rnrrra ZUSTER directrice wëm ng Falkland Groene sirik of kale schedel Recepi van Kers De medezeggenschap vandevrouwinde politiek VVV Noord-Kennemerland jubileerde DINSDAG 11 OCTOBER 1949 ftustende Jager, waar d, en instanties gelegenheid m. Van deze gelegenheid de Rustende Jager stond in een expositiezaal van d het aan, dat Falkland limage en uit alles bleek dié Falkland ten goede is die in hoog aanzien staat jubilarissen, o.a. mevr. j ier en mevr. N. Spaans- eiden 25 jaar lid zijn. Een emstuk en boekwerken n aangeboden, t spr. ook aan het college voor de welwillendheid t Falkland steeds tege. a is. Spreker deelde ten- de, dat zijn vereniging ermans-werken heeft op- daarvoor reeds 250 maal Verschillende toneelwer. tudie geweest en tevens bemiddeling in diverse toneelvereniging verrezen, applaus was de dank voor voor zijn keurige uiteen- de hartelijke woorden die igen wérden gesproken, g Jan Hoed, thans regis- land. gelegenheid een kort even van de vaak interne bij een toneelvereniging, digde hij de heer Kees- 3s 12i/, jaar de voorzit- ïteert als iemand die veel 1 over had en veel voor bilaresse had gedaan. Ook sman deelde in deze hul- a bloemen en een prach- aeloning waren voor het- eze periode hadden ver- Felicitaties. g allereerst burgemeester ord. Spr. noemde de sa- die bestond in Kromme- ge burgemeesters-plaats, at had dat grootse opvoe- ind kwamen. Spr. hoopte ter plaatse gezamenlijk tot stand zal komen, op de goede krachten in beroep deed. Tenslotte et bekende gezegde aan van Oranje, dat men niet igen wanneer men iets [och dat het voornaamste doet. Met de beste wen- oekomst besloot spr. zijn woorden. Dntluikende Roosje sprak nnik; de heer P. Greeuw oord namens het Fanfa- ezindheid en de voetbal- Foresters. De heer N. als voorzitter van de namens het Instituut rsontwikkeling en het van Dagen. De heer A. namens de Bond voor lering; de heer N. Speur ara-afd.; de heer A. Oli- de P. vd A. afd. Heiloo; root namens de CPN; de namens de R. K. gem. ng 't Masker; de heer eren namens de WV; de outen namens de buurt- ichdale-Oost te Alkmaar; Kesselaar (André Car- als oud-lid; de heer erde het woord namens ■en. Tintoretto, de heer Is kunstlievend lid van na de heer W. vd Vall Ijsbond Heiloo en als van Falkland hartelijke aanbood. Spr. deden hun vergezeld gaan van en- inhoud. Tal van vereni- rticulieren hadden bloe- Ook schriftelijke felici- oinnengekomen. ïijke woorden die deze gesproken bleek maar een grote plaats de ju- ...ging bij velen inneemt, was daar zeer erkente- erzekerde dat men op de zal voortgaan. Het Zevende Gebod. van gisteren zijn en- itgevallen over Het Ze- Wij noemden daarin niet man die als gast de rol er Dobbe vervulde en lie als moeder Dobbe waren voor ons toneel. Tenslotte noem- N. SpaansSchuijt een- Spaans—Smit. ensbroek erlijke Stand Margaretha Th. M., dochter en C. M. Stam. Martinus M. Stade- NH) en Geertruida D. Mes. Martinus M. Stadegaard (te eertruida D. Mes. VOETBALWEDSTRIJD sportterrein werd Zon- voetbalwedstrijd i van de Kleuterschool. die met gelijk spel 4-4 ein- opzichten geslaagd. De op- overtrof de verwachtingen, „deden" het bij het tal- ekend. nd aan Zee BESTEDING. 3 panden aan het de heren Kager en oor architect Keesman tbesteed aan de firma te Egmondbinnen voor 'er betreft het perceel iger en voor f 32.963 van de heer Ver- BEWAARSCHOOL. voor aankoop van met het oog op uit- terschool, heeft f 615 fi-ÏS Gelukkig: het staat weer eens één nul voor de vrouwen. En dat op een terrein, dat van buitengewoon groot gewicht is in het leven van een volk. October heeft ingezet; de aloude tra ditie wil, dat in deze maand de poor ten van de academie weer op haar hengsels knarsen om de steeds zwei- Jende stroom van naar wijsheid dor stende jongelieden gastvrij op te ne men. Om 't eens poëtisch uit te druk ken. De werkelijkheid zal wel in vele gevallen deze zijn, dat van de tien eer stejaars er één naar wijsheid dorst en negen naar een baan. Het zij hun ge gund: een student en een smidsjongen, dat is al om het even, en de wijsheid wordt nog altijd bij 't lood uitgewogen. Hoe sterk is overigens een traditie. In October is, en was, de oogst van het land, en de jacht zette in met honden geblaf en horengeschal over de stop pelige landen. Maar de studenten, de reizende gezellen die in de zomer bij de boer hadden gewerkt om hun col- lege-geld voor het komend semester te verdienen: zij werden bedankt en konden met knapzak en gevulde buidel weer ter schole tijgen. De tijden ver anderen, maar het gebruik is geble ven, dat telkenjare met rumoer en ge tier hoogtij viert in elke academie stad: de traditie van het ontgroenen. Het waren twee foto's, die mij bijna tegelijkertijd onder de ogen kwamen in deze najaarsdagen, en mij opeens aan het peinzen brachten over de achter grond van deze, zij het wilde en toe geeflijk getolereerde barbarie. De eerste was een afbeelding van 'n stel groenen van het genus man, met kaalgeknipte hoofden en liggende grootvadersboorden, bezig met het be oefenen van een plechtige koorzang, waarvan het effect aanmerkelijk werd verhoogd doordat het voorgeschreven zwarte dasje hierbij met de tanden werd vastgehouden, En enige dagen later verscheen als tegenhanger de fleurige opname van twee kwieke groentjes van het genus vrouw, dra gende in haar sierlijk geonduleerde haren een uitdagende glorieuze groene strik Kijk, en toen heb ik eventjes geap- plaudiseerd. Bravo, ouderejaars van het vrouwelijk corps, vrouwen naar mijn hart, plaagziek zonder kwellerij, autoritair zonder machtsmisbruik, die de dartele novices haar plaats wijst zonder haar eigenwaarde te kwetsen. Stel je voor dat jullie net als de mannen gingen optreden, klakkeloos een traditie overnemend uit gebrek aan eigen geest. Ik zie de groentjes al lo pen met uniforme grijze slobberjurk jes, kortgeknipte hoofden onder een alpinomuts en boordjes uit onzer groot moeders dagen. Nee: een groene strik, een plagerij en een belangstellend woord: Wat gaat het groen studeren? Zo zo en waar om? Maar de mannen zijn nog steeds niet verder dan vernedering, ridiculise ring, openlijke dolzinnige kwellerij waarbij de ongelukken soms niet uit blijven. Praat me er niet van dat we dit zo zwaar niet moeten nemen. Dat het wel eens goed is voor die waanwijze broek jes, met hun einddiploma nog nat van de inkt. Dat zo'n paar weken nederig heid en voor spot lopen hun geen kwaad zullen doen. en dat ieder im mers zijn beurt krijgt. Ik heb verscheidene jaren in een academiestad doorgebracht. Ik heb met steigerende verontwaardiging meer dan eens de behandeling van zo'n weerloos groen op de openbare straat gadegeslagen. De heren seniores in het kozijn van een 'opgeschoven raam, voor deze gelegenheid letterlijk h. b. b h. h. in de zin van: hun benen bui tenshuis hangende, Op de gracht, schuchter op de kleine steentjes, nadert een kennelijk groen met bevende voor zichtigheid. Zal hij geluk hebben ongemerkt onder de bengelende schoen zolen passeren, eindelijk respijt kun nen vinden op zijn kamer of die van een menselijke ouderejaars? Helaas hij is ontdekt, al lang trouwens. De kwelgeesten laten hem, met opzet, bij na passeren. Dan opeens een donde rend: Halt! Een verzameling honende koppen onder het hooggeschoven raam: Zag groen. De stakker staat en wacht wat rest hem anders? Kan jij voor den (niet voor druk geschikt) niet groeten, zag? Langzaam gaat de pet, de ridicu le oudemannetjespet van het hoofd de volkomen gladgeknipte schedel staat zielig en dwaas te kijk. Dag me neer! zo nederig als eenmaal het Dia kenhuismannetje tegenover een Regent. Ik bespaar u de rést: het hooghartig gebral uit het raam, het serviel ge- hoorzaamheidsbetoon daar op de klei ne steentjes. En nooit heeft mij een uitroep meer verkwikt dan de hartige opmerking van een gemeentewerkman, die juist in de gracht voorbij voer en grimmig naar boven schreeuwde: Nog al een kunst met zijn allen tegen één zo'n jochie, lammelingen. Kom es naar beneden as je durft en lap het mij es! Mijne heren corpsleden: zo gij dit leest, gij zult er ongetwijfeld om grijn zen. De traditie is heilig, en eer zal de academie instorten dan dat een groen met ongeschoren hoofd zijn novitaat ingaat. Het zij zo. Alleen, vergeet niet dat onze zintuigen scherper geworden zijn sinds de laatste oorlog. Wij heb ben teveel kaalgeschoren hoofden ge zien, en hun hulpeloosheid heeft de barbarie van uw optreden, hoe on schuldig ongetwijfeld bedoeld, bij de wortels blootgelegd. Macht, mijne he ren, is een gevaarlijk wapen. De wij ze hanteert het met behoedzaamheid en gratie, En Minerva's lauwer dra gen hier uw vrouwelijke collega's weg. Een groene haarstrik en: Wat gaat het groen studeren? Eén-nul. SASKIA. Tanden blank en rein; adem fris als morgendauw RUMBA: BRUINE BONEN GERECHT Een pond bruine bonen, 300 gr. spek (aan kleine dobbelsteentjes) 3 grote geschilde appelen (ontdoen van klok huizen en op een rauwkostschaaf ge schaafd aan grote snipp.ers), een pakje of tablet juspoeder, 1 flinke prei aan stukjes gesneden, 3 eetlepels sla-saus, wat gehakte peterselie, enkele takjes fijn gesneden selderijgroen, wat zout en peper. Laat de bruine bonen een dag en een nacht in ruim koud water weken, breng ze daarna aan de kook en laat ze zacht jes gaar koken. Werp de bruine bonen op een zeef, vang het kookvocht op en breng hiervan 1/3 liter opnieuw aan de kook, onder toevoeging van de ge sneden selderij. Bak de dobbelsteentjes spek goudgeel uit, schep de spekkaantjes er uit en fruit de prei nu mooi goudgeel in het spekvet. Maak van de juspoeder, de sla-saus en wat bonenvocht een klontvrij papje, roer dit papje met de gefruite prei, het spekvet bij het bonen-kookvocht en laat dit even doorkoken tot een mooi gebonden sausje. Roer door het sausje de gare bruine bonen, de spekkaantjes en de appel snippers. Laat het geheel nog enkele ogenblik ken zachtjes doorstoven, doe het ge recht op een schotel, strooi er gehakte peterselie over. Geef er verse aardappelen en gehakt bij. Practisch gedurende de gehele loop der historie leefde de helft van de mensheid in volledige politieke ten achterstelling. De macht was gereser veerd voor en in handen van haar echtgenoten, vaders en zonen. Volgens de uitgave „Politieke rechten van de vrouw", die bij de Ver. Naties het licht zag, begon de moderne geschiedenis van de politieke gelijkstelling van de vrouw zes en vijftig jaar geleden in Nieuw Zeeland. Daar verkreeg de vrouw in 1893 stemrecht. Eerst dertien jaar later kregen de vrouwen van het Groothertogdom Fin land dit recht, weer vier jaar later de Noorse vrouwen. Tijdens de eerste wereldoorlog kregen de vrouwen van Canada, Engeland en de Ver. Staten gelijke stemrechten als de man. Sinds 1918 vond een en ander, dank zij het werk van strijdbare vrouwenorganisa ties, sterk vooruitgang. En dit jaar rapporteerde de commissie voor de positie van de vrouw van de Econo mische en Sociale Raad bij de Ver. Naties, dat in vijftig van de een en zeventig souvereine staten thans der gelijke stemrechten voor de vrouw zijn gegarandeerd; acht staten hebben speciale regelingen en in dertien sta len wordt de vrouw alle stemrechten nog onthouden. GESPREKKEN MET WERKENDE VROUWEN van Provinciaal Ziekenhuis in Castricum Werkkring het die grote voldoening schenkt; geschikt personeel tekort aan v,, affrni (Van onze redactrice). „Ik ben er bljj om, dat U gekomen bent, omdat ik graag eens wil vertel len hoeveel behoefte wij nog hebben aan geschikt personeel," zegt Zuster Vos, de directrice van het Pro-.inciaal Ziekenhuis te Castricum, als ik haar werkkamer binnenstap. „Dat was nu juist één van de onder werpen waarover ik veel van U wilde weten," zeg ik verrast en nog vóór ik heb plaats genomen, zjjn wij al in een gezellig gesprek gewikkeld. Als de telefoon ons gesprek onder breekt en de directrice wordt wegge roepen voor een nieuwe patiënte, heb ik de gelegenheid eens rustig om mij heen te zien. De werkkamer is zeer sober. Grote rekken met sleutels en kaartjes nemen de wanden in beslag en verder zijn er als enige wandver siering de portretten van Madame Curie, Sigmund Freud en Albert Schweitzer; grote figuren, die ons voorgingen in het dienen van de mensheid. Hoge ramen zien uit op een perk met helrode geraniums en een zonnig pleintje voor het administratie gebouw, met een bos van hoge dennen en eiken op de achtergrond. New-Yorks beroemdste haarspecialist monsieur Louis, heeft als theorie verkondigd, als zou de haarmode verband houden met de politieke toe stand. Vóór een oorlog dragen de vrouwen het haar omhoog, in een po ging vrolijk te zijn Na die oorlog gaan de haren weer naar beneden en worden kort geknipt, aldus monsieur Louis. Hier toont hij nis bewijs de haarstijl van 1938 en de korte haardracht, die nu het modebeeld beheerst. „Hoe kwam u er toe om deze rich ting in de verpleging te kiezen?" vraag ik haar als zij weer tegenover mij zit. „Dat zal ik u vertellen," zegt zij lachend. „Eerst kreeg ik mijn oplei ding tot verpleegster en daarna werd ik wijkverpleegster van het Witte Kruis. In Amsterdam heb ik zeven jaar als wijkverpleegster gewerkt en ik vond het heerlijk! In 1937 kwam er voor het eerst een cursus over voor- en nazorg voor geesteszieken en die cursus ging uit van het Witte Kruis. Ik voelde er veel voor, omdat ik mij steeds voorstelde, dat in de toe komst de lichamelijke en geestelijke verpleging zouden samen gaan. Van het Witte Kruis kreeg ik geen toe stemming om dit in de practijk te com bineren en daarom nam ik ontslag als wijkverpleegster en ging de cursus in Utrecht volgen. Na deze cursus kwam al gauw de benoeming in het Provin ciaal Ziekenhuis „Duinenbosch" hier in Castricum." „U hebt wel veel liefde voor uw werk," merk ik op. „O ja," zegt directrice Vos enthou siast. „Je kunt je er volkomen aan geven. Het is een buitengewoon mooie, dankbare en voldoeninggevende werk kring." Haar gezicht betrekt even als zij opmerkt hoe jammer het toch is, dat niet meer intelligente, beschaafde meisjes zich aan dit werk willen wij den. „Hoe intelligenter de verpleeg ster is, hoe gemakkelijker de verple ging. Wij hebben nog altijd niet vol doende mensen, die op het peil staan, dat je graag wilt bereiken. Dat niet meer vrouwen zich hier eens aan wil len geven. Zij kunnen pionierswerk verrichten en de patiënten zijn er zo dankbaar voor! Ik zou het zo prettig vinden als u dóór eens de nadruk op legde!" „Kunt u iets vertellen over de op leiding, de huisvesting en de ontspan ning van de verpleegsters?" is mijn volgende vraag. „De gehele opleiding duurt drie jaar," vertelt de directrice. „Eerst geef ik de meisjes drie maanden les in de elementaire verpleegkunde en dan vindt de selectie plaats. De meis jes leggen een examen af en er wordt gecontroleerd of zij officieel de oplei ding in kunnen gaan. De huisvesting is heel goed. Op het terrein van het ziekenhuis zijn een aantal huisjes ge bouwd. Misschien heb u ze wel ge zien, toen u hier naar toe ging." Ja, ik had ze inderdaad gezien. Al leraardigste huisjes zijn het, met een gazon er vóór en een tuin aan de achterkant. Zij zijn keurig verzorgd en zien er aantrekkelijk uit. „Er wonen vijf meisjes in een huls- je," vertelt de directrice. „Zij hebben elk een eigen kamertje en een geza menlijke conversatiezaal. Wanneer ver pleegsters en verplegers de leeftijd van 40 jaar hebben bereikt, mogen zij uit wonend worden. Wij hebben op het terrein ook een broeder, en een zus terdorp. In het zusterdorp kan de verpleegster dan een eigen huisje hu ren en er met een vriendin gaan wo nen, die wel beneden de 40 jaar mag zijn. 't Zijn heel aardige gebouwtjes met vier kamers en een keuken. Er is natuurlijk goedkoop gas en electrici- teit en daarbij krijgen de uitwonenden nog een extra toelage. Ik zou er zelf wel willen wonen," zegt Zr. Vos ver langend, „maar ik moet natuurlijk in het gebouw blijven. Op het terrein is een sportveld, waar patiënten en het verplegend personeel kunnen voetbal len, tennissen, korfballen enz. Ook hebben wij een grote ontspanningsver eniging waar zowel leden van het per soneel als patiënten lid van zijn. Om de 14 dagen is er bijvoorbeeld een bridge-drive en kortgeleden hebben wij met succes meegedaan aan een wandeltocht in Zaandam, met een ge zellig dinertje tot besluit. De ver pleegsters hebben een eigen zang koor, waar ook patiënten in mogen komen en de patiënten hebben een fanfarecorps. Zij spelen nu in de Ere klasse! Wanneer leden van het per soneel cursussen willen volgen in het belang van hun werk, krijgen de on- gehuwden de helft en de gehuwden van de onkosten vergoed. Zo leert de een bijvoorbeeld voor voetspeeialist en een ander voor acte M.O. boek houden of heilgymnastiek en massage. U ziet, er is hier genoeg te doen!" Ten slotte vroeg ik de directrice naar de veranderingen, die er de laat ste tijd zijn gekomen in de verpleging en de behandeling van geesteszieken en speciaal naar de toepassing van de arbeidstherapie. „De grote omkeer kwam wel pus sen de jaren 1920 en 1930," vertelt zij. „Wij hebben de arbeidstherapie gekregen, maar nu hebben wjj een actievere arbeidstherapie. Zo noem ik het tenminste," voegt zij er aan toe. „Zo gauw een patiënt er toe in staat is, helpt hij of zij mee. Alles wordt hier door de patiënten zelf gedaan, onder leiding van zusters of broeders. De vrouwen helpen in de huishouding, in de tuin, of werken op de speelgoed afdeling. U moet zien wat een aardige dingen er worden gemaakt! De man nen werken zoveel mogelijk in hun eigen vak. Er wordt in de tuin ge werkt en in de smeder jj. Weer ande ren schilderen en ook worden hier kleine meubels gemaakt. Alle werk stukken worden verkocht en van de opbrengst kopen wij nieuw materiaal. Zo kunnen de patiënten aan het werk blijven en het is onze bedoeling, dat de mensen beter in hun vak terug keren dan zij waren voor zij hier kwa men." „Ziet u goede resultaten, directri ce?" „Prachtige resultaten," zegt Zr. Vos met beslistheid. „Gemiddeld kun nen de patiënten na vier vjjf maan den weer naar huis. Een heel verschil bij vroeger." Als ik afscheid heb genomen, drink ik nog een kopje koffie in het thee huisje van broeder Brugmans. Het is een oud boerderijtje en het ziet er binnen, zowel als buiten gezellig uit. De patiënten kunnen hier tegen een kleine vergoeding iets bestellen en wat de koffie betreft: ik heb ze zel den zo lekker gedronken! BIJEENKOMST VAN DE F.A.O. Van 10 tot en met 15 October zullen te Rome de Europese FAO-landen bij eenkomen, teneinde in regionaal ver band de vraagstukken te bespreken welke op de jaarlijkse algemene FAO- conferentie in November a.s. behan deld zullen worden. V.V.V. Noord-Kennemerland her dacht Zaterdag haar veertigjarig be staan. Het werd voor de V.V.V. een onvergetelijke dag. Van alle zijden bereikten de jubilaresse bewijzen van belangstelling en waardering. Vele sprekers wensten de jubilerende ver eniging geluk en complimenteerden haar met hetgeen zij in de lange pe riode van 40 jaren had weten te be reiken. Het energieke bestuur werd grote lof toegezwaaid voor wat het met ijver en toewijding had verricht ter bevordering van het vreemdelin genverkeer. Een aangename verrassing moet het voor het bestuur geweest zijn, toen de voorzitter van V.V.V. Groet-Camperduin, de vereniging, die zich vóór een 25-tal jaren afscheidde van V.V.V. Noord-Kennemerland en sedert een zelfstandig bestaan leidde, thans de hoop uitsprak het nog te mo gen beleven, dat beide V.V.V.'s in de gemeente één zouden worden. Op de najaarsvergadering in 1940 sprak dezelfde voorzitter naar aanlei ding van de vraag of er stappen wa ren gedaan om te komen tot vereni ging met V.V.V. Noord-Kennemerland, ender applaus de woorden: „Groet wil Groet blijven, wij willen onze vereni ging houden tot onze laatste snik'". Zullen thans binnen afzienbare tijd Groet en Schoorl weer samengaan, zullen dochter en moeder verder een drachtig streven naar hetzelfde doel? Receptie Het bestuur hield 's namiddags in „Kleine Zwitserland", dat in een bloe menhof scheen herschapen, een druk bezochte receptie. Aanwezig waren onder meer de burgemeesters van Schoorl en Egmond, besturen van de V.V.V.'s Alkmaar, .Helder, Wieringer- meer, Groet-Camperduin, Callantsoog, Heiloo, van de Federatie, van de Schoorlse Winkeliersvereniging, van de R.K. Middenstandsvereniging, de consul van de A.N.W.B. De voorzitter van de jubilerende vereniging, de heer M. W. van de Garde Jnr., heette alle aanwezigen hartelijk welkom. Spreker wees er op, dat de vereniging groeide en bloeide, dank zij het feit, dat alle leden hard medewerkten. Het ledental, dat een paar jaar geleden 90 bedroeg, steeg elk jaar en thans werkten 220 leden samen. Dank bracht spreker aan de oprich ters. Gaarne had hij de enige nog in levende zijnde van de bestuursleden van 1909 gehuldigd, maar de heer Stenneberg was helaas niet aanwezig. Hierna kregen verschillende spre kers het woord. Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is, meende er één. maar allen zongen ze lofliederen ter ere van de jubilaresse. Burgemeester Mr. C. A. J. Jochems opende de rij. In de dubbele functie van burgemeester en ere-voorzitter feliciteerde hij de jubilerende vereni ging in hartelijke bewoordingen en complimenteerde haar met wat zij in de 40 jaren had bereikt. Spreker me- memoreerde hoe in 1909 door vér voor' uitziende mannen de WV was opge richt en hoe de jonge loot zich sedert had ontwikkeld tot een stevige stam. Vooral sinds het tot stand komen van betere verbindingen met de bui tenwereld, had het vreemdelingenbe- zoek een grote vlucht genomen tot heil van heel de gemeente. Spreker roemde de goede samenwerking met gemeentebestuur en staatsbosbeheer. Ofschoon Schoorl thans begint te vol doen aan redelijke eisen, die gesteld mogen worden, blijft er toch nog veel te doen, meende spreker, en eindigde met de jubilaresse veel succes te wen- ser c.T haar verdere weg. Burgemeester Niele van Egmond, secr. van de Federatie, betoogde, dat het wel goed was om bij het bereiken van een mijlpaal even om te zien en zich te bezinnen op mogelijk nodige koerswijziging. Het steeds toenemende vacantie- wezen zal ook voor Schoorl, het Klein Zwitserland, alle aandacht opvragen. De heer D. Duin Wz., voorzitter van V.V.V. Groet-Camperduin, bracht in herinnering, hoe jaren geleden het Noordelijk deel van de gemeente zich had afgescheiden. Of het kwam door verschillende mentaliteit te Schoorl en te Groet, of het kwam van het grote zelfstandigheidsgevoel van de Groeters, die tot 1830 een eigen ge meente vormden, een feit was, dat men in het noorden zelf z'n boontjes wilde doppen. Lange jaren werkten beide verenigingen elk op haar eigen houtje, de laatste tijd komen dochter en moeder elkaar zoetjes-aan nader en spreker hoopte het nog te beleven, dat één vereniging de belangen behar tigt voor heel de gemeente. De heer Meedendorp, secr. V.V.V Groet-Camperduin, wijdde enkele woorden aan de nagedachtenis van de heer Fl. Schermer, die als voorzitter var> N.-Kennemerland door stukken in Floria het eerst de aandacht vestigde op mooi Schoorl. De heer IJ. Minkema, bestuurslid en oud-bestuurslid van beide V.V.V.'s. zei er zich over te verheugen, dat de heer D. Duin het denkbeeld van hereniging van beide V.V.V.'s, van dochter en moeder, had geopperd. Nadat nog de heer J. v. Gemeren een der pioniers van de V.V.V. Heiloo de heer C. de Leeuw namens de Schoorlse Winkeliersvereniging, de heer J. H. Roggeveen namens V.V.V Bergen en de heer P. J. C. Maars als consul A.N W.B. hun gelukwensen hadden aangeboden, dankte de heer v d. Garde allen voor hun vriende lijke woorden, hun goede wensen en prachtige bloemstukken. s Avonds was het feest. 's Avonds was het feest voor leden en genodigden in De Rustende Jager Schoorl's fanfarecorps „De Vriend schap" zorgde hier voor de eerste ver rassing. Het corps bracht de jubilerende vereniging een serenade, waarna de voorzitter, de heer H. Meedendorp, gelukwensen aanbood. Een tweede verrassing was de komst van de heer F. Stenneberg, de oprich ter van V.V.V. Noord-Kennemerland in 1909. De kleine, grote man, zoals da voorzitter hem betitelde, wenste de vereniging geluk enzichzelf, dat hij deze avond nog had mogen be leven. Het deed hem genoegen, dat heel Schoorl had mogen profiteren van Noord-Kennemerland en hij ein digde met het uitspreken van de hoop, dat Schoorl een tweede Scheveningen mocht worden. De heer M- W. v. d. Garde Jr. sprak ten slotte woorden van dank tot allen, die zich op de een of andere wijze verdienstelijk hadden gemaakt voor de vereniging en noemde onder meer het gemeentebestuur, de heer K. Zuur bier en echtgenote, de heren T. C. Jansen en H. W. Stoelhorst van het Staatsbosbeheer, de heer Weiland, groepscommandant van de politie, de plaatselijke verenigingen, de leden van V.V.V. zonder wier steun het bestuur machteloos zou zijn, de heer P. Blan- kenstijn, de onvermoeide secretaris van V.V.V. en de heer J. v. Wijk Sr., die op onnavolgbare wijze de finan ciën beheerde, Toen kwam de grote verrassing van de feestavond: Joop Theunisz en Fred Polano. Joop trad op als conferencier. Hij wist met een praatje en een liedje eer echte sfeer te scheppen en had groot succes als muzikale clown. Hij verbaasde de feestgenoten met zijn acrobatische toeren op fietsen, groot en klein, met stuur, zbonder stuur enz. De onvergetelijke feestavond werd besloten met een gezellig dansje. „Duinranders" door hef oog van een naald gekropen Aanvankelijk waren Winkel en Duin randers tegen elkaar opgewassen. Een kwartier vóór de rust nam Winkel de leiding, foutief opstellen van een der Duinranders stichtte ver warring in eigen gelederen. Enkele mi nuten later wisten de Duinranders na goed samenspel de gelijkmaker te sco ren, 11. Na de rust speelde de strijd zich in hoofdzaak af op de Winkel-helft. Een kwartier vóór het eide kregen de Duinranders de leiding, doordat een van de Winkel-backs, in het nauw ge bracht, de bal in eigen doel „warmde", 1—2. Een paar minuten later was het 13 en leek de overwinning veilig. Winkel gaf zich echter nog niet gewonnen en wist de achterstand tot 23 te ver kleinen. Toen acht minuten vóór het einde Winkel een penalty te nemen kreeg, ging er een kreet van teleur stelling over het veld. Zou het gelijk spel worden? Maar neen, v. Wonderen, die een van zijn beste wedstrijden speelde, wist zijn doel schoon te houden en daarmee de wedstrijd te winnen. VIERDE NEDERLAAG VOOR DREO In de wedstrijd DREOPSCK is 't de thuisclub niet gelukt de punten te behouden. Met 20 moest zij de meer deren in de gasten erkennen. De gast heren, die met vijf invallers uitkwa men, waren zeker niet de minderen, maar gebrek aan schutters was de oorzaak dat de wedstrijd werd ver loren. Voor de rust werd door een fout in de achterhoede der thuisclub de stand op 10 gebracht. Na de rust waren de gastheren steeds in de meer derheid, doch het verdiende tegen-' punt bleef uit. Bij een uitval van PSCK werd de stand op 20 ge bracht, waarmee het einde kwam. Spel op het water poor het Noordhollands Kanaal sluipt een sleepschip. De oevers van het kanaal liggen gedoken achter een tu len gordijn van mist, dat de geluiden smoort en het schip nog stiller maakt. Veertig meter naar voren sleurt een stiekum sleepbootje aan de stalen tros van het schip door het rimpelloze wa ter, alsof het er terluiks vandoor wil gaan, onopgemerkt wil oplossen in de lichtgrijze oneindiqheid van de ijle herfstnevel. Het schip is geladen met zand. Diep- geladen „Tot zijn nekharen", zeggen de schippers. Voorop hangt de wit-ge- blokte sleepvlag loom bij de stok neer, achter loopt de schipper in de tred molen van zijn stuurstoel, de handen licht rakend de spaken van tVn enorm wiel. Hij is een gelukkig mens, die schipper. Hij is altijd thuis. Hij laat vrouw en kroost nimmer in de steek. H(j laat zijn woning slepen naar waar de strijd om het dagelijks brood hem voert. Door een mistig kanaal met een klein, stiekum bootje voorop aan een lange stalen tros. En kijk, daar spelen zijn kinderen. Soms bergt het schip kolen of erts of stenen of kisten en balen en vaten. Dan spelen zij op de luiken of in de roef. Nu vaart vader zand. O, heer lijkheid, de speeltuin vaart mee. Zij graven en spitten zomaar in die eigen ste lading rond. Wie doet hen wat! Geen barse agent, die zegt: „Dat mag niet!" Geen bordjes met artikel 461. Geen ruzie met de buurjongetjes, die óók eens willen scheppen. Alleen maar zand. Zand van vader. In het schip van vader. En hun speeltuin vaart langs groene oevers en door steden en dor pen en door kanalen en sluizen en bruggen. Met vader aan het roer. En moeder mikt de aardappelschillen zo maar vlak naast hun kasteel in het water Hun stemmen klinken ijl en pril in de stilte van de mistige herfstdag. Tot de sleepboot het geluid uitéênscheurt in een klaaglijk geloei om de spoor brug open te krijgen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1949 | | pagina 3