|l£t
Corruptie bij New Yorks politie
VULCANO - een film naar het leven
LOU BAN de reële dromer
VEE
AMSTERDAMS PODIUM
19 Negers in de Potterstraat
voeding!
H'sonen, dan
I
Bookmaker beiaalde 300 dollar per
week „bescherming" maar werd ioch
gearresieerd
Nieuw regime wil
resultaten tonen
ÏÏlmAett,
mei wie wij
Lphoken
zaterdag 23 seftember 1850
rheid
c.
ïlf te
at je
toch
i 60 voectings-
;s te meet hebt
>digvanwege
k en vitamines;
hoogt de weer-
;ren en
im
te maal
schrik voor Sociale
n de Voedingsraad.
PORN.
1950 (aanvang
;te zaterdag
len aangevoerd:
geldige witte-
et geldige wit-
n witgroene ver-
noodzakelijk).
foei CHEF
hoe kou je
2cmets van me
DENKEN
(Van onze correspondent te New York).
UET TONEEL stelt voor een straat in New York. Op de rijweg spoeden dure
limousines zich naar Flushing Meedows of Lake Success, waar de inzitten
den hun visie over de internationale situatie ten beste zullen geven. Op heit
trottoir fluit een lange slungel het tweetonig wol ven-motief, dat te kennen
geeft, hoezeer hij wel geïmponeerd is door het typistetje, dat hem zojuist
Yoorbijstevende. Op de hoek van de straat staat Mike, de_krantenman, in een
heftig debat gewikkeld met Mike, de diender.
Diender: „Het spijt me, ik kan er heus niets aan doen ik moet je arres-
l teren."
Krantenman: „Maar ik heb je toch iedere week betaald; 300 is een hoop
geld."
Diender: „Ik ontken het niet. Maar het nieuwe regime wil resultaten zien."
Krantenman: „Als ik je nou $350 geef, laat je me dan met rust?" (uit een
sigarenkistje achter een stapel kranten komen lapjes van 10 te voorschijn).
Diender (neemt het geld aan)„Ik zal zien wat ik kan doen." (Zijn politie
stok in zijn vingers bungelend gaat hij door op zijn ronde).
bookmakers de stad is er vol van.
Het interesseerde hem meer om te
weten wie de politieagent was en wie
's dienders bazen waren. Want hij was
niet zo naief om te geloven, dat een
doodgewone agent van zijn superieu
ren de kans krijgt om met een bijver
dienste van 300 per week, bijna zes
keer zijn salaris, te gaan strijken.
Corrupte politie.
DUS riep hij de hoofdcommissaris
van politie op het matje. Die lijkbleek
werd, uitermate on-politioneel stotter
de en daarna voorstelde, dat - de poli
tie een eigen onderzoek instelde. „Stel
maar in", zei McDonald. „Maar ik ga
door met mijn onderzoek". En dat liet
hij in de bladen zetten ook.
Corruptie onder de New Yorkse po
litie is niets nieuws. De salarissen zijn
laag; de hogere functies in het corps
zijn nauw verbonden aan politieke or
ganisaties; het Amerikaanse systeem
brengt met zich mee, dat hoge func
tionarissen, door de bevolking geko
zen, in ondergeschikte functies hun
vrienden plaatsen, wier loyaliteit van
meer betekenis is dan hun competen
tie.
Die vrienden hebben weer hun
vrienden, die vuile werkjes moeten
opknappen tegen een laag loon en dus
op andere wijze compensatie zoeken.
De jacht op de bookmakers is even
min nieuw. Zolang men het wedden
niet legaliseert, zullen er altijd book
makers zijn, die de kleine man de ge
legenheid bieden op hun favoriete
paard, baseball-team of op een num
mercombinatie te wedden. Maar de
bookmakers dat heeft de ervaring
geleerd staan niet op zichzelf. Zij
zijn de verste uitpost in de „correcte
maatschappij" van de onderwereld en
de draad van bookmaken loopt door
tot hen, die cocaïne smokkelen, in
blanke slavinnen handelen en in het
algemeen niet voor een slordige moord
terugschrikken.
Dwyer op 't matje.
TOEN burgemeester O'Dwyer korte
tijd geleden zo schielijk aftrad om als
ambassadeur in Mexico zijn Spaans
wat te kunnen opfrissen, was er een
onderzoek tegen de georganiseerde
misdaad aan de gang. „Nonsens", was
het commentaar van O'Dwyer hierom
trent, „men probeert een stok te vin-
O'DWYER
op 't motje
WOORDELIJK briefde Mike-de-
krantenman (voor wie de „losse ver
koop" maar een bijbaantje was) dit
gesprek telefonisch over aan zijn baas
van het gok-syndicaat. En na een half
uur belde hij opnieuw op met de me
dedeling dat hij er ondanks de extra
50 toch aan zou moeten geloven, ten
zij het syndicaat „iemand anders be
schikbaar kon stellen", ter arrestatie.
Baas: „Maar we hebben niemand. Ik
heb zelf net een week vastgezeten. Ik
voel er niets voor".
Krantenman: „Hij zegt, dat we er
met een boete van 100 wel afkomen".
Baas: „Des te meer reden, dat jij de-
i ze keer gaat".
Geen der dramatis personae in dit
schelle drama uit het dagelijks leven
f was zich er van bewust, dat hun tele
foongesprekken werden afgeluisterd
en op een geluidsband werden vastge
legd door de procureur van de stad
New York, die in de strijd tegen de
georganiseerde onderwereld gebruik
mag maken van het overigens onde-
I mocratische wapen der afgetapte tele-
I foonlijn. District-attorney McDonald
maakte zich minder bezorgd om de
den om de hond te slaan". Dit bleek
een onvoorzichtige uitlating, die in
middels een boemerang-effect heeft ge
had. Want nu, in de loop van deze
laatste ontwikkelingen, ondubbelzin
nig aan de dag is getreden, dat het
„nieuwe regime" van het politie-be-
leid dat volgde op O'Dwyer's ver
trek in feite geen draad beter is
dan het „oude regiem", zijn er invloed
rijke Senatoren in Washington ge
weest, die de zaak iets verder willen
onderzoeken. Sommige hunner hebben
O'Dwyer van zijn Californische vacan-
tie (de zoveelste binnen het jaar) naar
de hoofdstad teruggeroepen. Vóór zij
er in wilden toestemmen O'Dwyer zijn
Spaans in Mexico City te laten luch
ten, wensten zij na te gaan of het tij
dens zijn bewind als burgemeester van
New York niet wat al te Spaans is
toegegaan.
Het is uiteraard geen toeval, dat deze
onthullingen plaats vinden aan de voor
avond van de verkiezingen. Politieke
tegenstanders genieten er van, het pu
bliek te laten zien, hoe corrupt de po
litie onder het bewind der Democraten
wel is geworden. Indien de verhou
dingen omgekeerd waren geveest, zou
het nauwelijks anders zijn toegegaan.
De grote steden zijn te groot; geen
politiecorps kan op alle wonde plekken
der gemeenschap de vinger leggen.
Mike de krantenman zit inmiddels in
verzekerde bewaring. Op eigen ver
zoek. De publiciteit, die hij heeft ge
noten, was hem iets te machtig. Hij
beseft, dat hij te veel weet en dat kwa
de zielen in het syndicaat die hij
misschien nog nooit in levenden lijve
heeft aanschouwd hem graag uit de
weg zouden willen hebben. Want Mike
de krantenman zou per ongeluk en met
de beste bedoelingen de procureur op
het pad kunnen leiden naar diepere
onthullingen. Voorlopig voelt hij zich
achter de tralies het veiligst.
Mike de politieman, zit nog veel meer
in zijn rats. Door ontslag uit de dienst
aan te vragen, geeft hij zich echter
bloot. Maar een handige superieur kan
hem uiteraard tactvol, een opdracht ge
ven een misdadiger in een andere stad
op te sporen. Tijdens die opdracht ziet
Mike wellicht kans om enige tijd zoek
te raken („to get lost", zoals hef Ame
rikanisme luidt).
Inmiddels hopen beiden en hun su-
Lied van de week
Wie zal dat betalen
Deze week heeft wel in 't teken
Ven het aardse slijk gestaan.
Eerstens bood de P.T.T. mij
Gratis haar bemidd'ling aan
Bij het maandelijkse sparen,
'n Loflijk streveninderdaad,
Maar waar het vandaan moet
komen
Dat is nu weer and're praat.
Dat we op de koffie komen,
Oftewel worden geflest,
Leert ons daag'lijks bakkie leut wel,
Want de prijs die is weer best
Voorts heeft de millioenen-nota
Ons heel duid'lijk kond gedaan,
Dat de leeuw van Holland lelijk
In zijn hemp ie komt te staan.
Liefst zesduizend pietermannen
Schuld per Nederlands geZin.
En maar zingen van je hela,
Hola houdt de moed er in
Oók al wegens de ping-ping, heeft
Heel deegtrappend Nederland
Plotseling alarm geblazen
Naar aloude bakkerstrant.
Aangezien men de belasting
Met maar even vijf procent
Als bet deeg wil laten rijzen.
Daarmee zijn zij niet content.
En Zo bakten de tienduizend
Van de krakelingenstand
Om de dood geen zoete broodjes
In de hoofdstad van ons land.
Neen, men heeft ze BRUIN
gebakken
En de fiscus doen verstaan,
Dat het bollenbakkersgilde
Op die wijz' gaat naar de maan.
En zo zien wij, lekenbroeders,
Dat men in de bakkerij
Oók vaak staat voor hete vuren
En 't niet steeds is koek en ei!
JABSON
perieuren op een njeuw schandaal,
dat wellicht de huidige opwinding over
schaduwt. Dat de aandacht van het pu
bliek afwent en een einde maakt aan
het openbaar verlangen om „hoofden
te zien vallen". Als het zover is, kan
Mike de politieman (tegen zijn basis
salaris) zijn dienst weer kloppen, ter
wijl Mike-de-krantenman weer in zijn
kiosk kan zitten. Zij het, dat hij zich
voorlopig tevreden zal moeten stellen
met de losse verkoop.
jK DACHT ZO het een en ander omtrent negers te weten. Was ten slotte
niet het eerste prentenboek, dat me in handen gegeven werd, zo'n kleine
vijf en dertig jaar geleden, de in veeikleurendruk uitgevoerde historie van
„Paul en Virginia" Nog zie ik de karmijnrode striemen gegroefd in de
ebbenhouten huid van die ene gegeselde neger. Na Paul en Virginia duurde
het een jaar of wat. Toen kwam De Negerhut van Oom Tom (in kinder
versie). Nög veel later kwamen de eerste romans en documents humains.
Over de negerstrijd in de Zuidelijke Staten van die zozeer up to date USA.
Over de color line. Over dat aardig spel dat lynchen heet! Wéér later hoorde
ik de negers in Dvorak's symphonie „Aus der neuen Welt". En je begon te
luisteren naar die oceaan van weemoed, tegen de wereld van het westen
uitklotsend in spirituals als My Old Kentucky Home, Poor Old Joe en Deep
River. En dan weer later: stomdronken negers op de Nieuwendijk, samba
end en steppend in de gore tingeltangels van het duistere Amsterdam. En
daartussendoor krantenberichtjes en filmjournaals, waarin men leest en ziet
hoe negers hele bataljons vormden in onze laatste oorlog, hoe ze de Chris
tian Soldiers meehielpen de vijand te verslaan en hoe ze daarna, samen met
die Christian Soldiers, terugtrokken naar Gods Own Country, om daar dan
opnieuw en onverbiddelijk achter de color line gezet te worden. Omdat ze
negers zijn. Hetgeen betekent: tweede klas mensen.
van hen, schilderden wordt in de Pau-
lus Potterstraat geëxposeerd en hoe-
fJN DEZE WEEK dan een nieuwe
en emotionele ontmoeting met ne
gers. Ditmaal in de Paulus Potter
straat, in het Stedelijk Museum. Want
daar hangt hun werk: het resultaat
van 19 schilderende negers van Haïti,
eiland in de Caraïbische Zee.
Een vreemde, wonderlijke ontmoe
ting, met die 19 negers in de Paulus
Potterstraat, op die mistroostige
herfstdag. Wonderlijk, omdat in dat
uur een heel brok neger-leven open-
bloeidé, verklaard werd, en ontdaan
van de windselen, die het zo lang, al
thans voor mij, vaag en onverklaar
baar deden blijven.
Zo is het gegaan: Haïti werd, na
de Napoleontische oorlogen, de eer
ste vrije negerstaat in de USA en
sinds die 150 jaar regeert Haïti zich
zelf. In 1943 kwam door een toeval
de schilder-schrijver Dewitt Peters
naar Haïti en deze ontdekte de op
vallende begaafdheid van het volk
voor de schilderkunst. Dewitt sticht
te, met typisch Amerikaanse voort
varendheid, het Centre d'Art. Hij sig
naleerde twee oudere schilderende ne
gers: Philome Obin (een klerk) en
Hector Hyppolite (inlands priester).
Dewitt moedigde hen aan. Zo ook
andere negers: timmerlieden, politie
agenten, huisknechten, boerenjongens.
Hij liet heel wat olieverf, carton en
ripolin sturen enHaïti ging schil
deren. Wat die negers, tenminste 19
JTALIE, DAT VROEGER slechts pompeuze en waardeloze operaverfilmin
gen op de markt bracht, heeft zich na de oorlog in de internationale film
productie een unieke plaats veroverd met films, die een ongekende en sterk
aangrijpende zuiverheid vertoonden. Niet de studio-romantiek, maar de
alledaagse werkelijkheid bepaalde het karakter dezer rolprenten. De Ita
liaanse filmers werkten bij voorkeur niet meer tussen décors, maar trokken
naar buiten: ze filmden het alledaagse leven in de straten en stegen dei-
steden en op het open land en aan dat heel gewone leven van doodgewone
mensen ontleenden zij de gegevens voor hun films. Ook in andere landen:
Amerika, Engeland, Hongarije, heeft zich na de oorlog een nieuw streven
naar werkelijkheid ontwikkeld: veel films kregen er een sterk realistische,
bijna documentaire inslag. Italië bleef echter in dit opzicht het sterkst.
begonnen te interesseren. En zo trok
o.a. William Dieterle na de oorlog
[|ET IS begrijpelijk, dat 's werelds
grootste filmcentrum Hollywood,
bevreesd voor de overwinning die de
Italiaanse film ging behalen, er naar
ging streven bij de filmproductie daar
een vinger in de pap te krijgen. En
evenzeer is het begrijpelijk, dat fil
mers uit Hollywood zich zeer bepaald
voor het werk van hun plotseling tot
grootheid gestegen Italiaanse collega's
„gCHRIJF nou alsjeblieft
niet, dat ik altijd bezig
ben de zon op te zoeken of
Louise succesvol op d'r na
gels te laten bijten. Wat ik
op toneel doe, weten de
mensen zo langzamerhand
wel". Dat zegt ons Lou Ban
dy als wij met hem in zijn
zonnige landhuis „De Schuy-
'e Vink" in Doorn thee drin
ken. En wij kunnen Lou's
verzoek ten volle billijken.
Immers: „Je wilt toch af en
toe ook wel eens als een ge
wóón mens leven?" En daar
onder moet men dan bij onze
populaire Koning van de
Lach verstaan: als voorko
mend echtgenoot door vrouw
lief met kleine zorgjes wor
den omgeven, genieten van
de schatten uit de Neder
landse schilderkunst, die de
wanden sieren en praten
over de prestaties van con
fraters, waarbij vooral de ar-
konden het helpen, dat onze opmerkin
gen opeens weer op „het vak" betrek
king gingen krijgen. Want meneer Die
ben, zoals Lou in de Burgerlijke Stand
heet, kan nu eenmaal niet op tegen de
vitale, hartelijke Bandy, die, als er ge
werkt moet worden, soms kwellend las
tig kan zijn, maar tegelijkertijd toch
één brok gezelligheid en levenskunst is.
PhilosopherenDat is één van
Lou's liefste bezigheden als hij zich
heeft teruggetrokken in Doorn om even
uit te blazen. En het spelen met stille
gedachten over de duizend-en-één din
gen van het leven geeft niet enkel aan
Lou de vreugde van het bestaan. Hoe
veel van zijn conferences, van zijn
liedjes en grappen zijn niet uit dat in-
ernstige. stille denken geboren? Hoe»
veel indeeën vonden daarin al hun
oorsprong?
Op het witte doek.
IDEEëN! „Praat mij niet van ideeën!
Ik heb er duizend en méér. Je kunt
er echter zo moeilijk over praten, want
dikwijls gaat het ermee als met het
kind, dat je een moeizaam gevangen,
bonte vlinder wil tonen. Als je de vin
gers openvouwt, fladdert je bezit weg.
Lou lacht tegen Carla, zijn vrouw, die
thee inschenkt en die zijn onuitgespro
ken vraag met een instemmende hoofd
knik beantwoordt. „Laat ik je nu toch
maar iets over mijn werk vertellen,
maar niet over wat was of is, maar wat
nog moet komen.En zo komen we
dan via een praatje over ideeën tot
grootse plannen. Lou Bandy, die pas
samen met zijn vrouw een kleuren-
filmpje heeft gemaakt in opdracht van
de Vereniging van Tuinbouwveilingen,
waarin de waarde van het Hollandse
fruit op de voorgrond wordt geplaatst,
wil in deze richting voortgaan. Vlak
vóór de oorlog uitbrak, was hij ook zo
tisten op het terrein van de
kunst, die met een „grote K" wordt ge- Lou Bandy, de man die op toneel zo
schreven, de ereplaats krijgen. Want vlot is en die zelfs in een ernstig ge- U1J
Bandy is niet zo oppervlakkig en lucht- sprek overvloedig met kwinkslagen ver, maar toen moest van alles worden
hartig, als zijn optreden soms doet den- strooit, wekt bijna argwaan bij ons, als afgezien. Thans bewaart de Neder-
bij de waarde van zijn successen in landse Chevalier het idee voor een
Integendeel: men kan met hem uren twijfel trekt. Maar de heilige ernst in film, die wereldbelangstelling zal kun-
praten over de techniek van een Rem- zijn blik geeft ons de zekerheid, die nen oogsten. Geboren uit zuivere phi-
orandt, een Saftleven of een Breitner Lou's antwoord op de eigen vraag be- losophie en daarom simpel, maar zéér
en Lou, die thuis het liefst rondloopt stendigt: „Ik heb mijn speciale taak levensecht. Een film, zoals ook de per-
in een oude pantalon en een gemakke- zoals wij allen die in het leven vinden, soonlijkheid is: een gulle lach, een zor-
yk zittend pyamajasje, schaamt zich Als ik bedenk hoevelen even hun dage- geloos gebaar veel humor, maar met
b'6 ïv/r DS een ®esPrek £e bekennen, lijksche zorgen vergeten door mijn een achtergrond van heilige ernst en de
oe Mary Dresselhuys hem pas nog in -liedjes en praatjes, weet ik weer, dat wezenlijke ontroering in hem, die al-
premiere met haar spel tot tranen ik mij niet vergis in mijn streven.." jeen zijn intimi leren kennen. Lou
in au geroerd- ••Soms vraae ik mij Het is altijd.... Bandy een dromer, die tegelijkertijd
lijk? t ei,nst a£: Wat doe ik nu eigen- HAAR waren we bijna tóch weer bij met beide benen op de grond staat en
waardig?" werk van een die bedjes aangeland, waar we het zijn ogen niet sluit voor de hardste
niet over zouden hebben. Lou noch wjj dingen uit het heden.
naar Italië om zich grondig op de
hoogte te stellen van het werk van de
filmers daar en zich te verfrissen aan
de nieuwe atmosfeer op filmgebied.
Dieterle was een Duits toneelspeler,
die in 1921 door de toen opkomende
(en al spoedig zeer groot geworden)
cineast Ewald Dupont uitgenodigd
werd voor de film te komen spelen.
Dat was voor hem een beslissend mo
ment: hij raakte door de film gebio
logeerd, bleef eerst nog enige jaren
voor de camera werken als acteur en
nam in 1926 de regie op zich van „Die
Heilige und ihr Narr". In datzelfde
jaar nog trok hij naar Hollywood, waar
hij sedertdien bleef werken en er en
kele tientallen films regisseerde.
Zijn nieuwste film is thans „Vul-
cano", door Dieterle in Italië en heel
sterk onder invloed van de hedendaag
se Italiaanse neo-realistische film
kunst gemaakt. Het scénario van „Vul-
cano" werd geschreven in opdracht
van de regisseur Roberto Rossellini,
die het zou gaan verfilmen met Anna
Magnani in de hoofdrol. Toen Rossel
lini echter Ingrid Bergman leerde ken
nen, zijn leven vrij geruchtmakend;
aan het hare verbond en haar de
hoofdrol in deze film wilde geven,
werd hij door Anna Magnani, die reeds
voor'deze rol gecontracteerd was, ge
dwongen zich van „Vulcano" terug te
trekken. De reaie werd toen opgedra
gen aan Dieterle, die hiermede één
van zijn betere films zo niet zijn
beste maakte.
„yULCANO" is de naam van een
klein vulkanisch eilandje ten
noorden van Sicilië. Een. jonge vrouw,
Maddalena, die er vroeger gewoond
heeft, maar er wegtrok om van de
wereld te gaan genieten, keert er op
een goede dag weer, teruggestuurd
door de zedenpolitie van Napels. Zij
vindt op het eiland, waar alles haar
nog aan haar armoedige, maar ver
geleken bij haar latere leven toch
nog gelukkige jeugd herinnert, een
verbeten sfeer van vijandschap. Mad
dalena de prostituée, die met haar
verleden gebroken heeft en een ouder
en beter verleden hoopt te doen herle
ven, wordt door de eilandbewoners
en met name door de vrouwen onder
hen niet meer aanvaard. En wan
neer zij ziet, dat haar jongere zuster
Maria zich, net als zij vroeger, op het
eiland niet meer thuis voelt, snakt
naar een ongebonden, zorgeloos leven
en dezelfde weg dreigt op te gaan als
zij zelf, is Maddalena zonder steun
van buiten af machteloos. De liefde
van haar zuster, die zonder het te be
seffen zich ten prooi heeft gegeven
aan een lichtzinnige knaap een
tussenpersoon in de handel in blanke
slavinnen ontvalt haar en zij weet
ANNA MAGNANI,
zich in het leven, dat voor haar zonder
liefde te hard is, amper nog staande
te houden. Onmachtig het gevaar op
een andere wijze af te wenden, ver
moordt Maddalena de man, die het
geluk van haar zuster belaagt en zoekt
zelf de dood bij een uitbarsting van
de vulkaan.
£)IETERLE heeft van zijn Italiaanse
collega's geleerd het natuurlijke
décor te gebruiken tot versterking
van de dramatische kracht van zijn
film. Bijzonder bekwaam weet hij in
„Vulcano" een intense werkelijk
heidsatmosfeer te scheppen door bij
zijn behandeling van het gegeven
steeds het landschap en zijn bevolking
te betrekken als natuurlijke elemen
ten in het drama. Dat „Vulcano" niet
door een filmer uit de' Italiaanse neon-
realistische school werd gemaakt,
maar door een man, die gevormd is
door Hollywood, blijkt echter door de
te grote nadruk, waarmee sommige
neven-intriges, welke voor het eigen
lijke drama zonder belang zijn, wer
den behandeld. Zo is bijvoorbeeld aan
de geschiedenis met de louche vrou-
wenronsela'ar een vrij banale vorm
gegeven hier en daar ook nog wat
goedkoop geromantiseerd (het zoeken
naar de verdronken schat en de sluip
moord onder water) waardoor ze
buiten het overigens zo voortreffelijk
geschapen werkelijkheidskader komt.
te liggen.
Dit neemt echter niet weg, dat „Vul
cano" een zeer bijzondere prestatie is
van Dieterle, vooral ook door het ge
bruik, dat hij wist te maken van do
cumentaire opnamen van het leven
der eilandbewoners (prachtig gemon
teerde beeldreeksen van de visvangst
bijvoorbeeld!) Het spel in deze film
voegt zich volkomen in de sfeer van
Dieterle's hele regie. De jeugdige Ge-
raldine Brooks (de enige niet-Itali-
aanse onder de hier gebruikte ama
teur- en beroepsspelers) verrast met
een zeer zuivere typering van het
meisje Maria en de.film krijgt boven
al een werkelijk grote allurë door 't
intens levende, boeiende spel van An
na Magnani. Zij geeft hier aan de
figuur van de rampzalige, naar wat
geluk en innerlijke rust snakkende
prostituée Maddalena treffend gestal
te, aangrijpend van dramatiek, krach
tig en uiterst gevoelig gekarakteri-
wel deze zeer curieuze tentoonstelling
nog maar een paar dagen te bezich
tigen is, wilde ik toch niet verzuimen
uw aandacht er op te vestigen. Omdat
ze zo ongelofelijk instructief, leerzaam
is. En daarbij: zo aandoenlijk eerlijk,
zo kinderlijk spontaan en zo nobel en
mild als alleen maar kinderlijke, nog
niet door God weet welke artistieke
en would be-artistieke stromingen en
excessen bedorven zielen nobel en
mild kunnen zijn.
Poor Old Joe
gaat schilderen
Reeds de namen van die negers zijn
van een welluidendheid, die een mens
dwingt ze telkens opnieuw zachtjes
uit te spreken: Castera Bazile; Ri-
gaud Benoit; Dieudonné Cédor; Préfete
Dufaut; Hector Hyppolite; Jasmin
Joseph; Philomé Obin; Louverture
Poisson; St. Brice; Adam Leontus en
Micius Stephane.
Maar wat ze schilderden is méér
dan welluidend en men ontwaakt plot
seling uit een wereld van stillevens
en nette bloemstukjes. Ineens weet
men niets meer van al die laantjes en
visjes en vogeltjes, die in het westen
worden geschilderd, waarschijnlijk om
dat men daar uitgeschilderd is. En
men ziet hoe een neger de Koning van
'Afrika schildert, met kleuren zo fel en
zo vlammend, zo laaiend en verruk
kelijk „modern", dat men even twij
felt of dit inderdaad kunst van ach
ter die color line is. En men ziet een
Kruisiging Jesu, gezien door de ogen,
het hart en de ziel van een neger en
men denkt: ook dat kunnen ze dus
en ook dat wisten ze daar! En men
ziet een naakt, zo kuis en koel en
voornaam, en omrankt met zoveel
schone, juichende bloemen, dat men
zich afvraagt waar deze aristocratie
van de geest (néger-geestvan
daan komt. En daar is weer een an
dere kruisiging (waarschijnlijk een
aantrekkelijk motief voor een neger,
omdat een reeks van voorvaderen bij
voortduring gekruisigd werd), met
een Christus, die men een vlag om
het gepijnigd hoofd wond. De vlag
der vrijheid! Men moet van beton en
graniet zijn om daarbij niet tot in het
merg te ontroeren.
Er zou nog veel te schrijven zijn,
over deze 19 schilderende negers,
wier grootvaders alleen nog maar
„smerige slaven" waren, en die zelf
nog achter die color line hurken. Ook
al willen de heer Truman en zijn grote
voorganger dat niet, maar omdat in
dat liefelijke Zuiden, de heetgebaker
de, wilde, wrede, tomeloos-reaction-
naire senatoren dat nu eenmaal wil
len, in hun romantisch Dixyland, in
dat door Kilima Hawaiians c.s. zo
heerlijk bezongen „down south". Ja...
meer te schrijven over Het Gouden
Spinnenweb, de Tafel der Goden, de
Apotheose van F. D. Roosevelt, de
Crime Passionel, en de Ceremonie van
de verdronken zeelieden. Maar dat
heeft geen zin. Schilderijen zijn er om
gezien te worden. Niet om te be
schrijven.
[-JET IS een paar jaar geleden, dat
de heer Dewitt Peters z'n olieverf,
celotex, triplex en maconite naar dat
eiland der negers zond. En dit werd
het resultaat! Men gaat met menige
ervaring rijker de stoep van het mu
seum in de Paulus Potterstraat weer
af. Onder andere met deze twee: dat
deze negers schilderen, alsof ze al
eeuwen lang bezig zijn geweest (maar
misschien wè.reh ze ook wel bezig,
maar wachtten ze op materiaal
en: dat een uitnemende leerschool on
zer moderne schilders, experimentalis-
ten en Picasso-epigonen, gevormd
wordt door deze 19 Haïtiaanse negers.
Want zij zijn het experimentele sta
dium al een eindweegs voorbij, dunkt
me. Haïti schildert, vóór of échter de
color line, met of zonder sanctie van
de één of andere Dixyland-senator.
En ze zijn gelukkig met hun kunst.
Want wist U, dat telkens, wanneer
een belangrijk werk gereed is, dit in
optocht naar het Centre d'Art gedra
gen wordt, evenals in die andere re
naissance
Is dót niet aardig?
Waar vindt ge dat, in ons gestroom
lijnde westen, zo ver van deze slaven
zonen
ANTHONY VAN KAMPEN.
seerd, prachtig uitgediept en in elk
detail steeds tintelend van leven. Dat
de film „Vulcano" ondanks ver
schillende tekortkomingen een zeer
bijzonder werk is geworden, is voor
een groot deel aan deze creatie van
Anna Magnani te danken.