PRINS BERNHARD ONTHULDE GEDENKSTEEN
Z.KR:„Alkmaar gaf door woningbouw voor
gedemobiliseerden een pracbiig voorbeeld''
Zilveren Kaasdragers voor de Prinsesjes
VERENIGDE NOORD-HOLLANDSE DAGBLADEN
Vrijdag 15 Sept. 1950
147e Jaargang No. 216
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
Duizenden zagen de Prins binnen Alkmaars wallen
Bezoek aan iwee fabrieken
Op het bouwwerk
BUREAU:
ADMINISTRATIE
Voordam 9, Tel. 3320
Postgiro 187294
REDACTIE:
Achterdam 20, Tel 2274
Directie:
J. BIJLSMA en C. KRAK
Hoofdredacteur:
A. KAPTEIN
ALKMAABSCHI COURANT
TARIEVEN:
Advertenties: 16 ct. p. m.m.
Familieberichten 20 ct. p.
m.m. Vraag en Aanbod
(alleen 2e hands goederen)
tot 15 woorden 1.elk
woord meer 5 ct. Uitslui
tend contant.
Abonnementen 1.50 per
maand, 4.50 per kwar
taal plus incassokosten.
1*11up
I V Vsï/' vv"""
w V - -
Na vijftien jaar
jyjEDlO September zal in de
annalen van Alkmaars historie
ten nauwste verbonden blijven
met ons vorstenhuis. Bracht gis
teren Z.K.H. Prins Bernhard een
bezoek aan onze stad, vijftien jaar
geleden mocht Alkmaar zich ver
heugen in de aanwezigheid van
H.K.H. Prinses Juliana.
Onze vorstin bezocht toen Alk
maar in haar functie van be
schermvrouwe van de Vereniging
voor Armenzorg en Weldadig
heid, welke in de Harmonie een
congres hielde Hare Koninklijke
Hoogheid woonde deze vergade
ring bij en bezichtigde tevens de
Ned. Herv. Diaconie, de Pius-
stichting en Huize Westerlicht.
Ook de kaasmarkt werd niet ver
geten. Op de markt beproefde
Prinses Juliana het kaasboren,
doch zij kon de Ruitertjes niet in
werking zienomdat deze en
dit is de tweede bijzonderheid
op die dag. Vrijdag de dertiende,
verstek lieten gaan.
LIET GEBEURT NIET ALLE DAGEN, dat een lid van de Koninklijke
familie een officieel bezoek aan Alkmaar brengt en het is begrijpelijk,
dat gisteren vele stad- en streekgenoten zich langs de straten, die de prin
selijke auto zou volgen, hadden opgesteld om Prins Bernhard in de kaasstad
een hartelijke welkom toe te roepen. Nog vóór de tijd, waarop hij officieel
zou arriveren, was de Prins reeds aan de Regulierslaan, de grens van Alk-l
maar en Heiloo, waar de Commissaris der Koningin, Dr. J. E. Baron de Vos
van Steenwjjk en de burgemeester van Alkmaar, mr. dr. H. J. Wytema, aan
wezig waren om Z.K.H. te begroeten. In vlug tempo werd naar het bouw
werk aan de Willem de Zwijgerlaan gereden. De rood-wit-blauwe vlaggen aan
de huizen hingen zwaar van de regen en de velen, die naar buiten gelokt
waren om de Prins te zien passeren, trachtten zich met parapluies en regen
jassen zo goed mogelijk tegen het hemelwater te besehermen. De Alkmaarse
politie onder leiding van commissaris Dreeuws regelde op keurige wijze het
verkeer.
0P het bouwwerk werden diverse
autoriteiten en andere genodigden
aan Z.K.H. voorgesteld. Daar waren
uit het gevolg van de Prins o.a. aan
wezig de kolonel G. Pruys. directeur
voor de demobilisatie der Koninklijke
Landmacht en diens adjudant kapitein
Gompertz. Verder merkten wij op ma
joor mr. dr. Verheus, territoriaal
hoofd van de sociale dienst van het
ministerie van Oorlog voor Noord- en
Zuid-Holland, alsmede luitenant
Ruymgaard van de Gewestelijke So
ciale Dienst van het ministerie van
Oorlog voor Noord-Holland-Noord.
Van militaire zijde zagen wij nog de
overste van de mariniers W. J. van
Rliijn, algemene secretaris van de Na
tionale Demobilisatieraad en de re
serve majoor T. H. G. K. West, terri
toriaal hoofd van de sociale dienst var,
het ministerie van Oorlog te Haarlem.
V an de burgerlijke autoriteiten noemen
wij allereerst de Commissaris der Ko
ningin Dr. J. E. Baron de Vos van
Steenwijk, de directeur-generaal yan
de Volkshuisvesting dr. Z. IJ. van der
Meer en Ir. Ottevanger, hoofdinge-
nieur-directeur van de Volkshuisves
ting in Noord-Holland.
Burgemeester Wytema
heet de Prins welkom
AAN de Willem de Zwijgerlaan, waar
de genodigden door een afdak te
gen de gestadig vallende regen be
schermd werden, heeft de burgemees
ter een Itort exposé gegeven van de
tot stand koming van deze woningen
voor gedemobiliseerden.
Mr. Wytema heette allereerst Z.K.H.
die vergezeld was door zijn secre
taris mr. J. Thomassen hartelijk
welkom en noemde het een voorrecht
dat deze persoonlijk naar Alkmaar had
willen komen om een gedenksteen te
onthullen. Hij herinnerde aan de moei
lijkheden, welke men in 1949 onder
vond, toen er sprake was van het bou
wen van woningen. Men heeft dat oor
spronkelijk afgewezen en na herha
ling van het aanbod de bezwaren op
nieuw overwogen, bezwaren die van
technische en psychlogische aard wa
ren, waarbij vooral het bezwaar ge
voeld werd, dat men de mensen in hou
ten woningen zou moeten huisvesten.
Later kwam er uitkomst, toen men
in de zogenaamde vrije sector kon
bouwen. Spr. bracht dank aan allen,
die bij de uitvoering der plannen hun
medewerking hadden verleend, als
mede aan professor Zwiers, die als
architect de woningen had ontworpen.
Er moest haast met de plannen en de
uitvoering worden gemaakt, omdat d*
Raad vóór 1 Januari het betrokken be
sluit moest nemen, wat in een nacht-
vergadering geschied is. De gemeente
aanvaardde ter wille van de gedemo
biliseerden het offer van een belang
rijke verzwaring van jaarlijkse lasten,
wat door nadere besluiten van de mi
nister van Wederopbouw verminder
de, toen men in de zogenaamde goed
kope sector kon bouwen met de res
trictie, dat de woningen uitsluitend
voor gedemobiliseerden bestemd zijn
en wanneer zich daarin anderen ves
tigen voor de oorspronkelijk toege-
Wezenen een andere woning zal ge
bouwd worden. Men gaf er zich re
kenschap van. dat deze woningen het
nodige comfort moesten bieden aan
hen, die in Indonesië dat comfort had
den moeten missen, juist omdat deze
meer dan anderen in staat zijn, het
moderne comfort naar waarde te
schatten, Spr. liet uitkomen, dat het
hier geen arbeiderswoningen gold,
want gedemobiliseerde militairen ma
ken deel uit van alle lagen van het
Nederlandse volk. Het zijn mensen van
allerlei slag, die in legerverband in
verbroedering hebben geleefd en zich
als medestrijders met elkaar verbonden
gevoelen. Gedemobiliseerden hebben
aanspraak op een woning en moeten
als deel van een onsplitsbaar volk
worden gehuisvest. Zij, die voor land
en volk op de bres hebben gestaan
mogen niet wachten, maar hebben
recht op werk en op een woning. Werk
kunnen wij hun niet bieden, althans
niet direct, maar de voorwaarde voor
bewoning van deze huizen is, dat de
gedemobiliseerde werk in Alkmaar
moet vinden en in die zin helpt de
gemeente dan ook mee aan het zoe
ken van werkgelegenheid.
Spr. noemde het ten slotte een on
schatbaar voorrecht, dat Z.K.H. be
reid was gevonden de gedenksteen in
deze woningen te onthullen, bracht
hem dank namens de gehele bevolking
en nodigde de Prins uit tot onthulling
van de steen te willen overgaan (ap
plaus).
Voor deze batterij van microfoons
dankt Z.K.H. Prins Bernhard het
gemeentebestuur voor het initia
tief, dat het met de bouw van 96
woningen voor gedemobiliseerden
nam. „Laat van Alkmaar weer de
victorie beginnen", aldus de Prins.
Dankwoord van de Prins
2-K.H. PRINS BERNHARD die ge
kleed was in een blauw eolbert-
costuum en een witte anjer in het
knoopsgat droeg zeide, dat hij met
genoegen aan de uitnodiging om naar
Alkmaar te komen gevolg had gege
ven. Z.K.H. richtte zich tot de ver
tegenwoordiger van de minister van
Wederopbouw en Volkshuisvesting en
van de minister van Oorlog, tot de
Commissaris der Koningin, de burge
meester en alle aanwezige dames en
heren.
Het doet mij zeide de Prins
bijzonder veel genoegen hier vanmid
dag aanwezig te zijn, in de eerste
plaats omdat deze middag staat in 't
teken van de zorg voor onze gedemo
biliseerden, wier belangen ik een warm
hart toedraag en in de tweede plaats
omdat ik het initiatief van het ge
meentebestuur van Alkmaar om een
complex woningen voor gedemobili
seerden te bouwen een geheel eigen,
initiatief van harte toejuich. De
demobilisatie van onze militairen, die
in Indonesië hebben gediend is reeds
vrij ver gevorderd en ik verheug mij
te kunnen zeggen, dat zij tot dusver
in het algemeen vlot en bevredigend
verloopt. Het overgrote deel van onze
gedemobiliseerden vond spoedig een
werkkring en ik ben er van overtuigd,
dat de Nederlandse werkgever^ ook
in de toekomst zich tegenover hen van
hun beste zijde zullen laten kennen.
Moeilijker staat het met de huisves
ting. Deze vraagt veel geduld van de
gedemobiliseerden, maar ook ei»
wel bij voortduring verregaande
medewerking van alle gemeentebestu
ren. De verstrekking van een extra
bouwvolume voor onze gedemobiliseer
den moge de zorgen iets hebben ver
in de orgelfabriek van de heer A. Pels vertelde de directeur (rechts) de
Prins, hoe een orgel vervaardigd wordt. Het hoge gezelschap is vol aan
dacht. Geheel links wethouder R. Bakker, in gezelschap van
nvr. J. Thomassen.
licht en wij zijn de minister van
Wederopbouw hiervoor zeer dankbaar
van een oplossing van het woniiïg-
probleem is nog geen sprake.
Het stemt mij aldus Prins Bern
hard daarom tot grote dankbaar
heid, dat het gemeentebestuur van
Alkmaar tot de bouw van 96 wonin
gen voor gedemobiliseerden waarlflh
geen gering aantal heeft willen be
sluiten en ik moge daaraan toevoegen,
dat ik als voorzitter van de Nationale
Demobilisatieraad hoop, dat andere ge
meenten het voorbeeld van Alkmaar,
voor zoveel mogeljjk, zullen volgen en
dat onze gedemobiliseerder elkander
zullen kunnen toeroepen: „Van Alk
maar begint de Victorie" (applaus).
Vervolgens trok Z.K.H. het vlagge-
doek weg, dat tot dusver de steen ver
borgen had gehouden.
Het opschrift van deze steen luidt
als volgt:
Tijdens de bouw van dit complex
woningen voor gedemobiliseerden
werd deze steen onthuld door Z.K.H.
Bernhard, Prins der Nederlanden.
14 September 1950.
Na de onthulling werd door leer
lingen van de vierde, vijfde en zesde
klassen van de Rochdalesehool het
Wilhelmus gezongen.
Tot grote voldoening van de betrok
ken werknemers deelde de burgemees
ter mede, dat de gemeente niet zou
afwijken van de goede gewoonte om 't
personeel als extra blijk van tevreden
heid de gebruikelijke gratificatie te
verlenen.
Prinselijke belangstelling
voor twee fabrieken
J^UIDE toegejuicht door een groot
deel van Alkmaars bevolking,, dat
zich langs de bekend gemaakte route
had opgesteld en door vele school
kinderen, die enthousiast met vlagge
tjes zwaaiden, begaf Z.K.H. zich ver
volgens met vele der aanwezigen naar
de Nederlandse Machinefabriek Alk
maar N.V. aan de Voormeer, waar 't
gezelschap werd ontvangen door het
bestuur, o.a. de heer Ir. J. H. Verste
gen, chef van de dienst van het sein-
wezen der Nederlandse spoorwegen,
president-commissaris en de heer J.
F. Ie Blanseh, directeur.
De heer Le Blanseh noemde het een
groot voorrecht Z.K.H. te mogen ont
vangen. Allen in de fabriek van hoog
tot laag waren daarover verheugd en
voelden dit als een waardering van de
moeite, welke men zich geeft om een
goed product te fabriceren. Over en
kele jaren zal deze fabriek 75 jaar be
staan, maar men voelt er zich nog
jong en er zijn voldoende levenssappen
om te groeien en te bloeien. Op het
ogenblik werkt de fabriek met een
personeel van 200 man, dat bij meer
dere opdrachten verdubbeld kan woi
den. De fabriek maakt apparaten en
installaties voor de spoor- en tram
wegen, onderdelen voor de mijnbouw
en voor de scheepsbouw, terwijl in de
oorlogstijd diverse opdrachten voor 't
departement van Defensie werden uit
gevoerd. Men heeft hier de patent
rechten van een eerste klas Ameri
kaanse fabriek en ook van andere en
maakt voornamelijk apparaten voor
de spoorwegen. Buitenlandse orders
verschaffen werk en zijn uitstekend
voor onze dollarpositie, maar de con
currentie in andere landen is groot.
Spr. hoopte op nog vele orders en wil
de met het oog op de tijd met
deze korte inleiding besluiten.
Op een vraag van Z.K.H. antwoord
de de heer Le Blanseh, dat in de oor
logstijd ook nog andere werken voor
de defensie, o.a. keukenwagens, wer
den gefabriceerd.
Vervolgens werd de fabriek bezich
tigd, waar hoofdzakelijk werd ge
toond wat men aan sein- en beveili
gingsinstallaties voor de Nederlandse
Spoorwegen fabriceert. Onderscheide
ne ingenieuze apparaten voor het sein
en beveiligingswezen werden hier ge
demonstreerd.
Men zag in de grote fabriekshallen
velerlei machines in werking voor de
vervaardiging der apparaten, welke
tot in alle onderdelen hier worden ge
fabriceerd. Ook de zwaardere machi-
Z.K
H. Prins Bernhard onthult de gedenksteen in de gevel van een der
woningen voor gedemobiliseerden aan de Willem de Zwijgerlaan
te Alkmaar.
Door een haag van juichende Alkmaarders begeeft de Prins zich naar de
in aanbouw zijnde woningen. V.l.n.r. Z.K.H., de commissaris van politie,
de heer J. Dreeuws, burgemeester dr. mr. H. J. Wytema en de secretaris
van de Prins, mr. J. Thomassen,
Lachend keken de wethouders, de heren R. Bakker, mr. A. J. M. Leesberg
en G v. Slingerland toe, toen burgemeester Wytema de koninklijke gast
de zilveren kaasdragertjes voor de Prinsesjes overhandigde.
nes werden in werking getoond, de
mechanische hamer, die het rood
gloeiende ijzer beukt, de ijzerzaag, die
zware ijzerbalken in stukken zaagt,
de reusachtige snijders, die staalplaten
als stukken papier op maat snijden.
Het was alles interessant en Z.K.H
zou ongetwijfeld nog langer in dit
machtige bedrijf vertoefd hebben als
de tijd niet verstreken was en men
in de orgelfabriek van de firma B.
Pels Zoon aan 't Wolfspad niet reeds
in spanning naar de komst van Z.K.H.
had uitgekeken.
De orgelfabriek
JN DEZE FABRIEK werd de Prin>,
met zijn gevolg en de genodigden
ontvangen door de directeur de heer B.
Pels en diens zoon, de heer Ir. B. J.
A. Pels. De directeur deelde in een
kort welkomstwoord mede, dat de fa
briek in 1913 door zijn vader werd op
gericht, waarna hij diverse bijzonder
heden over de werkzaamheden in de
nieuwe werkplaats mededeelde.
Reeds heeft men In ons land een 260-
tal kerkorgels geplaatst en zjjn hier
opdrachten uitgevoerd voor Luxem
burg, Belgie en Frankrijk en zelfs voor
Zuid-Afrika, waar men in de toekomst
een ruim afzetgebied hoopt te vinden.
In het laboratorium der fabriek liet
Ir. Pels Z.K.H. daarna niet alleen de
tonen van diverse orgelpijpen horen,
maar maakte het geluid ook zichtbaar,
waarbij duidelijk bleek hoezeer een
verandering van toonhoogte op het
scherm een geheel gewijzigd beeld
geeft. In de grote montage-ruimte
werd op een prachtig instrument van
2000 pijpen bij het binnenkomen van
de Prins door de stadsbeiaardier, de
heer B. J. van der Veen het Wilhel
mus gespeeld waarna de directeur en
diens zoon Z.K.H. uitvoerig inlichtten
over vele problemen, die zich bij de
orgelbouw voordoen. Het is met een
kerkorgel niet zijn diverse klavieren
voor hand- en voetbediening als met
een radiotoestel: wie het van binnen
ziet vindt ;en warreling van electri-
sche leidingen, die alle een doel en
bestemming hebben en die alleen de
vakman zal kunnen expliceren. Met
grote interesse nam Z.K.H. van deze
orgelbouw kennis, waarna hij zijn
naam plaatste in het gastenboek.
Vervolgens werd naar het stadhuis
gereden. Het regende niet meer en
zeer vele Alkmaarders hadden zich
langs de route geplaatst, welke de
stoet van auto's van het Wolfspad
naar het gemeentehuis volgde.
(Zie vervolg pag.