Een historisch
keerpunt
r
leder mens is onderhevig aan
spanningen en conflicten
kU
Schoenen voor zomerse dagen
Bellenbellenbellen...
KINDEREN Verhaal en Raadsels
VERSTOPPING
Puzzle-rubriek
OP HET MATJE
Klein vee
Japon voor een
jong meisje
ZATERDAG 30 MEI 1950
ereid
,,'/s
>EKT EN U VINDT
juiste levenspartner
is. Schrijft, of komt
geh. vrijbl. met ons
a. Duizenden relaties
ilke stand en geloof
dit reeds vóór U en...
joed succes. De Ver.
Huw.kantoren „EX-
IIOR" (de grootste
isatie voor Huw.Bem.)
en U op discrete wijze
itact in alle delen van
md. Vraagt geslaag-
3t, welke gratis wordt
zonden. Ver. Ned.
Kant. „EXCELSIOR"
:sum, Ministerpark
Dir. Mevr. J. van
WAANNEER deze maand Mei van het
jaar 1950 niet de geschiedenis zal
ingaan als het begin van een nieuw
tijdvak een periode, waarin de vrije,
vredelievende volken zich zo sterk en
zo gezond maakten, dat zij noch kon
den worden aangevallen, noch van bin
nen uit worden ondermijnd zal dit
niet de schuld zijn van de mannen, die
in Londen bezig zijn geweest met het
ontwerpen van een „totale diplomatie"
tegen het imperialistische streven van
de Sowjetunie. Hun besluiten, revolu-
tionnair namelijk geheel in strijd met
alles, wat vroeger op het gebied van
internationale betrekkingen en machts
politiek als goed en juist werd be
schouwd en stoutmoedig, bewijzen,
dat in ieder geval zij zijn opgewassen
tegen een situatie, waarvoor in de his
torie der mensheid geen voorbeelden
aanwezig zijn.
Gezond èn sterk moet het Westen
worden, opdat het in de strijd om de
macht met het communisme, die naar
het zich laat aanzien nog vele tiental
len jaren zal duren (een Britse com
mentator trok in dit verband onlangs
een vergelijking met de strijd tussen
het Christendom en de Islam in de 9 de
10de en 11de eeuw), van de langste
adem verzekerd zal zijn. De in de
Britse hoofdstad genomen besluiten la
ten zich dan ook in twee delen onder
scheiden. Het ene deel dient de schep
ping van een centrum van militaire
macht; het andere de schepping van
een internationale economie, die aan
elk land, dat er aan deelneemt, volle
dige werkgelegenheid en een stijgende
levensstandaard moet garanderen. Om
politieke, economische, technische, so
ciale en geografische redenen komen
slechts de landen van het Atlantisch
Pact, zo mogelijk aangevuld met Zwe
den, Ierland, Zwitserland, Griekenland
en Turkije, voor de functie van militair
sterke kern in aanmerking. Zij kun
nen deze taak ruimschoots vervullen,
indien zij hun machtig potentieel tot
een eenheid samensmeden. Zij zullen
dan niet slechts zelf veilig voor aggres-
sie zijn, maar bovendien overal elders
ter wereld aggressie kunnen verhinde
ren. Om deze eenheid te kunnen be
reiken, zal het nodig zijn, dat al deze
naties op korte termijnen gaan denken
en optreden als één enkele natie. Sla
gen zij daarin niet, dan moet de boven
nationale politieke leiding een slechte
farce blijven.
DEN NOG veelomvattender project is
de economische gezondmaking van
de vrije wereld. In Londen is men tot
de conclusie gekomen, dat om deze te
bereiken zelfs de Atlantische gemeen
schap te klein is. De vervulling van
deze taak eist de samenwerking van
landen van alle vijf werelddelen. In
feite gaat het om niets meer of min
der dan een soort huwelijk tussen ener
zijds de samenwerkende productie
apparaten van Noord-Amerika, West-
Europa (met inbegrip van West-Duits-
land) en Japan en anderzijds de be
hoeftige gebieden van Afrika, Zuid-
Oost-Azie en Zuid-Amerika. Het is
hier niet de plaats voor een uiteenzet
ting, hoe dit samengaan tot blijvend
voordeel van alle partijen zou kunnen
werken. Genoeg zij te zeggen, dat het,
om tot stand te worden gebracht, in
den beginne grote offers van de indu
striële mogendheden zal eisen en man
nen van grote visie behoeft, om lei
ding aan het geheel te geven.
pjOEWEL het duidelijk is, dat de mili
taire en economische gezondmaking
beide zonder uitstel en naast elkaar
ondernomen dienen te worden, ligt het
evenzeer voor de hand, dat, gezien de
militaire inspanning van de Sowjet
unie, het militaire project een zekere
prioriteit m et genieten en, als het
minst omvangrijke, ook inderdaad snel
ler uitvoerbaar is. Aan de voortgang,
die daarmede gemaakt wordt, zal
men het eerst kunnen waarnemen, of
de volken van Amerika en Europa
werkelijk bereid zijn, hun leiders op
de aangewezen wegen te volgen.
Het is met de herbewapening van
het Westen nog altijd droevig gesteld.
De anderhalf milliard dollar, die Ame
rika in de militaire versterking van
West-Europa bijdraagt plus de gelden,
die de Westeuropese landen daaraan
zelf spenderen, staan in geen verhou
ding tot de behoeften. Om een soliede
defensie te scheppen, zou Amerika zijn
bijdrage met minstens 2 milliard dol
lar per jaar moeten verhogen en zou
den de Westeuropese landen tot het
brengen van nog aanzienlijker offers
bereid moeten zijn.
Daarom zal men goed moeten letten
op de begrotingen voor het komende
jaar. Blijkt daaruit, dat het nieuwe At
lantische hoge commando zijn werk
naar behoren zal kunnen verrichten,
dan zullen de conferenties in Londen
inderdaad als een keerpunt in de his
torie kunnen worden beschouwd.
Kent gij uw eigen karakter? (3)
||ET WOORD KARAKTER, dat wij allen als een Hollands woord kennen, is
eigenlijk van Griekse oorsprong. Het betekent oorspronkelijk zegel", „ken
merk". Zo wordt een letter of een lettervorm nog wel eens „karakter" genoemd.
Wij spreken over de characteristica, over de kenmerken van een bepaalde zaak.
Zo is ons woord „karakter" de aanduiding geworden van datgene, wat in onze
persoonlijkheid vast en constant mag heten. Maar zegt u nu eens eerlijk: Bent u
er voor uzelf volledig van overtuigd, dat uw karakter constant en stabiel is, dat
er nooit een verbreking is van evenwicht, dat er nooit spanningen optreden en
dergelijke meer? Een antwoord op deze vraag behoef ik nauwelijk af te wachten.
Want ieder levend mens kent toch de noodzaak van zoiets als zelfbeheersing. Maar
wanneer het nodig is zichzelf te beheersen, wanneer het nodig is bepaalde driften
in hun drang tot uitwerking te stuiten, wanneer het redelijk overleg in botsing
komen kan met allerlei gevoelens, dan is 't karakter niet meer 't stabiele „zegel"
van de persoonlijkheid.
Ziel of geest over
heersen
£JE BEROEMDE psycholoog en hand
schriftkundige Ludwig Klages, bij wie
wij ons in dit artikel zullen aansluiten,
maakt een ingrijpend verschil tussen
ziel en geest, tussen voelen enerzijds,
en denken en willen anderzijds. Wan
neer u op een mooie zomeravond aan
zee staat, kan het u overkomen dat u
in een eigenaardige gemoedsstemming
geraakt, waarbij u zich als het ware
geheel voelt opgenomen in de u om
ringende natuur. U bent met de gol
ven en met de duinen als het ware
één geworden. Een zelfde overgave
van eigen wezen vinden wij b.v. ook
in de religieuze exstase. Hier wordt
de mens niet één met de natuur, maar
één met God. En heeft niet menigeen
bij verliefdheid ervaren, dat hij zo
zeer opging in de ander, dat hij zich
zelf en zijn zelfbezinning verloor?
Bij deze voorbeelden spreekt steeds
een overheersen van het gevoel, of
zoals Klages zich uitdrukt, van de ziel.
De ziel wil zich geven. In het gevoel
wordt het ik als het ware losgelaten
om over te gaan in het andere, waar
tegenover het zich bevindt.
De geest daarentegen streeft naar
iets geheel anders. In het willen en
denken wordt de psychische kracht
niet losgelaten om dan als het ware
te vervloeien; neen, de geest wil juist
alle krachten bundelen, voor zichzelf
bewaren. De geest wil niet loslaten,
maar juist binden en bewaren.
Klages knoopt aan dit onderscheid
allerlei zeer vergaande conclusies vast.
Wij zullen ze niet bespreken. Eén ding
staat echter vast. In ieder mens speelt de
tweeheid van gevoel en wil. Het sterker
of zwakker zijn van de een of de ander
roept voortdurende spanningen op.
Is het dan niet mogelijk de mensen
te „karakteriseren", te „kenmerken"
al naar gelang de wilskracht of de
zuiging van het gevoel in hen spreekt?
Klages heeft getracht op grond van
de verschillende gerichtheid van ziel
en geest, van gevoel en wil een sy
steem van drijfveren op te stellen, dat
karakterologisch van uitermate groot
belang is gebleken.
Geestdrift of redelijkheid.
U zult stellig wel eens iemand ont
moet hebben, die bezeten is door een
dorst naar kennis. Zijn drang naai
weten doet hem zichzelf vergeten. Hij
zal zijn eten laten staan, huisgenoten
en familieleden verwaarlozen terwille
van zijn kennisdrift. Wat spreekt nu
in zo'n mens het meest, de ziel of de
g"est? In ieder geval de ziel. Want de
ze mens geeft zich volkomen over aan
het object van zijn onderzoek.
Stel daartegenover nu eens een za
kelijk mens. Hij neeft zin voor de
werkelijkheid en tracht zo objectief
mogelijk te oordelen. Dan hebben wij
in hetzelfde vlak de tegenspeler van
de eerstgenoemde. Want de redelijke,
objectief oordelende mens wordt niet
allereerst gedreven door z'n gevoel,
maar door z'n redelijke wil.
Een zelfde verschil kunt u opmer
ken tussen een philantroop en iemand
die strijdt voor sociale gerechtigheid.
De philantroop geeft zichzelf aan de
mensheid. Hij bezit nog wel zoveel re
delijkheid, dat hij niet onbaatzuchtig
wordt of zorgeloos. Onbaatzuchtig was
Franciscus van Assisi, die al het zijne
zonder meer weggaf. Bij hem sprak
een liefde tot de mensheid, die niet
geremd werd door enige redelijkheid.
Maar een strijder voor sociale ge
rechtigheid wordt allereerst gedreven
door zijn redelijkheid, beter nog, door
zijn ethische redelijkheid. Gevoels-
kwaliteiten zijn zeker aanwezig, maar
staan toch op de achtergrond.
Zo is het, mogelijk een onderscheid
te maken tussen mensen, die op aller
lei terreinen meer gedreven worden
door hun redelijk inzicht, of door hun
gevoel.
Hartstocht of egoïsme.
Wanneer wij afdalen van de hoge
waardegebied^, waar wij zoeven,
zonder dit nader aan te duiden, ver
toefd hebben, dan kunnen wij als
voorbeelden van de spanning tussen
ziel en geest b.,v. nemen drankzucht en
eerzucht. Deze beide eigenschappen
duiden een bepaalde richting aan, die
voor de persoonlijkheid karakteristiek
is. Maar in de eerzucht spreekt het
egoïsme en daarmee de tendens zich
zelf te bewaren wel heel sterk mee.
In heerszucht en verlangen om er
kend te worden vinden we hetzelfde.
Maar in de drankzucht en speelzucht
geeft een mens zich met zeer weinig
reserves aan z'n borrel of aan z'n gok-
kerij.
Of stel tegenover elkaar het vermo
gen tot liefde enerzijds, en de omzich
tigheid anderzijds. In het vermogen tot
liefde wordt uitgedrukt, dat iemand in
staat is zichzelf te geven, zodra er
liefde tot hem komt. En spreekt er in
woorden als omzichtigheid, waak
zaamheid, berekening, argwaan, wan
trouwen niet een voortdurend streven
op te passen voor zichzelf, om zich
zelf toch vooral niet bloot te stellen
aan mogelijke gevaren?
Of vergelijk eens, op een nog lager
niveau gekomen, het verlangen naar
de roes enerzijds en genotzucht ander
zijds. Kortom, U zult de spanning tus
sen ziel en geest, tussen voelen an wil
len bij honderden karakterologische
woorden kunnen opmerken. En nu de
slotvraag. Aan welke kant staat u, aan
de kant van de ziel of van de geest?
In de bossen en parken vertonen de bomen frisse, jong-groene blaadjes en
tussen Haarlem en Leiden liggen de bollenvelden in hun bonte kleurenpracht
Meer dan de gemiddelde temperatuur van de laatste weken doet dit ons beseffen
dat wij de zomer tegemoet gaan. Zo langzamerhand moeten de winterkleren plaats
maken voor de zomergarderobe. De schoenen, die onze voeten de gehele winter
door zo behagelijk warm hebben gehouden, worden nu té warm en ook te
zwaar. Een wandeling langs de schoenzaken waar het ene model schoen nog
leuker en luchtiger is dan het andere, doet ons de zware last aan de voeten extra
voelen. In de meeste gevallen volgt na zo'n wandeling een inspectie der financiën
en na enig wikken en wegen wordt dan besloten dat er tot aankoop van de vurig
begeerde zomerschoentjes maar moet worden overgegaan. Een tweede tocht
langs de schoenwinkels volgt en de etalages worden heel nauwkeurig bestu
deerd opdat de gemaakte keus achteraf niet verkeerd blijkt te zijn Deze foto
toont U enkele nieuwe zomermodellen, bestemd voor verschillende gelegenheden
Het paar links zijn wandelsandalen met Zuiderzeehak, die de voeten goed
omsluiten. Om de voorschoen is een kalfsrand aangebracht. Iets gekleder is het
suede schoentje op de voorgrond. De gesp op dit opengesneden modelletje is
slechts een fantasiesluiting. Beslist gekleed is het opengesneden model met hoge
hak, dat aan de voet wordt getoond. Doordat de insnijdingen doorlopen tot in
het voorblad lijkt de voet klein. De sandaal geheel rechts is uitsluitend uit
smalle biezen samengesteld, en is daarom een prettige dracht voor het strand
De zool is dun en de hak plat. De meeste zomerschoenen zijn in verscheidene
zünUtenberefkéa Z°dat C°mbinatie met de SaP°™en, aardige effecten
(Van onze parlementaire redacteur)
„ALS IK éénmaal met de korte bel bel, bel ik voor de minister" heeft
de voorzitter van de Tweede Kamer, dr. L. G. Kortenhorst, de leden
officieel laten weten. Dat is een gewichtige mededeling, want men moet
over het belceremonieel in ons parlement, onderdeel van de ordemaatrege
len, niet gering denken.
Die korte bel wordt slechts twee a drie seconden achter elkaar gebruikt.
Als de leden er dus éénmaal mee horen bellen, begrijpen zij, dat de
minister aan het woord komt; zij kunnen zich dan, wanneer zij zich in
het oude Kamergebouw bevinden, naar de Ridderzaal begeven, om de
regering aan te horen. En de leden, die in een van de vele vertrekken van
het grafelijke slot zelf verpozing.of werk gevonden hebben, kunnen
eveneens naar de grote vergaderzaal gaan.
Dat zijn dingen, die de dames en heren afgevaardigden precies moeten
weten. Zij moeten trouwens met nog veel meer op de hoogte zijn. Er is
een compleet bel-reglement oekend gemaakt.
Wanneer de_ president tweemaal met de korte bel belt, wordt de ver
gadering voor korte tijd geschorst. Als de volksvertegenwoordigers nu
maar niet in de war raken, want tot dusver belde dr. Kortenhorst voor een
korte schorsing drie maal met zijn korte bel. Drie maal bellen met de korte
bel betekent voortaan: de vergadering wordt hervat.
Als de korte bel ten slotte vier keer achtereen rinkelt, dan beduidt dit,
de dames en heren waar zij zich in de Ridderzaal, of in het oude
Kamergebouw ook bevinden dat de vergadering gesloten wordt of aan
het einde van de middag geschorst wordt tot des avonds.
De vroede heren zullen dit allemaal uit hun hoofd moeten leren. Zodra
zij deze regels er goed hebben ingeprent, kunnen zij aan les twee begin
nen, want er is ook nog een lange bel. Die lange bel wordt zo afgesteld,
dat zij ongeveer dertig seconden blijft doorbellen. Dat is aanzienlijk korter
dan tot nu toe, doch lang genoeg zo leert de voorzitter zijn discipelen
om geen misverstand met de korte bel te doen ontstaan.
Die lange bel wordt gebeld om aan te duiden, dat de vergadering begint,
of dat er 'n stemming wordt gehouden. In dat laatste geval zal de lange
bel de leden dus ijlings naar de vergaderzaal dóen snellen om hun pro of
contra uit te spreken.
Dr. Kortenhorst zal dit nieuwe belsysteem ongetwijfeld nauwkeurig toe
passen. Hij duldt van de heren commiezen-griffiers, die doorgaans de bel
bellen, geen bel-rebellie. Want daarover zou hij zich wel eens zeer gebelgd
kunnen tonen.
LIET WAS zulk mooi voorjaarsweer,
dat de jongens en meisjes in de
klas de grootste moeite hadden om te
luisteren naar mijnheer Atlas, de aard
rijkskundeleraar. En vooral Wim Hol-
lema kon zijn gedachten heel moeilijk
bij de les houden, want hij moest tel
kens denken aande aap, die zijn
broer uit Indonesië had meegebracht.
„Zeg, Hollema", klonk eensklaps de
scherpe stem van mijnheer Atlas, „ik
heb je niet gezegd, dat je een buur
praatje met je vriend Van Dam moest
gaan houden. Blijf aan je werk!"
„Ja, mijnheer", zei Wim gedwee en
werkelijk keek hij even in zijn boek,
maar er drong geen woord tot hem
door van alle wijsheid, die daarin be
schreven stond. Hij keek als bij toeval
naar het raam. In het kozijn was een
gestalte verschenen, waarin Wim tot
zijn onuitsprekelijke verbazing meester
Pisang, zijn aapje herkende!
„Kijk nou eens, Karei!" sprak hij
zacht en opgewonden tot zijn vriend.
„Kijk eens naar het raam!"
Vanzelfsprekend was ook Karei niet
weinig verwonderd het kleine, grappi
ge diertje daar te zien.
„Hoe is dat nou mogelijk?" stamelde
hij, „hoe komt dat beest hier?" Ja, dat
was een raadsel. Het diertje had die
geheimzinnige gave, die de mensen
„instinct" noemen, om zijn meester
over grote afstanden te kunnen opspo
ren. Diezelfde gave bezitten ook hon
den en katten en vooral de postduiven
zijn daardoor in staat om over een af
stand van honderden kilometers hun
huis terug te kunnen vinden. De aap
beschouwde het dus als de gewoonste
zaak van de wereld, dat hij, nadat hij
stilletjes het huis van de familie Holle-
ma verlaten had, rechtstreeks naar de
school was gegaan, waar Wim zijn ken
nis vergrootte. Tevergeefs hadden eni
ge mensen onderweg getracht om hem
te vangenhet schrandere dier was
hun telkens te slim af geweest. Met het
grootste gemak was hij tegen de
schoolmuur opgeklauterd en nu zat hij,
met knipperende oogjes, tevreden naar
zijn baasje te kijken, naar Wim, die
zich geen raad wist van de schrik over
de onverwachte verschijning van zijn
aapje.
„Stel je voor, dat hij de klas binnen
komt!" dacht Wim.
Nauwelijks had Wim dit gedacht of
wat hij gevreesd had, gebeurde. Met
een verbluffend snelle sprong wipte
meester Pisang van het kozijn af op
een bank en tegelijk kwam de hele
klas in opschudding.
„Een aap! Een aapschreeuw
den de jongens.
„O, jakkes een aap!" gilden de meis
jes en een paar sprongen zenuwachtig
op de zitting van hun bank, alsof zij
vreesden dat het onschuldige diertje
hen zou bijten.
„Nee, maar....!" riep mijnheer Atlas
en zijn bril gleed van opwinding naar
het topje van zijn neus. „Een aap! Dat
is vreselijk. Dat kan ik niet toestaan!
Jaag onmiddellijk de aap het raam
uit!"
„Ja ja!" riepen de jongens vrolijk,
blij om het verzetje. „Laten we hem
vangen! Allemaal tegelijk!" Het werd
een wilde ren door het klaslokaal. Al
len liepen door elkaar en meermalen
kwam meester Pisang in het nauw,
maar steeds wist hij zich op het laatste
ogenblik door een enorme sprong te
redden. Zo vlug konden de jongens
niet zijn, of Pisang was vlugger! Boe
ken, schriften en tassen vlogen naar
alle kanten en Wim stond doodsangsten
uit, dat een van die voorwerpen zijn
aapje zou raken. Hij zou het wel willen
uitschreeuwen, dat ze zijn diertje met
rust moesten laten, dat meester Pisang
niemand kwaad zou doen.
Steeds wilder werd de jacht en het
leek, alsof meester Pisang niet meer
zou kunnen ontsnappen. Juist was het
diertje in een hoek gedreven, toen in-
en slechte spijsvertering veroorzaken
hoofdpijn, misselijkheid, lusteloosheid,
gemelijkheid enz. Foster's zachtwer-
kende Maagpillen zijn het probate
laxeermiddel en dragen zorg voor een
volkomen normale ontlasting.
Verkrijgbaar bij apothekers en drogis
ten. Imp. H. ten Herkei, Hilversum.
eens de kreet door de klas klonk: „De
directeurDe directeurTer
stond was het rustig. Iedereen liet de
aap in de steek en staarde naar de di
recteur, die streng naar de wanorde
lijke bende vóór hem keek en vervol
gens de reden van al dat lawaai aan
mijnheer Atlas vroeg. Zo kort mogelijk
legde mijnheer Atlas het hem uit.
„Waar is die aap nu?" vroeg de di
recteur. Iedereen keek om zich heen,
naar boven, naar beneden, naar links
en naar rechtsmaar meester Pi
sang was spoorloos verdwenen!
„Misschien door het raamop
perde Wim, maar enkele jongens, die
daar de wacht hadden gehouden, spra
ken dit met klem tegen. Vlug liet de
directeur nu alle jongens en meisjes in
hun lessenaar zoeken, in hun tassen....
zelfs in de lessenaar van mijnheer At
lasmaar nergens was de aap te
vinden. Tamelijk verwonderd gingen
de leerlingen, toen de directeur ver
trokken was, weer aan het werk, maar
de aandacht? toch al niet groot, was nu
geheel verdwenen. Het was een op
luchting, toen de bel ging en zij de
school konden verlaten.
Wim en Karei bleven achter en ke
ken, als laatste, nog eens rond.
„Ik begrijp niet, waar Pisang zo in
eens gebleven kan zijn", zei Wim,
schouderophalend. „Zo zag je hem en
zo zag je hem niet".
Hij hield op, toen Karei chaterla-
chend zijn arm greep en naar de prul-
Iemand wees, in de hoek van het lo
kaal In de massa papieren was eens
klaps beweging gekomen en tussen al
lerlei witte vellen stak ineens het brui
ne kopje van meester Pisang omhoog,
die zich daar verborgen had! Zijn
grappige kraaloogjes glunderden en hjj
scheen te willen zeggen: „Hoe heb ik
dat opgeknapt? Heb ik ze eventjes al
lemaal te pakken genomen?-";,
DE RAADSELS
1. Met een g. doe ik mijn mond open,
met een j. ben ik een jongensnaam
en met een r. ben ik een soort
wortel.
2. Mijn eerste is een inwoner van
Europa, mijn tweede een lidwoord,
mijn derde is het tegengestelde van
donker. Mijn geheel is een natuur
verschijnsel. Wie weet het?
tqoiiaapTOO^i g
'deer 'deep 'deefj
'uaSurssojdo sq
Puzzle 136
Iets voor de cijferliefhebbers
Het kleinste getal bestaande uit en
kel énen, dat deelbaar was door 2071723
was het getal bestaande uit 17 enen en
de uitkomst was dan 5363222357.
Zeer veel correcte oplossingen kwa
men ditmaal binnen. Weten de puzze
laars dat men nog steeds zoekende is
of een getal bestaande uit 19 enen deel
baar is of niet?
Na loting onder de inzenders van een
goede oplossing is de wekelijkse prijs
a 5.— ditmaal ten deel gevallen aan
de heer D. Smit, Watertorenweg 14 te
Egmond aan Zee. Gefeliciteerd! Deze
prijs zal worden toegezonden.
En nu onze nieuwe opgave:
Puzzle 137
Tien moeilijke woorden
Hieronder vind men in alphabetische
volgorde vijftig lettergrepen waarvan
tien zelfstandige naamwoorden ge
vormd kunnen worden. Wij geven geen
omschrijvingen maar alleen de letter
grepen en vertellen verder dat er drie
woorden zijn van vier lettergrepen,
vier van vijf en drie van zes. De woor
den moeten in deze volgorde worden
ingezonden ook alphabetisch.
Lettergrepen. ar be beids ci co
dels dels der di druk e een ga han
han kan ke komst las len man men
ming na ne ni o on op or or pa pas
po re ring rij sa sa si sie spe tie tie
tie tie ting toor ver zwe.
Welke woorden zijn bedoeld?
Oplossingen (per briefkaart) tot en
met Donderdag 25 Mei aan de Redactie
van dit blad. (Er wordt weer een prijs
van 5.— verloot).
ONS RECHTSZAALTJE levert jaar
lijks boeiende stof genoeg voor een ro
man in zes delen met een voorwoord
en een aanhangsel. Het is, dat mij de
tijd ontbreekt, maar andersNou,
wie er aan begint zal in -t nvang „Ge
jaagd door de wind" en alle Noorse tri-
logiën en zelfs de rapportencyclus van
de parlementaire enquêtecommissie met
honderden pagina's slaan. Kilo's zwaar
der dan het complete geuzenvendel van
Jan de Hartog zou het worden en een
stuk erger wat grondigheid en bondig
heid van taal betreft.
We staan hier voor letterlijk niets.
Neem nou de sprietige vrouw met
dat muizensnoetje, die vanochtend in
haar blauwe balletjesjurk voor de Kadi
trad. Op het oog een mensje, dat leeft
bij koffie en pepermunt, dat ordente
lijk de kousen stopt en op tijd de ka
narie verschoont. Echt zo'n vrouwtje,
waarvoor de boekhandel adverteert:
„Geef moeder een boek op moederdag"
(om ze in de boekenweek met een taart
te verrassen, vermoedelijk). De moeder
lijkheid omstraalde haar als een zonne
cirkel van goedheid, maar dat was ge
zichtsbedrog. Hier stond een tijgerin.
De griffier, die de dagvaarding voor
droeg, hing er een wild schilderij van
op. Ze had twist gehad met een buur
vrouw (die in de getuigenbank zat als
een kleindochter van Kenau Simons
Hasselaar), ze had die rondborstige da
me met een emmer op het bolle hoofd
gemept („het dreunde door me kop as
een onweersslag", zei de getuige), ze
had haar slachtoffer voorts mondeling
en ten aanhore van de ganse straat in
gedeeld bij de gildezusters van wat het
oudste beroep der vrouwelijke kleine
zelfstandigen wordt geheten.
Toen was er, gewekt door krijsende
geluiden, een politieman nader gedren
teld, vragend of er soms wat aan de
hand was. Hetgeen de vrouw met het
muizengelaat, naar zij tot de Kadi zei-
de, op de stille zenuwen was geslagen.
Weshalve zij de diender had toegevoegd!
Loop door, gore luizenkoning.
Dat mag natuurlijk niet. Het is bo
vendien onrechtvaardig, want de Ne
derlandse agent van politie is doorgaans
een frisgewassen man in een helder
hemd. Ik heb nog nergens gelezen, dat
er een brigadier van politie ter ontlui-
zing in Elim werd gebracht. Al moeten
sommige nieuwbakken rechercheurs
die meer op stomme venters in dossiers
lijken hoognodig een stortbad ijswa-
ter op hun kop hebben alvorens op 'n
Haagse wenk uit de rijen der vaklui te
verdwijnen.
Maar zelfs die enkele sufferd mag een
stille-zenuwen-juf niet kronen tot „lui
zenkoning". De muizensnuit leerde het
vanochtend uit het lesje, dat de rechter
haar gaf. Er was geen vreemd woord
bij maar het ging er wel Spaans op uit.
En het schoolgeld bedroeg veertig, gul
den.
Mocht ze nóg eens zo'n uitbundige
last van de stille nerveusiteiten krij
gen dan gaat ze in 't kolenhok.
Ze werd er oleek en beverig van. En
tot de agent zei ze liefjes; Dag meneer.
Ik vond het een akelig mens. Maar die
balletjesjurk stond 'r wel aardig. Met
'n kopmouw en smokwerk in de borst-
pandjes. Echt leuk. KAREL.
Molyneux heeft een aantrekkelijk
plissé-rokje voor het jonge meisje ge
lanceerd. Slechts de pas is geheel
strak. De enige versiering van dit een
voudige jurkje wordt gevormd door de
witte manchetten en de kleine witte
kraag, waaronder een lint is geknoopt.