Bemanning van de „HD 47" maakte benauwde ogenblikken door Moord-geschiedenis uit het jaar 1256 inspireert Adr. Donker tot historievorsing Vlissingen ziet de Koninklijke Marine met vreugde terugkeren Onderzoek met de wichelroede Maar het heden wordt niet verwaarloosd Drie mannen met vlot naar de wal Scheepje wordt als verloren beschouwd Hr. Ms. Jacob van Heemskerck" in de Scheldestad met vlaggen begroet Alle hartewensen nog niet vervuld.... Er is weer een „vijfde colonne" DONDERDAG 15 MAART 1951 In Wesi-Friesland staat een Boerenplaats In zijn „Kroniek van de dorpen Aartswoud en Hoogwoud" vertelt wijlen de heer P. Bossen, de be kende Alkmaarse historicus, over de Abdij aan het „Coninck Padt", dat Graal Floris V tot de bouw een boerenwoning van Den Vries heeft ïaten afbreken. In deze boe renwoning heeft het lichaam van de Komng lang begraven gelegen onder de dorsvloer. De historicus zegt verder, ervan overtuigd te zijn, dat de kapel gestaan moet hebben op het land, dat in de koopacte van de eigenaar bekend staat als „de Roomsche Kerk". Die eigenaar is de heer Donker. In 1940 werd hier een onderzoek met de wichelroede ingesteld naar mogelijke fundamenten van de kape». Wichelroedeloper Hout rap porteerde, dat de roede funderin gen had aangewezen in de vorm van een kruis. Afmetingen 40 x 12 m. De zoon van de eigenaar van het land heeft op eigen gele genheid naar voorwerpen ge zocht, meldde het rapport verder. „Hij vond: le een wit porceleinen voetstuk van een kruis; 2e een blauw gekleurde scherf; een stuk mortel met een letterteken". Een boerenzoon met liefde voor oude curiosa (Van onze speciale verslaggever) QM DE WAARHEID TE ZEGGEN, hebben de graven van het Hollandse en Henegouwse huis ons in onze schooljaren volkomen koud gelaten. Nog tol op de huidige dag is het ons niet recht duidelijk welke rol zij gespeeld hebber in ie opbouw van onze hedendaagse Nederlandse gemeenschap. We voelen, dat we tekortschieten op dit punt. Maar we hebben er voor onszelf vrede 'mee, en kunnen dan ook de interesse niet opbrengen, nogmaals in die oude historie te duiken, om er het wezenskenmerk van te ontdekken. WAAROM we de lezer dit geheim ver klappen? Wel, om u een klein in zicht te geven in onze gemoedsgesteld heid, toen we een paar dagen geleden plotseling geconfronteerd werden met die middeleeuwse periode uit onze vaderlandse geschiedenis. Dat gebeur de in Hoogwoud. Wie ooit een vol doende voor geschiedenis gehad heeft op zijn schoolrapporten, dient te we ten, dat daar in den jare 1256 Graai Willem II van het Hollandse Huis, de vader van der keerlen God Florisz V een ontijdig levenseinde vond in zijn strijd tegen die vermaledijde West- Friezen. Dat was dus uitgerekend veertig jaar voordat zoon Florisz V wreed vermoord werd door Gijsbrecht van Aemstel c.s., een tragisch gebeu ren, dat merkwaardig genoeg wel een diepe indruk heeft achtergelaten en dan ook met geen mogelijkheid meer uit onze herinnering weg te bannen valt. Misschien dat onze voorliefde voor roof- en moordgeschiedenissen in de hedendaagse krant op dit punt veelzeggend is. Doodgeknuppeld. Is dat zo, dan verbaast ons te meer onze vergeetachtigheid omtrent da* jaartal 1256. We hebben nu pas ont dekt, dat het er daar bij Hoogwoud tussen Medemblik en Hoorn „gnap" van langs gegaan is. Willem II, in smetteloos gewaad, is daar met zijn schimmel door het ijs gezakt, en toen door de West-Friezen, die verscholen zaten in het riet en natuurlijk precies wisten daar de heer er doorheen zou gaan, doodgeknuppeld. Veel te laat ontdekten de West-Friezen dat ze zo'n hoge heer vermoord hadden. Ze schrokken zich dood, inplaats van een voudig te bedenken, dat het een pracht- feit was om in latere geschiedenis boekjes vermeld te worden. Ze hebben de dode Willem van zijn paard getild en hem ergens onder een schouw-plaat te drogen gezet. Later hadden die West-Friezen daar toch geen vree mee en ze hebben hem weer naar elders versleept. Op die plek heeft Floris V het geraamte zes- en-twintig jaar later gevonden. Dank zij de aanwijzingen van een oud man netje, dat natuurlijk een wit voetje probeerde te krijgen bij Florisz, om dat dit inmiddels kans had gezien in vier veldtochten de West-Friezen te verslaan, en daarmee dus de dood van zijn pa behoorlijk te wreken. Welnu, dank zij dat ouwetje kon Florisz het geraamte naar Middelburg laten overbrengen, waar hij dan ter eeuwige nagedachtenis aan Willem II in de kerk een praalgraf liet maken Tevens liet hij echter op de plek. waai zijn vader zo jammerlijk om het leven gekomen was aan het Conincx Boo- ven Paede te Hoogwoud, zoals hei sindsdien heette een abdij bouwen Liefhebberij die abdij is niets meer over Maar naast het land, waarop die abdij gestaan heeft, ligt een fraaie Noordhollandse boerenplaats, die West-Frisia genoemd werd. Die naam werd in de gevel geflankeerd door twee jaartallen. 1256 en 1282. Uiterlijk teken van de voorliefde der bewoners voor de historische plek.... en, zoals ons weldra bleek, voor de historie. Het is de familie Donker, die deze boerenplaats bewoont. Vader, moeder en zoon. De zoon Adriaan weten we al spoedig de historievorser. Niet beroeps halve, maar uit pure liefhebberij Niet dat hij het heden ervoor vergeet, zo als men wellicht zou verwachten. Hu werkt n/arstig me» in het veelomvat tende veehoudersbedrijf met zijn veer tig koeien en vaarzen, die een voort durende zorg eisen. Maar daarnaast vindt hij toch nog tijd en gelegenheid om zich ambitieus te verdiepen in het historische gebeuren. Reeds in wijde omtrek van Hoogwoud geniet zijn voorliefde een zekere vermaardheid. Hij is verwoed collectionneur van oudheidkundige voorwerpen, en menig een uit de buurt, die meent weer wat bijzonder ontdekt te hebben, weet Adriaan te vinden. Daarnevens is hij zelf een ijverig en opmerkzaam speur der, en zo ontdekt hij nog wel eens dingen, waaraan een ander achteloos voorbij gaat. Zo trof hij een poosje ge leden ergens op een boerenerf een grote looipot aan, waar de boeren in overoude tijden zelfs de huiden in looiden voor reparatie van hun schoei sel. Het ding werd gebruikt als hon denhok, maar Adriaan mocht het mee nemen, en fantaseerde er weer een bodem in. De bijna een meter hoge pot staat nu als een sieraad hij de deur van de ouderlijke boerenplaats naast muurtjes, die hij zelf metselde van oude, en zelfs zeer oude bakstenen, die hij hier en daar bij oude ruïnes of puinhopen wist te bemachtigen. Orde op zaken. Bij zoveel liefhebberij en zorg mag men verwachten, dat de verzamelaar een zekere orde in zijn collectie weet te bewaren. Indie verwachting wordt men niet teleurgesteld. In royale gla zen kasten zijn de voorwerpen ge plaatst. Voorzover ze tenminste niet een eervolle plaats kregen in de huis kamer, waar op de schoorsteen zelfs nog een paar oude Japanse vazen eraan herinneren, dat ondernemende voor vaderen van de familie Denker een maal Oost-Indievaarders waren. Wat al interessante dingen vindt men hier bijeengegaard! Testjes uit de Spaanse tijd met aarden pijpjes, waar mee het „toeback suighen" beoefend werd, prachtig mooie inktpotjes, die teruggevonden werden in de voor malige slotgracht van het kasteel Rad boud in Medemblik, penningen, een stenen hamer (gevonden aan de Gouw in Hoogwoud), tegeltjes ejt Delfts blauw, en daarnaast nog tientallen an dere dingen, waarvan de jonge Don ker de vindplaats en de aan het vin den verbonden historie telkens nauw keurig kent. Met de wichelroede. Uiteraard werkt de geschiedenis van BoetiOER)) Graaf Willem II, die zich dan in 1256 op de naast de boerderij gelegen grond moet hebben afgespeeld, levendig op zijn verbeelding. Enige jaren geleden heeft een wichelroedeloper samen met historicus Bosser uit Alkmaar eens een onderzoek ingesteld op dit land om fundamenten van de oude sbdy terug te vinden. Men is er helaas niet m geslaagd, omdat de voorliefde van vader Donker voor het hedendaagse iets te groot was, om er in toe te stem men dat zijn best weiland omgespit zou worden. Nog steeds heet dit land in de buurt het „kerkestikkie". En dat schuin over de boerenplaats „West- Frisia" de Ridderstikke. Voor een historie-minnende geest voldoende aanwijzing om in oude schrifturen en perkamenten naarstig te blijven speuren naar andere aandui dingen, die wellicht op een ander tijd stip toch nog eens waardevolle vond sten aan het licht zullen kunnen bren gen HET AFWIKKELINGSBUREAU KNIL Gistermiddag is in de Prins Hendrik kazerne te Nijmegen tijdens een korte plechtigheid het afwikkelingsbureau van het KNIL officieel opgeheven. Oe minister zonder portefeuille, de heer L. Götzen, deelde mede, dat het H.M. de Koningin had behaagd, dat de drie vaandels van het KNIL zullen worden overgedragen aan het koninklijk mili tair invalidenhuis „Bronbeek" te Arn hem VERZEKERING SLACHTDIEREN WETTELIJK VERPLICHT De Hoge Raad heeft het beroep ver worpen van de Zwolse slager J. P. S., tegen het vonnis van de economische politierechter te Zwolle, waarbij hij was veroordeeld tot een geldboete van f 1,omdat hij met voorbijgaan van de verordening verzekering slachtdie ren, uitgevaardigd door het bedrijf schap voor vee en vlees, zijn vee had verzekerd bij een eigen verzekerings fonds der Zwolse slagers. Zware straffen voor verzet Het gerechtshof te Brno (Moravie) leeft drie personen tot zware gevange nisstraffen veroordeeld en vele ande ren tot lichtere. Zij hadden zich schul dig gemaakt aan verzetswerk tegen oe communistische regering. VOOREN—SAAGER IN DE OPMARS Het koppel VoorenSaager schijnt in de Zesdaagse te Berlijn grote plannen te hebben. Bezette het Dinsdagavond de vijfde plaats, Woensdagmorgen had het tweetal zich opgewerkt tot de tweede plaats met één ronde achter stand op de leiders LapebieGillen. Gisteravond evenwel waren Vooren Saager no. drie. De beide eerste plaat sen werden toen ingenomen door KnokeNothdurft en RigoniTerruzzi. De Zwaluwen maken hier een van de twee doelpunten in de strijd te gen de Rode Duivels. Ondanks wanhopige pogingen van een der Belgische backs vliegt de bal over de doellijn. NIEUWE LEDEN VAN DE UNESCO West-Duitsland, Japan en de staten van Indo-China zijn door de economi sche en sociale raad van de V.N. als leden van de Unesco aanvaard. Er ging een stormachtig debat aan de stem ming vooraf. Botter bij Texel op een zandbank gelopen Jacob Post zat er gistermiddag om twee uur heel wat beter voor dan de nacht tevoren. Toen, omstreeks vijf uur, strandde de Helderse botter „HD 47" op een zandbank nabij de Zuidwestpunt van Texel. De drie opvarenden, schipper Piet Post, zijn zoon Jacob en Teunis van der Hert, hebben zich slechts met de grootste moeite van de verdrinkingsdood kunnen redden, zich vastklemmend aan een houten reddingvlot van een vierkante meter. Zwemmend en duwend, geholpen door een stormachtige wind, bereikten zü in ongeveer twintig minuten, doornat en verkleumd van de koude, de Texelse wal. Later werd het driemanschap door de „Dorus Rijkers" naar Nieuwediep gebracht. Daar arriveerden de schip breukelingen om kwart voor elf, doodmoe doch behouden. telijk avontuur op het ijselijk koude water. En ergens boven sliep schipper Post, die al hard naar de zestig gaat, energiek de verschrikkingen van de voorbije uren weg. Motor sloeg af Wegens het slechte weer, besloot de bemanning van de „H.D. 47" om de En om kwart vóór twee gistermiddag zat Jacob Post aan de witte kool. Vrij wel geheel van de schrik bekomen, ver telde hij bij horten en stoten het nach- Tweede marinebasis bouwt aan zijn toekomst JN VLISSINGEN wapperden Dinsdag de vlaggen, van torens cn hijskranen, huizen en winkels, als een spontaan welkom aan Hr. Ms. luchtverdedlgings- bruiser „Jacob van Heemskerck", die Maandagavond bij zonsondergang het anker op de Vlissinger ree had laten vallen. Niet ten onrechte beschouwt men in de Scheldestad de komst van deze grote oorlogsbodem als een zichtbaar teken der wedergeboorte van Vlissingen als onze tweede marinebasis. Overheid en bevolking juichen het uiteraard van ganser harte toe, dat de marineleiding ook Vlissingen heeft kunnen inschakelen bij de hernieuwde opbouw der Koninklijke Marine, al blijft dit vooralsnog tot opleidingsdoeleinden beperkt. 7 O IS de situatie voor Vlissingen heel anders en aanmerkelijk hoopvoller dan op 1 Mei 1946, toen de marine zich uit Vlissingen terugtrok. Er bleef nog een kleine reden tot optimisme, toen van marinezijde werd verklaard dat nader zou worden bestudeerd in hoe verre men in de toekomst gebruik zou kunnen en moeten maken van de mo gelijkheden te Vlissingen. Van gemeen tewege en ook door de Zeeuwse pers werd aangedrongen op een spoedige beslissing. „Dat was noodzakelijk", aldus burge meester mr. B. Kolff tijdens een onder houd dat wij gistermorgen met hem hadden. „Wij moesten weten, waar we aan toe waren, vooral in verband met de woningbouw en de reservering van terreinen voor de marine". Uiteraard waren wij belangstellend naar het aantal woningzoekenden in Vlissingen. Wij zijn wel lichtelijk ge schrokken, toen burgemeester Kolff ons vertelde lat er ruim duizend wo ningzoekenden staan Ingeschreven. Bij de bevrijding, toen vrijwel niet één der overgebleven woningen onbeschadigd was, woonden nog drieduizend mensen in Vlissingen. Dat aantal is inmiddels weer tot bijna 25.000 opgelopen. De situatie op woninggebied vertoont dus veel overeenkomst met de toestand in Den Helder, waar rnim 1700 woning zoekenden staan ingeschreven bij een bevolking van ruim 36.000 zielen. Snel herstel. CR IS in Vlissingen dat overigens enige maanden eerder werd bevrijd dan Den Helder hard gebouwd. Dat hebben wij gisteren gezien tijdens een rondrit door de uitgestrekte nieuwe wijken, waar ook hoogbouw (flats van drie verdiepingen) is toegepast. De woningnood zal wellicht de eerste tijd niet zo sterk door de terugkeer der marine worden beïnvloed als in Den Helder het geval is. De personeelsbe zetting der marine te Vlissingen zal immers voorlopig zeker niet boven de twee- a di\ honderd uitgaan, waar van het merendeel dan nog bestaat uit jonge dienstplichtigen, die hun eerste opleiding in Loosdrecht hebben ont vangen en daarna in Vlissingen scheepswi. s" worden gemaakt aan boord van Hr. Ms. „Jacob van Heems kerck" Zij kunnen op de Schelde leren sloeproeien waneer een harde stroom doorstaat, en waarschijnlijk gaat bin nenkort ook Hr. Ms. sleepboot „RS 7" naar Vlissingen, waarop dan de jongens op een „echt schip" kunnen leren varen. Dat zal voor hen heel wat anders zijn, dan het uitbrengen van een anker „op volle hei" in plaats van op volle zee, en het „loden" naar Pinksterbloemen en madelieven van een stevige boom tak af Eerst in het dok. AL ZAL DUS het overgrote deel van het marinepersoneel in Vlissingen gehuisvest kunnen worden aan boord van Hr. Ms. „Jacob van Heemskerck" en Hr. Ms. „Flores", de onderbrenging van de gehuwde kaderleden berokkent toch reeds de nodige hoofdbrekens aan de oudste officier van het Commande- ment Maritieme Middelen te Vlissin gen, de luitenant ter zee voor speciale diensten der eerste klasse C. G. Lan- dré. Met deze geboren Vlissinger, die de rechterhand is van de CMMVG (Commandant Maritieme Middelen Vlissingen), de kapitein-luitenant ter zee W. H. de Graaff, maakten wij een praatje in de gezellige longroom van Hr. Ms. „Flores", die stoomloos gemeerd lag in de Eerste Binnenhaven. Over een paar weken komt daar aan de overkant Hr. Ms. „Jacob van Heems kerck" te liggen, die gisteravond voor het ondergaai. van een kleine dokbeurt werd versleept van de rede naar de werf „De Schelde". Wanneer de „Heemskerck" de werf heeft verlaten, zal de bodem aan de kade muzikaal worden verwelkomd door één der plaatselijke muziekkorp sen. Maar Vlissingen zal pas in groot ser stijl de terugkeer der Koninklijke Marine vieren, wanneer de eerste groe pen jongelui in opleiding komen. Door een comité uit de burgerij worden feestelijkheden voorbereid met als hoogtepunt een feestavond in het Con certgebouw. Dat zal waarschijnlijk eind April het geval zijn. De vrije tijd JJet spreekt vanzelf dat men in Vlis singen nu reeds uitziet naar mo gelijkheden voor een passende en nut tige vrije-tijds-besteding van de mari nemannen. Op Maandag 19 Maart wordt een Christelijk Militair Tehuis geopend. Het R.K. Militair Tehuis zal weldra volgen. De befaamde sociëteit „voor heren en officieren" (met welke benaming niets ten nadele van laatst genoemde categorie wordt bedoeld!) is reeds weer in oude glorie herrezen. Het contact met de burgerij is overi gens zodanig, dat de marineman in Vlissingen niet met zijn ziel onder de arm behoeft te lopen. De zo noodzakelijke sportbeoefening berokkent echter de militaire en bur- De Koninklijke Marine stelde ons in de gelegenheid de reis naar Vlissingen met Hr. Ms. „Jacob van Heemskerck", die Maandagmorgen om half elf on der commando van de kapitein luitenant ter zee W. H. de Graaff uit Nieuwediep vertrok, mee te maken. De overtocht was zeer voorspoedig. De ranke kruiser doorkliefde met een twintig mijls vaartje de kalme golven van de Noordzee, die door een mild voor jaarszonnetje werd beschenen. Om half zeven, juist toen de zon boven Breskens de kim naderde, liet de „Heemskerck" het stuur boordsanker vallen op de rede van Vlissingen. Gistermorgen om half negen bracht een motor sloep ons naar de wal, waar wij ons op de hoogte konden stellen van de situatie in de vitale Schel destad. gerlijke autoriteiten nog de grootste zorgen. Er is dringend behoefte aan een sportterrein, waarover de dienst voor O. S. en O. één of twee midda gen per week kan beschikken, en ver der aan lokaliteiten voor d beoefening van zaalsporten, vooral tafeltennis. Een hartewens is ook een overdekt zwem bad, dat er alleen zal kunnen komen wanneer het Rijk voldoende financiële medewerking verleent. We Aanstekelijk enthousiasme e hebben gisteren wel kunnen vaststellen, dat men in Vlissin gen niet stilzit. Wie had trouwens an ders verwacht in een levenskrachtige zeestad, waar jong en oud een flink percentage zout water in de aderen hebben? Het gemeentebestuur en de officieren van het CMMVG zijn bezield met een aanstekelijk enthousiasme, dat stellig zijn vruchten zal afwerpen. Wanneer men weet, dat zowel overste De Graaff als de oudste officier zich in Vlissingen opperbest thuisgevoelen, is het duidelijk, dat het gemeentebe stuur over medewerking hunnerzijds geenszins te klagen heeft! Bij dit alles werkt de ambitie, waar mede de wederopbouw van Vlissingen ter hand is genomen, als een zeer gun stige factor. Het fraaie moderne sta tion nabij de haven bewijst reeds vele maanden uitstekende diensten, de prachtige nieuwe veerpont „Koningin Juliana" vaart af en aan naar de over kant van de Schelde, aan de zo geha vende Boulevard wordt hard gebouwd aan de nieuwe grote Zeevaartschool, aan de verbetering van de Buitenha ven worden grote bedragen ten koste gelegd (zo komt er een steiger van on geveer 2500 meter lengte ten behoeve van de Koninklijke Marine), en de bouw van woningen wordt langzaam maar zeker voortgezet. Zo wordt er onder het wakend oog van de grote Michiel de Ruyter, wiens standbeeld aan de haven reeds talloze stormen heeft getrotseerd, gebouwd aan de toekomst van de Scheldestad, waar men zich sterker dan ooit aan de zee gebonden weet, nu ook de Koninklij ke Marine zich weer definitief te Vlis singen heeft gevestigd. visserij de rug toe te keren, en in ge zelschap van de botters „H.D. 184" en ..H.D. 180" het Molengat in te draaien. Dwars van strandpaal 10 op Texel !iep het scheepje vast op een zandbank, waarna vrijwel onmiddellijk de motor afsloeg. Het overspoelende zeewater had zich met de oiie vermengd. Schip per Post en zijn beide matrozen zijn zolang mogelijk aan boord gebleven, maar toen hun botter begon vol te lo pen, wierpen zij het reddingsvlot re water. Zij hadden gewacht tot de duis ternis had plaats gemaakt voor een grauw licht, dat het hun mogelijk maakte de situatie enigszins te over zien. De „H.D. 47"j een ongeveer dertig jaar oude, ijzeren botter die in het be zit was van een vijftig pk motor, lag scheef weggezakt. En Jacob Post ver wacht, dat van het scheepje weinig te redden valt. Zij hadden prachtige nieuwe visnetten, waarvan er reeds één was weggespoeld, De buit van ander halve nacht vissen, weliswaar gering, ging ook verloren. Maar het meest nog betreurde de bemanning het verlies van hun botter. „Gelukkig liep er weinig vloed", ver zuchtte Jacob, terwijl hij zijn vork diep in een stuk dampende worst priem de, „anders waren we het Marsdiep ingedreven". Intussen hebben de zorgen zich op gehoopt in de harten van de mannen, die verwachten nu brodeloos te staan. Alle andere schippers hebben hun volk en voordat een nieuwe botter gereed is zal weer een jaar vervlogen zijn. Terwijl de bemanning van de „H.D. 47" nog in nood verkeerde, voer de „Dorus Rijkers" de haven uit. De „Do- rus" kon het wrak van de botter door de ondiepten echter niet bereiken. De reddingboot heeft later de drie man nen, die langs het strand naar De Mok waren gelopen (Van der Hert op bloi'.e voeten), aan boord genomen en in Den Helder veilig aan wal gezet. De „H.D. 184" van schipper J. Wezelman was toen reeds binnen. Van de „H.D. 180" had men niets meer gezien. Het schip liep vannacht om kwart over drie de haven binnen. Het was reeds eerder ge signaleerd door de UK 186, 22 mijl uit de Nederlandse kust. „H.D. 180" veilig? Vannacht bereikte ons nog de ver heugende tijding, dat de bemanning vai de „UK 186" gistermiddag om twee uur. ongeveer twintig mijl Noord westelijk van het lichtschip „Texel", het vermiste bottertje „HD 180" had gezien. De „HD 180" lcoerse nabij boei „ST 4" in O.Z.O.-riching, waarschijnlijk met de bedoeling om via deze omweg Terschel ling te bereiken. Het scheepje had piet voldoende kracht om tegen de zee in te worstelen, n had ogenschijnlijk wei nig averij opgelopen. Alleen had de be manning van de „UK 186" bij het Hel derse kottertje geen bezaanzeil meer kunnen ontdekken. Maar de leiders zijn bekend i\E BEVOEGDE autoriteiten in Neder land bes-hikken op dit ogenblik over volledige gegevens inzake de ac tiviteit van een „vijfde colonne". Reed» lang was bekend, dat leden van een po litieke organisatie geoefend werden in gebruik van wapenen. Verscheidene sa botagedaden zouden, naar werd aange nomen, het werk kunnen zijn van staatsgevaarlijke elementen. Spionnage ten gunste van een vreemde mogend heid werd kennelijk bedreven door landgenoten van één politieke kleur. Na lange maanden van onderzoek zijn ten slotte volledige rapporten opge steld over een ondergrondse organisa tie, waarvan de leiders bekend zijn. Verscheidene persoonlijkheden komen in deze rapporten voor. Deze geheime organisatie, die nog niet is opgerold, beschikt onder meer over een afdeling, welke het „verzets werk" weer ter hand heeft genomen en reeds de nodige gegevens registreer de. Over het hoogst geheime spionnage - werk dezer organisatie tast men nog in het duister, maar aangenomen wordl, dat een aantal mensen heeft zorg te dragen voor het bijeenbrengen der an tecedenten van alle „verdachte perso nen" en van belangrijke gegevens op het gebied van de Nederlandse bewa pening, de anti-communistische orga nisaties en dergelijke.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 3