend som
bere film, waarin noch letterlijk noch
figuurlijk ook maar een sprankje zon
schijn!. Uit ironische tegenstellingen
gen bouwde hij hier een atmosfeer van
triestheid van de hoofdpersoon zelf. De
gestadige regen, die het „zo aardige
badplaatsje" tot een grauw en ver
kommerd oord Van verlatenheid maakt,
speelt in de film een belangrijke rol
die zo van bijzondere psychologische
betekenis werd. Grauw zijn de mono
tone regen en de verlaten zee, het
vervallen badplaatsje en het mislukte
leven. Zelden bereikte een film met
zo eenvoudige middelen een dergelijke
intensiviteit van zeggingskracht als
hier werd bereikt. De beelden zijn
ontdaan van iedere luister, de dialogen
zijn beperkt tot het uiterste: er blij
ven slechts gesprekflardeiv en voo.al
...stilte, die hier een beklemmend
suggestieve taal spreekt. De wijze
waarop ons hier de rampzalige ge
schiedenis van de jongeman onthuld
wordt in enkel toespelingen, die, de
een na de ander, tenslotte een volledig
beeld opleveren, is in zijn huivering
wekkende eenvoud zonder weerga. De
film werkt met symbolen: de verlaten
heid van het strand en de zee, de som
bere grauwe klaagzang van de regen,
en werd zelf tot symbool van wanhoop,
eenzaamheid en nutteloosheid, die met
deze tijd samengaan.
Allégret schiep met ,Une si jolie
petite plage" een meesterwerk. Dat
hij dit kon bereiken is voor een be
langrijk deel te danken aan de sublie
me fotografie van Henri Alekan en
vooral ook aan het ontroerend zuive
re spel van Gérard Philipe en Made
leine Robinson, twee jonge mensen nog,
die met een fijnzinnig begrip voor
nances hier creaties leverden van on
gekende grootte „Une si jolie petite
plage" mag door haar onderwerp mis
schien inmoreel schijnen, de film is
het allerminst. Integendeel. Meer dan
ooit verdient deze film de eretitel
Film van de Maand. Meer dan ooit
verdient deze film gezien te worden.
Maar dan met begrip!
LONG-SHOT
Ma een drietal artikelen over „Groei
end volk", „Emigranten geen dode
pionnen" en „Emigreren - waarheen?"
nog een paar slotopmerkingen. Wie
kennis neemt van eerlijke overzichten
inzake de economische toestand van
ons land, b.v. het jaarverslag van de
Nederlandse Bank, weet best, hoe de
vork in de steel zit. We kunnen de
eindjes niet aan elkaar knopen en als
over drie jaar Amerika de knip op de
beurs houdt, zullen we een stuk of wat
van onze beste huismoeders tot
minister moeten benoemen, want dan
is er geen sprake van, dat we rond
komen.
Of die „Marshall"-hulp dan geen baat
bracht?
Zonder de Amerikaanse dollars had
den onze fabrieken niet gedraaid, zou
den we geen wittebrood, vlees, koffie
en auto's hebben gehad en zou heel het
levenspeil veel lager zijn geweest.
Of in 1952 de economische activiteit
het in Nederland zover heeft gebracht,
dat we niet al te zeer achteruit moe
ten, hangt van velerlei vooral ook in
ternationale omstandigheden af. La
ten we niet te pessimistisch zijn. Een
opgewekt mens heeft altijd een grote
voorsprong op een zwartkijker. En
daarbij komt een belangrijk ding: voor
een blijmoedige geest zijn geen devie
zen nodig.
Tegelijk is het goed ons volk de
spiegel voor te houden. Er wordt nog
onvoldoende gewerkt. We moeten meer
poot aan. Kijk maar naar de mijnen in
Limburg, waar nog steeds niet de voor
oorlogse productie is bereikt. Hetzelfde
geldt voor andere bedrijven. Ook voor
onze boeren en plattelanders. Doch hoe
gunstig de situatie ook moge zijn, we
staan wat onze boerenbevolking betreft
er in 1952 precies zo voor als thans. Te
weinig cultuurgrond en een steeds
groeiend getal van hen, die een eigen
bedrijf wensen. De spanning, die hier
uit voortvloeit, is niet weg te nemen,
tenzij een belangrijk aantal naar het
buitenland is over te brengen.
Die mogelijkheden zijn in 1948 gro
ter geworden en ook voor 1949 zijn
er goede vooruitzichten.
Nu gaat het met emigranten wel eens
als met jonge meisjes, de jongens die
ze kunnen krijgen moeten ze niet, die
ze zouden wensen komen niet.
Een massa mensen wil emigreren
naar de Verenigde Staten van Ameri
ka, doch moeten jaren wachten. Cana
da ligt er vlak naast en is een land van
ongeveer hetzeifde milieu. Iets mindet
welvarend, wat kouder, maar ook veel
dunner bevolkt en met goedkoper
grondprijzen dan in het land van Uncle
Sam. Voor een emigrant, voor een Ne
derlandse boer of landarbeider zeker
niet minder geschikt.
De aarzeling, die nu velen terug
houdt, zullen ze later betreuren. Men
moet niet vergeten, dat het tijdstip om
te emigreren thans gunstig is. Er is
nog grote vraag naar voedingsmiddelen
die de boer produceert; de prijzen zijn,
al dalen ze, nog lonend, het aanbod van
farms is ruim. Niemand garandeert
even gunstige voorwaarden over een
jaar of vijf en dc noodzaak om ons
land te verlaten kan dan wel eens
aanmerkelijk groter zijn dan thans het
geval is.
Willen we daarom nu aansporen tot
vertrek?
In zekere zin wel!
We willen niemand overhalen om te
emigreren, die voor zichzelf de over
tuiging niet heeft, dat hij daarvoor ge
schikt is. Zelfs een flinke vent, wiens
vrouw ernstig bezwaar heeft, raden we
tot grote voorzichtigheid. Het is goed,
dat men zich ten volle bewust is wat
men gaat doen. Doch er zijn duizenden,
die dit reeds ernstig overwogen en die
niettemin dralen, die niet doorzetten.
Dezulken raden wij aan spoedig tot een
resolute beslissing te komen. Half
slachtigheid zette men overboord. Het
gebeurt nu ook bij herhaling, dat
iemand al de moeite van de voorberei
ding neemt en de organisatie met veel
arbeid belast en tenslotte als hij een
visum kan krijgen, bericht er van af
te zien. Dit verraadt, behoudens in be
paalde omstandigheden, een slapheid
van ruggegraat, die ook voor het sla
gen in Nederland weinig belovend is.
Vele Nederlandse wapens dragen
zulke fiere spreuken.
We dienen op te passen niet een al
te verwend volk te worden. Het Ne
derlandse volk zelf zal zijn eigen straat
moeten schoonvegen.
Als hier geen cultuurgrond is, geen
boerderij te kopen of te pachten valt,
en men weet zich toch boer bij de
gratie Gods, dan zal men de grenzen
over moeten. Er zijn werelddelen, die
nog nauwelijks aan het begin van hun
ontwikkeling staan, er zijn landen waar
de grond in geweldige oppervlakten
nog onaangetast ligt.
Nodig is een beetje zelfvertrouwen,
lust om te werken, wat durf en door
zettingsvermogen en een vast geloof
in de Schepper aller dingen, dat hij
de arbeid zegent.
Wie daarover beschikt is een goed
emigrant. Cn.
Melbourne en de
Olympische Spelen
Gisteren woeien de vlaggen van het
stadhuis te Melbourne, terwijl sir
Harold Gengoult Smith, loco-burge
meester, een Olympische fakkel ont-
siak ter herdenking van het feit, dat
de spelen van 1956 aan Melbourne zijn
toegewezen.
Men verwacht, dat de spelen de be
langrijkste gebeurtenis in de geschie
denis van de stad zullen worden en
volgens een niet-officiële raming
rekent men op 100.000 bezoekers, die 4
mdlioen pd. st. zullen uitgeven.
De definitieve plannen voor de Spe
len voorzien in de bouw van een
Olympisoh Stadion met 70.000 plaatsen
en van een zwem-stadion, dat 10
12.000 toeschouwers zal kunnen bergen.