Ernest Lough werd wereldberoemd door gramofoonplaat Noodgedwongen huizen velen in een woonschuit Politieman een moeilijk beroep Sinds 1927 ontving hij talloze brieven Waterbeschaving van ons volk is totaal onvoldoende Een jongensstem veroverde de wereld Herrinneringen van een Britse jongenssopraan ER, WAREN ook grappige reacties. F Ook de animo ervoor is uitermate gering Kaderschool der Rijkspolitie geeft hem een uitgebreide opleiding DORP OP HET WATER Schependorp bij Diemen omvat rijk en arm Romantisch verblijf en toch Wie tekent uw. rapport opa? Grote belangstelling in binnen- en buitenland ZATERDAG tl APRIL 1951 (Van een bijzondere medewerker) yEERTIEN JAAR was Ernest Lough uit Londen, toen zijn stem op de gramo foonplaat werd opgenomen en hij met zjjn hoge jongensgeluid een succes be haalde, dat bijna gelijk stond aan dat van grote zangers als Caruso en Chaliapine: zijn stem veroverde de wereld! Het gebeurde in 1937, toen de electrische opname techniek voor het eerst in de praktijk werd toegepast en „His Master's Voice" op de zwarte schijf de klanken vastlegde van het „Temple Church Choir", dat uit twaalf jongens en twaalf mannen bestond. Uitgevoerd werd o.a. Mendelssohns „Hear my Prayers", waarbij Ernest Lough de soli zong. Enkele accoorden van het orgel begeleidden hem, toen hij het recitatief inzette: „Oh, forthe Wings of a Dove". Zijn ijle en zuivere jongensgeluid steeg en daalde door de grote ruimte van de Temple Church, mengde zich met de klank van het orgel en werd 'ot een muziek van een zo serene en mysterieuze schoonheid, dat zelfs de gerouti neerde opname-technici er stil van werden. Zo begon bijna vijf en twintig jaar geleden de geschiedenis van een gramofoonplaat, waarop de stem van een jongen was gegrift en die tot nu toe een van de meest gevraagde platen van het klassieke repertoire is gebleven. liet koor toe, die m de omgeving van de kerk aan het spelen waren, met de viaag, of zij ook wisten „waar ze bij dragen konden storten voor het ge denkteken van de overleden jongens sopraan Ernest Lough?" De jongen, aan wie de vraag gesteld werd, grin nikte eens, wees op Lough en zei: „Vraagt u het maar eens aan hem?" Een beetje verlegen vertelde het „be roemde jongetje" toen, dat hij hele maal niet dood was. De dames liepen echter kwaad weg, verontwaardigd over een dergelijke misplaatste grap..., Nog actief DE OORLOG werd de Temple Church vernietigd door de Duitse bommen, maar het „Temple Choir" bleef bestaan. Uit de volwassen ge worden jongens formeerde dr. Thalben Ball een nieuw koor, dat thans in ver schillende delen van Engeland concer teert ten bate van de opbouw der ver woeste kerken. Mr. Lough zelf, die werkzaam is in het reclame-vak, houdt lezingen over de muziek van het koor 70DRA de plaat in handel werd ge- bracht, was het met de rust van de Jonge koorzanger gedaan. Uit allerlei delen van de wereld kreeg hij brieven in een onafgebroken stroom, die nu inmiddels is de jongen een man van bijna 40 jaar geworden en vader van twee kinderen nog steeds voort duurt. In het begin begreep Ernest niet veel van die belangstelling, want lelf vond hij zijn zang heel gewoon. Als hij zong was er zo'n toeloop in de Temple Church, dat de kerkeraad er toe over moest gaan toegangskaarten voor de diensten te verkopen MASTER LOUGH.... 14 jaar en beroemd Ernest hield niet van die drukte, wilde alles maar zo snel mogelijk ver geten en de brieven ergens opbergen in een 1® van vaders bureau. Papa dacht er echter anders over en liet Ernest de omvangrijke post zelf be antwoorden. Onlangs vertelde de jongenssopraan van toen voor de B.B.C.-microfoon: „Nu ik ouder geworden ben, begrijp ik dat mijn vader het bij het rechte eind had. Nu pas wordt het me duide lijk, hoeveel ik toen mocht doen met mijn stem". Die stem deed inderdaad veel, daarvan getuigden die stapels brieven: „Ik voel me pas gelukkig als ik in de dienst iets heb mogen zeggen, waardoor mensen, die met allerlei zor gen en moeite zitten, getroost worden" zo schreef een predikant aan de jonge Ernest. „Voel jij dat ook als je zingt? In elk geval heb je met je zang min stens zoveel gedaan om mensen te sterken als welke dominee ook". Grappige brieven Een missionaris in Uganda had de plaat gedraaid voor Afrikaanse jonge tjes en van hen kreeg Ernest een pa piertje met de vraag: „Kunnen we geen vriendjes worden Nog steeds heeft mr. Lough vreemde ervaringen. Onlangs draaide de B.B.C. „Hear my Prayers" en reeds de andere dag ontving men op het Broadcasting House in Londen een prentenboek van een oud dametje met de opdracht „bestemd voor master Lough". Toen de B.B.C. het geschenk had doorgezon den, bladerde mr. Lough het boekje glimlachend door en deed het daarna zijn zoontje cadeau. De kleine Robin 4 jaar was er maai- wat blij mee! Tezelfdertijd kwam er nog een brief binnen, ditmaal van een meneer uit Liverpool die een waarschuwend ge luid liet horen, „want de stem van master Lough begint minder te wor den", zo schreef hij. Derhalve advi seerde hij stembehandeling zus-en-zo toe te passen, dan zou het wel verbete ren. Mr. Lough heeft hem medege deeld, dat zijn behandeling helaas der tig jaar te laat kwam, want zijn stem was inmiddels gedaald tot de diepte van een bariton Fantastische verhalen J^E BEROEMDE gramofoonplaat was ook de oorzaak van een reeks fan tastische verhalen, die de ronde deden over de „dood van master Lough" Zelfs uit Amerika en Canada kwamen verzoeken om inlichtingen over de wijze, waarop de jongen in de kerk gestorven zou zijn na het zingen van zijn solo. In de zomer van 1927 kwa men twee dames naai- de jongens van en over de gramofoonplaten, die er van gemaakt werden. Onlangs sprak hij voor de B.B.C. en de reacties bij het Britse publiek herinnerden aan 24 jaar geleden: Lough ontving meer dan 250 brieven. Zijn oudste zoontje Peter, dat bijna 10 jaar is, zingt nu in de „Royal Cha pel" en deed o.a. dienst bij de doop van Princess Anne in Buckingham Palace. Nog altijd klinkt de jongensstem van Ernest Lough door de aether, nog altijd genieten duizenden van deze prachtige opnamen en nog altijd denkt ergens in Engeland een man met dank baarheid terug aan de tijd, waarin hij zo schoon kon zingen. „Master" Lough is gewoon „Mistel-" Lough geworden, maar zijn stem bleef behouden op een paar zwarte schijven. Mr. LOUGH alweer 24 jaar geleden Veel te weinig bad- en zweminrichtingen voorhanden (Van onze Haagse redacteur) J^OG ALLERMINST wordt de grote betekenis van het bad- en zweminrichtings wezen in alle geledingen van ons volk erkend. Zo werden door een bevolking van bijna tien millioen in 1947 slechts 8.332.000 douche- of kuipbaden in een bad huis en slechts 13.464.000 zwembaden in een zwem- of zeebadinrichting genomen. Dat wil zeggen, dat de Nederlander gemiddeld maar éénmaal per jaar naar een badhuis en pl.m. tweemaal per jaar naar een zweminrichting gaat. Dit, terwijl slechts achttien procent van onze landgenoten over een badcel thuis beschikt, die bovendien in vele gevallen, zoals uit een onderzoek is gebleken, als berghok of voor kookdoeleinden wordt gebruikt. JJIT HET door de Nederlandse stich ting voor statistiek in het najaar 1947 ingestelde conSumenten-onder- (Van onze speciale verslaggever). £EN ALLEENSTAANDE, lege auto, waarvan de claxon plotseling een paar maal hard en nadrukkelijk loeit, is een vreemd geval. Toch kan het ge beuren, dat men ergens langs één van Nederlands Rijkswegen zo'n auto aan treft; geen levend wezen erin te bespeuren en toch geeft de roerloze claxon een paar korte stoten. Men behoeft echter niet te schrikken. Er zijn hier be slist geen bovennatuurlijke krachten in het spel. De auto behoort aan de Rijkspolitie de mannen zullen zich niet ver van de wagen bevinden die één van de nieuwste technische snufjes heeft toegepast. Deze nieuwigheid maakt het mogelijk, dat de centraliste in de telefoon en radiocentrale van een hoofdkwartier van de Rijkspolitie de mannen van een patrouille-auto, die de wagen voor controle op het verkeer een poosje verlaten hebben, aan de mobilifoon in de auto kan roepen. Als de centraliste op vele kilometers af stand een paar keer op de knop druist, dan gaat langs radiografische weg de claxon in de op te roepen patrouillewagen toeteren. De politiemannen kunnen de auto dus met een rustig gemoed achterlaten. Als het commando hiin wat te zeggen heeft, waarschuwt de claxon, als zij maar zorgen binnen gehoor afstand te blijven. (Van onze speciale verslaggever). J-JOOG BOVEN het polderschap in de grote Rijksstraatweg van Amersfoort naar Amsterdam tussen Muiden en Diemen ligt het grote gevaarte van de Merwedebrug. Op de brug staande ziet men naar het Noorden de blauwe vlakte van het IJsselmeer en naar het Zuiden de wijde graslanden links en rechts van het Merwedekanaal. Half verscholen in de schaduw van dit staal van Nederlandse bruggenbouw ligt in een zijvaart van het grote kanaal een verzameling woonschepen, grote en kleine, oude en nieuwe. Ais blokjes van een in het water gevallen blokkendoos liggen zij daar. Zo maar in het land, ver van de bewoonde wereld, want die raast met grote snelheid in talrijke auto's op enkele honderden meters afstand langs hen heen. flinke firma's mooie, niet grote, boten. hoewel ook al „We moeten wel zo zijn", zegt de heer Havendam. „We behoren wel tot de gemeente Diemen, maar dat is een eindje uit de buurt en voor de brand weer of de politie hier is als we hier moeilijkheden hebben, duurt even. De eerste maatregelen moeten we zelf ne men. Dat doen we dan ook". Ondanks de afstand van de kolonie tot de bewoonde wereld is zij vol strekt niet verstoken van modern comfort. De meeste scheepjes hebben water leiding en electrisch licht. Maar het genot hiervan heeft een flink gat in hun portemonnaie geslagen. De aanleg van deze onontbeerlijke zaken kost te zamen een kleine 800 gulden. Dan moe ten de woonschepelingen een gulden per vierkante meter wateroppervlakte van hun schip per jaar aan liggeld be talen. Voor de heren, die in Amster dam werken, komt daar nog bij het reizen van en naar de stad. Sommigen stallen hun auto in Diemen en reizen verder met de bus. ^EDERLAND is na de oorlog in wei nig opzichten rijker geworden, maar het valt niet te loochenen, dat het thans meer woonschepen bezit dan vóór de oorlog. De woningnood dwong velen die aan een kleine, wat primi tieve huisvesting de voorkeur gaven "K r boven inwoning, er toe een woonschip mannen als huis te nemen wanneer zij daar- Paradijs voor kinderen veertig kinderen van het omgeving een para- In het dorp der woonschepen zijn de meest uiteenlopende beroepen verte genwoordigd. Een directeur van een grote diamantslijperij woont er naast een stuurman van de grote vaart, een accountant naast een bedrijfsleider van een groot restaurant in Amsterdam. Men vindt er het knusse scheepje van t spai tele" tzev als 1klkkera ln een employé van de KLM. Een grote vaaTrTt kapaaI; zijn allemaal ijzerliandelaar bezit zes schepen, keurig op een rijtje. Het is een bonte yOOR de dorpje is de dijs. Voor zij goed en wel lopen kun de voor het geld hadden. Het is niet moei- "a, A- 1T u 1 lijk een woonschip te bemachtigen, als aandoet Ri^ men maar geld heeft. Voor minder dan ten minste zesduizend gulden kan men moeilijk slagen. Maar het bezitten van een woon schip alleen heeft men nog geen wo ning. Een woonschip moet in het wa ter liggen en wel zo dicht mogelijk bij de plaats, waar de heer der woonboot zijn werkkring heeft. Men zoekt naar zo'n plaats en dan beginnen de moei lijkheden. Men stuit op talrijke ver bodsbepalingen, die nu eens om de ene, dan weer om de andere reden het vinden van een goede ligplaats moei lijk maken. De moeilijkheden zijn te- worden, vens de oorzaak dat daar tussen Mui den en Diemen een woonschipkolonie is ontstaan. Bijna alle bewoners van dit merkwaardige dorpje hebben hun werk in Amsterdam, maar zij werden door de omstandigheden gedwongen een ligplaats te kiezen op een tiental kilometers van onze hoofdstad. Heerlijk vrij ,rjE VINDEN het heus niet erg meer", vertelde mevrouw Havendam, ba zin van het woonschip koffiehuis. „De Merwede". „We liggen hier goed. Het is hier heerlijk vrij. Niemand heeft van ons, woonschip-bewoners, enige last en zoals we hier liggen, heeft nie mand last van ons". De familie Havendam ligt met haar woons -hip al 27 jaar lang op dezelfde plaats. Zij waren de eerste die een lig plaats in de zijvaart van het Merwede kanaal kozen. Jarenlang heeft hun schip er alleen gelegen. Nu liggen er twintig. Vóór de oorlog lagen er slechts een paar kleine neringdoenden en een paar beu tschipi rs met kleine scheep jes. Nu wonen et directeuren van ,U moet niet denken" vertelt me vrouw Havendam, „dat We hier stil wonen, 's Zomers is het hier altijd een drukte van belang, door al de vacantie- gangers, die naar 't Gooi en de Veluwe Men kent eikaar. mén moet "wanneer trekken. Da" komen er ook veel bui- (-AVllnndAHn n1-G1--! men elkaar ziet, maar zo hecht als de onderlinge band als in een gewoon dorp is zij daar toch niet. Wederzijdse hulp tenlanders een kijkje nemen naar al die woonschepen. Ze vinden zoiets grappig: wonen op het water". Wonen op het water heeft zeker be koring, maar of het grappig is? De Nederlanders zijn wel vertrouwd met iVi ALS de nood aan de man komt, water, maar er op wonen is weer wat is er geen sprake meer van rijk en anders. We geloven dan ook, dat zodra arm. Dan staan alle woonschepelingen de huizennood wat minder wordt, ook voor elkander klaar. Kerstmis 1950 het aantal woonschepen, hoe roman- zonk één der scheepjes, maar dank zij tisch en aantrekkelijk ze ook mogen de toegewijde hulp van de goede bu- zijn, zal afnemen. En we kunnen niets ren, kon de gehele inboedel gered anders zeggen, dan dat we er niet erg om zullen treuren. ft WÉW De eerste cursussen voor opper wachtmeester, die in de nu bijna vijf jaar bestaande kaderschool voor de Rijkspolitie in Bilthoven gegeven zijn, werden ook bijge woond door oudere wachtmees ters. Onder hen bevonden zich enkelen, die reeds grootvader waren. Zo kon het gebeuren, dat het kleinzoo. tje van één van hen aan zijn Opa vroeg: „Als ik mijn rapport van school krijg, tekent Pappie het. Maar wie tekent het Uwe Opa £JE ingebruikneming van dit tech nische wondertje betekent voor de mannen van de verkeersbrigade van de Rijkspolitie een groot gemak bij hun arbeid. Alles wat het verrich ten van dat werk vergemakkelijkt, is bijzonder welkom, want er bewegen zich op de Rijkswegen vele voertui gen, waarvan de bestuurders nog nooit schijnen te hebben gehoord van de slagzin: Wees een heer in 't verkeer Dit en het steeds toenemende wegver keer is de reden, dat binnenkort het aantal verkeersbrigades van de Rijks politie zal worden uitgebreid. In ver band hiermee is op het ogenblik in de kaderschool van de Rijkspolitie de Va renkamp in Bilthoven ook een ver- lceersopleidingsschool gevestigd, waar aan enkele tientallen onderofficieren van de Rijkspolitie de verfijnde kneep jes van het verkeerstoezicht en wets- kennis betreffende verkeersregeling worden geleerd. Het buitengoed, de Varenkamp, even buiten Bilthoven, is een wereldje vol tegenstellingen. Achter het wat ouder wetse landhuis, waar de leslokalen en nachtverblijven van de cursisten zijn. liggen de moderne werkplaatsen en garages van de verkeersgroep. Naast paraten van de politiezender staan het splinternieuwe gebouw, waar ap- opgesteld, staan de oude houten stal len en de manege voor de paarden van het bereden peloton. In de moderne in gerichte leslokalen hangen overal op gezette vogels en dieren, in zo groten getale, dat men soms het gevoel krijgt in een jachtslot te vertoeven. Tussen de uilen, duiven en andere dieren hangen de borden met inbre kerswerktuigen, met allerlei typen pistolen, met verboden vistuigen en -netten en met verkeerstekens. De op gezette dieren komen ook te pas bij het onderwijs. De politiemannen moe ten immers weten, welke dieren door de wet beschermd worden. Dit is dan geen leerstof voor de verkeersmannen maar voor de toekomstige opper wachtmeesters. Uitgebreid leerplan Men is gauw geneigd het beroep van politieman als eenvoudig te beschou wen, maar wie eenmaal een vluchtige blik heeft mogen werpen op de leer boeken, die de mannen van de Rijks politie moeten doorworstelen, is daar van voor goed genezen. Strafrecht strafvordering, EHBO, staatsinrich ting, opsporingsleer, wapenkunde dienstvoorschriften en nog veel meer zaken moet de onderofficier van de Rijkspolitie zich eigen maken. Zo moet de opperwachtmeester on der vele andere gewichtige zaken ook weten hoe hij moet handelen als hij advies moet geven, wanneer iemand bij de Kroon een verzoek om naams verandering heeft gedaan. Van zijn aclvies hangt in grote mate af of mijn heer Pieterse zijn naam mag verande ren in Jansen. En als men met de handschoen wil trouwen, dan moet de politie ook van advies diénen, voor de officiële toestemming gegeven wordt. De opleiding van de mannen van de verkeersbrigades is niet minder zwaar De gehele, lang niet eenvoudige ver- keerswetgeving moeten zij door er. door beheersen: zij moeten een motoi kennen als hun eigen broekzak; zij moeten als het ware kunnen lezen eti schrijven met zware motoren en auto's en zelfs als het nodig is met snelheder van meer dan 150 km per uur over de weg kunnen razen. Zij moeten iedere snelheidsduivel de baas zijn. zoek voor Nederland is voorts geble ken, dat in de loop van 1947 slechts 7 pCt, van onze bevolking één of meer malen in of buiten een zweminrichting heeft gezwommen. Voor de arme volks klassen uit 't Zuiden en uit de platte landsgemeenten van het Noorden, Westen en Oosten bedraagt dit per centage zelfs 2, terwijl hier juist het aantal badhuizen relatief zeer gering is. Zo kreeg Drente zijn eerste en eni ge badhuis (Westerbork) pas in 1949 Deze cijfers geven wel een weinig be vredigend beeld van dit deel der wa terbeschaving van het Nederlandse volk, aldus het orgaan van de Vereni ging Nederlandse Gemeenten. De ge zondheidstoestand van ons volk on dervindt hiervan de nadelige gevol gen. De lichaamsgesteldheid van jongemannen van 19 jaar behoeft vol gens de militaire keuringsraden drin gend verbetering. Het aantal voor de militie afgekeurden is onrustbarend groot. Van de dienstplichtigen is bo vendien slechts 35 pCt. de- zwemkunst machtig. Geneesmiddel 1"EN AANZIEN van het zwemmen treden behalve de gezondheid nog een paar andere zaken naar voren: die van de veiligheid en de ontspan ning. Door verdrinking komen jaar lijks bijna 700 mensen, waaronder veel scholieren om het leven. Gezien de mechanisatie en specialisatie van de arbeid gedurende de laatste drie eeuwen, die een steeds sterker wor dende druk op het menselijk zenuw gestel uitoefenen evenals de veel zwaarder geworden scholing heeft het zwemmen en baden de betekenis ge kregen van een geneesmiddel voor de. kwalen waaraan de moderne maat schappij en de school lijden. De gele genheid tot zwemmen of het regel matig nemen van een bad is in ons land nog te klein. Op 't totaal van 1015 gemeenten bezitten er 730 geen zwem inrichting en 900 ook geen badhuis. Aangezien het voor particuliere ondernemingen en- gemeentelijke in stellingen door de uiterst moeilijke en kostbare exploitatie niet doenlijk ie zelf het tekort aan bhd- en zwemin richtingen op te heffen en het bezoek aan zulke inrichtingen te stimuleren wordt thans door een staatscommis sie een plan gemaakt. Badhuizen nodig pJOE NODIG DIT wel is blijkt wel uit de omstandigheid, dat tenmin ste 1500 badhuizen nodig zijn om ie dere Nederlander, die. gezien zijn ge zondheidstoestand en leeftijd en bij afwezigheid van een badcel in de eigen wonig voor een wekelijks bad- huisbezoek in aanmerking komt, daar toe in de gelegenhefd te kunnen stel len. Er zijn er echter op het ogen blik een goede 200. In Nederland is de toestand zo, dat de omvang van het baden en zwemmen als onderdeel der waterbe schaving zowel door gebrek aan be wuste behoefte alsook door gebrek aan een voldoend aantal inrichtingen nog belangrijk ten achter bljjft bij de omvang, die in overeenstemming zou zijn met de betekenis van het ba den en zwemmen voor de bevordering der volksgezondheid. Opvoering van het peil dezer waterbeschaving, zo dringend gewenst, stuit op grote moeilijkheden, zoals investerings- en propagandakosten, maar zal in een redelijke verhouding tot het wel vaartspeil van ons land moeten wor den gebracht. De Kaderschool van de Rijkspolitie is één der modernste van de wereld. Vandaar dat de school dikwijls be zocht wordt door buitenlandse politie autoriteiten uit alle delen der wereld. Een Zwitserse commissaris van politie, die onlangs de Varenkamp bezocht, toonde zich bijzondej; dankbaar, toen de commandant van de school, de dirigerend officier van Rijkspolitie Iïde klasse J. H. G. van de Berg hem een oude stengun ten geschenke gaf, maar toonde zich zeer geestdriftig, toen overste Van de Berg er nog een paar leerboeken bij deed. Zulke zaken op politiegebied kende men in Zwitser land nog niet. Dezer dagen bezocht ook een tweetal Siamese politieoffi cieren de school. De buitenlandse gas ten zullen niet alleen hebben gezien op welke moderne wijze men op de Va renkamp politiemannen opleidt, maar ook, dat men de Nederlandse politie man niet maakt tot een koude machine die automatisch en onfeilbaar ingrijpt bij iedere overtreding van de nuchtere wet, maar in de eerste plaats tot een wetsdienaar, die zich niet alleen be paalt tot het in de kraag grijpen van een overtreder, maar ook de mensen kan wijzen op het waarom en het hoe van wettelijke bepalingen en hen met raad en daad ter zijde kan staan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 5