Als honden eens konden spreken Hr. Ms. I verschoningen Onvoliooide symphonie Ben Stroman over Rotterdamse burgers en boefjes conce Rode in Mandsj L Er zijn geen slechie honden; er zijn alleen maar slechie eigenaars Vele fabeltjes en veel wanbegrip Onze Schaakrubriek Drie en twintig doden bij ongeluk in Frankrijk Voor hul| Britse regerin votum van L DINSDAG 4 JULI 1950 op EEN ZEKERE DAG, nu ongeveer 80 eeuwen geleden, sloop er een wolfachtig dier uit de bossen in de richting van een ruwe hut en vestigde door te blaffen de aandacht van een verbaasde Neolithische familie op zich. Alleen geholpen door een vrolijk kwispelende staart en twee zielvolle ogen maakte het dier duidelijk wat de bedoeling was van zijn blaffen: hij wilde naar binnen. Het onderhoud eindigde waarschijnlijk met het historische gebaar een uitgestrekte poot naar de Neolithische huisvrouw. Na een poosje kwam de hond weer naar buiten, nu de boezemvriend van de mens. Geen ander dier kan op zo'n staat van dienst terug zien als de hond, Meer dan 8000 jaar heeft hij de mens liefde en troost geschonken, heeft hij voor hem gewerkt en hem bezig ge houden: hij heeft zijn huis, zijn kinde ren en zijn veestapel beschermd. En geen enkel dier heeft zoveel variëtei ten van het oude stamdier als de hond. De 20 millioen honden in de Ver. Staten behoren tot 11 door de Amerikan Kennelclub erkende ras sen. En daarnaast is er nog een on telbaar aantal halfbloeds, die alleen door eigenaars erkend worden. Daarom is het ook verrassend van dierenartsen, fokkers en dresseurs te |ioren, dat niettegentaande de hond buitengewoon populair is, de eigenaars hun dieren vaak mishandelen of er slecht voor zorgen. Nog altijd leven er verkeerde begrip pen over het trouwe huisdier. Francis en Katherine Drake, twee Amerikanen, hebben hier een studie van gemaakt. Hun conclusies troffen wij aan in de „Reader's Digest". De Schoolmeester heeft eens in een gedicht gezegd, dat „als de neus van een hond nat en fris is, het dier zo gezond als een vis is". Maar dit is ge bleken een sprookje te zijn. Er zijn honden die met een natte frisse neus op sterven liggen en anderen, die met een warme, droge voorgevel zo „ge zond als een vis" zijn. De enige ma nier om de conditie van een hond te onderzoeken, is zijn lichaamstempera tuur te bepalen (De normale tempe ratuur van een volwassen hond ligt tusen de 100,5 en de 102 graden) Honderden honden sterven door een onverantwoordelijke medische behan deling. Breng daarom als de tempera tuur van uw hond boven de 103 gra den ligt, het dier dan naar een dieren arts. SLECHTE EIGENAARS „MEN" zegt, dat de hond vals gebo ren wordt. Maar een nauwkeurige studie van alle soorten „gevaarlijke' honden heeft bewezen, dat er van na ture geen valse hond bestaat. Deze eigenschap krijgen zij omdat ze mis handeld worden. Clarence E. Harbison, die in Amerika bekend staat als de dres seur van z.g. moeilijke honden, heeft eens aldus de mening van alle vakmen sen weergegeven: „Er zijn geen slech te honden, er zijn alleen maar slechte eigenaars". De dieren worden gemeen, wanneer zij gestraft worden om rede nen, die ze niet begrijpen. Honden zouden voorts werkelijk de bevelen van hun baas begrijpen. Maar voordat dit het geval is, moet het ge vraagde voorgedaan worden. De Drake's geven enkele tips van erkende hondentrainers. Dresseer nooit met een tuig, maar altijd met een riem en halsband, voor grote af standen kan de riem met een touw verlengd worden. Laat slechts één per soon de training leiden. Maak de les sen kort tien minuten achter elkaar is genoeg Hou ze geregeld en altijd vóórdat de hond eet. Geef steeds de zelfde orders met dezelfde woorden en met dezelfe gebaren. Wacht altijd tot de hond het bevel heeft uitgevoerd. En ten slotte: hoe geduldiger de eige naar, hoe eerder resultaten. Toen de schrijvers van het artikel 'aan een deskundige vroegen of het waar was, dat het vuilnisbakkenras gezonder is dan volbloeds, zei deze: „Als groep zijn telgen van het vuil nisbakkenras net zo gezond als vol bloeds en in geen geval gezonder. En verder zijn ze net zo verstandig". De mening van Ariton Rost, president van het National Canine Research Founda tion in Amerika, luidt echter, dat vol bloeds niet alleen pieterder zijn dan bastaarden, maar ook knapper en ge makkelijker te dresseren. Ook is ge bleken, dat de stadshond gemiddeld 3 jaar langer leeft dan zijn neef op het platteland en dat de eerste beter ver zorgd, beter gedresseerd en zorgvul dig gevoed is. NIET TE DOM OM TE LEREN VERSCHEIDENE kennelijk onge duldige eigenaars hebben het sprookje de wereld ingezonden, als zou den sommige honden te dom om te leren zijn. Maar elke hond, mits zijn eigenaar geduld heeft, is in staat al de gewone onderdelen van een beleefd ge drag te leren. Om een hond te leren bij Uw hak te blijven, moet U een dres- seer-halsband kopen. Hierbij is 'n ket ting te preferen. Oefen nu met het dier tien minuten per dag. En elke keer als hij weg wil lopen, trek dan flink aan de riem. Binneiijtwee weken zal Soldaten op weg naar huis Kota Inten, passeerde gisteren Burlings. Sibajak, passeerde gisteren Gi braltar; General VV. C. Langfitt, arriveer de gisteren te Port Said. hij beleefd aan een slap riempje vol gen. De jonge hond, die de eigenaardige begroetingsgewoonte heeft, tegen U op te springen, kan op een heel kor te manier naar zijn plaats verwezen worden wanneer de eigenaar hem op zijn achterpoot trapt, juist als het dier wil springen. Ook kunt u de hond ach terover buigen, zodat hij moet vallen. Volgens Blanch Saunders, een van de best gehoorzaamde hondendresseurs, kan al te overdreven blaffen soms af geleerd worden door met de ene hand de bek van de zondaar dicht te klem men en met de andere zijn halsband vast te houden, dan flink te schudden en nee te zeggen. Maar U moet Uw hond, wil hij waakzaam blijven, wel toestaan, dat hij een paar keer blaft als er gebeld wordt of bij een ander ongewoon geluid. En om uw hond af te leren, dat hij achter auto's jaagt moet U een kleine ketting aan zijn halsriem doen: steeds als hij weg wil rennen slaat deze op de poten. Sommige hondeneigenaars verklaren wel eens, dat hun dier, als het enkele maanden oud is, zindelijk is. Dit is ech ter onzin. Een vlugge hond zal het misschien na drie maanden zijn, maar gemiddeld duurt dit toch 6 maanden. Een hondenjong is niet in staat zich zelf beter te controleren dan een baby. Gedurende de eerste maanden moet U het jonge dier in een kartonnen doos of iets dergelijks houden met papier en een stuk deken in een hoekje. Hon den zijn van nature netjes en zij zul len heel gauw leren, dat ze het papier moeten gebruiken en niet de deken. Maar het eerste wat U met Buster 's morgens moet doen, is hem uitlaten en dit moet ook het laatste zijn, wat er 's avonds met hem gebeurt. Daarbij moet U hem nadrukkelijk prijzen als hij zijn plicht heeft gedaan. BEENKLUWEN: ONGEZOND Ij GEEFT uw hond natuurlijk altijd een stuk been, in de hoop, dat hij dan zijn vrolijke bui daarop uit. Maar dr. E. R. Blarney, een dierenarts zegt, dat het voedsel aan een been niet te vergelijken is met het gevaar, dat aan het kluiven verbonden is. Want, zo zegt hij, constant kauwen op benen doet de emaillelaag op de kronen van de tanden snel slijten. Geeft uw hond nooit visgraten of benen van vogels, konijnen of schapen. Het is ook niet waar, dat gummibe nen het .tandvlees gezond houden. Vol gens dierenartsen is rubber één van de gevaarlijkste dingen, die een hond kan inslikken. Als een hond een heel groot portie voedsel krijgt, wordt gezegd, dat, wan neer hij genoeg heeft, hij de rest wel zal laten staan. Doch honden zijn gek op eten en hebben heel weinig gevoel voor wat goed en wat slecht voor hen is. De meeste honden zijn dan ook öf onvoldoende gevoed öf overvet. Een hond driemaal per dag eten te geven of hem datgene voorzetten, wat U zelf eet, verwoest zijn gezondheid. Het beste hondenmenu is: voor vol wassen honden één keer per dag 50 vlees, 25 droog voedsel, zoals hon denbrood met dan nog melk, eieren of levertraan. Ook bespraken de Drake's het sprookje, dat een geschoren hond het in de zomer heel wat koeler heeft, dan een dier, die van zijn baas zijn vacht heeft mogen behouden. Het eigenaar dige is, dat een hond niet door zijn huid, maar door zijn mond en zijn voetzolen transpireert. Als U dus een hond gaat scheren, krijgt hij het niet koeler, maar hij gaat zich wel onbe- haagleijk voelen. ALS EEN HOND ZOU PRATEN gOMMIGE experts geloven, dat als honden zouden kunnen praten, het eerste wat zij dan aan hun baas zou den vertellen, zou zijn, dat zij lijden en vaak flauw vallen, wanneer ze in een dichte auto of in een pas geverfde kamer worden gelaten, dat het vrese lijk is, wanneer ze steeds weer in het bad moeten (jonge honden, jonger dan zes maanden, mogen in het geheel niet gewassen worden) en dat dagelijks te gen de draad in borstelen heel belang rijk is. Zij zouden vertellen, dat nagel lak rubber en verf snel en pijnloos van hun huid haalt, maar dat terpen tijn en kerosene erg pijnlijk branden en zij zouden hun baas ook vertellen, dat zij veel eerder verkouden zijn dan hij. Maar de oudste vriend van de mens zou, als hij zou kunnen spreken, hier niets over zeggen. Hij zou kwispel staartend naar zijn baasje gaan, zijn kop op diens knie leggen en met ver tederde blik alleen maar zeggen: „Ik hou toch zoveel van een prachtkerel!" Het Juni-nummer van De Speelwa gen opent met een uitvoerig en goed geschreven artikel over het zojuist ge opende Zuiderzee-museum te Enkhui zen. Het artikel is geïllustreerd met twee foto's van het fraaie Peperhuis (binnenmuseum en het kaartje waarop men kan zien hoe de diverse objecten over de stad Enkhuizen zijn verspreid. Aan West-Friesland, zijn schone landouwen en stoere bewoners is een aardig gedicht gewijd door P. Th. van Kampen. O. F. M. Jaap Krui- zinga schrijft over Petten en zijn vierde toekomst, waarbij is gevoegd een gro te foto van het Petten, dat thans ach ter de Hondsbosse Zeewering weer uit het puin is herrezen. Ir. N. J. Blauw vertelt iets over „meten eh maten". Welk een chaos daarbij in de achttien de eeuw bestond, tooftt het in het arti kel opgenomen staaltje van vlaktema ten duidelijk aan. Gelukkig dat wij ons nu niet meer hebben te houden aan de Huisduiner roede en de Rijper voet Het ook nu weer interessante nummer sluit met allerlei wetenswaardigs in de bekende rubrieken Allemanswerk en Op Doorreis. De olieraffinaderijen in Engeland zullen in de toekomst worden uitgerust met tanks, die de vorm van een ballon hebben. De eerste tanks van dit model zijn dezer dagen op de terreinen van de nieuwe raffinaderij van de Shell te Stanlow gereed gekomen. Ze hebben een doorsnee van ruim tien meter en kunnen elk 635.600 liter butaangas bevatten. Op de achtergrond de grootste koeltoren ter wereld. Zij heeft een hoogte van 104 meter. HALSBREKENDE COMBINATIES Hoewel er in Frankrijk naar verhou ding lang niet zo veel en zo sterk ge speeld wordt als in Engeland of in Nederland, zijn er toch nog altijd een aantal zeer goede spelers. De sterkste meesters in Frankrijk zijn geïmpor teerd: Tartakowr is een Pool, Rosso- limo een Griek, en wijlen dr. Aljechin was een Rus. De eigenlijke Franse spe lers, als Hugot en Bouteville, zijn ge vaarlijke tegenstanders, maar ook niet meer dan dat. In een sterk internatio naal tournooi kunnen zij slechts een tweede viool spelen. Dat neemt niet weg dat er af en toe partijen worden gespeeld, die een grotere bekendmaking verdienen. En daartoe behoort de onderstaande partij zeer zeker. Wit: Klein Zwart: Molnar. Scandinavische verdediging. 1. e2e4, d7d5; 2 e4xd5, Pg8—f6; 3 d2—d4. Een goede en soliede speelwijze. Na 3 c4 offert zwart door 3c6 een pion, waarvoor hij dan enig tegenspel krijgt. Pf6 x d5, 4 g2g3? Past niet in deze open stelling. Ster ker is 4 c4. 4Pb8c6!; 5 c2c4? Ook na 5 c3eö! heeft zwart het beste spel, maar na de tekstzet is de zaak veel erger. 5 Pd5b4; 6 Lel—d2. Wit moet reeds in pionverlies berus ten, daar opu 6 a3 zeer sterk 6 D x d4!; 7 a x b4! volgt, terwijl 6 Le3 de dreiging 6 Pxd4! niet pareert. Eigenlijk is de partij thans reeds beslist, maar de wijze waarop zwart in het vervolg zijn aanval doorzet, is toch zeer de moeite waard. 6Dd8xd4; 7 Pbl—c3, Lc8—f5; 8. Tal—cl, Dd4e5!; 9 Ld2—e3, Ta8— d8; 10 Ddl—b3, Lf5—c2! Een fraaie zet, inleiding tot de nu volgende halsbrekende combinaties. 11 Tel x c2, Pc6—d4; 12 Db3—a4!, b7—bö; 13 c4xb5, Pd4xc2!; 14 Kei—e2, Td8— d3ü Dreigt 15 Txe3t; 16 fxe3, D x e3t en mat. 15 Lfl—h3, Td3xe3t; 16 f2xe3, De5 xe3ï; 17 Ke2—fl, e7—e6! Het merkwaardige is nu dat zwarts aanval niet meer te stuiten is, ondanks het verschijnen van een tweede witte dame op het bord. 18. b5—b6t, c7—c6; 19 b6xa7, Lf8— c5; 20 a7—a8Dt, Ke8—e7; 21 Dab—b7r, Ke7—f6; 22 Pc3—e4r. Indien wit het dreigende mat op f2, dekt door 22 Pdl, volgt: 22 Delf; 23 Kg2, D x dl met de vernietigende dreiging 24 Pe3ï' en mat. 22 De3xe4; 23 Db7xb4. Er is niet beter. 2 3Lc5xb4; 24 Da4b3. De4 elf; 25 Kfl—g2, Del—d2t, 26 Kg2—fl. Of: 26 Kf3, Pd4t met damewinst. 26 Pc2—e3t. Wit geeft op. B. Stroman: „Het Huis Carbentus". Uitgeverij Contact, Amsterdam Antwerpen. „Kleine Diefjes worden Groot". A. W. Sijthoff's Uitgevers mij. N.V. Leiden. INE OORLOG ligt nu vijf jaren achter ons en de behoefte om in het wilde weg te getuigen van alles wat toen hart en lijf beroerd heeft, een behoefte welke uit de aard der zaak bitter weinig lite ratuur, zij het dan wel een overvloed van lectuur, opleverde, is allang gedoofd. Nadat, natuurlijk!, Vestdijk de eerste psychologisch dan vrijwel verantwoorde en knap geconstrueerde romans over de bezettingstijd had gepubliceerd, waren de amateurs en de zwetsers verstomd en geraakte het terrein vrij voor de mensen die iets te vertellen hadden op een manier die de moeite waard was. En nóg blijft het een hachelijk pogen om te schrijven over een tijdperk dat maar heel enkelen geestelijk dan zowat ver werkt hebben, tè hachelijker omdat het in feite niet afgesloten is, omdat we niet allen formeel, maar ook zeer wezenlijk nog slechts een wapenstilstand beleven. Doch hoe dit zij wanneer men een „tijdroman" wil schrijven, kan men aan de. oorlogsjaren niet voorbijgaan. De journalist Ben Stroman, stammende uit wat we de „Rotterdamse school" zouden willen noemen, indien men aan die reeks van toch tamelijk uiteenlopende letter kundige dagblad- schrijvers: J. W. de Boer, Wagener, Leo Ott, Stroman enz. de naam school zou willen verbinden, heeft binnen het tijdsverloop van een aar twee boeken gepubliceerd, waarvan het grootste dan toch wel een tijdroman te noemen is. StrotÈan heeft eens be hoord tot de voorvechters der „nieuwe zakelijkheid" in het proza. Zijn stijl was oorspronkelijk wat gewild, zoals in zijn reportage-achtige Rotterdamse boek Stad", maar allengs heeft zich bij Stroman een zuivere, directe manier van schrijven gevormd, zonder opzettelijk heden en schier zo helder als een beek. Evenals de cubisten in de schilderkunst ten slotte tot 'n verantwoorde en duide lijke vormgeving zijn gekomen, waarin men hun aanvankelijke experimenten nauwelijks meer herkent, heeft de nieuwe zakelijkheid de waarlijk goede auteurs tot een schier spelenderwijs aan gewende verrijking van onze taal geleid. gTROMAN heeft een boek over een huis willen schrijven, 'n oud Rotter dams koopmanshuis, gespaard in de ver woesting van Mei '40. Hij heeft dat wil len doen in de stijl van een klassieke symphonie; thema tegenover thema stellende, ze door elkaar verwerkende dan tot een harmonie. Een schoon en belangwekkend pogen, weliswaar niet geheel en al geslaagd, maar aanbid den niet jaarlijks honderdduizenden Beethovens negende, ondanks de toch pijnlijke fouten in de bouw van het werk? En al willen we „Het Huis Carbentus" dan geen „negende" in proza noemen; het is er dan toch zo mee gesteld dat het zeker de moeite van het lezen waard is geworden. De hoekdelen van het werk zijn het ontstaan van het huis en zijn weder geboorte na de tweede wereldoorlog. In de tweede helft van de achttiende eeuw bouwde een Carbentus met het geld dat hij met een welgeslaagde slavenhandel verdiend had, een zeer fraai pand aan de Binnenhaven. Er kleefde dus bloed aan dat huis, hoewel de bouwer zijn geweten trachtte te sus sen, met de toenmalig in zwang zijnde vertogen, volgens welke de slavenhandel niet in strijd zou zijn met de Christelijke leer. Het handelshuis-Carbentus ging teloor, de familie verarmde; in 1940 was het huis een kantoorgebouw geworden waarvan de laatste afstammeling van het geslacht de zolderverdieping bewoonde. Het Duitse bombardement liet juist dit éne huis intact en de jonge Carbentus, journalist van professie, bracht er de oorlogsjaren in door. Na de oorlog kocht de gemeente het pand en richtte het is als cultureel' centrum. En met het verhaal der inwijdings plechtigheid van het geheel gerestau reerde gebouw begint het boek. De jonge Martijn Carbentus woont deze inwij dingsplechtigheid bij en tijdens de duur daarvan bestormen hem de herinnerin gen, niet alleen die van de jaren dat hij er zelf woonde, maar ook die welke er uit vroeger eeuwen zijn blijven hangen en die hij kent uit brieven en aanteke ningen in het familie-archief. Uit dit alles bouwt zieh dan het geheel op. De verscheidene stadia der inwij dingsplechtigheid worden telkens onder broken, zowel door Martijns persoonlijke herinneringen als door enige bijzonder heden uit de vroegere geschiedenis. En men heeft het gevoel, alsof de schrijver de keten van schuld en boete, welke dooi de hele historie loopt, in dit huis aan schouwelijk heeft willen maken. Vol strekt niet door een pathetisch gebral over een „vloek" die op dit huis (én op de welvaartsbronnen van Rotterdam en heel ons land) zou rusten en die dan eindelijk bezworen zou worden door het tover- en lapmiddeltje der „bezinning" op cultureel bezit waaraan het huis dan ten slotte gewijd wordt. Er murmelt alleen een zwakke, maar schier onafge broken onderstroom door het verhaal, BEN STROMAN, journalist-criticus en schrijver van romans en novellen. waarin iets van deze motieven door klinkt. HE COMPOSITIE van het boek is ech ter niet zo klassiek evenwichtig als de schrijver wellicht' bedoeld heeft. Het thema der oorlogsjaren gaat tè zeer overheersen, tezeer een zelfstandige plaats nemen, dan dat het nog zuiver in de„ (naar we veronderstellen bedoelde) harmonie dezer geschiedenis van een huis op kan gaan. Er zijn te grote brok ken bijna journalistieke reportage in verwerkt; ze verdrukken allengs de rest, en zo is de „finale" van deze literaire symphonie ook het zwakst; 't aanvangs- thema klinkt er slechts flauw in uit, Maarhad het wel anders gekund, waar we er ons van dag tot dag meer bewust van worden, dat ook de oorlog zijn eigenlijke finale (nog) niet gehad heeft? Hoe dit allemaal zij Stroman heeft knappe dingen bereikt, vooral in het schilderen van het „kleine" oorlogsleed, de knagende angst, de obsessie der joodse onderduikers. De eindeloze ver veling. het elkaar niet kunnen ontlopen van gastheren en gasten, de eeuwig durende bedreiging die de nabijheid van n.s.b.-ers en andere louche indivi duen uitoefent, en dan weer even het verademende contrast van een kort ver blijf tusen bossen en heide, dat en nog. veel meer is raak en kleurig getekend. Zo ook de reacties van verschillende mensen op het verloop van de oorlog; de illusies, de ontnuchteringen. Merkwaardig is, dat Stroman heel zwak is in het scheppen van vrouwen figuren. Onder het vulsel in zijn boek, allerlei mensen uit de Rotterdamse journalistieke bohème en wat daarom heen en daarboven verkeert, komen natuurlijk nogal wat vrouwen voor; de jonge Carbentus heeft enige erotische avontuurtjes, maar werkelijk leven doen die vrouwen niet voor de lezer. In het psyche van zijn mannelijke personen dringt de schrijver soms vrij diep door, maar de vrouwen blijven zeer schets matig Beschreven. Alles bij elkaar een boek waarvoor de schrijver dan wat te hoog gegrepen moge hebben, maar dat toch zoveel goede kwaliteiten heeft, dat het zeer de moeite waard is. QP EEN GEHEEL ander gebied be weegt zich 't andere boek van Stro man, waarop we doelden: „Kleine Diefjes worden Groot". Literair gespro ken kan men zeggen, dat hier de jour nalistiek de literatuur Overheerst, maar dan journalistiek va nde beste soort. Hier is de oud-rechtbank-verslaggever aan. het woord, die wat verder gekeken heeft dan naar het verdachten-hekje en de groene tafel van de rechter. Hij heeft zich in het hoe en waarom van de drama's, die min of meer hun ontkno ping voor de rechter (speciaal de kin derrechter) vonden, verdiept. Destijds deed Brusse dit met zijn prachtig- warme „Boefje". Niemand die zich in deze materie begeeft, kan geheel aan de inwerking van Brusse's reportage ont komen, en Stroman heeft dan boven dien ook nog Rotterdam als plaats van handeling gekozen. Hij heeft het geval echter anders aan gepakt. doordat hij een paar uiteen lopende milieux op de korrel heeft ge nomen. Bovendien hebben de kinder rechtspraak en de reclassering sedert Brusses dagen nogal wat verandering en verbetering ondergaan. Kleine en grote dieven treft men niet alleen bij de heffe des volks aan. Verwaarloosde opvoeding komt wel degelijk ook bij de beter gesitueerden voor, wanneer ouders hun kind niet be grijpen, de tijd niet nemen om er zich in te verdiepen, of kortweg voor de oudertaak ongeschikt zijn. De hoofd draden in dit boek volgen de levensloop van een volksjongetje, een echt „boefje" dat. door slechte kameraden op het ver keerde pad wordt gebracht, maar in een opvoedingsgesticht zijn betere zelf leert vinden en dat heel goed terecht komt, èn een veel te verwend „rijkeluiszoontje". Dat laatste, zeer egocentrisch van na ture lijdt onder gebrek aan begrip thuis, wordt wegens diefstal van school ge stuurd, belandt niét bij de kinderrech ter maar op latere leeftijd, wanneer hij malversaties in het groot pleegt, wèl in de gevangenis. Om deze beide figuren heen spelen nog tal van andere personen. Sommige zijn raak geschetst, andere blijven wat in de schemering. Het boek doet soms een beetje „braaf" aan, gaat psychologisch niet zo heel erg diep, o.a. omdat het hele kanten van het vraagstuk der jeugd criminaliteit onbelicht laat, maar ver telt wat het te zeggen heeft op zeer on derhoudende, knappe wijze. En zeer ze ker zal het menige lezer in aanraking brengen met problemen die veel meer belangstelling waard zijn dan er vaak aan gegeven wordt. Stroman schreef zijn in 1949 versche nen boek tussen Maart 1940 en Decem ber 1941; het speelt nog in het oude, niet verwoeste Rotterdam, maar het is toch veel meer dan een herinnering WITSEN ELI.' Woningperikelen van een korporaal Een korporaal, die uit Indonesië te rugkeerde en toen met een meisje uit Monster was getrouwd, was bij zija zwager ingetrokken. Hij had geen vestigingsvergunning en de zwager bewoonde een gemeentewoning, die niet voor samenwoning geschikt was. De vestigingsvergunning werd niet verleend en de oud-militair kwam op straat te staan. De korporaal was het met de beslissing van B. en W. niet eens en deed de gemeente Monster- een proces aan. De president van de Haagse rechtbank heeft in kort ge ding de vordering van de oud-militair afgewezen, omdat naar zijn mening de beoordeling van geschiktheid en be schikbaarheid van woonruimte aan zijn oordeel is onttrokken. De korporaal werd veroordeeld in de kosten van het geding. Drie en twintig personen zijn om het leven gekomen, doordat de snel trein ParijsSt. Gervais bij een over weg op een bus reed. De autobus ver voerde vacantiegangers en had zes en twintig inzittenden. Zij werd meer dan een kilometer meegesleept en vol komen vernield. Door onbekende oor zaken waren de spoorbomen niet ge sloten. Sibajak had vertraging De Sibajak, die met bijna dertien honderd passagiers uit Indonesië op weg is naar Nederland, heeft vertra ging gekregen, omdat zij plotseling de haven van Algiers moest aandoen. Een dertienjarige jongen had n.l. een gecompliceerde breuk in een zijner ar men opgelopen, die operatief moest worden behandeld. De jongen kon na de operatie zijn reis met het schip voortzetten. Het schip komt nu Don derdag in de vroegte in Rotterdam aan. De opvarenden zullen 's morgens na acht uur van boord gaan. Politieke bannelingen krijgen eigen zender Politieke bannelingen uit Oosteuro- pese landen zullen van nu af bood schappen kunnen doen uitzenden naar hun vaderland via een geheime Ame rikaanse radiozender, die ergens in Europa is opgesteld. De boodschappen zullen in New York worden vastgelegd en per vliegtuig naar Europa gebraci.t voor uitzending. Nederlandse technici in Melbourne Meer dan tachtig Nederlandse inge nieurs en andere technici zijn te,Mel bourne aangekomen, waar zij zullen werken aan de uitbreiding van de ha ven. Aan het begin van het jaar is een sleep van de firma L. Smit en Co naar Melbourne vertrokken. Onder meer vertrokken twee sleepboten met twee bakken met als deklading een kleine sleepboot, twee hopperzuigers en aller lei ander materiaal. Ook dit jaar Oogsthulp In de afgelopen jaren deden zich in de oogsttijd steeds tekorten aan ar beidskrachten voor zodat men allerlei arbeiders, vrijwilligers en militairen moest inschakelen, de z.g. Oogsthulp. Ook voor het komende seizoen zijn plannen in voorbereiding, om aan even tuele moeilijkheden het hoofd te kun nen bieden. Oefening „Vedette" onder Frans en Engels commando De oefeningen, die onder het motto „Vedette" in het Kanaal zullen wor den gehouden, staan deze keer onder Franse en Engelse leiding. Zoals men zich zal herinneren, leidde Nederland de oefening „Activity". Het ligt in het voornemen op deze manoeuvres nog een oefening in het mijnenvegen te laten volgen. COMMANDANT ARBEIDSDIENST ONTSLAGEN. De Kroon heeft het beroep van L.A.C. de Bock te Haarlem, in oorlogstijd com mandant van de Ned. Arbeidsdienst, die op grond van het zuiveringsbesluit ont slag uit de militaire dienst had gekre gen met intrekking van het hem in 1941 verleende eervol ontslag, Sage- ond verklaard. BUREAU ADMINISTRAT Voordam 9, Tel. Postgiro 18729 RE»ACTIE Achterd .m 20, Te Directie: J. BIJLSMA eD C. Hoofdredacteui A KAPTEIN -üele-zee De Nederlandse rej dracht gegeven zich te de wateren van Korea o geven aan de aanbeveli verlenen aan de republi Commandant van H bootjager „Evertsen" is zee der eerste klasse 1 ninck. De „Evertsen" is di gelse torpedobootjager in de plaats is gekomi „Evertsen", welk schip gen de Japanners in d onderging. Zij meet 1 daard waterverplaatsing, De Chinese communi Mandsjoerije thans in i zo verluidt te Hongkon migen is dit een voo voor het geval dat c Korea zich mochten ui ren echter beweren, dat in deze verplaatsing beti schien reeds in de tha zijnde operaties zullen wend tot steun van de Ook wordt gemeld, da aantal communistische ten wordt teruggetrokl bied ten Noorden van Kwangsi, die aan Fr grenst. Er schijnen zie ontwikkelingen voor t< tegenover Formosa ge van de Chinese kust. Ir verwacht men voorshar op Formosa, te minder, rikaanse zevende vloot Formosa bewaakt. Wel een aanval op het natii werk Quemoy, in de Amoy. In Washington heeft berichten ontvangen ov gen van de Chinese i Mansjoerije. Wel is beke pen in dit gebied zijn doch van hulpverlening koreanen is nog niets t Inzake steun a, De Britse regering z Lagerhuis verzoeken, h: de hulpverlening tot van de onuitgelokte a republiek van Korea t Het besluit, om een be het centrum van het di is een uitdaging aan ze! parlementsleden, om e< forceren. De regering is hiertoe advies van Winston Cl der van de oppositie, overzee, zo zeide hi haar ware perspectief Daar conservatieven e regering in dezen zulle: wacht men een overwe derheid voor haar poli aan Korea. Israel. Italië en Per aangesloten bij de lanc gegeven hebben aan de Veiligheidsraad inzake Weerber Verwachting, geldig t( avond: Tijdelijk vee met plaatselijk enkel onweersbuien. Zwakl wind, aanvankelijk later hoofdzakelijk ti Zuid. Ongeveer deze tuur als vandaag. Donderdag: Zon of 21.02. Maan op 23.58, I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1950 | | pagina 6