f Generaal MacArthur de weifelmoedigheid werd zondebok voor der polit CALIGULA AMSTERDAMS PODIUM ICI Belijdenis met Beethoven n Comedia speelt werk van Camus Onislag werd door hem uitgelokt Generaals contra politici Techniek file Yleqendz BITTERE TRIOMF VAN DE ABSURDITEIT DES LEVENS Schedel van 10.000 jaar ZATERDAG 12 MEI 1951 ZATERDAGAVOND i (Door een bijzondere militaire medewerker) Ljl'T RUMOER OM DOUGLAS MACARTHUR, de onverzettelijke vechtgeneraal, blijft onverminderd voortduren. Zij, die gedacht hadden, dat met het annon ceren van het ontslag aan „grand old soldier" een eind gekomen zou zijn aan de doorlopende strubbelingen, welke tussen „de adelaar van het Verre Oosten" en het State Department te Washington waren gerezen, zullen moeten erkennen, dat het probleem, waarom in wezen de ontheffing van MacArthur draait, juist door de recente gebeurtenissen meer dan ooit actueel is geworden. Het incident- MacArthur staat niet op zichzelf. Doch door het moment waarop het werd ge boren en door de inwendige botsingen in Amerika tussen republikeinen en democraten, gaf het in deze bewogen tijd meer stof tot spreken dan gelijksoortige gevallen in het verleden deden. De huidige, nerveuze wereld, geladen met spanning en dreiging, werd opgeschrikt door de abrupte ontheffing van Mac Arthur uit zijn opperbevel, een ontslag, dat des te meer tot de verbeelding der volkeren sprak, omdat de aangelegenheid niet beperkt bleef tot een nationaal bevelhebber, doch het aanvoerderschap der troepen van de Verenigde Naties op Korea een punt van internationale discussie werd. Daardoor verkreeg het drama- MacArthur een internationaal karakter en groeide door de felheid, waarmede het behandeld wordt, uit tot ver buiten de grenzen der United States. MAC ARTHUR rebelleerde: in eerste instantie tegen Truman, zijn poli tieke tegenstander, bekleed met grote volmachten en bereid deze te han teren. Indirect, op het tweede plan, was de tactiek van Mae Arthur ge richt tegen de regeringen der lan den, welke troepenmachten ter be schikking hebben gesteld voor het voeren van de oorlog op Korea. En Mac Arthur rebelleerde opzettelijk. Zoveel is wel duidelijk geworden, dat de begaafde generalissimus doel bewust zijn ontslag h eft uitgelokt om aan de wereld openlijk rekening en verantwoording te kunnen afleg gen van zijn thans door zovelen ge wraakte denkbeelden. FEN OUDE THEORIE luidt, dat mi- litairen, in het bijzonder officie ren, en nog meer bevelvoerende ge- r\AT VEERTIENJARIG ZOONTJE van Hein Doezel is toch maar een minuscuul uitvindiertje. Vervaardigde hij laatst aan zijn fiets een inrichting, die het hem mogelijk maakte het stuur vast te zetten, nu werkte hij weer enige maanden lang in het kleine schuurtje aan een toestel, dat alle sigaren-aanstekersproblemen met één slag de wereld uit zal helpen. „Gert is in de boet", sprak zijn va der tot alle relaties, „bezig an ze uit- vindings. Hai heb nou 'n skoftig moei lijk stuk werrek onderhande. As 't ienmaal klaar is ben wai bove Jan". Begrijpelijkerwijs steeg de belangstel ling rond de werkzaamheden in het schuurtje met de dag. Er hing een ge heimzinnig waas over de proeven en slechts de ingewijden wisten, dat het in verband stond met sigarenaanste kers. Op Hemelvaartsdag toonde Gert het resultaat van maanden moeizame labo ratorium en technische arbeid: een in genieuze installatie, vol van Oak Ridge- echtige uitsteeksels. „Kaik", zei Gert. „Dut is nou main uitvinding. Ik hew 'm de naam geven van „Doezeltoestel", 't Is bestemd voor iederien, die mankemente heb met ze segare-ansteker. 'k Zal ejkes uit me kaar zette hoe 't ding werrekt. Hier hewwe je 'n klain hefboompie, dat in verbinding steit met 'n heveltje en 'n palletje, dat over een nokkie nei 'n aar hefboompie glaidt. Trek ik nou an dut hefboompie, den geit 'r binnen in 't apperaat 'n uitsteekseltje langs 'n assie glaie en skiet 'n wieletje langs 'n glai- baantje nei 'n radertje, dat weer cur- respedeert met 'n krukkie, dat over een uitsparinkie hienwupt en zo vaif kinine exertriekes andraift. Deer hew je nou de belangraikste bewegingen in iene asem genoemd. Op ien van de ra- ders loopt 'n paipie uit, en deerin lait 'n vuurstientje, dat 'k derin douwe deur 'n aar buissie, met 'n kleppie en 'n baantje. Den hewwe je nag 'n veer tje en 'n skroefie en deermee zit 't hille apperaat vast. De bezine wordt van bove ingevoerd langs allgaar dunne kenaaltjes, 'n brandstofpompie en 'n zuigertje. Druk Wc nou op deze knop den glaidt 't he.i boompie over 't heveltje, langs 't palle tje en 't nokkie, over 't uitsteekseltje, dat langs 't assie dreit. 't Wieltje skiet deur 't glaibaantje, nei 'n radertje, teuge 't krukkie, over 't uitsparinkie en deur de exentriekjes, 't paipie, 't buissie, 't kleppie en 't baantje met 't vuurstientje en je hewwe vuur. As de bezine op is geit er 'n belletje en hew we je gien vuurstientje meer den brandt 'r 'n rod lampie Waarlijk, het toestel was vernuftig geconstrueerd en leverde een feilloze, heldere vlam. Edoch, het apparaat vergt een ruimte van 2 kubieke meter, waardoor het lastig te vervoeren is Wlarvr ook hmr zal Gert wel wat ov weten te vinden. Hij is zo handig! TOM neraals of commandanten, eigenlijk geen politieke overtuiging behoren te bezitten. Mochten zij deze onver hoopt toch in hun ransel meevoeren, dan dienen zij er zich strikt van te onthouden van deze opvatting in het openbaar te doen blijken. Ieder zal het er mee eens zijn, dat elke regering zonder enig voorbehoud moet kunnen rekenen op de trouw der militaire gezagsdragers. Impli ceert dit echter, dat militaire func tionarissen hun gehele leven poli tieke domoren behoren te zijn? Moe ten zij, die geregeld de verantwoor delijkheid hebben te dragen over dui zenden, dikwijls tien- of honderddui zenden jonge mannen, en in wier handen het lot van hele naties ter verdediging wordt gegeven, gedoemd worden tot het lot van politieke lede poppen Een dergelijk standpunt moge wel licht reden van bestaan hebben ge had in de „goede oude tijd" van 1870- 1914, toen oorlog en politieke gisting slechts in theorie bestonden, de practijk na de eerste wereldoorlog heeft wel bewezen, dat de snelle po litieke wisselingen de militaire krin gen niet onberoerd hebben gelaten. Talrijk zijn de gevallen geweest, dat militaire bevelhebbers, als gevolg van verschil van inzicht met hun rege ring, in pijnlijke botsing kwamen met de politieke machthebbers. De voor beelden liggen bij de hand: Luden- dorff, Von Fritsch, De Gaulle en om dichter bij huis te blijven: Generaal Reynders, de opperbevelhebber in 1939; Generaal Spoor, als Comman dant van het voormalige K.N.I.L.; Generaal Kruis, om een zeer recent geval te memoreren. Gevai Mac Arthur geen uitzondering J7R HEEFT van oudsher een kloof bestaan tussen diplomatie en strategie. De generaals zijn altijd de uitvoerders geweest van de wensen der diplomaten. Zij behoren, in de handen hunner regeringen, gehoor zame werktuigen te zijn in het di plomatieke spel, ook als naar het oordeel van de bevelvoerende gene raals dit diplomatieke spel in doel te ver, of soms niet ver genoeg reikt of naar de mening van de militairen op verkeerde gegevens is gebaseerd. Indien zulke omstandigheden zich voordoen, dan wordt aan de bevel voerende generaals het initiatief ge laten zelf ontslag te nemen, dan wel tegen beter weten in operaties uit te voeren. Het behoeft geen betoog, dat in zulke omstandigheden in het leven van militaire gezagsdragers ver strekkende gewetensconflicten ont staan, omdat de levens van massa's aan hen zijn toevertrouwd. Boven dien: bij het mislukken van strategi sche operaties valt de blaam op hen en niet op hun opdrachtgevers. Het wettig gezag dient echter te worden gehoorzaamd: zonder morren, zonder critiek, zonder rebellie. Ook als het wettig gezag naar het oordeel der militaire specialisten de plank vol komen mis slaat. In wezen doet zich het merkwaar dige feit voor, dat slechte en onbe kwame diplomaten en politici hun wil kunnen opleggen aan goede en be kwame generaals. Een schrijnend voorbeeld MIEMAND zal willen ontkennen, dat generaal Spoor een bekwaam generaal was. Een brillanter aan voerder zal het oude K.N.I.L. ver moedelijk sinds het begin dezer eeuw niet hebben gekend. Begiftigd met zeldzame gaven, internationaai-poli- tiek beter geschoold dan menig poli ticus van professie, op de handen gedragen door zijn troepen, die slechts één autoriteit kenden: „de generaal", had Spoor alles mee om te schitteren in zijn beroep: soldaat zijn. Volgens zijn politieke opponen ten bezat de generaal echter één ge weldig nadeel, namelijk dat hij een „politieke generaal" was. Spoor had één vaste, stevig veran kerde politiek-militaire overtuiging, welke door vrijwel ieder onder hem dienend officier van harte werd ge deeld, namelijk dat de eerste politio nele actie snel en afdoende tot een goed einde kon worden gebracht door de bezetting van Djocjakarta. Hij vocht met heel zijn ziel en wezen om de regering van dit politieke axioma te overtuigen. Doch Spoor werd door de regering afgeremd en moest ge- desillusionneerd de opmars naar Djocja staken. Dezelfde politieke stromingen, welke Spoor afremden en die hem be schouwden als een „politieke gene raal", gaven later, toen hun onder handelingen faalden en toen bleek, hoezeer Spoor het bij het rechte eind had gehad, eenstemmig hoewel stellig niet van harte opdracht tot het ondernemen der tweede politio nele actie, welke gemakkelijk ver meden had kunnen worden indien de eerste actie volgens de plannen van Spoor tot 'n goed einde ware gebracht. Eén les was echter, zoals het bleek, niet voldoende geweest. Want dezelfde politieke krachten lieten Spoors ge niaal uitgevoerde tweede politionele actie opnieuw doodbloeden na de blik semsnelle bezetting van Djocja, toen de politieke beslissing voor het grij pen lag. Wij hebben van zeer nabij meege maakt hoe het ingrijpen van de poli tiek in zijn strategie van Spoor een gebroken man maakte. Doch Spoor rebelleerde niet: hij bleef gehoorzaam aan het wettig gezag, tegen beter weten in, hoe zwaar de dagen en nachten op zijn impulsieve en tinte lende geest drukten. Zij, die in Spoors strategie ingre pen, waren dezelfden van wie Soetan Sjahrir dezer dagen tegenover een redacteur van de New York Herald Tribune verklaarde: „Wij zouden weinig bereikt hebben o.ls de Hollanders ons niet enkele van hun domste, meest op een afstand staande en arrogantste mannen gestuurd hadden, die ik ooit gekend heb. Wij hielden onze mond dicht en lieten de Hollanders praten. Zij praatten zich zelf dood. Niemand kon hun stupidi teiten aanhoren zonder te beseffen, dat zij geen moreel echt hadden om. ook maar een kolonie te besturen". Hoewel Spoors oordeel niet veel zal hebben afgeweken van dat van Sjah rir, bleef hij loyaal en gehoorzaamde. Dat siert hem. J-JET IS GEEN TOEVAL, dat Spoor en Mac Arthur goede vrienden waren. Zij koesterden een grote ge negenheid voor elkaar. En er zijn vele punten van overeenkomst. Spoor verliet na het ingrijpen der politieke machthebbers het strijdtoneel door een ontijdige dood, welke een ramp voor Indonesië betekende. Mac Arthur lokte, beu van het politieke geharre war, zijn ontslag uit. Twee grote „politieke generaals", van wie reeds thans gezegd kan worden, dat zij, elk voor zich, de problemen scherper zagen dan hun opdrachtgevers. Meten met twee maten Men heeft de wet uitgevonden, dat generaals, als uitvoerders van de wil hunner regeringen, op straffe van in ongenade te vervallen, in het open baar geen uiting mogen geven aan hun innerlijke overtuiging. Zij hebben, tenzij voor hun verdere loopbaan de straat als operatieterrein wordt ver kozen, slechts één keus: gehoorzaam heid aan hun regering, ook indien deze de militaire situatie, dikwijls op verre afstand, niet of slechts onvol doende kan beoordelen. Is het echter geen ontstellend feit, dat civiele gezagsdragers, zoals bur gemeesters en andere rijksambte naren, in volle vrijheid en ongelimi teerd in de vertegenwoordigende li chamen en in het openbaar de rege ring, welke hen benoemd heeft, in woord en geschrift kunnen aanval len en de practijk toont dit vooral in het buitenland het gezag dier regering op bedenkelijke wijze kunnen aanranden en ondermijnen? Moet het daarom in de democratie niet als een onbillijkheid worden aangevoeld, dat militaire bevelhebbers, die het met de politiek hunner regering niet eens zijn, zonder meer de degen aan Je kapstok moeten hangen, indien zij daarvan, zoals Mac Arthur, blijk ge ven, terwijl even verantwoordelijke ci viele gezagsdragers, die in woord en geschrift oppositie tegen de regering voeren, op hun posten blijven ge handhaafd Men degradere de militaire gezags drager niet tot een onmondige lede pop, door aan civiele ambtenaren privileges toe te kennen, welke aan militaire bevelhebbers worden ont houden. Het is vanzelfsprekend, dat de ge neraals der Westerse landen zich te gen het communisme keren. Zij ken nen de destructieve stromingen, wel ke ontleend zijn aan een stelsel, dat gebaseerd is op de verkondiging van de wereldrevolutie. Het bolsjewisme steekt in allerlei vormen de kop op, openlijk en bedekt. Er wordt gewroet en geageerd tegen staatkundige con stellaties, welke in de ogen van Mos kou geen genade kunnen vinden. En aan deze destructie wordt openlijk meegedaan door civiele gezagsdra gers en opvoeders van de jeugd. Dit schijnt nog steeds geoorloofd. Maar indien generaals blijk geven het ge vaar van het communisme anders te zien dan hun regering, en hun afwij kende mening openbaar maken, dan staat de poort naar de woestijn voor hen open. £EN MENS KAN OVER VELE SCHONE DINGEN in het leven schrijven, waar bij men telkens weer de ontmoedigende ervaring rijker wordt, dat zulk geschrijf alleen maar een benadering vanuit de verte is van datgene, wat men beschrijven wilde. Wat men ten slotte bereikt is een collectie letters en woorden, waartussen het te beschrijven voorwerp, of de gebeurtenis, allang verdoold en verdwaald is. Die dingen gebeuren als men schrijft over momenten, waardoor men diep ontroerd werd. Bijvoorbeeld door een schilderij. Een schoon schilderij is volstrekt onbeschrijfbaar. Evenals een bronzen beeld van Cellini. Of als men schrijft over de zee, de grote mysterieuze, die zich nog nooit liet vangen door letters en woorden. Door die stugste, onbuigzaamste vertolkers van dat wat men de taal noemt. Hoe zou men ook de klank van de eerste jubel van een nachtegaal verwoorden! Of de geur der aarde in de lente! Of het wonder van een tot bloei rijpende roos! Of een uitsmeulende zonsondergang boven een besneeuwd berg landschap! Of de muziek! Ik geloof dat van alle muziek "Beethovens Negende het alleronbeschrijflijkste is. Wie de moed vindt de Negende desondanks met woordgestamel te benaderen, die stort zich alleen in een hachelijk avontuur, waarvan de uitslag bij voorbaat vaststaat: die van een grandioze mislukking. MOOIT leerden wij zo verbijsterend klaar dat een orkest, al dat hout, al dat koper, al die strijkers, met het grote Toonkunstkoor daarachter, met solisten ervóór, in wezen geen verzame ling muzikanten vormt, maar heel dui delijk één instrument. Het instrument dat orkest heet, bespeeld door één man, de dirigent. Dat werd intens be leefd door een stampvol Concertgebouw, op deze Zondagavond. Er waren geen afzonderlijke muzi kanten die onder leiding van Otto Klemperer aan het spelen waren. Er waren geen trompettisten en clarinet- tisten, geen vioolspelers en geen pau- kenist. Er waren geen koorleden en :r waren zelfs geen solisten. Stuk voor stuk waren al die mensen in wezen niet zo belangrijk. Er was maar één ding belangrijk, die Zondagavond. Het genie Beethoven, dat ons in deze Negende zijn schoonst legaat aanbood. piiiHiiinniiiHiiiiiKiiifiiiHiiHiiiittiiiiiiiiuiiiiiiüiiiiiiiiiifiiiiiiüiiiiiiiiiiniiiiHjinHiiiiwnp^ llllllllllllllillllilllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllHIIIIRIIIIIIIHIIIillllIll Men vraagt zich steeds opnieuw af: hoe ontstaat zulke muziek. Waar ligt haar geboorteland. Wie hoorde ze voor het eerst? Hoorde Beethoven die mu ziek zingen in de nacht? Bloeide ze zo maar óp uit de nacht, of van achter de sterren? Of zou daar toch, alleen ter wille van Beethoven en terwille van een treurende mensheid, een engel van zijn hoge plaats achter de sterren zijn neergedaald om zulke muziek hem voor te zingen? En hoe hoorde hij die muziek? Werd ze in zijn hart, ingebrand en in z'n ziel gebijteld, opdat hij haar alleen maar behoefde te noteren, of was die muziek daar a'tijd al, in het door stormde hart van de jonge Beethoven en in dat grote, warme, wijze hart van die andere Beethoven, ("e aan het ein de van z'n leven alleen nog zichzelf vermocht te horen? Men zegt dat de meest volmaakte uitdrukking van bevrijding belichaamd is in de muziek van de Negende. Dat zeiden, vermaarde musicologen en het zal waar zijn. Maar de Negende is on noemelijk veel méér. In de eerste plaats is zij het symbool van alles wat zelf in de laatste instantie slachtoffer wordt van de zinledigheid: de tegen hem gerichte samenzwering is de on vermijdelijke consequentie van zijn terreur; ook die consequentie aan vaardt hij en hij laat zeer bewust het £EN DER BELANGRIJKSTEN van de Franse auteurs, die met Jean Paul Sartre aan het hoofd de groep der existentialisten vormen, is Albert Camus. Hij vestigde zijn naam vooral met de romans „L'Etranger" en „La peste", was een complot zijn doel verwerkelijken, tijdlang toneelspeler, richtte een eigen groep L'Equipe op en schreef ook ver schillende toneelwerken, waarvan „Caligula", „Les justus" en „L'Etat de siège" GRONDTOON van dit stuk is ver- j i J* twijfeling om de zinledigheid van de bekendste zijn. Een typisch jeugdwerk is „Cahgula": Camus was zes en twintig aIle menselijke bestaan. Toen het ge- jaar toen hij het in 1938 schreef! In 1945 beleefde het stuk in Frankrijk zijn eer- schreven werd, was Sartre's existentia- ste opvoering. En thans wordt het hier vertoond door de toneelgroep Comedia, listische levensbeschouwing die men in een vertaling van Victor E. van Vriesland. Cor Hermus voerde de regie; zijn wel de f'losofie van de wanhoop noemt zoon Guus Hermus sueelt Calim.la nog met aan de orde' T>-perend v00r de ontwikkeling van deze geestesstro- pAMUS' stuk behandelt met enige de) is niets. Ze is enkel het teken van ls dd werk van Camus, die later vrijheden de geschiedenis van de een waarheid, die voor mij het bezit |mmers bet existentialisme ging aan- derde keizer van het Romeinse Rijk, van de maan noodzakelijk maakt, 't Is gcn' 'n g® mEde: Het moet ge' Gaius, bijgenaamd Caligula, wiens be- een heel simpele en duidelijke waar- 7f, worden, dat in dit jeugdwerk het wind slechts vier jaren duurde, van heid, wat stompzinnig, maar moeilijk f getheoretiseer dikwijls de 37 tot 41. Het waren vier waanzinnige te ontdekken en zwaar te dragen". Die b°ventoon voert dat Camus in zijn jaren, want aanvankelijk voerde Call- waarheid luidt' De mensen sterven en ulgenls Van absurditeit des le- n,i]n wpi ppn crtpnpi on 7nrff7nam hp t. sieiven en vens weinig zijn figuren met leven gula wel een soepel en zorgzaam be- zlJn met gelukkig". Ze plegen wel zich wist te doordrineen Ziin Calieula die SS tmTenëtet despoot wtenseve er te SChlkken en zich geiukklg te wf zowel waamLnig als ^ote wilde kwisting, tyrannic en zélfverheeriij- maa' Z° Zegt Ca|'guia: "dat al" tekenen, bleef te veel een man, die zijn king ten slotte tot zijn val leidden: hij me he.en 15 ee.n .1fuge": lk W1' Puberteit niet te boven is gekomen en werd vermoord door de officieren van m® de waarheld leeft! En ik krampachtig en vergeefs tracht zijn zijn eigen lijfwacht. alleen heb de middelen hen in de waar- volwassenheid te bewijzen. Tegenover te laten leven!" deze niet geheel uit de verf gekomen Het stuk tekent deze gewetenloze, figuur kreeg de oppositie van benepen sadistische keizer in een grimmige vi- Zo denkt Caligula zich de maan, patriciërs en een enkele werkelijk sie, die hem niet zonder grootsheid wil dwz- zlJn eigen onafhankelijkheid en manlijke leider evenmin voldoende doen zijn De dood van zijn zuster Dru- zi->n vr'jheid ten opzichte van het leven relief. Overigens wist Camus echter silla, die tevens zijn geliefde was, be- le ver°varen, door naar eigen wille- wel enkele knappe toneelsituaties te tekent aldus het stuk een keer- keur de consequentie van het leven, ontwikkelen en soms ook een felle dra- punt in Caligula's leven. Hij is er zo dood en verderf, aan de mensen te vol- matiek op te werpen, door geschokt, dat hij in een nuchtere, trekken. Duizenden richt hij te gronde. Om die fascinerende ogenblikken en verbitterde waanzin vervallen is, die omdat hun bestaan immers zinloos is vooral ook om zijn literaire en filoso- hem dwingt steeds uiterste consequen- en hij bewijzen wil, dat hij als enige fische aspecten verdient „Caligula" tie en logica te vergen. „Ik voel plot- zich boven die absurditeit weet te zeker aandacht. Het is met het stuk al seling behoefte aan het onmogelijke" plaatsen. Voor zichzelf creëert hij zo evenzo als met de voorstelling, die zo zegt hij, want „De wereld, zoals zc een gruwelijke eenzaamheidzijn harts- Comedia er van te zien geeft. Want de is. is niet te verdragen. Ik heb daar tocht voor ijzeren consequentie en regie van Cor Hermus, die het stuk ge- om de maan nodig, of het geluk, of de logica bewerkt echter daarin ook zijn heel naar het melodrama trok, is zeker onsterfelijkheid, iets krankzinnigs mis- ondergang. Want hij wordt zich er van aanvechtbaar maar leverde toch een schicn. maar iets dat niet van deze we bewust, dat hij zich het absolute geluk vertoning, die door aijn intensiteit reld isDie dood (van mijn gelief toch niet veroveren kan en dat ook hij- boeit en fascineert. groot aan een groot talent kan zijn. Zij is de meest directe afglans van het geniale. Zij is droom en daad tegelijk. Zij is een toppunt van een cultuur en al moet wellicht eens dit oude, ver moeide, kapotgeslagen Avondland ster ven, dan nóg zal de Negende leven en zullen mensen van alle landen van heel deze planeet daarnaar luisteren. En het weten: dit is vrijheid, dit is geluk. De beide waarden dit uitsluitend het leven waard maken te leven Otto Klemperer bespeelde het grote, menselijke instrument van zijn orkest magistraal. Hij toonde ons met hoe wei nig beweging, met welk een uiterst sober, karig, armelijk manuaal die or kestgemeenschap, die zingende en jui chende bazuin op het podium, geacti veerd, geïnspireerd en gefascineerd kan worden. Die lange, ietwat vreemde, eei.zame man op het podium stond er midden in de branding van de Negende en had z'n handen nauwelijks nodig. Zijn ogen waren alleen in allerhoogste mate waakzaam en ik denk dat z'n hart recht door zijn ogen straalde. Men ziet zelden muzikanten zo spelen, men ziet ze zelden zover gaan in overgave. Men beleeft het bijna nooit dat ze be reid zijn zo verbluffend duidelijk te tonen dat ze alleen maar bespeeld wer den letterlijk: instrument zijn. ^lAAROM zou men verzwijgen en verhullen dat men, luisterend naar zulke muziek, ontroerd wordt. Men moet van ijzerhout en driedubbel ge wapend beton zijn om niét gegrepen te worden. En zou het een schande zijn het hoofd te buigen als men poogt Beethoven te benaderen? Hoe zou men niét ontroerd raken als men door deze jubel van op- rankende muziek naar een zo ver rijk wordt gevoerd. Een land. ergens achter de laatste sterren en boven de blauwste horizon. Een land, waar vrijheid en ge luk zijn. Het allerschoonst Beloofde Land. De muziek van de Negende is een vreemde, soms angstig makende mu ziek. Ze neemt een mens mee uit de grijze modder en het grauwe stof van de dag en ineens weet hij: dit is een wekroep. En een wekroep, die niet is mis te verstaan, maar die alle kluizen van alle gesloten mensenharten open breekt. Omdat zelfs in die gesloten har ten een wild en tomeloos verlangen leeft naar vrijheid en geluk. Zo was deze Zondagavond in de Van Baerlestraat. Geen muziek-avond maar een belijdenis met Beethoven. En laat ons verder zwijgen, omdat er verder niets meer te zeggen valt. Behalve nog dat die grote zaal zich zeer klein ge- voelde. En dat Klemperer het aller kleinst was. Nooit stond op die plaats op dat podium een eenzamer dirigent. Nooit weerde een kunstenaar angstval- liger cyclonen en orkanen van applaus af. Omdat applaus iets zeer menselijks is, en omdat de muziek, die even daar voor door al die harten brandde, wel menselijk is maar nóg meer hemels. Ja. laat ons denken aan dat wijze woord, dat spreekt over het zilver van het spreken en het goud van het zwij gen! ANTHONY VAN KAMPEN Een archaeologische expeditie in Iran, onder leiding van dr. Carle- ton S. Soon, ontdekte deze schedel, die afkomstig moet zijn van een 12 jarig meisje, dat 10.000 jaar ge leden leefde. De schedel vertegen woordigt een overgangstype tussen de Neanderthaler en het huidige mensengeslacht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 5