TIJD: de alles beslissende factor
De leeuwentemmer werkt rustig dóór
nen
Overheid had
geld nodig
Beperkende maatregelen voor de
Zuiderzeevisserij noodzakelijk
Wesieri
VERPLANTEN
i ellia's
stapel groeide
Moskou verhaast zijn naar het Westen
gerichte projecten
De Nederlandse Bank
kon gelukkig helpen
Wapenindustrie voor de
vuurproef
Hensbroek
Boeiende lezing over
Albert Schweitzer
Een vraagstuk dat om
oplossing roept
Wonderlijk wereldje van circus Strassburger in
het Amsterdamse Carré
ledereen is er als kind
mee begonnen
LAATSTE "NIEUWS
Gevallen engel
Bergen
De Volkshogeschool
DONDERDAG 18 JANUARI 1951
Zij krijgt, indien
c, alle opdrachten,
i-goedkope retourtjes
reekend- en avond
oor de oorlog komen
rectie van de Neder-
n is van mening, dat
iervan oneconomisch
luidige tarieven komt
ijf goed uit. De staat
aan, maar behoeft er
te leggen,
bijzonder goedkope
zich meebrengen, dat
ten bijpassen. De be-
i dit op zijn beurt
slagbiljet merken. De
zijn zo laag als ze
l in de huidige tijds-
En als we naar het
i, mogen we in Ne.
»en. Voor een enkele
er 60 km betalen wij
fransman 2.69 gulden,
ilden, een Engelsman
West-Duitser 3.26 gul-
er moet voor dit ritje
iet loketje neertellen,
is uitstekend af
3 met zijn gedachten
:n toeft, zal zich onge-
rachtige camelia's her
als balcorsage droeg.
»e tinten en wat een
Helaashiervoor
oemen vrijwel niet
doch als kamerplant
i wel heel goed kwe-
niet beweren dat een
nakkelijke kamerplant
r men wat planten-
an men zich heus wel
emplaar aanschaffen,
i de meest geschikte
ben echter zo hun
er voorlichting zoudt
/an terecht brengen.
Ze heeft één grote
ze gooit soms plotse-
l en zelfs knoppen af,
d maar een aanwijs-
te vinden is. Toch
»heid wel voorkomen,
ge de Camellia een
ts gunnen. Ze is erg
andplaats-verwisseling,
1 mogelijk voorkomen
:lfs al laat u de plant
;kje staan en u draait
de andere kant eens
t zonnetje kan profi-
iat kwalijk nemen en
rennen door knopval.
;en goede standplaats,
it ze niet bevriezen
's winters van het
ht kan profiteren.
>en Camellia uw nor-
ïte op prijs stelt, dat
en bladval is het ge-
tenslotte aleen nog
an de bloemknoppn of
erschieten.
nen 's zomer heel goed
worden, doch dan
n licht schaduwplekje,
de zomer wensen ze
/ijl elke week een
;egeven moet worden,
tober kan men haar
doch zoals gezegd: In
m normaal verwarmde
men ook in de volle
in poten, doch dat zijn
die dan bovendien
;te standplaats verlan-
zó plaatsen, dat de
niet kan beschijnen,
lijk vroeg in het voor-
loemen van een nacht-
l hebben, zullen ze
len, als het zonnetje
eet bij te pas kan ko-
1 de bloemen direct
;e rundveestapel is op
ld 150.000 stuks hoger
winter, n.l. 2.671.000
Voor de varkensstapel
rs 2.273.000 en 1.795.000
tvarkens ligt 45 pc1'
;den jaar, het aantal
28 pet. De hoender-
10 tot 15 millioen.
fruit naar Duitsland
in heden kan er weer
and worden geëxpor-
pend op een definitief
s overeengekomen, dat
van 300.000 dollar aan
land kan worden ver-
sraal Eisenhower zal
in een officiële recep-
'eboden door de hoge
Ook Bondskanselier
er aanwezig zijn.
ns was hij een bij de
e autoriteit, een mach"
diger van Hitler in ons
t hij de gevangenisboe-
oment drong pas goed
door, dat ook met ver-
kooi een kooi blijft, da
van ons gevangeniswe-
1 een ondergravin" van
betekent. Het zwaai
tia blijft scherp, ook t»
verrukkelijk-mooie
(Van onze diplomatieke medewerker).
{-JET IJLTEMPO, waarin generaal Eisenhower zjjn „onderzoekingstocht"
door de Westeuropese hoofdsteden maakt, is kenmerkend voor de situa
tie. Tijd is aliesbeslissende factor geworden. Door de berekening, dat de
Sowjetunie het niet vóór 1958 tot een „show-down" in West-Europa zou
laten komen, is door nieuwe inlichtingen een dikke streep gehaald. Evenals
het communisme in Azie het tijdschema zijner aggressieve plannen aanzien
lijk versneld heeft, heeft het dit ook ten aanzien van zijn naar het Westen,
gerichte projecten gedaan. Er zijn zelfs diplomatieke en militaire experts,
die een grote actie der Sowjets in Europa reeds in de maanden April, Mei of
Juni verwachten. Zjj geloven weliswaar niet, dat het Kremlin het Rode Leger
dan rechtstreeks naar het Kanaal zal laten oprukken, waarop Amerika on
getwijfeld met een „bommen-op-Moskou" zou antwoorden, maar wel bijvoor
beeld aan een coup tegen Tito's Zuid-Slavie, teneinde op de Balkan een tweede
„Korea" te scheppen. Hierdoor immers zou de opbouw van de Atlantische
defensie op zijn minst zeer nadelig beïnvloed worden.
luiiiiiiiiiiiiii.iiiiiMiiiiiiiiiimiiiHiiiiiiiiiiiiniiiiiiiniiiiiiiHiiiiiiiiiniiniiiiiinmiiiiHiiiiHiiuiHiim
(Van onze economische medewerker)
QE WEEKSTAAT van de Nederlandse
Bank kan soms van die aardige verras
singen brengen. Dat bleek niet alleen op
3, maar ook op 10 Januari. Wij hebben
al eens verteld, dat de weekstaat een ver
korte balans is. Hij vertelt ons elke week
o.m. hoeveel bankbiljetten er in omloop
zijn, hoeveel goud wij bezitten, hoe het
staat met onze voorraad aan buitenlands®
valuta, hoeveel geld er staat op de zoge
naamde tegenwaarderekening (het bedrag
in guldens, dat wij aan Marshallhulp ont
vangen) en ook in hoeverre de overheid
een beroep doet op de circulatiebank om
haar geld voor te schieten.
De Nederlandse Bank is de kassier van
het Rijk; er is dan op die balans altijd
een rekening, die aangeeft het bedrag, dat
de Bank voor de overheid bewaart. Is dit
bedrag erg klein geworden, dan is dit een
vingerwijzing voor onze minister van fi
nanciën. Hij moet dan op de een of an
dere wijze ergens geld vandaan halen.
Zo bleek ook tegen het ende van De
cember het bezit aan kasgeld niet al te
groot te zijn. De minister moest dus maat
regelen nemen, temeer daar er voor spe
ciale doeleinden een bedrag nodig was
van liefst 305 millioen. Er moest een be
drag van 133 millioen afgelost worden
op in het buitenland aangegane leningen,
voorts moest het Rijk aan de Nederlandse
Bank 80 millioen terugbetalen, welk
bedrag de Bank alvast aan Indonesië had
geleend, doch welke lening ten laste van
het Rijk moest komen. En tenslotte moest
er aan de Bank 92 millioen worden te
ruggegeven van destijds aan Indonesië
verleende credieten in het kader van
Bretton Woods (kapitaalverstrekking voor
Monetair Fonds en Wereldbank).
In normale gevallen zal de overheid, als
zij op korte termijn geld nodig heeft, bij
de particuliere banken zogenaamd schat-
kistpapier onderbrengen. Dat wil zeggen:
zij verkoopt aan die banken een bepaald
soort schuldbekentenissen, waarvoor de
banken rente krijgen en die zij na verloop
van een bepaalde tijd weer bij de over
heid kunnen inleveren. De overheid krijgt
ln de regel geen bankpapier, doch een
vordering op de banken. Haar schuld
eisers betaalt zij dan door middel van een
giro-overschrijving, net zoals dit bij het
girokantoor gebeurt. Wij noemen dit soort
geld giraal geld.
Weinig contanten
Het meest voor de hand liggende was
dus geweest, dat de overheid voor die
305 millioen een beroep op de banken
had gedaan. Maar deze kwamen tegen
het einde van het jaar ook slecht in haar
contanten te zitten, omdat veel mensen
geld opvragen (feestdagen) of voor 31
December nog bepaalde verplichtingen
hebben De banken moesten dus eveneens
omzien naar wegen om aan geld te komen;
zij gingen dan ook schatkistpapier naar
de overheid terugbrengen (in plaats van
nieuw er bij te nemen), terwijl zij boven
dien bij De Nederlandse Bank door het in
belening geven van (voornamelijk) schat
kistpapier, dat nog niet afgelost kon wor
den, geld in huis kregen.
Er bleef nu voor de overheid nog maar
één middel over: óók bij de circulatiebank
aankloppen. Dit heeft ze dan ook gedaan,
waarbij ze gebruik maakte van een over
eenkomst van 1947, volgens welke zij ter
voorziening in haar kasbehoeften schat
kistpapier bij de Bank mag onderbrengen.
Voor een bedrag van 300 millioen heeft
zij opgenomen en daarmede de genoemde
•chulden betaald. Met grote letters ver
scheen dit bericht op 4 Januari in de bla
den.
Men kan er over twisten, in hoeverre
hierdoor extra geld in omloop is ge
bracht en dus de kans op inflatie is ver
groot. De overheid ontkent het; verschil
lende economen vinden echter van wel
Hoe dan ook, de beurs, die fijngevoelige
barometer, vond de handelwijze van de
overheid maar raar. Zij zei (o.i. terecht):
„dan had je maar beter moeten huishou
den in de loop van het jaar, opdat je te
gen het einde geld had overgehouden. Nu
moet je het scheppen."
Prompt liepen dan ook na het bekend
worden van die transactie de koersen van
verscheidene aandelen op. Tal van mensen
vonden aandelen een veiliger bezit dan
geld en waren bereid #oor die stukken
zelfs een hogere koers te betalen. Een
week later was de vaart er echter al weer
uit. Toch bewijst die beurshausse, dat
zo'n mededeling in de bladen de beurs
•nel doet warm lopen.
Op de weekstaat van deze week »*eek
gelukkig dat de overheid op het goede pad
teruggekomen is: van de 300 mliiioen
zijn namelijk weer f 50 millioen afgelost
dank zij het feit, dat de banken schat
kistpapier wilden opnemen. Wij zullen
moeten wachten tot De Nederlandse Bank
over een paar maanden met vollediger
cijfers komt om met zekerheid te kunnen
zeggen, of de overheid verder gegaan is
op het hellende vlak, dat naar de inflatie
leidt.
Op de Jachtlaan te Apeldoorn is
een kind tegen een uit de richting
Arnhem komende vrachtauto met aan
hangwagen opgelopen en vrijwel op
slag gedooü. De chauffeur bemerkte
niets van het ongeval.
J\[ATUURLIJK zouden de Sowjets
daarbij de kans lopen, toch on
middellijk met de Amerikanen in een
gewapend conflict te geraken waar-
bjj de Amerikanen Europa tijdelijk
zouden moeten afschrijven maar
zelfs de optimisten onder de Westerse
deskundigen twijfelen er niet aan, dat
de Sowjetunie thans bereid is gro
ter risico's dan ooit te voren aan te
gaan.
Nu is de verwachting van een Rus
sische manoeuvre reeds in het voor
jaar de meest ongunstige. Rustiger
beoordelaars houden het erop, dat
Moskou gedurende het gehele komen
de jaar weliswaar alles zal doen om
de spanning te verhogen en daar-
bjj tegelijk zal streven naar het zaaien
van verdeeldheid in de vrije wereld!
maar een totale oorlog nog uit de
weg zal gaan. Zelfs wanneer dat
waar is, kan men de situatie echter
toch allerminst rooskleurig achten
Een jaar is te weinig voor de opbouw
van de in feite nog in het geheel
niet bestaande Westeuropese de
fensie. De huidige plannen (nog date
rend uit de tijd, dat men geen Rus
sische actie vóór 1953 verwachtte!)
voorzien in de vorming van de als een
minimum nodig geachte 55 tot 60 di
visies in de loop van drie jaren. Dat
is te lang en generaal Eisenhower,
reeds belast met de zware taak uit
de soldaten van meer dan tien naties
één leger te vormen, moet nu zien,
hoe hij het sneller kan doen.
Wapens ontbreken.
£JAARBIJ is de generaal in hoofdzaak
afhankelijk van hetgeen de Wester
se industrie presteren kan. De nodige
mankracht is ten slotte nog wel op
korte termijn te vinden en binnen niet
al te lange tijd te trainen. Maar er zul
len heel wat maanden mee heengaan,
vóór alle daarvoor in aanmerking ko
mende fabrieken op volle toeren wa
pens afleveren. Een goed voorbeeld
van de moeilijkheden, die op dit terrein
liggen, ziet men in ons eigen land, waar
men gedwongen is, twee van de drie
divisies, die men dit jaar mobilisabel
wil maken, met Canadese en Britse
wapens te laten oefenen, hoewel ook
zij zijn voorbestemd met Amerikaanse
wapens te worden uitgerust. Maar die
wapens van Amerikaans type zijn er
nog niet.
Generaal Eisenhower heeft het daar
om voorlopig tot zijn voornaamste
taak gemaakt, de Westeuropese rege
ringen te bewegen, ook hun industrieën
op zo groot mogelijke schaal in het
proces der wapenproductie in te scha
kelen. Van Amerikaanse kant heeft hij
kunnen beloven, dat bij verstrekking
van grondstoffen voor dit doel de
grootst mogelijke faciliteiten zullen
worden verleend. Dat in Amerika zelf
op het gebied der productie nu alles
op alles wordt gezet, kon West-Europa
uit de Boodschap van president Tru
man aan het Congres vernemen. En
generaal Eisenhower zal dan tevens
nog aan de Europese regeringen heb
ben verteld, dat Amerika haast zal
maken met het zenden van troepen
naar ons continent. De Los Angeles
Times wist hieromtrent te berichten
dat het Amerikaanse 7de leger, dat op
het ogenblik opnieuw op de been wordt
gebracht,- binnen zeer korte tijd in
Europa zal aankomen, Zo'n Ameri
kaans veldleger bestaat uit drie corp
sen van drie divisies elk en telt met
zijn speciale eenheden niet minder dan
300.000 man. Dat is in ieder geval een
begin, waaruit men wat moed kan
putten.
NIEUWE FINSE REGERING
Woensdag is een nieuwe Finse re
gering samengesteld, bestaande uit 6
agrariërs, 4 sociaal-democraten, 1 lid
van de Zweedse volkspartij en een
lid van de progressieve pa tij. De
agrariër Dr. Urho Kekkonen is eer
ste minister gebleven. Minister van
Buitenlandse Zaken is Dr. Aake Gartz
van de Zweedse Volkspartij.
Voor de bijeenkomst van „Ontwik
keling en Ontspanning" hield ds. Ap
pel van Nieuwe Niedorp een lezing
met lichtbeelden over Albert Schweit
zer.
De spreker zei blij te zijn over deze
grote figuur te kunnen spreken, nu de
ons omringende wereld er zo moeilijk
voor staat.
Schweitzer werd 14 Jan. '75 in Kai-
sersberg geboren, zodat hij juist z'n
76e verjaardag heeft gevierd. Kaisers-
berg ligt in de Elzas, het veel omstre
den gebied, dat nu eens Duits, dan
weer Frans is. Evenals z'n vader en
grootvader van moeders zijde was
Schweitzer voorbestemd predikant te
worden. En zo studeert hij in Straats
burg theologie, maar ook filosofie, mu
ziekwetenschappen en neemt hij orgelles
te Parijs. Hij neemt feitelijk te veel
hooi op z'n vork, maar als zeer be
gaafd student kan hij het bijbenen. In
1898 verkrijgt hij de bevoegdheid van
predikant en wordt hulpprediker.
B.ach en Goethe krijgen z'n oprechte
bewondering. En dan op zekere dag
staat het plotseling voor hem vast, dat
hij zich tot z'n 30e jaar zal wijden aan
wetenschappen en kunst en zich daar
na zal geven aan de dienst voor de
lijdende mensheid. Zo komt het, dat
de 30-jarige professor in de theologie
de zware en langdurige studie voor
arts ter hand neemt, waarbij hij tot
vaak diep in de nacht studeert en als
doctor slaagt.
In 1913 vertrekt Schweitzer, verge
zeld van z'n vrouw, naar Lambarene.
in Afrika, om te trachten het vele
!e?d onder de negers te verzachten.
Besommingen IJmuiden
De besommingen van Woensdag zijn
trawler f 43.300; loggers Sch. 9 15.500;
Kw. 47 f 17.50; Kw. 151, f 325.
Per 1 kg: heilbot 3.502.40, gr. tong
2.70—2.35, grm. tong 2.342.20, kim. tong
2.42—2.18, kl. tong 1 2.22—1.95, kl. tong 2
2.02—1.78, tarbot 1 2.70—2.06. 4
Per 50 kg: tarbot 4 59—56, schartong 50
—39, gr. schol 43.5040, grm. schol 65
62, kim. schol 76—71.50, kl. 1 schol 65.50—
62, kl. 2 schol 57—34.50, schar 42—27, v.
haring 3050, makreel 57—51, gr. schelvis
8579, grm. schelvis 8682, kim. schelvis
77—70.50, kl. schelvis 1 69—66, kl. schelvis
11 56.50—52.
Per 50 kg: wijting 31.50—20, gr. gul 67
59, mid. gul 47—44, kl. gul 43—38. kl. haal
3327, ham 6757, kim. hake 94, kl. hake
1 67—60, kl. hake 2 41—30. poontjes 32.
lommen 234, kl. koolvls zw. 3329, rood-
baars 29.
Per 25 kg: gr. kabeljauw 220156,, gr.
Later trekt hij de wereld rond om
lezingen over z'n werk aldaar te hou
den, orgelconcerten te geven, waar
van de baten ten goede zullen komen
aan z'n liefdadig werk. In Lambarene
kan hij niet gemist worden, zelfs nu
nog niet op 76-jarige leeftijd.
Na deze inleiding volgden lichtbeel
den met explicatie.
Het was een bijzonder genotvolle en
leerzame avond, die zeer insloeg.
Ds. Appel kan boeiend, vlot, een
voudig en onderhoudend vertellen.
Het plaatselijk zangkoor gaf ter af
wisseling enkele liederen o.l.v. de
dirigent N. Pluister.
Voorzitter Oudendijk bracht harte
lijke dank voor het gebodene.
De heer Koppenol, secretaris, deel
de nog mede, dat het in de bedoeling
ligt om bij voldoende deelname, in
samenwerking met de afd. der Platte
landsvrouwen, een cursus in welspre
kendheid te organiseren, die gedoceerd
zal worden door het hoofd der o.l.
school te Stompetoren.
(Van onze speciale verslaggever)
WIEwel eens in het voorjaar een
tochtje heeft gemaakt over onze
langzaam verdwijnende Zuiderzee, die
zal gezien hebben, dat de vissersvloten
uit Bunschoten, uit Urk, uit Volendam,
uit Elburg nog groot zijn. Wellicht
heeft men zich afgevraagd, als men
dan de midden in zee werkende bag
germolens met de andere vaartuigen
en installaties voor de Zuiderzeewer
ken gezien heeft, wat er in de toe
komst met hen, die de vloten beman
nen en hun gezinnen moet gaan gebeu
ren. Deze vraag leeft ook in de krin
gen van onze Zuiderzeevisserij. Men
kan beter zeggen leeft nog steeds in
die kringen, want van het ogenblik af,
dat het besluit tot drooglegging van
onze binnenzee vaststond heeft men
zich er het hoofd over gebroken, zon
der tot een afdoend antwoord te ge
raken.
Men heeft sinds 1918, het jaar waar
in de wet tot afsluiting en droogleg
ging tot stand kwam, van regerings
zijde steeds gepoogd de vissersvloten
op de Zuiderzee te doen inkrimpen en
de vissers over te halen een ander be
roep te kiezen. In de eerste jaren heeft
men hiermee, mede doordat de visse
rij in die dagen een vrij karig bestaan
opleverde, enige resultaten geboekt.
De laatste tien jaar is het aanta] vis
sers op de Zuiderzee echter bijna niet
verminderd en hebben vooral de po
gingen om de vissers van de Zuidwal
een ander beroep te doen kiezen, wei
nig resultaat gehad.
Maar de tijd dringt. Er wordt hard
gewerkt aan de dijken van de Oost-
Polder en in de loop van dit jaar zul
len grote stukken hiervan gereed ko
men en daarmee wordt dan het vis
water voor de vissers uit Elburg, Kam
pen en Harderwijk grotendeels on
bruikbaar.
„Is dat niet grappig, op deze hoek
maak ik steeds dezelfde tout".
{-JET ARTTSTENLEVEN is enerverend, maar hard. Spijkerhard. Neem nu
Dola, de Spaanse leeuwentemmer van Strassburger in Carré. Gister
avond kwam de dokter weer even naar hem kijken, nieuw verband leggen
om de wonden, die de leeuwinnen Fuia en Simba hem Zaterdagmiddag had
den toegebracht. Maar voordat dit gebeurde werkte de 36-jarige dompteur
nog even z'n nummer af. De spanning in Carré was ten top gestegen. Niet
alleen onder het publiek, ook onder de artisten. Dola zelf was misschien het
meest gespannen van allen. Hjj kent als geen ander de kracht van het levende
materiaal, waarmee hij werkt. En vond zjjn vader vijftien jaar geleden ook
niet een ontijdig einde in de leeuwenkuil?
nok van het circus halsbrekende toe
ren verrichten, of die andere twee
luchtacrobaten Jeanette en Groot. Het
is één sensatie, al sensatie. Een door
lopend spel met magere Hein, die
maar grijzend staat te wachten, tot-
ie er een paar op de punt van z'n zeis
kan vangen.
Het is ook hier weer het oude lied
je. Als kind ben je er mee begonnen
en nu kan je niet anders meer. Het is
zeker onder de circusartisten zeld
zaam, wanneer de herinnering aan het
werk niet terug gaat tot de kinder
jaren.
Nemen We de Trebla's. Hij, eigenlijk
Albert hetend, en Belg van geboorte,
bedrijft z'n oefening al van z'n twaalf
de jaar. Met z'n vijftiende trad hij
voor het eerst in de piste. Als slan
genmens begon hij, maar al veertien
jaar verkoopt hij nu z'n „schouder
bladen-nummer". Een krachtpatser
is-ie met de schouderbladen. Hij de
monstreert die spierkracht op veler
lei manieren. En hij vindt er brood ln,
terwijl hij anders, als kind van de
„werkende stand", misschien in een
benauwde fabriek had moeten werken,
ergens in Antwerpen. Zijn vrouw, die
hem assisteert, is eveneens een artis-
lenkind. Van pappa en mamma leer
de ze de acrobatie. „Als je jong ben:
vind je het allemaal zo mooizegt
ze. „Het valt nu wel eens niet mee
Maar toch houden we ons er aan. We
kunnen er immers tóch 'niet buiten
D^t applaus van het publiek't is
zo schoon, zunne."
W/IE een gemakkelijk leven zoekt,
moet verre blijven van dit milieu.
Moeder Dola zoekt deze sfeer. Haai
man werd slachtoffer van zijn beroep.
Maar onmiddellijk liet zij haar zoon
Hermanos de lege plaats innemen. En
wanneer die mocht vallen, staan er
naast de dochter Lola, nog twee zoons
klaar om dit werk voort te zetten.
Moeder volgt achter de coulissen de
arbeid van haar kinderen en hun hel
pers. Ze is duidelijk de centrale figuur
van dit artistengezin, dat nimmer
medelijden met zichzelf kent.
Sjouwend van wereldstad naar we
reldstad, met altijd het loerende ge
vaar om zich heen, zodra ze een stap
binnen de ijzeren hekken zetten
men moet wel uit het goede hout ge
sneden zijn, om dit langer dan een
paar dagen te kunnen volhouden.
Dat is de familie Dola dan ook ken
nelijk. Het meisje Lola aarzelt zelfs
niet haar ontblote arm in de muil van
een stevige leeuwin te steken Niet
fors genoeg weliswaar naar de zin
van broer Hermanos, die het haar
achter de coulissen nog eens precies
voordoetMaar ze doet het dan
toch maar.
Sensatie.
Mensen met stalen zenuwen moeten
het zijn. Maar is dat ook niet het ge
val met die drie Antares, die in de
J-JET is grappig achter die coulissen
van Carré eens zo'n uurtje rond
te neuzen. Ieder weet het ogenblik
van opkomst op een prik. De laatste
minuten is er telkens weer de ner
veuze gespannenheid, die men met be
drijvig oefenen probeert te verdrijven.
De Mexicanen buitelen en springen
salto na salto, Victor Julian met zijn
kostelijke collectie gedresseerde hon
den en apen, gebruikt z'n wachttijd
met het voortdurend trainen van
„baby-dogs" in het op hun achterpoten
lopen. De genoeglijke Belgische
clowns na de mensen van de ele
gante paardendressur nog de rus
tigste van allen, lopen toch nog steeds
te kijken of al hun ingrediënten wel
op hun plaats liggen. „Ai, waar zijn
die lucifers nu weer? Jasses, zeker
weer de één of de ander, die een grap
wil uithalen. Die lucifers zijn altijd
zoek, meneer. Daarom zorg ik steeds
twee doosjes bij de hand te hebben.'
En dan de koning der jongleurs
Paolo. De ballen, stokken en ringen
dwarrelen maar onafgebroken de lucht
in. Eén van de tien ringen valt. „Bah,
altijd op hetzelfde moment," zegt de
artist even ontmoedigd. Even maar.
Hij lacht alweer, wanneer ons het ver
haal verteld wordt van de journalist,
die een paar jaar geleden een week
met het circus meereisde, en ook hielp
met de opbouw van de tent. De jonge
man mocht helpen bij de opbouw,
maar werd ten slotte weggestuurd om
de niet-bestaande piste-sleutel te ha
len. Wel, wel, wat heeft het ontelbaar
grote aantal samenspannende perso
neelleden de jongeman laten tippelen.
Het mopje is bekend. De leerjongen in
iedere branche wordt er eenmaal in
z'n leven op een soortgelijke manier
eens tussen genomen. In het circus
doet men het grondig en genoeglijk.
Wie aan die krantenman denkt, schiet
nog in de lach. Tjonge, tjonge, wat
heeft die getippeld.
Een goede gezonde sfeer daar bij
Strassburger in Carré. Een fameus
program. Maar een slechte recette.
Dat kunnen de laatste paar avonden
zeker niet meer goed maken.
rjVER tien jaar zullen ook de vissers
uit Bunschoten, Volendam en an
dere plaatsen een ander emplooi moe
ten zoeken. Op het ogenblik wordt er
nog door 899 scheepjes op de Zuider
zee gevist. Men neemt aan, dat nog
niet de helft hiervan op het IJselmeer
kan blijven vissen en zelfs dit is nog
twijfelachtig, want men zal moeten af
wachten hoe de visstand zich in dat
meer zal ontwikkelen.
Vast staat in ieder geval, dat het
aantal vissers drastisch zal moeten
verminderen. Tot dusver heeft men die
vermindering trachten te bereiken
door een opvolgingsregeling voor de
visvergunning. Er wordt slechts een
nieuwe vergunning uitgereikt aan
iemand, die de opvolger is in het be
drijf van zijn vader of oom of jaren
lang medebedrijfseigenaar is geweest.
Door deze regeling kan maar een
uiterst kleine beperking bereikt wor
den, want in de meeste gevallen zal
de houder van een vergunning wel een
opvolger hebben. Ook worden de vis
sers en hun zoons nog steeds aange
moedigd om een ander beroep te kie
zen.
Er zijn echter van overheidswege
nog steeds geen richtlijnen gegeven
om de beperking van het aantal vis
vergunningen sneller te doen verlo
pen. Integendeel, het heeft onder de
vissers, die van oudsher op de Zuider
zee hun bedrijf uitoefenen, kwaad
bloed gezet, dat het vorige jaar een
twintigtal tijdelijke vergunningen, die
na de oorlog waren afgegeven, defini
tief werden verklaard. Zij voelen te
recht aan, dat dit in tegenspraak is tot
de aandrang, die op hen wordt uitge
oefend om hun bedrijf op te geven.
Die aandrang zelf heeft maar wei
nig succes. De vissers hebben op het
ogenblik nog een redelijk bestaan. Zij
verdienen meer dan zij naar alle waar
schijnlijkheid aan de wal kunnen ver
dienen. Bovendien hebben zij enkele
bijzonder goede jaren achter de rug.
In 1949 waren er zelfs vissersknechts,
die een jaarinkomen hadden van 5000
tot 6000 gulden. Dit is, als gevolg van
de daling der palingprijzen, wel ver
minderd, maar toch niet zodanig, dat
de vissers en hun knechts geneigd zijn
hun beroep te veranderen.
Het wordt echter tijd, dat men dit
probleem krachtiger gaat aanpakken,
Men kan nu nog de vissers langs de
weg der geleidelijkheid aan een ander
bestaan helpen; over enkele jaren is
elke geleidelijkheid onmogelijk ge
worden en zal men op korte termijn
dit belangrijke sociale en economische
probleem op moeten lossen. Er zit
voor de overheid niets anders op dan
een grotere beperking van de opvol
gingsregeling der vergunning, waarbij
dan tegelijkertijd gezorgd moet worden
voor goede toekomstmogelijkheden
voor de vissersjeugd.
IJmuider trawler maakte
recordreis
De IJmuidende trawler „Haarlem
IJm. 9" kwam gisteren aan de vis-
afslag in zijn thuishaven met 1200
kisten rondvis, voornamelijk schelvis,
kabeljauw en wijting. Het gaat er op
lijken, dat wanneer dit schip aan de
markt komt, iedereen zich inspant om
de vis zo duur mogelijk te betalen,
want ook verleden jaar maakte de
„Haarlem" in de slechte tijd menig
uitstekende reis. Gisteren sloeg het
schip zijn eigen record van 1950 door
in totaal f 43.000 te besommen.
(Ongecorrigeerd)
HEVIGE STRIJD BIJ
JONCWOL
Woensdag en Donderdag is in het
Oostelijk deel van het centrale front in
Korea een hevige strijd opgelaaid,
waarin de verbonden legers de tegen
stander zware verliezen toebrachten.
Tezelfder tijd trokken nieuwe vijande
lijke troepen uit het Noorden en Wes
ten naar het strijdtoneel. Het centrum
van de strijd is Jongwol, welke stad
hedenmorgen nog in handen van de
varbonden legers w«s.
REGENVLAGEN striemden het glim
mende macadam van de hoofd
straat. Windvlagen gierden langs de
monumentale stadhuis-trap, rukten aart
uithangborden, de kale bomen e«
hoeden.
Als het nacht was geweest, zou ik
geschreven hebben: het was een spook-
nacht. Jammer.
Boven het geluid van de wind uit
klonk de cadans van marcherende
voeten. Enigszins scheef in de bocht
hangend, maakte een troep soldaten
zijn entree in de winderige, bijna ver
laten hoofdstraat. Twee venijnige kor-
poralen renden rond het troepje, dat
als gevolg van de wind opgeblazen
petten op het hoofd droeg en door de
uitpuilende windjacks een weinig de
indruk wekte als vormden zij een be
toging van Michelin-mannetjes.
Voor het verregende,, berustende
stadhuis werd halt gemaakt. Vit een
zijstraat verscheen plotseling een iet
wat zonderlinge figuur: de sportin-
structeur. Spottend met alle dreigingen
van griep, jicht en koliek droeg hij
een dun trainings-pak. De voorge
schreven pet had hij evenwel op het
hoofd. Gymschoenen aan blote voeten.
Zo verscheen deze Spartaan, deze
sportheld, kortom dit wonderlijke
nummer uit een in eender grijs ge
klede soldatengroep, voor het forum
van de twintig opgeblazen landsver
dedigers.
„Ik hoop, dat jullie 't nou kenne!",
riep hij nadrukkelijk, „anders doen
we het nog'rs over!" Een windvlaag
deed het troepje soldaten naar links
uitwijken, van welke gelegenheid een
fietsende dame gebruik maakt te pas
seren. „Jullie dachten, dat doet'ie niet,
hè!" concludeerde de sportsman luid.
„Maar we gaan desnoods dóór tot van
avond tien uur".
Door de soldaten ging een vreemde
rilling. Eén van hen deed alsof hij iets
wou zeggen. „Nou, wat is 't, Hutsel
hoofd?", vroeg de Spartaan.
De heer Hutselhoofd begon iets te
lispelen. „Hou je mond!" commandeer
de het trainingspak. Hutselhoofd
zweeg.
Er kwam belangstelling van burger
zijde. Uit een rij, die zich in verband
met de opruiming gevormd had,
klonken commentariërende stemmen.
„Weerom hewwe ze bai de armee gien
sokke voor dat mannegie?" werd er
gevraagd. En: „Wat zou 't voor ien
weze?" Een andere naamloze wachter
antwoordde: „Meskien de aalmoeze
nier, of d'rluis korreperaal!"
„Belnee" klonk het even verder,
„Hai hoort bai de marrevaas. Die
hewwe allegaar van die pakkies an!"
„Toch wel een pittige bink", zei een
meisje, bewonderend kijkend naar het
bollende trainingspak.
„Wat zei 't skeip 't koud hewwe. Zou
zuks nou mótte op Winterdag?", vroeg
een ander zich af.
Tragische druppels hingen aan de
hoofddeksels, die men in het militair
jargon „petten-hoofd" noemt. En steeds
maar stonden de soldaten, als luchtge-
vulde zakken in de storm.
Wederom verhief de gestalte in trai
ningspak zijn stem: „Zijn jullie sol
daten?", zo vroeg hij naief. „Zijn jullie
kerels, die een klap moeten kunnen
verdragen? Bah!", concludeerde hij dan
krachtig. „Vaatdoeken!"
Toen kwam Bram Komijn voorbij,
oud militair in alle nerven, ofschoon
hij thans als bezorger bij een kaashan
del werkt. „La-je-nie-neme!"riep hij
opstandig. „Laat-ie zellef marsjeren!",
en hij strooide sympathieke knipogen
rond. De soldaten-groep begonnen te
glimmen en een knap telepaath zou
verbleekt zijn bij het zien van zoveel
wraakgierige gedachten in een twin
tigtal druipende soldaten-hoofden. De
sportinstructeur schrok een weinig op.
„Wat moet jij?", vroeg hij, vuil kij
kend naar Klaas Komijn.
„Ik mot niks", repliceerde deze,
„maar ze mosten jou in een haringvat
spijkere, met je heibel!"
De Olympiaan deed een stap in
Klaas' richting. Deze bleef echter
staan, gesteund door toegewijde sol
daten-blikken. „Ga je weg, ofbe
gon trainings pak. Er kwam geen ant
woord. Maar plotseling lag de instruc
teur die zich een onverwachte be
weging had veroorloofd in een plas.
En schalde er een luid gelach door de
glimmende straten. Enigszins scheef
hangend trok de troep de soldaten een
hoek rond. Voorop schreed de sport
instructeur.
„Net Lucifer van de gevallen enge
len", zei een soldaat.
„Net een vaatdoek", zei een ander.
THOM.
Het weekeinde van 10-12 Februari op de
Volkshogeschool te Bergen zal geheel gewijd
zijn aan Frankrijk. Mej. A. E. Oosterlee, die
de leiding heeft van het Volkshogeschoolcen
trum Méridon bij Chevreuse en die aan d®
honderden Nederlanders, die zij daar heeft ont
vangen reeds zoveel van Frankrijk heeft ver
teld en heeft laten zien, zal hiervoor naar
Bergen komen om 's Zaterdagavonds te spreken
over de betekenis die Frankrijk voor ons als
Nederlanders kan hebben en om ons 's Zon
dags iets te vertellen over de grote Frans®
schrijver-viegenier Antoine de St. Exupéry.
Monsieur Belaunay van het Instituut Fran,
gais te Amsterdam is uitgenodigd te spreken
over wat er op dit ogenblik in Frankrijk aan
geestelijke stromingen leeft. Deze- inleiding
zal in het Frans gehouden worden, maar ver
taald worden.
Ten slotte zal Frans muziek worden ge
speeld.
OBDAM. 17 Jan. 1951. Rode kool 8,30
10,60; gele kool 6; Deense kool 5,50; Sa-
voye kool 7,109,70; uien 4,605,20, grof
4,20—5,30, nep 12,20; breekpeen C 3,10—3,60,
B 3,90; kroten A 9,10-0,20, B 6,60—6,70;
spffiaiton 20—98.