Met Nederlandse sportvliegers op
stap over ons land
„Mierenplaag" teistert
Indonesië
Rrniswoord - puzzelaars
aan dn slag
Het Twis
primitif
•Paps van Graft waakt over zijn „jongens
Tussen nihilisme
en dogmatisme
Amsterdams burgervader
gaat zijn brevet halen
Sproeten? SPSIUTQL
Plantagegrond wordt op grote schaal
door de bevolking gestolen
Deviezenverlies en een
gezagscrisis de gevolgen
ons wdeiiits ton vwhaai £en man als nachtmerrie
Ruim zeshon
uit een v
Eens komen hier
weiden en tuin<
LETTERKUNDIGE
VERSCHIJNINGEN
ZATERDAG 2 JUNI 1961
(Van onze speciale verslaggever)
veer in hun kisten kropen en de tocht
naar Groningen, naar het vliegveld
Eelde voortzetten.
Behalve mr. d'Ailly, burgemeester
van Amsterdam, kent Nederland nog
een andere „vliegende burgemeester
de heer C. W. Luyendijk van Ameide.
UUISJE, BOOMPJE, BEESTJE - 'dat la het ezelbruggetje van vele sportvlie- „d'*\lly! die binnenkort zijn brevet
gers, die zich, behalve op kaart en kompaa, ook op de grond willen oriënteren. tiiLn^dezeHaHve^er tn^ervaHn^
Maar zelfs met dit ezelsbruggetje valt het dikwijls nog niet mee het juiste vlieg- ODdaen wanf van naar Twenth!
veld te vinden. Dat Is ons wel gebleken, vliegend boven het noordelijk gedeelte vf0oe f
van Nederland op weg naar het vliegveld Leeuwarden! Deze geheel gemoderni- reer oberman^.it Amsteadfm n.hetr
seerde noordelijkste luchtbasis van Nederland vormde de eerste landingsplaats Luvendiik is al vale lam aan anMmu
in de jaarlijkse Rallye van de Kon. Ned. Ver. voor Luchtvaart. De meer dan sVast snortvliemr wit^iln P?nB™,h
twintig deelnemers stonden ln de prille ochtend op de vliegvelden Ypenburg en PlPercub
Hilversum in spanning te wachten, tot de „meteo" de weerkundige dienst - ,h£? h° rf talr"ke Rallyes meegP"
a. L,„TOa„ wlM„ ,„M i, £n,-£
noeg aanknopingspunten hadden yoor
een warm en hartelijk gesprek. Van
ce lucht uit gezien lijkt Nederland
tén groot vliegveld. De vele groene
NAAR VASTE GROND
J^A de eerste wereldoorlog, maar nog
sterker na de tweede is het weten
van de menselijke eindigheid bewust
geworden. In de 19de en het begin
van de 20ste eeuw scheen het alsof de
mena door zijn redelijk inzicht en de
daarop gebaseerde techniek zich zou
vermogen te vereeuwigen. Hij scheen
het goddelijke bereikt te hebben, of
het althans in principe te kunnen be
reiken. Thans weten we echter van
's mensen eindigheid beter.
Deze eindigheid is allereerst een
vitale eindigheid. Het mensenleven is
ingespannen tussen geboorte en dood.
De mens is een zijn tot de dood. De
mens is gebonden aan z'n lichaam, en
aan de biologische processen die zich
in z'n lichaam afspelen. Zuiver bio
logische momenten zijn in staat de per
soonlijkheid van een mens te veran
deren. Daarbij is een mens gebonden
aan een verleden, aan zijn eigen ge
schiedenis. Men moge proberen z'n
geschiedenis te ontlopen, gelukken zal
het nooit.
Naast deze veelkleurige vitale ein
digheid staat het aangewezen zijn op de
medemens. Niemand van ons kan leven
buiten de andere mens. In ieder op
zicht heeft hij de ander nodig, en is
aan hem gebonden. De mens is niet
autonoom; hij is afhankelijk.
Een derde vorm van eindigheid ont
moeten we in de eindigheid van het
kennen. Toegegeven, het weten ver
bijzondert zich dagelijks meer. De ge
weten feiten stapelen zich hoger en
hoger. Maar de grondvragen worden
door dit vermeerderde weten niet dich
ter benaderd. Wat kunst is of recht,
godsdienst of geschiedenis, dat kan de
kunstwetenschap, de rechtsgeleerdheid,
de godsdienst- en geschiedenisweten
schap ons ten slotte niet zeggen.
rjEZE zo afhankelijke en eindige mens
kent echter de vraag naar de waar
heid. De waarheid die de mens vraagt,
zal de waarheid van het zijn zelf moe
ten zijn, en niet de een of andere prao-
tische of zuiver wetenschappelijke
waarheid. Want ieder voelt, dat het
zijn meer is dan wat practisch of theo
retisch weten treffen kan. Het zijn
in de eigenlijke zin immers openbaart
zich ons in de oer-ervaringen van mens
en mensheid, in de geboorte, de liefde,
de angst, de dood, de krankzinnigheid,
de droom, de mythe, de natuur, de ge
schiedenis. In de liefde en in de mu
ziek, in de dood en in het heilig spel
doet zich omfloerst een werkelijkheid
aan ons voor, die door alle wetenschap
nooit geraakt wordt.
Dit wordt reden, waarom de eindige
mens gelooft. Geloven is een gericht
zijn op het totaal andere, op datgene
dat zich als geheim doet kennen ach
ter al het gewetenen en ervarene. Het
is dit geloof nu, dat zich afgrenst te
genover het nihilisme. Het nihilisme
zegt: Er is geen God; Er is geen samen
hang tussen God en mens: Er is geen
verplichting tegenover God Het geloof
dat achter de geweten verschijning het
zijn zelf heeft vermoed, weet het an
ders: God is; Er is een samenhang tus
sen God en mens; Er is een absolute
eis.
Dit geloof nu, dat het nihilisme ont
kent, is geen weten, maar een daad van
zelfverwerkelijking. Alle geweten ge
loof, is om z'n weten juist geen geloof.
Geloof houdt in, dat ieder Gods eis in
eigen leven waar maakt.
LIET geloof echter kent als voortdu
rende verzoeking het dogmatisme.
Het dogma is de mening, als zou het
geloven tot een weten kunnen worden
gemaakt, dat in z'n weetbaarheid alge
meen geldig en vanuit bepaalde prinè
cipes bewijsbaar zou zijn. In dit opzicht
is het dogma niet alleen de dood van
het geloof, maar ook het eind van de
tussenmenselijke communicatie. Wie
zich op 'een absoluut standpunt stelt,
sluit zich daarmee af van de ander.
Hij weigert, verder te luisteren. Hij
meent autonoom te zijn.
Welnu, wanneer het geloof in de God
van Jezus Christus zin heeft, dan al
leen als een in openheid gekeerd zijn
naar God en naar de mens. Niet om
aan deze mens abstrakt te zeggen, wat
hij doen, laten, denken en menen moet.
Maar ook vanuit zijn mond iets te ho
ren van dat alomvattende geheim, dat
wij God noemen. Want God komt ons
tegen uit alle richtingen. God im
mers is nergens in bevat of begrepen.
Staan in het geloof is dan ook staan in
de volstrekte openheid, die zich nooit
mag vastleggen in onomstotelijkheden.
Want waar dat gêbeurt. wordt God tot
ding, tot objekt gemaakt.
Het is slechts een smalle strook, die
tussen nihilisme en dogmatisme wordt
vrij gelaten. Een strook wellicht niet
breder dan de snede van het mes.
Want steeds weer dreigt naar een van
beide zijden het evenwicht te worden
verstoord. Maar wie zal ontkennen, dat
de geloofspositie, hoe riskant ook, he
den van fundamenteel belang is?
Want we moeten het uitzicht openhou
den op God en op de medemens.
Twee vliegende burgemeesters. Burgemeester Luyen
dijk (Ameide) (links) wisselt van gedachten over het
instrumentenbord van een Miles Messenger met bur-
meester mr. Am. D'Alley uit Amsterdam.
MI AAR zover was
het voorlopig
lang niet. De weer
goden hadden be
sloten tot een kort
uitstel; Leeuwar
den zat dicht. Wij
leken op lucht
vaartgebied kon
den genietend van
de zon op het vlieg
veld Ypenburg ons
moeilijk indenken,
dat het in Leeu
warden slecht weer
was. Maar bij het
deskundige advies
van de „meteo"
«adden we ons neer
te leggen. Wachten
belangrijk on
derdeel van de
sportvliegerij!
vormde dus helaas
voorlopig het pa
rool. En zie. na vele
kopjes koffie
rutm anderhalf uur
vertraging galmde de stem door de weiden en de brede wegen vormen
loudspeaker: „Route vrij!" enn in min- een ideaal landingsterrein voor de
der dan tien minuten stegen wij met sportvlieger dat wil zeggen: als de
de kleine, vier persoons Auster op. nood aan de man komt. Doch van de
Onze route vliegend via Leiden, Am- vliegvelden, die tot zijn beschikking
sterdam, Hoorn en Enkhuizen, bevon staan, is Twente ongetwijfeld het
den wij ons veertig minuten later ijo- grootst. Van een kleine en alleen voor
ven het IJselmeer in dikke mist. Geen binnenlands verkeer belangrijke lucht-
nood. Het ezelsbruggetje in de vorm haven is dit vliegveld thans een van
van de Afsluitdijk deed ons de weg de grootste van West-Europa gewor-
vinden. En zo landden wij na precies den als een groene enclave tussen de
één uur en vijf minuten in een sier- Twentse bossen verscholen. Helaas
lijke boog op het militaire vliegve'i de sportvliegerij in Twente niet even-
Leeuwarden, waar straaljagers, Glos- iedig aan de grootte en de betekenis
ter-Meteors en Vampires als razenden van dit vliegterrein. Sinds op Twente
de militairen de scepter zwaaien,
heeft de sportvliegerij vrijwel opge
houden te bestaan. Jammer voor het
enthousiasme van de Twentenaren
die hun kisten nu veelal op andere
vliegvelden in Nederland moeten on
derbrengen.
Hoe anders is het vliegveld Teuge!
Vergeleken met Twente is deze .air
strip" niet meer dan een goed onder
houden weiland, ergens tussen Apel
doorn en Deventer. Doch leidt l-i
Twente de sportvliegerij een kwijnen
bestaan op Teuge heerst een opge
wekt leven. Aan de zoom van liet
vliegveld, in kleine hangars, staan de
kisten van de Apeldoorners keurig
opgeborgen. Ook hier zijn de Piper-
cubs in de meerderheid. Deze Piper-
cubs zijn eigenlijk de taxi's van de
lucht. Zij zijn snel en zuinig één
liter benzine op 6i/2 km en bieden
plaats aan twee personen, terwijl hun
reiligheid onovertroffen is. Vliegveld
Teuge was de laatste „stop" van deze
betekenisvolle vliegrallye 1951. Een
deel van de sportvliegers ging door
naar Hilversum, een ander gedeelte
vloog weer terug naar Ypenburg. Mot
onze kleine één-motorige Auster land
den we 50 minuten na de start cp
Teuge veilig op het vliegveld Ypen
het luchtruim doorkliefden.
Blij weerzien
„Ha, Sonderman, leuk je hier te
zien!" Gerben Sonderman, piloot van
Prins Bernhard en chef-invlieger van
de Fokker-fabrieken, draait zich om
en loopt snel toe op Willem van Graft,
onder sportvliegers beter bekend als
„paps". Paps van Graft. Hij is een be
grip in de Nederlandse sportvliegerij
Hij is. zoals de naam „Paps" al aan
duidt, eigenlijk de vader van alle Ne
derlandse sportvliegers „Mijn jongens
zegt hij vol trots, wijzend op ac
deelnemers aan deze vliegrally. Paps
slaat bijna geen rallye over. Nu eens
vliegt hij een Pipercub dan weer een
Auster; met' zijn ruim 35-jarige erva
ring is hij in al die types thuis. Hij is
vlieger tot in de toppen van zijn vin
gers Daar in Leeuwarden hebben zo
wel paps als Sonderman ons enk ale
staaltjes van hun kunnen laten zien
Paps in een Pipercub, Sonderman in
een Fokker S11. Wat deze beide
vliegers met hun toestellen doen
grenst aan het ongelooflijke Paps deed
een samba en Sonderman stortte zich
met duizelingwekkende vaart naar re.
reden tot enkele tientallen meters Do
ven de grond om de machine dan
weer scherp op te trekken voor een -
ran de meest gedurfde loopings, die *n Soedje^vhegrallye
wij ooit zagen.
Beter weer.
{JET WEER werd beter. Af en toe
gluurde zelfs de zon tussen zware
wolken naar omlaag, waar de vliegeis
behoorde weer tot het verleden
Op het vliegveld Eelde (Gronin
gen) wordt de Piper Cub van
Eelco Schuller van brandstof
voorzien.
Horizontaal: 1. soort palm; 9. in het
jaar des Heeren; 10, teer; 11. lid
woord; 12. vlek; 14. zegelkosten; 16.
knaagdier; 17. muziekteken; 18. spil:
21. titel; 22. broeibak; 24. zijrivier v.
d. Donau; 26. biljartstok; 27. niets
waardige; 23. vrouw van Jacob; 29.
wig; 30. de eierproductie van een
kip; 31. voorzetsel; 34. voorzetsel: 35.
gard; 36. belemmering; 38. weekdier;
41. boog v. e. gewelf, 43. kippenpro-
duct; 44. grote steen; 46. zangnoot; 47.
gunstige omstandigheid.
Verticaal: 2. een jong zoogdier; 3.
bloedvat; 4. der procuratie; 5. water
in Utrecht, 6.. godsdienst; 7. mond
water; 8. grondsoort; 12. flauw: 13.
deel v. e. boom; 14. aardewerk; 15.
achteruitgang; 19. wortel van stan-
delkruid; 20. voorzetsel; 21. volk in
Noord-Europa; 23. groente; 24. deel v.
e. fuik; 25. zelfkant; 26. waterkoud; 32.
etensbereider: 33. proper; 35. spoor
staaf; 37. wijze van kleden; 39. rivier
tje in Engeland; 40. soort hert; 42. vr.
zoogdier, 44. gewicht; 45. voorzetsel.
(Voor de oplossing zie men ons num
mer van Dinsdag).
(Advertentie, Ing. Med.)
(Van onze correspondent in Indonesië)
JJEN DER merkwaardigste en ernstige euvelen, die in Indonesië na de revolutie
ontstaan zijn, vormt het vraagstuk van de onwettige grondoccupaties, door de
Nederlandse planters wel aangeduid als „de mierenplaag". Toen in dit land een
periode van wetteloosheid heerste, begonnen talloze Indonesiërs en Chinezen, uit
verre kampongs in en om de steden huisjes te bouwen en gronden te bewerken
voor hun levensonderhoud. Zij vroegen zich niet af wie de rechtmatige eigenaars
van die gronden waren. Zij streken er bij honderden op neer en met behulp van
rottan, bamboe en atap, Indonesie's onmisbare bouwmateriaal voor kampong
woningen, bouwden ze hun huisjes of winkeltjes, soms ook van hout, gedekt met
plaatijzer, een enkele maal zelfs van staal. Het is duidelijk, dat het aanzien der
steden daar niet op vooruit ging; grote bouwterreinen, of zelfs particuliere erven,
werden langzamerhand met deze slordige bouwsels volgeplant. Ook de hygiëne
werd door dit alles uiteraard weinig bevorderd.
JN SURABAJA is men nu, met zachte
drang, begonnen deze „onwettige
occupanten" te verwijderen en hen
andere terreinen, buiten de gemeente,
aan te wijzen. Deze maatregelen heb
ben veel moeilijkheden, protesten en
demonstraties tot resultaat.
Zijn de gevolgen van deze onwettige
grondoccupaties in de steden voor het
economische leven niet al te ernstig
te noemen, in het cultuurgebied van
Deli heeft zich zulk een .mierenplaag"
ontwikkeld, die zeer ernstige finan
ciële en economische consequenties
voor land en volk meebrengt.
J-JET was tjjdens een rit in een over
volle tram, dat Sander Coster de
man met het ongure uiterlijk voor het
eerst zag. Ze stonden vlak bij elkaar.
toch al zowat aan de beurt. Hij had
nu meer mensen achter dan voor zich.
Vluchtig keek hij achterom en in
die ene snelle blik zag hij met een
Het goorbruine gelaat was naar San- schok de man met het uitgesproken
der toegewend en deze zag de dleplig- misdadigersgezicht, die hij indertijd in
gende ogen met iets schichtigs langs de tram ontmoette. Was het louter
de passagiers kjjken, Hij vroeg zich al toeval of had zijn onderbewustzijn
wat dit wel voor een soort mens kon hem zojuist al op diens aanwezigheid
zijn. Zeker niet iemand die met edele attent gemaakt?
voornemens bezield door het leven Hij voelde een onrust over zich ko-
ging, want als het gezegde, dat het men, <jte hij niet kon verklaren. Toen
gelaat een afspiegeling is van de geest hij aan de beurt was schoof hij zenuw-
van een mens, enige waarheid in- achtig voor het loket en haalde uit
hield, dan moest dit zeker een ont- zyn portefeuille de postwissel te
vluchte beul van Dachau zijn. voorschijn.
Sander nam zich voor de gedragin- „Alstublieft",
gen van het individu goed in de gaten De ambtenaar zocht de nodige be
te houden. Misschien was het wel een scheiden op. Intussen voelde Sander
zakkenroller. een dreiging achter zich, waaraan hjj
zich vergeefs trachtte te ontrekken.
Maar het bleek nogal los te lopen. Waarom moet ik me nu eigenlijk zo
Toch bleef er, toen hij zich met moei- aanstellen, dacht hij. Zouden de an
te uit de tram had gewrongen, iets dere mensen ook zoveel aanstoot ne-
in zijn onderbewustzijn hangen: de men aan dat aangeklede monster?
herinnering aan een hoekig gelaat „Tweehonderddertiggulden". Sandei
met loerende ogen, overschaduwd door schrok op en werktuigelijk trachtte hij
grove werkbrauwen van een nare er zyn aandacht bij te houden, toen
kleur. net geld hem werd voorgeteld. Toen
Die nachtmerrie kwam weer boven klopte hij de bankbiljetten in elkaar,
toen hij enige weken later in de rig legde ze in zijn portefeuille en schoof
stond voor een der loketten in het die naar zijn binnenzak,
postkantoor en tijdens het wachten Snel ging hij naar buiten,
opeens een zonderlinge gewaarwor- Diep zoog hij de verse lucht in, en
ding over zich voelde komen. Kwam zocht, terwijl hij met stevige pas over
het door het lange wachten, dat hem het trottoir stapte, naar zijn sigaret
nerveus maakte? Ach kom, hjj was ten.
Toen hij een minuut of vijf had ge
lopen bleef hij staan en overwoog of
hij verder te voet naar huis zou gaan,
of de bus zou nemen. Als hij wat eer
der thuis was, kon hij nog even bij
Geralds langs gaan om die vijfen
twintig pop terug te betalen. Hoe eer
der hij daar af was, des te beter
Automatisch ging zijn hand naar de
binnenzak, als om zich te overtuigen,
dat het geld daar inderdaad veilig was
weggeborgen.
Maar eer hij vier passen verder
was bleef hij als gestoken staan, ter
wijl alle kleur uit zijn gelaat wegtrok.
Waar was de portefeuille gebleven?
Nerveus zocht hij in de zakken van
zijn colbertjasje, knoopte toen zijn
overjas los, keek op de grond.
Maar niets
Terwijl hij gejaagd de weg terug af
zocht, vroeg hij zich af, hoe het moge
lijk was. Hij wist toch pertinent, dat
hij het geld in de portefeuille had ge
daan en die daarna had weggestoken.
Of zou hij per abuis de portefeuille
naast de binnenzak hebben gestopt?
't Zou niet helemaal onmogelijk zijn,
want die griezelige vent had hem op
dat moment geheel van de wijs ge
bracht. Of zou die kerel soms op de
een of andere manierMaai
hoe? 't Was toch geen duivelskunste
naar!
Tien minuten later had hij alle hoe
ken en gaten voor de loketten en in de
hal van het postkantoor nagezocht,
zonder resultaat en met de weten
schap, dat het zoeken naar een naald
in een hooiberg was. De postambte
naren raadden hem aan het verlies bij
de politie aan te geven en geheel ter
neergeslagen besloot hij tot deze laat
ste kans zijn toevlucht te nemen.
Zo kwam hij een uur later in zak en
as thuis, zonder de minste hoop, dat
iemand hem de portefeuille terug zou
brengen. Waar kon je tegenwoordig
nog eerlijke mensen verwachten?
Met de handen onder het hoofd zat
hij in een stoel gedoken en keek dof
voor zich uit. Straks kwam Jansje en
die zou om huishoudgeld vragen
Hoe moest hij het haar vertellen?
Toen gebeurde het. Hij had de bel
horen overgaan en schrok, toen Jans
je vlug de kamer intrippelde.
„Sander, er is iemand, die zegt iets
over een portefeuille
Meer behoefde hij niet te horen: hij
liep snel de gang in. Jansje keek hem
verschrikt na, de handen in de zij ge
drukt.
„Dag meneer. Ehik vond deze
portefeuille in de vestibule van het
postkantoor. Ik ben zo vrij geweest
even in de inhoud te snuffelen om
Uw adres te bemachtigen, want ik
dacht, dat het wel de beste manier
zou zijn om de portefeuille persoon
lijk bij U aan te reiken
Duizelig hield Sander zich aan de
deurpost vast en nam met de andere
hand de portefeuille aan, verward
„dank u wel" stamelend.
De man met het ongure uiterlijk
was even later tien gulden rijker, als
beloning voor de eerlijke vinder
Zoals de lezer weet is een gedeelte
van de Delise bodem bij uitstek ge
schikt voor het planten van de be
roemde Deli-tabak, een uniek product,
dat voor sigaren-dekblad gebruikt
wordt en dat in kwaliteit zijns gelijke
in de wereld niet heeft. De beste ta-
baksgronden liggen rondom de voor-
naamste stad van Noord-Sumatra, Me-
dan. De teelt geschiedt in wissel
bouw. De kostbare gronden moeten,
nadat ze eenmaal zijn afgeoogst, altijd
eerst enige jaren braak liggen, alvo
rens ze weer dezelfde geschiktheid
vertonen om tabak te kunnen voort
brengen.
Behoefte aan eigen grond
Nu bestond reeds vóór de oorlog on-
der de toenemende Indonesische be
volking van Deli een grote behoefte
aan eigen gronden. Ten behoeve daar
van hebben de tabakscultures toen
grote arealen van hun concessies voor
volksplantingen vrijgegeven, een
tegemoetkomende politiek die na de
oorlog op royale wijze is voortgezet.
Zoals te begrijpen valt, betrof dit in
hoofdzaak niet de gronden, die zich
het allerbeste voor de tabakscultuur
lenen en dat zij, gelijk opgemerkt,
juist de concessiegebieden, welke men
rondom de stad aantreft.
En wat is er nu in de revolutie ge
beurd en wat geschiedt nu nog elke
dag? De bevolking vindt het gemak
kelijker, om wat dichter bij de stad
te zitten en gronden te occuperen, die
de cultuurmaatschappijen voor hun ta
bak reeds „plantklaar" hebben ge
maakt, zodat zij zelf geen ontginnings
werk behoeft te verrichten. En zo ves
tigen zich duizenden Indonesiërs op
de kostbare grond der tabaksmaat
schappijen: zij bouwen er hun huisjes
en planten er rijst of mais en de Ne
derlandse planters zitten met hun han
den in het haar. Weliswaar is die
grondoccupatie onwettig en dus ver
boden, maar de tabaksmaatschappijen
beschikken zelf niet over de machts
middelen oi de mensen van de gron
den te verjagen. Dit zouden het be
stuur en de politie behoren te doen.
De Indonesische autoriteiten zijn het
er wel allemaal over eens. dat hier
een ernstig euvel om een oplossing
schreeuwt, maar tot dusver is nergens
ingegrepen. Het schijnt wel of men
bevreesd is door de drastische maat
regelen, die nodig zijn, de bevolking
tegen zich in het harnas te jagen, en
men gevoelt zich naar het lijkt niet
voldoende stevig in het zadel om zijn
gezag ten volle te doen gelden.
Communisten in actief
TJE GEVOLGEN van dit alles zijn
uitermate ernstig. Immers, de De
lise tabakscultuur is een der be
langrijkste deviezenbronnen voor In
donesië. En de uitoefening van dit
grootbedrijf wordt thans door de on
wettige grondoccupaties vrijwel ieder»
dag meer bedreigd
Volgens sommige kringen ligt aan
die „mierenplaag" ook een politieke
manoeuvre ten grondslag en zouden de
occupaties der beste tabaksgronden
achter de schermen door communisti
sche leiders worden gedirigeerd, niet
om de bevolking te helpen (die heeft
immer voldoende andere arealen ter
beschikking), maar om zodoende het
buitenlandse „grootkapitaal" te vernie
tigen Hoewel de juistheid van deze
bewering moeilijk te bewijzen valt,
lijkt dit lang geen onwaarschijnlijke
veronderstelling. Misschien is dit een
der redenen, waarom de regering dit
moeilijke vraagstuk slechts met de
uiterste voorzichtigheid benadert. Zij
zou immers kunnen vrezen voor uit
gebreide acti 3 en voor ophitsing der
bevolking tegen het huidige gezag in
Indonesië.
Aan de andere kant betekent dit
zich snel uitbreidende euvel een niet
te onderschatten ondermijning der
economie van Indonesië, zodat men
wel ten zeerste moet hopen dat aan
aeze toestand spoedig paal en perk
wordt gesteld.
(Van
MET SPA EN KIPKAR all
van Amsterdam zeshom
het z.g. Twiskeplan, waarvt
te vinden was, maar waarin
met ontzag wordt vervuld,
de uitvoerders zijn van dit
of mensen, die van kindsbei
Verre daarvan. Het is een i
kantoorklerk naast een fal
gekomen timmerman, die h
derlijke mengelmoes van m
zodanig verloop, dat men zii
dat het werk toch eenmaal
gebied zo'n driehonderdvijfl
gende week dubbel zoveel
r\AT KOMT omdat het e
werk is. Een werk, waai
voering is opgedragen aar
dienst voor de Uitvoering
En deze D.U.W. entameert
werken met 'n compenserei
Voor mensen, di- voor kort
tijd overcompleet zijn op
markt. De D.U.W. vangt d
op, geeft ze werk en het b
nuttige leden zijn in de n
Het werkobject, dat
Twiskeplan" heet, maakt h
sen wel heel gemakkelijk
te voelen. Zij zien het w
Ware onder hun handen
de voorbeelden liggen er al,
heel er eenmaal zal uitzien
Op enkele plaatsen in hel
te, golvende terrein ziet m
pen en pinken in een weelt
Elders staat een maaimachi
in een kaalgeschoren ma
overigens nog geheel omri
door de grillige ups en dou
6tonden na de droogleggin
hele oude, wilde vervenerij.
Ja, een wilde vervenerij,
gedeelte van dit gebied zo':
wen geleden waarsehijnli;
Wie er een boterham in za
hier turf steken. Maar ir
kommerde er zich om, dat
zou komen, dat al die putte
zouden blijven. Wat deerd
was een gevaarlijk moeras
zich daar uitstrekte tusse:
gerekte dorpsstraten van
Landsmeer-Ilpendam-Den I
rado voor de duizenden we
tervogels. Schier onbereikb
eierenrover, die mens heet
het waagde buiten zijn joll<
pen, waarmee het nog moge
wijde watergebied te doork
tegen een, dat hij hier of d
nek in de modder zakte. Or
tuurlijke verlandingen ware
lijk in de loop der eeuwen dc
lozing van dit gebied ontsta
rig begroeid met de kleuri
„Jan de Hartog: Mary
traties van Doeve. Uit
vier, AmsterdamBrust
Werner RichterV
Nederlaag? (Die
nen), vertaald uit het
A. Th. Mooij. H. P. Li
geversmij. N.V., 's-Grav
Tijdens de vorige oorlog w;
en daar in ons land spelt
die een schildje droegen waa]
den „praat me niet over
voorkwamen. Dit tekende ee
v/elke we thans o.a. aan de 1
wijten, maar die het is ni
te herinneren eenmaal de
trouwens alweer bezig is, z
meester te maken. Men praa
meer over de oorlog en zijl
ties en verbant angstvallig
dachten de noodzakelijkheid,
tot het uiterste door te den!
nog de kans te scheppen, voo
van een derde noodweer gesj
ven.
JAN DE HARTO
toneel- en romanschrijvei
te Haarlem, woonachtig ir