Trygve I
De Golfsfroom en de Dichter
Onrust aan de Oostenrijkse
Hongaarse grens
Op de Dam verrijst een stad
De C.VP. wi
Hermetische afsluiting door de Hongaren
Een fris bad voor Jumbo
Prikkeldraad en
landmijnen
Vijfhonderd jaar
Kalverstraat
Bij de verzamelde werken van A, Roland Holst
Besommingen l|muidfen
Tien punfen v
Grote Vier zoudei
enthousiast zij
Lening van 280 mil
aan Indonesië
Reeds vandaag sa
DINSDAG 6 JUNI 1950
(Van onze correspondent te Wenen)
De ongeveer 250 kilometer lange
grens, die het Oostenrijkse Burgerland
van Hongarije scheidt, was in de laat-
igpe maanden de onrustigste van de zes
Oostenrijkse grenzen. Het ministerie
van Binnenlandse Zaken in Wenen
maakte herhaaldelijk bekend, dat het
in dit gebied tot incidenten was ge
komen, waardoor het leven van Oosten
rijkse burgers in gevaar werd gebracht.
In de afgelopen week maakte Wenen
een nota bekend, waarin tegen het
schenden van de Oostenrijkse souverei-
niteitsrechten der Hongaarse grensbe
ambten werd geprotesteerd. De oorzaak
van deze verwikkeling, die geenszins
overeenstemt met de Oostenrijkse poli
tiek van goede verstandhouding met de
buurstaat, ligt in de hermetische af
sluiting, die de volksdemocratische
Hongaarse regering na haar consolida
tie heeft ingesteld.
De Volksrepubliek Hongarije heeft
zich van haar Oostenrijkse buurman
door een, in de onmiddellijke omgeving
van de grenslijn, lopende draadversper
ring en met aan mijnen verbonden,
laag over de grond gespannen draden,
afgescheiden. Hongarije wil op deze
manier waarschijnlijk de illegale grens
overgang van de bezittende klasse naar
het Westen verhinderen. Dat deze
draadversperring ondertussen ook lekken
heeft, kan zelfs de domste waarnemer
In Wenen constateren, wanneer hij een
gelegenheid bezoekt, die door Hon
gaarse emigranten bij voorkeur wordt
bezocht.
Aan de Oostenrijkse zijde hebben de
Hongaarse maatregelen tot een sterke
onrust onder de grensbevolking geleid.
Het Weense ministerie van Binnen
landse Zaken heeft er in de laatste
maanden steeds weer op gewezen, dat
de Hongaarse grensbeambten in hun
streven, het illegale grensverkeer tegen
te gaan, de Oostenrijkse souvereini-
teitsrechten overtreden. De mijnen
brengen, docr hun al te dichte nabij
heid, de Oostenrijkse boer, die zijn gras
maait, in groot gevaar. Zij kunnen de
jongen, die zijn grazende koeien uit het
bereik van de mijnen wil houden, letsel
toebrengen. Ten slotte kan ook opge
jaagd wild de voetganger in levensge
vaar brenge) wanneer het dier toeval
lig de draden raakt en daardoor een
mijn tot explosie brengt.
Met Pasen werden in Schattendorf
Oostenrijkse kerkgangers opgeschrikt
door schoten van de Hongaarse grens
wachten. Of de schoten als waarschu
wing golden of niet, kon niet worden
vastgesteld.
Het is daarom verstandig, wanneer
de jeugd aan de Oostenrijkse zijde pro
beert, de gevaren uit de weg te gaan.
Kinderen gooien met stenen naar de
laag gespannen draden en hebben het
grootste plezier wanneer er een mijn
explodeert. Zij vergeten daarbij meestal,
dat zij daardoor de grensbeambten in
verwarring brengen en gemakkelijk
een grensincident kunnen veroorzaken.
De Oostenrijkse instanties zijn al ge
ruime tijd bezig aan de bevoegde Hon
gaarse autoriteiten te verzoeken de
mijnen zo ver op Hongaars gebied te
leggen, dat geen Oostenrijker gevaar
kan lopen. Dit verzoek is tot nu toe
vergeefs geweest.
De Tsjechische grens.
In tegenstelling tot dit gebied is het
grensverkeer aan de Oostenrijkse Tsje
chische grens volkomen normaal. Voor
illegale Tsjechische grensgangers is
deze grens echter niet bijzonder aan
trekkelijk, aangezien aan de Oosten
rijkse kant de Russische bezettings
zone ligt. De Oostenrijkse veiligheids
diensten hebben van de Sowjet-Russen
de opdracht gekregen illegale grens
gangers aan hen voor ie leiden. Deze
worden dan zoals overigens ook in
het Hongaarse grensgebied aan een
degelijk onderzoek onderworpen. Voor
zover de Oostenrijkse instellingen heb
ben waargenomen, kunnen Joden en
Volksduitsers na het noteren van hun
personalia in het algemeen rekenen op
onmiddellijke vrijlating.
De ongeregeldheden aan de Oosten
rijksJoego-Slavische grens behoren
sedert kort tot het verleden. Ook aan
de andere grenzen komen, buiten het
„normale" smokkelen, geen bijzondere
gebeurtenissen meer voor. Door het
verlenen van geallieerde reisvergun
ningen in de westelijke zones van Oos
tenrijk en de mogelijkheid in het
kleine grensverkeer familieleden aan
de andere kant van de grens te spreken
is ook het grensverkeer tussen Oosten
rijk en Duitsland weer normaal. Tenge
volge hiervan verwachten de Oosten
rijkers een vermindering van het ille
gale overschrijden van de grens.
Honderdduizenden in en buiten Nederland hebben het afgelopen week-end
verkoeling aan l\et water gezocht. Stampvolle treinen brachten de mensen
naar zee, naar de meren en naar de plaatsen die een natuurbad rijk zijn.
Gelukkig waren ook mensen, die zich het lot van de dieren aantrokken,
zoals de man op deze foto. Hij deed het wel beroepshalve (want hij is op
passer in een dierentuin)maar dat deed voor Jumbo niets af van het genot
van het frisse bad.
yjANNEER ER IN DE WERELD twee
beroemde straten zijndan is de Kal
verstraat in Amsterdam er ongetwijfeld
één van en laten we zeggen de Forty-
Second Street in New York de andere.
Het it dan ook niet voor niets, dat het
500-jarig bestaan van de Kalverstraat
met een éclatant feest zal worden ge
vierd en wel van li Juni tot 13 Juli a.s.
Eigenlijk klinkt dat woord feest een
weinig banaal, want feestneuzen, hoed
jes en toeters zullen er niet aan te pas
komen. Neen, de organisatoren van
deze vijf eeuwen Kalverstraat-herden-
king hebben Nederlandse kunstenaars
aan het werk gezet, teneinde plannen
te ontwerpen, die in overeenstemming
zijn met de waardigheid van de Kal
verstraat.
Op de Dam zal een stad in de 17e
eeuwse trant verrijzen, die „Damstadt"
is gedoopt. Aan deze stad zal niets
ontbreken. Er komen stadswallen, een
raadhuis, waar men ook kan trouwen,
een poortgebouw met torens, een ta
veerne, kortom in deze lilliputstad, die
toch piet voor lilliputters wordt ge-
LETTERKUNDIGE
VERSCHIJNINGEN
Kerken in Apeldoorn houden
een Zaaiweek
In Apeldoorn wordt deze week een
„zaaiweek" gehouden. Deze gaat uit van
zeven kerkgenootschappen, te weten de
herv. kerk, geref. kerk, de chr. geref.
kerk, de vrije evang. gemeente, het
Leger des Heils, de evang. luth. kerk en
de Bapt. gemeente. De bedoeling is, het
evangelie uit te dragen onder hen, die
van de kerk zijn vervreemd. Duizend
vrijwilligers doen huisbezoek, er wor
den samenkomsten gehouden en verder
zijn alle middelen der moderne propa-
gandatechniek ingeschakeld. Zaterdag
zal een massaal jeugdappèl worden ge
houden, was* prinses Wilhelmina een
woord tot de Apeldoornse jeugd zal
richten.
WATELER-VREDESPRIJS
TOEGEKEND
De Carnegoestichting in Den Haag
heeft de Wateler-vredesprijs voor 1948
toegekend aan de Wereldraad der Ker
ken te Genève. Deze organisatie bevor
dert door nauwer contact tussen de
kerken het vredeswerk. De Academie
voor Internationaal Recht in Den Haag
kreeg de prijs voor 1949 om haar werk
zaamheid op de grondslag van de inter
nationale samenwerking in het belang
van de ontwikkeling van het inter
nationale recht.
„VOLKSDUITSERS" UIT POLEN
ARRIVEREN IN WEST-DU1TSLAND
Een groep van 510 „Volksduilsers" uit
de door Polen be tuurde gebieden ten
Oosten van de OderlNeiselinie arri
veerde Maandag in West-Duitsland.
Men verwacht de komende dagen nog
meer „Volksduitsers". Zij maken deel
uit van een totaal-aantal van 25.000 uit
gewezenen, die krachtens een overeen
komst tussen Polen en de drie Weste
lijke bezettingsmogendheden in Wesi-
Duitsland zullen worden toegelaten.
De regering-Ho Tsji Hinh heett
alle Vietnamezen tussen 16 en 55 jaar
gemobiliseerd voor de oorlog tegen de
Eran "ti.
A. Roland Holst: Verzamelde
W erken. Vier delen, I en II
Verzamelde Gedichten III en IV
Verzameld Proza. Uitgave C. A.
J. van Dishoeck Bussum, A. A.
M, Stols, 's-Gravenhage.
gLECHTS de grote dankbaarheid,
welke de omgang met het werk
van A. Roland Holst ons schonk, is in
staat, de aarzeling te overwinnen om
over dat werk te schrijven. Per slot
van rekening dicht een dichter niet,
hoewel hij hetzelfde in zakelijke proza
zou kunnen zeggen, maar omdat hij
slechts precies zo en niet anders dan
hij het in zjjn gedichten doet, uiting
kan geven aan zijn wezen. Het is dus
niet wel doenlijk om in gewone en wat
men dan zo noemt „verstaanbare" taal
over dat wezen te schrijven, zonder
dat men voortdurend geplaagd wordt
door het gevoel, niet veel minder dan
heiligschennis te plegen, of in elk ge
val een heel stuk bezijden de dichter
lijke waarheid welke in dit geval
de enige waarheid is te blijven.
Toch moet het ondernomen worden,
omdat het nodig is, omdat het meer
dan broodnodig is, aandacht te vra
gen voor iemand, die ons, slachtoffers
van een noodlottige ontwikkeling der
tijden, zuchtende onder „het Schrik
bewind van Uur en Feit", wijst op het
buiten-tijdelijke en buitenwereldse. Het
is de roeping van alle dichters, en in
het algemeen van alle kunstenaars, om
dat te doen, maar zelden geschiedt dat
zo duidelijk, zo vooropgezet zelfs, als
door Roland Holst. De verschijning
zijner verzamelde werken, aangevan
gen ter gelegenheid van zijn zestigste
verjaardag in 1948, en sedert enige
tijd voltooid, vormt dan voorts aanlei
ding genoeg om er een beschouwing
aan te wijden. We geloven, dat de uit
gevers Stols Van Dishoeck een
uiterst belangrijke daad op cultureel
gebied wellicht de belangrijkste in
vele jaren hebben gesteld door deze
vier delen, twee de gedichten, twee het
proza van Holst bevattende, als één
geheel het licht te doen zien. Het is
namelijk zo, dat men het „proza"
(dat overigens niet anders dan gebo
ren wordende poëzie is) en de gedich
ten in onverbrekelijk verband nodig
heeft om tot het wezen van deze dich
ter door te dringen.
Over het algemeen
wordt Holst een
„moeilijk" dichter ge
vonden, en bijna al
zijn commentators
spreken van de nood
zakelijkheid, een
„sleutel" tot zijn
dichtkunst te bezitten
indien men er het
essentiële in wil speu
ren. Maar als men die
sleutel heeft, is Holst
helemaal niet moeilijk
meer, verzekeren
sommigen. Welnu,
men kan die sleutel
dan in zijn proza gaan
zoeken. Hij verklaart
er, nu en dan, iets in
van de symbolen-taal
zijner gedichten en
van zijn visie op de
gebeurtenissen, op de
mensen hun wezen
en streven en vooral
van de zielservarin
gen, die hem tot het
schrijven van zijn ge
dichten noopten. Maar
daar Roland Holst
bovenal een roman
tische mysticus is, cn
een die welbewust de
eenzaamheid zoekt,
zal het oog dan nog
menigeen niet zo ge
makkelijk vallen, die
sleutel te vinden en
zal wellicht niemand
daar geheel in slagen.
Vele van zijn gedichten zijn voor meer
dan een „uitleg" vatbaar. Maar wat
daar verder van zij, het zoeken naai
de sleutel, het „passen' van wat men
gevonden denkt tc hebben, vormen een
zo verrukkend ziels-avontuur, dat men
niet meer begeren kan.
J^oland Holst is een dichter van
heimwee en daar dit een zeer men
selijk gevoel is, en temeer verbreid
naarmate de mens zich in zijn tegen
woordige staat onbehaaglijker gevoelt,
moet hij toch wel tot veel meer dan
enkelen spreken. Heimwee is het ver
langen naar een voortijd en in dit ge
val naar een voortijd waarvande
mensheid al duizenden jaren afge
dwaald is. In „Verzen", zijn eerste pu
blicatie, van 1911, is dit heimwee al
vaag in een mclodieuse liefdeslyriek
hoorbaar, in het verlangen naar...
„het land waar droomen daden zijn
en liefde waarheid's eenig
kind
en in het vaag hopen op en tege
lijk beseffen der onmogelijkheid van
een wonder, zoals in het „Sneeuw
liedje" waar het de dichter is of in
de sneeuw die de wereld immers mil
der en verdroomder maakt
tijd als een dwaze klacht
verstilt en mij in mijm'ring laat.
't Is of een wonder komen kan
gewoon, als in een mijmering:
als 't naadren van een ouden man
met een lachend kind door de
schemering
Na „Verzen" komt de machtige im
puls. De dichter gaat in Oxford stu
deren en komt als door een toeval
nimmer was het woord onjuister dan
hier in aanraking met wat aan zijn
heimwee gestalte geven zal. „Op een
verloren middag", zo vertelde hij in
een in 1941 gehouden lezing over
„Eigen Achtergronden" (Verz. Wer
ken IV), als inleiding tot voorlezing
uit zijn werk, kwam hij de vertaling
tegen van een Keltische sage. „Die
bladzijden lezende werd het mij letter
lijk of oude herinneringen in mij ont
waakten, en een mij toen verder ver
diepen in de Keltische mythologie be
vestigde dit tot een gevoel van ein
delijk mijn thuisweg te hebben gevon
den."
A. Roland Holst, naar een in opdracht van de
regering gemaakt schilderij van A. C. Willink
Van dat ogenblik af bleef zijn hart
voortdurend onderhevig aan de voor-
persoonlijke zielskracht, zoals hij het
uitdrukte. De Keltische mythologie
werd voor hem de vertolkster ook van
de grote ondergangen waaraan de
mensheid steeds onderhevig is. Daar
van getuigde hij in de nadichting van
de sage „Deirdre en de Zonen van Us-
nach", een meeslepend stuk proza, al
had Querido er in een lange beschou
wing in het tijdschrift „Nu" (jaargang
1929) veel op aan te merken, omdat
Holst het meedogenloos woeste en
wrede einde van de legende „verwer
kelijkt". Nu, later werk van Holst 1»
dan wel een revanche op dat verwijt
geweest.
£)e Kelten stonden veel dichter bij de
oerkracht der natuur, bij de oor
sprong der schepping, bij God dus,
dan de mensheid van thans. Daar de
dichter zijn heimwee op die oerkracht
richtte, was hij bij uitstek ontvanke
lijk voor hun natuur-symbolen en men
speurt bij hem telkens het besef een
Keltische re-incarnatie te zijn, die te
rug verlangt naar zijn oorspronkelijke
staat en wien het steeds benauwder
wordt in dit stikvolle land, dat bezig
is, één stad te worden, en zich voort
durend verder vervreemdt van de na
tuur, dus van de schoonheid. In „De
Afspraak" (Verz. Werken III) onthult
de dichter hoe een in zijn jeugd ge
ziene gestalte, die wel niet anders kan
zijn dan zijn voorwereldse, zijn ande
re ik, hem komt dringen naar de enige
plek waar de natuur zich nog zuiver
kan tonen bij de zee. De zee waar
ook de Keltische mythologie vol van
is, maar die aan het lage Hollandse
strand nog bereikbaarder is dan aan
de rotsige „laatste kusten" der wereld.
Er één natuur-macht, die beslissend
is geweest voor het werk van de dich
ter. Zonder Golfstroom geen Roland
Holst. Deze geheimzinnige zeestroming
immers is de schepster van het West-
Europese klimaat, met zijn winden,
zijn nevels, zijn wolkenformaties, zijn
wilde zonsondergangen. En dit wor
den de elementen voor Hoists symbo
liek, zij het niet de enige. Spiegel en
kristal bijv. spelen ook een zeer be
langrijke rol. Hij is, om het platweg
te zeggen, verzot op de wind, die hem
wel de geheimzinnige bode schijnt van
het voorwereldse gebied, van de „ge
heime zee" (de ziel) en die wind waait
hem alles aan, nacht, en „oud licht"
en zo heel veel meer waar zijn verzen
van doorwaaid zijn. Querido alweer,
die de draak stak met de „woei-
waaierigheid" van Holst, heeft dit niet
begrepen en Holst heeft zich gewroken
door het nog, en steeds meer, te laten
waaien in zijn verzen. De Golfstroom
schiep het beeld van „De Wilde Kim"
(Verz. W. II), die reeks onheilszware
verzen:
„Ik denk aan al wat heerschte
en ziende blind
wei-velend her, der, werd
uiteengedwereld:
de woestheid en de moeheid
dezer wereld,
aan eeuwen, aan den wind
De spankracht der woorden van
de dichter worden groter, naarmate
hij ze schaarser gebruikt. Het is ver
bazingwekkend, wat Holst met een
bewust uiterst klein gehouden woor
denschat, welke even bewust een mo
notonie opwekt, weet te bereiken, en
hoe hij lang versleten gemeenplaatsen
in een nieuw leven zet. Hij moet be
seft hebben, dat wie de laatste dingen
zeggen wil, dit alleen kan doen met
het merg, met het zenuwstelsel van
de taal, die voor zijn tasten daar im
mers het gevoeligst is.
Men kan allerlei commentaar op die
verzen zoeken in Se verzameling op
stellen „Uit Zelfbehoud", welke titel
men in zijn oorspronkelijke letterlijk
heid moet opvatten: behoud van het
zelf, het wezen, de zielskracht dus.
Deze wordt bedreigd door de energie,
welke machinaal is en in de stad op
eengehoopt.
„„Een Winter aan Zee" doet zich voor
als een, soms tot mompelen verstilde,
weeklacht om de geliefde, die naai
de stad is gevlucht. De strofen zijn vol
zelfverwijt, vol heimweeen vol
angst.
„Haat maakt haar dor, afschuw
eenzaam, en wat dan haten
rest in die stad van nu
een, door wier lach en louter
aanschrijden eens de maten
overliepen en brand
uitsloeg? De wereld, ouder
wordend, drong haar aan kant".
Hier komen we het vele malen in
het werk van Holst voorkomende beeld
tegen van Helena van Troje, door wier
schoonheid de oude Grieken tot een
woesten en verdelgende oorlog wer
den gebracht.
Zodra de wereld aan de schoonheid
verraad pleegt, keert zij zich tegen £!5
wereld, en het komt den dichter zelfs
voor, dat de verraden schoonheid ten
slotte gevlucht is in het oorlogstuig,
waarmee de mensen elkaar vernieti
gen zullen. In elk geval in de machine.
Holst heeft (o.a. in „Eigen Achter
gronden") zeer diepe dingen gezegd
over het gevaar van de machine en er
op gewezen, dat zij, volgens het taal
gebruik, „bediend" wordt, hetgeen
dus verraadt wat de mens zich niet
bekennen durft n.l., dat niet de ma
chine hem, maar hij der machine on
derdanig is, en aan haar zijn ziel ver
liest.
En wanneer dan de oorlog er is, en
Hoists visioenen van ondergang wer
kelijkheid gaan worden, komt nog
eens het symbool van Helena. Maar nu
is het voor de dichter zulk een ob
sessie geworden, dat hij in zijn hui
veringwekkend gedicht „Heiena's In
keer" getuigt, dat zijn dichtvermogen
er „traag, moeizaam woord voor dood-
zwaar woord", onder bezweek.
Deze dichter, die zijn profetische
visioenen met angstwekkende prompt
heid verwerkelijkt zag, besloot in 1945
een „In Memoriam President Roosë-
velt" met:
en God weet of de Dood
hem niet de smart
en weedom van een derde
noodweer spaarde."
bouwd, zal het gouden tijdperk i,|
volle glorie herleven.
Een maandlang zal een burgemeestej
met zijn poorters in deze stad de scep.l
tei zwaaien. Tot zijn onderdanen 2uhl
len wereldvermaarde handwerkkuiij
stenaars behoren, die daar ten aai'.t
schouwe van het publiek hun vak zul.l
len uitoefenen. In dit stadje zal meJ
aldus kunnen zien hoe het leven in n,l
zeventiende eeuw zich afspeelde, potP
tenbakkers, kantklossers, glasblazer.!
edelsmeden, klompenmakers, weveij
en anderen zullen hun oude bedrij||
uitoefenen.
Jan Klaassen op bezoek, I
jyjAAR EEN VOLK LEEFT nieta]
om te werken. Het wenst ook broojl
en spelen en wat het laatste betrek I
zal het ook in Damstadt niet aan fcfitJ
lore en kleurrijke openluchtspel^ I
ontbreken. Zo zal Maria de Medici, d.,1
in 1638 een bezoek aan Amsterdam!
bracht, herleven en Damstadt meJ
haar tegenwoordigheid vereren, e:J
ander spel is overgelaten aan de fap.l
tasie, waarbij men zich afvraagt: Wa||
zou Jan Klaassen doen, indien hij zicJ
eens ging bemoeien met het dage
leven van Amsterdam? Kees Brussil
zal Jan Klaassen vertolken, terwij!I
Hetty Blok als Katrijn aan zijn zijdi|
zal staan.
Damstadt heeft dit met de modeiml
tijd gemeen, dat er iedere Vrijdag.!
avond een nieuw programma zal kc-|
men, terwijl er dagelijks zes voorstal!
lingen worden gegeven, namelijk tweil
's morgens, twee 's middags en twej
des avonds.
Het overbekende beeld van Naatjil
van de Dam zal zijn plaats op
Damplein herkrijgen en door midddl
van de geluidstechniek de bevolkinl
kunnen toespreken. Maar ook zal
in levende lijve door Amsterdam trekl
ken. De burgerij zal haar kunnen toe-l
juichen, wanneer zij, gezeten op eeij
wagen, die wordt voortgetrokken doorfej
acht brouwerijpaarden, de stad 7d|
doorkruisen.
Vanzelfsprekend wordt de KalveiJ
straat zelf in een feestgewaad gi
ken, een historisch kleed, waarin mtil
vijf perioden, gelegen tussen de jarei|
1450 en 1950, zal kunnen ontdtekken.
Met dit al zijn we nog lang niet aal
het eind van het programma, dat vooT
deze herdenking is samengesteld, maal
het geeft een beeld van de stijlvollil
wijze, waarop men zich de vierinj|
heeft gedacht.
\5^IE NU HET Damplein passeert, zielï
dat de eerste voorbereidselen reeè|
zijn getroffen. Temidden van steil
en half gebouwde oud-Hollandse kuis-I
jes staat nog steeds de man, die zijil
dagelijks brood verdient met het maf
ken van krijt-landschappen en de popi
penkast speelt nog lustig door. Zij zuil
len echter noodgedwongen een maar.:!
met vacantie moeten gaan. Een vacar.f
tb- echter, die hun geen nadeel zal bal
rokkenen, want een schadeloossteUinjI
is hen in het vooruitzicht gesteld.
Zo is iedereen gelukkig en men will
ook niet anders dan dat gedurende dt|
feestmaand iedereen in Damstadt
lukkig zal- zijn, bovenal het Kanker-I
fonds, dat, wanneer alles voor de v.'inil
gaat waaraan overigens nieman(|
twijfelt er wel bij zal varen.
Qe dichter Nijhoff heeft in zijn bij
drage aan de bundel „Over den
dichter A. Roland Holst" ter ere van
diens zestigste verjaardag verschenen
bij de Bezige Bij en waaraan „zijn
oude tante" Henriëtte Roland Holst
ook een zeer bewonderend artikel bij
droeg, o.a. gezegd, dat in Roland Holst
Stad en Mens in een nooit uitgevoch
ten strijd zijn gewikkeld.
Daarvan getuigt heel zijn werk en
vooral, wat zjjn schoonste schepping
is, de cyclus „Een Winter aan Zee".
\\fij hebben, slechts enkele facetten
van deze dichter belichtende, hem
misschien wat tè veel in de actualiteit
geplaatst, die per slot toch het minst
wezenlijke is. Dat is het lot van de
krant, die dan ook door Roland Holst
als één der ergste schuldigen aan de
noodlottige ontwikkeling der dingen
wordt beschouwd en gegeseld in
woorden waartegen elk verweer weg
valt. Met ethische praatjes moet men
zeker niet bij hem aankomen en wie,
die in het stukje ziel, dat hem restte
met de dichter instemt, zou dat ook
kunnen?
Maar nog één ding-. Holst heeft en
kele malen onzegbaar schoon over kin
deren gedicht. En met de zachte drup
pelen balsem, welke zulk een vers in
het geteisterde hart stort, willen we
dit al te vluchtige opstel eindigen.
(Van een Kind I uit De Wilde Kim).
Zoolang ik maar met hem speelde
bleef mijn heimwee wel vervuld
„in zijn wiegekleine weelde,
want hij lachte mij vrij van schuld
vlakbij uit het eeuwige leven
geljfk ook het water lacht:
eerder dan de wereld, even
klinkklaar en vanzelve en zacht,
enkel gelijk water zijnde.
O, het lachen van het kind
voor de wereld en na haar einde,
van een kleinen blinkenden wind
vertelt het, die eens uitgezonden
zal worden over trots en pijn,
totdat Babyion en Londen
vergeven en vergeten zijn.
WITSEN ELI AS.
„Pardon", zei de Amerikaanse mi
nister van Buitenlandse Zaken,
Dean Acheson, en hij legde zij»
hand achter de oorschelp, toen hij
een vraag van één der leden van
het Congres niet goed verstond. Bh
gebeurde tijdens een zitting van
het Congres, waar Dean Acheson
verslag uitbracht van zijn bezoek
aan Parijs en Londen.
De besommingen van Maandag zijn:|
trawlers: IJm. 57 f 15900; IJm.
f 12900. Loggers: IJm 53 f 1175; K»|
107 f 1540 39 f 2250; 48 f 3060;
f 2320; 147 f 2410; 9 f 1560; 162 f 1930;|
155 f 1770; 159 f 4410; 37 f 2820; I""
f 2860; IJm. 23 f 1135; 228 f 990;
f 530; Kw. 27 f970 77 f 1310; 210 f 119»;I
53 f 1340. Prijzen per kilo: heilbot 1.5' I
1.12; gr. tong 2.452.15; gr. mid. ton? I
2.302.kl. mid. tong 2.301.85; ton? I
I 1.20—1.—; tong 0.97—0.84; tarbot J
1.280.90. Prijzen per vijftig kilo: tar-1
bot II 5452; tarbot III 43; tarbot I>
4222; tongschar 7643; gr. schol 53--
40; mid. schol 57—39; kl. mid. schol 6'
40; schol I 4027; schol II 2(M;
schar 1510; haring 248; makreel
14; gr. schelvis 3227; gr. mid. schel-
vis 3531; kl mid. schelvis 37—'h-
schelvis I 3324, schelvis II 26—20,
wijting 228; haai 19—6; kl. wolf 33-
31; poon 108; kl. rode poon I
Prijs per 125 kilo: gr. kabeljauw 1-
—64.
BLOKKER, 5 Juni. - Aardappelen: Schots^
gewoon, 30—32. kriel 25-27 en driclinSc0
-30; postelein 5 -7; rabarber' 10-12; sla
3,50; bloemkool 16—29; perziken 8-36; 6
sla 2—7.
BUREAU
ADMINISTRATIE
Voordam 9, Tel. 3320
Postgiro 187294
REDACTIE
\chterd-»m 20, Tel. 2274
Directie:
J. BIJLSMA en C. KRAK
Hoofdredacteur;
A KAPTEIN
Thans is bekend geworden, w
ve Lte kortelings tijdens zijn r
de voornaamste hoofdsteden de
met de staatslieden der grote
heden heeft besproken. De se
generaal der V.N. heeft n.l. aar
den der Verenigde Naties een m
dum gezonden, waarin hij een
van tien punten ontwikkelt, da
sis moet vormen voor een vr
van twintig jaar. Dit zal waars
in zijn geheel op de agenda x
eerstvolgende bijeenkomst van
gemene Vergadering worden g
Lie overweegt zelfs, de kwesti
In de Veiligheidsraad aan de
stellen.
Het programma is nagenoeg 1
als dat, wat Lie kortelings aai
feringen van Amerika, E
rankrijk en Rusland heeft voc
Het luidt aldus:
1 Periodieke of speciale bij
aten van de Veiligheidsraad,
ook de ministers van buitenlai
ken der grote mogendheden teg
dig zijn;
2. nieuwe bijeenkomsten van
missie voor atoomenergie;
3. nieuwe bijeenkomsten van
missie voor conventionele wjipe
4. een poging om de militai
commissie weer bijeen te doen
5. toelating van alle 14 cai
voor het lidmaatschap der V.N
degenen, die door het Westen
door Rusland zijn voorgedragen
6. meer steun voor het progr
hulp aan onvoldoende ontwikk
bieden;
7. steun voor de gespecia
bureaux als de wereldgezondhe
nisatie en de FAO;
Blijkens een ingediend wetsc
zal aan de Republiek der V.S
geldlening worden verstrekt v
millioen gulden teneinde de V
staat te stellen in Nederland I
gen te doen. De looptijd van h
diet is bepaald op 11'/: jaar, ti
nen van 1 Juli 1951 af. De rente
berekend op 3,5 procent per j;
minister van Financiën is b
voorwaarden te stellen wat bet
aflossing en de rente.
Voornaamste punt: keu
een formateur
Overeenkomstig de parlem
traditie heeft de regering-Eyskf
termiddag bij monde van haar
aan de Prins-Regent haar
aangeboden. Dit is aanvaard,
aan de aftredende regering is v<
de lopende zaken af te handel
tussen is Prins Karei met de
kelijke raadplegingen begonne:
heeft gistermiddag nog de voo
van Kamer en Senaat ontvangei
later bekend werd, is er in ho<
gesproken over de persoon van
binetsformateur. Als zodanig
nl. genoemd Gaston Eyskens en
Duvieusart, die minister van
mische zaken in de afgetreden
ring is
Over de regeringsformule
geen verschil van mening met
contactcommissie van de CVP
termiddag bijeen geweest en bli
er over eens te zijn, dat er tha
homogeen-katholieke regering
komen. Gistermiddag werd vei
dat deze reeds heden aan de
Regent zou kunnen worden
steld.
Deze regering zal pas voor Ka
Senaat kunnen verschijnen, na,
provinciale en de gecoöpteerde
ren zijn gekozen. Dit zal pas
Juni het geval zijn Dan zal i
dellijk de wet op het reger
worden opgeheven, zodat de koi
de gelegenheid is, naar Belgie t
keren. Daarna zou worden ge
een twee- of drie-partijenreger
vormen van katholieken met s
ten en liberalen Of deze partiji
len willen meedoen, achten p<
Weerberichi
Verwachting tot Donderdagav
Droog en overwegend zonnig i
met aan de kust 's middags
koele zeewind en in het binnen
veinig wind. Voornamelijk in
Noorden van het land iets mi:
warm.
OONDERDAG: Zon op 4.21,
der 20.57; Maan op 1.32. o
13.27.