Bemanning van de „HD 47" maakte
benauwde ogenblikken door
Moord-geschiedenis uit het jaar 1256
inspireert Adr. Donker tot historievorsing
Vlissingen ziet de Koninklijke Marine met
vreugde terugkeren
Onderzoek met de
wichelroede
Maar het heden wordt
niet verwaarloosd
Drie mannen met vlot naar de wal
Scheepje wordt als
verloren beschouwd
Hr. Ms. Jacob van Heemskerck" in de
Scheldestad met vlaggen begroet
Alle hartewensen nog
niet vervuld....
Er is weer een
„vijfde colonne"
DONDERDAG 15 MAART 1951
In Wesi-Friesland staat een Boerenplaats
In zijn „Kroniek van de dorpen
Aartswoud en Hoogwoud" vertelt
wijlen de heer P. Bossen, de be
kende Alkmaarse historicus, over
de Abdij aan het „Coninck Padt",
dat Graal Floris V tot de bouw
een boerenwoning van Den Vries
heeft ïaten afbreken. In deze boe
renwoning heeft het lichaam van
de Komng lang begraven gelegen
onder de dorsvloer. De historicus
zegt verder, ervan overtuigd te
zijn, dat de kapel gestaan moet
hebben op het land, dat in de
koopacte van de eigenaar bekend
staat als „de Roomsche Kerk". Die
eigenaar is de heer Donker.
In 1940 werd hier een onderzoek
met de wichelroede ingesteld naar
mogelijke fundamenten van de
kape». Wichelroedeloper Hout rap
porteerde, dat de roede funderin
gen had aangewezen in de vorm
van een kruis. Afmetingen 40 x 12
m. De zoon van de eigenaar
van het land heeft op eigen gele
genheid naar voorwerpen ge
zocht, meldde het rapport verder.
„Hij vond: le een wit porceleinen
voetstuk van een kruis; 2e een
blauw gekleurde scherf; een stuk
mortel met een letterteken".
Een boerenzoon met liefde voor oude curiosa
(Van onze speciale verslaggever)
QM DE WAARHEID TE ZEGGEN, hebben de graven van het Hollandse en
Henegouwse huis ons in onze schooljaren volkomen koud gelaten. Nog tol
op de huidige dag is het ons niet recht duidelijk welke rol zij gespeeld hebber
in ie opbouw van onze hedendaagse Nederlandse gemeenschap. We voelen, dat
we tekortschieten op dit punt. Maar we hebben er voor onszelf vrede 'mee,
en kunnen dan ook de interesse niet opbrengen, nogmaals in die oude historie
te duiken, om er het wezenskenmerk van te ontdekken.
WAAROM we de lezer dit geheim ver
klappen? Wel, om u een klein in
zicht te geven in onze gemoedsgesteld
heid, toen we een paar dagen geleden
plotseling geconfronteerd werden met
die middeleeuwse periode uit onze
vaderlandse geschiedenis. Dat gebeur
de in Hoogwoud. Wie ooit een vol
doende voor geschiedenis gehad heeft
op zijn schoolrapporten, dient te we
ten, dat daar in den jare 1256 Graai
Willem II van het Hollandse Huis, de
vader van der keerlen God Florisz V
een ontijdig levenseinde vond in zijn
strijd tegen die vermaledijde West-
Friezen. Dat was dus uitgerekend
veertig jaar voordat zoon Florisz V
wreed vermoord werd door Gijsbrecht
van Aemstel c.s., een tragisch gebeu
ren, dat merkwaardig genoeg wel een
diepe indruk heeft achtergelaten en
dan ook met geen mogelijkheid meer
uit onze herinnering weg te bannen
valt. Misschien dat onze voorliefde
voor roof- en moordgeschiedenissen in
de hedendaagse krant op dit punt
veelzeggend is.
Doodgeknuppeld.
Is dat zo, dan verbaast ons te meer
onze vergeetachtigheid omtrent da*
jaartal 1256. We hebben nu pas ont
dekt, dat het er daar bij Hoogwoud
tussen Medemblik en Hoorn „gnap"
van langs gegaan is. Willem II, in
smetteloos gewaad, is daar met zijn
schimmel door het ijs gezakt, en toen
door de West-Friezen, die verscholen
zaten in het riet en natuurlijk precies
wisten daar de heer er doorheen zou
gaan, doodgeknuppeld. Veel te laat
ontdekten de West-Friezen dat ze zo'n
hoge heer vermoord hadden. Ze
schrokken zich dood, inplaats van een
voudig te bedenken, dat het een pracht-
feit was om in latere geschiedenis
boekjes vermeld te worden.
Ze hebben de dode Willem van zijn
paard getild en hem ergens onder een
schouw-plaat te drogen gezet.
Later hadden die West-Friezen daar
toch geen vree mee en ze hebben hem
weer naar elders versleept. Op die
plek heeft Floris V het geraamte zes-
en-twintig jaar later gevonden. Dank
zij de aanwijzingen van een oud man
netje, dat natuurlijk een wit voetje
probeerde te krijgen bij Florisz, om
dat dit inmiddels kans had gezien in
vier veldtochten de West-Friezen te
verslaan, en daarmee dus de dood van
zijn pa behoorlijk te wreken.
Welnu, dank zij dat ouwetje kon
Florisz het geraamte naar Middelburg
laten overbrengen, waar hij dan ter
eeuwige nagedachtenis aan Willem II
in de kerk een praalgraf liet maken
Tevens liet hij echter op de plek. waai
zijn vader zo jammerlijk om het leven
gekomen was aan het Conincx Boo-
ven Paede te Hoogwoud, zoals hei
sindsdien heette een abdij bouwen
Liefhebberij
die abdij is niets meer over
Maar naast het land, waarop die
abdij gestaan heeft, ligt een fraaie
Noordhollandse boerenplaats, die
West-Frisia genoemd werd. Die naam
werd in de gevel geflankeerd door
twee jaartallen. 1256 en 1282. Uiterlijk
teken van de voorliefde der bewoners
voor de historische plek.... en, zoals
ons weldra bleek, voor de historie.
Het is de familie Donker, die deze
boerenplaats bewoont. Vader, moeder
en zoon. De zoon Adriaan weten we al
spoedig de historievorser. Niet beroeps
halve, maar uit pure liefhebberij Niet
dat hij het heden ervoor vergeet, zo
als men wellicht zou verwachten. Hu
werkt n/arstig me» in het veelomvat
tende veehoudersbedrijf met zijn veer
tig koeien en vaarzen, die een voort
durende zorg eisen. Maar daarnaast
vindt hij toch nog tijd en gelegenheid
om zich ambitieus te verdiepen in het
historische gebeuren. Reeds in wijde
omtrek van Hoogwoud geniet zijn
voorliefde een zekere vermaardheid.
Hij is verwoed collectionneur van
oudheidkundige voorwerpen, en menig
een uit de buurt, die meent weer wat
bijzonder ontdekt te hebben, weet
Adriaan te vinden. Daarnevens is hij
zelf een ijverig en opmerkzaam speur
der, en zo ontdekt hij nog wel eens
dingen, waaraan een ander achteloos
voorbij gaat. Zo trof hij een poosje ge
leden ergens op een boerenerf een
grote looipot aan, waar de boeren in
overoude tijden zelfs de huiden in
looiden voor reparatie van hun schoei
sel. Het ding werd gebruikt als hon
denhok, maar Adriaan mocht het mee
nemen, en fantaseerde er weer een
bodem in. De bijna een meter hoge
pot staat nu als een sieraad hij de deur
van de ouderlijke boerenplaats naast
muurtjes, die hij zelf metselde van
oude, en zelfs zeer oude bakstenen,
die hij hier en daar bij oude ruïnes of
puinhopen wist te bemachtigen.
Orde op zaken.
Bij zoveel liefhebberij en zorg mag
men verwachten, dat de verzamelaar
een zekere orde in zijn collectie weet
te bewaren. Indie verwachting wordt
men niet teleurgesteld. In royale gla
zen kasten zijn de voorwerpen ge
plaatst. Voorzover ze tenminste niet
een eervolle plaats kregen in de huis
kamer, waar op de schoorsteen zelfs
nog een paar oude Japanse vazen eraan
herinneren, dat ondernemende voor
vaderen van de familie Denker een
maal Oost-Indievaarders waren.
Wat al interessante dingen vindt
men hier bijeengegaard! Testjes uit de
Spaanse tijd met aarden pijpjes, waar
mee het „toeback suighen" beoefend
werd, prachtig mooie inktpotjes, die
teruggevonden werden in de voor
malige slotgracht van het kasteel Rad
boud in Medemblik, penningen, een
stenen hamer (gevonden aan de Gouw
in Hoogwoud), tegeltjes ejt Delfts
blauw, en daarnaast nog tientallen an
dere dingen, waarvan de jonge Don
ker de vindplaats en de aan het vin
den verbonden historie telkens nauw
keurig kent.
Met de wichelroede.
Uiteraard werkt de geschiedenis van
BoetiOER))
Graaf Willem II, die zich dan in 1256
op de naast de boerderij gelegen grond
moet hebben afgespeeld, levendig op
zijn verbeelding. Enige jaren geleden
heeft een wichelroedeloper samen met
historicus Bosser uit Alkmaar eens
een onderzoek ingesteld op dit land
om fundamenten van de oude sbdy
terug te vinden. Men is er helaas niet
m geslaagd, omdat de voorliefde van
vader Donker voor het hedendaagse
iets te groot was, om er in toe te stem
men dat zijn best weiland omgespit zou
worden. Nog steeds heet dit land in de
buurt het „kerkestikkie". En dat
schuin over de boerenplaats „West-
Frisia" de Ridderstikke.
Voor een historie-minnende geest
voldoende aanwijzing om in oude
schrifturen en perkamenten naarstig te
blijven speuren naar andere aandui
dingen, die wellicht op een ander tijd
stip toch nog eens waardevolle vond
sten aan het licht zullen kunnen bren
gen
HET AFWIKKELINGSBUREAU KNIL
Gistermiddag is in de Prins Hendrik
kazerne te Nijmegen tijdens een korte
plechtigheid het afwikkelingsbureau
van het KNIL officieel opgeheven. Oe
minister zonder portefeuille, de heer L.
Götzen, deelde mede, dat het H.M. de
Koningin had behaagd, dat de drie
vaandels van het KNIL zullen worden
overgedragen aan het koninklijk mili
tair invalidenhuis „Bronbeek" te Arn
hem
VERZEKERING SLACHTDIEREN
WETTELIJK VERPLICHT
De Hoge Raad heeft het beroep ver
worpen van de Zwolse slager J. P. S.,
tegen het vonnis van de economische
politierechter te Zwolle, waarbij hij
was veroordeeld tot een geldboete van
f 1,omdat hij met voorbijgaan van
de verordening verzekering slachtdie
ren, uitgevaardigd door het bedrijf
schap voor vee en vlees, zijn vee had
verzekerd bij een eigen verzekerings
fonds der Zwolse slagers.
Zware straffen voor verzet
Het gerechtshof te Brno (Moravie)
leeft drie personen tot zware gevange
nisstraffen veroordeeld en vele ande
ren tot lichtere. Zij hadden zich schul
dig gemaakt aan verzetswerk tegen oe
communistische regering.
VOOREN—SAAGER IN DE OPMARS
Het koppel VoorenSaager schijnt in
de Zesdaagse te Berlijn grote plannen
te hebben. Bezette het Dinsdagavond
de vijfde plaats, Woensdagmorgen had
het tweetal zich opgewerkt tot de
tweede plaats met één ronde achter
stand op de leiders LapebieGillen.
Gisteravond evenwel waren Vooren
Saager no. drie. De beide eerste plaat
sen werden toen ingenomen door
KnokeNothdurft en RigoniTerruzzi.
De Zwaluwen maken hier een van
de twee doelpunten in de strijd te
gen de Rode Duivels.
Ondanks wanhopige pogingen van
een der Belgische backs vliegt de
bal over de doellijn.
NIEUWE LEDEN VAN DE UNESCO
West-Duitsland, Japan en de staten
van Indo-China zijn door de economi
sche en sociale raad van de V.N. als
leden van de Unesco aanvaard. Er ging
een stormachtig debat aan de stem
ming vooraf.
Botter bij Texel op een zandbank gelopen
Jacob Post zat er gistermiddag om twee uur heel wat beter voor dan de nacht
tevoren. Toen, omstreeks vijf uur, strandde de Helderse botter „HD 47" op een
zandbank nabij de Zuidwestpunt van Texel. De drie opvarenden, schipper Piet
Post, zijn zoon Jacob en Teunis van der Hert, hebben zich slechts met de grootste
moeite van de verdrinkingsdood kunnen redden, zich vastklemmend aan een
houten reddingvlot van een vierkante meter. Zwemmend en duwend, geholpen
door een stormachtige wind, bereikten zü in ongeveer twintig minuten, doornat
en verkleumd van de koude, de Texelse wal. Later werd het driemanschap door
de „Dorus Rijkers" naar Nieuwediep gebracht. Daar arriveerden de schip
breukelingen om kwart voor elf, doodmoe doch behouden.
telijk avontuur op het ijselijk koude
water. En ergens boven sliep schipper
Post, die al hard naar de zestig gaat,
energiek de verschrikkingen van de
voorbije uren weg.
Motor sloeg af
Wegens het slechte weer, besloot de
bemanning van de „H.D. 47" om de
En om kwart vóór twee gistermiddag
zat Jacob Post aan de witte kool. Vrij
wel geheel van de schrik bekomen, ver
telde hij bij horten en stoten het nach-
Tweede marinebasis bouwt aan zijn toekomst
JN VLISSINGEN wapperden Dinsdag de vlaggen, van torens cn hijskranen,
huizen en winkels, als een spontaan welkom aan Hr. Ms. luchtverdedlgings-
bruiser „Jacob van Heemskerck", die Maandagavond bij zonsondergang het
anker op de Vlissinger ree had laten vallen. Niet ten onrechte beschouwt men
in de Scheldestad de komst van deze grote oorlogsbodem als een zichtbaar teken
der wedergeboorte van Vlissingen als onze tweede marinebasis. Overheid en
bevolking juichen het uiteraard van ganser harte toe, dat de marineleiding ook
Vlissingen heeft kunnen inschakelen bij de hernieuwde opbouw der Koninklijke
Marine, al blijft dit vooralsnog tot opleidingsdoeleinden beperkt.
7 O IS de situatie voor Vlissingen heel
anders en aanmerkelijk hoopvoller
dan op 1 Mei 1946, toen de marine zich
uit Vlissingen terugtrok. Er bleef nog
een kleine reden tot optimisme, toen
van marinezijde werd verklaard dat
nader zou worden bestudeerd in hoe
verre men in de toekomst gebruik zou
kunnen en moeten maken van de mo
gelijkheden te Vlissingen. Van gemeen
tewege en ook door de Zeeuwse pers
werd aangedrongen op een spoedige
beslissing.
„Dat was noodzakelijk", aldus burge
meester mr. B. Kolff tijdens een onder
houd dat wij gistermorgen met hem
hadden. „Wij moesten weten, waar we
aan toe waren, vooral in verband met
de woningbouw en de reservering van
terreinen voor de marine".
Uiteraard waren wij belangstellend
naar het aantal woningzoekenden in
Vlissingen. Wij zijn wel lichtelijk ge
schrokken, toen burgemeester Kolff
ons vertelde lat er ruim duizend wo
ningzoekenden staan Ingeschreven. Bij
de bevrijding, toen vrijwel niet één der
overgebleven woningen onbeschadigd
was, woonden nog drieduizend mensen
in Vlissingen. Dat aantal is inmiddels
weer tot bijna 25.000 opgelopen. De
situatie op woninggebied vertoont dus
veel overeenkomst met de toestand in
Den Helder, waar rnim 1700 woning
zoekenden staan ingeschreven bij een
bevolking van ruim 36.000 zielen.
Snel herstel.
CR IS in Vlissingen dat overigens
enige maanden eerder werd bevrijd
dan Den Helder hard gebouwd. Dat
hebben wij gisteren gezien tijdens een
rondrit door de uitgestrekte nieuwe
wijken, waar ook hoogbouw (flats van
drie verdiepingen) is toegepast. De
woningnood zal wellicht de eerste tijd
niet zo sterk door de terugkeer der
marine worden beïnvloed als in Den
Helder het geval is. De personeelsbe
zetting der marine te Vlissingen zal
immers voorlopig zeker niet boven de
twee- a di\ honderd uitgaan, waar
van het merendeel dan nog bestaat uit
jonge dienstplichtigen, die hun eerste
opleiding in Loosdrecht hebben ont
vangen en daarna in Vlissingen
scheepswi. s" worden gemaakt aan
boord van Hr. Ms. „Jacob van Heems
kerck" Zij kunnen op de Schelde leren
sloeproeien waneer een harde stroom
doorstaat, en waarschijnlijk gaat bin
nenkort ook Hr. Ms. sleepboot „RS 7"
naar Vlissingen, waarop dan de jongens
op een „echt schip" kunnen leren varen.
Dat zal voor hen heel wat anders zijn,
dan het uitbrengen van een anker „op
volle hei" in plaats van op volle zee,
en het „loden" naar Pinksterbloemen
en madelieven van een stevige boom
tak af
Eerst in het dok.
AL ZAL DUS het overgrote deel van
het marinepersoneel in Vlissingen
gehuisvest kunnen worden aan boord
van Hr. Ms. „Jacob van Heemskerck"
en Hr. Ms. „Flores", de onderbrenging
van de gehuwde kaderleden berokkent
toch reeds de nodige hoofdbrekens aan
de oudste officier van het Commande-
ment Maritieme Middelen te Vlissin
gen, de luitenant ter zee voor speciale
diensten der eerste klasse C. G. Lan-
dré. Met deze geboren Vlissinger, die
de rechterhand is van de CMMVG
(Commandant Maritieme Middelen
Vlissingen), de kapitein-luitenant ter
zee W. H. de Graaff, maakten wij een
praatje in de gezellige longroom van
Hr. Ms. „Flores", die stoomloos gemeerd
lag in de Eerste Binnenhaven. Over
een paar weken komt daar aan de
overkant Hr. Ms. „Jacob van Heems
kerck" te liggen, die gisteravond voor
het ondergaai. van een kleine dokbeurt
werd versleept van de rede naar de
werf „De Schelde".
Wanneer de „Heemskerck" de werf
heeft verlaten, zal de bodem aan de
kade muzikaal worden verwelkomd
door één der plaatselijke muziekkorp
sen. Maar Vlissingen zal pas in groot
ser stijl de terugkeer der Koninklijke
Marine vieren, wanneer de eerste groe
pen jongelui in opleiding komen. Door
een comité uit de burgerij worden
feestelijkheden voorbereid met als
hoogtepunt een feestavond in het Con
certgebouw. Dat zal waarschijnlijk eind
April het geval zijn.
De vrije tijd
JJet spreekt vanzelf dat men in Vlis
singen nu reeds uitziet naar mo
gelijkheden voor een passende en nut
tige vrije-tijds-besteding van de mari
nemannen. Op Maandag 19 Maart
wordt een Christelijk Militair Tehuis
geopend. Het R.K. Militair Tehuis zal
weldra volgen. De befaamde sociëteit
„voor heren en officieren" (met welke
benaming niets ten nadele van laatst
genoemde categorie wordt bedoeld!) is
reeds weer in oude glorie herrezen.
Het contact met de burgerij is overi
gens zodanig, dat de marineman in
Vlissingen niet met zijn ziel onder de
arm behoeft te lopen.
De zo noodzakelijke sportbeoefening
berokkent echter de militaire en bur-
De Koninklijke Marine stelde
ons in de gelegenheid de reis
naar Vlissingen met Hr. Ms.
„Jacob van Heemskerck", die
Maandagmorgen om half elf on
der commando van de kapitein
luitenant ter zee W. H. de Graaff
uit Nieuwediep vertrok, mee te
maken. De overtocht was zeer
voorspoedig. De ranke kruiser
doorkliefde met een twintig mijls
vaartje de kalme golven van de
Noordzee, die door een mild voor
jaarszonnetje werd beschenen.
Om half zeven, juist toen de zon
boven Breskens de kim naderde,
liet de „Heemskerck" het stuur
boordsanker vallen op de rede
van Vlissingen. Gistermorgen om
half negen bracht een motor
sloep ons naar de wal, waar wij
ons op de hoogte konden stellen
van de situatie in de vitale Schel
destad.
gerlijke autoriteiten nog de grootste
zorgen. Er is dringend behoefte aan
een sportterrein, waarover de dienst
voor O. S. en O. één of twee midda
gen per week kan beschikken, en ver
der aan lokaliteiten voor d beoefening
van zaalsporten, vooral tafeltennis. Een
hartewens is ook een overdekt zwem
bad, dat er alleen zal kunnen komen
wanneer het Rijk voldoende financiële
medewerking verleent.
We
Aanstekelijk enthousiasme
e hebben gisteren wel kunnen
vaststellen, dat men in Vlissin
gen niet stilzit. Wie had trouwens an
ders verwacht in een levenskrachtige
zeestad, waar jong en oud een flink
percentage zout water in de aderen
hebben? Het gemeentebestuur en de
officieren van het CMMVG zijn bezield
met een aanstekelijk enthousiasme,
dat stellig zijn vruchten zal afwerpen.
Wanneer men weet, dat zowel overste
De Graaff als de oudste officier zich
in Vlissingen opperbest thuisgevoelen,
is het duidelijk, dat het gemeentebe
stuur over medewerking hunnerzijds
geenszins te klagen heeft!
Bij dit alles werkt de ambitie, waar
mede de wederopbouw van Vlissingen
ter hand is genomen, als een zeer gun
stige factor. Het fraaie moderne sta
tion nabij de haven bewijst reeds vele
maanden uitstekende diensten, de
prachtige nieuwe veerpont „Koningin
Juliana" vaart af en aan naar de over
kant van de Schelde, aan de zo geha
vende Boulevard wordt hard gebouwd
aan de nieuwe grote Zeevaartschool,
aan de verbetering van de Buitenha
ven worden grote bedragen ten koste
gelegd (zo komt er een steiger van on
geveer 2500 meter lengte ten behoeve
van de Koninklijke Marine), en de
bouw van woningen wordt langzaam
maar zeker voortgezet.
Zo wordt er onder het wakend oog
van de grote Michiel de Ruyter, wiens
standbeeld aan de haven reeds talloze
stormen heeft getrotseerd, gebouwd
aan de toekomst van de Scheldestad,
waar men zich sterker dan ooit aan de
zee gebonden weet, nu ook de Koninklij
ke Marine zich weer definitief te Vlis
singen heeft gevestigd.
visserij de rug toe te keren, en in ge
zelschap van de botters „H.D. 184" en
..H.D. 180" het Molengat in te draaien.
Dwars van strandpaal 10 op Texel !iep
het scheepje vast op een zandbank,
waarna vrijwel onmiddellijk de motor
afsloeg. Het overspoelende zeewater
had zich met de oiie vermengd. Schip
per Post en zijn beide matrozen zijn
zolang mogelijk aan boord gebleven,
maar toen hun botter begon vol te lo
pen, wierpen zij het reddingsvlot re
water. Zij hadden gewacht tot de duis
ternis had plaats gemaakt voor een
grauw licht, dat het hun mogelijk
maakte de situatie enigszins te over
zien.
De „H.D. 47"j een ongeveer dertig
jaar oude, ijzeren botter die in het be
zit was van een vijftig pk motor, lag
scheef weggezakt. En Jacob Post ver
wacht, dat van het scheepje weinig te
redden valt. Zij hadden prachtige
nieuwe visnetten, waarvan er reeds één
was weggespoeld, De buit van ander
halve nacht vissen, weliswaar gering,
ging ook verloren.
Maar het meest nog betreurde de
bemanning het verlies van hun botter.
„Gelukkig liep er weinig vloed", ver
zuchtte Jacob, terwijl hij zijn vork diep
in een stuk dampende worst priem
de, „anders waren we het Marsdiep
ingedreven".
Intussen hebben de zorgen zich op
gehoopt in de harten van de mannen,
die verwachten nu brodeloos te staan.
Alle andere schippers hebben hun volk
en voordat een nieuwe botter gereed is
zal weer een jaar vervlogen zijn.
Terwijl de bemanning van de „H.D.
47" nog in nood verkeerde, voer de
„Dorus Rijkers" de haven uit. De „Do-
rus" kon het wrak van de botter door
de ondiepten echter niet bereiken. De
reddingboot heeft later de drie man
nen, die langs het strand naar De Mok
waren gelopen (Van der Hert op bloi'.e
voeten), aan boord genomen en in Den
Helder veilig aan wal gezet. De „H.D.
184" van schipper J. Wezelman was
toen reeds binnen. Van de „H.D. 180"
had men niets meer gezien. Het schip
liep vannacht om kwart over drie de
haven binnen. Het was reeds eerder ge
signaleerd door de UK 186, 22 mijl uit
de Nederlandse kust.
„H.D. 180" veilig?
Vannacht bereikte ons nog de ver
heugende tijding, dat de bemanning
vai de „UK 186" gistermiddag om
twee uur. ongeveer twintig mijl Noord
westelijk van het lichtschip „Texel",
het vermiste bottertje „HD 180" had
gezien.
De „HD 180" lcoerse nabij boei „ST 4"
in O.Z.O.-riching, waarschijnlijk met de
bedoeling om via deze omweg Terschel
ling te bereiken. Het scheepje had piet
voldoende kracht om tegen de zee in
te worstelen, n had ogenschijnlijk wei
nig averij opgelopen. Alleen had de be
manning van de „UK 186" bij het Hel
derse kottertje geen bezaanzeil meer
kunnen ontdekken.
Maar de leiders zijn bekend
i\E BEVOEGDE autoriteiten in Neder
land bes-hikken op dit ogenblik
over volledige gegevens inzake de ac
tiviteit van een „vijfde colonne". Reed»
lang was bekend, dat leden van een po
litieke organisatie geoefend werden in
gebruik van wapenen. Verscheidene sa
botagedaden zouden, naar werd aange
nomen, het werk kunnen zijn van
staatsgevaarlijke elementen. Spionnage
ten gunste van een vreemde mogend
heid werd kennelijk bedreven door
landgenoten van één politieke kleur.
Na lange maanden van onderzoek zijn
ten slotte volledige rapporten opge
steld over een ondergrondse organisa
tie, waarvan de leiders bekend zijn.
Verscheidene persoonlijkheden komen
in deze rapporten voor.
Deze geheime organisatie, die nog
niet is opgerold, beschikt onder meer
over een afdeling, welke het „verzets
werk" weer ter hand heeft genomen
en reeds de nodige gegevens registreer
de. Over het hoogst geheime spionnage -
werk dezer organisatie tast men nog in
het duister, maar aangenomen wordl,
dat een aantal mensen heeft zorg te
dragen voor het bijeenbrengen der an
tecedenten van alle „verdachte perso
nen" en van belangrijke gegevens op
het gebied van de Nederlandse bewa
pening, de anti-communistische orga
nisaties en dergelijke.