Een Jeroen Bosch in proza De verlaten stad" Mascha ter Weeme en haar kinderen Rumoer om twee filmsterren LETTERKUNDIGE VERSCHIJNINGEN Cultureel Nieuws VESTDIJKS LAATSTE OORDEEL We gaan vooruit AMSTERDAMS PODIUM .Apostelen der ontaarding TRAININGSMORGEN S. Vestdijk: De Kellner en de Levenden. - Uitg. De Bezige Bij, Amsterdam. CIMON VESTDIJK is zeker de geva- rieerdste en kundigste schrijver die Nederland op het ogenblik bezit.. Menno ter Braak noemde hem een „duivelskunstenaar" en een poos lang leek het accent ook in letterlijke zin op het eerste deel van het woord te moeten liggen. Zijn uiterst ver gevoer de psycho-analyse deed hem ziele- afgronden openen, waar eenvoudige geesten rillend van terugdeinsden. Maar allengs is zijn overweldigend groot oeuvre zó veel kanten van zijn persoonlijkheid gaan aantonen, dat men het opgegeven heeft, hem in een bepaalde rubriek te rangschikken en op zijn best doch dan vaak met suc ces nog poogt aan te wijzen, welke invloeden op zijn geest werkzaam zijn geweest. Men heeft Joyce, Kafka, Sar tre, Valéry, Proust, Schnitzler en een menigte andere schrijvers opgesomd als beïnvloeders van Vestdijk, en nooit geheel ten onrechte. In zijn nieuwste werk „De Kellner en de Levenden" is hij te gast geweest bij Kaf ka. Deze merkwaardige, jong gestorven Duits-Tsjechische schrijver van Joodse afkomst, bewoog zich bij voorkeur op de grenzen tussen het aardse en het hiernamaals en hij heeft, 1~\E ORGANISATIE VOOR opvoeding, wetenschap en cultuur der Ver. Na ties (UNESCO) heeft opnieuw een prij zenswaardig initiatief genomen. Door haar bemiddeling wordt het werk van jonge en onbekende componisten uit gevoerd voor een breed publiek van muziekliefhebbers. Er wordt een serie van maandelijkse concerten gegeven. De eerste uitvoering van onbekende wer ken heeft inmiddels in de concertzaal van het UNESCO-huis te Parijs plaats gehad. Hierop werden werken vertolkt van vijf jeugdige componisten n.l. Hec tor Tosar uit Uruguay, Karol Goey- vaerts uit Belgie, Charles Jones uit de Ver. Staten, Narcis Bonet uit Spanje en Olivier Alain uit Frankrijk. zowel in „Das Schlosz" als „Der Pro- zesz" over het schijnbaar irrationele van dat hiernamaals (men moet dit als een hulp-woord beschouwen) der mate diepzinnige dingen geschreven, dat ze volkomen belachelijk toeschij nen aan ieder die Kafka's „sfeer" niet enigermate kan na-voelen. Toen Vestdijk er zich toe zette om enige levende wezens de voor-torturen van het Laatste Oordeel (die tenslotte alleen maar een beproeving van hun hart en nieren blijken te zijn) te laten doorstaan, kon hij zich bij het procédé PABLO PICASSO .in Eindhoven. Dezer dagen werd in het City Center Theater te New York de wereldpre mière gegeven van het ballet „Jones Beach", met muziek van de jonge Ne derlandse componist Jurriaan Andries- sen. De muziekrecensenten van de New Yorkse bladen prezen unaniem de mu ziek van Andriessen. De New York Times sprak van „een verrukkelijke compositie". De New York Herald Tri bune noemde de muziek geknipt om op te dansen. Op 13, 14 en 17 April zullen Zwitser se zangers, resp. in de Willemskerk te Den Haag, de Koninginnekerk te Rot' terdam en het Concertgebouw in Am sterdam uitvoeringen geven van de Messias van G. F. Handel. Uitvoeren den zijn o.a. het Bach-Chor Graubün- den en het Thurgauische Kamerorches- ter te zamen ongeveer 220 man o.l.v. Jacob Kobelt, stedelijk muziekdirecteur in Glarus. De N.C.R.V. zal opnamen van de uitvoering maken, doch deze niet direct kunnen uitzenden. Binnenkort zal voor enkele Italiaan se radiozenders de „Drie hymnen voor viool en piano" van de Nederlandse componist Van den Ligtenhorst-Meyer ten gehore worden gebracht. rvAAR DUITSLAND niet zelfstandig lid kan zijn van UNESCO en 't toch van grote betekenis moet worden ge acht, dat het contact van het weten schappelijke en culturele leven van West-Duitsland met dat van de buiten wereld wordt hersteld, wordt de Parij- se centrale der organisatie er vertegen woordigd door drie verbindingsmannen, w.o. de Nederlander dr. W. Verkade, die zijn zetel te Dusseldorp heeft. De studie van het jeugdprobleem vormt een der hoofdpunten van het huidige programma. Er zal o.a. door een aan tal enqueteurs onder toezicht van Zweedse en Duitse professoren een on derzoek worden ingesteld in hoeverre in de jeugd gedachten leven, die de internationale verhoudingen zouden kunnen vertroebelen. Daartoe zullen 2000 jonge Duitsers persoonlijk worden ondervraagd. Bij opgravingen in Nijmege, werd een fraaie azuren schaal gevonden, waarin nog de toiletbenodigdheden van een Romeinse matrone lagen. De ac trice Elly Prinsen Geerligs-Bakker, die drie jaar aan de Haagse Comedie was verbonden, .zal het komende seizoen deel uitmaken van het Rotterdams To neel onder directie van Ko Arnoldi. In het Stedelijk Van Abbe Museum te Eindhoven worden twee tentoonstel lingen gehouden, n.l. „Charles Eyck ziet Eindhoven" en een van tekeningen van Picasso. van Kafka vrij gemakkelijk aansluiten. Maar daar hij Nederlander is en dus veel meer dan Kafka behept met zin voor het plastische, liet hij zich voorts door de middeleeuwse schilder van spookachtige droomgestalten, Jeroen Bosch, inspireren bij het scheppen van hellemonsters die hij op zijn sujetten loslaat. Het boek begint bedriegelijk reëel, ongeveer vijf bladzijden lang. Avond in een Nederlandse stad; een paar jon gelui keren, pratende over een avondje van hun oude voetbalclub, huiswaarts naar hun flat. Daar treffen ze een po- litie-auto aan, waarin zij, en alle ande re flatbewoners, twaalf in totaal, door zwijgende agenten gedwongen worden plaats te nemen. De auto brengt hen naar een groot bioscoop-theater, waar van alle kanten mensen samenstromen. Die worden daar, tegen inlevering van een „kledingbon" voorzien van kaar ten, die voor iedere groep een bepaal de, hoogst ingewikkelde, route aan wijzen. Voortdurend worden door loud speakers tamelijk duistere instructies gegeven. Het twaalftal gaat op weg, maar nu blijkt de bioscoop helemaal geen bioscoop te zijn, maar de toegang tot een hoogst ingewikkeld doolhof, waaruit het na veel zeer wonderlijke ontmoetingen en belevenissen, geraakt op 'n station njet vijfhonderd perrons. Daar de twaalf in hun eigen kleren lopen, worden ze wat apart gehouden en komen in een perron-wachtkamer terecht. En nu blijkt hen allengs, dat wat er over hen komt, heel veel van het Laatste Oordeel weg heeft. Daar zij niét dood zijn, konden hun niet de klederen waarvan Openbaring 6 :11 ge waagt, gegeven worden. Ook worden zij zoveel mogelijk buiten contact ge houden met de massa's die de perrons bevolken en op mysterieuze treinen wachten, o.a. op één waarin de aarts engel Michael zou zitten. Wat niet wegneemt, dat zij onder de menigte nu en dan overleden bekenden ontwaren, terwijl de twee jaar tevorèn gestor ven hond van de jongen die bij het gezelschap is, zich bij hen heeft aan gesloten. De bestemming van de treinen is duister: de handelingen van de con ducteurs zijn onbegrijpelijk, hun mede delingen steeds voor meer dan één uit lating vatbaar. De hele sfeer is zo Kaf- ka-achtig mogelijk; alles kan gebeuren, maar ook evengoed niet gebeuren en wanneer Ijet gebeurt weer heel wat anders blijken te zijn dan men dacht. Maar aan de lezer deelt zich een zeldzaam benauwde spanning mede; hij krijgt het gevoel, in direct contact met het bovenzinnelijke te komen en din gen te beleven, die helemaal zo gek niet zijn als ze lijken". En steeds maar weer treffen analogieën met de Open baring, zonder dat het boek waarin de humor, niet ontbreekt een ogen blik blasp'hemisch wordt. ji'EN DER KELLNERS in de wacht kamer trekt zich het lot van de twaalf flatbewoners aan. Hij geeft hun weliswaar ook duistere, maar dan toch niet ontmoedigende, antwoorden. Uit een waterkan schenkt hij hun wijn in. Wanneer van het vijfhonderdste perron de helle-gedrochten losbreken, tracht hij hen daartegen te beschermen. De scènes die zich daartegen afspelen, zijn proza geworden schilderijen van Jeroen Bosch en men moet enigszins sterke zenuwen hebben om ze te ver dragen. Het vreselijkste wat de twaalf over komt is de „verzoeking". Maar op ad vies van de kellner - hadden zij zich voorbereid door elkaar hun zonden te biechten, waarbij de kellner enig be scheiden en liefdevol commentaar geeft. Daardoor voelen ze zich een beetje ge sterkt. De verzoeking komt in de ge daante van de oberkellner Leenderts, die zich als de overste der duivelen manifesteert en hen met de gruwelijk ste geestelijke- en lichamelijke marte lingen bedreigt. Die kunnen ze slechts afwenden indien ze bereid zijn. God en hun bestaan te vervloeken; in dat geval immers zullen ze met lichaam en ziel vernietigd worden en nergens meer van weten. Doch nu blijkt, dat deze twaalf zwakke en zondige mensen die, behalve de aan t.b.c. lijdende jongen, erge dingen op hun geweten hebben, deze afkoopsom heel eenvoudig niet willen en niet kunnen betalen; ze blij ven trouw aan zichzelf. Dan keren de twaalf, door nog aller lei apocalytische taferelen, terug naar hun flat. Inmiddels heeft zich aan de lezer iets vreemds voltrokken. Hij is de twaalf, die hem van de aanvang af en in het bijzonder door hun biechten, als zeer weinig aantrekkelijk mensen geschil derd zijn, gaan zien als omhuld door een mystiek licht dat slechts een god delijk mededogen er om heen geweven kon hébben. Wanneer de twaalf hun flat weer be reikt hebben, worden ze opgewacht door de hun toegedane kellner. Deze geeft hun een verklaring van de droomnacht „die zij niet zouden kun nen vergeten indien zij niet moésten vergeten om verder te kunnen leven". Het is nu volkomen duidelijk, wie de kellner was, die dan bovendien nog, meedogend, de zieke jongen die geen afstand wil doen van zijn dierbare hond toestaat hem te vergezellen op de weg terug yESTDIJK HEEFT in De Kellner en de Levenden een allermerkwaar digste essentie van het Christendom gegeven en een zeer treffende. Het boek is volstrekt positief en de kenner van Sartre's existentialisme zal ontwaren, dat hij er de door Sartre tot dusver genegeerde Christelijke hoeksteen aan geeft„veroordeeld en begena digd om verder te leven". Ongetwijfeld zal dit boek hier en daar op grote weerstanden stuiten en scherpe veroordeling ondervinden. Het is zeker niet voor iedereen geschreven. Literair zou men er ook aanmerkingen op kunnen maken in zoverre, dat niet alle schijnbare verwardheid steeds in diepere zin gemotiveerd is; nu en dan krijgt men de indruk van gemanië reerdheid en soms zijn de gesprekken wat irriterend lang uitgesponnen. Toch moet men met die critiek voorzichtig zijn, omdat bij een herlezing allerlei veel gemotiveerder en noodzakelijker blijkt dan aanvankelijk scheen. Tenslottewanneer een sterveling zelfs al is hij zo knap als Vestdijk, poogt om een beeld van de volkomen liefde van Christus te geven, dan zal het toch bij een poging moeten blijven. WITSEN ELIAS. Lied van de Week Amerikaanse technici hebben een robot met één arm gecon strueerd, die bijna alles doen kan wat door mensenhanden kan worden verricht. Courantenbericht. Dat des mensen geest niet stil staat, Doch gestaag is in de weer Deze aard te vervolmaken, Merken wij toch keer op keer Telkens klimt de mens wat hoger Op de ladder der techniek, Tot hij straks zélf wordt verdrongen Door het mens'lijk mechaniek. Stel U voor: een één-arm robot. Die reeds evenveel presteert, Als wij, mensen, met twéé armen. Heus! dat gaat eerstdaags verkeerd, Nu reeds is er geen emplooi meer Voor zo meen'ge arbeidskracht, Wdar dan heen, als straks de robot In de handel wordt gebracht? Een medaille heeft twee zijden. Evenzo de robotman, Wijl hij in diverse dingen Ons ook nog van dienst zijn kan. Men bestuurt die robot draadloos En zo kan h ij dingen doen, Die voor óns gevaar opleveren, Dus voor rampen ons behoên. Foetsie met het hele leger, Robots daarvoor in de plaats, Laat de boeren nou maar dorsen, 't Is gewoon achttien karaats, d'Een of and're „hoge ome" Drukt op een verborgen knop, En het leger robotmannen Rukt reeds onverschrokken op. En zo zien we, dat de wereld Toch nog Zo beroerd niet is, Als men dikwijls wil béweren Maar misschien heb ik het mis! JABSON. [SJAT EN KLAM EN KIL LAG AMSTERDAM onder de mist, die morgen. De mensen in de straten hadden haast, keken boosaardig en gingen zicht baar gebukt onder hun privé-zorgen. De trams huilden hartverscheurend in de bocht. Het was nog heel vroeg in de morgen, en de stad lag er naakt en afstotend bij. Ergens in de Jacob Obrechtstraat wees een timmermansleer ling me de weg. „Deze poort in, voorbjj die tennisbaan en dan aan je rechterhand. Daar dansen ze." Ja, daar dansten ze. „Ze" van het Ballet der Lage Landen, de groep van Mascha ter Weeme. In dat vroege ochtenduur waren ze, als zovele morgens, bun dagelijks gevecht met de zwaartekracht begonnen. „Het Ballet". Dat klinkt, zo'n woord. Dat roept herinneringen op aan Pavlova en de Keizer lijke Russische Balletten. Aan la Argentina, Sadler Well's Ballet en de Bal letten van Monte Carlo. Aan roem en grootheid; aan licht, applaus en schijnwerpers, en aan een uiterste, haast onaardse lichtheid van het mense lijk lichaam. [)E STUDIO lag er grondeloos triest' bij. Door de bestofte ruiten droop een winterig morgenlicht traag naar binnen. Iedere hoek van de studio was vol donkerte en schaduw. Er was geen verwarming daar. En dus was 't evenzeer winter buiten de studio als erbinnen. Nee, daar was niets Keizer lijks aan die studio en niets van Pav lova aan hen, die er oefenden. Het was daar alleen maar zeer aards; en zeer koud; en zeer kil. Alles was pro za, niets poëzie. Een harde, stroeve, gure wereld. Met het klimaat van een provinciale rechtszaal en met niets van een kweekplaats voor balletkunst. Mascha ter Weeme stond bij de grimmig-zwarte piano, waarop een zonderling, timide, oudachtig dametje speelde; Chopin, Debussy, brokken uit het Sylvia-ballet. Mascha ter Weeme zag het aan en gaf haar instructies. Dat gebeurde op een zingende ma nier, tegelijk met de melodie van de piano Kinderen, niet zulke dode han denStrekt die handenvooruit die borstkasspant de buikspie renlos die voet daarlos lós!!!strekt de knieënIaat die heup op de plaatsstrekt de voetenDat gaat zo door, enkele uren lang. Half in 't Hollands, half in het Frans. En de kinderen, die jonge vrouwen en jonge mannen, dansen. En al dansend komt, zelfs op zo'n vergrijsde wintermorgen, het bloed in al die lichamen los en op temperatuur. Iedere hand, iedere arm! iedere voet en ieder been komt losser, losser. CR IS IN de Amerikaanse senaat rumoer ontstaan. Want heel Ame rika en dus ook de volksvertegenwoor diging praat over twee fimsterren, over Ingrid Bergman en over Rita Hayworth. Er zijn lieden in het land van Oom Sam, die het niet eens kun nen zijn met het gedrag der beide RITA prinses Ali Khan filmkoninginnen en die vinden, dat de grenzen van wat mag en wat niet mag verre zijn overschreden. De senator Edwin .C. Johnson heetf nu een wet voorgesteld, waarbij actri ces, acteurs en producers vergunning BoeiendeWesternvan kunstzinnig gehalte het meest gangbare filmgenre is de Western, de film van het voelens en driften gaat de groep ban- 11 j.dieten ten slotte te gronde: uit onder zogeheten „wilde Westen" van Amerika, de film van harde mensen in een hard leven. Duizenden Westerns zijn er gemaakt, miliiarden dollars hebben g wantrouwen en zelfzucht ontbrandt ze gekost en nog vele meer hebben ze opgeleverd, dank zij talrijke millioenen een strijd tegen de enkeling, die voor bioscoopgangers. De Western is 't filmsucces bij uitstek, massavoedsel lie- ur op die onge- rekend naar een grove smaak; niet proeven, niet kauwen, alleen maar slik- strijd voert tot de overwinning ken! Stof, messen, kogels, lijken, snode boeven, belaagde onschuld, bittere ^an a ^,e e en een en inS van vuistgevechten en ten slotte de overwinning van verborgen edele gevoelens, e sc uc ere romance- waarbij er dan soms ook nog een happy ending voor held en heldin af kan J-JET MORALISERENDE slot van dit temidden van de optrekkende kruitdamp. In dit genre Western mag men verhaal kennen we uit talrijke geen kunst verwachten. We mogen al blij zfln wanneer ze een redelijk ver- Westerns, maar dit neemt niet weg, strooiïngsproduct is, waarin aan het menselijke niet al te veel geweld wordt dat „Yellow Sky" een zeer bijzondere aangedaan. Een heel enkele maal komt het echter voor, dat een regisseur film is, die mijlenver uitsteekt boven in dit genre van de voor een groot publiek bestemde Western een niveau het gemiddelde wild-westproduct. Meer weet te bereiken, waarop filmkunst ontstaat. En zo'n verheugend geval doet dan een relaas van beklemmende of op- zich voor met de film „Yellow Sky" („De verlaten stad"). windende gebeurtenissen is „Yellow Sky" vooral een film die zich met de LIET IS EEN FILM van de regisseur twijfeld moet bezitten. Hun plannen mens bezig houdt. Regisseur Wellman William A. Wellman: een film die worden echter doorkruist, doordat heeft hier op een verbluffend knappe weliswaar een uitzonderlijk hoog en sommigen der bandieten niet meer hun en gevoelige wijze de mensen gete- kunstzinnig peil vertoont, maar aan gevoelens meester kunnen blijven door kend, die onder gedwongen primitieve de andere kant toch volledig in staat de aanwezigheid van het meisje. Enke- omstandigheden levend, volkomen door is een groot publiek te boeien en te len willen haar alleen maar bezitten, hun instincten, emoties en driften ge- bevredigen. Het verhaal is eenvoudig in anderen echter wellen diepere emo- Ieefd worden, blindelings, zonder rede. en strak gecomponeerd: een groepje ties: menselijk respect en liefde. Dit is Gregory Peck en Anne Baxter spelen oud-strijders, tot bandistisme verval- het sterkst het geval bij de bendelei- heel treffend de hoofdrollen en naast len, wordt na een bankroof achter- der, voor wie overigens het meisje hen zijn er nog talrijke uitstekende ty- volgd. Ze vluchten een zoutwoestijn in, geheel tegen haar wil in onbewust peringen James Barton bijvoorbeeld waar de achtervolgers hen niet verder een diepere sympathie gaat ontwikke- als een kostelijke goudzoeker, opdrijven: „Laat ze maar verder hun len. Aan de tegenstrijdigheid van ge- LONG-SHOT gang gaan", zegt de Sherriff, „Ze heb ben zich nu al aan de dood uitgele verd!" Dagenlang zwerft het groepje door de zoutvlakten in een schroeihit- te, zonder voedsel en met slechts en kele flessen water. Wqnneer de man nen volkomen uitputting en radeloos heid nabij zijn, ontdekken ze einde lijk heel in de verte de daken van een stadje Op hun laatste krachten slepen ze zich erheen om dan tot df ontdekking te komen, dat 't stadje leer is en vervallen. Een enkele goudzoe ker woont er nog met z'n kleindochter Ze houden de bandieten op een af stand, wier begeerte zich gaat richten op de schat die de goudzoeker onge- moeten hebben, om hun werk uit te oefenen. Johnson liet zijn toehoorders niet in de onzekerheid over de vraag, wat hij met deze wet voor had. Want in dui delijke bewoordingen oefende hij cri tiek uit op de wat hij noemde onbeschaamde romance tussen de filmster Ingrid Bergman en de regis seur Roberto Rossellini. „Mijn wet", zo riep de senator uit,, „moet de immo raliteit en de ontucht in de filmwereld beteugelen". Jonhson noemde Ingrid Bergman een der machtigste vrouwen op deze wereld, „maar", zo vervolgde hij, „het spijt mij te moeten zeggen, dat zij een machtige invloed ten kwade is". De fiolen zijns toorns reserveerde de senator echter niet alleen voor de Zweedse filmster. Ook Rita Hayworth maakte hij tot mikpunt van zijn onge zouten critiek. „Rita", zo stormde hij, „werd verwikkeld in een driehoeks affaire, ze heeft nu een baby en de titel van prinses en alle Amerikaanse producers verdringen zich rond haar heen, om zoveel mogelijk munt te slaan uit haar opvallende ervaringen." Edwin Johnson noemde Ingrid en Rita de apostelen der ontaarding van het hedendaagse Hollywood. De senator, die de „walgelijke pers campagne" voor de firn Stromboli aan de kaak stelde, viel niet alleen het ge drag van Ingrid en Roberto aan, maar ook de houding van de R.K.O. film maatschappij, van de filmdistributie- bureaux en van Johnson, de president van de Motion Picture Association. Hij verweet de R.K.O commercieel op portunisme vanwege de schaamteloze exploitatie van hun film. En toen begon het rumoer. Want de Motion Picture Association kwam on- middelijk met haar protesten. Niet zo zeer tegen de uitlatingen van senator Johnson, Wij kunnen ons voorstellen, dat allen, die bij de film en de actri- Ballet der Lage Landen INGRID Romance op Stromboli ces betrokken zijn, een Amerikaanse opvatting van reclame hebben en in het hele verhaal slechts een middel zien om hun (door televisie ernstig benadeelde) kassen wat te verstevi gen. Neen, zij komen in opstand tegen het wetsvoorstel. De M.P.A. noemt Johnsons wet een wet voor een politie staat en zegt, dat op deze manier de filmindustrie onder staatscontrole zai komen, een controle, die aan slavernij doet denken. Hoe dan ook, het laatste woord in deze affaire is zeker nog niet gespro ken en voor ons blijft het de vraag, of Johnson zijn doel niet zal voorbij schieten en of Ingrid en Rita niet nóg meer in het middelpunt van de belang stelling zullen komen te staan bij de millioenen bewonderaars; om van de bewonderaarsters nog maar te zwijgen. Dat alles was zeer vreemd, zeer wonderlijk, die morgen daar in het hart van Amsterdam. Buiten was de mensheid aan het werk. De schoen maker maakte schoenen, de melkboer bracht z'n melk rond. De tramconduc teur verkocht kaartjes. Marktkoop lieden schreeuwden hun waar aan. Alle winkels waren open en alle men sen waren bezig elkaar iets te verko pen in die harde, mistige, prozaïsche wereld van Amsterdam op wintermor gen. Behalve in die kleine studio op de binnenplaats. Tussen vier muren dansten jonge mensen en een grote spiegel aan één der muren weer kaatste elke te trage, elke onjuiste, elke niet technisch verzorgde bewe ging bitter en meedogenloos. En mee dogenloos als die spiegel zag Mascha ter Weeme dat. Vreemde mensen in de vroege mor gen. In slechtverzorgde tricots, op oude schoentjes, met slordig opgebon den haren. Transpirerend van inspan ning na een half uur. Licht hijgend na iedere dans, even leunend tegen de witte muren. Maar Mascha ter Wee me heeft geen tijd voor rust. Er moet geoefend worden, en ze gaat door. Steeds op de wijs van die piano haar half gezongen instructies gevend, met die donkere, hese, nauwelijks ver staanbare stem. Stof dwarrelt door de grijze ruimte. En de doordringende geur van het hars, waarmee de dansers hun schoe nen inwrijven, vult de studio. Zo dan sen de leden van het Ballet der Lage Landen in de morgen. Ergens in Am sterdam-Zuid. In een kleine, kale stu dio. En dóar wordt dan ballet geboren. Een Sylvia-ballet. Een Midsummer- nightsdream. Faust. Het zijn bijna nog kinderen. Er is een jongen, heel jong en heel blond, die niets ziet, en zonder contact met de anderen danst. Een kind. Hij kijkt veel te ernstig voor z'n leeftijd en het is alsof hij dromend, in trance, daar te dansen staat. Een donker meisje, met een prachtig figuur, wordt zicht baar vermoeid, maar iedere keer als ik denk, dat ze wel ergens zal gaan zitten, danst ze haar arabesken, ba- lancementen en attitudes verder. Mascha ter Weeme haalt er alles uit die morgen. En deze morgen is gelijk aan alle andere morgens. IK vind de blik van deze vrouw hard en scherp. Onmenselijk hard en onmen selijk scherp, als ik naar die twee kinderen kijk: die droom verloren blonde jongen en dat donkere meisje. Soms is er ineens een opvallende figuur. Dan schiet zo'n lichaam weg in een snelle, golvende beweging. Even is daar dan: een seconde poëzie der beweging. En soms is zo'n lang, slank been, één fractie van een moment, als een snelle, rappe vleugel, een vlerk van een menselijke vogel. In die momenten is er geen stof en geen mist en geen verdrietig licht. ZO DANSEN jonge mensen op een vroege morgen in Amsterdam. En men zou zich kunnen afvragen: waarom dansen ze daar? Niet om geld, want wie rijk wil worden moet de dansstudio mijden. Niet om roemi want roem oogsten als danser of dan seres in dit land is zo zeldzaam al3 de witte raven zeldzaam zijn. Ze dansen omdat ze waarschijn lijk niet anders kunnen. Omdat ze ge bannen zijn in de dienst aan die wre de, harde, grimmige, verbeten, on dankbare trouweloze muze die Terp sichore ,heet. In haar dienst brengen ze hun offer: het offer van hun jeugd. Er waren altijd al zulke jonge vreem de hunkerende mensen, soms kinde ren, en ze zijn er nóg. Zelfs in deze wereld. Zelfs op een aarde, die zich bezig houdt met atoomsplitsing en oorlogsvoorbereiding. Van eindeloze menselijke zorg en even eindeloos ön- menselijk egoïsme. Mascha ter Weeme noemt haar leerlingen steeds: mijn kinderen. Wei, ik heb bewondering voor zoveel ener gie, zoveel vertrouwen in de kunst en zoveel moedeloze moed na zoveel te leurstelling bij deze kinderen. Voor zoveel geloof in poëzie door jonge mensen op him kinderkruistocht. ANTHONY VAN KAMPEN. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1950 | | pagina 5