Tweede Kamer prijst en verfoeit het regeringsbeleid Ledenvergadering H.S.V. „De Dobber" te Dirkshorn Vrees en bezwaar bij rechtervleugel MU*dse Niewwe kotiw INGEZONDEN Loonstrijd van de stucadoors Was Uw wol veilig in tis HOEHEID AVONTUUR Res identie Meerderheid achter de regering (Van onze parlementaire redacteur) Keeda spoedig werd het Pinsdagmiddag in de Tweede Kamer duidelük, dat de regering geen moeilükheden in de weg geleg zuilen worden bij haar pogingen om in Indonesië tot een bevredigende oplossing te komen. Het op 7 Mei gesloten voorlopige accoord tussen de Nederlandse delegatie onder leiding van dr. Van Roven en de Republikeinse delegatie onder aanvoering van Moh. Rum - in het parlement zeer on-Nederlands Van Royen-Rum statement genoemd - is, naar velen hopen het begin van een uiteindelijke overeenstemming tussen Neder land en de Republiek, die tot een ongehinderde vorming van de Verenigde Sta ten van Indonesië en tenslotte tot de Nederlands-Indonesische Unie moet leiden. stand zette mi. Oud uiteen, dat hij Er is nog slechts een globale over eenkomst aangegaan. Een nadere uit werking moet' volgen. En dan is het afwachten, of van beide partijen een loyale nakoming gegarandeerd kan en *al worden. Nederland neemt risico's Dat was het, wat de Kamer Dinsdag vooral interesseerde. Sommige spre ker» waren van oordeel, dat we al ren eind op de goede weg zijn, nu we tenminste een blijk van vertrouwen gegeven hebben. Want alleen in deze sfeer is toenadering mogelijk. Er wa ren echter ook afgevaardigden, die de overeenkomst botweg afwezen. De heer Ch J I M Weiter, bijvoor beeld de man van Rijkseenheid, sprak zeer aggressief van een capitulatie en van het begin van het einde van de ondergang van 't Koninkrijk en ds. P j 2andt (St. Ger.) liet zich in nage noeg dezelfde bewoordingen uit. Maar prof. mr. C. P. A. Romme (KVP>, mr. P. J. Oud (WD) en prof. dr. ir. W. Schermerhorn (PvdA) wil den het erop wagen. Natuurlijk waren er gradaties in hun beoordeling van het regeringsbeleid en van de moge lijkheden, die na de overeenkomst van Batavia van 7 Mei j.l. geopend zijn, maar alle drie schaarden zij zich nooit absoluut tegen het herstel van de Republikeinse regering in Djokja had uitgesproken. Hij ver langde echter waarborgen, als hoe danig hij noemde een rustige econo mische ontwikkeling en de handha ving van recht, rust en veiligheid. De voorman der V.V.D. was niet bij voorbaat tegen het herstel van de Republiek. Maar hrj was ook niet blind voor de risico's. Sukarno en Hatta hebben in de overeenkomst persoonlijk verplichtingen aanvaard. Zal ook de Republiek als staat zich daar straks aan houden? Crltiek op dr. Heel. Evenals prof. Romme en prof. Schermerhorn vond mr. Oud het heengaan van dr. Reel betreurens waardig. Hjj kon echter niet nalaten de Hoge Vertegenwoordiger der Kroon keurig op zijn nummer te zet ten. De H.V.K. is geen verantwoor delijk bewindsman, zoals een minister, die aftreedt, als hjj het met het rege ringsbeleid niet eens ls, zei hij. De regering blijft onder alle omstandig heden verantwoordelijk. Als de H.V.K. meent te moeten heengaan, kan nie mand hem dat beletten, maar hjj dient dit niet te doen op het ogenblik, waarop zijn aftreden het karakter van een politiek feit verkrijgt en vooral dr. Heel had dit niet moeten d« meerderheid van de Kamer verte- doen, omdat hij ook in Nederland een "vooraanstaande politieke figuur was. genwoordigend zich achter de re gering. Prof. Romme voorzichtig. Prof. Romme, die als eerste het woord kreeg, nadat de minister van Overzeese Gebiedsdelen a.i. mr. J. H. van Maarseveen een verklaring over het aftreden van de Hoge Vertegen woordiger der Kroon, dr. L. J. H. Beel. had afgelegd, en wiens rede met be langstelling tegemoet gezien werd, aan gezien na het heengaan van dr. Beel enige twijfel over zijn standpunt be stond, toonde zich de voorzichtigste van het drietal. Het speet hem, dat de regering haar besluit om een overeenkomst met de Republiek af te sluiten zonder overleg met de volksvertegenwoordiging geno men had en een moeilijk punt in de regeringsverklaring van Donderdag jl. was voor hem. de voorlopige bevrie zing van de staatkundige vormgeving in Indonesië overeenkomstig de volks wil. Deze bevriezing achtte hij niet in vereenstemming met het zelfbeschik kingsrecht en zelfs was het voor hem de vraag, of zij niet in strijd is met art. 5 van het B. F. O.-besluit. Ook prof. Schermerhorn, die overi gens geheel achter de regering stond en zijn voldoening over het accoord uitsprak, toornde enigszins tegen deze bevriezing. Er is gezegd, dat de Republiek een eigen staat zal vormen. Prof. Romme en mr. Oud was het opgevallen, dat in dit geval niet van deelstaat gesproken is. Daarom verlangden zij een nadere verklaring van het gebruik van deze term. Ter voorkoming4 van alle misver- Mr. Oud knoopte daar de vraag aan vast, of het wel gelukkig is als H.V.K. een politieke persoon te kigzen. De heer Weiter (KNP) betoogde, dat de politiek der regering steeds verder is afgegleden. Spr. zeide te vertrou wen, dat het de minister van Over zeese Gebiedsdelen ad interim moei lijk is gevallen de regeringsverklaring op te stellen en voor te lezen. Want het betreft hier een capitulatie, onder druk van de Veiligheidsraad. Avondvergadering Nadat in de avondvergadering de heer Weiter zijn rede had beëindigd, zeide de heer Tilanus (CH) het heen gaan van dr. Beel te betreuren. Re geringshandelingen schijnen gepaard te moeten gaan met persoonswisselingen. Ook de heer Tilanus is het woord „staat" in plaats van deelstaat opgeval len. De heer Schouten (AR) had ernstige en soms onoverkomelijke bezwaren te gen de verklaring van dr. Van Royen. Spr. vreesde dat er rond Djokja strijd zal ontstaan en dat er bloed zal vloeien. Z.i. had de regering moeten eisen, dat zij belast zou 'blijven mét de handha ving van orde en rust in de residentie Djokja. Doordat de Republiek een derde deel der zetels van het vertegenwoordigend lichaam zal innemen, wordt zü feitelijk hersteld in de positie van vóór de tweede politionele actie. De overeen komst brengt een aantal winstpunten voor de Republiek n evenveel verlies- punten voor Indonesië en Nederland, aldus de heer Schouten. De heer Schouten constateerde, dat men weer voor een voldongen feit staat. De regering handelt en achteraf mag de Kamer haar oordeel geven. De heer De Groot (CPN) betoogde, dat de Nederlandse politiek in Indo nesië mislukt is. Het mislukken der militaire atcie is z.i. een nevenver schijnsel van de militaire nederlaag van Amerika in China. Spreker diende een motie in, waarin gevraagd wordt duidelijke erkenning van de Republiek als zelfstandige staat, terugtrekking der Nederlandse troepen en vrijlating v -> politieke gevangenen. De heer Gerbrandy (AR) had ern stig bezwaar tegen de regeringsverkla ring. die hem onwaarachtig lijkt. Spr. richtte een aanval tegen Sukarno en Hatta, die hij onbetrouwbaar noemde. Nadat ook de heer Van der Goes van Naters (Arb.) had gesproken, diende de heer Gortzak (CPN) een motie in, waarin gevraagd wordt een onderzoek in te stellen naar mishandelingen of wreedheden door Nederlandse troepen bedreven. Om ruim twee uur in de nacht werd de vergadering verdaagd tot heden half twaalf. (Buiten verantwoordelijkheid Red.) Een juiste voorlichting over dè loon strijd van de stakende stucadoors blijkt moeilijkheden op te leveren, ge tuige een aantal publicaties in de af gelopen week in diverse bladen ver schenen. In de allereerste plaats blijkt bijna algemeen, dat de schrijvers van deze diverse berichten niet precies weten, waarom, dus tengevolge waar van een conflict in het stucadoorsbe- diijf is ontstaan, terwijl erver het ver loop van dit conflict de meest onjuiste berichten verschijnen. Degene, die geen vreemde is in het Jeruzalem van de bouwvakarbeider, weet, dat het stucadoorsberoep er een is, waarin naast een behoorlijk dosis arbeidskracht, minstens een evengrote hoeveelheid vakkennis wordt vereist. Daarom, en omdat de stucadoors een onmisbare groep in de bouwnijverheid vormen, hehben zij na de bevrijding goede, in vele gevallen zeer goede ionen,, kunnen bedingen. Men kan zich als buitenstaander afvragen of deze lonen tè hoog zijn en dan kunnen wij simpel-weg antwoorden, dat het loon van een arbeider nooit te hoog kan zijn. Ook kunnen wij echter aan tonen, dat gezien de hoge, nog steeds stijgende kosten van het levensonder houd, het door de stucadoors verdien de loon niet te hoog, doch hoogstens het loon van andere groepen arbeiders die minder verdienen, te laag is! Het terugbrengen van de stucadoorslonen op basis van de „bindend verklaarde loonregeling" daterende van 1937, zo als dit door de patroonsbond per 1 Mei j.l. werd getracht, betekende in vele gevallen een loonsverlaging van pl.m. f 20.per week. Het behoeft o.i. geen betoog, dat dit onaanvaardbaar is, te meer daar door diverse patroons openlijk de redelijkheid van het z.g. „zwarte loon" wordt erkend. Als gevolg van het doorvoeren van deze loonsverlaging staken thans in het gehele land de stucadoors, met uit zondering van die objecten, waar het vóór 1 Mei geldende looi. au nog wordt uitbetaald. Zo ook in Alkmaar «■zi omstreken, waar bijna alle stuca doors het werk hebben neergelegd en ongeacht hun gezindte gezamenlijk op de bres staan voor handhaving van hun loon. Daartoe werd Maandag 8 Mei een vergadering gehouden, waar met algemene stemmen tot staking werd besloten, welks leiding in-4 han den werd gesteld van een comité, be staande uit leden van de K.A.B., A.N. B., A.B.W.B. en ongeorganiseerden. Door de z.g. Uniebonden, dit zijn KA.B. (R.K.), A.N.B. (Modern) en C.N.V. (Chr.) is besloten deze staking niet te ondersteunen, op grond van het feit dat zij menen met een nieuwe loonregeling voor de toekomst, welke enkele centen meer per uur boven het lage bindend Verklaarde loon "in zou htuden, te kunnen volstaan. Het over- giote deel van de leden van deze bon den is echter een andere mening toe gedaan, getuige de aïgemeenheid van de staking. Toch wordt er door de be sturen van de Unie-bonden getracht tegen de wil Van de leden eigen ziens wijze en wil door te drijven. Zo wordt van de K.A.B.-ers verlangd, dat zij, die in de stakingsleiding zitting hebben, hiervoor zullen bedanken op straffe Dr. Struijcken - „de grote tovenaar uit Breda Wij hebben dezer dagen temidden van vele andere éénregelige berichten het nieuws gepubliceerd, dat de be faamd keel-, neus- en oorspecialist dr. Struijcken te Breda benoemd werd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Zulke berichten geven de persbureaux (en derhalve de kranten) in het algemeen véél en véél beknop ter dan die, waarin de verrichtingen van sportfenomenen worden uitgeme ten. Dr. J. J. Bruins te Alkmaar wijst er ons in een vriendelijk schrijven op, dat de verhoudingen van wat de belang rijkheid der figuren betreft, daarmee worden scheefgetrokken. Dr. Struijcken in Breda, wiens be noeming met één regel werd afgedaan, is een autodidact, een man met een wereldnaam voor. de keelartsen; een man die in een kleine plaats, ver van een universiteit met haar vele hulp bronnen, werk heeft verricht, dat hem in 1931 lid deed worden van de Ko ninklijke Academie van Wetenschap pen (ons hoogste wetenschappelijke College), dat hem in 1933 erelid van de Nederlandsche keel-, neus- en oor heelkundige Vereniging maakte, dat hem tot Officier van Oranje Nassau verhief. Zijn wetenschappelijk werk heeft hij neergelegd in ongeveer 130 publicaties; zijn collega's, specialisten, met een onzer professoren vooraan, noemen hun „de grote tovenaar uit Breda". Deze man is onlangs 80 jaar geworden en werkt nog steeds èn in zijn praktijk èn in zijn laboratorium. Als deze man ridder van de Neder landse Leeuw wordt, heeft hij een te lage rang en bovendien veel te iaat verkregen en verdient hij die meer dan vele anderen. Voor enkele dagen werd hij doctor honoris causa in Leiden. Die titel siert de man en heeft veel meer waarde dan een paar andere doctoraten honoris causa, die in het afgelopen jaar aan andere Nederlanders zijn uitgereikt. N.V. SOLVOLITH COMPANY - AMSTERDAM JSM ALKALIVRIJ 35 ct per pak. Netto 100 gr. Belangrijke achteruitgang van de visstand „Och," zei de oude Dries Wink van het Westeinde, „tegenwoordig zit er geen vis meer in de sloten. Nee, dan een halve eeuw geleden. Toen ik met Piet Schouten in de Buttersloot ging baarzen. In tijd van een paar uur hadden we acht pond baars gehengeld. Zo maar tussen het staand kroos, weet je. Maar j tegenwoordig, met die netten, vissen ze alles schoon leeg..." Op voorstel van de heren J. Rijke- boer en H. Hooyberg, zal er een vrije wedstrijd worden uitgeschreven, waar aan iedereen kan deelnemen. Voorts vroeg de heer J, Rijkeboer naar de mogelijkheid om tegen de wind in te hengelen. Tenslotte werden op verzoek van de heer J. Rijs onder bepaalde omstandigheden laarzen verstrekt aan contróleur R. Kant. van royement, terwijl van de K.A.B.- leden in het algemeen wordt geëist, dat zü de loonsverlaging zuilen ac cepteren en dus op het nieuwe loon aan het werk gaan. De beide A.N.B.ers (N.V.V.), dit zitting hadden in het stukingscomité, werden voor de keus gesteld, hiervoor te bedanken en an ders geen uitkering! Het gevolg is be kend, Ottenbros en v. d. Meulen be dankten, doch dit houdt niet in, dat zij het daarom eéns zijn met het door hun bestuur gedecreteerde! Zitten er nu dus alleen E.V.C.ers in de stakingsleiding?, zoals de Alkmaar- sche Courant in een opmerkelijk arti kel van Zaterdag j.l. weet te melden. Neen, want de samenstelling van de stakingsleiding is nog steeds K.A.B., A.B.W.B. en ongeorganiseerden, als ge volg van de onder broodroofdruk uit getreden A.N.B.ers. HET STAKINGSCOMITé. Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur 65. Het is echter niet de kapitein, die bij Pim binnenkomt, maar de ma troos, die terugkeert. „De kapitein wil niet gestoord worden, maar morgen ochtend vroeg moet je je melden," zegt hü tegen Pim. „Nu ik benijd je niets kereltje". „Nee, ik benijd mezelf ook helemaal niet," zegt Pim zuchtend. „Maar matroos, zou jü me niet aan een portie eten kunnen helpen?" Een waarschuwend gekuch klinkt uit de luchtkoker. „Een dubbele portie!" ver betert Pim snel. „Nu jij bent me ook een brutale", zegt de matroos bewon derend. „Ach toe, beste matroos", zegt Pim met een allermeewarigst gezicht. ,Ik ben zo wee, ik voel me helemaal zwak op de benen. Ik heb de hele dag al niets gehad" „Zwak op de benen" mompelt de matroos. „En dan zo'n ketting stuk trekken. Maar wat doe je dan wel, als je goed gevoed bent?" „Ik doe niets", roept Pim uit. „Ik ben zo zacht als een lammetje. „Toe kijk eens bij de kok, maareen dubbele por tie!" De matroos schudt zijn hoofd, maar gaat toch weg om iets te eten te halen. De uitspraak van een der oudste in woners van Dirkshorn werd het dui delijkst gekenmerkt op de jaarverga ring van de leden der hengelsportver eniging „De Dobber", waarin de se cretaris, de heer C. Koster een over zicht verstrekte van de vangsten in de voorgaande jaren: n.l. over 1947 een totaal van 1815 baarzen en 603 witvis- sen en over 1948 een totaal van 1382 baarzen en 290 witvissen. Wel een be wijs dat de visstand belangrijk terug loopt, want het aantal leden bleef het zelfde. De voorzitter, de heer W. Kistema- ker, opende met een hartelijk wel komstwoord de vergadering, waarbij hij zijn vreugde over de grote op komst uitspraak. Hierna feliciteerde hij de kampioen 1948 H. Hooyberg met zijn behaalde succes en overhandigde hem de fraaie wisselbeker. Aan de heer P. de Vries Cz., bekerhouder over 1946 en 1947, reikt hij een herinne ringsmedaille uit. Het verslag van de penningmeester de heer Lg Meinema, sloot met een na delig saldo van 8.50. Het bestuur werd in zün geheel her kozen, met uitzondering van de pen ningmeester. De heer Meinema meen de dat jongere krachten zijn functie4 dienden over te nemen. De nieuwbe noemde penningmeester was de heer J Rijkeboer. Tot leden der kascommissic werden benoemd de heren W. Govers, It. Dam en C. Stroet. De heer Govers dankte de leden voor het vertrouwen «n hem gesteld. Als nieuw lid werd genoteerd de heer L. Duinkerken. Be sloten werd. de traditie getrouw, de vereniging Noordscharwoude voor een jaarlijkse wedstrijd uit te nodigen. De eerste clubwedstrüd zal plaats vinden op 12 Juni a.s. in de Woudmeer (Strij- bis). Het punt prijzenverdeling vormde een probleem. De heer C. Korter stel de voor allen een prijs toe te kennen. Het voorstel van de heer P. de Vries beoogde de vereniging in klassen te verdelen, terwijl de heer P. Stroet het aantal prijzen graag groter, doch min der kostbaar zou zien. Dit laatste voorstel werd aangenomen. Tijdens de rondvraag werd op voor stel van de heer P. de Vries een com missie benoemd, die enige dagen te voren het viswater zal controleren. Tevens werd deze commissie4 belast met het aanwijzen van het uit te zet ten parcours. De heer W. Govers zag gaarne, dat de controleur zelf de ge vangen vis in het water deponeerde. Voorts was hij het niet eens met een gedane uitspraak om bij regen met vissen op te houden. De voorzitter deed toezegging, dat contróleur R. Kant in het vervolg zelf de vis in handen zou nemen en dat bij regen doorgevist diende te worden. Mijnhardtjes wekken op bij geeste lijke en lichamelijke vermoeidheid en verdrijven allerlei pijnen..__ Het Radioprogramma VOOR HEDENAVOND HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten ora 6, 8 en 11 uur. VARA: 6.20 Edith Fiaf zingt. 6.30 Strijdkrachten. 7.00 Lezingen. 7.15 Frans Vester (fluit). VPRO: 7.30 Voor de jeugd. 7.45 Radioschets. VARA: 8.05 Reportage Nederland—Engeland. 9.00 Omroep orkest. 9.50 Kwartet Jan Corduwener. 10.15 Flitsen uit de Ridderzaal. 10.25 Volksliederen. 10.45 In de tuin der Poëzie. 11.15 Bruce Lowe zingt. 11.35 Harry James en zijn orkest. HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten nu 7, 8 en 11 uur. NCRV: 6.00 Onze Ne derlandse koren en korpsen. 6.30 Dr. J. J. Smith. 7.15 Nieuws uit Indonesië. 7.30 Ac- aieel geluid. 7.45 Engelse les. 8.05 Opbouw dag te Rotterdam. 8,15 Beroemde concerten. 8.50 Ds. W. Kreuzen. 9.10 Ensemble „Selec ta". 9.35 Nederlandse vioolmuziek. 10.15 Gees telijke liederen. 10.45 Avondoverdenking. 11.15 Avondconcert. VOOR DONDERDAG HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. - AVRO: 8.15 Gramofoonmuziek. 12.00 Metropole-orkest. 1.15 Aansluiting met de B.B.C. 3.00 Klimop. 6.15 Sportpraatje. 6.30 Strijdkrachten. 7.00 Radio strip. 7.10 Les Gars de Paris. 7.45 De Rege- rings-Voorlichtingsdienst antwoordt. 8.05 In het Radio-Zoeklicht.. 8.15 Radio Philharmonisch- oikest. 9.00 Vertellingen in woord en muziek. 9.30 Lezing. 9.45 Pierre Palla (piano). 10.00 De Stormwind vertelt. 10.30 The Skymasters. 11.15 Gramofoonmuziek. HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. KRO: 8.15 Pluk de dag. 12.33 Promenade-orkest. 1.20 Amusements-orkest. NCRV: 6.00 Leger des Heils-kwartier. 6.15 Flitsen. 6.30 NCRV-koor. 7.15 Nederlandse organisten. 7.30 Actueel ge luid. 8.05 Programma-proloog. 8.15 Steravond. 10.15 „Vaart der Volken" 10.35 Gramofoon- platen. 10.45 Avondoverdenking. 11.15 Swee- linck-kwartet. 11.45 Gramofoonplaten. 101 IN DE OOOR TJEERD ADEM A De rechter-commissaris wreef zich tevreden de handen. „Dat is zeer verstandig van u. We gaen dus veuruit", zei hij met een snelle blik naar de als altijd zwijgen de griffier. „Nu een belangrijke vraeg: waerom kwam u in dat perceel?" Ir. Steensma trok met een gewoon te-gebaar zün das recht. „Ik ben niet van plan u verder te antwoorden", zei hij geprikkeld. „En waerom niet, mijnheer?" „Omdat ik in de positie, waarin ik verkeer, recht heb op bijstand van een raadsman', zei Steensma. „Is dat r.iet juist, mijnheer?" De rechter-commissaris keek snel op, blijkbaar ongerust, dat zijn prooi hem zou ontsnappen. „Natuurlü'k", zei hü met onmisken bare teleurstelling in zijn stem, „als u dat wénst. Heeft u een bepaeidt ju rist op het oog?" „Ja mijnheer, een studievriend, mr. Van Baaren". „Van Baeren?" vroeg de rechter commissaris verwonderd, „ik kén geen Van Baeren". „Mijn vriend woont in Valken burg", legde Steensma uit. De rechter-commissaris hief afwe rend beide handen omhoog. „U moogt het onderzoek niet nodeloos vertrae- gen. mijnheer" „Schrikt u maar niet, mijnheer", zei Steensma glimlachend. „Mün vriend logeert in Hotel Paulez en blijft voor onbepaalde tijd in de residentie" De rechter-commissaris knikte. „De griffier heeft uw verzoek genoteerd" zei hij. „Aan mr. Van Baeren zal daer- <-an worden kannis gegeven". Hij haalde een boekje uit een muur kast en bladerde er een ogenblik in. „Arrondissement Maestricht", zei hij. „mr. J. van Baeren te Valkenburg. Dat klopt. Goed, mijnheer, wij zullen met de verheuren wachten tot uw raedsman daerbii tegenwoordig kan zijn". In de namiddag kwam een bewaker de cel van jhr. Van Waardenburg bin nen. „Uw raadsman is gekomen", zei hij. „Ik zal u bij hem brengen". Hü geleidde de verdachte door gan gen en over trappen en bracht hem in een kleine kamer, die enkele met fijn gevlochten draad beklede raam pjes had, waarachter groene gordijn tjes waren gehangen'! De bewaker kon desgewenst daar over heen küken, maar nadat hij de verdachte had binnengelaten, verliet hij het vertrek, deed de deur op slot en begaf zich naar een ander gedeelte van het gebouw. De „advocatenkamer" was sober ge meubileerd. Er stonden een paar stoelen en een tafel, waarover een donkergroen kleed gelegd was. Bij Steensma's binnenkomst stond een jonge man op en reikte hem de hand. „Van Baaren", zei hij hoffelijk. „U is natuurlijk de verdachte". Steensma nam de man belangstel lend OD. Voor zover hij zich kon herinneren had hü hem nimmer tevoren gezien Da raadsman had eon postuur als hij zelf, een gladgeschoren gezicht en een hoofd, dat zo kaal en glimmend was als een biljartbal. Aan een kapstokpen in het vertrek had hij een lange jas met een astra kan kraag erf een grote, zwarte flam bard opgehangen. Steensma keek enigszins wantrou wig naar de deur. „Kunnen we hier praten zonder be luisterd te worden?" vroeg hij. „Volkomen", zei de heer Van Baa ren. „Men stelt zoveel vertrouwen in de leden van de bali, dat men zelfs geen kennis neemt van de tussen ons gevoerde correspondentie. Trouwens, het wetboek van strafvordering ver biedt dat ook uitdrukkelijk" Hij glimlachte toen hij het bezorgde gezicht van zijn cliënt zag. „U heeft waarschijnlijk nooit van mij gehoord", zei hij, „en 11 begrijpt niet, waarom ik moeite gedaan heb. dat u mij ais u raadsman zou kiezen". „Inderdaad, mü'nheer", gaf Steens ma toe, „de geschiedenis is mij vol komen onbegrijpelijk. Hoe en wanneer heb ik de brief ontvangen?" ..Die brief is niet door mij geschre ven, maar door een dame", zei de hur Van Baaien. „Men heeft kans gezien hem ongemerkt in uw zak te laten glijden, toen u ter confrontatie naar het ziekenhuis vervoerd is". „Wie. is die dame?" vroeg Steensma in gespannen verwachting. „Het spijt mij; mijnheer", antwoord de mr. Van Baaren, „maar ik mag u haar naam niet noemen U zult haar spreken, zodra u bevrijd is". „Bestaat er dan kans, dat ik dezer dagen za] worden vrijgelaten?" vroeg Steensma blü-verrast. Niet dat u wordt vrijgelaten", zei de raadsman, „maar dat u onopge merkt uit het Huis van Bewaring ver dwijnt. De verdwijning zal hopelük niet opvallen, maar heel spoedig na dat u verdwenen is, zal men u mis sen. Maar dat laatste zal u waarschün- lük minder interesseren". Ir. Steensma keek zijn raadsman verbaasd aan. „Kunt u mij een en ander niet wat duidelijker maken?" vroeg hü. „Morgen", zei de heer Van Baaren, „hoop ik u weer te bezoeken. Ik wil r.iet te hard van stapel lopen en het is wenselijk, dat de bewakers even aan mij wennen. Gaat u hier eens bij m« ïltt«u hier bij het raam alstu blieft, zodat ik u eens goed kan be kijken". Steensma voldeed zwijgend aan het verzoek van zijn raadsman, die hem nauwkeurig opnam. „U is geen moeilijk object", zei hij. „Ik heb cliënten gehad, die mij voor heel wat lastiger problemen stelden". „Maarzei Steensma verbaasd. „Laten wij er maar niet verder over praten", zei de heer Van Baaren. „Morgenmiddag hoop ik u de nodige instructies te kunnen geven. Vertelt u mij eens iets van het verhoor. Ik wil vanmiddag even een bezoek aan de rechter-commissaris brengen en het is wenselijk, dat ik voldoende georiën teerd ben". Ir. Steensma gaf een uitvoerig re sumé van de verhoren, maar zweeg onwillekeurig over zijn confrontatie met de moeder en de zuster van het vermoorde meisje. „Is het ook uw mening münheer Van Baaren. dat de keten bijna om mij gesloten is?" vroeg hij. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1949 | | pagina 3