Tweede Kamer prijst en verfoeit
het regeringsbeleid
Ledenvergadering H.S.V. „De Dobber"
te Dirkshorn
Vrees en bezwaar bij
rechtervleugel
MU*dse
Niewwe kotiw
INGEZONDEN
Loonstrijd van de
stucadoors
Was Uw wol veilig in
tis
HOEHEID
AVONTUUR
Res
identie
Meerderheid achter de regering
(Van onze parlementaire redacteur)
Keeda spoedig werd het Pinsdagmiddag in de Tweede Kamer duidelük, dat de
regering geen moeilükheden in de weg geleg zuilen worden bij haar pogingen
om in Indonesië tot een bevredigende oplossing te komen. Het op 7 Mei gesloten
voorlopige accoord tussen de Nederlandse delegatie onder leiding van dr. Van
Roven en de Republikeinse delegatie onder aanvoering van Moh. Rum - in het
parlement zeer on-Nederlands Van Royen-Rum statement genoemd - is, naar
velen hopen het begin van een uiteindelijke overeenstemming tussen Neder
land en de Republiek, die tot een ongehinderde vorming van de Verenigde Sta
ten van Indonesië en tenslotte tot de Nederlands-Indonesische Unie moet leiden.
stand zette mi. Oud uiteen, dat hij
Er is nog slechts een globale over
eenkomst aangegaan. Een nadere uit
werking moet' volgen. En dan is het
afwachten, of van beide partijen een
loyale nakoming gegarandeerd kan en
*al worden. Nederland neemt risico's
Dat was het, wat de Kamer Dinsdag
vooral interesseerde. Sommige spre
ker» waren van oordeel, dat we al
ren eind op de goede weg zijn, nu we
tenminste een blijk van vertrouwen
gegeven hebben. Want alleen in deze
sfeer is toenadering mogelijk. Er wa
ren echter ook afgevaardigden, die de
overeenkomst botweg afwezen.
De heer Ch J I M Weiter, bijvoor
beeld de man van Rijkseenheid, sprak
zeer aggressief van een capitulatie en
van het begin van het einde van de
ondergang van 't Koninkrijk en ds. P
j 2andt (St. Ger.) liet zich in nage
noeg dezelfde bewoordingen uit.
Maar prof. mr. C. P. A. Romme
(KVP>, mr. P. J. Oud (WD) en prof.
dr. ir. W. Schermerhorn (PvdA) wil
den het erop wagen. Natuurlijk waren
er gradaties in hun beoordeling van
het regeringsbeleid en van de moge
lijkheden, die na de overeenkomst
van Batavia van 7 Mei j.l. geopend
zijn, maar alle drie schaarden zij
zich nooit absoluut tegen het herstel
van de Republikeinse regering in
Djokja had uitgesproken. Hij ver
langde echter waarborgen, als hoe
danig hij noemde een rustige econo
mische ontwikkeling en de handha
ving van recht, rust en veiligheid.
De voorman der V.V.D. was niet
bij voorbaat tegen het herstel van de
Republiek. Maar hrj was ook niet
blind voor de risico's. Sukarno en
Hatta hebben in de overeenkomst
persoonlijk verplichtingen aanvaard.
Zal ook de Republiek als staat zich
daar straks aan houden?
Crltiek op dr. Heel.
Evenals prof. Romme en prof.
Schermerhorn vond mr. Oud het
heengaan van dr. Reel betreurens
waardig. Hjj kon echter niet nalaten
de Hoge Vertegenwoordiger der
Kroon keurig op zijn nummer te zet
ten. De H.V.K. is geen verantwoor
delijk bewindsman, zoals een minister,
die aftreedt, als hjj het met het rege
ringsbeleid niet eens ls, zei hij. De
regering blijft onder alle omstandig
heden verantwoordelijk. Als de H.V.K.
meent te moeten heengaan, kan nie
mand hem dat beletten, maar hjj
dient dit niet te doen op het ogenblik,
waarop zijn aftreden het karakter
van een politiek feit verkrijgt en
vooral dr. Heel had dit niet moeten
d« meerderheid van de Kamer verte- doen, omdat hij ook in Nederland een
"vooraanstaande politieke figuur was.
genwoordigend zich achter de re
gering.
Prof. Romme voorzichtig.
Prof. Romme, die als eerste het
woord kreeg, nadat de minister van
Overzeese Gebiedsdelen a.i. mr. J. H.
van Maarseveen een verklaring over
het aftreden van de Hoge Vertegen
woordiger der Kroon, dr. L. J. H. Beel.
had afgelegd, en wiens rede met be
langstelling tegemoet gezien werd, aan
gezien na het heengaan van dr. Beel
enige twijfel over zijn standpunt be
stond, toonde zich de voorzichtigste
van het drietal.
Het speet hem, dat de regering haar
besluit om een overeenkomst met de
Republiek af te sluiten zonder overleg
met de volksvertegenwoordiging geno
men had en een moeilijk punt in de
regeringsverklaring van Donderdag jl.
was voor hem. de voorlopige bevrie
zing van de staatkundige vormgeving
in Indonesië overeenkomstig de volks
wil. Deze bevriezing achtte hij niet in
vereenstemming met het zelfbeschik
kingsrecht en zelfs was het voor hem
de vraag, of zij niet in strijd is met
art. 5 van het B. F. O.-besluit.
Ook prof. Schermerhorn, die overi
gens geheel achter de regering stond
en zijn voldoening over het accoord
uitsprak, toornde enigszins tegen deze
bevriezing.
Er is gezegd, dat de Republiek een
eigen staat zal vormen. Prof. Romme
en mr. Oud was het opgevallen, dat in
dit geval niet van deelstaat gesproken
is. Daarom verlangden zij een nadere
verklaring van het gebruik van deze
term.
Ter voorkoming4 van alle misver-
Mr. Oud knoopte daar de vraag aan
vast, of het wel gelukkig is als H.V.K.
een politieke persoon te kigzen.
De heer Weiter (KNP) betoogde, dat
de politiek der regering steeds verder
is afgegleden. Spr. zeide te vertrou
wen, dat het de minister van Over
zeese Gebiedsdelen ad interim moei
lijk is gevallen de regeringsverklaring
op te stellen en voor te lezen. Want
het betreft hier een capitulatie, onder
druk van de Veiligheidsraad.
Avondvergadering
Nadat in de avondvergadering de
heer Weiter zijn rede had beëindigd,
zeide de heer Tilanus (CH) het heen
gaan van dr. Beel te betreuren. Re
geringshandelingen schijnen gepaard te
moeten gaan met persoonswisselingen.
Ook de heer Tilanus is het woord
„staat" in plaats van deelstaat opgeval
len.
De heer Schouten (AR) had ernstige
en soms onoverkomelijke bezwaren te
gen de verklaring van dr. Van Royen.
Spr. vreesde dat er rond Djokja strijd
zal ontstaan en dat er bloed zal vloeien.
Z.i. had de regering moeten eisen, dat
zij belast zou 'blijven mét de handha
ving van orde en rust in de residentie
Djokja.
Doordat de Republiek een derde deel
der zetels van het vertegenwoordigend
lichaam zal innemen, wordt zü feitelijk
hersteld in de positie van vóór de
tweede politionele actie. De overeen
komst brengt een aantal winstpunten
voor de Republiek n evenveel verlies-
punten voor Indonesië en Nederland,
aldus de heer Schouten.
De heer Schouten constateerde, dat
men weer voor een voldongen feit
staat. De regering handelt en achteraf
mag de Kamer haar oordeel geven.
De heer De Groot (CPN) betoogde,
dat de Nederlandse politiek in Indo
nesië mislukt is. Het mislukken der
militaire atcie is z.i. een nevenver
schijnsel van de militaire nederlaag
van Amerika in China.
Spreker diende een motie in, waarin
gevraagd wordt duidelijke erkenning
van de Republiek als zelfstandige staat,
terugtrekking der Nederlandse troepen
en vrijlating v -> politieke gevangenen.
De heer Gerbrandy (AR) had ern
stig bezwaar tegen de regeringsverkla
ring. die hem onwaarachtig lijkt. Spr.
richtte een aanval tegen Sukarno en
Hatta, die hij onbetrouwbaar noemde.
Nadat ook de heer Van der Goes van
Naters (Arb.) had gesproken, diende
de heer Gortzak (CPN) een motie in,
waarin gevraagd wordt een onderzoek
in te stellen naar mishandelingen of
wreedheden door Nederlandse troepen
bedreven.
Om ruim twee uur in de nacht werd
de vergadering verdaagd tot heden
half twaalf.
(Buiten verantwoordelijkheid Red.)
Een juiste voorlichting over dè loon
strijd van de stakende stucadoors
blijkt moeilijkheden op te leveren, ge
tuige een aantal publicaties in de af
gelopen week in diverse bladen ver
schenen. In de allereerste plaats blijkt
bijna algemeen, dat de schrijvers van
deze diverse berichten niet precies
weten, waarom, dus tengevolge waar
van een conflict in het stucadoorsbe-
diijf is ontstaan, terwijl erver het ver
loop van dit conflict de meest onjuiste
berichten verschijnen.
Degene, die geen vreemde is in het
Jeruzalem van de bouwvakarbeider,
weet, dat het stucadoorsberoep er een
is, waarin naast een behoorlijk dosis
arbeidskracht, minstens een evengrote
hoeveelheid vakkennis wordt vereist.
Daarom, en omdat de stucadoors een
onmisbare groep in de bouwnijverheid
vormen, hehben zij na de bevrijding
goede, in vele gevallen zeer goede
ionen,, kunnen bedingen. Men kan
zich als buitenstaander afvragen of
deze lonen tè hoog zijn en dan kunnen
wij simpel-weg antwoorden, dat het
loon van een arbeider nooit te hoog
kan zijn. Ook kunnen wij echter aan
tonen, dat gezien de hoge, nog steeds
stijgende kosten van het levensonder
houd, het door de stucadoors verdien
de loon niet te hoog, doch hoogstens
het loon van andere groepen arbeiders
die minder verdienen, te laag is! Het
terugbrengen van de stucadoorslonen
op basis van de „bindend verklaarde
loonregeling" daterende van 1937, zo
als dit door de patroonsbond per 1 Mei
j.l. werd getracht, betekende in vele
gevallen een loonsverlaging van pl.m.
f 20.per week. Het behoeft o.i. geen
betoog, dat dit onaanvaardbaar is, te
meer daar door diverse patroons
openlijk de redelijkheid van het z.g.
„zwarte loon" wordt erkend.
Als gevolg van het doorvoeren van
deze loonsverlaging staken thans in
het gehele land de stucadoors, met uit
zondering van die objecten, waar het
vóór 1 Mei geldende looi. au nog
wordt uitbetaald. Zo ook in Alkmaar
«■zi omstreken, waar bijna alle stuca
doors het werk hebben neergelegd en
ongeacht hun gezindte gezamenlijk op
de bres staan voor handhaving van
hun loon. Daartoe werd Maandag 8
Mei een vergadering gehouden, waar
met algemene stemmen tot staking
werd besloten, welks leiding in-4 han
den werd gesteld van een comité, be
staande uit leden van de K.A.B., A.N.
B., A.B.W.B. en ongeorganiseerden.
Door de z.g. Uniebonden, dit zijn
KA.B. (R.K.), A.N.B. (Modern) en
C.N.V. (Chr.) is besloten deze staking
niet te ondersteunen, op grond van
het feit dat zij menen met een nieuwe
loonregeling voor de toekomst, welke
enkele centen meer per uur boven het
lage bindend Verklaarde loon "in zou
htuden, te kunnen volstaan. Het over-
giote deel van de leden van deze bon
den is echter een andere mening toe
gedaan, getuige de aïgemeenheid van
de staking. Toch wordt er door de be
sturen van de Unie-bonden getracht
tegen de wil Van de leden eigen ziens
wijze en wil door te drijven. Zo wordt
van de K.A.B.-ers verlangd, dat zij, die
in de stakingsleiding zitting hebben,
hiervoor zullen bedanken op straffe
Dr. Struijcken - „de grote
tovenaar uit Breda
Wij hebben dezer dagen temidden
van vele andere éénregelige berichten
het nieuws gepubliceerd, dat de be
faamd keel-, neus- en oorspecialist dr.
Struijcken te Breda benoemd werd tot
ridder in de Orde van de Nederlandse
Leeuw. Zulke berichten geven de
persbureaux (en derhalve de kranten)
in het algemeen véél en véél beknop
ter dan die, waarin de verrichtingen
van sportfenomenen worden uitgeme
ten.
Dr. J. J. Bruins te Alkmaar wijst er
ons in een vriendelijk schrijven op, dat
de verhoudingen van wat de belang
rijkheid der figuren betreft, daarmee
worden scheefgetrokken.
Dr. Struijcken in Breda, wiens be
noeming met één regel werd afgedaan,
is een autodidact, een man met een
wereldnaam voor. de keelartsen; een
man die in een kleine plaats, ver van
een universiteit met haar vele hulp
bronnen, werk heeft verricht, dat hem
in 1931 lid deed worden van de Ko
ninklijke Academie van Wetenschap
pen (ons hoogste wetenschappelijke
College), dat hem in 1933 erelid van
de Nederlandsche keel-, neus- en oor
heelkundige Vereniging maakte, dat
hem tot Officier van Oranje Nassau
verhief. Zijn wetenschappelijk werk
heeft hij neergelegd in ongeveer 130
publicaties; zijn collega's, specialisten,
met een onzer professoren vooraan,
noemen hun „de grote tovenaar uit
Breda". Deze man is onlangs 80 jaar
geworden en werkt nog steeds èn in
zijn praktijk èn in zijn laboratorium.
Als deze man ridder van de Neder
landse Leeuw wordt, heeft hij een te
lage rang en bovendien veel te iaat
verkregen en verdient hij die meer dan
vele anderen.
Voor enkele dagen werd hij doctor
honoris causa in Leiden. Die titel siert
de man en heeft veel meer waarde
dan een paar andere doctoraten honoris
causa, die in het afgelopen jaar aan
andere Nederlanders zijn uitgereikt.
N.V. SOLVOLITH COMPANY - AMSTERDAM
JSM
ALKALIVRIJ
35 ct per pak. Netto 100 gr.
Belangrijke achteruitgang van de visstand
„Och," zei de oude Dries Wink van het Westeinde, „tegenwoordig zit er geen
vis meer in de sloten. Nee, dan een halve eeuw geleden. Toen ik met Piet
Schouten in de Buttersloot ging baarzen. In tijd van een paar uur hadden we
acht pond baars gehengeld. Zo maar tussen het staand kroos, weet je. Maar
j tegenwoordig, met die netten, vissen ze alles schoon leeg..."
Op voorstel van de heren J. Rijke-
boer en H. Hooyberg, zal er een vrije
wedstrijd worden uitgeschreven, waar
aan iedereen kan deelnemen. Voorts
vroeg de heer J, Rijkeboer naar de
mogelijkheid om tegen de wind in te
hengelen. Tenslotte werden op verzoek
van de heer J. Rijs onder bepaalde
omstandigheden laarzen verstrekt aan
contróleur R. Kant.
van royement, terwijl van de K.A.B.-
leden in het algemeen wordt geëist,
dat zü de loonsverlaging zuilen ac
cepteren en dus op het nieuwe loon
aan het werk gaan. De beide A.N.B.ers
(N.V.V.), dit zitting hadden in het
stukingscomité, werden voor de keus
gesteld, hiervoor te bedanken en an
ders geen uitkering! Het gevolg is be
kend, Ottenbros en v. d. Meulen be
dankten, doch dit houdt niet in, dat
zij het daarom eéns zijn met het door
hun bestuur gedecreteerde!
Zitten er nu dus alleen E.V.C.ers in
de stakingsleiding?, zoals de Alkmaar-
sche Courant in een opmerkelijk arti
kel van Zaterdag j.l. weet te melden.
Neen, want de samenstelling van de
stakingsleiding is nog steeds K.A.B.,
A.B.W.B. en ongeorganiseerden, als ge
volg van de onder broodroofdruk uit
getreden A.N.B.ers.
HET STAKINGSCOMITé.
Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur
65. Het is echter niet de kapitein,
die bij Pim binnenkomt, maar de ma
troos, die terugkeert. „De kapitein wil
niet gestoord worden, maar morgen
ochtend vroeg moet je je melden," zegt
hü tegen Pim. „Nu ik benijd je niets
kereltje". „Nee, ik benijd mezelf ook
helemaal niet," zegt Pim zuchtend.
„Maar matroos, zou jü me niet aan
een portie eten kunnen helpen?" Een
waarschuwend gekuch klinkt uit de
luchtkoker. „Een dubbele portie!" ver
betert Pim snel. „Nu jij bent me ook
een brutale", zegt de matroos bewon
derend. „Ach toe, beste matroos", zegt
Pim met een allermeewarigst gezicht.
,Ik ben zo wee, ik voel me helemaal
zwak op de benen. Ik heb de hele dag
al niets gehad" „Zwak op de benen"
mompelt de matroos. „En dan zo'n
ketting stuk trekken. Maar wat doe je
dan wel, als je goed gevoed bent?" „Ik
doe niets", roept Pim uit. „Ik ben zo
zacht als een lammetje. „Toe kijk eens
bij de kok, maareen dubbele por
tie!" De matroos schudt zijn hoofd,
maar gaat toch weg om iets te eten te
halen.
De uitspraak van een der oudste in
woners van Dirkshorn werd het dui
delijkst gekenmerkt op de jaarverga
ring van de leden der hengelsportver
eniging „De Dobber", waarin de se
cretaris, de heer C. Koster een over
zicht verstrekte van de vangsten in de
voorgaande jaren: n.l. over 1947 een
totaal van 1815 baarzen en 603 witvis-
sen en over 1948 een totaal van 1382
baarzen en 290 witvissen. Wel een be
wijs dat de visstand belangrijk terug
loopt, want het aantal leden bleef het
zelfde.
De voorzitter, de heer W. Kistema-
ker, opende met een hartelijk wel
komstwoord de vergadering, waarbij
hij zijn vreugde over de grote op
komst uitspraak. Hierna feliciteerde
hij de kampioen 1948 H. Hooyberg met
zijn behaalde succes en overhandigde
hem de fraaie wisselbeker. Aan de
heer P. de Vries Cz., bekerhouder over
1946 en 1947, reikt hij een herinne
ringsmedaille uit.
Het verslag van de penningmeester
de heer Lg Meinema, sloot met een na
delig saldo van 8.50.
Het bestuur werd in zün geheel her
kozen, met uitzondering van de pen
ningmeester. De heer Meinema meen
de dat jongere krachten zijn functie4
dienden over te nemen. De nieuwbe
noemde penningmeester was de heer J
Rijkeboer. Tot leden der kascommissic
werden benoemd de heren W. Govers,
It. Dam en C. Stroet. De heer Govers
dankte de leden voor het vertrouwen
«n hem gesteld. Als nieuw lid werd
genoteerd de heer L. Duinkerken. Be
sloten werd. de traditie getrouw, de
vereniging Noordscharwoude voor een
jaarlijkse wedstrijd uit te nodigen. De
eerste clubwedstrüd zal plaats vinden
op 12 Juni a.s. in de Woudmeer (Strij-
bis).
Het punt prijzenverdeling vormde
een probleem. De heer C. Korter stel
de voor allen een prijs toe te kennen.
Het voorstel van de heer P. de Vries
beoogde de vereniging in klassen te
verdelen, terwijl de heer P. Stroet het
aantal prijzen graag groter, doch min
der kostbaar zou zien. Dit laatste
voorstel werd aangenomen.
Tijdens de rondvraag werd op voor
stel van de heer P. de Vries een com
missie benoemd, die enige dagen te
voren het viswater zal controleren.
Tevens werd deze commissie4 belast
met het aanwijzen van het uit te zet
ten parcours. De heer W. Govers zag
gaarne, dat de controleur zelf de ge
vangen vis in het water deponeerde.
Voorts was hij het niet eens met een
gedane uitspraak om bij regen met
vissen op te houden. De voorzitter
deed toezegging, dat contróleur R.
Kant in het vervolg zelf de vis in
handen zou nemen en dat bij regen
doorgevist diende te worden.
Mijnhardtjes wekken op bij geeste
lijke en lichamelijke vermoeidheid en
verdrijven allerlei pijnen..__
Het Radioprogramma
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten
ora 6, 8 en 11 uur. VARA: 6.20 Edith
Fiaf zingt. 6.30 Strijdkrachten. 7.00 Lezingen.
7.15 Frans Vester (fluit). VPRO: 7.30 Voor
de jeugd. 7.45 Radioschets. VARA: 8.05
Reportage Nederland—Engeland. 9.00 Omroep
orkest. 9.50 Kwartet Jan Corduwener. 10.15
Flitsen uit de Ridderzaal. 10.25 Volksliederen.
10.45 In de tuin der Poëzie. 11.15 Bruce
Lowe zingt. 11.35 Harry James en zijn orkest.
HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten
nu 7, 8 en 11 uur. NCRV: 6.00 Onze Ne
derlandse koren en korpsen. 6.30 Dr. J. J.
Smith. 7.15 Nieuws uit Indonesië. 7.30 Ac-
aieel geluid. 7.45 Engelse les. 8.05 Opbouw
dag te Rotterdam. 8,15 Beroemde concerten.
8.50 Ds. W. Kreuzen. 9.10 Ensemble „Selec
ta". 9.35 Nederlandse vioolmuziek. 10.15 Gees
telijke liederen. 10.45 Avondoverdenking. 11.15
Avondconcert.
VOOR DONDERDAG
HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. - AVRO: 8.15
Gramofoonmuziek. 12.00 Metropole-orkest. 1.15
Aansluiting met de B.B.C. 3.00 Klimop. 6.15
Sportpraatje. 6.30 Strijdkrachten. 7.00 Radio
strip. 7.10 Les Gars de Paris. 7.45 De Rege-
rings-Voorlichtingsdienst antwoordt. 8.05 In het
Radio-Zoeklicht.. 8.15 Radio Philharmonisch-
oikest. 9.00 Vertellingen in woord en muziek.
9.30 Lezing. 9.45 Pierre Palla (piano). 10.00
De Stormwind vertelt. 10.30 The Skymasters.
11.15 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. KRO: 8.15
Pluk de dag. 12.33 Promenade-orkest. 1.20
Amusements-orkest. NCRV: 6.00 Leger des
Heils-kwartier. 6.15 Flitsen. 6.30 NCRV-koor.
7.15 Nederlandse organisten. 7.30 Actueel ge
luid. 8.05 Programma-proloog. 8.15 Steravond.
10.15 „Vaart der Volken" 10.35 Gramofoon-
platen. 10.45 Avondoverdenking. 11.15 Swee-
linck-kwartet. 11.45 Gramofoonplaten.
101
IN DE
OOOR
TJEERD ADEM A
De rechter-commissaris wreef zich
tevreden de handen.
„Dat is zeer verstandig van u. We
gaen dus veuruit", zei hij met een
snelle blik naar de als altijd zwijgen
de griffier.
„Nu een belangrijke vraeg: waerom
kwam u in dat perceel?"
Ir. Steensma trok met een gewoon
te-gebaar zün das recht. „Ik ben niet
van plan u verder te antwoorden", zei
hij geprikkeld.
„En waerom niet, mijnheer?"
„Omdat ik in de positie, waarin ik
verkeer, recht heb op bijstand van
een raadsman', zei Steensma. „Is dat
r.iet juist, mijnheer?"
De rechter-commissaris keek snel
op, blijkbaar ongerust, dat zijn prooi
hem zou ontsnappen.
„Natuurlü'k", zei hü met onmisken
bare teleurstelling in zijn stem, „als
u dat wénst. Heeft u een bepaeidt ju
rist op het oog?"
„Ja mijnheer, een studievriend, mr.
Van Baaren".
„Van Baeren?" vroeg de rechter
commissaris verwonderd, „ik kén geen
Van Baeren".
„Mijn vriend woont in Valken
burg", legde Steensma uit.
De rechter-commissaris hief afwe
rend beide handen omhoog. „U moogt
het onderzoek niet nodeloos vertrae-
gen. mijnheer"
„Schrikt u maar niet, mijnheer", zei
Steensma glimlachend. „Mün vriend
logeert in Hotel Paulez en blijft voor
onbepaalde tijd in de residentie"
De rechter-commissaris knikte. „De
griffier heeft uw verzoek genoteerd"
zei hij. „Aan mr. Van Baeren zal daer-
<-an worden kannis gegeven".
Hij haalde een boekje uit een muur
kast en bladerde er een ogenblik in.
„Arrondissement Maestricht", zei hij.
„mr. J. van Baeren te Valkenburg.
Dat klopt. Goed, mijnheer, wij zullen
met de verheuren wachten tot uw
raedsman daerbii tegenwoordig kan
zijn".
In de namiddag kwam een bewaker
de cel van jhr. Van Waardenburg bin
nen.
„Uw raadsman is gekomen", zei hij.
„Ik zal u bij hem brengen".
Hü geleidde de verdachte door gan
gen en over trappen en bracht hem
in een kleine kamer, die enkele met
fijn gevlochten draad beklede raam
pjes had, waarachter groene gordijn
tjes waren gehangen'!
De bewaker kon desgewenst daar
over heen küken, maar nadat hij de
verdachte had binnengelaten, verliet
hij het vertrek, deed de deur op slot
en begaf zich naar een ander gedeelte
van het gebouw.
De „advocatenkamer" was sober ge
meubileerd.
Er stonden een paar stoelen en een
tafel, waarover een donkergroen kleed
gelegd was.
Bij Steensma's binnenkomst stond
een jonge man op en reikte hem de
hand.
„Van Baaren", zei hij hoffelijk. „U
is natuurlijk de verdachte".
Steensma nam de man belangstel
lend OD.
Voor zover hij zich kon herinneren
had hü hem nimmer tevoren gezien
Da raadsman had eon postuur als hij
zelf, een gladgeschoren gezicht en een
hoofd, dat zo kaal en glimmend was
als een biljartbal.
Aan een kapstokpen in het vertrek
had hij een lange jas met een astra
kan kraag erf een grote, zwarte flam
bard opgehangen.
Steensma keek enigszins wantrou
wig naar de deur.
„Kunnen we hier praten zonder be
luisterd te worden?" vroeg hij.
„Volkomen", zei de heer Van Baa
ren. „Men stelt zoveel vertrouwen in
de leden van de bali, dat men zelfs
geen kennis neemt van de tussen ons
gevoerde correspondentie. Trouwens,
het wetboek van strafvordering ver
biedt dat ook uitdrukkelijk"
Hij glimlachte toen hij het bezorgde
gezicht van zijn cliënt zag.
„U heeft waarschijnlijk nooit van
mij gehoord", zei hij, „en 11 begrijpt
niet, waarom ik moeite gedaan heb.
dat u mij ais u raadsman zou kiezen".
„Inderdaad, mü'nheer", gaf Steens
ma toe, „de geschiedenis is mij vol
komen onbegrijpelijk. Hoe en wanneer
heb ik de brief ontvangen?"
..Die brief is niet door mij geschre
ven, maar door een dame", zei de
hur Van Baaien. „Men heeft kans
gezien hem ongemerkt in uw zak te
laten glijden, toen u ter confrontatie
naar het ziekenhuis vervoerd is".
„Wie. is die dame?" vroeg Steensma
in gespannen verwachting.
„Het spijt mij; mijnheer", antwoord
de mr. Van Baaren, „maar ik mag u
haar naam niet noemen U zult haar
spreken, zodra u bevrijd is".
„Bestaat er dan kans, dat ik dezer
dagen za] worden vrijgelaten?" vroeg
Steensma blü-verrast.
Niet dat u wordt vrijgelaten", zei
de raadsman, „maar dat u onopge
merkt uit het Huis van Bewaring ver
dwijnt. De verdwijning zal hopelük
niet opvallen, maar heel spoedig na
dat u verdwenen is, zal men u mis
sen. Maar dat laatste zal u waarschün-
lük minder interesseren".
Ir. Steensma keek zijn raadsman
verbaasd aan.
„Kunt u mij een en ander niet wat
duidelijker maken?" vroeg hü.
„Morgen", zei de heer Van Baaren,
„hoop ik u weer te bezoeken. Ik wil
r.iet te hard van stapel lopen en het
is wenselijk, dat de bewakers even
aan mij wennen. Gaat u hier eens bij
m« ïltt«u hier bij het raam alstu
blieft, zodat ik u eens goed kan be
kijken".
Steensma voldeed zwijgend aan het
verzoek van zijn raadsman, die hem
nauwkeurig opnam.
„U is geen moeilijk object", zei hij.
„Ik heb cliënten gehad, die mij voor
heel wat lastiger problemen stelden".
„Maarzei Steensma verbaasd.
„Laten wij er maar niet verder over
praten", zei de heer Van Baaren.
„Morgenmiddag hoop ik u de nodige
instructies te kunnen geven. Vertelt u
mij eens iets van het verhoor. Ik wil
vanmiddag even een bezoek aan de
rechter-commissaris brengen en het is
wenselijk, dat ik voldoende georiën
teerd ben".
Ir. Steensma gaf een uitvoerig re
sumé van de verhoren, maar zweeg
onwillekeurig over zijn confrontatie
met de moeder en de zuster van het
vermoorde meisje.
„Is het ook uw mening münheer
Van Baaren. dat de keten bijna om mij
gesloten is?" vroeg hij.
(Wordt vervolgd).