Londen zet Parijs in Marokko de voet dwars HARVEY" hartverwarmende humor AMSTERDAMS PODIUM Variaties op 'n zeer oud thema Het nieuwe boek Ook tussen de bondgenoten is het geen koek en ei Noord-Afrika strijdtoneel van politieke belangen Vier Mei ZATERDAG 5 MEI 1851 (Van onze correspondent in Parijs) UET IS HELAAS gewoonte geworden om de Grote Vier te verdelen in twee tegengestelde kampen: Rusland en de drie Westelijke mogendheden. Daarbij neemt men aan, dat die drie Westelijke mogendheden het opperbest met elkaar kunnen vinden, dat er een broederlijke eensgezindheid heerst en dat men elkaar zoveel mogelijk helpt. Toch zijn er gebieden in de wereld, waar Frankrijk, Engeland en Amerika elkaar lelijk dwars zitten en waar b.v. Londen tracht Parijs een beentje te lichten. tijds een modern land heeft gemaakt, met uitstekende wegen, ziekenhuizen, havens enz. Dat het levensniveau met sprongen omhoog is gegaan en het sterftecijfer met nog grotere sprongen naar beneden? UET sprekende voorbeeld daarvan is Marokko, het Franse protectoraat, waar Parijs met vrij grote moeilijk heden te kampen heeft. Iedereen in Frankrijk weet dat de Britse agenten in Noord-Afrika hoe langer hoe meer gebruik of misbruik van deze moeilijk heden maken, om de Marokkanen ver der van de Fransen te verwijderen. Het Franse bestuur over Marokko da teert van 1912. De Sultan van Marok ko sloot toen een verdrag, waarbij hij een deel van zijn vrijheid ver loor. maar waar «ndere voordelen tegenover stonden. Marokko werd een protectoraat, dat sindsdien vaak als voorbeeld is ge steld voor een goed gekoloniseerd land. Wanneer men van het standpunt uit gaat. dat Frankrijk eigenlijk niets in Marokko te maken heeft, dan is er natuurlijk veel cri- tiek mogelijk. Dan kan men met recht zeggen, dat het Franse bewind alle sheiks en stam hoofden op niet al tijd even mooie manieren financi eel aan zich ge bonden heeft en dat er hierdoor tus sen deze stamhoof den en hun onder danen sociale ver schillen bestaan, die zeer verwer- pelijk zijn. Maar staat daar niet te genover dat Frank rijk van het mid deleeuwse Marokko in veertig jaren Streven naar onafhankelijkheid. D^. er na de bevrijding ontevreden heid is ontstaan «ver het Franse bestuur is begrijpelijk. Het woord on afhankelijkheid lag op ieders lippen en wanneer u even aan onze Indonesische moeilijkheden denkt, dan behoef ik u verder niets te vertellen. De Marok kaanse Onafhankelijkheidspartij gaf een manifest uit, waarbij men volledi ge vrijheid vroeg. Sultan Sidi Moham- Enkeie bevolkingstypen uit Marokko Kleine muzikant in de Sahara med steunde deze partij niet an bleef trouw aan Frankrijk. Maar het vorig jaar zwaaide hij plotseling om en hij benoemde in zijn kabinet twee minis- teas van de onafhankelijkheidspartij. Daarbij heeft hij zeker gespeculeerd op hulp van vooral Engelse maar ook Amerikaanse zijde. Want hij is naar Parijs getrokken om de volledige on afhankelijkheid voor zijn land op te eisen. Dit is niet gelukt. De sultan is met alle pracht en praal, die het repu blikeinse Parijs aan de dag kan leggen, ontvangen, maar over een scheiding tussen Frankrijk en Marokko hebben de Fransen niet willen praten. Na de terugkeer van Sidi Moham med is het gestook tegen Frankrijk pas goed begonnen. De Arabische Liga is zich met de zaak gaan bemoeien. De Egyptische pers heeft de meest sensa tionele schandaalverhalen over het Franse bestuur in Marokko gepubli ceerd. De Fransen zouden de ongeluk kige inboorlingen bombarderen, kort om niets was te slecht om het de Fran se hoge commissaris, generaal Juin, op zijn dak te schuiven. Britse bemoeiingen. LIET pijnlijke van de zaak ie echter, dat deze felle, anti-Franse campag ne voornamelijk ook door de Britse agenten in Noord Afrika ondersteund en soms zelfs geleid wordt. Engeland en Amerika zijn duidelijk bezig de Franse invloed in Noord Afrika terug te dringen. Hun plan is een groot Ara bisch leger te organiseren, waarbij Frankrijk als ouderwetse koloniaal te kijk wordt gesteld. De Arabische Liga die beter deed zich eens wat meer bezig te houden met de vaak hemel tergende sociale toestanden in landen als Egypte en Transjordanië maakt natuurlijk dankbaar gebruik van deze steun om de verdrukte broeders in Marokko onder het Franse juk uit te helpen. Het gevolg is dat het gerom mel in Noord-Afrika steeds duidelijker klinkt. Men spreekt over een spontane niet meer te stuiten onafhankelijk heidsbeweging, maar men vergeet daarbij vaak te zeggen, dat die bewe ging door bijzonder uitgeslapen agen ten van bevriende landen wordt on dersteund. Twee honden vechten ^IJ willen hierbij helemaal niet 't mis schien verouderde bestuurssysteem van Parijs in Marokko verdedigen. Wij zijn van mening, dat het ideaal zou zijn, wanneer ieder volk zichzelf zou kunnen regeren. Maar het is te betreu ren dat de Westerse mogendheden, die elkaar in ernstige tijden toch meer dan nodig hebben, trachten elkaar in Noord-Afrika op zo'n slinkse manier een beentje te lichten. En het beroem de spreekwoord van de twee honden en het been kon ook hier wel eens op gaan .De Sowjet-Unie heeft al vaak la ten merken zich bijzonder voor de Arabische landen te interesseren. Wij vroegen ons af, de laatste maan den of we ooit nog eens op Amsterdam geïnspireerd zouden worden. In die maanden, waarin het alleen maar koud was in Amsterdam, met straten als hol le, natte riolen, pleinen als vochtig-ont- stoken wonden en gure, kille verdorde grachten Wij geloofden niet, dat er nog een maal een dag zou komen, waarop onze pen onrustig zou worden, om nog een maal over dat heerlijk, godszalig Am sterdam te mogen schrijven. Maar de morgen kwam, dat we op het het balcon van lijn 5 de Amsterdamse lente tegemoetschoven. Toen boven het Damrak dat doorschijnend en paarle moeren licht te dansen en te sidderen hing. Toen in iedere ruit van ieder huis, lichtrose, soms haast blauw zon licht smeulde en laaide. En toen de be stuurder van lijn 5, voor het eerst dit jaar, het knoopje van z'n kraag lospeu terde. Omdat het lente was en hij, be halve bestuurder, óók nog mens. Zo schoven we de stad binnen, waar in het voorjaar te keer ging. Uit de straten en stegen van de binnenstad golfde de bandjir kantoormensen aan, En het was moeilijk te geloven dat al die mensen, die wij zolang alleen maar gezien hadden als levende aktetassen en bureelmeubelen, precies dezelfde mensen waren van een week geleden En tóch waren het dezelfden! Hoe schoon waren de bloemenstalletjes die dag en hoe nobel klonk het orgel in de Utrechtsestraat. Hoe dartel spoot de fontein op het Frederiksplein en hoe vertrouwd lag de Amstel tussen haar boorden. Dit was het Amsterdam dat wij ons herinnerden van vorige lentes. Het Am sterdam, waarover dichters en schrij vers schreven en waarvan het licht en de schaduw werden opgevangen door honderdduizend penselen van honderd duizenden schilders sinds zes, zeven Zo'n eerste lentedag is levensgevaar lijk, en men doet het beste z'n ogen dicht en z'n hart op slot te doen. Opdat men niet tot excessen kome, die alleen maar nare gevolgen hebben. Want men meet zich zo'n dag niet laten meevoe ren met de golven die dwars door een verregend, sjofel en armoedig mensen hart waaien. Daar was allereerst de Pa- rijse trein op het C.S. Wij vroegen ons af waarom wij eigenlijk géén enkele reis naar Parijs zouden nemen om daar alleen maar wat te mogen gaan zitten op een terrasje op de Place Pigalle of TJONDERD redenaars houden herden kingstoespraken en noemen de of fers die voor de bevrijding van ons land zijn gebracht. De klokken lui den en het Wilhelmus wordt ge speeld. Want er zijn plechtigheden georganiseerd. En er staan vier kruisen aaneengerijd als soldaten in het gelid. Hun wit steekt bijna té fel af tegen het groen van het lage geboomte dat erachter staat. In de stad is het plotseling stil ge worden. Ieder zwijgt twee minuten om te denken aan henvoor wie de bevrijding te laat kwam. En misschien denkt men ook aan hen, die op deze dag vooral zulke moeilijke uren door maken en die spreken over een vader een zoon, een broer, een echtgenoot. Honderdtwintig seconden. Dan barst het leven weer los en bruist verder, tomeloos, onhoudbaar. Schier gretig fladdert het mensdom verder zoals een muskiet rond een kaarsvlam danst. Vier kruisen staan aaneengerijd als to' daten in het gelid. Het is een stille hoek van het kerk hof en er zijn maar weinig mensen, die op deze plaats tot overdenking gestemd willen worden. Doch dan ko~ men twee kinderen naderbij, elk met een bouquetje veldbloemen. Ze houden stil bij die vier starre kruisen en leg gen er hun kleurige groet neer Lang heel lang staren ze naar de kleine strakke letters op één der monumen ten. In de stad raast het leven weer ver der. De dingen van de dag hebben de mensen weer gegrepen. Misschien wa ren de twee minuten wel een te lange tijd om aan het leven ontrukt te wor den. Pathetisch bazuingeschal heeft het einde van de stilte aangekondigd. Dan lezen we verder: Korea, staking. Indo- China, conferenties. De geleerden bouwen verder aan de plannen, die straks weer historie ge maakt zullen hebben. De doffe cadans van duizenden marcherende voeten klinkt weer op de kazernepleinen. Vier kruisen staan aaneengerijd als soldaten in een gelid. Twee kinderen brachten er bloemen Er ivas geen bazuingeschal, geen en tourage die per stuk of per uur kan worden betaald. Twee kinderen huldigden een ge vallen strijde*. II 7ES JAAR AL vermaakt de wereld zich met „Harvey" een blijspel van Mary Chase. Direct na de oorlog maakte het furore in Amerika. Het werd er be kroond met de hoogste onderscheiding voor literatuur, de Pulitzer-prijs. Daarna veroverde het ook Europa in Nederland werd het door Comedia gelanceerd met Han Bentz van den Berg in de hoofdrol. En het lag voor de hand, dat Hollywood in al dit uitbundig succes een aanleiding zou vinden, het blijspel ook nog eens te verfilmen. Dat is inmiddels gebeurd. De schrijfster,, die met al haar lauweren wel op fluweel was komen te zitten, bedong een exorbitant hoge prys: een millioen dollar plus een percentage van de winst. Ze kreeg wat ze vroeg: het hoogste bedrag, dat in Hollywood ooit aan film rechten voor een toneelstuk betaald werd! Van die prijs hebben de makers van de film overigens geen spijt gehad, want de film „Harvey" doet niet onder voor het toneelstuk en oogst terecht even grote successen. Kostelijke rol van James Steward „LIARVEY" is nu dan ook in Neder- land op het witte doek te zien, echter evenals in 't oorspronkelijke toneelstuk zonder de hoofdfiguur Harvey zelf. Want Harvey is een on zichtbaar reuzenkonijn wit en ruim 1 meter 80 hoog dat alleen maar be staat in de verbeelding van de heer Dowd, Elwood P. Dowd om wel te we zen. Deze heer Dowd bewoont met zijn zuster Veta en haar huwbare, vergeefs naar een huwelijk snakkende, dochter Myrtle Mae een deftig patriciërshuis in het nette plaatsje Glendora. Daar had hij zich als algemeen geacht inge zetene een prachtige carrière kunnen opbouwen. De heer Dowd echter is tot 't inzicht gekomen, dat baantjesjager*}, eerzucht en de talloze soortgelijke menselijke strevingen niet alleen ver moeiend zijn voor de mens zelf, maar bovendien een pest voor de maatschap pij, waar iedereen ten slotte met ieder een ovirhoop komt te liggen en alle vertrouwen en geloof in het goede en in de mensen zoek raakt En dus heeft de heer Elwood P. Dowd zijn bemoei ingen om een goede positie te ver overen opgegeven, alle aansporingen ter zake van zijn zuster voor kennisge ving aangenomen en zich met behulp van kleine maar geregelde doses alco hol in een betere wereld van alleen maar zachte kleuren teruggetrokken In die wereld van zijn verbeelding leeft dan Harvey, het reuzenkonijn. En samen met Harvey zwalkt de heer Dowd door het onveilige leven, dank zij Harvey niets meer van de onaang'? name kanten van dit leven voelend. Deze heer Dowd is niet zo maar een dwaze, op goedkope lach geportretteer de, alcoholicus (zijn hele alcoholisme is trouwens maar bijzaak) maar eigenlijk een heel menselijke en ontroerende fi guur. Want zo komiek als hij misschien ook zijn mag, hij is het symbool van de mens die mot meer m de tred kan lopen van het harde materialisme van deze tijd en, omdat hij nog graag in illusies wil blijven geloven, uit de werkelijkheid tracht te vluchten. En heeft hij zo bezien niet iets van ieder mens? QNDERTUSSEN is de voortdurende, onzichtbare aanwezigheid van het reuzenkonijn Harvey voor al de lieden, die in Elwood's omgeving met beide benen op de grond pogen te leven, wel een obsessie. En daar de goegemeente Elwood minder en minder als een bege nadigd gelukzalig mens gaat beschou wen, doch meer en meer als een krank zinnige, brengt Elwood's zuster hem ten slotte maar (met Harvey) naar een sanatorium voor geesteszieken. Wanneer zij echter aan de dienstdoen de arts tracht uit te leggen hoe een on zichtbaar konijn haar voortdurend moeilijkheden bezorgt, meent deze arts dat niet Elwood maar diens zuster geestesziek is: Veta wordt in behande ling genomen en Elwood trekt met Harvey weer de vrijheid in, de reeks kroegjes af, waarlangs dagelijks zijn pad leidt. Talloos vele verwikkelingen vloeien hieruit voort. De vergissing wordt in gezien en de hele staf van het sanato rium gaat jacht maken op Elwood P. Dowd, die niets vermoedend en geen kwaad achtend met Harvey door het „Map rk u mijn vriend Harvey voorstellen.James Stewart als Elwood P. Dowd an Peggy Dot» «tt cte verpleegster in „Harvey". leven slentert. Zijn achtervolgers vin den hem met enige moeite, maar wan neer Elwood met hen over Harvey en met Harvey over hen praat, vergeten ze, dat ze kwamen om 'n geesteszieke op te halen en raken geheel onder de ban van 't charmante irreële optimisme des heren Dowd, die hen hun eigen tekort in het leven te duidelijker doet inzien. Na alle dolle verwikkelingen komt ten slotte ieder, die aanvankelijk tegen Harvey bezwaren had, tot het be sef hoe troosteloos de wereld zou zijn zonder illusies die ons op de been kun nen houden. Zo'n illusie is Harvey, die hoe hinderlijk soms ook voor ieder die met de heer Dowd te maken kreeg, een stukje van het leven is ga- worden. En niemand wil hem after all nog' missen, laat staan uitroeien. LIARVEY IS KOSTELIJK in deze film: al krijgen we hem nooit te zien, voortdurend voelen we zijn wel- drdige aanwezigheid. Dat is dan te danken aan het spel van de oude Jose phine Hull, die hier prachtig de rol speelt van Elwood's zozeer gekwelde zuster Veta ze kreeg daarvoor dan ook een Academy Award en vooral van James Stewart als Elwood P. Dowd. Een rol als deze is Stewart op het lijf geschreven. Reeds in verschil lende films van Frank Capra speelde hij het type van een jonge, wat van de werkelijkheid gekeerde, onverbeter lijke idealist en in deze film „Harvey" heeft hij dit type mens met nog meer verfijning leven gegeven. De charmante wazigheid van deze figuur, zijn heerlijk simpele houding tegenover het leven met de grote problemen krijgen in Ste wart's vertolking een gevoeligheid en een menselijkheid, waardoor de toe schouwer bij alle koddige amusement ten diepste ontroerd wordt. Hartver warmende humor brengt deze film, die door regisseur Henry Koster met veel zorg gemaakt werd: berekend op de lach maar met zoveel beheersing en schroom, dat nergens een goedkoop effect de pakkende zuiverheid van deze zeer milde humor komt verstoren. En bij alle goeds is ook het pracht-rolle- tje dat Cecil Keüaway maakte van de sanatorium-directeur het zien alleen tl waard. Kortom: „Harvey" moogt u niet nissen! Een film die u kostelijk zal vermaken en u ongetwijfeld ook met enige levensblijheid weet toe te rusten, die het u mogelijk maakt de sombere voorpagina'? deze tijd beter te ver dragen! LONG SHOT in de buurt van de Madeleine. Ja, alleen daarvoor, en niet voor de musea, niet voor de Eiffeltoren en niet voor al die andere dingen, waarom mannen graag naar Parijs willen gaan en waarom het (naar men zegt) beter is dat ze thuis blijven. Wij zagen op het Damrak en in de Leidsestraat de bulletins en af fiches van de reisbureaux en wij dach ten dat het toch maar een goed ding is als men een weistandsgrens heeft be reikt dat men alleen maar zo'n bureel behoeft binnen te gaan, om bij de eerste de beste klerk een biljet Blauwe Kust of sunkissed shore of Kent te bestel len. Zulke walgelijk welgestelden zijn er, want we zagen ze. 's Morgens vroeg al. Hoe haatten wij hen! Wij alleen brachten het niet ver, die eeiste lentedag. We brachten het tot ons burgerlijk terrasje op het Frede riksplein, waar nooit problemen zijn, of het moest het probleem van het ex- clusief-of-lnelusief-de-fooi zijn, wat nie mand meer weet. We zagen de sunkis sed shore of Kent niet, m^ar alleen de kusten van het Frederiksplein. Waar het asphalt warm was. Heel die dag bleef de stad vol van dat doorschijnend paarlemoeren licht Overal roken we bloemen, overal wa ren brokstukken en flarden muziek. Maar in ons hart was geen licht en nog minder muziek. Daar was alleen weemoed en een oud verdriet, zoals de dichters zulke dingen te zeggen plegen. Een oud verdriet om de dromen die niet weeromme komen, (hetgeen óók niet van ons is), en smart over het gebrek aan courage, om er stiekum tussenuit te trekken, de lente achterna, die mees tal maar één dag groot toilet maakt in Holland en in Amsterdam. Ons ontbrak die moed en we zaten ons ouder worden te overdenken op dat klein terras, waar we iedereen ker.nen en waar iedereen ons kent. Waar nooit iets onverwachts gebeurt. Waar geen grote, onrustige, 't hart aan 't kloppen makende problemen pas seren. Waar men alleen zit en koffie drinkt. We zaten daar en dachten aan de dagen dat we nog geloofden de din gen te gaan doen die we nooit zouden doen. De dingen, die altijd op de eer ste lentedag boosaardig onze ziel in schuiven, en ons onrustig maken. Die aan de poorten van de ziel kloppen en manen. En waarnaar men met een half oor luistert. En soms met een heel. Voor het terras zaten twee vogels. Wij dachten dat het zeldzame waren, ontsnapt uit Artis, omdat hun veren veel kleuren hadden, die wonderlijk glansden in het Amsterdamse licht. Het waren maar burgerlijke spreeuwen, een mannetje en een vrouwtje. Jonge spreeuwen, die waarschijnlijk voor het eerst in hun leven verliefd waren. Men let op zulke dingen gewoonlijk niet; waarschijnlijk alleen maar op de eerste dag van 'n nieuw voorjaar, met de schik godinnen der onrustige verlangens kloppend en manend in het ouderwor dend hart. We dronken onze koffie en hielden dat spreeuwenpaar in het oog. Het danste om elkaar heen en greep elkaar bij de snavel. Toen vlogen ze allebei weg en verdwenen in het groene tulie van het uitlopend Plein-groen. En we zagen ze niet meer „Mooi weertje, meneer", zei Alfons. de kellner, en wij hebben het niet ont kend. Mooi weertje.... maar géén terras stoeltje op Place Pigalle; géén kans om weg te vliegen in rijpend lommer. Voor ons alleen één koffie met twee klon- de dag lijn 5 naar het C.S. en het sta- tjes, op een asfalten kust. En later op tion met de lege rails waarop 's mor gens die Parijse trein gestaan had. En het avondblad van een dubbeltje, met alle misère en beroerdigheid van heel de wereld op de voorpagina. En nóg later het berustend besef onzer deugd zaamheid en standvastigheid. Omdat we alleen maar droomden van de din gen die des eersten lentedaags zijn, en ze niet ten uitvoer brachten. En omdat we alleen maar keken naar de spreeu wen en er niet achteraan vlogen. Hoe oud een mens zich voelen kan, op de avond van de eerste dag der Am sterdamse lente! ANTHONY VAN KAMPEN Sir James Jeans: „Het Heelal". - Uitg. Leopold, Den Haag. Een vierde druk is verschenen van de Nederlandse vertaling van Sir James' wereldbekende boek „The uni verse around us", ditmaal bewerkt door dr. J. J. Raimond, directeur van het Zeiss-planetarium in Den Haag. Het boek, dat in klare taal de vraag stukken van het moderne astronomi sche onderzoek en zijn resultaten be handelt, is uitgebreid met de nieuwste ontdekkingen, met name voorzover zij het gevolg zijn van de ontwikkeling der kernleer. Deze vertrouwde weg wijzer door het heelal is hiermede wetenschappelijk „bij" tot op de deg van vandaag.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 5