jgkBCIClEOJESff
De nieuwe huurwet beschermt
duidelijk de huurder
Diepe halsuitsnijdingen op eerste plan
KAMERPLANTEN
Vlijtig Lies je
Levenslang aan
de kaak
hangerig, koorts!
Er worden huur-advies'Commissies ingesteld
Een lekkere warme peignoir
vKnoopsluiting van taille tot rokzoom1
ZATERDAG 6 -JANUARI 1951
z-/3'
'6.
'/z KRAAG
JN mijn familie heb. ik een bijdehande
oude dame gekend, die tot haai'
dochters placht te zeggen: Bioscoop?
Behoef je mij niet heen te brengen; ik
zie elke dag films genoeg om mij heen.
Ik moest aan haar vinnige opmer
king denken, toen ik de lange, bittere
brief van een lezeres ten einde gelezen
had. Wezenlijk, wij zien vaak films die
ons nog dagen lang achtervolgen alsof
het werkelijk de fotografische weerga
ve van een reëel en tragisch mensenlot
Was geweest. Maar geen tragiek op het
witte doek kan halen bij die, welke de
grote regisseur Leven ons af en toe
onder de ogen schuift.
Deze brief dan onthulde er één van
en indien ik u het ganse lijdens
verhaal hier navertelde zoudt u mij
Verontwaardigd in de rede vallen: Zo-
Veel narigheid in één mensenleven: dat
verdraagt de sterkste niet. En toch
draagt deze brief in een eenvoud alle
kenmerken van echtheid, ja. vermeldt
herhaaldelijk uitdrukkelijk: Het ergste
zal ik u maar besparen.
En waaruit vloeit al die tegenslag,
dat bijna ondraaglijke verdriet en die
verbittering tegen de medemens voort?
Niet uit karakterfouten, uit misslagen
of dwaasheden door deze vrouw zelf
begaan. Zelfs is er bij haar geen sprake
van een of andere noodlottige erfelijke
neiging of aangeboren ondeugd. Neen,
het ganse drama van haar leven boor
devol verdriet is het gevolg van haar
doodongelukkige jeugd.
Er wordt vaak en geestdriftig over
de zegeningen en de opvoedkundige
waarde van het grote gezin geschreven.
Daarin schuilt veel waars: maar laten
deze enthousiaste propagandisten toch
nooit vergeten, dat eer groot gezin op
zichzelf voor de kinderen even goed
een vloek kan betekenen als de
ouders zich van hun verantwoordelijk
heid nog minder bewust zijn dan een
kat of een hond.
Deze vrouw doet een relaas van haar
kinderjaren, dat menig schrijver zou
afschrikken als al te somber. Eén zin
netje: Spelen heb ik nooit gedaan, een
pop of een bal heb ik nooit in handen
gehad zegt meer dan een heel boek
deel. Meeheulen, altijd op kleinere
broertjes en zusjes passen, ruzie, hon
ger en ergerlijke verwaarlozing vormen
Druk de infectie grondig de kopin Neem één
of twee AKKERTJES",kruiponderdewol/~x
eninkortetijd bentUweeropgeknapf
helpen direct
is van overdrijving. De middagjurk is
van donkerblauw fluweel, de zo ge
liefde stof voor deze winter. Het lijfje
heeft de moderne, diepe halsuitsnijding,
waaronder, indien men niet van te diep
houdt zeer goed een fijn wit feston
kan gedragen worden. De hals heeft
afgeronde revers, waarvan de linker
overgaat in een draperie, welke schuin
naar onderen toeloopt. Aan de achter
zijde heeft deze draperie vele plooien,
wat een verrassend contrast levert met
de zo smalle, er onderuit komende, rok.
Beide pasdames dragen de dit sei
zoen in zwang zijnde hoedjes van kort
haarvilt. Het laatste doet wel iets den
ken aan een diadeem, dat heel goed
kan worden versierd met een paarlen
knop-hoedenspeld.
RITA.
Tal van voorschriften voor
vordering van woning
(Van onze parlementaire redacteur)
rjE NIEUWE, op 1 Januari in werking
getreden huurwet geeft, zoals uit ons
vorige artikel gebleken is, een aantal
scherp omschreven voorschriften en
enkele minder scherpe richtlijnen, die
in acht genomen moeten worden bij de
bepaling van de huurprijs bij huur en
verhuur. Huurders en verhuurder zul
len aan de hand van deze regelen de
verschuldigde prijs moeten vaststellen.
Behalve voor de huurprijsbepaling be
vatten de wet en de uitvoeringsbepalin
gen evenwel ook voorschriften voor de
bescherming van de huurders.
Huuradvies-commissies.
T/"OMEN de partijen niet tot overeenstem-
raing, of stuiten zij bij de uitleg van de
Wet op moeilijkheden, dan kunnen zij zich
wenden tot de huuradvies-commissie. Zij kunnen
dit gezamenlijk, maar ook ieder afzonderlijk,
doen.
In het rechtsgebied van ieder kantongerecht
is ten minste één zo'n commissie gevestigd. De
leden zijn zodanig gekozen, dat de huurders en
de verhuurders in gelijke mate zijn vertegen
woordigd. De commissies hebben tot taak aan
de huurders of verhuurders op hun verzoek
advies uit te brengen over de door de huurder
verschuldigde prijs.
Verzoeken aan de huuradvies-commissie moe
ten schriftelijk worden ingediend. Zo nodig
wordt clan door de commissie ter plaatse
een onderzoek ingesteld. Huurder en verhuur
der krijgen kennis van het tijdstip, waarop het
verzoek in de- zitting' der commissie wordt be
handeld. Zij hebben beiden het recht deze
behandeling bij te wonen. Daarna wordt het
advies der commissie schriftelijk uitgebracht
Voor ieder advies is een bedrag van f 2,50
verschuldigd, dat bij de indiening van het ver
zoek moet worden betaald.
Wellicht zullen nog niet alle commissies
reeds op 1 Januari 1951 geïnstalleerd zijn,
doch dit is een kwestie van korte duur.
Geschillen.
Men mag erop vertrouwen, dat dc partijen
zich in de regel bij het advies van de huur
advies-commissie neerleggen. De bedoeling van
de Wet is dan ook, dat de huurders en de ver
huurders in oumiddelijk overleg en met inacht
neming van de wettelijke bepalingen hun
wederzijdse verplichtingen regelen.
Mocht er na het uitgebrachte advies echter
nog geen overeenstemming zijn, dan kan de
kwestie aan de kantonrechter worden voor
gelegd. Bij het schriftelijk verzoek aan deze
rechter om te verklaren, welke de betalings
verplichting van de huurder is (een verzoek, dat
huurder en verhuurder tezamen of afzonderlijk
kunnen indienen) moet een afschrift van het
advies van dn huwadviBf-coramiseie worden
overgelegd. Men kan zich dus niet rechtstreeks
met voorbijgaan van de commissie tot de
kantonrechter, wiens zittingen niet openbaar
zijn, wenden.
De kantonrechter geeft zijn beslissing schrif
telijk. Beroep op deze uitspraak is niet
mogelijk.
Bescherming»
Een huurder kan na het einde van de huut
in zijn woning blijven, wanneer hij tenminste
niet zelf de huur heeft opgezegd, of uitdruk
kelijk in de beëindiging daarvan heeft toege
stemd. Hierin blijkt derhalve, dat de Wet de
huurders duidelijk beschermt.
Dat komt ook door andere bepalingen tot
uiting.
Men kan zich voorstellen, dat de verhuur
der over een door hem verhuurde woning de
beschikking wil krijgen, dat hij deze woning
dus wil vorderen. Daartoe kan hij alleen over
gaan bij ernstige overlast, door de huurder aan
zijn medebewoners of de verhuurder aange
daan. Een voortdurende ruzie tussen de huur
der en zijn onderhuurders kan derhalve reden
zijn de huurder uit zijn huis te zetten.
De verhuurder is ook gerechtigd een hem
toebehorende woning te vorderen, als de huur
der een hem passende, soortgelijke woning kan
krijgen; of wanneer de huurder niet toestemt
in een redelijk aanbod tot het aangaan van een
nieuwe huurovereenkomst; of indien de ver
huurder het onroerend goed want dat alles
geldt ook voor bedrijfsruimten dringend zelf
nodig heeft, mits de economische en maat
schappelijke belangen van alle erbij betrokken
partijen dus ook van de onderhuurders
naar billijkheid in aanmerking genomen zijn;
of wanneer de verhuurder de woning nodig
heeft om aan een wettelijk voorschrift of een
beschikking van overheidswege te voldoen.
Zolang echter de huurder na het einde ran
de huur in het genot van zijn woning blijft^
gelden dezelfde rechten en verplichtingen ris
tijdens de huur.
De wet beschermt de huurder eveneens, wan
neer de woning in handen van een ander®
eigenaar, die er de beschikking over wil heb
ben, overgaat. Wel kan zo'n nieuwe eigenaar
de woning vorderen, omdat hij haar zelf nodig
heeft, maar hij moet die woning dan uit
drukkelijk op economische gronden toegewezen
krijgen. De ontruiming kan dan pas geschieden
drie jaar, nadat de nieuwe eigenaar de woning
Icocht. De wetgever heeft aangenomen, dat het
in deze drie jaar mogelijk moet zijn, vooral
als het woning-tekort wat minder nijpend
wordt» een nieuw geschikt huis te vinden.
Dwingend recht.
Alle in de Huurwet opgenomen bepalingen
zijn dwingend recht. Dat wil zeggen, dat deze
bepalingen nageleefd moeten worden en dal
er dus niet van mag worden afgeweken. Ees
huurder kau derhalve nooit een hogere huur
bedingen dan de Wet toestaat. Wel kan even
wel een verhuurder een lagere huurprijs toe
staan, doch we geloven niet, dat dit vaak zal
gebeuren. Van het standpunt van de huis
eigenaar is namelijk een verhoging van 15 po®,
in verhouding tot de sterk gestegen orKÏov-
houdsko.sten aan de zeer matige kant.
jyjEER dan bij ons wordt in het bui
tenland de khaki Montgomery coat
gedragen, de ruime wollen jas. die in
zo grote massa's uit de legervoorraden
te voorschijn kwam. Meestal zijn de
dragers sportieve jonge mannen, maai
er zijn toch ook verscheidene vrou
wen, die deze jas ideaal vinden om
vlug eens even aan te schieten. In
Nederland echter wil de vrouw er niet
zo makkelijk aan.
Wij mogen ons afvragen, of bij Char
les Montaigne, de Nederlandse Parijze-
naar. bij het samenstellen van zijn
wintercollectie de bedoeling heeft
voorgezeten, dit militaire model aan te
passen aan het gewone gebruik. De
wijde mouwen hield hij aan, evenals
de grote doorgestikte zakken. De
eigenaardige houten knopen met touw
tjes verving hij evenwel door een een
voudige hoornen knoop. Practisch en
eenvoudig, en door het aanbrengen
van een garnering van panterbont ex
tra kostbaar bovendien.
Geïnspireerd op deze gedachte ging
hij door. De brede stiksels, het ruim
vallende en de eigenaardige ruwe stof
brachten hem tot een volgend model,
dat meer de gangbare swagger bena
dert. Was bij de eerste mantel de in
gezette mouw behouden, bij de andere
creatie knipte hij de mouwen aan en
zette het aldus verkregen geheel aan
een schouderpas, die op haar beurt
weer een eenheid vormt met de hoog
om het gezicht opstaande kraag. Het
hoedje, dat Montaigne er bij verzpn,
zou bij ons vermoedelijk niet zo vlug
een draagster vinden, m"» wij moeten
erkennen, dat het met zijn ingestikte
randen volkomen in stijl is met de
mantel,
VLIJTIG Liesje, of het bekende wa-
ter-balsamientje, is een veel voor
komende kamerplant, waarvan men
veel genoegen kan beleven. Toch be
reikt niet elke huisvrouw succes mei
dit aardige plantje; vele dames klagen
over luis en bladval en onwil om te
bloeien, allemaal narigheden, die men
met een beetje goede wil toch wel Iwn
voorkomen.
In de eerste plaats dit: Bladval moei
voornamelijk geweten worden aan een
te donkere en te droge standplaats. In
een normaal verwarmde woonkamer
is de atmosfeer voor kamerplanten
over het algegmeen te droog en zeker
voor water-liefhebbers zoals het water-
balsamientje. Als het even mogelijk
is, plaatse men de plant dus voor een
zonnig venster, dan kan een normaal
verwarmde kamer ook niet zo vee!
kwaad .Immers vlak voor het venster
is de koelste plek in1 huis, tenzij
een centrale verwarming onder da
vensterbank is ingebouwd. Dat zjjn
eigenlijk nare dingen voor kamerplan
ten; steeds krijgen ze dia opstijgende,
droge lucht te verwerken en dat is
niet bevorderlijk voor een gezonde
ontwikkeling. Als u planten kweken
moet in dergelijke vensterbanken kunt
u veel verhelpen door plaatselijk voor
een vochtiger atmosfeer te zorgen. U
kunt een diep bord met water vullen
en daarin een omgekeerd theescho
teltje leggen, doch dan zó, dat het
juist met de bodem boven het water
uitsteekt. De plant staat dan wel vlak
boven, doch niet in het water. Wan
neer u dat diepe bord minder fraai
vindt, kunt u ook een drijfschaal ne
men; dat staat prettiger en de schaal
doet dezelfde diensten. Die opstijgende
warme lucht blijft u houden, doch door
het diepe bord met water wordt ze al
gestoten; ze zal uw kamerplanten niet
bereiken.
Vlijtig Liesje heeft nogal eens last
van ongedierte, doch dat kan tegen,
woordig afdoende bestreden worden.
Er zijn zoveel goede bestrijdingsmidde
len in de handel, dat het niet nodig is,
dat uw kamerplanten van luizen te lij
den hebben. Luizen treden voorname
lijk op in te droge en te warme kamers
en vooral ook ais planten op de tocht
staan. Behoedt ze zoveel mogelijk voor
tocht. U kunt het plantje op eenvou
dige wijze voortkweken en wel door
zaaien, doch ook door middel van jon
ge stekjes, die in een potje zandige
aarde gestoken, allemaal tot flinke, ge
zonde planten opgroeien, zodat u er
ook een kennis nog eens een genoegen
mee kunt doen.
ZEEPOST VOOR OOST EN WEST.
Met de volgende schepen kan zee
post worden verzonden. De data, waar
op de correspondentie uiterlijk ter post
moet zijn bezorgd staan, tussen haak
jes, achter de naam van het schip ver
meld. Indonesië m.s. „Willem Ruys"
(10 Jan.), Nieuw Guinea s.s. „Rotti"
(29 Jan.), Antillen m.s. „Hera" (19
Jan.), Suriname s.s. „Bessegen" (18
Jan.)
l/OORAL in -
dit koude
jaargetijde
komt een
warme peig
noir dubbel
van pas,
maar kant
en klaar ge
kocht zijn ze
voor vele
beurzen nog
al prijzig.
Zelf maken
is ook in dit
geval voor
deliger. U
vindt hierbij
een eenvou-
di patroon,
da ook min
der ervaren
naaisters
niet veel
moeite zal
geven. Het is
getekend
voor een bo
venwijdte
van 100 a 104
em en vraagt
ca. 2,80 m.
stof van 140 1
breed (tegen elkaar in gelegd).
Het voorste figuurtje heeft een peig-
de zo vaak bezongen: beelden uit haar
kinderjaren.
En die onbeschrijflijke lichamelijke
verwaarlozing deed haar ten slotte het
vreselijke, nooit te boven gekomen
leed van haar leven aan: zij verloor
als jong meisje ai het haar. Kunt u
zich ellendiger lot voor een kind van
zestien, zeventien jaar voorstellen? Wij
verdiepen ons doorgaans niet in het lot
van dergelijke vrouwen. Wij zijn krib
big als onze eigen coiffure door aller
lei oorzaken eens wat minder voordelig
uitvalt. Wij vinden het vanzelfsprekend
dat wij een paar maal per dag voor de
spiegel onze lokken, al of niet gekruld,
blond of bruin of zwart met kam en
borstel bewerken: dat wij ons af en toe
bij de kapper extra mooi laten maken
(al is dat mooi ook vaak betrekkelijk
voer de toeschouwer)wij kijken wat
triest als de eerste grijze haren zich
vertonen en wij wensen ons in de re
gel juist die kleur van haardos die de
natuur ons niet heeft toebedeeld.
Ik ken roodharigen die zich bitter
over haar prachtige krullen beklagen,
hoewel er, wanneer de zon er op
schijnt, geen verrukkelijker haarklei r
te bedenken is, en de grootste schilders
haar met welgevallen aan hun mooiste
modellen hebben toebedeeld. Ik ken
blondines die smachten naar raven
zwarte lokken, en brunettes die zich
zilverblond laten bleken. Maar wat is
haar klein verdriet belachelijk bij de
bittere ellende, het durend gevoel van
minderwaardigheid van de vrouw, die
een kale schedel moet verbergen?
Want de medemens is wreed. Deze
vrouw, die als jong meisje urenlang
voor de spiegel tobde om er „nog iets
van te maken", die zich levenslang in
haar eenvoudige stand krom heeft moe
ten werken om haar vals kapsel te
kunnen betalen zij doet een boekje
open over de domme en wrede spot
lust der mensen, over haar hunkering
naar hartelijkheid en eenvoudige men
selijke liefde die telkens op het hate
lijkst werden bedrogen. Zij telde niet
mee. met haar was alles geoorloofd,
want zij was een bespottelijke verschij
ning, één die geen eisen mocht stellen,
zij stond aan de schandpaal iedereen
mocht haar uitlachen en met schimp
scheuten bekogelen.
Er is een meer dan gewone geest
kracht voor nodig om boven zo'n mis
deeldheid uit te rijzen. Elk lichamelijk
gebrek kwelt degene, die er mee door
het leven moet. Maar een blinde, een
dove, een verminkte worden met voor
komendheid en zorg. op zijn minst met
medelijden bejegend. Doe" een vrouw,
die het haar mist zij lijdt onder een
algemene bespotting, tienmaal erger te
dragen dan de grappen op „het maan
tje" en „de biljartbal" van haar man
nelijke lotgenoten.
En toch is deze vrouw, wier leven
één relaas van verdriet en onrecht ge
weest is, dit gevoel van verschoppeling
te boven gekomen. Haar eerste troost
was het bezit van een dochtertje met
lang. fijn en krullend haar. Zoals zij
die krullen verzorgd heeft en er zich
in verlustigd: haar verdriet werd het
kind tenminste bespaard.
En de tweede bemoediging die zij
ondervond was een bezoek bij de be
roemde kapper van Een. Niet, omdat
zij daar enige baat vond. Maar zij trof
er, tot haar verbazing en troost, een
gehele schare van lotgenoten. Vrouwen,
die haai- leven lang onschuldig onder
dezelfde bespotting en achteruitzetting
geleden hadden, en die zich eindelijk,
eindelijk eens konden uitspreken te
genover anderen, die het begrepen.
Ik ben blij dat deze vrouw de moed
vor die lange brief gevonden heeft. Zij
heeft ons in elk geval weer eens ge
leerd hoe rijk wij zijn. SASKIA
Twee ruime wollen mantels van de
Parijse ontwerper Charles Mon-
taigna. Het zandkleurige model
met de grote panterkraag schijnt
geïnspireerd te zijn door de Mont
gomery coat. De swagger kreeg
voor de sluiting aan de hals een
paddestoelvormige knoop.
i i
noir zonder kraag maar met even op
geknipte hals, die open en gesloten ge
dragen kan worden. In de voorbanen
sluit u de figuurnaadjes en stikt de
zakken op. Desgewenst kunt U met één
zak rechts volstaan. Het beleg, dat u
gerust in twee delen kunt knippen (b.v.
met een naad op taillehoogte), wordt
tegen de voorkanten genaaid. U sluit
de zij- en schoudernaden, waarbij u de
rugschouders even inhoudt. De achter
hals wordt met een schuin reepje stof
afgewerkt. U stikt de mouwnaden dicht
en zet de mouw, over de kop iets inge
houden, in het armsgat. De 5 cm brede
ceintuur, die ca. 150 cm lang is, maakt
u van dubbele stof. De peignoir is hier
met dik koord gegarneerd, maar nodig
is dit natuurlijk niet. Het kan ook heel
aardig staan als u het beleg en b.v. de
ceintuur van afstekende stof neemt.
Het andere model, dat u heel goed als
„house-coat" kunt dragen, heeft een
rond kraagje. De hals wordt daartoe
volgens de ingetekende stippellijntjes
uitgeknipt en met knoop en knoopsgat
gesloten. De mouwen zijn ingerimpeld
tussen een boordje op handwijdte ge
naaid. Wilt u het op polswijdte hebben,
dan moet u eerst een splitje in de
mouw maken.
Vóór gaat knippen, controleert w
tertt «wm d» temgteï
Fath nu, specialiseert zich niet alleen
op het gebied van de mantels. Ook de
japonnen hebben zijn grootste aan
dacht. Zo werd dan tijdens een zijner
shows het model van bijgaande eerste
afbeelding gedragen.
pi!l!lllllllllillllllllllllllllllltllllllllll!llllllllllllll!IINIIIIIIIIIIIIIIIIII!llll!l!llililHlinilllllllinQ
J OoMacj&l maften j
w-ee.1 opyany
llllllHIllllllIHlWimHlIlllMlIIHIHIIIIIIIIIUIHIIIIIlllIHlIlllWIIlilllllllllllllllHIIMIlllllllM
Blijkens het programma was deze
mantel geschikt voor een tweeledig
gebruik.
Het is een alleraardigst geheel, ge
maakt van zware zwarte zijde, met als
bijzonderheid de halsuitsnijding, wel
ke zeer laag is, doch enigszins wordt
gecamoufleerd door een corsage van
twee donkerrode rozen.
Tevens besteedde hij alle zorg aan
de knoopgarnering.
Direct onder de halsuitsnijding be
gint (te ri&, vneöïe ongeveer W om. bo-
JACQUES FATH, die vele vrouwen
van zijn modeshow in het Victoria-
hotel te Amsterdam heeft doen genie
ten, liet een mantel zien, welke aan de
buitenzijde was uitgevoerd in zwart
wollen stof met witte garnering van
manchetten, kraag en zakklepjes, ter
wijl aan de binnenkant hetzelfde ef
fect in wit-zwarte combinatie verkre
gen werd.
Het opvallende hierbij was, dat niet
de zuiver witte kleur was aangehou
den, maar het z.g. vuilwit, waarvoor
wij in duidelijk Nederlands eigenlijk
alleen maar 't woordje goor hebben,
doel: wit voor het komende voorjaar
ven de rokzoom eindigt. Het overgeble-
ven splitje laat dan heel ondeugend
even de onderjurk zien, die een brede
1$Éa rand van valencienne kant heeft. Bij de
V japon ontbreekt de ceintuur al even-
min. Maarmen diene, als men zo'n
toiletje wil dragen, over een bijkans
volmaakt figuur te beschikken, mede
door het feit, dat het taille-effect zulks
vereist.
Het tweede plaatje is een ontwerp
van Jean Dessès, die in ons land al
geen onbekende meer is. Hij is immers
de man, die de „robe-tunique" ingang
deed vinden. Hier echter toont de man
nequin een japon van ongewone char
me en élangance, zonder dat er sprake
MOUW
B.W.JOA
en zwart voor de meer sombere dagen.
Zwart is wel de geliefkoosde kleur
van de Franse modeontwerpers en me-
Zelfs koningin Elizabeth van Engeland,
die altijd een warme pasteltint voor
haar kleding koos, is gezwicht en over
gestapt op zwart. En met haar, zoais
dat nu eenmaal altijd het geval is, ook
vele van haar vrouwelijke onderdanen.