f
Generaal MacArthur
de weifelmoedigheid
werd zondebok voor
der
polit
CALIGULA
AMSTERDAMS PODIUM
ICI
Belijdenis met Beethoven
n
Comedia speelt werk van Camus
Onislag werd door hem uitgelokt
Generaals contra politici
Techniek
file Yleqendz
BITTERE TRIOMF VAN DE
ABSURDITEIT DES LEVENS
Schedel van
10.000 jaar
ZATERDAG 12 MEI 1951
ZATERDAGAVOND
i
(Door een bijzondere militaire medewerker)
Ljl'T RUMOER OM DOUGLAS MACARTHUR, de onverzettelijke vechtgeneraal,
blijft onverminderd voortduren. Zij, die gedacht hadden, dat met het annon
ceren van het ontslag aan „grand old soldier" een eind gekomen zou zijn aan de
doorlopende strubbelingen, welke tussen „de adelaar van het Verre Oosten" en
het State Department te Washington waren gerezen, zullen moeten erkennen, dat
het probleem, waarom in wezen de ontheffing van MacArthur draait, juist door
de recente gebeurtenissen meer dan ooit actueel is geworden. Het incident-
MacArthur staat niet op zichzelf. Doch door het moment waarop het werd ge
boren en door de inwendige botsingen in Amerika tussen republikeinen en
democraten, gaf het in deze bewogen tijd meer stof tot spreken dan gelijksoortige
gevallen in het verleden deden. De huidige, nerveuze wereld, geladen met
spanning en dreiging, werd opgeschrikt door de abrupte ontheffing van Mac
Arthur uit zijn opperbevel, een ontslag, dat des te meer tot de verbeelding der
volkeren sprak, omdat de aangelegenheid niet beperkt bleef tot een nationaal
bevelhebber, doch het aanvoerderschap der troepen van de Verenigde Naties op
Korea een punt van internationale discussie werd. Daardoor verkreeg het drama-
MacArthur een internationaal karakter en groeide door de felheid, waarmede het
behandeld wordt, uit tot ver buiten de grenzen der United States.
MAC ARTHUR rebelleerde: in eerste
instantie tegen Truman, zijn poli
tieke tegenstander, bekleed met grote
volmachten en bereid deze te han
teren. Indirect, op het tweede plan,
was de tactiek van Mae Arthur ge
richt tegen de regeringen der lan
den, welke troepenmachten ter be
schikking hebben gesteld voor het
voeren van de oorlog op Korea. En
Mac Arthur rebelleerde opzettelijk.
Zoveel is wel duidelijk geworden,
dat de begaafde generalissimus doel
bewust zijn ontslag h eft uitgelokt
om aan de wereld openlijk rekening
en verantwoording te kunnen afleg
gen van zijn thans door zovelen ge
wraakte denkbeelden.
FEN OUDE THEORIE luidt, dat mi-
litairen, in het bijzonder officie
ren, en nog meer bevelvoerende ge-
r\AT VEERTIENJARIG ZOONTJE
van Hein Doezel is toch maar een
minuscuul uitvindiertje. Vervaardigde
hij laatst aan zijn fiets een inrichting,
die het hem mogelijk maakte het stuur
vast te zetten, nu werkte hij weer
enige maanden lang in het kleine
schuurtje aan een toestel, dat alle
sigaren-aanstekersproblemen met één
slag de wereld uit zal helpen.
„Gert is in de boet", sprak zijn va
der tot alle relaties, „bezig an ze uit-
vindings. Hai heb nou 'n skoftig moei
lijk stuk werrek onderhande. As 't
ienmaal klaar is ben wai bove Jan".
Begrijpelijkerwijs steeg de belangstel
ling rond de werkzaamheden in het
schuurtje met de dag. Er hing een ge
heimzinnig waas over de proeven en
slechts de ingewijden wisten, dat het
in verband stond met sigarenaanste
kers.
Op Hemelvaartsdag toonde Gert het
resultaat van maanden moeizame labo
ratorium en technische arbeid: een in
genieuze installatie, vol van Oak Ridge-
echtige uitsteeksels.
„Kaik", zei Gert. „Dut is nou main
uitvinding. Ik hew 'm de naam geven
van „Doezeltoestel", 't Is bestemd voor
iederien, die mankemente heb met ze
segare-ansteker. 'k Zal ejkes uit me
kaar zette hoe 't ding werrekt. Hier
hewwe je 'n klain hefboompie, dat in
verbinding steit met 'n heveltje en 'n
palletje, dat over een nokkie nei 'n aar
hefboompie glaidt. Trek ik nou an dut
hefboompie, den geit 'r binnen in 't
apperaat 'n uitsteekseltje langs 'n assie
glaie en skiet 'n wieletje langs 'n glai-
baantje nei 'n radertje, dat weer cur-
respedeert met 'n krukkie, dat over
een uitsparinkie hienwupt en zo vaif
kinine exertriekes andraift. Deer hew
je nou de belangraikste bewegingen in
iene asem genoemd. Op ien van de ra-
ders loopt 'n paipie uit, en deerin lait
'n vuurstientje, dat 'k derin douwe
deur 'n aar buissie, met 'n kleppie en
'n baantje. Den hewwe je nag 'n veer
tje en 'n skroefie en deermee zit 't
hille apperaat vast.
De bezine wordt van bove ingevoerd
langs allgaar dunne kenaaltjes, 'n
brandstofpompie en 'n zuigertje. Druk
Wc nou op deze knop den glaidt 't he.i
boompie over 't heveltje, langs 't palle
tje en 't nokkie, over 't uitsteekseltje,
dat langs 't assie dreit. 't Wieltje skiet
deur 't glaibaantje, nei 'n radertje,
teuge 't krukkie, over 't uitsparinkie
en deur de exentriekjes, 't paipie, 't
buissie, 't kleppie en 't baantje met 't
vuurstientje en je hewwe vuur. As de
bezine op is geit er 'n belletje en hew
we je gien vuurstientje meer den
brandt 'r 'n rod lampie
Waarlijk, het toestel was vernuftig
geconstrueerd en leverde een feilloze,
heldere vlam. Edoch, het apparaat
vergt een ruimte van 2 kubieke meter,
waardoor het lastig te vervoeren is
Wlarvr ook hmr zal Gert wel wat ov
weten te vinden. Hij is zo handig! TOM
neraals of commandanten, eigenlijk
geen politieke overtuiging behoren
te bezitten. Mochten zij deze onver
hoopt toch in hun ransel meevoeren,
dan dienen zij er zich strikt van te
onthouden van deze opvatting in het
openbaar te doen blijken.
Ieder zal het er mee eens zijn, dat
elke regering zonder enig voorbehoud
moet kunnen rekenen op de trouw
der militaire gezagsdragers. Impli
ceert dit echter, dat militaire func
tionarissen hun gehele leven poli
tieke domoren behoren te zijn? Moe
ten zij, die geregeld de verantwoor
delijkheid hebben te dragen over dui
zenden, dikwijls tien- of honderddui
zenden jonge mannen, en in wier
handen het lot van hele naties ter
verdediging wordt gegeven, gedoemd
worden tot het lot van politieke lede
poppen
Een dergelijk standpunt moge wel
licht reden van bestaan hebben ge
had in de „goede oude tijd" van 1870-
1914, toen oorlog en politieke gisting
slechts in theorie bestonden, de
practijk na de eerste wereldoorlog
heeft wel bewezen, dat de snelle po
litieke wisselingen de militaire krin
gen niet onberoerd hebben gelaten.
Talrijk zijn de gevallen geweest, dat
militaire bevelhebbers, als gevolg van
verschil van inzicht met hun rege
ring, in pijnlijke botsing kwamen met
de politieke machthebbers. De voor
beelden liggen bij de hand: Luden-
dorff, Von Fritsch, De Gaulle en om
dichter bij huis te blijven: Generaal
Reynders, de opperbevelhebber in
1939; Generaal Spoor, als Comman
dant van het voormalige K.N.I.L.;
Generaal Kruis, om een zeer recent
geval te memoreren.
Gevai Mac Arthur geen
uitzondering
J7R HEEFT van oudsher een kloof
bestaan tussen diplomatie en
strategie. De generaals zijn altijd de
uitvoerders geweest van de wensen
der diplomaten. Zij behoren, in de
handen hunner regeringen, gehoor
zame werktuigen te zijn in het di
plomatieke spel, ook als naar het
oordeel van de bevelvoerende gene
raals dit diplomatieke spel in doel te
ver, of soms niet ver genoeg reikt of
naar de mening van de militairen op
verkeerde gegevens is gebaseerd.
Indien zulke omstandigheden zich
voordoen, dan wordt aan de bevel
voerende generaals het initiatief ge
laten zelf ontslag te nemen, dan wel
tegen beter weten in operaties uit te
voeren.
Het behoeft geen betoog, dat in
zulke omstandigheden in het leven
van militaire gezagsdragers ver
strekkende gewetensconflicten ont
staan, omdat de levens van massa's
aan hen zijn toevertrouwd. Boven
dien: bij het mislukken van strategi
sche operaties valt de blaam op hen
en niet op hun opdrachtgevers. Het
wettig gezag dient echter te worden
gehoorzaamd: zonder morren, zonder
critiek, zonder rebellie. Ook als het
wettig gezag naar het oordeel der
militaire specialisten de plank vol
komen mis slaat.
In wezen doet zich het merkwaar
dige feit voor, dat slechte en onbe
kwame diplomaten en politici hun wil
kunnen opleggen aan goede en be
kwame generaals.
Een schrijnend voorbeeld
MIEMAND zal willen ontkennen,
dat generaal Spoor een bekwaam
generaal was. Een brillanter aan
voerder zal het oude K.N.I.L. ver
moedelijk sinds het begin dezer eeuw
niet hebben gekend. Begiftigd met
zeldzame gaven, internationaai-poli-
tiek beter geschoold dan menig poli
ticus van professie, op de handen
gedragen door zijn troepen, die
slechts één autoriteit kenden: „de
generaal", had Spoor alles mee om
te schitteren in zijn beroep: soldaat
zijn. Volgens zijn politieke opponen
ten bezat de generaal echter één ge
weldig nadeel, namelijk dat hij een
„politieke generaal" was.
Spoor had één vaste, stevig veran
kerde politiek-militaire overtuiging,
welke door vrijwel ieder onder hem
dienend officier van harte werd ge
deeld, namelijk dat de eerste politio
nele actie snel en afdoende tot een
goed einde kon worden gebracht door
de bezetting van Djocjakarta. Hij
vocht met heel zijn ziel en wezen om
de regering van dit politieke axioma
te overtuigen. Doch Spoor werd door
de regering afgeremd en moest ge-
desillusionneerd de opmars naar
Djocja staken.
Dezelfde politieke stromingen,
welke Spoor afremden en die hem be
schouwden als een „politieke gene
raal", gaven later, toen hun onder
handelingen faalden en toen bleek,
hoezeer Spoor het bij het rechte eind
had gehad, eenstemmig hoewel
stellig niet van harte opdracht tot
het ondernemen der tweede politio
nele actie, welke gemakkelijk ver
meden had kunnen worden indien de
eerste actie volgens de plannen van
Spoor tot 'n goed einde ware gebracht.
Eén les was echter, zoals het bleek,
niet voldoende geweest. Want dezelfde
politieke krachten lieten Spoors ge
niaal uitgevoerde tweede politionele
actie opnieuw doodbloeden na de blik
semsnelle bezetting van Djocja, toen
de politieke beslissing voor het grij
pen lag.
Wij hebben van zeer nabij meege
maakt hoe het ingrijpen van de poli
tiek in zijn strategie van Spoor een
gebroken man maakte. Doch Spoor
rebelleerde niet: hij bleef gehoorzaam
aan het wettig gezag, tegen beter
weten in, hoe zwaar de dagen en
nachten op zijn impulsieve en tinte
lende geest drukten.
Zij, die in Spoors strategie ingre
pen, waren dezelfden van wie Soetan
Sjahrir dezer dagen tegenover een
redacteur van de New York Herald
Tribune verklaarde:
„Wij zouden weinig bereikt hebben
o.ls de Hollanders ons niet enkele van
hun domste, meest op een afstand
staande en arrogantste mannen gestuurd
hadden, die ik ooit gekend heb. Wij
hielden onze mond dicht en lieten de
Hollanders praten. Zij praatten zich
zelf dood. Niemand kon hun stupidi
teiten aanhoren zonder te beseffen, dat
zij geen moreel echt hadden om. ook
maar een kolonie te besturen".
Hoewel Spoors oordeel niet veel zal
hebben afgeweken van dat van Sjah
rir, bleef hij loyaal en gehoorzaamde.
Dat siert hem.
J-JET IS GEEN TOEVAL, dat Spoor
en Mac Arthur goede vrienden
waren. Zij koesterden een grote ge
negenheid voor elkaar. En er zijn
vele punten van overeenkomst. Spoor
verliet na het ingrijpen der politieke
machthebbers het strijdtoneel door
een ontijdige dood, welke een ramp
voor Indonesië betekende. Mac Arthur
lokte, beu van het politieke geharre
war, zijn ontslag uit. Twee grote
„politieke generaals", van wie reeds
thans gezegd kan worden, dat zij,
elk voor zich, de problemen scherper
zagen dan hun opdrachtgevers.
Meten met twee maten
Men heeft de wet uitgevonden, dat
generaals, als uitvoerders van de wil
hunner regeringen, op straffe van in
ongenade te vervallen, in het open
baar geen uiting mogen geven aan
hun innerlijke overtuiging. Zij hebben,
tenzij voor hun verdere loopbaan de
straat als operatieterrein wordt ver
kozen, slechts één keus: gehoorzaam
heid aan hun regering, ook indien
deze de militaire situatie, dikwijls op
verre afstand, niet of slechts onvol
doende kan beoordelen.
Is het echter geen ontstellend feit,
dat civiele gezagsdragers, zoals bur
gemeesters en andere rijksambte
naren, in volle vrijheid en ongelimi
teerd in de vertegenwoordigende li
chamen en in het openbaar de rege
ring, welke hen benoemd heeft, in
woord en geschrift kunnen aanval
len en de practijk toont dit vooral
in het buitenland het gezag dier
regering op bedenkelijke wijze kunnen
aanranden en ondermijnen? Moet het
daarom in de democratie niet als een
onbillijkheid worden aangevoeld, dat
militaire bevelhebbers, die het met
de politiek hunner regering niet eens
zijn, zonder meer de degen aan Je
kapstok moeten hangen, indien zij
daarvan, zoals Mac Arthur, blijk ge
ven, terwijl even verantwoordelijke ci
viele gezagsdragers, die in woord en
geschrift oppositie tegen de regering
voeren, op hun posten blijven ge
handhaafd
Men degradere de militaire gezags
drager niet tot een onmondige lede
pop, door aan civiele ambtenaren
privileges toe te kennen, welke aan
militaire bevelhebbers worden ont
houden.
Het is vanzelfsprekend, dat de ge
neraals der Westerse landen zich te
gen het communisme keren. Zij ken
nen de destructieve stromingen, wel
ke ontleend zijn aan een stelsel, dat
gebaseerd is op de verkondiging van
de wereldrevolutie. Het bolsjewisme
steekt in allerlei vormen de kop op,
openlijk en bedekt. Er wordt gewroet
en geageerd tegen staatkundige con
stellaties, welke in de ogen van Mos
kou geen genade kunnen vinden. En
aan deze destructie wordt openlijk
meegedaan door civiele gezagsdra
gers en opvoeders van de jeugd. Dit
schijnt nog steeds geoorloofd. Maar
indien generaals blijk geven het ge
vaar van het communisme anders te
zien dan hun regering, en hun afwij
kende mening openbaar maken, dan
staat de poort naar de woestijn voor
hen open.
£EN MENS KAN OVER VELE SCHONE DINGEN in het leven schrijven, waar
bij men telkens weer de ontmoedigende ervaring rijker wordt, dat zulk
geschrijf alleen maar een benadering vanuit de verte is van datgene, wat men
beschrijven wilde. Wat men ten slotte bereikt is een collectie letters en woorden,
waartussen het te beschrijven voorwerp, of de gebeurtenis, allang verdoold en
verdwaald is. Die dingen gebeuren als men schrijft over momenten, waardoor
men diep ontroerd werd. Bijvoorbeeld door een schilderij. Een schoon schilderij
is volstrekt onbeschrijfbaar. Evenals een bronzen beeld van Cellini. Of als men
schrijft over de zee, de grote mysterieuze, die zich nog nooit liet vangen door
letters en woorden. Door die stugste, onbuigzaamste vertolkers van dat wat men
de taal noemt. Hoe zou men ook de klank van de eerste jubel van een nachtegaal
verwoorden! Of de geur der aarde in de lente! Of het wonder van een tot bloei
rijpende roos! Of een uitsmeulende zonsondergang boven een besneeuwd berg
landschap! Of de muziek! Ik geloof dat van alle muziek "Beethovens Negende
het alleronbeschrijflijkste is. Wie de moed vindt de Negende desondanks met
woordgestamel te benaderen, die stort zich alleen in een hachelijk avontuur,
waarvan de uitslag bij voorbaat vaststaat: die van een grandioze mislukking.
MOOIT leerden wij zo verbijsterend
klaar dat een orkest, al dat hout,
al dat koper, al die strijkers, met het
grote Toonkunstkoor daarachter, met
solisten ervóór, in wezen geen verzame
ling muzikanten vormt, maar heel dui
delijk één instrument. Het instrument
dat orkest heet, bespeeld door één
man, de dirigent. Dat werd intens be
leefd door een stampvol Concertgebouw,
op deze Zondagavond.
Er waren geen afzonderlijke muzi
kanten die onder leiding van Otto
Klemperer aan het spelen waren. Er
waren geen trompettisten en clarinet-
tisten, geen vioolspelers en geen pau-
kenist. Er waren geen koorleden en :r
waren zelfs geen solisten. Stuk voor
stuk waren al die mensen in wezen niet
zo belangrijk. Er was maar één ding
belangrijk, die Zondagavond. Het genie
Beethoven, dat ons in deze Negende
zijn schoonst legaat aanbood.
piiiHiiinniiiHiiiiiKiiifiiiHiiHiiiittiiiiiiiiuiiiiiiüiiiiiiiiiifiiiiiiüiiiiiiiiiiniiiiHjinHiiiiwnp^
llllllllllllllillllilllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllHIIIIRIIIIIIIHIIIillllIll
Men vraagt zich steeds opnieuw af:
hoe ontstaat zulke muziek. Waar ligt
haar geboorteland. Wie hoorde ze voor
het eerst? Hoorde Beethoven die mu
ziek zingen in de nacht? Bloeide ze zo
maar óp uit de nacht, of van achter
de sterren? Of zou daar toch, alleen
ter wille van Beethoven en terwille
van een treurende mensheid, een engel
van zijn hoge plaats achter de sterren
zijn neergedaald om zulke muziek hem
voor te zingen?
En hoe hoorde hij die muziek? Werd
ze in zijn hart, ingebrand en in z'n
ziel gebijteld, opdat hij haar alleen
maar behoefde te noteren, of was die
muziek daar a'tijd al, in het door
stormde hart van de jonge Beethoven
en in dat grote, warme, wijze hart van
die andere Beethoven, ("e aan het ein
de van z'n leven alleen nog zichzelf
vermocht te horen?
Men zegt dat de meest volmaakte
uitdrukking van bevrijding belichaamd
is in de muziek van de Negende. Dat
zeiden, vermaarde musicologen en het
zal waar zijn. Maar de Negende is on
noemelijk veel méér. In de eerste
plaats is zij het symbool van alles wat
zelf in de laatste instantie slachtoffer
wordt van de zinledigheid: de tegen
hem gerichte samenzwering is de on
vermijdelijke consequentie van zijn
terreur; ook die consequentie aan
vaardt hij en hij laat zeer bewust het
£EN DER BELANGRIJKSTEN van de Franse auteurs, die met Jean Paul Sartre
aan het hoofd de groep der existentialisten vormen, is Albert Camus. Hij
vestigde zijn naam vooral met de romans „L'Etranger" en „La peste", was een complot zijn doel verwerkelijken,
tijdlang toneelspeler, richtte een eigen groep L'Equipe op en schreef ook ver
schillende toneelwerken, waarvan „Caligula", „Les justus" en „L'Etat de siège" GRONDTOON van dit stuk is ver-
j i J* twijfeling om de zinledigheid van
de bekendste zijn. Een typisch jeugdwerk is „Cahgula": Camus was zes en twintig aIle menselijke bestaan. Toen het ge-
jaar toen hij het in 1938 schreef! In 1945 beleefde het stuk in Frankrijk zijn eer- schreven werd, was Sartre's existentia-
ste opvoering. En thans wordt het hier vertoond door de toneelgroep Comedia, listische levensbeschouwing die men
in een vertaling van Victor E. van Vriesland. Cor Hermus voerde de regie; zijn wel de f'losofie van de wanhoop noemt
zoon Guus Hermus sueelt Calim.la nog met aan de orde' T>-perend v00r
de ontwikkeling van deze geestesstro-
pAMUS' stuk behandelt met enige de) is niets. Ze is enkel het teken van ls dd werk van Camus, die later
vrijheden de geschiedenis van de een waarheid, die voor mij het bezit |mmers bet existentialisme ging aan-
derde keizer van het Romeinse Rijk, van de maan noodzakelijk maakt, 't Is gcn' 'n g® mEde: Het moet ge'
Gaius, bijgenaamd Caligula, wiens be- een heel simpele en duidelijke waar- 7f, worden, dat in dit jeugdwerk het
wind slechts vier jaren duurde, van heid, wat stompzinnig, maar moeilijk f getheoretiseer dikwijls de
37 tot 41. Het waren vier waanzinnige te ontdekken en zwaar te dragen". Die b°ventoon voert dat Camus in zijn
jaren, want aanvankelijk voerde Call- waarheid luidt' De mensen sterven en ulgenls Van absurditeit des le-
n,i]n wpi ppn crtpnpi on 7nrff7nam hp t. sieiven en vens weinig zijn figuren met leven
gula wel een soepel en zorgzaam be- zlJn met gelukkig". Ze plegen wel zich wist te doordrineen Ziin Calieula die
SS tmTenëtet despoot wtenseve er te SChlkken en zich geiukklg te wf zowel waamLnig als ^ote wilde
kwisting, tyrannic en zélfverheeriij- maa' Z° Zegt Ca|'guia: "dat al" tekenen, bleef te veel een man, die zijn
king ten slotte tot zijn val leidden: hij me he.en 15 ee.n .1fuge": lk W1' Puberteit niet te boven is gekomen en
werd vermoord door de officieren van m® de waarheld leeft! En ik krampachtig en vergeefs tracht zijn
zijn eigen lijfwacht. alleen heb de middelen hen in de waar- volwassenheid te bewijzen. Tegenover
te laten leven!" deze niet geheel uit de verf gekomen
Het stuk tekent deze gewetenloze, figuur kreeg de oppositie van benepen
sadistische keizer in een grimmige vi- Zo denkt Caligula zich de maan, patriciërs en een enkele werkelijk
sie, die hem niet zonder grootsheid wil dwz- zlJn eigen onafhankelijkheid en manlijke leider evenmin voldoende
doen zijn De dood van zijn zuster Dru- zi->n vr'jheid ten opzichte van het leven relief. Overigens wist Camus echter
silla, die tevens zijn geliefde was, be- le ver°varen, door naar eigen wille- wel enkele knappe toneelsituaties te
tekent aldus het stuk een keer- keur de consequentie van het leven, ontwikkelen en soms ook een felle dra-
punt in Caligula's leven. Hij is er zo dood en verderf, aan de mensen te vol- matiek op te werpen,
door geschokt, dat hij in een nuchtere, trekken. Duizenden richt hij te gronde. Om die fascinerende ogenblikken en
verbitterde waanzin vervallen is, die omdat hun bestaan immers zinloos is vooral ook om zijn literaire en filoso-
hem dwingt steeds uiterste consequen- en hij bewijzen wil, dat hij als enige fische aspecten verdient „Caligula"
tie en logica te vergen. „Ik voel plot- zich boven die absurditeit weet te zeker aandacht. Het is met het stuk al
seling behoefte aan het onmogelijke" plaatsen. Voor zichzelf creëert hij zo evenzo als met de voorstelling, die
zo zegt hij, want „De wereld, zoals zc een gruwelijke eenzaamheidzijn harts- Comedia er van te zien geeft. Want de
is. is niet te verdragen. Ik heb daar tocht voor ijzeren consequentie en regie van Cor Hermus, die het stuk ge-
om de maan nodig, of het geluk, of de logica bewerkt echter daarin ook zijn heel naar het melodrama trok, is zeker
onsterfelijkheid, iets krankzinnigs mis- ondergang. Want hij wordt zich er van aanvechtbaar maar leverde toch een
schicn. maar iets dat niet van deze we bewust, dat hij zich het absolute geluk vertoning, die door aijn intensiteit
reld isDie dood (van mijn gelief toch niet veroveren kan en dat ook hij- boeit en fascineert.
groot aan een groot talent kan zijn. Zij
is de meest directe afglans van het
geniale. Zij is droom en daad tegelijk.
Zij is een toppunt van een cultuur en
al moet wellicht eens dit oude, ver
moeide, kapotgeslagen Avondland ster
ven, dan nóg zal de Negende leven en
zullen mensen van alle landen van heel
deze planeet daarnaar luisteren. En het
weten: dit is vrijheid, dit is geluk. De
beide waarden dit uitsluitend het leven
waard maken te leven
Otto Klemperer bespeelde het grote,
menselijke instrument van zijn orkest
magistraal. Hij toonde ons met hoe wei
nig beweging, met welk een uiterst
sober, karig, armelijk manuaal die or
kestgemeenschap, die zingende en jui
chende bazuin op het podium, geacti
veerd, geïnspireerd en gefascineerd kan
worden. Die lange, ietwat vreemde,
eei.zame man op het podium stond er
midden in de branding van de Negende
en had z'n handen nauwelijks nodig.
Zijn ogen waren alleen in allerhoogste
mate waakzaam en ik denk dat z'n
hart recht door zijn ogen straalde. Men
ziet zelden muzikanten zo spelen, men
ziet ze zelden zover gaan in overgave.
Men beleeft het bijna nooit dat ze be
reid zijn zo verbluffend duidelijk te
tonen dat ze alleen maar bespeeld wer
den letterlijk: instrument zijn.
^lAAROM zou men verzwijgen en
verhullen dat men, luisterend naar
zulke muziek, ontroerd wordt. Men
moet van ijzerhout en driedubbel ge
wapend beton zijn om niét gegrepen
te worden.
En zou het een schande zijn het hoofd
te buigen als men poogt Beethoven te
benaderen? Hoe zou men niét ontroerd
raken als men door deze jubel van op-
rankende muziek naar een zo ver rijk
wordt gevoerd. Een land. ergens achter
de laatste sterren en boven de blauwste
horizon. Een land, waar vrijheid en ge
luk zijn. Het allerschoonst Beloofde
Land.
De muziek van de Negende is een
vreemde, soms angstig makende mu
ziek. Ze neemt een mens mee uit de
grijze modder en het grauwe stof van
de dag en ineens weet hij: dit is een
wekroep. En een wekroep, die niet is
mis te verstaan, maar die alle kluizen
van alle gesloten mensenharten open
breekt. Omdat zelfs in die gesloten har
ten een wild en tomeloos verlangen
leeft naar vrijheid en geluk.
Zo was deze Zondagavond in de Van
Baerlestraat. Geen muziek-avond maar
een belijdenis met Beethoven. En laat
ons verder zwijgen, omdat er verder
niets meer te zeggen valt. Behalve nog
dat die grote zaal zich zeer klein ge-
voelde. En dat Klemperer het aller
kleinst was. Nooit stond op die plaats
op dat podium een eenzamer dirigent.
Nooit weerde een kunstenaar angstval-
liger cyclonen en orkanen van applaus
af. Omdat applaus iets zeer menselijks
is, en omdat de muziek, die even daar
voor door al die harten brandde, wel
menselijk is maar nóg meer hemels.
Ja. laat ons denken aan dat wijze
woord, dat spreekt over het zilver van
het spreken en het goud van het zwij
gen! ANTHONY VAN KAMPEN
Een archaeologische expeditie in
Iran, onder leiding van dr. Carle-
ton S. Soon, ontdekte deze schedel,
die afkomstig moet zijn van een
12 jarig meisje, dat 10.000 jaar ge
leden leefde. De schedel vertegen
woordigt een overgangstype tussen
de Neanderthaler en het huidige
mensengeslacht.