Perzie in het voetspoor van China Unieke film met een grote historische waarde Australië kent nieuwe rijken en nieuwe armen Er is te veel geld in omloop Uiterst moeilijk probleem voor het Westen Intellectuelen lijden „fat soenlijke armoede" Wilson maakte te veel taalfouten maar werd eerste man na Truman D® benoeming van zo'n selfmade-man tot „Chef van het Bureau voor Ver dedigingsmobilisatie" bewijst weer eens, hoe weinig bureaucratisch en hoe bewegelijk de jonge Amerkaanse staat in de ure van het gevaar kan zijn. Na de President en de minister van Bui tenlandse Zaken is Charles E. Wilson voortaan ongetwijfeld de belangrijkste burger in de Verenigde Staten. In de Meer dan documentatie DE man met de super-Amerikaanse carrière, die zijn veelzijdige kennis evenzeer op' avondscholen en Zondags cursussen van de vakbonden .verworven heeft als op reizen door de gehele we reld, is zich vooral van één ding be wust: dat de vrije economie alleen dan winnaar in de grote wereldstrijd kan worden, als ze erin slaagt ook geduren de een misschien jarenlange toestand van zwaarbewapende vrede de levens behoeften der burgers rechtvaardig en zonder wrijvingen te bevredigen. Wil son behoort op grond van zijn levens ervaringen tot de met sociaal-politiek instinct begaafde ondernemers, die er naar streven het scheppende initiatief van de enkeling in zinvolle overeen stemming te brengen met het streven naar welvaart en maatschappelijke ze kerheid voor alle arbeiders. Op de even joviale en levenslustige als eigenzin nige en energieke vierenzestigjarige zijn thans de hoogste verwachtingen ge bouwd van de Westelijke wereld. Want zijn arbeid is niet minder beslissend van betekenis dan die van de generaals Eisenhower en Ridgway. Kortzichtig nationalisme en baatzuchtig conser vatisme spelen Moskou in de kaart (Van onze diplomatieke medewerker) UET WESTEN, reeds zo zwaar belast met allerlei Aziatische problemen, ziet op het ogenblik zijn belangen bedreigd op weer een nieuwe, uiterst belang rijke plek van dat uitgestrekte continent: Perzie. Het gaat daarbij om heel wat meer dan om de naasting van de zich overwegend in Brits bezit bevindende olie maatschappijen in dat land. De Britse regering, de grootste aandeelhoudster van de Anglo-Iranian, heeft zeker geen principiële bezwaren tegen nationalisering van vitale industrieën. Zij bedrijft deze immers ook in Groot-Britiannie zelf. Maar rij wenst deze, voor wat de naasting van de Perzische olie-industrie betreft, vooral van twee voorwaarden afhankelijk te maken: 1. De productie zal niet onder de naasting te lijden mogen hebben. (Olie is, in verhouding tot het enorme verbruik, een schaars artikel, waarvan geen druppel gemist kan worden) 2. De verbruikers, die tot nu toe vrije toegang tot de Perzische olie hadden, en dat is in de eerste plaats de Britse vloot, moeten dit ook in de toekomst hebben. In vergelijking met deze twee voorwaarden is de kwestie van de schadevergoe ding, die de Perzische rgering voor de overname van de eigendommen der Anglo- Irianian te betalen zal hebben, van ondergeschikt belang. medezeggenschap in het beheer der genaaste olie-industrie. Daartegen echter zullen de fanatieke nationalis ten, die op het ogenblik in Perzie de boventoon voeren, bezwaren hebben Dat is ongetwijfeld zeer kortzichtig. Perzie mist, om maar een ding te noemen, de ervaring en de deskundi gen om een zo gecompliceerd bedrijf als de olie-industrie efficient te leiden Verder heerst er in het land een grote corruptie. De vrees is daarom gerecht vaardigd, dat bij een zuiver Perzisch beheer niet slechts de olieproductie aanzienlijk zal dalen, maar bovendien, WAARSCHIJNLIJK is de huidige Perzische regering wel bereid, de Britten beloften in de door Londen gewenste zin te doen. Maar daarmede alleen zal de Britse regering geen ge noegen kunnen nemen. Zij zal stevi ger garanties dan een blote belofte voor de vervulling van haar voor waarden eisen, garanties, die zouden moeten neerkomen op een zekere Arbeidersgezin kan thans schatten verdienen (Van onze correspondent te Sydney) MENSEN IN NEDERLAND met vrienden of verwanten, die in de laatste jaren naar Australië geëmigreerd zijn, zullen uit brieven en gesprekken wel de nodige verhalen gehoord hebben over de fantastische lonen, die de nieuw komers in hun nieuwe vaderland verdienen. Sommigen zullen die verhalen ge heel geloven en denken: jongens, naar dat luilekkerland moet ik ook toe; ande ren zullen wellicht de verhalen maar met een korreltje zout nemen, terwijl weer anderen wat dieper zullen nadenken en tot de conclusie komen, dat er ook in dit hoge Ionen-gras wel een klein addertje zal schuilen. ï\OCH HOE men deze brieven van vrienden en verwanten ook lezen wil, een feit is, dat de lonen van ar beiders in het vijfde werelddeel met duizelingwekkende vaart omhoog schieten en als het ware een wedloop lijken te willen houden met de hoog ste lonen ter wereld, welke in de Ver enigde Staten van Amerika worden betaald. In de eerste week dezer Mei-maand zal er bijvoorbeeld geen volwassen arbeider in Sydney zijn, die minder dan 9 Australische ponden onge veer f 77.50 voor een 40-urige werk week verdient. Er zullen maar heei weinig arbeiders zijn, die niet veel meer thuis brengen. Wezen in Decem ber de officiële cijfers uit, dat in de staat Nieuw Zuid Wales de mannelijke arbeiders gemiddeld 11/11/7 per week verdienden, binnenkort zullen volgens de economen de gemiddelde arbeiderslonen op 13/-/- oftewel f 110 per week komen te liggen. De arbeiderslonen zullen dan het salarispeil van de gemiddelde kantoor werker bereikt hebben. Hoge inkomens Niet alleen bereikt de geschoolde vak man het peil van de intellectueel. Juist voor het minder pleizierige werk van de ongeschoolde man moet veel be taald worden, wil men het gedaan krijgen. De stijging van het basisloon van de Australische arbeider in de laatste paar jaar is phenomenaal geweest. Sinds Mei van het vorig jaar is het van 6/18/- per week op 9 pond ge sprongen. En in vergelijking met de laatste voor-oorlogse Meimaand is het meer dan verdubbeld. Toen, in 1939 vond men het basisloon van 4/2/- al heel hoog! Zo zijn arbeidersgezinnen met twee of drie grote kinderen die aan het eind van de week 45 tot 50 pond (tussen de 380 en 425 gulden) binnen brengen ze ker geen uitzondering, ook al mag het de gemiddelde lezer in Nederland fan tastisch in de oren klinken, dat een ar beidersgezin par maand een 1500 tot 2000 gulden binnen brengt. Verkwisting Weinigen van deze „Nieuwe-Rijken" hebben geleerd, wat zij met al dat geld kunnen. Natuurlijk is er een aantal dat verstandig is en dat gezamenlijk jaarlijks een behoorlijk bedrag over spaart om straks een eigen huis bui ten de stad te kunnen bouwen. Maar wanneer men met sociale werkers en geestelijken spreekt, die de arbeiders buurten van haver tot gort kennen dan krijgt men de indruk, dat dit toch de minderheid is en dat de meerder heid deze nieuwe en zo gemakkelijk verworven rijkdommen over de balk gooit. Gaat men naar het platteland dan is het op vele plaatsen nog veel erger In de mijnstad Broken Hill, in hei Westen van Nieuw Zuid Wales, ver dient geen enkele mijnwerker minder dan 26 Australische ponden oftewel 225 gulden in de week. En over de schapenscheerders en cowboys in Queensland zullen wij dan nog maar niet eens praten. Nieuwe armen Het is echter, zoals steeds op deze aarde, niet alles goud wat er blinkt Want terwijl dit leger der „nieuwe rijken" groeit en met geld strooit groeit ook in wat men gewoonlijk de „betere voorsteden" noemt het leger der „Nieuwe Armen". De oude gepensionneerde ambtenaar, die vroeger gemeend had, dat hij straks met een pensioen van vier pond op rozen zou zitten, moet op zijn oude dag wel weer als tijdelijke kracht aan het werk, om huur, belasting en kos ten van levensonderhoud te kunnen dekken. De bankbediende, de zelfstandige bouwkundig tekenaar, de onderwijzer en andere intellectuelen verdienen nog steeds hun 12 tot 15 pond in de week waarmede zij vroeger rondkwamen, doch waarmee zij thans met veel hogere lasten dan het arbeidersgezin nauwelijks de mond kunnen open houden. Hun gehele levensprogramma; de afbetaling op een vriendelijk huisje in de voorstad, de studie van hun kin deren, hun verzekeringen en de an dere lasten van deze garde, wordt in duigen geworpen. Zij gaan natuurlijk dóór deze vaste lasten, die bij hun levensstijl behoren, te betalen. Doch wanneer zij zich daarnaast ook nog redelijk willen voeden en kleden, dan zullen zij hoogstens eens in de maand naar de bioscoop kunnen. dat de verminderde inkomsten nog meer dan totnutoe in de zakken van slechts enkelen zullen verdwijnen, waardoor de toch al grote economi sche nood in het land nog zal ver ergeren. Het is daarop, dat het Krem lin, hetwelk de ontwikkeling in Perzie met minstens zoveel aandacht a<s Londen en Washington volgt, hoopt Wat namelijk in Perzie werkelijk dreigt en wat het Westen het meest te vrezen heeft, is, dat dit land de weg van China volgt. Rijkdom en armoede. Evenals in China is in Perzië het moderne kapitalisme geplant op een bodem van middeleeuws feodalisme. Evenals in China tot voor kort het ge val was, genieten in Perzie slechts en kelen wat stamhoofden, op wier grondgebied olie gevonden is, wat rijke kooplieden en enige hoge amb tenaren van de vruchten, welke de Westerse productiemethoden afwer pen. Maar de massa des volks, die op het platteland nog in de positie van horigen verkeert, is arm als te voren. De armoede is zelfs nog schrijnender geworden door de schepping van een nieuw industrieproletariaat, dat in de afzichtelijke, vuile achterbuurten der steden huist. Deze mensen hebben, vooral tijdens de oorlog, contact met het Westen genoeg gehad, om te we ten, dat het ook anders kan. Maar de conservatieve kliek der feitelijke re geerders is wars van alle sociale her vormingen. Dat het communisme op deze zo gunstige voedingsbodem welig tiert, ie geen wonder. Officieel is de (commu nistische) Toedeh-partij verboden, maar haar vertrouwensleden bezetten alle sleutelposities in de Perzische vakbeweging en bijna alle jonge intel lectuelen steunen haar. Centraal wordt de partij geleid vanuit de Sowjet-am- bassade in Teheran, die door Moskou van een grote staf personeel en van ruime geldmiddelen voorzien is. Het nationalisme. Evenals in China wordt het com munisme in Perzie in de kaart ge speeld door het nationalisme, dat in Perzie vooral aanhangers heeft onder de fanatieke Islamieten, en het con servatisme en de corruptie van de leidende figuren, tegen wie ook de vooruitstrevende jonge sjah niet op kan. Op zichzelf te zwak, hebben de werkelijke regeerders van Perzie, ge steld voor de keus tussen communis- he, nationalisme en het Westen, een verbond aangegaan met het nationa lisme, in de verwachting daarmede hun belangen het best te dienen. Het nationalisme immers is niet slechts een machtiger factor In Perzie dan de Westerse invloed, maar bovendien stelt het de sociale hervormingen, die het Westen om begrijpelijke redenen gaarne uitgevoerd zou zien, op het tweede plan. Ziet het Westen geen kans de aan de gang zijnde ontwikkeling te doorbre ken in China faalde het daarin ho peloos dan zal Perzie in de komen de tijd geregeerd worden door kort zichtige, fanatieke nationalisten en een corrupte kliek van baatzuchtigen. Het gevolg van het wanbeheer, dat men dan verwachten moet, kan niet anders dan de chaos zijn. En ais auto matische erfgenaam van de failliete boe del staat in Perzie, honderd maal be langrijker dan Korea en niet veel min der belangrijk dan China, het commu nisme klaar. De alergrootste staats manswijsheid aan Westerse zijde is vereist om deze ramp te voorkomen. De eerste fo to, die in Zwitserland gemaakt werd van princes Ubol Ratana (Lotus van Diamantmet haar moeder Koningin Sikirit, de 19-jarige vrouw van koning Phumiphon van Siam. De prinses werd op 6 April j.l. in Lausanne geboren. Van leerling tot „dictator" „JJEEN" (Van een correspondent te New York) zei de plaatsvervangende afdelingschef Smith in de centrale boek houding van de General Electric Company, „je maakt te veel taalfouten!" Charles E. Wilson, veertienjarige loopjongen bij de boodschappenafdeling van het grote New Yorkse concern, liet zich niet in een hoekje drukken. „Dat komt alleen doordat ik maar zes jaar op de armenschool gegaan heb Ik heb een heel goed geheugen, neemt u me toch op proef aan in de boekhouding, ik zal het beslist erg gauw leren!" Om van hem af te zijn antwoordde mr. Smith: „Als je in vier weken alle goederen die wij leveren met prijs en plaats van bestemming uit je hoofd kunt opzeggen, dan mag je als leerling hier blijven." Charles Wilson speelde het klaar dit kunststuk, dat nog nooit een leerling gelukt was te ver tonen. hand van deze energieke werker liggen alle economische volmachten, waarvan Truman zich door het afkondigen van de nationale nood-toestand verzekerd heeft. Onafhankelijk van het Congres en direct onder de hoogste man van het land staande, zal Wilson een in vredestijd tot nu toe ongekende macht bezitten. Hij is het, die in de eerste plaats het grote doel van de Russen teniet moet doen, om de Amerikaanse economie door de noodzaak tot bewa pening te ontwrichten. Of hij erin zal slagen? Charles Wilson weet, dat hij niet alleen de geweldige nieuwe be hoeften van het US-leger de voorrang moet geven, maar dat hij ook bij de leiding van de civiele productie zijn sociale opvattingen tegen een storm aanval van belanghebbenden van alle richtingen moet verdedigen. Des te be langrijker schijnt het, dat nóch een zuivere bestuursambtenaar, nóch een politicus op de stoel van de hoogste economische leider kwam te zitten, doch een man van de praktijk die on deraan begonnen en in zijn 52-jarige sprookjesachtige loopbaan zelf lang ge noeg arbeider geweest is. Fantastische carrière P\E zoon van een dienstmeisje uit Bronx, de achterbuurt van New York, vaderloos en op zijn twaalfde jaar uit honger van school weggelopen om voor drie dollar per week twaalf uur per dag als loopjongen te gaan werken, had de eerste sport op de steile ladder naar het succes beklom men. Toen hij dronken van geluk uit de kamer van de chef van de boek houding terugkeerde, schreef men het jaar 1900. Zeven jaar later had hij het al tot een weekloon van 20 dollar ge bracht, genoeg, om als 21-jarige met een even arm meisje te trouwen. Veer tig jaar later zat hij op de stoel van de president en directeur-generaal van hétzelfde reusachtige concern, waar hij als 12-jarige loopjongen zijn eerste dollars verdiend had. En nog tien jaar later werd Wilson door een nationaal nood-decreet van de Amerikaanse pre sident de hoogste leider van de gehe le Amerikaanse economie. Grote volmacht. VREDE VOOR EUROPA' Glijdt de wereld opnieuw naar de afgrond? (Van onze Haagse redacteur). yiT EEN ARCHIEF, dat tal van merkwaardige en unieke beelden bevatte, heeft Georges Rony een film samengesteld, in Nederland „Vrede voor Europa" getiteld, die ons terugvoert in de gebeurteiüssen der achter ons lig gende vjjftlg jaren. Arthur Honegger, Arthur Hoeree en Tibor Harsanyi com poneerden er de muziek bjj, die uitgevoerd wordt door het orkest van de So- ciété du Conservatoire onder leiding van de componisten en prof. dr. H. Brug man, voorzitter van de Beweging van Europese Federalisten, schreef en spreekt een commentaar naar een ontwerp van Jean Paul Boncourt. Voor een groot aantal genodigden, onder wie verscheidene autoriteiten, is deze be klemmende film in Den Haag vertoond. MISSCHIEN is het de bedoeling van Rony geweest niet meer te geven dan een historische documentatie, doch het resultaat van zijn werk is meer geworden dan documentatie alleen. Het is een beklemmende getuigenis gewor den van wat de Europese volken in een halve eeuw hebben doorleefd en het meest verbijsterende is misschien dat de geschiedenis van al deze oorlo gen, politieke gebeurtenissen en om wentelingen zich heeft voltrokken in zulk een tempo, dat menig toeschouwer na het zien van deze film tot het be sef komt, dat dit alles voor hem con temporaine is. Werd de jeugd van de toeschouwer, die thans de middelbare leeftijd is gepasseerd, reeds niet be heerst door de gebeurtenissen van 1870 het tijdperk van Bismarck en later van Wilhelm H? Werd hij niet in de ban gehouden van de gebeurtenissen die tot rampzalige dagen van 1914 de Grote Öorlog leidden: de overrom pelende opmars, ook toen van de Duit sers: het keren van het getij in de afgrijselijke stellingoorlog, die jaar in jaar uit de Franse bodem in bloed zou drenken...; de sensatie van de Dikke Bertha en de eerste Britse tanks, de Amerikaanse troepen, die naar Europa overstaken om er onder generaal Pershing aan de zijde der Geallieer den te strijden? Die toeschouwer leefde in de roerige twintiger jaren, toen een deel van Europa zich bedronk aan de illusie der overwinning en het „nooit meer een oorlog" en een ander deel van ditzelfde Europa ten onder ging in de gevolgen van de neder laag. Hij herinnert zich de afschuwe lijke verhalen van de hongersnood, die het Rusland van voor de revolutie teisterde. £)E GENERATIE, die na hem kwam, onderging de desillusie van een Eur opa, dat vergat hoe tussen 1914 en 1918 millioenen van zijn zonen waren dood gebloed of verminkt, en opnieuw zijn eenheid verloor. In de glorie van de overwinning vergat men, dat de over wonnene niet eeuwig overwonnen kan blijven. Streseman verwierf in 1926 de Nobelprijs voor de Vrede, tezamen met de Frans staatsman Aristide Briand Hij stond de zogenaamde „Erfüllingspoli- tik" ten opzichte van het Verdrag van Versailles voor, doch de vervul ling van zijn politiek liet op zich wachten en Duitsland keerde zich van hem af om opnieuw de weg van een radicaal nationalisme te volgen. Hitier kwam en overwon de massa van het Duitse volk via de spade bracht Duitsland zijn zonen wederom tot het geweer en met het geweer over de schouder marcheeerden zij over de weg, die naar de Tweede Wereldoorlog voerde. Doch ditmaal zgu hun agressie niet stranden in het Franse land. De ge schiedenis, die zich herhaalt, herhaalt zich nimmer op gelijke wijze. De vliegtuigen der Gealieerden verbrijzel den de Duitse steden en hun industrie- en en Duitslam. had aan het eind van de Tweede Wereldoorlog meer puin verzameld dan alle ruïnes der oudheid tezamen konden opleveren. Het leger van de nationaal-socialisten, in de rug steeds bedreigd door de komende inva sie uit het Westen, beet zijn tanden stuk op het Europese Rusland. De verten, waarin de Napoleontische le gers zich verloren, waren even einde loos gebleven en de bevolking ver schroeide de aarde dit zij liefhad en desorganiseerde als partisanen het be zette achterland. QPNIEUW kwam de vrede over Europa en opnieuw zocht een ver moeide mensheid hem te bewaren. Doch opnieuw brak een tijdperk aan. waarin de internationale verhoudin gen tot spanningen leidden. Dit maal ziet met name de Europese mens zich omringd door machten, die zo ze ooit met elkander in botsing moch ten komen hem dreigen te ver morzelen. Hij zoekt zich te bescher men, zichzelf en zijn eeuwenoude cul tuur. Op welke wijze? In deze film ziet de Nederlandse commentator, prof. dr. H. Brugman het in een verenigd Europa, dat zijn plaats in het hart van de Oude Wereld zal kunnen verdedigen en zal kunnen beantwoorden aan de kreet der volken om. welvaart en om vrede. Vrede voor Europa! Beslissende arbeid Festival-floodlight Badende in een zee van licht zal het kasteel van Windsor tijdens het Festival of Britain de feest stemming verhogen. Daardoor ontstond tekort op de betalingsbalans (Door onze economische medewerker) J^LS MINISTER LIEFTINCK voor de voeten wordt geworpen, dat de uit gaven van de staat veel te groot waren en dat die politiek van begrotingste korten ons steeds verder brengt op het hellende vlak van de inflatie, dan antwoord h(j steevast: „er is geen spra ke van inflatie, kijk maar naar de geldcirculatie, die wordt voortdurend kleiner". Inderdaad is dit het gevaL Het chartale geld (de bankbiljetten) en het girale geld «ïe gelden bij de banken waarover per cheque of giro- biljet kan worden beschikt) waren eind December 1949 tezamen f 7.552 millioen en eind December 1950 f 7.081 millioen. Dus f 471 millioen minder. De vraag is, of het mogelijk is dat er inflatoire spanningen optreden en dat er uit de geldhoek krachten komen die tot prijs stijging leiden, wanneer er steeds min der geld in omloop komt. JJET IS de grote verdienste van het zojuist verschenen jaarverslag van De Nederlandse Bank over 1950 om op deze vraag een afdoend antwoord to geven. Het uitgangspunt is het grote tekort op de betalingsbalans over 1950. Onze invoer is het afgelopen jaar zó groot geweest (vooral van grondstoffen en consumptiegoederen) terwijl boven dien de prijzen zó sterk waren geste gen, dat wij een invoeroverschot had den van plm. f 2100 millioen. Geluk kig kregen wij wegens het verlenen van diensten (scheepvaartverkeer enz.) en renten nog geld uit het buitenland, maar het saldo was toch, dat wij f 1100,millioen aan dat buitenland moesten betalen. Dat geld bezaten wij niet maar hier bracht de nooit hoog genoeg te waar deren Marshallhulp de uitkomst: de V, S. schonken ons in 1950 dit gehele be drag in goederen. De balans is hier mede in evenwicht doch hiermede is de kous niet afgebreid. Monetair ten minste niet. Weliswaar krijgt Nederland dia goederen om niet, doch de handelaar en de fabrikant moeten ze betalen in gul dens aan De Nederlandse Bank, welke dan keurig geboekt worden op de z.g. „locaal currency rekening". Met toe stemming van de Amerikaanse rege ring mogen die guldens dan voor be paalde doeleinden worden gebruikt. Waar komen die guldens vandaanf ^]U REDENEERT de president van onze circulatiebank als volgt: Ne derlandse fabrikanten en handelaren Waren in staat om al die Marshallgoe deren te kopen. Welaan, dan hadden zij er ook guldens voor. Die móeten dus op een of andere wijze in circulatie zijn gebracht, nota bene een bedrag van f 1100 millioen. Hij stelt zich dan ook niet tevreden met het feit, dat er eind 1950 zoveel minder geld in omloop is dan eind 1949. Neen, hij stelt vast dat er eerst extra geldmiddelen worden gecreëerd door het bankwezen ten behoeve van de overheid en het bedrijfsleven en bovendien, dat de mensen hun voorra dige en tot nu toe ongebruikt gebleven kasmiddelen zijn gaan aanspreken. Met elkaar is dit precies een koopkracht van f 1100 millioen, waarvoor de goede ren gekocht konden worden via De Ne derlandse Bank. Dat creëren van geld door het bank wezen wil zeggen het scheppen van gi raal geld, dat onherroepelijk inflatoir (en dus prijsstijgend) werkt. De con clusie ligt nu voor 'de hand. Had de overheid geen opdrachten gegeven voor die geldcreatie ten behoeve van de aflossing van vlottende schulden en had het bankwezen wat minder vlot credie- ten aan het bedrijfsleven gegeven, dan waren er minder inflatoire geldmidde len in omloop gekomen, dan hadden wij niet zoveel kunnen invoeren en dan was er ook geen tekort op onze be talingsbalans geweest. Nu zijn er wellicht nog lezers, die zeggen: „het bovenstaande klopt als een bus, maar hoe kan de geldcircula tie nu toch met f 471 millioen vermin deren". Wel om het bedrag van f 1100 millioen aan koopkracht te krijgen werden meegerekend de weer in om loop gebrachte kasmiddelen. De Neder landse Bank had die allang in de tel ling van de chartale en girale geldcir culatie opgenomen. Die geactiveerde kasmiddelen vormden tezamen een be drag van f 471 millioen, zodat wel de extra koopkracht f 1100 millioen groot was, maar de geldcirculatie met dit be drag verminderde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 9