„Er groeii een boom in Brooklyn"
Het postvervoer in Noord-Holland voortaan per autobus
AMSTERDAMS PODIUM
Boodschap van een nachtegaal
De leuze ,,'s Avonds gepost 's morgens
besteld'' blijft onverkort gehandhaafd
Voordelen en nadelen
Presideni-pianisi
OP HET MATJE
Medicijn
Uei tied v an j
de aaide
(Van onze speciale verslaggever).
IS EK N s EEN TIJD GEWEEST, dat sommige lieden een bepaalde po
litiek in een bepaald land goed praatten met de dooddoener: „Maar de
treinen lopen nu tenminste op tijd". Het was een (goedkope, maar soms zelfs
nog effectvolle) politieke speculatie op de ons Nederlanders aangeboren zin voor
orde en nauwgezetheid. Die is een tweede natuur van ons geworden. Het ganse
maatschappelijk leven in ons land is ervan doortrokken. Neem daar nu bijvoor
beeld zoiets eenvoudigs als het bezorgen van een brief. Gistermiddag werd die in
Uithuizermeden op de bus gedaan. Vanmiddag kreeg dat moedertje in Tuitje-
horn die op papier gestumperde gedachten van haar zoon uit Uithuizermeden
al op het gangmatje. Misschien zelfs al vanmorgen. Hoe dit kunststukje vol
bracht wordt, och we denken er niet eens over. We weten, dat het in orde komt.
Zelfs al zouden we bijgeval vergeten hebben de tiencents-postzegel in de rechter
bovenhoek van de enveloppe te plakken.
COMS is er plotseling aanleiding eens
even stil te staan bij die bijkans
feilloze organisatie van onze Poste
rijen. Zo nu, omdat de post behalve
nauwgezet en ordelijk, ook efficiënt
wil werken. Efficiënt. Dat wil zeggen,
dat geen elf cent voor het bezorgen
van uw brief berekend zal worden,
zolang men kans ziet, natuurlijk met
nog wat meer moeite en zorg, het
werk te volbrengen voor zes ceut of
een dubbeltje.
Mogen wij u vertellen, dat het bijna
voor dat dubbeltje niet meer gekund
had? Ook voor de Posterijen is het een
dure tijd. De lonen van het personeel
zijn (gelukkig) hoger dan weleer. De
kosten van materialen aanzienlijk bo
ven het niveau van nog maar enkele
jaren geleden uitgekomen. En daarom
stond ook hier de leiding voor de
vraag, hoe de eindjes aan elkaar te
knopen.
Het ware natuurlijk verreweg het
eenvoudigst geweest, wanneer gezegd
zou zijn: „Het spijt ons wel, maar we
kunnen niet meer rond komen. De ta
rieven moeten maar omhoog". Het
pleit voor de Posterijen dat men deze
eenvoudigste oplossing niet gekozen
heeft. Dit is een kwestie van verant
woordelijkheidsbesef. Verantwoorde
lijkheidsbesef tegenover de Nederland
se gemeenschap.
En zo is men gaan zoeken naar mo
gelijkheden om het kostencijfer van
deze knappe en uitgebreide organisa
tie, die Posterijen heet, naar beneden
te drukken. Dat was niet gemakkelijk.
Maar er^ is een gaatje gevonden.
Per bus goedkoper
jyjEN HEEFT ZICH namelijk afge
vraagd in hoeverre eigen vervoer
wel verantwoord is. En wat was het
resultaat? Wel, dat postvervoer per
autobus naar tal van kleinere plaatsen
in de provincie aanmerkelijk goedko
per zou zijn dan eigen vervoer.
En toen is natuurlijk een nieuw ver
voersplan uitgewerkt. Een plan, dat in
de eerste plaats aan het te handhaven
eigen vervoer hoger eisen zou gaan
stellen en in de tweede plaats leidde
tot postvervoer per autobus.
De reorganisatie geschiedde stap
voor stap. Ook al, omdat voor de och
tendpost andere moeilijkheden over
wonnen moesten worden dan voor de
middagpost, waarvoor in ruimer mate
openbare middelen van vervoer dispo.
nibel waren.
Wat betreft het autobusvervoer, is
een eerste proef in Noord-Holland ge
nomen in Waterland, waarvan Purmer-
end het centrum is. Dat was op 2 Oc
tober 1949. Voor het middagvervoer
werd toen de Naco ingeschakeld. Die
proef is geslaagd. En zo werd op 17
Juli 1950 ook het ochtendvervoer van
de postzakken in dit gebied op dezelf
de wijze geregeld.
Na Purmerend kwam 4 September
van het vorig jaar de Haarlemmer
meer aan de beurt en 6 November
d a.v. Hoorn, welks postkantoor cen
trale verzamelplaats is voor vrijwel
alle inkomende en uitgaande post van
West-Friesland. Jongste vervolg van
deze postvarvoer-reorganisatie-roman
zien we spelen in het gebied rond
Schagen tot aan Den Helder. Op 16
April j.l. verschenen de grijze postzak
ken in dat gebied in de luxe Naco-
bussen.
Ook gebied Alkmaar
Thans resteert van geheel Noord-
Holland nog maar één gebied, waar
het eigen vervoer nog gehandhaafd
bleef. Dat is het gebied, waarvan Alk-
President Truman speelde onlangs
ter gelegenheid van de opening van
de nationale muziek-week in de
V.S. een stuk, dat hij bijna zestig
jaar geleden had ingestudeerd!
P)E JONGEMAN leek wel iets op een
van die hupserige honden, die geen
raad weten met hun slungelige poten.
Toen hij binnentrad, struikelde hij
over de dorpel en ik moet er niet aan
denken wat er gebeurd zou zijn, als
ons rechtszaaltje nu eens versierd,
ware geweest met een collectie tapij
ten van het Beheersinstituut. Maar
enfin, Wilhelmus stond dan ten slotte
ordentelijk met heel z'n doorgeschoten
sla-figuur voor het hekje en de grif
fier las 'm de levieten op strenge
toon uit een dagvaarding, die er niet
om loog.
V was loopknecht bij IJsbrandse
en u hebt dozen chocolade-repen ont-
vreemd?
Af en toe een stukkie, meneer de
rechter, 'k Had honger.
Vijftig repen per week voor de
honger?
Me zussie dee mee. Die is nogal
klierachtig
Aanvankelijk begreep de rechter
weinig van het verband tussen ge
stoorde klierfuncties en het nuttigen
van chocolade, maar de jongen zei,
dat de magnetiseur het had voorge
schreven. Vier repen op de nuchtere
maag met een glas karnemelk en de
schil van een halve citroen en vier
repen voor het naar bed gaan. Ze
knapt er lekker van op.
De rechter vond zy,lks een felicitatie
waard, maar het ontvreemden van
chocoladerepen ten bate van gemagne
tiseerde zusjes dient gestraft. Wat
dacht méneer d'officier ervan?
Nou, dat werd atoomartillerie! Met
terst alle lopen op magnetiseurs, wa-
tei kijkers en aanverwante onhebbe
lijkheden. Dat recept leek naar niks
en het mensdom wilde nog altijd be
drogen zijn. Kwatta op je nuchtere
maag de officier gruwde er van als
ware het alsem en edik.
Wilhelmus ving te Wenen aan, toen
er een eis van drie weken schuurtje
boven zijn hoofd kwam te hangen
Maar de rechter neusde nog wat in ac
papieren en streek eens door zijn ir
andermans zonde en misdrijf vergrijs
de haren.
Het blanco strafregister deed het m
Het werd een boete van 25 gulden en,
twee weken voorwaardelijk. En de
schade moet aan IJsbrandse vergoed
toorden volgens een afbetalingsschema
van een rijksdaalder per week ,,Ga
met je zusje naar een behoorlijke
arts", zei de rechter nog met een toon
van vaderlijk vermaan.
De jongen knikte. Bij de deur strui
helde hij weer over de dorpel.
KARBL
maai' centrum is. Vermoedelijk Juni
of Juli zal ook daar de autobus wor
den ingeschakeld. Geheel voor de mid
dagpost, gedeeltelijk voor de ochtend
post. Alkmaar is het laatst aan de
beurt gekomen, omdat dit het drukste
centrale kantoor is van de hele pro
vincie. Het is niet alleen, een centrum
voor de omliggende plattelandsge
meenten, maar eveneens een centrum
voor de ressortkantoren in de gehele
kop van Noord-Holland. Het is ook
naar deze stad, dat zich de nachtpost
auto beweegt, die van Amsterdam
iedere ochtend heel in de vroegte ver
trekt, omdat er op dit spoortraject
geen geschikte nachttrein loopt en de
Posterijen onherroepelijk waar willen
maken de leuze ,',s Avonds gepost,
's morgens besteld".
Dat deze nacht-postauto op haar te
rugweg naar Amsterdam ingeschakeld
wordt om nog steeds in de vroegte
van iedere dag de in Alkmaar uitge
zochte post voor Bergen, de Egmon-
den, Bakkum, Limmen, Castricum,
Akersloot en Uitgeest te bezorgen bij
de kantoorhouders in die plaatsen, het
is een voorbeeld van efficiënt werken,
dat thans bewaarheid zal worden.
Iets later
Wat zijn nu de gevolgen van deze
reorganisatie voor ons gewone bur
gers? Wel, dat in zestien dorpen in de
omgeving van Alkmaar aanstonds de
ochtendpost iets later op de mat zal
komen te liggen en in zes gevallen
iets vroeger. Dat „iets" is in het on
gunstigste geval vijftig minuten. Ons
dunkt wel een overkomelijk bezwaar,
waarop het grote financiële voordeel
van autobusvervoer voor de posterijen
niet mag stranden. De middagpost zal
in elf gevallen iets later bezorgd wor
den en in tien gevallen iets vroeger.
Het grootste voordeel is echter, dat
in tal van dorpen, waar nu de laatste
buslichting wel wat erg vroeg in de
middag moet geschieden; nu de laat
ste buslichting uren later gesteld kon
worden. Neem nu bijvoorbeeld Oude
en Nieuwe Niedorp. Daar was de laat
ste buslichting 's middags om tien mi
nuten vóór vieren. Dat kan straks om
streeks zes uur worden. En zo zijn er
meer dorpen. In niet minder dan 23
gemeenten rond Alkmaar zal de laat
ste buslichting op een later tijdstip
kunnen vallen dan op dit ogenblik. In
slechts vijf gemeenten op een vroeger
tijdstip. Dit vroeger zal niet zijn een
kwestie van uren, of zelfs maar één
uur. Nee dat is ten hoogste omstreeks
een half uur. Dat half uurtje hebben
de bewoners van Tuitjenhorn, Aker
sloot, de Egmonden en Warmenhuizen
stellig graag over voor de burgers van
de drie en twintig bevoordeelde ge
meenten.
IJIT de met mat maanlicht doorfilterde duisternis van de Amsterdamse nacht
rijst, als een geweldige bunker, het Binnengasthuis op. Met er omheen de
kleinere bunkers, fortificaties en kazematten van de huizen der mensen. Er zijn
nogal wat verlichte ramen in die grootse bunker, en men moet er maar niet aan
denken waaróm ze dat zijn, omtrent één uur na middernacht. Men kan veel beter
denken aan dat andere licht dat voorbijschiet: dat van een grote touringcar,
waarvan een gezelschap buitenlanders gebruik maakt om de allernieuwste VVV-
stunt te ondergaan: „Amsterdam-la-Nuit", „Amsterdam-bij-Nacht". Aan de
stemming in die glimmend-glanzend voorbijglijdende touringcar ontbreekt niet
veel, als men de plezierige en feestelijke gezichten der mensen ziet, die er in
ztten. Er z ij n dus nog mensen die plezier maken en feest vieren. Die de nacht
inrijden met een touringcar, die hen naar de kleine feestelijke karavanserais
brengt, waar men even aan het barre leven van de dag kan ontglippen. Waar
men bij light music en soft talks voor een paar uur Zuid-Korea kan vergeten,
en, zo men wil, ook Noord-Korea. En de toekomst onzer kinderen. En die onzer
maatschappij van morgen. En al onze verantwoordelijkheden die ons zwaar
drukken in het zevende jaar na de feestelijke bevrijding. Ja, waarin ontglipt
men beter aan het leven dan in zo'n touringcar, die door de Amsterdamse nacht
jaagt, rechtaan op licht, roes en vergetelheid?
in ook de dood stond: heel zeker, heel
eenzaam en heel zichtbaar. Maar hij,
de dood, ging heen met lege handen.
En vol en warm en verrukkelijk levend
bleef het leven behouden in de handen
van die ander. Zie, zoiets vergeet men
niet meer en zo ontstaat eerbied.
Men denkt aan die dingen, aan het
voorbijglippende leven in die touring
car en aan ander wegglippend leven,
ergens achter zo'n mat-verlicht raam
van het Binnengasthuis. En dan gaat
men weer verder en probeert aan an
dere dingen te denken.
^lllllllllilllllillllllllllllllillllinillllllllllllllllilllllllHlllllllllllllllllllllllillllHinillilllllllllllig
[VE TIEN, twaalf verlichte bus-ven
stertjes schieten snel als een reepje
film voorbij en dan is die touringcai
er al niet meer. Maar de bunker van
het Binnengasthuis staat er nog
steeds en óók de verlichte vensters
staan nog even strak en onverbidde-
lijk-grimmig tegen de muur. En men
moet in het voorbijgaan toch even
denken, dat het een groot verschil
maakt of men achter zulke vensters
ligt, of zit achter die andere, die van
de touringcar.
Voorbij een der vensters verschui
ven wat schimmen. Er wordt nog ge
werkt. Misschien lossen alleen maar
een paar verpleegsters elkaar af. Mis
schien speelt zich in dat ogenblik daar
het grootste wonder des levens af: de
geboorte van een nieuwe mens. Mis
schien ook sterft er een kind. Of mis
schien is een chirurg bezig het leven
van iemand vast te houden. In zo'n
Binnengasthuis van Amsterdam ont
glipt nogal wat leven aan de handen
van die grote tovenaars, die men
chirurgen noemt. Er zijn niet veel
mensen in de wereld, lijkt ons, waar
men meer eerbied voor moet hebben
dan voor chirurgen. Omdat er zoveel
leven vermorst wordt en omdat z ij
het trachten vast te houden. En omdat
w(j wel eens zo'n chirurg bezig zagen,
op de drempel tussen dood en leven
Zo'n man, die achter het wegglippend
leven van een mens aanjaagt, met z'n
handen en z'n hersens. Die het grijpen
wil, eer het voorgoed wegzinkt. Om
dat wij eenmaal dat onbeschrijflijke,
opwindende moment meemaakten van
zo'n woordeloze, harde, verbeten
strijd in een stille witte kamer, waar
Kleine mensen
harde werkelijkheid
contra
lijkheid j
hem in Amerika toch weer te aan
vaarden. Want hij is inderdaad een be
langrijke regisseur, wiens werk zich
vér houdt van het droomfabriek-
product. Hij maakte geen films van
goedkope illusies met kastelen voor de
gewone man en sehijnluxe, maar ba
seert al zijn werk op de realiteit.
Daarbij beschikt hij over een vermo
gen om zich zeer kernachtig in dui
delijke beeldtaal uit te drukken. Zijn
zeer scherpzinnig gemaakte film
PETTY SMITH'S roman „A tree grows in Brooklyn" ook in het Neder
lands verschenen onder de titel „Er groeit een boom in Brooklyn" is
niet voor niets een best-seller geworden. Het boek heeft alle eigenschappen,
die een gemakkelijke populariteit garanderen: het is vlot en luchtig geschre
ven, een snufje sentimentaliteit hier, een vleugje sexuele openhartigheid
daar, wat lichte humor, veel anecdotes, en verder zijn de hoofdfiguren toege
rust met zoveel sympathieke levensmoed, dat ze boven hun dagelijkse zorgen
en problemen uitgroeien. De titel is dan ook symbolisch: Brooklyn is een
trieste volkswyk van New-York, een vervallen steenwoestenij zonder fleur,
waar tienduizenden kleine luyden hun armetierig en zorgelijk sleurleventje
leiden; levend groen ontspruit er niet aan het asfalt en de keien, waarmee
er de straten geplaveid zijnen een boom kan daar slechts groeien in de ver
beelding van hen, die zich verzetten tegen de dreigende afstomping en hun
leven daar, ondanks alle mistroostigheid en misère, nog zin en inhoud weten te
geven.
I TIT LITTERAIR oogpunt mag dit
boek van Betty Smith dan al waar
deloos geschrijf zijn, ziet men echter
voorbij aan alle goedkope anecdotes,
en aan alle oppervlakkigheden, die
hier met opgeschroefd -en het leven
miskennend optimisme te berde ge
bracht worden, dan blijkt wel dege
lijk onder het vele banale sentiment
nog een kern van waarde te schuilen:
namelijk het oorspronkelijk uitgangs
punt, dat een mens uit bewuste le
vensaanvaarding een innerlijke zeker
heid en rijkdom kan verwerven en een
geestkracht, die hem opgewassen doet
zijn tegen de triestheid en ellende van
het leven en hem het kostelijke van
dat leven onafhankelijk van mate
riële tegenspoed kan doen ervaren.
Dit element uit Betty Smith's roman
kreeg een sterk accent in de verfil
ming. die Elia Kazan van dit bock
maakte en die onder dezelfde titel:
,,Er groeit een boom in Brooklyn'
thans uitgebracht wordt.
£LIA KAZAN is een regisseur, die
zich in meer films begaan toonde
met de gewone mens en zijn nijpende
sociale problemen. In die mate zelfs
dat hij zich twee jaar geleden het in
Hollywood zeer ernstige odium op de
hals' haalde, al te links georiënteerd
te zijn. Hij werd uitgenodigd, zich tc
rechtvaardigen voor de commissie tot
bestrijding van on-Amerikaanse acti
viteit. Maar hij weigerde, door zich
daar te gaan verdedigen de indruk te
vestigen, dat er voor een beschuldi
ging tegen hem mogelijk grond zou
kunnen zijn. Men boycotte hem toer.
lange tijd. maar hrj werkte door, voor
zover hem de mogelijkheid gelaten
werd. En langzamei'h&u begint men
Boomerang" was daar een voortref
felijk voorbeeld van.
„Er groeit een boom in Brooklyn"
verhaalt van een arbeidersgezin, dat
enkele vertrekken bewoont van een
huurkazerne in een New-Yorkse volks
wijk. De man is een zingende kellner,
die slechts nu en dan werk heeft en
schijnbaar zonder veel verantwoorde
lijkheidsbesef er op los leeft, zijn toe
vlucht zoekend bij de alcohol en b(j
gulden fantasieën, ver van de werke
lijkheid. Op de vrouw is heel de zorg
voor het gezin met de twee jonge kin
deren komen te rusten. Zij moet dag
en nacht zwoegen, om de povere eind
jes aan elkaar te 'knopen. Centraal in
het verhaal van de film staat de fi
guur van hun dochtertje Francie, dat
maar moet trachten zich in het leven
staande te houden. Ze ervaart de
grimmigheid en de bitterheid ervan,
zoals haar moeder, die in haar harde
strijd om het simpele materiële be
staan te gronde dreigt te gaan, en
streeft er daarbij tevens naar om wat
geluk te puren uit haar fantasie, zo
als haar vader, die door de kracht van
Dorothy McGuire en James Dunn als het echtpaar, dat tegen de triestheid
van zijn kommervolle bestaan vecht, in de film „Er groeit een boom
k» Brooklyn",
zijn fantasie de strijd met die werke
lijkheid heeft aangebonden. De vader
kan die strijd niet tot een goed einde
brengen; de moeder, die de luchthar
tigheid van haar man aanvankelijk
verafschuwt, gaat na zijn dood zijn
houding begrijpen en waarderen en
uit beider voorbeeld ten slotte vindt
de dochter een eigen levenshouding,
waarmee ze innerlijk kan zegevieren
over de triestheid van het bestaan.
£)IT HOOFDGEGEVEN is in de film
bijzonder fijnzinnig uitgewerkt,
althans in het eerste deel; want van
het moment af, dat dit dochtertje haar
illusie verwerkelijkt ziet om een elite
school te mogen volgen, gaat de sen
timentaliteit juist iets te veel de over
hand krijgen. Maar voordien is de
film bijzonder teer van sfeer, intelli
gent en fijntjes behandeld door regis
seur Kazan, die in zijn milieu-teke
ning heel zuiver en raak kan zijn. Af
en toe gaat het anecdotische wat grof
overheersen zoals in de scènes met
de wat ordinaire en lichtzinnige tante
Sissie, goed gespeeld overigens door
Joan Blondell maar over het geheel
genomen ademt deze film een welda
dige atmosfeer. Dat is vooral ook te
danken aan het spel van James Dunn
als de vader, wiens luchthartige opper
vlakkigheid uiteindelijk een vrij tragi
sche vermomming blijkt van een heel
subtiele levenskunst, en van Dorothy
McGuire, een sympathieke en zeer be
gaafde actrice, die van de figuur van
de steeds tegen de harde werkelijk
heid te pletter lopende, altijd maar
zwoegende en slovende moeder een
zeer aangrijpende verschijning maakt,
ontroerend teder getekend en intens
navrant. Regisseur Kazan weet ten
slotte ook van de kinderen in deze
film natuurlijk en voortreffelijk in de
sfeer van het geheel passend spel te
verkrijgen. Vooral de jeugdige Peggy
Ann Garner geeft in het eerste en zui
verste deel van de film als het meisje
Francie ontroerend teer en bloesemend
spel te zien. Als geheel bl(jkt zo deze
'ilm „Er groeit een boom in Brook-
yn" inniger en eerlijker dan het boek,
vaaraan ze ontleend werd, en om de
'.uiverheid waarmee hier het in ieders
ieven heersende conflict van mense
lijke illusie en ontnuchterend kille
werkelijkheid getekend is, alleszins het
nes waard. LONG-SHOT.
J.JET IS heel stil geworden, zo stil
als alleen een Amsterdamse gracht
om één uur middernacht kan zijn. Er
is nu geen verkeer meer. In alle bun
kers slapen de mensen, in hun zolder
kamers en sousterrains, overal in die
stapeling cellen en barakken, die sa
men Amsterdam-bij-nacht vormen. Elk
geluid is gestold en opgedroogd. Alla
duizend stemmen van Amsterdam-bij-
dag zijn verstild.
Op één na: die van een nachtegaal,
die heel alleen ergens aan de gracht
bij het Binnengasthuis zit. Ver bo
ven de verschaalde geuren van warm
asfalt, olie en benzine. Boven alle stof
en rook en stank van de dag. Hij zit
daar alleen tussen de aarde en de
sterren en fluit.
Men moét daar wel naar luisteren,
want die nachtegaal is aan 't zingen
alsof hij heel Amsterdam wil doen
ontwaken. Hoe is het mogelijk dat één
zo'n kleine vogel zoveel geluid voort
brengt! Het is eigenlijk een wonder
op zichzelf, dat zo'n kleine, in 't don
ker kantwerk van een tak verbor
gen vogel door zó te zingen niet uit
elkaar barst. Want het is geen fluiten
meer, dit is bazuinen. Die vogel is een
kleine Beethoven.
Ik zou die kleine nachtegaal wel
eens willen vragen waaróm hij daar
te zingen zit aan die gracht, een uur na
middernacht. Dat weet er geen. Als
men het de mensen zou vragen, zou
den ze zeggen: hij zingt een kleine
vriendin naar zich toe. Of: hij zingt
alleen ter afbakening van z'n gebied.
Dat is natuurlijk niet waar.
Als je 't hem vroeg zou hij heel even
verbaasd ophouden met z'n jubelend
Hooglied en zeggen: ik zing mijnheer,
omdat ik zo verschrikkelijk blij ben,
dat ik leven mag, vannacht. En omdat
het weer gauw morgen is en ik mor
gen misschien dood zal zijn. En omdat
hier bijna niemand meer zingt, om
dat er bijna alleen nog maar tranen
zijn, in Amsterdam en in de wereld.
En omdat iedereen zo bang is voor
morgen en banger nog voor overmor
gen. En ik zing, omdat de sterren zo
licht zijn, de hemel zo hoog is en de
aarde zo schoon. En omdat het leven
voorbij is, weggeglipt, eer je het weet.
En mag ik nu weer doorzingen, mijn
heer? Ik heb geen tijd om niet te zin
gen, dat begrijpt U wel.
Dan zingt hij door, de kleine Beetho
ven en de vreugde en het leven laaien
eruit en vullen opnieuw boordevol de
nachtvan Amsterdam.
£N DIT, vrienden, is waarschijnlijk
het beste wat wij elkaar hebben
door te geven, de boodschap van de
kleine nachtegaal, die zó verschrikke
lijk blij was dat hij leven mocht, dat
hij haast adem te kort kwam om er
van te getuigen. Omdat zijn wereld
ónze wereld is.
Er is meer wijsheid in het zingen
van die nachtegaal dan in de boeken
van de mensen, hun redevoeringen, hun
verklaringen, hun politieke en so
ciale programma's en in al hun uitge
dachte systemen.
Het is niet mogelijk over zoiets niet
te schrijven. Net zo min als die nach
tegaal zwijgen kon die nacht. En wie
weet. lezers, vloog nooit een eerlijker
en wijzer gast een Amsterdams Podium
op, dan die nacht bij de bunker van
dat grote Amsterdamse ziekenhuis.
ANTHONY VAN KAMPEN
I