|l£t Corruptie bij New Yorks politie VULCANO - een film naar het leven LOU BAN de reële dromer VEE AMSTERDAMS PODIUM 19 Negers in de Potterstraat voeding! H'sonen, dan I Bookmaker beiaalde 300 dollar per week „bescherming" maar werd ioch gearresieerd Nieuw regime wil resultaten tonen ÏÏlmAett, mei wie wij Lphoken zaterdag 23 seftember 1850 rheid c. ïlf te at je toch i 60 voectings- ;s te meet hebt >digvanwege k en vitamines; hoogt de weer- ;ren en im te maal schrik voor Sociale n de Voedingsraad. PORN. 1950 (aanvang ;te zaterdag len aangevoerd: geldige witte- et geldige wit- n witgroene ver- noodzakelijk). foei CHEF hoe kou je 2cmets van me DENKEN (Van onze correspondent te New York). UET TONEEL stelt voor een straat in New York. Op de rijweg spoeden dure limousines zich naar Flushing Meedows of Lake Success, waar de inzitten den hun visie over de internationale situatie ten beste zullen geven. Op heit trottoir fluit een lange slungel het tweetonig wol ven-motief, dat te kennen geeft, hoezeer hij wel geïmponeerd is door het typistetje, dat hem zojuist Yoorbijstevende. Op de hoek van de straat staat Mike, de_krantenman, in een heftig debat gewikkeld met Mike, de diender. Diender: „Het spijt me, ik kan er heus niets aan doen ik moet je arres- l teren." Krantenman: „Maar ik heb je toch iedere week betaald; 300 is een hoop geld." Diender: „Ik ontken het niet. Maar het nieuwe regime wil resultaten zien." Krantenman: „Als ik je nou $350 geef, laat je me dan met rust?" (uit een sigarenkistje achter een stapel kranten komen lapjes van 10 te voorschijn). Diender (neemt het geld aan)„Ik zal zien wat ik kan doen." (Zijn politie stok in zijn vingers bungelend gaat hij door op zijn ronde). bookmakers de stad is er vol van. Het interesseerde hem meer om te weten wie de politieagent was en wie 's dienders bazen waren. Want hij was niet zo naief om te geloven, dat een doodgewone agent van zijn superieu ren de kans krijgt om met een bijver dienste van 300 per week, bijna zes keer zijn salaris, te gaan strijken. Corrupte politie. DUS riep hij de hoofdcommissaris van politie op het matje. Die lijkbleek werd, uitermate on-politioneel stotter de en daarna voorstelde, dat - de poli tie een eigen onderzoek instelde. „Stel maar in", zei McDonald. „Maar ik ga door met mijn onderzoek". En dat liet hij in de bladen zetten ook. Corruptie onder de New Yorkse po litie is niets nieuws. De salarissen zijn laag; de hogere functies in het corps zijn nauw verbonden aan politieke or ganisaties; het Amerikaanse systeem brengt met zich mee, dat hoge func tionarissen, door de bevolking geko zen, in ondergeschikte functies hun vrienden plaatsen, wier loyaliteit van meer betekenis is dan hun competen tie. Die vrienden hebben weer hun vrienden, die vuile werkjes moeten opknappen tegen een laag loon en dus op andere wijze compensatie zoeken. De jacht op de bookmakers is even min nieuw. Zolang men het wedden niet legaliseert, zullen er altijd book makers zijn, die de kleine man de ge legenheid bieden op hun favoriete paard, baseball-team of op een num mercombinatie te wedden. Maar de bookmakers dat heeft de ervaring geleerd staan niet op zichzelf. Zij zijn de verste uitpost in de „correcte maatschappij" van de onderwereld en de draad van bookmaken loopt door tot hen, die cocaïne smokkelen, in blanke slavinnen handelen en in het algemeen niet voor een slordige moord terugschrikken. Dwyer op 't matje. TOEN burgemeester O'Dwyer korte tijd geleden zo schielijk aftrad om als ambassadeur in Mexico zijn Spaans wat te kunnen opfrissen, was er een onderzoek tegen de georganiseerde misdaad aan de gang. „Nonsens", was het commentaar van O'Dwyer hierom trent, „men probeert een stok te vin- O'DWYER op 't motje WOORDELIJK briefde Mike-de- krantenman (voor wie de „losse ver koop" maar een bijbaantje was) dit gesprek telefonisch over aan zijn baas van het gok-syndicaat. En na een half uur belde hij opnieuw op met de me dedeling dat hij er ondanks de extra 50 toch aan zou moeten geloven, ten zij het syndicaat „iemand anders be schikbaar kon stellen", ter arrestatie. Baas: „Maar we hebben niemand. Ik heb zelf net een week vastgezeten. Ik voel er niets voor". Krantenman: „Hij zegt, dat we er met een boete van 100 wel afkomen". Baas: „Des te meer reden, dat jij de- i ze keer gaat". Geen der dramatis personae in dit schelle drama uit het dagelijks leven f was zich er van bewust, dat hun tele foongesprekken werden afgeluisterd en op een geluidsband werden vastge legd door de procureur van de stad New York, die in de strijd tegen de georganiseerde onderwereld gebruik mag maken van het overigens onde- I mocratische wapen der afgetapte tele- I foonlijn. District-attorney McDonald maakte zich minder bezorgd om de den om de hond te slaan". Dit bleek een onvoorzichtige uitlating, die in middels een boemerang-effect heeft ge had. Want nu, in de loop van deze laatste ontwikkelingen, ondubbelzin nig aan de dag is getreden, dat het „nieuwe regime" van het politie-be- leid dat volgde op O'Dwyer's ver trek in feite geen draad beter is dan het „oude regiem", zijn er invloed rijke Senatoren in Washington ge weest, die de zaak iets verder willen onderzoeken. Sommige hunner hebben O'Dwyer van zijn Californische vacan- tie (de zoveelste binnen het jaar) naar de hoofdstad teruggeroepen. Vóór zij er in wilden toestemmen O'Dwyer zijn Spaans in Mexico City te laten luch ten, wensten zij na te gaan of het tij dens zijn bewind als burgemeester van New York niet wat al te Spaans is toegegaan. Het is uiteraard geen toeval, dat deze onthullingen plaats vinden aan de voor avond van de verkiezingen. Politieke tegenstanders genieten er van, het pu bliek te laten zien, hoe corrupt de po litie onder het bewind der Democraten wel is geworden. Indien de verhou dingen omgekeerd waren geveest, zou het nauwelijks anders zijn toegegaan. De grote steden zijn te groot; geen politiecorps kan op alle wonde plekken der gemeenschap de vinger leggen. Mike de krantenman zit inmiddels in verzekerde bewaring. Op eigen ver zoek. De publiciteit, die hij heeft ge noten, was hem iets te machtig. Hij beseft, dat hij te veel weet en dat kwa de zielen in het syndicaat die hij misschien nog nooit in levenden lijve heeft aanschouwd hem graag uit de weg zouden willen hebben. Want Mike de krantenman zou per ongeluk en met de beste bedoelingen de procureur op het pad kunnen leiden naar diepere onthullingen. Voorlopig voelt hij zich achter de tralies het veiligst. Mike de politieman, zit nog veel meer in zijn rats. Door ontslag uit de dienst aan te vragen, geeft hij zich echter bloot. Maar een handige superieur kan hem uiteraard tactvol, een opdracht ge ven een misdadiger in een andere stad op te sporen. Tijdens die opdracht ziet Mike wellicht kans om enige tijd zoek te raken („to get lost", zoals hef Ame rikanisme luidt). Inmiddels hopen beiden en hun su- Lied van de week Wie zal dat betalen Deze week heeft wel in 't teken Ven het aardse slijk gestaan. Eerstens bood de P.T.T. mij Gratis haar bemidd'ling aan Bij het maandelijkse sparen, 'n Loflijk streveninderdaad, Maar waar het vandaan moet komen Dat is nu weer and're praat. Dat we op de koffie komen, Oftewel worden geflest, Leert ons daag'lijks bakkie leut wel, Want de prijs die is weer best Voorts heeft de millioenen-nota Ons heel duid'lijk kond gedaan, Dat de leeuw van Holland lelijk In zijn hemp ie komt te staan. Liefst zesduizend pietermannen Schuld per Nederlands geZin. En maar zingen van je hela, Hola houdt de moed er in Oók al wegens de ping-ping, heeft Heel deegtrappend Nederland Plotseling alarm geblazen Naar aloude bakkerstrant. Aangezien men de belasting Met maar even vijf procent Als bet deeg wil laten rijzen. Daarmee zijn zij niet content. En Zo bakten de tienduizend Van de krakelingenstand Om de dood geen zoete broodjes In de hoofdstad van ons land. Neen, men heeft ze BRUIN gebakken En de fiscus doen verstaan, Dat het bollenbakkersgilde Op die wijz' gaat naar de maan. En zo zien wij, lekenbroeders, Dat men in de bakkerij Oók vaak staat voor hete vuren En 't niet steeds is koek en ei! JABSON perieuren op een njeuw schandaal, dat wellicht de huidige opwinding over schaduwt. Dat de aandacht van het pu bliek afwent en een einde maakt aan het openbaar verlangen om „hoofden te zien vallen". Als het zover is, kan Mike de politieman (tegen zijn basis salaris) zijn dienst weer kloppen, ter wijl Mike-de-krantenman weer in zijn kiosk kan zitten. Zij het, dat hij zich voorlopig tevreden zal moeten stellen met de losse verkoop. jK DACHT ZO het een en ander omtrent negers te weten. Was ten slotte niet het eerste prentenboek, dat me in handen gegeven werd, zo'n kleine vijf en dertig jaar geleden, de in veeikleurendruk uitgevoerde historie van „Paul en Virginia" Nog zie ik de karmijnrode striemen gegroefd in de ebbenhouten huid van die ene gegeselde neger. Na Paul en Virginia duurde het een jaar of wat. Toen kwam De Negerhut van Oom Tom (in kinder versie). Nög veel later kwamen de eerste romans en documents humains. Over de negerstrijd in de Zuidelijke Staten van die zozeer up to date USA. Over de color line. Over dat aardig spel dat lynchen heet! Wéér later hoorde ik de negers in Dvorak's symphonie „Aus der neuen Welt". En je begon te luisteren naar die oceaan van weemoed, tegen de wereld van het westen uitklotsend in spirituals als My Old Kentucky Home, Poor Old Joe en Deep River. En dan weer later: stomdronken negers op de Nieuwendijk, samba end en steppend in de gore tingeltangels van het duistere Amsterdam. En daartussendoor krantenberichtjes en filmjournaals, waarin men leest en ziet hoe negers hele bataljons vormden in onze laatste oorlog, hoe ze de Chris tian Soldiers meehielpen de vijand te verslaan en hoe ze daarna, samen met die Christian Soldiers, terugtrokken naar Gods Own Country, om daar dan opnieuw en onverbiddelijk achter de color line gezet te worden. Omdat ze negers zijn. Hetgeen betekent: tweede klas mensen. van hen, schilderden wordt in de Pau- lus Potterstraat geëxposeerd en hoe- fJN DEZE WEEK dan een nieuwe en emotionele ontmoeting met ne gers. Ditmaal in de Paulus Potter straat, in het Stedelijk Museum. Want daar hangt hun werk: het resultaat van 19 schilderende negers van Haïti, eiland in de Caraïbische Zee. Een vreemde, wonderlijke ontmoe ting, met die 19 negers in de Paulus Potterstraat, op die mistroostige herfstdag. Wonderlijk, omdat in dat uur een heel brok neger-leven open- bloeidé, verklaard werd, en ontdaan van de windselen, die het zo lang, al thans voor mij, vaag en onverklaar baar deden blijven. Zo is het gegaan: Haïti werd, na de Napoleontische oorlogen, de eer ste vrije negerstaat in de USA en sinds die 150 jaar regeert Haïti zich zelf. In 1943 kwam door een toeval de schilder-schrijver Dewitt Peters naar Haïti en deze ontdekte de op vallende begaafdheid van het volk voor de schilderkunst. Dewitt sticht te, met typisch Amerikaanse voort varendheid, het Centre d'Art. Hij sig naleerde twee oudere schilderende ne gers: Philome Obin (een klerk) en Hector Hyppolite (inlands priester). Dewitt moedigde hen aan. Zo ook andere negers: timmerlieden, politie agenten, huisknechten, boerenjongens. Hij liet heel wat olieverf, carton en ripolin sturen enHaïti ging schil deren. Wat die negers, tenminste 19 JTALIE, DAT VROEGER slechts pompeuze en waardeloze operaverfilmin gen op de markt bracht, heeft zich na de oorlog in de internationale film productie een unieke plaats veroverd met films, die een ongekende en sterk aangrijpende zuiverheid vertoonden. Niet de studio-romantiek, maar de alledaagse werkelijkheid bepaalde het karakter dezer rolprenten. De Ita liaanse filmers werkten bij voorkeur niet meer tussen décors, maar trokken naar buiten: ze filmden het alledaagse leven in de straten en stegen dei- steden en op het open land en aan dat heel gewone leven van doodgewone mensen ontleenden zij de gegevens voor hun films. Ook in andere landen: Amerika, Engeland, Hongarije, heeft zich na de oorlog een nieuw streven naar werkelijkheid ontwikkeld: veel films kregen er een sterk realistische, bijna documentaire inslag. Italië bleef echter in dit opzicht het sterkst. begonnen te interesseren. En zo trok o.a. William Dieterle na de oorlog [|ET IS begrijpelijk, dat 's werelds grootste filmcentrum Hollywood, bevreesd voor de overwinning die de Italiaanse film ging behalen, er naar ging streven bij de filmproductie daar een vinger in de pap te krijgen. En evenzeer is het begrijpelijk, dat fil mers uit Hollywood zich zeer bepaald voor het werk van hun plotseling tot grootheid gestegen Italiaanse collega's „gCHRIJF nou alsjeblieft niet, dat ik altijd bezig ben de zon op te zoeken of Louise succesvol op d'r na gels te laten bijten. Wat ik op toneel doe, weten de mensen zo langzamerhand wel". Dat zegt ons Lou Ban dy als wij met hem in zijn zonnige landhuis „De Schuy- 'e Vink" in Doorn thee drin ken. En wij kunnen Lou's verzoek ten volle billijken. Immers: „Je wilt toch af en toe ook wel eens als een ge wóón mens leven?" En daar onder moet men dan bij onze populaire Koning van de Lach verstaan: als voorko mend echtgenoot door vrouw lief met kleine zorgjes wor den omgeven, genieten van de schatten uit de Neder landse schilderkunst, die de wanden sieren en praten over de prestaties van con fraters, waarbij vooral de ar- konden het helpen, dat onze opmerkin gen opeens weer op „het vak" betrek king gingen krijgen. Want meneer Die ben, zoals Lou in de Burgerlijke Stand heet, kan nu eenmaal niet op tegen de vitale, hartelijke Bandy, die, als er ge werkt moet worden, soms kwellend las tig kan zijn, maar tegelijkertijd toch één brok gezelligheid en levenskunst is. PhilosopherenDat is één van Lou's liefste bezigheden als hij zich heeft teruggetrokken in Doorn om even uit te blazen. En het spelen met stille gedachten over de duizend-en-één din gen van het leven geeft niet enkel aan Lou de vreugde van het bestaan. Hoe veel van zijn conferences, van zijn liedjes en grappen zijn niet uit dat in- ernstige. stille denken geboren? Hoe» veel indeeën vonden daarin al hun oorsprong? Op het witte doek. IDEEëN! „Praat mij niet van ideeën! Ik heb er duizend en méér. Je kunt er echter zo moeilijk over praten, want dikwijls gaat het ermee als met het kind, dat je een moeizaam gevangen, bonte vlinder wil tonen. Als je de vin gers openvouwt, fladdert je bezit weg. Lou lacht tegen Carla, zijn vrouw, die thee inschenkt en die zijn onuitgespro ken vraag met een instemmende hoofd knik beantwoordt. „Laat ik je nu toch maar iets over mijn werk vertellen, maar niet over wat was of is, maar wat nog moet komen.En zo komen we dan via een praatje over ideeën tot grootse plannen. Lou Bandy, die pas samen met zijn vrouw een kleuren- filmpje heeft gemaakt in opdracht van de Vereniging van Tuinbouwveilingen, waarin de waarde van het Hollandse fruit op de voorgrond wordt geplaatst, wil in deze richting voortgaan. Vlak vóór de oorlog uitbrak, was hij ook zo tisten op het terrein van de kunst, die met een „grote K" wordt ge- Lou Bandy, de man die op toneel zo schreven, de ereplaats krijgen. Want vlot is en die zelfs in een ernstig ge- U1J Bandy is niet zo oppervlakkig en lucht- sprek overvloedig met kwinkslagen ver, maar toen moest van alles worden hartig, als zijn optreden soms doet den- strooit, wekt bijna argwaan bij ons, als afgezien. Thans bewaart de Neder- bij de waarde van zijn successen in landse Chevalier het idee voor een Integendeel: men kan met hem uren twijfel trekt. Maar de heilige ernst in film, die wereldbelangstelling zal kun- praten over de techniek van een Rem- zijn blik geeft ons de zekerheid, die nen oogsten. Geboren uit zuivere phi- orandt, een Saftleven of een Breitner Lou's antwoord op de eigen vraag be- losophie en daarom simpel, maar zéér en Lou, die thuis het liefst rondloopt stendigt: „Ik heb mijn speciale taak levensecht. Een film, zoals ook de per- in een oude pantalon en een gemakke- zoals wij allen die in het leven vinden, soonlijkheid is: een gulle lach, een zor- yk zittend pyamajasje, schaamt zich Als ik bedenk hoevelen even hun dage- geloos gebaar veel humor, maar met b'6 ïv/r DS een ®esPrek £e bekennen, lijksche zorgen vergeten door mijn een achtergrond van heilige ernst en de oe Mary Dresselhuys hem pas nog in -liedjes en praatjes, weet ik weer, dat wezenlijke ontroering in hem, die al- premiere met haar spel tot tranen ik mij niet vergis in mijn streven.." jeen zijn intimi leren kennen. Lou in au geroerd- ••Soms vraae ik mij Het is altijd.... Bandy een dromer, die tegelijkertijd lijk? t ei,nst a£: Wat doe ik nu eigen- HAAR waren we bijna tóch weer bij met beide benen op de grond staat en waardig?" werk van een die bedjes aangeland, waar we het zijn ogen niet sluit voor de hardste niet over zouden hebben. Lou noch wjj dingen uit het heden. naar Italië om zich grondig op de hoogte te stellen van het werk van de filmers daar en zich te verfrissen aan de nieuwe atmosfeer op filmgebied. Dieterle was een Duits toneelspeler, die in 1921 door de toen opkomende (en al spoedig zeer groot geworden) cineast Ewald Dupont uitgenodigd werd voor de film te komen spelen. Dat was voor hem een beslissend mo ment: hij raakte door de film gebio logeerd, bleef eerst nog enige jaren voor de camera werken als acteur en nam in 1926 de regie op zich van „Die Heilige und ihr Narr". In datzelfde jaar nog trok hij naar Hollywood, waar hij sedertdien bleef werken en er en kele tientallen films regisseerde. Zijn nieuwste film is thans „Vul- cano", door Dieterle in Italië en heel sterk onder invloed van de hedendaag se Italiaanse neo-realistische film kunst gemaakt. Het scénario van „Vul- cano" werd geschreven in opdracht van de regisseur Roberto Rossellini, die het zou gaan verfilmen met Anna Magnani in de hoofdrol. Toen Rossel lini echter Ingrid Bergman leerde ken nen, zijn leven vrij geruchtmakend; aan het hare verbond en haar de hoofdrol in deze film wilde geven, werd hij door Anna Magnani, die reeds voor'deze rol gecontracteerd was, ge dwongen zich van „Vulcano" terug te trekken. De reaie werd toen opgedra gen aan Dieterle, die hiermede één van zijn betere films zo niet zijn beste maakte. „yULCANO" is de naam van een klein vulkanisch eilandje ten noorden van Sicilië. Een. jonge vrouw, Maddalena, die er vroeger gewoond heeft, maar er wegtrok om van de wereld te gaan genieten, keert er op een goede dag weer, teruggestuurd door de zedenpolitie van Napels. Zij vindt op het eiland, waar alles haar nog aan haar armoedige, maar ver geleken bij haar latere leven toch nog gelukkige jeugd herinnert, een verbeten sfeer van vijandschap. Mad dalena de prostituée, die met haar verleden gebroken heeft en een ouder en beter verleden hoopt te doen herle ven, wordt door de eilandbewoners en met name door de vrouwen onder hen niet meer aanvaard. En wan neer zij ziet, dat haar jongere zuster Maria zich, net als zij vroeger, op het eiland niet meer thuis voelt, snakt naar een ongebonden, zorgeloos leven en dezelfde weg dreigt op te gaan als zij zelf, is Maddalena zonder steun van buiten af machteloos. De liefde van haar zuster, die zonder het te be seffen zich ten prooi heeft gegeven aan een lichtzinnige knaap een tussenpersoon in de handel in blanke slavinnen ontvalt haar en zij weet ANNA MAGNANI, zich in het leven, dat voor haar zonder liefde te hard is, amper nog staande te houden. Onmachtig het gevaar op een andere wijze af te wenden, ver moordt Maddalena de man, die het geluk van haar zuster belaagt en zoekt zelf de dood bij een uitbarsting van de vulkaan. £)IETERLE heeft van zijn Italiaanse collega's geleerd het natuurlijke décor te gebruiken tot versterking van de dramatische kracht van zijn film. Bijzonder bekwaam weet hij in „Vulcano" een intense werkelijk heidsatmosfeer te scheppen door bij zijn behandeling van het gegeven steeds het landschap en zijn bevolking te betrekken als natuurlijke elemen ten in het drama. Dat „Vulcano" niet door een filmer uit de' Italiaanse neon- realistische school werd gemaakt, maar door een man, die gevormd is door Hollywood, blijkt echter door de te grote nadruk, waarmee sommige neven-intriges, welke voor het eigen lijke drama zonder belang zijn, wer den behandeld. Zo is bijvoorbeeld aan de geschiedenis met de louche vrou- wenronsela'ar een vrij banale vorm gegeven hier en daar ook nog wat goedkoop geromantiseerd (het zoeken naar de verdronken schat en de sluip moord onder water) waardoor ze buiten het overigens zo voortreffelijk geschapen werkelijkheidskader komt. te liggen. Dit neemt echter niet weg, dat „Vul cano" een zeer bijzondere prestatie is van Dieterle, vooral ook door het ge bruik, dat hij wist te maken van do cumentaire opnamen van het leven der eilandbewoners (prachtig gemon teerde beeldreeksen van de visvangst bijvoorbeeld!) Het spel in deze film voegt zich volkomen in de sfeer van Dieterle's hele regie. De jeugdige Ge- raldine Brooks (de enige niet-Itali- aanse onder de hier gebruikte ama teur- en beroepsspelers) verrast met een zeer zuivere typering van het meisje Maria en de.film krijgt boven al een werkelijk grote allurë door 't intens levende, boeiende spel van An na Magnani. Zij geeft hier aan de figuur van de rampzalige, naar wat geluk en innerlijke rust snakkende prostituée Maddalena treffend gestal te, aangrijpend van dramatiek, krach tig en uiterst gevoelig gekarakteri- wel deze zeer curieuze tentoonstelling nog maar een paar dagen te bezich tigen is, wilde ik toch niet verzuimen uw aandacht er op te vestigen. Omdat ze zo ongelofelijk instructief, leerzaam is. En daarbij: zo aandoenlijk eerlijk, zo kinderlijk spontaan en zo nobel en mild als alleen maar kinderlijke, nog niet door God weet welke artistieke en would be-artistieke stromingen en excessen bedorven zielen nobel en mild kunnen zijn. Poor Old Joe gaat schilderen Reeds de namen van die negers zijn van een welluidendheid, die een mens dwingt ze telkens opnieuw zachtjes uit te spreken: Castera Bazile; Ri- gaud Benoit; Dieudonné Cédor; Préfete Dufaut; Hector Hyppolite; Jasmin Joseph; Philomé Obin; Louverture Poisson; St. Brice; Adam Leontus en Micius Stephane. Maar wat ze schilderden is méér dan welluidend en men ontwaakt plot seling uit een wereld van stillevens en nette bloemstukjes. Ineens weet men niets meer van al die laantjes en visjes en vogeltjes, die in het westen worden geschilderd, waarschijnlijk om dat men daar uitgeschilderd is. En men ziet hoe een neger de Koning van 'Afrika schildert, met kleuren zo fel en zo vlammend, zo laaiend en verruk kelijk „modern", dat men even twij felt of dit inderdaad kunst van ach ter die color line is. En men ziet een Kruisiging Jesu, gezien door de ogen, het hart en de ziel van een neger en men denkt: ook dat kunnen ze dus en ook dat wisten ze daar! En men ziet een naakt, zo kuis en koel en voornaam, en omrankt met zoveel schone, juichende bloemen, dat men zich afvraagt waar deze aristocratie van de geest (néger-geestvan daan komt. En daar is weer een an dere kruisiging (waarschijnlijk een aantrekkelijk motief voor een neger, omdat een reeks van voorvaderen bij voortduring gekruisigd werd), met een Christus, die men een vlag om het gepijnigd hoofd wond. De vlag der vrijheid! Men moet van beton en graniet zijn om daarbij niet tot in het merg te ontroeren. Er zou nog veel te schrijven zijn, over deze 19 schilderende negers, wier grootvaders alleen nog maar „smerige slaven" waren, en die zelf nog achter die color line hurken. Ook al willen de heer Truman en zijn grote voorganger dat niet, maar omdat in dat liefelijke Zuiden, de heetgebaker de, wilde, wrede, tomeloos-reaction- naire senatoren dat nu eenmaal wil len, in hun romantisch Dixyland, in dat door Kilima Hawaiians c.s. zo heerlijk bezongen „down south". Ja... meer te schrijven over Het Gouden Spinnenweb, de Tafel der Goden, de Apotheose van F. D. Roosevelt, de Crime Passionel, en de Ceremonie van de verdronken zeelieden. Maar dat heeft geen zin. Schilderijen zijn er om gezien te worden. Niet om te be schrijven. [-JET IS een paar jaar geleden, dat de heer Dewitt Peters z'n olieverf, celotex, triplex en maconite naar dat eiland der negers zond. En dit werd het resultaat! Men gaat met menige ervaring rijker de stoep van het mu seum in de Paulus Potterstraat weer af. Onder andere met deze twee: dat deze negers schilderen, alsof ze al eeuwen lang bezig zijn geweest (maar misschien wè.reh ze ook wel bezig, maar wachtten ze op materiaal en: dat een uitnemende leerschool on zer moderne schilders, experimentalis- ten en Picasso-epigonen, gevormd wordt door deze 19 Haïtiaanse negers. Want zij zijn het experimentele sta dium al een eindweegs voorbij, dunkt me. Haïti schildert, vóór of échter de color line, met of zonder sanctie van de één of andere Dixyland-senator. En ze zijn gelukkig met hun kunst. Want wist U, dat telkens, wanneer een belangrijk werk gereed is, dit in optocht naar het Centre d'Art gedra gen wordt, evenals in die andere re naissance Is dót niet aardig? Waar vindt ge dat, in ons gestroom lijnde westen, zo ver van deze slaven zonen ANTHONY VAN KAMPEN. seerd, prachtig uitgediept en in elk detail steeds tintelend van leven. Dat de film „Vulcano" ondanks ver schillende tekortkomingen een zeer bijzonder werk is geworden, is voor een groot deel aan deze creatie van Anna Magnani te danken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1950 | | pagina 7