Perzie in het voetspoor van China
Unieke film met een grote
historische waarde
Australië kent nieuwe rijken en
nieuwe armen
Er is te veel geld
in omloop
Uiterst moeilijk probleem
voor het Westen
Intellectuelen lijden „fat
soenlijke armoede"
Wilson maakte te veel taalfouten maar
werd eerste man na Truman
D® benoeming van zo'n selfmade-man
tot „Chef van het Bureau voor Ver
dedigingsmobilisatie" bewijst weer
eens, hoe weinig bureaucratisch en hoe
bewegelijk de jonge Amerkaanse staat
in de ure van het gevaar kan zijn. Na
de President en de minister van Bui
tenlandse Zaken is Charles E. Wilson
voortaan ongetwijfeld de belangrijkste
burger in de Verenigde Staten. In de
Meer dan documentatie
DE man met de super-Amerikaanse
carrière, die zijn veelzijdige kennis
evenzeer op' avondscholen en Zondags
cursussen van de vakbonden .verworven
heeft als op reizen door de gehele we
reld, is zich vooral van één ding be
wust: dat de vrije economie alleen dan
winnaar in de grote wereldstrijd kan
worden, als ze erin slaagt ook geduren
de een misschien jarenlange toestand
van zwaarbewapende vrede de levens
behoeften der burgers rechtvaardig en
zonder wrijvingen te bevredigen. Wil
son behoort op grond van zijn levens
ervaringen tot de met sociaal-politiek
instinct begaafde ondernemers, die er
naar streven het scheppende initiatief
van de enkeling in zinvolle overeen
stemming te brengen met het streven
naar welvaart en maatschappelijke ze
kerheid voor alle arbeiders. Op de even
joviale en levenslustige als eigenzin
nige en energieke vierenzestigjarige zijn
thans de hoogste verwachtingen ge
bouwd van de Westelijke wereld. Want
zijn arbeid is niet minder beslissend
van betekenis dan die van de generaals
Eisenhower en Ridgway.
Kortzichtig nationalisme en baatzuchtig conser
vatisme spelen Moskou in de kaart
(Van onze diplomatieke medewerker)
UET WESTEN, reeds zo zwaar belast met allerlei Aziatische problemen, ziet
op het ogenblik zijn belangen bedreigd op weer een nieuwe, uiterst belang
rijke plek van dat uitgestrekte continent: Perzie. Het gaat daarbij om heel wat
meer dan om de naasting van de zich overwegend in Brits bezit bevindende olie
maatschappijen in dat land. De Britse regering, de grootste aandeelhoudster van
de Anglo-Iranian, heeft zeker geen principiële bezwaren tegen nationalisering van
vitale industrieën. Zij bedrijft deze immers ook in Groot-Britiannie zelf. Maar
rij wenst deze, voor wat de naasting van de Perzische olie-industrie betreft,
vooral van twee voorwaarden afhankelijk te maken: 1. De productie zal niet
onder de naasting te lijden mogen hebben. (Olie is, in verhouding tot het
enorme verbruik, een schaars artikel, waarvan geen druppel gemist kan worden)
2. De verbruikers, die tot nu toe vrije toegang tot de Perzische olie hadden, en
dat is in de eerste plaats de Britse vloot, moeten dit ook in de toekomst hebben.
In vergelijking met deze twee voorwaarden is de kwestie van de schadevergoe
ding, die de Perzische rgering voor de overname van de eigendommen der Anglo-
Irianian te betalen zal hebben, van ondergeschikt belang.
medezeggenschap in het beheer der
genaaste olie-industrie. Daartegen
echter zullen de fanatieke nationalis
ten, die op het ogenblik in Perzie de
boventoon voeren, bezwaren hebben
Dat is ongetwijfeld zeer kortzichtig.
Perzie mist, om maar een ding te
noemen, de ervaring en de deskundi
gen om een zo gecompliceerd bedrijf
als de olie-industrie efficient te leiden
Verder heerst er in het land een grote
corruptie. De vrees is daarom gerecht
vaardigd, dat bij een zuiver Perzisch
beheer niet slechts de olieproductie
aanzienlijk zal dalen, maar bovendien,
WAARSCHIJNLIJK is de huidige
Perzische regering wel bereid, de
Britten beloften in de door Londen
gewenste zin te doen. Maar daarmede
alleen zal de Britse regering geen ge
noegen kunnen nemen. Zij zal stevi
ger garanties dan een blote belofte
voor de vervulling van haar voor
waarden eisen, garanties, die zouden
moeten neerkomen op een zekere
Arbeidersgezin kan thans schatten verdienen
(Van onze correspondent te Sydney)
MENSEN IN NEDERLAND met vrienden of verwanten, die in de laatste
jaren naar Australië geëmigreerd zijn, zullen uit brieven en gesprekken wel
de nodige verhalen gehoord hebben over de fantastische lonen, die de nieuw
komers in hun nieuwe vaderland verdienen. Sommigen zullen die verhalen ge
heel geloven en denken: jongens, naar dat luilekkerland moet ik ook toe; ande
ren zullen wellicht de verhalen maar met een korreltje zout nemen, terwijl
weer anderen wat dieper zullen nadenken en tot de conclusie komen, dat er ook
in dit hoge Ionen-gras wel een klein addertje zal schuilen.
ï\OCH HOE men deze brieven van
vrienden en verwanten ook lezen
wil, een feit is, dat de lonen van ar
beiders in het vijfde werelddeel met
duizelingwekkende vaart omhoog
schieten en als het ware een wedloop
lijken te willen houden met de hoog
ste lonen ter wereld, welke in de Ver
enigde Staten van Amerika worden
betaald.
In de eerste week dezer Mei-maand
zal er bijvoorbeeld geen volwassen
arbeider in Sydney zijn, die minder
dan 9 Australische ponden onge
veer f 77.50 voor een 40-urige werk
week verdient. Er zullen maar heei
weinig arbeiders zijn, die niet veel
meer thuis brengen. Wezen in Decem
ber de officiële cijfers uit, dat in de
staat Nieuw Zuid Wales de mannelijke
arbeiders gemiddeld 11/11/7 per
week verdienden, binnenkort zullen
volgens de economen de gemiddelde
arbeiderslonen op 13/-/- oftewel
f 110 per week komen te liggen.
De arbeiderslonen zullen dan het
salarispeil van de gemiddelde kantoor
werker bereikt hebben.
Hoge inkomens
Niet alleen bereikt de geschoolde vak
man het peil van de intellectueel. Juist
voor het minder pleizierige werk van
de ongeschoolde man moet veel be
taald worden, wil men het gedaan
krijgen.
De stijging van het basisloon van
de Australische arbeider in de laatste
paar jaar is phenomenaal geweest.
Sinds Mei van het vorig jaar is het
van 6/18/- per week op 9 pond ge
sprongen. En in vergelijking met de
laatste voor-oorlogse Meimaand is het
meer dan verdubbeld. Toen, in 1939
vond men het basisloon van 4/2/-
al heel hoog!
Zo zijn arbeidersgezinnen met twee
of drie grote kinderen die aan het eind
van de week 45 tot 50 pond (tussen de
380 en 425 gulden) binnen brengen ze
ker geen uitzondering, ook al mag het
de gemiddelde lezer in Nederland fan
tastisch in de oren klinken, dat een ar
beidersgezin par maand een 1500 tot
2000 gulden binnen brengt.
Verkwisting
Weinigen van deze „Nieuwe-Rijken"
hebben geleerd, wat zij met al dat geld
kunnen. Natuurlijk is er een aantal
dat verstandig is en dat gezamenlijk
jaarlijks een behoorlijk bedrag over
spaart om straks een eigen huis bui
ten de stad te kunnen bouwen. Maar
wanneer men met sociale werkers en
geestelijken spreekt, die de arbeiders
buurten van haver tot gort kennen
dan krijgt men de indruk, dat dit toch
de minderheid is en dat de meerder
heid deze nieuwe en zo gemakkelijk
verworven rijkdommen over de balk
gooit.
Gaat men naar het platteland dan
is het op vele plaatsen nog veel erger
In de mijnstad Broken Hill, in hei
Westen van Nieuw Zuid Wales, ver
dient geen enkele mijnwerker minder
dan 26 Australische ponden oftewel
225 gulden in de week. En over de
schapenscheerders en cowboys in
Queensland zullen wij dan nog maar
niet eens praten.
Nieuwe armen
Het is echter, zoals steeds op deze
aarde, niet alles goud wat er blinkt
Want terwijl dit leger der „nieuwe
rijken" groeit en met geld strooit
groeit ook in wat men gewoonlijk de
„betere voorsteden" noemt het leger
der „Nieuwe Armen".
De oude gepensionneerde ambtenaar,
die vroeger gemeend had, dat hij
straks met een pensioen van vier pond
op rozen zou zitten, moet op zijn oude
dag wel weer als tijdelijke kracht aan
het werk, om huur, belasting en kos
ten van levensonderhoud te kunnen
dekken.
De bankbediende, de zelfstandige
bouwkundig tekenaar, de onderwijzer
en andere intellectuelen verdienen nog
steeds hun 12 tot 15 pond in de week
waarmede zij vroeger rondkwamen,
doch waarmee zij thans met veel
hogere lasten dan het arbeidersgezin
nauwelijks de mond kunnen open
houden.
Hun gehele levensprogramma; de
afbetaling op een vriendelijk huisje
in de voorstad, de studie van hun kin
deren, hun verzekeringen en de an
dere lasten van deze garde, wordt in
duigen geworpen. Zij gaan natuurlijk
dóór deze vaste lasten, die bij hun
levensstijl behoren, te betalen. Doch
wanneer zij zich daarnaast ook nog
redelijk willen voeden en kleden, dan
zullen zij hoogstens eens in de maand
naar de bioscoop kunnen.
dat de verminderde inkomsten nog
meer dan totnutoe in de zakken van
slechts enkelen zullen verdwijnen,
waardoor de toch al grote economi
sche nood in het land nog zal ver
ergeren. Het is daarop, dat het Krem
lin, hetwelk de ontwikkeling in Perzie
met minstens zoveel aandacht a<s
Londen en Washington volgt, hoopt
Wat namelijk in Perzie werkelijk
dreigt en wat het Westen het meest te
vrezen heeft, is, dat dit land de weg
van China volgt.
Rijkdom en armoede.
Evenals in China is in Perzië het
moderne kapitalisme geplant op een
bodem van middeleeuws feodalisme.
Evenals in China tot voor kort het ge
val was, genieten in Perzie slechts en
kelen wat stamhoofden, op wier
grondgebied olie gevonden is, wat
rijke kooplieden en enige hoge amb
tenaren van de vruchten, welke de
Westerse productiemethoden afwer
pen. Maar de massa des volks, die op
het platteland nog in de positie van
horigen verkeert, is arm als te voren.
De armoede is zelfs nog schrijnender
geworden door de schepping van een
nieuw industrieproletariaat, dat in de
afzichtelijke, vuile achterbuurten der
steden huist. Deze mensen hebben,
vooral tijdens de oorlog, contact met
het Westen genoeg gehad, om te we
ten, dat het ook anders kan. Maar de
conservatieve kliek der feitelijke re
geerders is wars van alle sociale her
vormingen.
Dat het communisme op deze zo
gunstige voedingsbodem welig tiert, ie
geen wonder. Officieel is de (commu
nistische) Toedeh-partij verboden,
maar haar vertrouwensleden bezetten
alle sleutelposities in de Perzische
vakbeweging en bijna alle jonge intel
lectuelen steunen haar. Centraal wordt
de partij geleid vanuit de Sowjet-am-
bassade in Teheran, die door Moskou
van een grote staf personeel en van
ruime geldmiddelen voorzien is.
Het nationalisme.
Evenals in China wordt het com
munisme in Perzie in de kaart ge
speeld door het nationalisme, dat in
Perzie vooral aanhangers heeft onder
de fanatieke Islamieten, en het con
servatisme en de corruptie van de
leidende figuren, tegen wie ook de
vooruitstrevende jonge sjah niet op
kan. Op zichzelf te zwak, hebben de
werkelijke regeerders van Perzie, ge
steld voor de keus tussen communis-
he, nationalisme en het Westen, een
verbond aangegaan met het nationa
lisme, in de verwachting daarmede
hun belangen het best te dienen. Het
nationalisme immers is niet slechts
een machtiger factor In Perzie dan de
Westerse invloed, maar bovendien
stelt het de sociale hervormingen, die
het Westen om begrijpelijke redenen
gaarne uitgevoerd zou zien, op het
tweede plan.
Ziet het Westen geen kans de aan de
gang zijnde ontwikkeling te doorbre
ken in China faalde het daarin ho
peloos dan zal Perzie in de komen
de tijd geregeerd worden door kort
zichtige, fanatieke nationalisten en
een corrupte kliek van baatzuchtigen.
Het gevolg van het wanbeheer, dat
men dan verwachten moet, kan niet
anders dan de chaos zijn. En ais auto
matische erfgenaam van de failliete boe
del staat in Perzie, honderd maal be
langrijker dan Korea en niet veel min
der belangrijk dan China, het commu
nisme klaar. De alergrootste staats
manswijsheid aan Westerse zijde is
vereist om deze ramp te voorkomen.
De eerste fo to, die in Zwitserland gemaakt werd van princes Ubol Ratana
(Lotus van Diamantmet haar moeder Koningin Sikirit, de 19-jarige
vrouw van koning Phumiphon van Siam. De prinses werd op 6 April j.l.
in Lausanne geboren.
Van leerling tot „dictator"
„JJEEN"
(Van een correspondent te New York)
zei de plaatsvervangende afdelingschef Smith in de centrale boek
houding van de General Electric Company, „je maakt te veel taalfouten!"
Charles E. Wilson, veertienjarige loopjongen bij de boodschappenafdeling van
het grote New Yorkse concern, liet zich niet in een hoekje drukken. „Dat komt
alleen doordat ik maar zes jaar op de armenschool gegaan heb Ik heb een heel
goed geheugen, neemt u me toch op proef aan in de boekhouding, ik zal het
beslist erg gauw leren!" Om van hem af te zijn antwoordde mr. Smith: „Als je in
vier weken alle goederen die wij leveren met prijs en plaats van bestemming uit
je hoofd kunt opzeggen, dan mag je als leerling hier blijven." Charles Wilson
speelde het klaar dit kunststuk, dat nog nooit een leerling gelukt was te ver
tonen.
hand van deze energieke werker liggen
alle economische volmachten, waarvan
Truman zich door het afkondigen van
de nationale nood-toestand verzekerd
heeft. Onafhankelijk van het Congres
en direct onder de hoogste man van
het land staande, zal Wilson een in
vredestijd tot nu toe ongekende macht
bezitten. Hij is het, die in de eerste
plaats het grote doel van de Russen
teniet moet doen, om de Amerikaanse
economie door de noodzaak tot bewa
pening te ontwrichten. Of hij erin zal
slagen? Charles Wilson weet, dat hij
niet alleen de geweldige nieuwe be
hoeften van het US-leger de voorrang
moet geven, maar dat hij ook bij de
leiding van de civiele productie zijn
sociale opvattingen tegen een storm
aanval van belanghebbenden van alle
richtingen moet verdedigen. Des te be
langrijker schijnt het, dat nóch een
zuivere bestuursambtenaar, nóch een
politicus op de stoel van de hoogste
economische leider kwam te zitten,
doch een man van de praktijk die on
deraan begonnen en in zijn 52-jarige
sprookjesachtige loopbaan zelf lang ge
noeg arbeider geweest is.
Fantastische carrière
P\E zoon van een dienstmeisje uit
Bronx, de achterbuurt van New
York, vaderloos en op zijn twaalfde
jaar uit honger van school weggelopen
om voor drie dollar per week twaalf
uur per dag als loopjongen te gaan
werken, had de eerste sport op de
steile ladder naar het succes beklom
men. Toen hij dronken van geluk uit
de kamer van de chef van de boek
houding terugkeerde, schreef men het
jaar 1900. Zeven jaar later had hij het
al tot een weekloon van 20 dollar ge
bracht, genoeg, om als 21-jarige met
een even arm meisje te trouwen. Veer
tig jaar later zat hij op de stoel van
de president en directeur-generaal van
hétzelfde reusachtige concern, waar
hij als 12-jarige loopjongen zijn eerste
dollars verdiend had. En nog tien jaar
later werd Wilson door een nationaal
nood-decreet van de Amerikaanse pre
sident de hoogste leider van de gehe
le Amerikaanse economie.
Grote volmacht.
VREDE VOOR EUROPA'
Glijdt de wereld opnieuw naar de afgrond?
(Van onze Haagse redacteur).
yiT EEN ARCHIEF, dat tal van merkwaardige en unieke beelden bevatte,
heeft Georges Rony een film samengesteld, in Nederland „Vrede voor
Europa" getiteld, die ons terugvoert in de gebeurteiüssen der achter ons lig
gende vjjftlg jaren. Arthur Honegger, Arthur Hoeree en Tibor Harsanyi com
poneerden er de muziek bjj, die uitgevoerd wordt door het orkest van de So-
ciété du Conservatoire onder leiding van de componisten en prof. dr. H. Brug
man, voorzitter van de Beweging van Europese Federalisten, schreef en
spreekt een commentaar naar een ontwerp van Jean Paul Boncourt. Voor een
groot aantal genodigden, onder wie verscheidene autoriteiten, is deze be
klemmende film in Den Haag vertoond.
MISSCHIEN is het de bedoeling van
Rony geweest niet meer te geven
dan een historische documentatie, doch
het resultaat van zijn werk is meer
geworden dan documentatie alleen. Het
is een beklemmende getuigenis gewor
den van wat de Europese volken in
een halve eeuw hebben doorleefd en
het meest verbijsterende is misschien
dat de geschiedenis van al deze oorlo
gen, politieke gebeurtenissen en om
wentelingen zich heeft voltrokken in
zulk een tempo, dat menig toeschouwer
na het zien van deze film tot het be
sef komt, dat dit alles voor hem con
temporaine is. Werd de jeugd van de
toeschouwer, die thans de middelbare
leeftijd is gepasseerd, reeds niet be
heerst door de gebeurtenissen van
1870 het tijdperk van Bismarck en
later van Wilhelm H? Werd hij niet in
de ban gehouden van de gebeurtenissen
die tot rampzalige dagen van 1914
de Grote Öorlog leidden: de overrom
pelende opmars, ook toen van de Duit
sers: het keren van het getij in de
afgrijselijke stellingoorlog, die jaar in
jaar uit de Franse bodem in bloed zou
drenken...; de sensatie van de Dikke
Bertha en de eerste Britse tanks, de
Amerikaanse troepen, die naar Europa
overstaken om er onder generaal
Pershing aan de zijde der Geallieer
den te strijden? Die toeschouwer leefde
in de roerige twintiger jaren, toen
een deel van Europa zich bedronk aan
de illusie der overwinning en het
„nooit meer een oorlog" en een ander
deel van ditzelfde Europa ten onder
ging in de gevolgen van de neder
laag. Hij herinnert zich de afschuwe
lijke verhalen van de hongersnood, die
het Rusland van voor de revolutie
teisterde.
£)E GENERATIE, die na hem kwam,
onderging de desillusie van een Eur
opa, dat vergat hoe tussen 1914 en 1918
millioenen van zijn zonen waren dood
gebloed of verminkt, en opnieuw zijn
eenheid verloor. In de glorie van de
overwinning vergat men, dat de over
wonnene niet eeuwig overwonnen kan
blijven. Streseman verwierf in 1926 de
Nobelprijs voor de Vrede, tezamen met
de Frans staatsman Aristide Briand Hij
stond de zogenaamde „Erfüllingspoli-
tik" ten opzichte van het Verdrag
van Versailles voor, doch de vervul
ling van zijn politiek liet op zich
wachten en Duitsland keerde zich van
hem af om opnieuw de weg van een
radicaal nationalisme te volgen. Hitier
kwam en overwon de massa van het
Duitse volk via de spade bracht
Duitsland zijn zonen wederom tot het
geweer en met het geweer over de
schouder marcheeerden zij over de weg,
die naar de Tweede Wereldoorlog
voerde.
Doch ditmaal zgu hun agressie niet
stranden in het Franse land. De ge
schiedenis, die zich herhaalt, herhaalt
zich nimmer op gelijke wijze. De
vliegtuigen der Gealieerden verbrijzel
den de Duitse steden en hun industrie-
en en Duitslam. had aan het eind van
de Tweede Wereldoorlog meer puin
verzameld dan alle ruïnes der oudheid
tezamen konden opleveren. Het leger
van de nationaal-socialisten, in de rug
steeds bedreigd door de komende inva
sie uit het Westen, beet zijn tanden
stuk op het Europese Rusland. De
verten, waarin de Napoleontische le
gers zich verloren, waren even einde
loos gebleven en de bevolking ver
schroeide de aarde dit zij liefhad en
desorganiseerde als partisanen het be
zette achterland.
QPNIEUW kwam de vrede over
Europa en opnieuw zocht een ver
moeide mensheid hem te bewaren.
Doch opnieuw brak een tijdperk aan.
waarin de internationale verhoudin
gen tot spanningen leidden. Dit
maal ziet met name de Europese mens
zich omringd door machten, die zo
ze ooit met elkander in botsing moch
ten komen hem dreigen te ver
morzelen. Hij zoekt zich te bescher
men, zichzelf en zijn eeuwenoude cul
tuur. Op welke wijze?
In deze film ziet de Nederlandse
commentator, prof. dr. H. Brugman
het in een verenigd Europa, dat zijn
plaats in het hart van de Oude Wereld
zal kunnen verdedigen en zal kunnen
beantwoorden aan de kreet der volken
om. welvaart en om vrede.
Vrede voor Europa!
Beslissende arbeid
Festival-floodlight
Badende in een zee van licht zal
het kasteel van Windsor tijdens
het Festival of Britain de feest
stemming verhogen.
Daardoor ontstond tekort
op de betalingsbalans
(Door onze economische medewerker)
J^LS MINISTER LIEFTINCK voor de
voeten wordt geworpen, dat de uit
gaven van de staat veel te groot waren
en dat die politiek van begrotingste
korten ons steeds verder brengt op
het hellende vlak van de inflatie, dan
antwoord h(j steevast: „er is geen spra
ke van inflatie, kijk maar naar de
geldcirculatie, die wordt voortdurend
kleiner". Inderdaad is dit het gevaL
Het chartale geld (de bankbiljetten)
en het girale geld «ïe gelden bij de
banken waarover per cheque of giro-
biljet kan worden beschikt) waren eind
December 1949 tezamen f 7.552 millioen
en eind December 1950 f 7.081 millioen.
Dus f 471 millioen minder. De vraag
is, of het mogelijk is dat er inflatoire
spanningen optreden en dat er uit de
geldhoek krachten komen die tot prijs
stijging leiden, wanneer er steeds min
der geld in omloop komt.
JJET IS de grote verdienste van het
zojuist verschenen jaarverslag van
De Nederlandse Bank over 1950 om op
deze vraag een afdoend antwoord to
geven. Het uitgangspunt is het grote
tekort op de betalingsbalans over 1950.
Onze invoer is het afgelopen jaar zó
groot geweest (vooral van grondstoffen
en consumptiegoederen) terwijl boven
dien de prijzen zó sterk waren geste
gen, dat wij een invoeroverschot had
den van plm. f 2100 millioen. Geluk
kig kregen wij wegens het verlenen van
diensten (scheepvaartverkeer enz.) en
renten nog geld uit het buitenland,
maar het saldo was toch, dat wij
f 1100,millioen aan dat buitenland
moesten betalen.
Dat geld bezaten wij niet maar hier
bracht de nooit hoog genoeg te waar
deren Marshallhulp de uitkomst: de V,
S. schonken ons in 1950 dit gehele be
drag in goederen. De balans is hier
mede in evenwicht doch hiermede is
de kous niet afgebreid. Monetair ten
minste niet.
Weliswaar krijgt Nederland dia
goederen om niet, doch de handelaar en
de fabrikant moeten ze betalen in gul
dens aan De Nederlandse Bank, welke
dan keurig geboekt worden op de z.g.
„locaal currency rekening". Met toe
stemming van de Amerikaanse rege
ring mogen die guldens dan voor be
paalde doeleinden worden gebruikt.
Waar komen die guldens vandaanf
^]U REDENEERT de president van
onze circulatiebank als volgt: Ne
derlandse fabrikanten en handelaren
Waren in staat om al die Marshallgoe
deren te kopen. Welaan, dan hadden zij
er ook guldens voor. Die móeten dus op
een of andere wijze in circulatie zijn
gebracht, nota bene een bedrag van
f 1100 millioen.
Hij stelt zich dan ook niet tevreden
met het feit, dat er eind 1950 zoveel
minder geld in omloop is dan eind
1949. Neen, hij stelt vast dat er eerst
extra geldmiddelen worden gecreëerd
door het bankwezen ten behoeve van
de overheid en het bedrijfsleven en
bovendien, dat de mensen hun voorra
dige en tot nu toe ongebruikt gebleven
kasmiddelen zijn gaan aanspreken. Met
elkaar is dit precies een koopkracht
van f 1100 millioen, waarvoor de goede
ren gekocht konden worden via De Ne
derlandse Bank.
Dat creëren van geld door het bank
wezen wil zeggen het scheppen van gi
raal geld, dat onherroepelijk inflatoir
(en dus prijsstijgend) werkt. De con
clusie ligt nu voor 'de hand. Had de
overheid geen opdrachten gegeven
voor die geldcreatie ten behoeve van de
aflossing van vlottende schulden en had
het bankwezen wat minder vlot credie-
ten aan het bedrijfsleven gegeven, dan
waren er minder inflatoire geldmidde
len in omloop gekomen, dan hadden wij
niet zoveel kunnen invoeren en dan
was er ook geen tekort op onze be
talingsbalans geweest.
Nu zijn er wellicht nog lezers, die
zeggen: „het bovenstaande klopt als
een bus, maar hoe kan de geldcircula
tie nu toch met f 471 millioen vermin
deren". Wel om het bedrag van f 1100
millioen aan koopkracht te krijgen
werden meegerekend de weer in om
loop gebrachte kasmiddelen. De Neder
landse Bank had die allang in de tel
ling van de chartale en girale geldcir
culatie opgenomen. Die geactiveerde
kasmiddelen vormden tezamen een be
drag van f 471 millioen, zodat wel de
extra koopkracht f 1100 millioen groot
was, maar de geldcirculatie met dit be
drag verminderde.