Een oude volkskunst herleeft „Noord-Holland heeft de stedelingen goed geholpen in hongerwinter w\\W VRI V) HERINNERING AAN DE HONGERTOCHTEN Objectief oordeel over plattelanders Belangrijke studie van dr. G. J. Kruyer Hersengymnastiek door Bob Wallagh 1 Een nieuwe dans (<■0 f W EEN NAAM IN RUBBER f Bêüm. - IJdelheid peei van hef kantklossen Schoonste vorm van huisvlijt DIT WOELIGE LEVEN Goede raad is duur ZATERDAG 34 MAART. 1951 yjAJS ALLE ELLENDE, die we ons kunnen herinneren van de bezettings tijd, rormt die der hongertochten één der tragische dieptepunten. Nog zien we het beeld voor ons van de eindeloze stoeten dodelijk vermoeide trek kers, nauwelijks meer in staat him zwaar beladen fiets overeind te houden, of hun handkarretje voort te duwen over de triest-winterse polderwegen, die •indeloos lang waren. Eenmaal, op een kille winterdag aan het einde van 1944, hebben we dit beeld wel het allerscherpst gezien. Het is ons onvergete lijk in het geheugen gegrift. We waren toeschouwer van het drama, dat zich daar voor ons oog ontrolde. Maar juist, omdat we er geen deel aan hadden, er dus overheen konden blikken, was de indruk misschien wel te sterker. \yE HERINNEREN ONS moeite gehad te hebben om onze tra nen weg te dringen bij het zien van het kind, eenzaam sjorrend aan het karretje met de zakken met luttele kilo's aardappelen en uien en rode en gele kooltjes, waaroverheen weerga loos triest het lichaam lag van de van uitputting gestorven vaderWe herinneren onsMaar ach, wat be tekent die enkele herinnering van ons, tegenover de duizenden herinneringen, die dr. G. J. Kruyer bundelde in zijn sociologische studie, die het licht zag bij de uitgeverij Boom Zn. te Mep- pel onder de titel „Hongertochten". Dat werk haalt ons weer het totale beeld van de verschrikkingen van de bezettingstijd voor ogen. Maar behal ve dit, voert het ons naar objectieve conclusies aangaande de mentaliteit, die stadsbewoner en plattelander in die benauwende maanden beheerst heeft. Het geeft ons antwoord op vra gen, die we voor ons zelf al eens ge steld hadden, maar waarop we toen geen antwoord konden geven. Het boek van dr. Kruyer bevat slechts wetenschappelijk verantwoor- Zeep duurder... SNEL NOG VOORDELIGER! Nu is 't helemhal zaak SNEL te gebruiken! Want zeep wordt duurder, maar SNEL niet SNEL, met ongekende was kracht: 3 k 4 druppels zijn voldoende voor de vetste vaat Borden, pannen, lepels, glazen, alles droogt prachtig glanzend op. Ruiten - tegels - sanitair - alles wordt echt schoon en fris. En was in SNEL ook Uw wol len dekens, zijde en nylon! De kleuren frissen er zo van op! De weefsels worden als nieuw Bovendien... SNEL houdt Uw handen zacht en gaaf, want het bevat Sapobiel, het onge ëvenaarde huidbeschermings middel. Haal vandaag nog zo'n zuinige fles SNEL, met de handige druppelsluiting Klinkt het U vreemd in de oren dat een pond veren meer weegt dan een pond goud? Natuurlijk, een pond is een pond, maar niet in Engeland. Want 't Engelse „Pound" heeft 16 „ounces", maar dat wordt niet gebruikt voor goud, zilver, juwelen en geneesmiddelen voor welke genoemde artikelen men de „troy" als pond gebruikt en die heeft maar 12 „ounces". Zó gezien, weegt een pond veren dus zwaarder dan een pond goud- Maar dan ook alleen zó gezien En dit zijn de vragen voor deze week: 1 Wat is tiiscuit nog anders dan een lekkernij? 2 Hoelang heeft men aan de Af sluitdijk gewerkt? 3 Welke historische woorden sprak Ceasar tot zijn vriend voor hij stierf? 4 Waar komt het woord bruiloft vandaan? 5 Waaraan heeft de maand Juli zijn bestaan te danken? 6 Welke dag is het altijd Sint Ni- colaasdag en sinds wanneer be staat het? 7 Hoeveel boterhammen kan men van een heel brood snijden? 8 Een Moeder heeft vijf kinderen en twaalf appelen. Op welke wijze kon zij er zonder de ap pelen aan te snijden, het beste haar kinderen evenveel van geven? 9 Wat zijn „Mummies" en waar kan men ze zien? 10 Waar komt het woord „rollade" vandaan? (Voor de antwoorden zie men ons blad van Dinsdag.) de conclusies. Het emotionele, dat de objectiviteit teloor doet gaan, is er uit geweerd. En dat doet weldadig aan. Nog teveel wordt het gedachten- leven van de mensen na de oorlog be heerst door een emotionaliteit, die het eenvoudig onmogelijk maakt om de dingen in hun juiste verhouding tot de werkelijkheid te zien. Gastvrijheid. Ons als Noordhollanders mag het interesseren, hoe de stadsbewoner over ons is gaan denken na die hongerwin ter. De hotels en pensions in Noord- Holland konden slechts 8% van de trekkers nachtlogies verstrekken. En in die gelegenheden werden de hoog ste logiesprijzen betaald. Bijna dertien procent der trekkers betaalde twee gulden of meer per nacht. Zeker 46% kreeg in Noord-Holland echter gratis onderdak. Het is een getuigenis van de hulpvaardigheid en gastvrijheid, die men de Noordhollanders altijd heeft toegedacht. Tal van trekkers kregen behalve dat gratis logies zelfs nog wat eten van hun gastvrouwen en -heren. „Gezien de enorme stroom, die Noord-Holland kreeg te verwerken, mag worden ge zegd, dat dit gebied de stedelingen goed heeft geholpen." Voorwaar een prettige conclusie, wanneer men bedenkt hoeveel verha len de ronde gedaan hebben over de schrikbarende inhaligheid van de boe renstand, die zich, naar de overleve ring wilde, kasten vol goud en zilver en textiel verworven had uit de nood van de hongerende bevolking. Het zou geen wetenschappelijk wera zijn, wanneer deze studie zich nog niet dieper bezig hield met deze vraag. En daarom gaat de schrijver ook na het verschil in geaardheid tussen platte lander en stedeling. „Het verschillend milieu vormt twee uiterste mensen typen", zegt dr. Kruyer. „De mens neigt er sterk toe aan het anders-zijn van de medemens een kwalitatieve in deling te verbinden. In de regel zal hierbij de machtigste als „beter" wor den beschouwd. De boer is er zich van bewust, dat hij in vele opzichten zwakker is dan de stedeling. Hij ziet op tegen de stad, deze imponerende machtsuiting van het menselijk kun nen. Degeen, die zich met deze stad identificeert, geniet aanzien. De be woner van de stad is uiterlijk be schaafd, geciviliseerd, de boer uiter lijk ruw, ongepolijst. Gebleken is uit de onderzoekingen, dat ook de Neder landse boer het gevoel had, dat hij bij de stad ten achter gesteld werd en niet werd gewaardeerd en begrepen. Zijn economische positie was daaren boven tussen beide wereldoorlogen zonder meer zorgwekkend. De oorlog bracht een grondige ver andering in de machtsverhoudingen. In het bijzonder in de hongerwinter was de stedeling geheel afhankelijK van de boer, tot wie hij zich persoon lijk moest wenden. Met onverholen egoïstische instelling wendde de trek ker zich steeds tot de boeren. Verke rende in de grensstrook tussen leven en dood was die hongertrekker uiterst prikkelbaar en aggressief. De andere bij het proces betrokken party, de boer, wist, dat er ook voor hem moei lijke tijden konden komen waarin hij zichzelf zou moeten helpen. Daarom moest hy voor zyn producten een goe de prys maken. In wezen stonden boer en trekker in een zakelijke verhouding tot el kaar, waarbij beide partijen op voor deel uit waren. De boer was in dit ruilverkeer verreweg de sterkste. Hierop heeft de boerenbevolking vol komen normaal gereageerd, d.w.z. op een manier, zoals ook andere bevol kingsgroepen zouden hebben gerea geerd. De grote meerderheid profiteer de van de machtspositie door goede prijzen te bedingen, terwijl degenen, die misbruik van macht maakten en degenen, die zich niet wensten te ver rijken tot de uitzonderingen behoor den. Duidelijk is gebleken, dat bij de grote meerderheid van de boeren een bepaald normbesef het machtsstreven beperkte. Zo was het mogelijk, dat op allerlei manieren ook belangeloze hulp werd geboden." £)EZE conclusies verbazen ons niet. Op vele plaatsen en In vele situa ties hebben we de mentaliteit van de Noordhollandse boeren leren kennen. Die mentaliteit achten we in vele op zichten gunstiger dan die van de ste delingen. Het zjj hier onomwonden ge zegd, in het besef dat dit een uiterst subjectief oordeel is. Maar niemand zal het ons kwalijk nemen, dat we nu een juichkreet aanheffen, nu we deze subjectiviteit min of meer bevestigd vinden in het objectieve oordeel van dr. Kruyer, wie we een hartelijk welkom zullen toeroepen, wanneer het ooit nog eens nodig zou moeten zyn honger tochten te makenLaat het nim mer meer nodig mogen zyn! Bij juiste invulling vermeldt 42 hori zontaal, voor wie het Paas-ei bestemd is. Hrizontaal: 2 Paasdecoratie; 10 lentemaat; 12 soort stof; 13' familielid; 14 maat; 16 hand vat; 17 droog; 18 halfbloed; 19 bijvoor beeld; 20 hete drank; 21 deel van de Bijbel; 22 loods; 23 Romeinse Rijk; 24 maanstand; 25 soort electrische verlich ting; 27 voorzetsel; 29 godin; 30 ambts kleed; 32 ter herinnering; 33 krachts eenheid; 35 soort onderwijs; 37 bij woord; 39 vreemde munt; 41 muziek noot; 42 Bij juiste invulling vermeidt deze regel voor wie het Paas-ei bestemd is; 43 bijwoord; 44 meisjesnaam; 45 jon gensnaam; 46 voormiddag; 48 motorra ces, 49 sportterm; 51 trant; 52 opera; 54 aardrijkskundige aanduiding; 55 deel van de dag; 57 pers. voorn, woord; 59 godsdienst; 61 wervelwind; 62 muziek noot; 63 bezittelijk voorn, woord; 65 aardrijkskundige aanduiding; 66 grap- pepmaker; 68 jongensnaam; 69 hol; 71 fig. uit de dierentuin; 72 persbureau; 73 Pasen (Lat.); 75 getij; 76 Evangelist. Verticaal: 1 heester; 3 gereed; 4 zwemvogel; 5 koele drank; 6 hoogte; 7 vaartuig; 8 spil; 9 voorjaarsbode; 11 ontsteking; 13 groef; 15 en dergelijke; 17 titel; 24 boom; 25 gezichtseinder; 27 cijns; 28 pers. voorn, woord; 31 componist; 33 schildersgerei; 34 zuidvrucht; 36 jaarge tijden; 38 opstootje; 39 dop; 40 Turks bevelhebber; 41 rivier (Spaans); 46 ver voerbedrijf; 47 maat; 59 horizon; 50 ge wicht; 53 voorjaarsbode; 55 plaats in Gelderland; 56 afgod der Phoeniciërs; 58 heester; 60 deel van een plant; 62 bijwoord; 64 verpleegster; 67 titel; 69 opening; 70 lidwoord (Eng.)73 familie lid; 74 uitroep. (Voor de oplossing zie men ons blad van Dinsdag.) GHEDENCKKLANCK Wat gheeft den dans ons vreughde: hoe ziedt sy in het bloet'. Welaen in donckre daagen de son weer schynen doet! Veur d' een is sulcks een Polcka, veur de aar het Menuet Maer steets brenght sy het menschdom gheselligheyt en pret. Laest hoorde 'ck van een nieuwen, nog origineler dans en deese heeft in Hollant wel seecker ghrooten kans. Men stelt sich op met allen (dus 't ghanse huysgesin) Men sluyt de beyde ooghen en houd' de adem in. Ghe plaetst uw aller ruggen met kracht teeghen de muur en aen uw beyde scheenen plaetst men een smeulend vuur. Een mes (het dient ghesleepen!) vindt rustplaets op den borst, Terwyl de kinderen speelen met een verdrooghden korst. Dan can de dans beghinnen, men plaetst een mangel daer en perst de mededansers erdeur met huyd en haer. Sulcks magh men dan herhalen sooiangh de kracht u blyft slechts hy magh losghelaaten, die tydens 't spel verstyft. 't Gaet schoner nogh dan walsen, men doet die dans al vaeck En veur bepaelde menschen bevat sy selfs een taeck! De naem sal ick u seghen, dan weet ghe die althansch: 't Heet: Vrye variaties op Pieter Lieftinck-dans". THOMASSIUS c V II U mJr JU U A 1 AN 'S MENSEN IJDEL HEID dankt de wereld heel kwade zaken, maar ook goede. De zwartkijker zal zich met de bewering niet kunnen verenigen en triom fantelijk wijzen op de tal loze rampen, die de mensheid ten gevolge van haar eigen grenzeloze ijdelheid getrof fen hebben. Hij zal zijn zwartgallige tirade besluiten met de honende uitdaging, waar te maken dat ijdelheid ook peet heeft gestaan bij de geboorte van een goede zaak. Meestal wint de zwartkij ker een twistgesprek met zijn vrolijker gestemde mede mens. Wij weten het allen. Edoch het gelijk in dit geval is niet aan zijn zijde, want ijdelheid is peet van de kunst. IJdelheid dreef onze ruwe naakte voorvader ertoe zijn grove lichaam op te smuk ken met tanden, gebroken uit de bek van een holenbeer of met de beenderen van zijn verslagen vijanden. IJdel heid dreef zijn naaste afstam melingen er toe welluidende klanken te ontlokken aan 'n ruwhouten fluit, zich in krijt te vereeuwigen op rotswan den of in steen. De godsdienst verleende een veiliger drijfveer aan het kunstverlangen van de mens, maar ijdelheid bleef door alle eeuwen heen de bron van het verlangen naar opsmuk in zijn kleding. (Van onfce speciale verslaggever) Twee Volendammer schonen, die zich oefenen in de edele kunst van het kantklossen. de mens nuchterder en kou der. Men had geen tijd meer om het kunstige vlechtwerk van een kant werkje te bewonderen, laat taan te dragen aan over- nemd of jas. Zo dreigde een oude volkskunst verloren te gaan. In het begin van de 20ste eeuw beoefenden alleen de vrouwen in de vissers plaatsen aan de Noordzee en aan de Zuiderzee het kant klossen. Maar zü Keiden .«•'«chts enkele motieven QELUKKIG voor het cultu rele leven van ons volk is hierin de laatste jaren veel veranderd, dank zij de heer J. P. A. Brandt in Amster dam. die bijgestaan door een zestal leraressen, het kant klossen leert aan iedere vrouw, die zich deze kunst eigen wil maken. Om de be langstelling hiervoor bij vrouwelijk Nederland op te wekken organiseert de heer Brandt tentoonstellingen en hij heeft daarbij succes. Op het ogenblik tellen zijn scho len in Amsterdam en Den Haag 400 cursisten. Kantklossen lijkt moeilijker dan het is. Om een regiment spelden heen, die staan opge steld op het patroon, bewe gen razend snel de linnen draden van de klosjes en langzaam maar zeker groeien de arabesken, spinneweef- sels, sterretjes, ijle bloem- draadjes en meeldraadmo- tot voor een twintigtal jaren in ons land tiefjes in de sierlijkste patronen. WIE HEEFT niet in stomme bewonde- in h^ vergeetboek te geraken, hoewel enkele iessen kan men al tamelijk W ring gestaan voor de schilderijen roL^ w T„ A lond.ten" ingewikkelde motieven in een kraagje, van onze oude meesters? En wie heeft zakdoekje of garnering vervaardigen, zich daarbij niet afgevraagd hoe zij hun kl'kten ln vele hulzen klossen tegen Het materiaal voor het kantklossen penselen konden dwingen de ragfijne ka.. p grote, ronde kussen en geiukkige eigenschap in deze tijd is kanten kragen, lubben en revertjes ?™id^ °"de* de !"Jver* hande" ,de weinig kostbaar, van de prachtige kleding zo natuurlijk kunstwerken, die wij op de schilderijen en nauwkeurig op het linnen te leg- zo bewonderen De kant werd in die kunst geeft de mens in deze tijd gen7 Velen *eloven wii maar wminifen dr&en door iedereen gedragen; man- KU"sl «eeit ae mens m aeze lya gen. veien, geioven wij, maai weinigen va" koude en warme oorlogen, schaars- zullen zich hebben pfupvmncfrl hnn Hat. 0 &oea als viouwen. Monarchen, jA zullen zich hebben afgevraagd, hoe dat te en geestelijke nood nog een rustpunt, fijne sneeuwblanke kantwerk gemaakt kri- jj'kt' Daarom stemt de herleving van de kunst vindt men van het kantklossen tot vreugde. Al vincu men. geloven wij niet, dat de man in de Dat is het echter wèl, want het ma- Met de ontwikkeling van wetenschap naaste toekomst zich weer zal tooien ken van kant, als volkskunst, dreigde en techniek werden de opvattingen van met kanten kragen en manchetten. JJE WELDADEN volgen elkander da laatste weken op met waarlijk dui zelingwekkende snelheid. Wat hebben we al niet gekregen in luttel tijdsbe stek! We kregen vader Drees terug* met negen andere veteranen en vijf ministers vers van d'rlui moeder, als ik het zo eens zeggen mag. Romma had ze bij elkaar gezocht, maar Drees moet er mee roeien. In nacht en storm- getij en met een massa tegenstroom. En waren nu die roeiers het maar met el kaar eensMaar tja: er wordt be weerd dat ons aller Piet vooruit roeit en Van den Brink achteruit; vandaar dat sommige kranten beginnen te krij sen van: we zitten in de spiraal. Maar er zijn kranten, die altijd wat hebben te zemelen en te zeuren. Hoe hebben ze niet geschreven en gewreven tegen Willem Schermerhorn en er was, geen vriendelijker Sinterklaas dan hij. Allemaal koek en niets van de gard. Die gard komt nfi pas: en zit er een Schermerhorn in de regering? Wel nee. Geen Romme trouwens ook. Die ligt uit te blazen van het kabinetten- timmeren. Of hij legt een kaartje met Beel. Wat zou het? Na de regering kregen we een pro gram. En duurdere boter, duurder brood, duurdere van alles. Daarna kre gen we loonsverhoging. En wat er dan weer komt moeten we maar afwachten. Altijd wat raars en zelden wat goeds. En toch, zo heeft vader Drees ge zegd, is de toestand niet hopeloos. Hoe komt dat? Mijn neef, het gewezen Ka merlid, heeft het uit de doeken ge daan. Dat komt, omdat we een Sociaal Economische Raad hebben, die, vanaf hoge tronen, ons ganse sociale en eco nomische léven leidt. U voelt wel; dat zijn geen jongens van de kleuterklas. Dat zijn mannen met brede borsten en dubbele hersens. Wandelende wonde ren van sociaal inzicht en economisch vernuft. Nu moet zo'n Sociaal Economische Raad natuurlijk een dak boven z'n hoofd hebben. Anders verwaaien de hersens en raakt Nederland in de knoop. Als lid van de Sociaal Econo mische Raad kun je niet cijferen in een alcoofje of peinzen in een blokhut. En omdat het ten slotte gaat om het sociale heil en het economische wel zijn van gans de natie mocht er voor de huisvesting niet op een kwartje ge keken worden. Vandaar, dat de Soci aal Economische Raad twee panden kocht aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag voor het sommetje van 200.000 gulden. Nou waren dat wel aar dige pandjes, maar er moest toch het een en ander aan gebeuren alvorens de wonderen van de Sociaal Economi sche Raad zich binnen de muren kon den installeren. Welaan: een architect ging aan het passen en meten, aan het tekenen en het rekenen. De voorgeno men verbouwing kwam op 700.000 gul den, hetgeen voor twee pandjes van 200.000 gulden een weinig bezopen ge heten moet worden. Men zag er dan ook voorlopig van af. Men toonde zich bereid tot het brengen van een offer. Er werd niet verbouwd. En nu wilt u natuurlijk een applaus je loslaten voor het sociale gevoel en het economisch inzicht, dat de S.E.R. ten toon spreidde in het aangezicht van onze lege schatkist? Wacht u nog even Want men heeft wat ontdekt! Men is (het zij erkend: tot aller schrik) tot het (te late) inzicht gekomen, dat de aange kochte panden staan op het uitbrei dingsplan Dudok enafgebroken moeten worden. Hetgeen betekent, dat er 200.000 gulden belastinggeld in het water is gegooid. Want de heren van de S.E.R. mogen nu uitschuifbare her sens hebben: er is niemand zo onbe nullig om voor hun afgebroken huisjes twee ton te betalen. Ik bedoel maar: het weerbericht voor de Paasdagen moge dan niet opwek kend zijn wat deert het ons, zolang we de zekerheid hebben dat onze so ciale belangen en onze economische welvaart veilig z«n in de handen van de Sociaal Economische Raad? Laat ons maar rustig slapen gaan. JEREMIA BLOM.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 9