TIEN RAADSELS „Oorlog'' vergt f 580 millioen Zweeds dorp door aardverschuiving weggevaagd AMSTERDAMS PODIUM Twee asters en drie rode rozen De dieisial Tiimekunst en Vlies" Sieeds zwaarder wordende last Buitengewoon crediet binnenkort nog nodig Een premieregeling voor de kleine boeren Nog geen Nieuw Guinees in R.I.S. parlement Torpedobootjager op een mijn gelopen Negen doden en vijf vermisien Besprekingen over Japans vredesverdrag begonnen Aruba protesteert tegen interimregeling Het aantal slachtoffers bleef beperkt Keer hei dubbeltje nog er es om Hij geloofde het wel KLEINE GRAPJES Da avonturen van Spekje en Knorrelaartje ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1950 I) «M DB EZlCHTlGBtj' lassieke pyrami- izelingwekkende /aardig slot van mma. Onder de anfare verlieten gevoel en een wonderlijke we- noemt. Van har de woorden van na afloop zei: Iullens"! Alkmaar ectie van het samenwerking ,p Nederland igd Alkmaar in ederlandse tour- Franse panto- •ceau, mag zeker 'ejuicht. Vrijdag de unieke ge- eld de eeuwen- pantomimespel, reeds schreven •el Nieuws", ten deze befaamde na de aanvang s land, welke begint als ope- ïarlijkse kunst- tie. ;end tot een der Iers van Frank- hij voorstellin- Champs Ely- het festival te Ier eerste kunst- >ns werelddeel 1948 richtte hij )p. pantomimespel in het antieke •id, leefde voort men in zekere me films van er in de Franse ts du paradis", zich geheel en de stilte" toege en lichaamsbe- ngen, wat de Zijn creatie van oot succes werd in de ..Theatre nale in Venetie zijn kunst ook belangstelling ictober zal er heid tot dansen De begroting van oorlog voor het jaar 1951, die thans bjj de Tweede Kamer Is ingediend, vertoont een eindcijfer van 580.098.070. De minister merkt op, dat aan hetgeen reeds eerder over het defensiebeleid in de toekomst werd ge zegd, slechts weinig behoeft te worden toegevoegd. Naast het paraat zijn voor enkele taken van nationaal karakter, dienen wij er mede voor te zorgen de poort van Europa te helpen sluiten voor elke verleiding, welke een mogelijke aggres sor mocht bekruipen om gewapenderhand zich van deze landen meester te maken. Reeds nu kondigt de minister aan, dat hij binnenkort enkele suppletoire begrotingen en wellicht eveneens een aanifrage voor 'n buitengewoon credier zal moeten indienen. Dit zegt reeds iets omtrent de vele en veelsoortige moei lijkheden, die gepaard gaan met de op bouw van een defensie-apparaat, dat tegen zijn taak is opgewassen. Ook staat vast dat de voorliggende begroting op meer dan één punt zal moeten wor den gewijzigd. Zolang de lichtingen niet op volle sterkte worden opgeroepen en de diensttijd niet met enige tijd verlengd is, zal in belangrijke mate de alsdan bestaande mogelijkheid moeten worden benut om door het organiseren van herhalingsoefeningen naast het onder houden en verbeteren van de geoefend heid van het oudere personeel, te be reiken, dat steeds een zeker aantal ge oefende troepen paraat aanwezig" is. Gedurende die herhalingsoefeningen zullen zij zoveel mogelijk in Ameri kaanse organisatie met de bewapening, welke op dat ogenblik beschikbaar zal zijn, worden geoefend om daarna als mobilisabele mankracht opnieuw naar huis te worden gezonden. De zware opofferingen, die ons volk voor dat alles zich moet getroosten treft ook de andere Westeuropese sta ten en eveneens Amerika. - Het is een steeds zwaarder wordende last, die slechts dan met overtuiging kan wor den gedragen, wanneer het besef le vendig blijft dat de materiële herbe wapening haar ondergrond vindt inde bereidheid tot geestelijke weerbaar heid. Kleine boerenbedrijven welke aan de door de Rijkslandbouwvoorlich- tingsdienst te stellen eisen voldoen, kunnen alsnog in aanmerking komen voor premieverstrekking op de bouw van: a. gierkelders; b. mestplaten; c. groenvoedersilo's; d. aardappelsilo's. Men dient zich hiertoe onder over legging van een verklaring van de Plaatselijke Bureauhouder betreffende de bedrijfsgrootte en veebezetting (in Noord-Holland maximaal 10 ha. of 18 stuks grootvee) te wenden tot de as sistent van de Landbouwvoorlichting. De gelegenheid tot aanvragen is voorlopig weer opengesteld tot 15 No vember a.s. Voorwaarde is echter dat de bouw vóór 1 Januari 1951 moet zijn voltooid. Onlangs gaven wij een bericht door afkomstig van een buitenlands persbu reau, waarin melding werd gemaakt van de benoeming van de heer Papare uit Nieuw Guinea tot lid van het Indo nesische parlement. Dit berustte op on juiste inlichtingen. Wel is in het par lement een motie, die benoeming ver zoekt, ingediend, doch tot dusverre is geen beslissing gevallen. De minister ziet er ook voor 1951 meer baat in de personele unie tussen de departementen van Marine en Oor log te bestendigen en de constructie tussen deze twee te verstevigen. Per 1 October zijn dusdanige wijzigingen in de organisatievorm gelast, dat de opbouw dier organisatie in de drie on derdelen der strijdkrachten meer in onderlinge overeenstemming kan ko men. Het instituut van de ouderdagen zal worden gehandhaafd. De sterkte van het beroepspersoneel der Kon. Mare chaussee is voor 1951 gehandhaafd op 2800 man. De stichting Steun Wettig Gezag zal f 150.000 minder subsidie ontvangen. De Ned. Militaire Bond en de Centrale van Kath. Militaire Tehuizen zullen wegens de gestegen exploitatiekosten der tehuizen f 10.000 meer subsidie ontvangen. Het weekblad voor de strijdkrachten zal worden beperkt en wellicht veranderen in een maande lijks periodiek. De Amerikaanse marine heeft Vrij dagavond bekend gemaakt, dat de Amerikaanse torpedobootjager „Brush" Woensdag in de Japanse zee ter hoogte van de Noordkoreaanse stad Tantsjou op een drijvende mijn is gelopen, ten gevolge waarvan 9 opvarenden gedood, 10 gewond en vijf vermist werden. De explosie veroorzaakte een groot gat aan bakboord onder de waterlijn van het 2.200 ton metende oorlogsschip. Het schip kon echter na herstellingswerk zaamheden ter plaatse op eigen kracht de Japanse haven Sasebo bereiken. Op 22 September zijn te New York informele besprekingen begonnen tus sen Engeland en de V.S. over een vre desverdrag voor Japan. Voordien had president Truman verklaard dat het Amerikaanse ministerie van buiten landse zaken het initiatief tot derge lijke besprekingen met de andere le den van de commissie voor het Verre Oosten zou nemen. De besprekingen zullen waarschijn lijk enige weken duren. Men zal zich ook tot de Sowjetunie wenden, die im mers lid is van de commissie voor het Verre Oosten. Moskou heeft tot dus verre het standpunt ingenomen, dat het vredesverdrag met Japan slechts door de grote mogendheden dient te wor den opgesteld. Vijf Arubaanse Statenleden hebben in een telegram aan de Koningin naar aanleiding van de aanvaarding van het ontwerp-Interimregeling met ge wijzigde zetelverdeling medegedeeld, dat „deze onverdiend illoyale en be treurenswaardige regeringsdaad on vermijdelijk zal moeten leiden tot een psychische breuk tussen Nederland en dit Rijksdeel". Aruba „is verknecht aan Curasao" en zal nu „alle geoor loofde middelen aanwenden, die er toe kunnen leiden, dat op korte ter mijn het Curagaose juk wordt afge schud". De nieuwe hoge commissaris van Nederland in Indonesië, de heer A. Th. Lamping, heeft gisteren op het paleis Merdeka in Djakarta, zijn geloofsbrie ven aan president Sukarno aangeboden. Het Zweedse dorpje Surte, ten Noor den van Gothenburg, is gistermorgen door een aardverschuiving geteisterd. Ten gevolge van de aanhoudende re gens van de laatste weken is een klei laag oververzadigd geraakt met water en gaan glijden. Enorme massa's aarde geraakten in beweging. De huizen, die er op stonden, zijn ingestort of door de aarde bedolven. Wonder boven won der is er waarschijnlijk niet meer dan één dode. Drie personen worden ver mist en er werden achttien gewonden geteld. Van het dorpje was gisteravond niets meer te zien dan een gapende modderkrater. De eerste tekenen van de ophanden zijnde ramp bespeurden gistermorgen de bewoners van 'n groep etagewonin gen. Deze gingen plotseling glijden en bewogen zich in de richting van de rivier De Goeta. Sommige huizen scheurden en stortten als kaartenhuizen ineen, andere bleven schots en scheef boven de rivier hangen. Middelerwijl was ook het station verwoest en een groot deel van de spoorbaan verdwe nen. Op de plaats, waar eens't dorpje had gelegen, bevond zich nu een ga pende kloof van tweehonderd meter breed en vijftien meter diep. Om de verwarring compleet te ma ken, braken alle verbindingen voor gas, water en electriciteit. Water en gas stroomden uit de grond, hier en daar stond de aarde onder stroom. De rivier werd door de verschuivende aardmas- sa's afgedamd, waaroor het water on rustbarend steeg. Ingenieurs hebben overwogen, om met dynamiet een door tocht voor het water te banen. Rondom het geteisterde gebied is een cordon van politiemannen van vijf kilometer getrokken, om nieuwsgieri gen op een afstand te houden. Vierhon derd soldaten helpen de politie en dé brandweer bij het zoeken naar overle venden. Wachten bij de rivier houden het stijgende water in het oog. Andere ploegen werpen dammen op om het wa ter te keren. Alle bewoners van het dorpje moeten zich bij de politie melden, om te kun nen nagaan, wie er vermist worden. Baggermateriaal is bij Surte aangeko men. Het zal een geul voor de rivier moeten vrijmaken. Het dorp is in 1648 eveneens door leen aardverschuiving gefteisterd. MERKWAARDIG. Hoogst merkwaar dig. Wjj zijn weer aan een nieuwe Ioonronde toe. Het kkn beslist niet langer zonder er weer eens vpf pro cent bovenop te leggen. En tegelijker tijd begint het Centraal Bureau voor de Staltistiek zich hevig te interesse ren voor de vraag, hoe de Nederlandse huisvrouw haar geld besteedt. Wilt u zo vriendelijk zijn een jaar lang uw huishoudboekje in te vullen en dat dan voor de statistiek beschikbaar stellen? Ik weet niet of u verband ziet tus sen deze twee verschijnselen,- maar ik begin zoiets als een schroeiluchtje van de lont te ruiken. Is het geen tijd, dat we aan de ernst van de toestand de nodige aandacht gaan besteden? Want als de lont werkelijk opbrandt en het kruitvat van het economisch evenwicht springt, gaan wij met ons allen van Speyck achterna: met de brokstukken de lucht in. Laten wij het gewoon op zijn nuch ter Hollands uitdrukken: het staat er op het ogenblik nieit zo best voor met de staathuishouding. Wij leven aller treurigst boven onze stand en straks wordt Jan Soldaat zo'n dure kostgan ger, dat wij helemaal op de bodem van de geldkist moeten rondkrabben. En dan nog weer eens een toeslag op de lonen waarover wij niet zul len gaan kibbelen of het nu werkelijk zo broodnodig is. Al moet het ons van het hart, dat er grote groepen bur gers zijn die géén verhoging van in komen krijgen, van geen enkele so ciale maatregel profiteren en die bo vendien nog de kapitalen moeten op brengen om hun medeburgers aan ai die extraatjes te helpen. De „genie ters" van middelgrote inkomens en de mensen in het vrije beroep kunnen u een huishoudboekje opendoen. ■ffn li v m MÈÈÊÊÊÊL MÊÊÊ Een Amerikaan bezocht Rotterdam en verzocht een jongen hem naar het standbeeld van Erasmus te brengen voor een gulden. De jongen wist ech ter, dat het standbeeld juist door stei gers aan het gezicht was onttrokken, maar om zich de gulden niet te laten ontgaan, leidde hij de buitenlander naar het standbeeld van Piet Hein. De Amerikaan was verwonderd over het oorlogszuchtige karakter van het standbeeld, maar de jongen gaf een verklaring. .,lk weet wel, dat Erasmus een wijs geer was", zei hij in zijn beste Engels, „maar dit standbeeld werd gemaakt, toen hij zijn jaar dienstplicht vervul- De Amerikaan was tevreden en gaf de knaap zijn gulden. DE OPLOSSINGEN 1 dove-netel; 2 Klas, klap, klad; 3 Minimaal: 4 Van de bast van de kina boom; 5 Negen stuks; 6 Ongeveer 600; 7 Zeventien kantjes; 8 Van hout; 9 Charlie Chaplin; 10 Het woord blijft niet gelijk, de middelste B verandert. Wegwijzer Op een bord voor het bos stond ge schreven: „Wie naar A. wil, gaat rechtuit, maar wie niet lezen kan, volgt de hoofdweg". Tellen Onderwijzer: „Jan, hoeveel ribben heeft een mens. Jan: „Ik weet het niet, meester, ik heb ze nog nooit geteld, ik kan zo slecht tegen kietelen". Aftreksom Kees en Jan kwamen uit school. Kees vroeg aan Jan: „Als een koe een poot verliest, hoeveel houdt hij er dan over?" Jan zei: „Hij houdt er drie over". Kees: „Hij houdt niets over, maar komt er één tekort". Snuggere leerling Onderwijzer: „Jongens, als ik zeg: „Me benne naar huis gegaan", dan is dat verkeerd. Wie weet waarom dat fout is?" Kareltje: „Omdatte we nog niet naar huis benne gegaan, meester". Vraag 1: Van welke plant weten wij met zekerheid, dat hij niets kan horen? Vraag 2: Met S vind je me in elke school; met P wil niemand me graag op de wang heb ben; met D moet je me netjes overschrijven. Wie kan ik wel zijn? Vraag 3: Wat is het tegengestelde van maximaal? Vraag 4: Kinine is een geneesmiddel tegen hevige koortsen. Weet je, waar het van ge maakt wordt? Vraag 5: Hoeveel kegels worden er bij het kegelspel gebruikt? Vraag 6: Hoeveel haringen bevat een „kantje" vol haring? Vraag 7: En hoeveel is een „last" haring? Vraag 8: Was het „Paard van Troje" van ijzer, .roestvrij staal of hout gemaakt? Vraag 9: Welke filmster staat bekend om zijn gekke benen? Vraag 10: Wat is er fout in de volgen de zin: „Het woord „Greb- beberg" blijft gelijk, als je het van achteren naar vo ren leest?" In het circus, heel vooraan, Heeft Oom een plaats genomen. Met zijn neefjes Spekje en Knor; Die denken dat ze dromen! Een clown staat op een dunne draad, Héél hoog, een boek te lezen! Eén danst de samba op een ton, Wat moet dat heerlijk wezen! Een derde fietst, al rokend, rond Op een heel smal hekje; Vol spanning en bewondering Zijn Knorrelaar en Spekje. Maar een tweede vraag is van meer belang. Zal die nieuwe loonsverhoging ook werkelijk helpen, zelfs als grote prijsstijging kan voorkomen worden? En dan is Saskia zo vrij achter deze vraag het vraagteken extra extra dik te maken. Neen, mijne heren vakbond leiders en magistraten: als u zich door een vrouw, door duizenden des kundigs Nederlandse vrouwen wilt la ten adviseren, knoopt u zich dan dit in het oor: Al uw laonronden, al uw prijsstoppen, al uw goedbedoelde maatregelen zullen u toch eindelijk in een fatale spiraal zuigen, als Als u de grote massa der Neder landse loontrekkers niet eindelijk op het allerlaatste nippertje gaat bij brengen hoe een verstandig mens zijn geld moet besteden. Want die kunst, waarin onze grootouders het ver ge bracht hadden, zijn negen van de tien van Harer Majesteits onderdanen op het ogenblik lelijk verleerd als zij die ooit verstaan hebben. En zonder het opnieuw aanleren en nauwgezet beoefenen van die kunst heeft ook het allergrootste inkomen geen zin. Het is hard en beschamend het te moeten zeggen, maar wie goed om zich heen kijkt en zijn oor te luis teren legt, moet wel tot de conclusie komen, dat ons volk voor het grootste deel uit volwassen kinderen bestaat. Kinderen, die niet het flauwste besef van de waarde van het geld hebben. Het leven is zo duur! Een gezin met kinderen kan ook met een behoorlijk loon nauwelijks rondkomen!, dat zijn kreten, die te pas en te onpas op de jammerlijkste toon worden aangehe ven, en men zou het bijna gaan gelo ven, als yj^LS de koele statistiek ons af en toe niet cijfers onder de neus schoof, waarvan we toch wel even met die ogen knipperen. Honderden millioenen aan sterke drank, aan rokerij, aan snoeperij geven wij, al jammerende over onze lege beurs, jaarlijks grif uit. In de vacantiemaanden snorren de bromfietsen ons bij zwermen van tientallen voorbij, en wie rijdt er nog op zijn opgelapt vooroorlogs karretje? Bij de banketbakkers staan de koop lustigen 's Zaterdags de deur uit en al die enorme voorraden van slaolie, suiker, thee, textiel, breigarens en noem maar op, die, dank zij Korea, zijn gehamsterd; die hebben de win keliers toch stellig niet geleverd om derwille van de mooie ogen der koop sters? Wij liggen als Nederlandse naSc niet krom en wjj rekken ons het leven niet van maand tot maand op enkele armzalige guldens. Wij drinken, wij roken, wij snoe pen, wij fuiven dat de stukken eraf vliegen. Wij slaan ons geld stuk in imitatie-oudhollandse steden, die kra kend failliet slaan als het onderste bier uit de kan is en er kan geen ge hucht in ons lieve land zijn, dat een paar nullen achter zijn bestaansduur kan schrijven of het moet nodig een week lang de bloemetjes buiten zet ten. Het is een koorts geworden, het smijten met geld; een kinderziekte, die wij nog altijd niet te boven zijn sinds de bezetting. Toén was het een averechts maar noodgedwongen le- JJE NIEUWEDIJK MAG DAN, onder bepaalde omstandigheden, een ge heel eigen sfeer, zjjn zeer eigen „klimaat" bezitten, al die sfeer en al dat „klimaat" werden die middag weggeregend. En de Nleuwendjjk was alleen nog maar een troosteloze hoofdstraat, met troosteloze mensen en trooste loze dingen. Troosteloos was zélfs Johnny Weismuller, die in z'n laatste Tarzan-creatie, geflankeerd door zeemeerminnen, op een ontzaglijk grote en felgekleurde plaat aan de pul van een bioscoop tekeer ging. Troosteloos, waren de twee harmonicaspelers, die tegen de regen inspeelden, maar naar wie niemand meer luisterde. En troosteloos waren alle schatten der aarde, in bonte veelheid in de etalages opgehoopt. Het was een met herfst geladen dag en de tentakels van de aansluipende winter tastten de Nieuwendjjk en( heel diens daarbij behorende levende en dode inventaris af. Toen ging bet ineens hard regenen en vluchtte iedereen ergens in weg of ergens onder. En opeens, was ik in een klein café. Nee„lunchroom" heette het. Laat ons de naam verzwijgen. Het was omtrent Tarzan en zijn mollige meerminnen op die pui. £)AAR BINNEN was het, vanwege 't vroege uur, niet druk. Het rook er naar vochtige jassen, muffe kelders en allerhand onprettige dingen. Het was er schemerig, kil en smakeloos, 't Leek me de allernaarste lunchroom van heel Amsterdam, uitsluitend nog geschikt als vluchthaven in de regen. Door de ruiten achter in die schame le taveerne zag ik een donkere, haast koolzwarte muur, glimmend van re gen. Zo stelt men zich de muren van de onderwereld voor. iiiiiimiiiiiii Er was een buffetjuffrouw, die triest en verloren voor zich uitstaar de. Er waren twee kellners, op wie de ganse last dezer vermoeide wereld drukte. Er stond een radio zacht te pruttelen. Hier en daar zaten rond kale tafel tjes wat mensen. Geen van hen bezat iets feestelijks. Op elk tafeltje ston den wat bloemen, drie, vier of vijf ver lepte, oude bloemen. Is er iets droef- geestigers denkbaar dan verflenste bloemen? Niet ver van me af zaten aan zo'n tafeltje twee meisjes. Ze praatten binnensmonds en onverstaanbaar. Ik nam ze eens op en merkte, dat ze er opvallend goedkoop uitzagen. Alles aan die meisjes was goedkoop. Hun nylons, wel glimmend, maar met zichtbaar de lidtekens van al te veel reparaties. Hun schoenen waren op zichtig en lelijk. Hun flodderjurkjes, vensprincipe, van hoog tot laag: Kopen wat men ziet en wat momen teel de begeerte opwiekt: dat is de kwaal, die onze Nederlandse huishou ding méér teistert dan welke inter nationale débÊlcle. Wij zijn, met de beste bedoelingen, hard op weg een geslacht te kweken, dat enkel en uit sluitend leeft bij het heden; dat geen geld in handen kan houden en werken een noodzakelijk kwaad acht. Dat schulden maken en borgen de ge woonste zaak van de wereld vindt, niet meer op eigen benen van verantwoor delijkheidsgevoel en zelfrespect kan staan, maar dat aan alle kanten moet gesteund worden door de krukken van sociale voorzieningen. Wij hebben ver geten, dat sociale vooruitgang gepaard moet gaan met geestelijke groei en dat een kind niet leert lopen door 't aan het handje te houden. En daarom moeten wij, van hoog tot laag, terug naar de oud-vader landse soberheid van tarwebrood als regel en taartjes als grote uitzonde ring; van de pijp in plaats van de si garet, de appel in plaats van het ijs je en het stuk in de elleboog in plaats van de smoking op afbetaling. SASKIA. EEN CHARMANTE NACHTJAPON Nylon vindt een veelvuldige toe passing, vooral als stof bij aardig ondergoed en bekoorlijke nacht japonnen. Dit model komt uit Ame rika. Het is geplooid en met Nylon kant afgezet vormloos schemerend door het vlies der plastic regenjassen, waren ordi nair en karakterloos. Even deden ze beiden denken aan in rossig vloei papier verpakte etalagepoppen. Nét zo onpersoonlijk, nét zo levenloos. Ze had den platte, gladde haren met de glin stering van een opdringerig ornament erin. Him monden waren slordig rood- geschminkt, hun vingertoppen vurige klauwtjes. Die meisjes hadden ge probeerd zich te omringen met iets waarvan ze meenden, dat het elegant en smaakvol was. Ze wisten niet, dat ze alleen maar goedkoop waren. En zeer banaal en zeer droefgeestig, daar in die lunchroom op die regenmiddag. Daar konden zelfs de imitatie-bloed kralen en de surrogaat-slangenleren tasjes niets aan veranderen, 't Was alles namaak, vals en doelloos. Zo zaten daar die twee verlepte mensen achter een tafeltje, met in een chroomstalen vaasje twee ver lepte asters en drie al haast gestorven rode rozen. J^EN DRONK daar thee, koffie en vruchtensap. En de regen ruiste over, op en in de Nieuwendijk en ieder wachtte om weer weg te gaan, uit die lunchroom met die muur van de onderwereld zo vlak bg. Het eerst gingen, toen het even minder regende, die twee meisjes. Ze hadden al afge rekend en liepen vlug de deur uit en de Nieuwendijk op. De kellner kwam aanlopen, veegde het tafeltje schoon en begon zacht te vloeken. Hij had er reden voor, dacht hij. De twee asters en de drie rozen waren verdwenen. Achtergelaten waren alleen twee peukjes sigaret, wijnrood aan het mondstuk. Die lagen daar als twee gloeiende stippen in de schemer, een beetje griezelig, een beetje sinister in dat groezelige asbakje. JS^ATUURLIJK namen die twee meis jes die asters en die rozen mee. In zulke levens zijn geen wildbloeiende rozen. Daar zijn alleen maar kunst bloemen. Zulke meisjes ontvangen geen orchidee in een kristallijnen vaasje. Die zijn gereserveerd voor meisjes, wier wieg stond in de bocht van de Herengracht, of in de bochten van het deftig Zuid. Beslist niet om trent de Nieuwendijk! Op de Nieuwen dijk, en in de straten en de stegen daar rondom, is te veel stof en regen, stank en modder voor bloemen. Daar hangt alleen Johnny Weismuller aan de pui van een volksbioscoop en daar speelt een valse harmonica. Daar zoekt men Mozart niet of Debussy. Die tie ren niet in schaduwen van zwarte mu ren, waarlangs de regen spoelt. Ik zal die twee goedkope meisjes niet zo snel vergeten, omdat ik ze al eens eerder had gezien. Nu weet ik waar: op een reproductie van een groot schilderij van Toulouse Lautrec. Twee meiden, aan een tafeltje op het terras van een Parijs' bistro, ergens in de faubourg. Als men zich dat rea liseert begrijpt men ineens dieper 't universeel talent van Toulouse: want die meiden waren dan wel Parijse meiden, maar óók Antwerpse. Wel Pargse. maar óók Madrileense. Wel Parijse, maar evenzeer uit Liverpool, Macao of 't gloeiend hete Singapore. Wel Parijse, maar evenzeer Amster damse, die van de Nieuwendijk. Twee verlepte asters en drie ver bloeide rozen namen ze mee. Misschien hebben ze die. bloemen in hun haren gestoken. Misschien thuis in een vaas je gezet. Misschien hebben ze er aan geroken en ze toen weggegooid, in de modder van de Nieuwendijk. Wie weet dat? Laat zulke meisjes rustig bloe men stelen. Hun leven kent niet het applaus. Voor hen geen damast en Brussels kant. Voor hen geen parels en diamanten. Voor hen geen Mozart. Voor hen alleen: regen en de Nieuwen dijk, donkere muren achter gore lunch room-ruitjes. Geen hermelijnen avond- cape-tjes, maar glazige jassen, waar in een mens zichzelf te kijk zet, en zichzelf etaleert. Men steelt geen rozen en geen as ters om er rijker van te worden. Die worden niet door handen gestolen. Die steelt het hart. Dat arme, verloren, goedkope, verregende hart van zóveel meisjes op de Nieuwendijk en daarom trent. Dat tóch niet buiten rozen kan. JN LAKE SUCCESS verbeteren wfl de wereld. In Washington en Parijs, in Londen en Brussel komen groten dezer aarde samen om ons een andere, mildere, bewoonbaarder wereld te schenken. Dat zal wel goed zijn, denk ik. Maar wié zorgt voor meisjes van de Nieuwendijk, die zonder rozen zijn en die gestorven en vergaan zullen zijn eer het eerste schip vol bloemen meren zal aan de donkere steigers, van de zelfkant dezer wereldstad? Voor hen te laat. Daarom namen zjj die rozen en die 9/Stcrs> ANTHONY! VAN KAMPEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1950 | | pagina 3