Qua dei", novellen voor de film Een nieuwe Roosevelt in het Congres Drie open doekjes voor Menno Grondsma De magische krachi van een naam F. D. Roosevelt Jr. in de voetstappen zijns vaders Visseizoen Parijs gaat de strijd aanbinden tegen prikkellectuur en beeldroman F n apMTnEroiomsiE ZATERDAG 28 MEI 1949 Van onze correspondent te New-York). PEN NIEUWE ROOSEVELT heeft zijn intrede gedaan in het Amerikaanse C Huis van Afgevaardigden en geheel Amerika speculeert op de moge lijkheid of Franklin D. Roosevelt Jr. eerlang geroepen zal zijn de bezetting van het Witte Huis door de Roosevelts te vervolgen. Van meer onmiddellijk belang: zjjn overwinning in de stembusstrijd aan New-York's Westkant beeft een niet geringe terugslag op beide grote Amerikaanse politieke par tijen, Democraten en Republikeinen. Het is een opwindende verkiezingsstrijd geweest, temeer omdat Roosevelt jr Wiens carrière tot dusver die van zijn beroemde vader op de voet is eevolgd met de voUe inzet van zijn energie en de kasmiddelen van zijn aanhangers, de strijd gestreden heeft en voor het eerst in vele jaren de De mocratische party onttroond heeft in een district, dat traditioneel altijd ge reageerd heeft op wat Tammany Hall het hoofdkwartier van New Yorks stadsbestuur en van de Democratische Partij placht voor te schryven. Want in tegenstelling tot de, zeer welgestelde, Oostkant van de stad, is West" voornamelijk bevolkt door de „kleine man", de aanhanger van Tru man, die het groot-industriële karakter der andere grote party, die der Republikeinen, verfoeit. TAMMANY HALL HAD het ook dit- maal kunnen winnen. Maar toen de aanhangers van Roosevelt enige maanden geleden het contact met Hugo Rogers, leider der New Yorkse Demooraten, opnamen, bleek al spoe- dig, dat Tammany Hall van zins was andere schikkingen te treffen. Een be kend rechter en philanthroop, Shal- leck, was de candidaat der Democra tische Partij, een man van uitnemende reputatie en onkreukbaarheid, maar zeker geen figuur, die op de verbeel dingskracht van de grote massa werkt De aanhangers van Roosevelt na men toen de onvermijdelijke stap: zij gooiden het op een accoord met de be trekkelijk kleine Liberale Partij en richtten voorts een nieuwe groepering op, die zij ietwat pretentieus De Vier Vrijheden" noemden. Als candidaat van beide organisaties zou „young Roosevelt" optreden. Tammany Hall sloeg de schrik om het hart; niet alleen omdat de libe rale party bestond uit een aantal zeer welgestelde burgers, die de prac- tijk heeft dit bewezen behoorlijk in de beurs hebben getast om hun can didaat te zien winnen. Tegelijkertijd kwamen ook de Republikeinen met een candidaat opdagen, William Mclntyre, die de gelegenheid schoon meende te zien in troebel water te vissen. Vol gens de eerste vluchtige analyses was de mogelijkheid zeker niet uitgesloten, dat de Republikein in deze constella tie de derde hond zou zijn, die er met het been van door ging. Want dat de Democratische stemmen aanzienlijk verdeeld zouden zijn tussen Shalleck en Roosevelt, stond wel vast. Phychose van een naam. ^LS DEZE VERKIEZING in „West" iets bewijst, dan is het de massa psychose, die van een naam kan uit gaan. Zowel de Democratische als de Republikeinse candidaat waren man nen van kaliber en bewezen bekwaam heid. Maar neen: Jan Publiek is veel meer geïmponeerd door het waas der romantiek, dat nog steeds de naam Roosevelt omhult. De jonge Roosevelt moet al zijn sporen nog verdienen. Hij is een partner in een groot advocaten kantoor, een grote, sportieve figuur met een diepe donkere stem, maar op enige practische politieke ervaring behalve dan het feit, dat hij een groot deel van zrjn jeugd op het Witte Huis heeft doorgebracht kan hij niet bogen. Misschien is 't niet alleen de zweem van romantiek, die om het gezin Roo sevelt is blijven hangen; misschien hunkert het publiek naar een sterke, maar uiterlijk zo vaderlijke figuur van een krachtig staatsman, zoals Roose velt Sr. dat tijdens de oorlogsjaren is geweest. Harry S. Truman moge in derdaad de vertegenwoordiger van „de kleine man" zijn, in het huidig internationaal bestel doet het gemis aan een waarlijk krachtige figuur zich wel degelijk gelden. Voor de New-Yorkse democraten is deze verkiezing, die door Roosevelt met zo'n onbetwistbare meerderheid is gewonnen, een teken aan de wand. Onderlinge ruzies in Tammany Hall hebben de partij ernstig verzwakt; de kudde aanhangers is onafhankelijk ge worden. Maar ook de Republikeinen hebben redenen tot ongerustheid. De jonge Roosevelt heeft immers reeds doen weten, dat hij de lijn der fa milie-carrière voortzettend zich candidaat zal stellen voor het Gou verneurschap van de staat New York in 1950, als de ambtstermijn van De wey is verlopen. Het zal voor de Re publikeinen moeilijk zijn om, indien de Roosevelt-sage blijft aanhouden, zich deze man van het lijf te houden. Niet voor het eerst. £R ZIJN ECHTER ALLE aanwijzin gen voor, dat het gerommel in de Democratische partij het eerst tot uit barsting zal komen. Dit is niet de eerste nederlaag van Tammany Hall in de laatste weken. Korte tijd geleden heeft ook de Democratische burge meester van New-York, William O'Dwyer, de bar.den met de partij-or ganisatie verbroken. Dit alles wijst duidelijk op een revolte tegen het be wind van Tammany Hall. Tot dusver genoot dit lichaam nog de steun van het gehele partijbestuur. D't kwam o.a. tot uiting, toen de voorzitter van dit bestuur McGrrih formeel de candida- tuur var. Shalleck tegen Roosevelt steunde. Doch thans is gebleken, dat er zeker houfden zullen vallen. Inmid dels is, mei het uur het inzicht groeiende, dat nu de tijd gekomen is om te trachten de gelederen opnieuw aaneen te sluiten. Dit werd opnieuw duidelijk, toen Hugo Rogers een ver klaring uitgaf, waarin hij niet alleen i,young mr. Roosevelt" gelukwenste, met zijn overwinning en de overtuiging uitsprak „dat hij ongetwijfeld nieuwe eer en roem zal hechten aan de naam van zjjn illustere vader, de grootste den: volgens betrouwbare schattingen zou ef door Roosevelfs aanhangers een kwart millioen dollar zijn besteed aan publiciteit. Een der „stunts" ten koste van ongeveer 25.000 was het zenden van telegrammen aan ruim 10.000 burgers van de „West kant"' op de dag vóór de stembus opende. Geluidswagens reden de afge lopen week door de straiten, die be zaaid waren met verkiezingspamflet- en en onmisbaar facet van alle Amerikaanse verkiezingen de be schuldigingen over en weer vormden een hoogtepunt van de campagne. F. D. R. Jr. werd uitgekreten voor een buitenstaander, omdat zijn officiële woonplaats tot 1947 buiten New-York was en hij slechts op een hotelkamer als -zijn stads-residentie kon bogen. Zijn Republikeinse tegen standers hebben zelfs een rechterlijke uitspraak uitgelokt, teneinde de candi- datuur van Roosevelt ongeldig te doen verklaren. De averechtse uitspraak van de rechter was echter gratis pu bliciteit voor Roosevelt c.s. Een nieuwe carrière voor een be roemde naam is onderweg na een vliegende start. Duidelijk is in ieder geval, dat een nieuwe persoonlijkheid Amerika's politieke wereld is binnen getreden. De jonge Roosevelt zal veel van zich doen horen. Dat ligt in zijn naam opgesloten. Doch waarom zou men nu al voorspellingen moeten doen omtrent zijn toekomst? Het leven van een zoon van een beroemd vader is niet altijd zo gemakkelijk als dat op het eerste gezicht wel lijkt Lied van de week Heel ons hengelsportend Holland Ziet weer met verlangen uit, Naar het tijdstip dat de eerste Ronde straks wordt ingeluid, 't Vrolijk visverschalkersgilde Gaat 1 Juni weer van start, Om de vissen op te halen En gelijk hun vissershart. Met hun hengels en him netten, Dobbers, snoer en pierenbak, Met hun laarzen en zuidwester En het glimmend oliepak, Trekken zij vanuit de steden Naar het ruime polderland, Om een plekje op te zoeken Ergens aan de waterkant, Waar de vlugge vissenvinnen Vinnig door het water gaan, En het slechts de grote kunst is Om ze aan de haak te slaan. En daar staan ze maar te turen op het wijde" watervlak, Of de pen soms geeft een stootje ook al is het nog zo zwak. Ah, dat is pas sport mijn vrinden, dat geeft rust in deze tijd. Die aan onrust, overspanning en aan zenuwbibbers lijdt. Aan de booyden van 'n tochtsloot, van een vaart of een kanaal. Denk je niet aan deze dingen, maar aan brasem, snoek of aal. Heus daar is het beter vissen, stukken beter, onbetwist, dan in 't troebel roddelwater, waar zo menig mens in vist. JABSON FRANKLIN D. ROOSEVELT Jr. ....zo vader, zo zoon president, die de V.S. ooit hebben ge had", maar vooral de hoop uitsprak, dat de „bittere campagne niet de toon zal aangeven voor verdere versplinte ring van het partijwezen; immers on der het twee-partijenstelsel is de de mocratie van ons land tot bloei geko men". Dit was de onmiskenbare eerste po ging om de nieuwe afgevaardigde te rug te brengen tot de schoot van de partij. Het verloop van dit proces be hoeft niet al te pijnlijk te zpn, Roo sevelt heeft uiteraard eerste verplich tingen jegens de Liberale en de „Four Freedoms" partij. Maar in de kern onderschrift hij het algemene pro gramma van de Democraten. En voor zover het politieke programma van President Truman betreft: de 35- jarige Roosevelt gaat ook daar in gro te trekken mee accoord. Zijn enige tot dusver uitgesproken bezwaar geldt Truman's plannen voor een nationali sering der medische -diensten. In New-York speelt de Liberale Partij een rol van enige betekenis Maar in het Huis van Afgevaardig den te Washington is haar rol uiter mate gering. In eerste instantie kan men derhalve de jonge Roosevelt be schouwen als een onafhankelijk De mocraat zoals zijn vader vóór hem was. Het geschil met de Democrati sche Partij is een kwestie van per sonen - niet van ideologie. Zo de oude zongen ^AT DE VERKIEZINGSSTRIJD zelf betrof, F. D. R. Jr. is ook in dit opzicht in de voetsporen van Hjn vader getreden. De campagne werd gekenmerkt door onorthodox optre- Poliiie houdt zich hezig met het nachtleven (Van onze correspondent te Parijs) 0OK PARIJS HEEFT thans de strijd aangebonden tegen de uitwassen van het nachtleven in het byzonder en de onzedelijkheid in het algemeen. Te lang heeft men lijdelijk toegezien met alle onheilzame gevolgen van dien. In de kranten- en tydschriftenkiosken had de verkoop van pornografie onheil spellende vormen aangenomen. Onder het mom van Kunst werden zekere geïllustreerde vunzigheden, al of niet voorzien van een prikkelend verhaaltje, in de kiosken tentoongesteld en vooral onder de jeugd vonden zij gerede aftrek. De fantastisch hoge prijzen, welke men voor dergelgke publicaties kon vragen, maakten de uitgave er van zeer lucratief en het ene periodiekje volgde dan ook op het andere. Ook de uitgave van boeken, onder het mom van literatuur doch in feite weinig an ders dan opeenhopingen van pornogra fie, deed haar verderfelijk werk. Zowel uitgevers als schrijvers verko zen de anonimiteit, hetgeen wel een be wijs is voor de inhoud, die men schijn baar niet door welke vlag ook kon ge dekt krijgen. In ontstellende mate nam het aantal personen toe, dat patrouille rend in de buurt van het Gare Du Nord, Gare de 1,'Est. Champs Elysées, en andere vreemdelingencentra poogde nornogrrf'sche foto's aan de man te brengen. Diverse van deze laatste per sonen zijn reeds gearresteerd en deze maatregel heeft zo sterk preventief Be werkt. dat ook anderen het heilzaam vonden andere bezigheden te zoeken. Reactie in kunstenaarswereld. HET ALGEMEEN is de Franse UET KOMT VOOR DAT EEN DILETTANT, die over een aangeboren artistiek talent beschikt, die hard werkt en alles over heeft voor z'n gestelde ideaal, zijn plaats vindt in een gans andere wereld: die der artisten Dat is dan een enorme stap in een toqaal andere, nieuwe, onbekende wereld. Een wereld, waarvan de nièt-artisten dromen dat ze gevuld is met heerscharen eeuwig applaudisserend publiek, met jubelende recensies, lauwertakken en orchi deeën, met glamourgirls, sprookjesachtig hoge cheques en rozenrode romantiek. Achhoe triest is de werkelijkheid! Een werkelijkheid, zo na verwant aan onbetaalde rekeningen, sléchte recensies van afbrekende critici, aan met el- bogen werkende collegae, aan plankenkoorts, onrust, wanhoop aan jezelf, en de aliijd aanwezige vale angst voor het afsterven van het talent. De werke lijkheid is een wereld zonder dromen, met weinig jubel maar met ontstellend veel desillusies. Dit alles blijft de dilettant bespaard in zijn kleine, genoeglijke, huiselijke wereldje, met veel vrienden, veel bewonderaars en veel vriendelijke stukjes in de plaatselijke kranten. Twee werelden, die volledig vanelkaar gescheiden zijn. Zo gescheiden als hen water van het vuur, het leven van de dood, de jeugd van de ouderdom, de nacht van de dag en het zwart van het wit. kunstenaarswereld zeer vrijheidlie vend en zij gedoogde in het jongste ver leden nimmer enige inmenging der re gering. Het merendeel heeft thans even wel ingezien, dat de excessen te ver gingen en verzet zich niet tegen de maat regelen van de regering, die er op ge richt zijn de jeugd te beschermen tegen de verderfelijke invloeden van slechte lectuur. Enkele uitgevers en schrijvers, wier namen we hier niet behoeven te noemen, zijn reeds door de regering ge daagd en in bredere kring, dan men aanvankelijk had verwacht, heeft deze maatregel voldoening gewekt. Daar naast is de strijd tegen de beeldroman thans zelfs doordrongen tot de Assem- blée. De minister van justitie is name lijk voor de dag gekomen met een wets ontwerp. waarin excessen in dit opzicht strafbaar worden gesteld. Intussen zijn ook reeds diverse publi caties uit de handel genomen. Ook de film ontgaat de aandacht niet. Reeds zijn er twee uit de circulatie genomen, waaronder een van Allegret. Dit ge schiedde door de minister persoonlijk. Het nachtleven. QOK DE UITWASSEN van het nacht leven, waaronder de nachtbars, ca barets e.d. staan voortaan onder voort durende controle. Inderdaad werd dit de laatste maanden met de dag meer noodzakelijk. Sommige cabarets en dan cings, waar de programma's te gortig waren, hebben opdracht gekregen hun „vermaak" onmiddellijk te fatsoeneren of de zaak te sluiten. Zaken, die men er van verdenkt niet geheel en al de hand te houden aan de nieuwe bepa lingen, staan onder voortdurende poli tiebewaking De dienstdoende inspec teurs hebben bovendien opdracht ge kregen bij de minste overtreding onver biddelijk in te grijpen. We kunnen slechts hopen, dat deze J.JOE MENIG dilettant waagde de stap niet in die barre, keiharde, kille wereld, waar de een de ander ver slindt en waar de natuurwet geldt dat alleen de sterkste (lees: hij die de beste elbogen, grootste mond en dik ste huid heeft) in leven blijft. En hoe menig dilettant kwam niet thuis, als de verloren zoon, met verschroeide vleugels, verteerde hoop, arm aan roem, rijk aan ontgoocheling. Deze week was ik getuigè van het optreden van zo'n voormalig dilettant, van iemand die de sprong gewaagd had. Velen in deze provincie kennen hem: zijn naam is Menno Grondsma. Hij woonde lang in Alkmaar. De naam Menno Grondsma stond in de jaren vóór de oorlog vele malen op affiches. In Alkmaar, in de Zaan, in de Westfriese dorpen en stadjes en overal in de omgeving. Hij was, toen al, een bekend dilettant, die voor het voetlicht menig succes behaalde. Deze week stond de naam Menno Grondsma wederom op een affiche. Een geweldig groot, log, in het oog vallend affiche; het was gespannen over de gevel van het grootste bioscoop-theater des lands: het City- Ti eater in Amsterdam. Dat affiche lokte me naar binnen en na vele jaren zag ik Menno Grondsma optreden voor een grote-stadspubliek. „Menno Grondsma.... Internatio naal Zangimitator" luidde de aankon diging van het nummer. En na al het vervelende voorwerk, als obligate mu ziekstukjes, een short van een toe- kemstige film „binnenkort in dit thea ter' en de reclame van de hoofdstede lijke Chinese restaurantjes, 't Hum- nieloord en dames-gezichtsmassage, verscheen Menno Grondsma. Hij bracht imitaties van grote kunstbroeders Achter de microfoon imiteerde hij Charles Trenet, Richard Tauber, Josephine Baker, Bing Crosby en tenslotte: de negerzanger Al Jol- son. Ge kunt me nu vragen of deze, als internationaal geadverteerde imitaties een bijzonder hoog kunstgenot boden Gezondheid, Schoonhei d en Bescherming voor Uw huid Dozen en tuben 40-75-90 ct. Hamei, de Hamamelis crème van Mijnhard*. noodzakelijke maatregelen niet te laat blijken te komen. Maareen deel der jongeren heeft het gif reeds jaren met volle teugen opgezogen. JJET LEZENDE PUBLIEK wil er nog niet zo gemakkelijk aan, maar toch heeft de novelle in de literatuur bestaansrecht verworven. In de boekwinkels en de bibliotheken die een zuiverder beeld van het doorsnee lezers-publiek kunnen geven is de vraag naar romans, roman-turven zelfs en trilogieën aan zienlijk groter dan die naar de novelle, liet korte proza-verhaal. Dit feit zal er tes en een merkwaardige, typisch En gelse humor ontwikkelt. In „The co lonels lady" (de vrouw van de kolo nel), dat het laatste verhaal vorm van dit kwartet, werkt een soortgelijke hu- vermoedeiyk sterk toe hebben bijgedragen, dat de novelle in de film nog maar mor, maar van meer navrant karakter weinig ingang heeft gevonden. Zeker, ze zijn er en in de voorprogramma's worden ze nu en dan vertoond. Meestal zijn het korte, onbeduidende gesehie- denisjes, die slechts ten doel hebben de lachspieren in beweging te brengen, verder van iedere pretentie gespeend zijn en als zodanig ook gesavoureerd wor den: bijwerk, dat even de aandacht vangt, maar zodra de aankondiging van de hoofdfilm op het doek verschijnt, ook al weer vergeten is. Zelden durft men de aandacht te vragen voor een programma van uitsluitend korte films of voor een film, die slechts een bundel korte verhalen brengt. Toch zou dit voor de film frisse en volkomen nieuwe perspectieven kunnen openen. Enkele films in dit genre zijn in de loop der laatste jaren verschenen men zal zich mogelijk het fascinerende „Dead of Night" („Het tweede gezicht") her inneren, een verhaal met short-stories op het thema van supra- en para-normale verschijnselen, toekomstzien en geestelijke gespletenheid maar in al deze films werden de korte verhalen gevat in een algemeen en gemeenschappelijk kader, een verhaal van mensen, die elkaar allerlei stories vertellen of iets der gelijks, waardoor dus de korte filmverhalen onderling aaneengeregen worden. door. Het vertelt van een society- huwelijk, dat in dertig jaar tijds ver waterde tot een sleur. De man, een wat potsierlijke oud-kolonel, is van zijn vrouw vervreemd, maar wordt, ge dwongen haar op te merken, en met andere ogen te zien, wanneer blijkt, dat zij een bundeltje liefdespoëzie ge schreven heeft, dat niet slechts een best-seller, maar zelfs een sensatie wordt. 0EZE VIER VERHALEN vormen te zamen dan „Quartet"; vier los van elkaar staande en in wezen zeer sim pele stories. De betekenis van dit ex periment wordt duidelijk, wanneer men beseft, dat men tot dusver in de film- JETS NIEUWS brengt dan ook de En- verliest en raakt bovendien verstrikt in gelse film „Quaitet", waarin men het de netten van een jeugdige vamp, die inderdaad aandurfde vier korte verha- met veel humor en vrouwelijk raffine- productie twee tot drie kilometer "film len, die niets met elkaar hebben uit te ment de onvolgroeide puber in het de gebruikelijke lengte voor een staan (behalve dan dat zij van een nauw brengt en hem er tenslotte beter - - auteur zijn) zonder enige samenhang af doet komen, dan lijzelf of de toe- bijeen te brengen. Elk verhaal begint schouwer ooit verwachtte. Van geheel met het beeld van een opengeslagen andere inslag is het tweede verhaal gaans'geën^brëdere ba"s*is"en°ëiet mëër boek en een stem, die ons door het „The alien corn" (Het vreemde zaad), aan wezenlijke inhoud heeft dan elk voorlezen van de eerste regels m de waarm een jongeman van netten hui- Van deze short-stories Het merendeel nieuwe sfeer leidt. Een zwakke inzet, ze zijn familie in opschudding brengt der filmproducers zou dan ook zonder die wat tet sterk de nadruk legt op met de mededeling, dat hij - welja! - enig bezwaar en zonder enige moeite de literaire afkomst, maar voor het kunstenaar, pianist, wil worden. Op van deze vier korte verhalen vier overige werden de verhalen in een di- voorwaarde, dat over twee jaar het avondvullende films gemaakt hebben, recte filmstijl uitgedrukt. oordeel van een befaamd pianist over En hier ligt de waarde aangegeven De vier short-stories zijn alle ont- zijn toekomstige loopbaan zal beslissen, - leend aan een bundel van de Engelse krijgt hij een kans te studeren. Het schrijver W. Somerset Maugham, over oordeel komt en valt negatief uit. En wiens literaire verdiensten men kan waar de roeping hier het leven be- avondvullend programma wijdde aan een enkel verhaal, dat ontdaan van de er aan toegevoegde complicaties door van de novelle in de film: de maker ervan heeft tot taak een gegeven te hanteren, karakters zuiver te typeren zonder ze te schematiseren, een ont- discussieren maar zien men bezwaar- heerste, zijn .de gevolgen noodlottig wikkeling duidelijk te laten verlopen, lijk een vlotte, zeer beeldende, pen kan Een welwillende jury concludeert, dat maar tevens dit alles samen te bren- ontzeggen en een krachtig vermogen een geweer volkomen per ongeluk gen in een uiterst korte vorm. Hij tot typering en sfeerscheppen. Het eer- moet zijn afgegaan. Het derde verhaal, moet zijn aandacht en zijn talent con- ste korte verhaag m deze filmbundel „The kite" (De vlieger), is een bizarre centreren op de meest directe uitings- „The facts of life (Levenslessen) ver- gescniedenis van een jongeman met een middelen, alle entourage besnoeier en telt van een jongeman, die geschraagd grote hartstocht: vliegers oplaten. Zijn zo bondig mogelijk zijn in het sugge- door veel wijze raadgevingen van zijn huwelijk dreigt er door te mislukken reren van sfeer en stemmingen, in het vader Engeland voor een trip verlaat en zijn compromisloze hartstocht brengt weergeven van een ontwikkeling en en in Monte Carlo aan de speeltafel hem zelfs de gevangenis in. Een simpel, spanningen en in het leveren van een alle raad weer vergeet. Hy speelt, wint, vertellinkje, dat rijk is aan fijne poin- totaalbeeld, dat .gaaf is en geen aan vulling meer behoeft. Dit wil zeggen, dat hij zich moet bezinnen op een vol komen en volstrekte filmtaal zonder bijmengselen. In dit opzicht is vooral het tweede gedeelte der film, met de verhalen „The kite" en „The colonels lady", voortreffelijk geslaagd. De vier regis seurs Ralph Smart, Harold French, Ar thur Crabtree en Ken Anakin namen elk een verhaal voor hun rekening. De stijl der eerste twee stories loopt nau welijks uiteen, de beide verbalen mis sen een tinteling van leven en werden conventioneel verfilmd. Van aanzienlijk betere kwaliteit is „The kite", raak in zijn typering van het klein-burgerlijke millieu, waarin dit verhaal speelt en bovendien met een ook in de film treffend verwerkelijkte soms zeer bril- lante humor, Alles wordt echter over troffen door Ken Anakins „The colo nel's lady", dat „en juweeltje van film blijkt. Geen verbijsterende opnamen of montages, geen avant-gardisme, maar een rustige, bijzonder gevoelige stijl, doortrokken van een zachte wijze spot en milde tragiek, een zeer persoonlijke humor, die in reeksen kostelijke détails naar voren komt, het zonder wijdlopige dialogen kan stellen en een heel bij zondere sfeer weet te treffen. Prachtige typeringen van de onbegrepen vrouw (Nora Swinburne) en haar botte, maar niet kwade kolonel (Cecil Parker). Ook de bezetting in de andere film novellen, met Mai Zetterling en Naun- ton Wayne („The facts of life"), Di.k Bogarde („The alien Corn") Susan Shaw en vooral George Cole („The kite") levert rake en dikwijls ook ge voelige, diep onder de oppervlakte dringende typeringen op. „Qijartet" werd zo een filmexperiment dat wanneer het nog niet ten volle ge slaagd is (men zou o.a. minder con ventionele, door hun tegenstelling in sfeer meer verrassende overgangen wensen tussen de verschillende novel len) toch zeker belangrijk is te noe men en bijzondere aandacht verdient. LONG-SHOT Gs kunt vragen of Menno Grondsma thans een gearriveerd artist is. En ge kunt de vraag stellen of ik heb ge zwijmeld van culturele verrukking. Op al deze vragen kan ik dan naar eer en geweten antwoorden: neen. Maar evenzeer naar eer en geweten moet dan worden vastgesteld, dat Menno Grondsma een opvallend be schaafd nummer brengt, dat hij ner gens gaat speculeren op goedkoop ef fect en dat zijn nummer tot in onder delen beschaafd blijft. Daar is geen smakeloosheid en -als men dit vast stelt, dan stelt men tegelijk vast, dat hiei sprake is van een zeldzame uit- enkele grofheid, geen enkele botte zondering onder onze hedendaagse cabarettiers. Maar daar was méér, die middag in het City-theater, op dat grote, wijde toneel, met aan de fronten de dof- gloeiende rode en groene neonzuilen. Daar stond een jong artist, die zijn best deed en die' in elke seconde van die twintig minuten probeerde Iets eigens te brengen, iets volstrekt persoonlijks, iets met een eigen keur, stempel, iets dat „Menno Grondsma" heet. Ik voel de dit streven in elk onderdeel van DOoiuMib dat nummer aanwezig en ik geloof te megen zeggen, dat Grondsma daar be hoorlijk in' slaagde. Het was een middag-publiek en van zo'n publiek krijgt men niet zo spoe dig de handen op elkaar. Maar na de tweede imitatie voelde men instinct matig, dat daar op de City-bühne toch iets anders stond dan zo maar een grappig-doend artistje van dertien in t dozijn. En dus kwamen de handen wèl op elkaar en toen Menno Grondsma besloot met het beroemde en beruchte Sunny Boy, met zwart- beschminckt gezicht en wérkelijk Jol- son ten voeten (en ten hare!) uit teen groeide het applaus van dat publiek aan tot een klaterende ovatie en mocht Grondsma het allerhoogste en meest benijdenswaardige honora rium incasseren, dat voor een artist denkbaar is: drie open doekjes! jAEZE JONGE MAN zwierf de laatste jaren langs heel wat wereldsteden en hij bracht zijn nummer voor een internationaal publiek. Er bestaat niets wreders dan publiek. Er is niets sadis- tiseher, dodelijker denkbaar dan de duizendarmige poliep die „publiek" heet. In de leerschool van deze poliep leerde Menno Grondsma zijn „num mer". Ik weet er niets van, ik heb Menno Grondsma nog nooit gesproken of ontmoet, maar ik denk dat dit alles eel te maken heeft gehad met zorg. tranen enzweet. Men treedt niet zander twijfel en bekommernis op voor de Brusselse radio, voor de radio in Bremen en Frankfurt, voor Radio Suisse, in ..Clara" te Brussel en bij „Chez Bob" te Genève. Evenmin in het Casino te Blankenberghe, 't Gentse Scala, Urania in Züricb of in het Concertgebouw te Amsterdam en het gebouw voor Kun sten en Wetenschappen in Den Haag. Enzovoorts. En in al die plaatsen biecht deze Noordhollandse jongen zijr nummer en in elke plaats rijpte zijn talent. Het was in November van het Jaar 1947, dat ik in deze rubriek schreef over de snel rijzende ster aan de Ne derlandse cabarethemel: Toon Her mans. Ik voorspelde Hermans een snelle carrière en die heeft hij prompt gekregen. Sneller dan enig artist In dal ellebogen-wereldje. In datzelfde Podium noemde ik de naam van Menno Grondsma. Ik geloof (en ik hoop) dat het ook met deze carrière wel in orde komt. Wie zó hard werkt, wie zijn nummer zó serieus brengt, die wordt niet in de steek gelaten door de muzen, van wie het (in laat ste instantie, toch moet komen. Ook a' is het dar de tiende muze: IN AMSTERDAM beweert men het volgende: als het City theater een goed cabaretnummer brengt, is de film slecht. Als het City theater een goede film brengt, is het cabaret waardeloos. Deze bewering bleek die middag feilloos juist te zijn. Er draaide een kleurenfilm, welker naam ik ben vergeten, maar waarin de hoofdrol verzorgd werd door een zekere juf frouw Rita Haywörth. Nóóit in al m'n levensjaren heb ik zoveel baarlijke nonsens, zoveel kleverige „sex" zo veel misselijk sentiment op tien minu ien celluloid vergaard gezien! Want slechts tien minuten was de temptatie van dit brok filmcultuur aan te zien. Als dergelijke filmbeeldromans wor den gekocht en betaald met het scha- mgje beetje Nederlandse deviezen, vraag ik me eerlijk en in gemoede af, welke overheidsinstantie de moed heeft dit met zijn handtekening te be krachtigen. Het was bedroevend, dat ziilk. goed cabaret was omlijst met ziilk door trapt waardeloos gefilm! ANTHONY VAN KAMPEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1949 | | pagina 5