Met Nederlandse sportvliegers op stap over ons land „Mierenplaag" teistert Indonesië Rrniswoord - puzzelaars aan dn slag Het Twis primitif •Paps van Graft waakt over zijn „jongens Tussen nihilisme en dogmatisme Amsterdams burgervader gaat zijn brevet halen Sproeten? SPSIUTQL Plantagegrond wordt op grote schaal door de bevolking gestolen Deviezenverlies en een gezagscrisis de gevolgen ons wdeiiits ton vwhaai £en man als nachtmerrie Ruim zeshon uit een v Eens komen hier weiden en tuin< LETTERKUNDIGE VERSCHIJNINGEN ZATERDAG 2 JUNI 1961 (Van onze speciale verslaggever) veer in hun kisten kropen en de tocht naar Groningen, naar het vliegveld Eelde voortzetten. Behalve mr. d'Ailly, burgemeester van Amsterdam, kent Nederland nog een andere „vliegende burgemeester de heer C. W. Luyendijk van Ameide. UUISJE, BOOMPJE, BEESTJE - 'dat la het ezelbruggetje van vele sportvlie- „d'*\lly! die binnenkort zijn brevet gers, die zich, behalve op kaart en kompaa, ook op de grond willen oriënteren. tiiLn^dezeHaHve^er tn^ervaHn^ Maar zelfs met dit ezelsbruggetje valt het dikwijls nog niet mee het juiste vlieg- ODdaen wanf van naar Twenth! veld te vinden. Dat Is ons wel gebleken, vliegend boven het noordelijk gedeelte vf0oe f van Nederland op weg naar het vliegveld Leeuwarden! Deze geheel gemoderni- reer oberman^.it Amsteadfm n.hetr seerde noordelijkste luchtbasis van Nederland vormde de eerste landingsplaats Luvendiik is al vale lam aan anMmu in de jaarlijkse Rallye van de Kon. Ned. Ver. voor Luchtvaart. De meer dan sVast snortvliemr wit^iln P?nB™,h twintig deelnemers stonden ln de prille ochtend op de vliegvelden Ypenburg en PlPercub Hilversum in spanning te wachten, tot de „meteo" de weerkundige dienst - ,h£? h° rf talr"ke Rallyes meegP" a. L,„TOa„ wlM„ ,„M i, £n,-£ noeg aanknopingspunten hadden yoor een warm en hartelijk gesprek. Van ce lucht uit gezien lijkt Nederland tén groot vliegveld. De vele groene NAAR VASTE GROND J^A de eerste wereldoorlog, maar nog sterker na de tweede is het weten van de menselijke eindigheid bewust geworden. In de 19de en het begin van de 20ste eeuw scheen het alsof de mena door zijn redelijk inzicht en de daarop gebaseerde techniek zich zou vermogen te vereeuwigen. Hij scheen het goddelijke bereikt te hebben, of het althans in principe te kunnen be reiken. Thans weten we echter van 's mensen eindigheid beter. Deze eindigheid is allereerst een vitale eindigheid. Het mensenleven is ingespannen tussen geboorte en dood. De mens is een zijn tot de dood. De mens is gebonden aan z'n lichaam, en aan de biologische processen die zich in z'n lichaam afspelen. Zuiver bio logische momenten zijn in staat de per soonlijkheid van een mens te veran deren. Daarbij is een mens gebonden aan een verleden, aan zijn eigen ge schiedenis. Men moge proberen z'n geschiedenis te ontlopen, gelukken zal het nooit. Naast deze veelkleurige vitale ein digheid staat het aangewezen zijn op de medemens. Niemand van ons kan leven buiten de andere mens. In ieder op zicht heeft hij de ander nodig, en is aan hem gebonden. De mens is niet autonoom; hij is afhankelijk. Een derde vorm van eindigheid ont moeten we in de eindigheid van het kennen. Toegegeven, het weten ver bijzondert zich dagelijks meer. De ge weten feiten stapelen zich hoger en hoger. Maar de grondvragen worden door dit vermeerderde weten niet dich ter benaderd. Wat kunst is of recht, godsdienst of geschiedenis, dat kan de kunstwetenschap, de rechtsgeleerdheid, de godsdienst- en geschiedenisweten schap ons ten slotte niet zeggen. rjEZE zo afhankelijke en eindige mens kent echter de vraag naar de waar heid. De waarheid die de mens vraagt, zal de waarheid van het zijn zelf moe ten zijn, en niet de een of andere prao- tische of zuiver wetenschappelijke waarheid. Want ieder voelt, dat het zijn meer is dan wat practisch of theo retisch weten treffen kan. Het zijn in de eigenlijke zin immers openbaart zich ons in de oer-ervaringen van mens en mensheid, in de geboorte, de liefde, de angst, de dood, de krankzinnigheid, de droom, de mythe, de natuur, de ge schiedenis. In de liefde en in de mu ziek, in de dood en in het heilig spel doet zich omfloerst een werkelijkheid aan ons voor, die door alle wetenschap nooit geraakt wordt. Dit wordt reden, waarom de eindige mens gelooft. Geloven is een gericht zijn op het totaal andere, op datgene dat zich als geheim doet kennen ach ter al het gewetenen en ervarene. Het is dit geloof nu, dat zich afgrenst te genover het nihilisme. Het nihilisme zegt: Er is geen God; Er is geen samen hang tussen God en mens: Er is geen verplichting tegenover God Het geloof dat achter de geweten verschijning het zijn zelf heeft vermoed, weet het an ders: God is; Er is een samenhang tus sen God en mens; Er is een absolute eis. Dit geloof nu, dat het nihilisme ont kent, is geen weten, maar een daad van zelfverwerkelijking. Alle geweten ge loof, is om z'n weten juist geen geloof. Geloof houdt in, dat ieder Gods eis in eigen leven waar maakt. LIET geloof echter kent als voortdu rende verzoeking het dogmatisme. Het dogma is de mening, als zou het geloven tot een weten kunnen worden gemaakt, dat in z'n weetbaarheid alge meen geldig en vanuit bepaalde prinè cipes bewijsbaar zou zijn. In dit opzicht is het dogma niet alleen de dood van het geloof, maar ook het eind van de tussenmenselijke communicatie. Wie zich op 'een absoluut standpunt stelt, sluit zich daarmee af van de ander. Hij weigert, verder te luisteren. Hij meent autonoom te zijn. Welnu, wanneer het geloof in de God van Jezus Christus zin heeft, dan al leen als een in openheid gekeerd zijn naar God en naar de mens. Niet om aan deze mens abstrakt te zeggen, wat hij doen, laten, denken en menen moet. Maar ook vanuit zijn mond iets te ho ren van dat alomvattende geheim, dat wij God noemen. Want God komt ons tegen uit alle richtingen. God im mers is nergens in bevat of begrepen. Staan in het geloof is dan ook staan in de volstrekte openheid, die zich nooit mag vastleggen in onomstotelijkheden. Want waar dat gêbeurt. wordt God tot ding, tot objekt gemaakt. Het is slechts een smalle strook, die tussen nihilisme en dogmatisme wordt vrij gelaten. Een strook wellicht niet breder dan de snede van het mes. Want steeds weer dreigt naar een van beide zijden het evenwicht te worden verstoord. Maar wie zal ontkennen, dat de geloofspositie, hoe riskant ook, he den van fundamenteel belang is? Want we moeten het uitzicht openhou den op God en op de medemens. Twee vliegende burgemeesters. Burgemeester Luyen dijk (Ameide) (links) wisselt van gedachten over het instrumentenbord van een Miles Messenger met bur- meester mr. Am. D'Alley uit Amsterdam. MI AAR zover was het voorlopig lang niet. De weer goden hadden be sloten tot een kort uitstel; Leeuwar den zat dicht. Wij leken op lucht vaartgebied kon den genietend van de zon op het vlieg veld Ypenburg ons moeilijk indenken, dat het in Leeu warden slecht weer was. Maar bij het deskundige advies van de „meteo" «adden we ons neer te leggen. Wachten belangrijk on derdeel van de sportvliegerij! vormde dus helaas voorlopig het pa rool. En zie. na vele kopjes koffie rutm anderhalf uur vertraging galmde de stem door de weiden en de brede wegen vormen loudspeaker: „Route vrij!" enn in min- een ideaal landingsterrein voor de der dan tien minuten stegen wij met sportvlieger dat wil zeggen: als de de kleine, vier persoons Auster op. nood aan de man komt. Doch van de Onze route vliegend via Leiden, Am- vliegvelden, die tot zijn beschikking sterdam, Hoorn en Enkhuizen, bevon staan, is Twente ongetwijfeld het den wij ons veertig minuten later ijo- grootst. Van een kleine en alleen voor ven het IJselmeer in dikke mist. Geen binnenlands verkeer belangrijke lucht- nood. Het ezelsbruggetje in de vorm haven is dit vliegveld thans een van van de Afsluitdijk deed ons de weg de grootste van West-Europa gewor- vinden. En zo landden wij na precies den als een groene enclave tussen de één uur en vijf minuten in een sier- Twentse bossen verscholen. Helaas lijke boog op het militaire vliegve'i de sportvliegerij in Twente niet even- Leeuwarden, waar straaljagers, Glos- iedig aan de grootte en de betekenis ter-Meteors en Vampires als razenden van dit vliegterrein. Sinds op Twente de militairen de scepter zwaaien, heeft de sportvliegerij vrijwel opge houden te bestaan. Jammer voor het enthousiasme van de Twentenaren die hun kisten nu veelal op andere vliegvelden in Nederland moeten on derbrengen. Hoe anders is het vliegveld Teuge! Vergeleken met Twente is deze .air strip" niet meer dan een goed onder houden weiland, ergens tussen Apel doorn en Deventer. Doch leidt l-i Twente de sportvliegerij een kwijnen bestaan op Teuge heerst een opge wekt leven. Aan de zoom van liet vliegveld, in kleine hangars, staan de kisten van de Apeldoorners keurig opgeborgen. Ook hier zijn de Piper- cubs in de meerderheid. Deze Piper- cubs zijn eigenlijk de taxi's van de lucht. Zij zijn snel en zuinig één liter benzine op 6i/2 km en bieden plaats aan twee personen, terwijl hun reiligheid onovertroffen is. Vliegveld Teuge was de laatste „stop" van deze betekenisvolle vliegrallye 1951. Een deel van de sportvliegers ging door naar Hilversum, een ander gedeelte vloog weer terug naar Ypenburg. Mot onze kleine één-motorige Auster land den we 50 minuten na de start cp Teuge veilig op het vliegveld Ypen het luchtruim doorkliefden. Blij weerzien „Ha, Sonderman, leuk je hier te zien!" Gerben Sonderman, piloot van Prins Bernhard en chef-invlieger van de Fokker-fabrieken, draait zich om en loopt snel toe op Willem van Graft, onder sportvliegers beter bekend als „paps". Paps van Graft. Hij is een be grip in de Nederlandse sportvliegerij Hij is. zoals de naam „Paps" al aan duidt, eigenlijk de vader van alle Ne derlandse sportvliegers „Mijn jongens zegt hij vol trots, wijzend op ac deelnemers aan deze vliegrally. Paps slaat bijna geen rallye over. Nu eens vliegt hij een Pipercub dan weer een Auster; met' zijn ruim 35-jarige erva ring is hij in al die types thuis. Hij is vlieger tot in de toppen van zijn vin gers Daar in Leeuwarden hebben zo wel paps als Sonderman ons enk ale staaltjes van hun kunnen laten zien Paps in een Pipercub, Sonderman in een Fokker S11. Wat deze beide vliegers met hun toestellen doen grenst aan het ongelooflijke Paps deed een samba en Sonderman stortte zich met duizelingwekkende vaart naar re. reden tot enkele tientallen meters Do ven de grond om de machine dan weer scherp op te trekken voor een - ran de meest gedurfde loopings, die *n Soedje^vhegrallye wij ooit zagen. Beter weer. {JET WEER werd beter. Af en toe gluurde zelfs de zon tussen zware wolken naar omlaag, waar de vliegeis behoorde weer tot het verleden Op het vliegveld Eelde (Gronin gen) wordt de Piper Cub van Eelco Schuller van brandstof voorzien. Horizontaal: 1. soort palm; 9. in het jaar des Heeren; 10, teer; 11. lid woord; 12. vlek; 14. zegelkosten; 16. knaagdier; 17. muziekteken; 18. spil: 21. titel; 22. broeibak; 24. zijrivier v. d. Donau; 26. biljartstok; 27. niets waardige; 23. vrouw van Jacob; 29. wig; 30. de eierproductie van een kip; 31. voorzetsel; 34. voorzetsel: 35. gard; 36. belemmering; 38. weekdier; 41. boog v. e. gewelf, 43. kippenpro- duct; 44. grote steen; 46. zangnoot; 47. gunstige omstandigheid. Verticaal: 2. een jong zoogdier; 3. bloedvat; 4. der procuratie; 5. water in Utrecht, 6.. godsdienst; 7. mond water; 8. grondsoort; 12. flauw: 13. deel v. e. boom; 14. aardewerk; 15. achteruitgang; 19. wortel van stan- delkruid; 20. voorzetsel; 21. volk in Noord-Europa; 23. groente; 24. deel v. e. fuik; 25. zelfkant; 26. waterkoud; 32. etensbereider: 33. proper; 35. spoor staaf; 37. wijze van kleden; 39. rivier tje in Engeland; 40. soort hert; 42. vr. zoogdier, 44. gewicht; 45. voorzetsel. (Voor de oplossing zie men ons num mer van Dinsdag). (Advertentie, Ing. Med.) (Van onze correspondent in Indonesië) JJEN DER merkwaardigste en ernstige euvelen, die in Indonesië na de revolutie ontstaan zijn, vormt het vraagstuk van de onwettige grondoccupaties, door de Nederlandse planters wel aangeduid als „de mierenplaag". Toen in dit land een periode van wetteloosheid heerste, begonnen talloze Indonesiërs en Chinezen, uit verre kampongs in en om de steden huisjes te bouwen en gronden te bewerken voor hun levensonderhoud. Zij vroegen zich niet af wie de rechtmatige eigenaars van die gronden waren. Zij streken er bij honderden op neer en met behulp van rottan, bamboe en atap, Indonesie's onmisbare bouwmateriaal voor kampong woningen, bouwden ze hun huisjes of winkeltjes, soms ook van hout, gedekt met plaatijzer, een enkele maal zelfs van staal. Het is duidelijk, dat het aanzien der steden daar niet op vooruit ging; grote bouwterreinen, of zelfs particuliere erven, werden langzamerhand met deze slordige bouwsels volgeplant. Ook de hygiëne werd door dit alles uiteraard weinig bevorderd. JN SURABAJA is men nu, met zachte drang, begonnen deze „onwettige occupanten" te verwijderen en hen andere terreinen, buiten de gemeente, aan te wijzen. Deze maatregelen heb ben veel moeilijkheden, protesten en demonstraties tot resultaat. Zijn de gevolgen van deze onwettige grondoccupaties in de steden voor het economische leven niet al te ernstig te noemen, in het cultuurgebied van Deli heeft zich zulk een .mierenplaag" ontwikkeld, die zeer ernstige finan ciële en economische consequenties voor land en volk meebrengt. J-JET was tjjdens een rit in een over volle tram, dat Sander Coster de man met het ongure uiterlijk voor het eerst zag. Ze stonden vlak bij elkaar. toch al zowat aan de beurt. Hij had nu meer mensen achter dan voor zich. Vluchtig keek hij achterom en in die ene snelle blik zag hij met een Het goorbruine gelaat was naar San- schok de man met het uitgesproken der toegewend en deze zag de dleplig- misdadigersgezicht, die hij indertijd in gende ogen met iets schichtigs langs de tram ontmoette. Was het louter de passagiers kjjken, Hij vroeg zich al toeval of had zijn onderbewustzijn wat dit wel voor een soort mens kon hem zojuist al op diens aanwezigheid zijn. Zeker niet iemand die met edele attent gemaakt? voornemens bezield door het leven Hij voelde een onrust over zich ko- ging, want als het gezegde, dat het men, <jte hij niet kon verklaren. Toen gelaat een afspiegeling is van de geest hij aan de beurt was schoof hij zenuw- van een mens, enige waarheid in- achtig voor het loket en haalde uit hield, dan moest dit zeker een ont- zyn portefeuille de postwissel te vluchte beul van Dachau zijn. voorschijn. Sander nam zich voor de gedragin- „Alstublieft", gen van het individu goed in de gaten De ambtenaar zocht de nodige be te houden. Misschien was het wel een scheiden op. Intussen voelde Sander zakkenroller. een dreiging achter zich, waaraan hjj zich vergeefs trachtte te ontrekken. Maar het bleek nogal los te lopen. Waarom moet ik me nu eigenlijk zo Toch bleef er, toen hij zich met moei- aanstellen, dacht hij. Zouden de an te uit de tram had gewrongen, iets dere mensen ook zoveel aanstoot ne- in zijn onderbewustzijn hangen: de men aan dat aangeklede monster? herinnering aan een hoekig gelaat „Tweehonderddertiggulden". Sandei met loerende ogen, overschaduwd door schrok op en werktuigelijk trachtte hij grove werkbrauwen van een nare er zyn aandacht bij te houden, toen kleur. net geld hem werd voorgeteld. Toen Die nachtmerrie kwam weer boven klopte hij de bankbiljetten in elkaar, toen hij enige weken later in de rig legde ze in zijn portefeuille en schoof stond voor een der loketten in het die naar zijn binnenzak, postkantoor en tijdens het wachten Snel ging hij naar buiten, opeens een zonderlinge gewaarwor- Diep zoog hij de verse lucht in, en ding over zich voelde komen. Kwam zocht, terwijl hij met stevige pas over het door het lange wachten, dat hem het trottoir stapte, naar zijn sigaret nerveus maakte? Ach kom, hjj was ten. Toen hij een minuut of vijf had ge lopen bleef hij staan en overwoog of hij verder te voet naar huis zou gaan, of de bus zou nemen. Als hij wat eer der thuis was, kon hij nog even bij Geralds langs gaan om die vijfen twintig pop terug te betalen. Hoe eer der hij daar af was, des te beter Automatisch ging zijn hand naar de binnenzak, als om zich te overtuigen, dat het geld daar inderdaad veilig was weggeborgen. Maar eer hij vier passen verder was bleef hij als gestoken staan, ter wijl alle kleur uit zijn gelaat wegtrok. Waar was de portefeuille gebleven? Nerveus zocht hij in de zakken van zijn colbertjasje, knoopte toen zijn overjas los, keek op de grond. Maar niets Terwijl hij gejaagd de weg terug af zocht, vroeg hij zich af, hoe het moge lijk was. Hij wist toch pertinent, dat hij het geld in de portefeuille had ge daan en die daarna had weggestoken. Of zou hij per abuis de portefeuille naast de binnenzak hebben gestopt? 't Zou niet helemaal onmogelijk zijn, want die griezelige vent had hem op dat moment geheel van de wijs ge bracht. Of zou die kerel soms op de een of andere manierMaai hoe? 't Was toch geen duivelskunste naar! Tien minuten later had hij alle hoe ken en gaten voor de loketten en in de hal van het postkantoor nagezocht, zonder resultaat en met de weten schap, dat het zoeken naar een naald in een hooiberg was. De postambte naren raadden hem aan het verlies bij de politie aan te geven en geheel ter neergeslagen besloot hij tot deze laat ste kans zijn toevlucht te nemen. Zo kwam hij een uur later in zak en as thuis, zonder de minste hoop, dat iemand hem de portefeuille terug zou brengen. Waar kon je tegenwoordig nog eerlijke mensen verwachten? Met de handen onder het hoofd zat hij in een stoel gedoken en keek dof voor zich uit. Straks kwam Jansje en die zou om huishoudgeld vragen Hoe moest hij het haar vertellen? Toen gebeurde het. Hij had de bel horen overgaan en schrok, toen Jans je vlug de kamer intrippelde. „Sander, er is iemand, die zegt iets over een portefeuille Meer behoefde hij niet te horen: hij liep snel de gang in. Jansje keek hem verschrikt na, de handen in de zij ge drukt. „Dag meneer. Ehik vond deze portefeuille in de vestibule van het postkantoor. Ik ben zo vrij geweest even in de inhoud te snuffelen om Uw adres te bemachtigen, want ik dacht, dat het wel de beste manier zou zijn om de portefeuille persoon lijk bij U aan te reiken Duizelig hield Sander zich aan de deurpost vast en nam met de andere hand de portefeuille aan, verward „dank u wel" stamelend. De man met het ongure uiterlijk was even later tien gulden rijker, als beloning voor de eerlijke vinder Zoals de lezer weet is een gedeelte van de Delise bodem bij uitstek ge schikt voor het planten van de be roemde Deli-tabak, een uniek product, dat voor sigaren-dekblad gebruikt wordt en dat in kwaliteit zijns gelijke in de wereld niet heeft. De beste ta- baksgronden liggen rondom de voor- naamste stad van Noord-Sumatra, Me- dan. De teelt geschiedt in wissel bouw. De kostbare gronden moeten, nadat ze eenmaal zijn afgeoogst, altijd eerst enige jaren braak liggen, alvo rens ze weer dezelfde geschiktheid vertonen om tabak te kunnen voort brengen. Behoefte aan eigen grond Nu bestond reeds vóór de oorlog on- der de toenemende Indonesische be volking van Deli een grote behoefte aan eigen gronden. Ten behoeve daar van hebben de tabakscultures toen grote arealen van hun concessies voor volksplantingen vrijgegeven, een tegemoetkomende politiek die na de oorlog op royale wijze is voortgezet. Zoals te begrijpen valt, betrof dit in hoofdzaak niet de gronden, die zich het allerbeste voor de tabakscultuur lenen en dat zij, gelijk opgemerkt, juist de concessiegebieden, welke men rondom de stad aantreft. En wat is er nu in de revolutie ge beurd en wat geschiedt nu nog elke dag? De bevolking vindt het gemak kelijker, om wat dichter bij de stad te zitten en gronden te occuperen, die de cultuurmaatschappijen voor hun ta bak reeds „plantklaar" hebben ge maakt, zodat zij zelf geen ontginnings werk behoeft te verrichten. En zo ves tigen zich duizenden Indonesiërs op de kostbare grond der tabaksmaat schappijen: zij bouwen er hun huisjes en planten er rijst of mais en de Ne derlandse planters zitten met hun han den in het haar. Weliswaar is die grondoccupatie onwettig en dus ver boden, maar de tabaksmaatschappijen beschikken zelf niet over de machts middelen oi de mensen van de gron den te verjagen. Dit zouden het be stuur en de politie behoren te doen. De Indonesische autoriteiten zijn het er wel allemaal over eens. dat hier een ernstig euvel om een oplossing schreeuwt, maar tot dusver is nergens ingegrepen. Het schijnt wel of men bevreesd is door de drastische maat regelen, die nodig zijn, de bevolking tegen zich in het harnas te jagen, en men gevoelt zich naar het lijkt niet voldoende stevig in het zadel om zijn gezag ten volle te doen gelden. Communisten in actief TJE GEVOLGEN van dit alles zijn uitermate ernstig. Immers, de De lise tabakscultuur is een der be langrijkste deviezenbronnen voor In donesië. En de uitoefening van dit grootbedrijf wordt thans door de on wettige grondoccupaties vrijwel ieder» dag meer bedreigd Volgens sommige kringen ligt aan die „mierenplaag" ook een politieke manoeuvre ten grondslag en zouden de occupaties der beste tabaksgronden achter de schermen door communisti sche leiders worden gedirigeerd, niet om de bevolking te helpen (die heeft immer voldoende andere arealen ter beschikking), maar om zodoende het buitenlandse „grootkapitaal" te vernie tigen Hoewel de juistheid van deze bewering moeilijk te bewijzen valt, lijkt dit lang geen onwaarschijnlijke veronderstelling. Misschien is dit een der redenen, waarom de regering dit moeilijke vraagstuk slechts met de uiterste voorzichtigheid benadert. Zij zou immers kunnen vrezen voor uit gebreide acti 3 en voor ophitsing der bevolking tegen het huidige gezag in Indonesië. Aan de andere kant betekent dit zich snel uitbreidende euvel een niet te onderschatten ondermijning der economie van Indonesië, zodat men wel ten zeerste moet hopen dat aan aeze toestand spoedig paal en perk wordt gesteld. (Van MET SPA EN KIPKAR all van Amsterdam zeshom het z.g. Twiskeplan, waarvt te vinden was, maar waarin met ontzag wordt vervuld, de uitvoerders zijn van dit of mensen, die van kindsbei Verre daarvan. Het is een i kantoorklerk naast een fal gekomen timmerman, die h derlijke mengelmoes van m zodanig verloop, dat men zii dat het werk toch eenmaal gebied zo'n driehonderdvijfl gende week dubbel zoveel r\AT KOMT omdat het e werk is. Een werk, waai voering is opgedragen aar dienst voor de Uitvoering En deze D.U.W. entameert werken met 'n compenserei Voor mensen, di- voor kort tijd overcompleet zijn op markt. De D.U.W. vangt d op, geeft ze werk en het b nuttige leden zijn in de n Het werkobject, dat Twiskeplan" heet, maakt h sen wel heel gemakkelijk te voelen. Zij zien het w Ware onder hun handen de voorbeelden liggen er al, heel er eenmaal zal uitzien Op enkele plaatsen in hel te, golvende terrein ziet m pen en pinken in een weelt Elders staat een maaimachi in een kaalgeschoren ma overigens nog geheel omri door de grillige ups en dou 6tonden na de droogleggin hele oude, wilde vervenerij. Ja, een wilde vervenerij, gedeelte van dit gebied zo': wen geleden waarsehijnli; Wie er een boterham in za hier turf steken. Maar ir kommerde er zich om, dat zou komen, dat al die putte zouden blijven. Wat deerd was een gevaarlijk moeras zich daar uitstrekte tusse: gerekte dorpsstraten van Landsmeer-Ilpendam-Den I rado voor de duizenden we tervogels. Schier onbereikb eierenrover, die mens heet het waagde buiten zijn joll< pen, waarmee het nog moge wijde watergebied te doork tegen een, dat hij hier of d nek in de modder zakte. Or tuurlijke verlandingen ware lijk in de loop der eeuwen dc lozing van dit gebied ontsta rig begroeid met de kleuri „Jan de Hartog: Mary traties van Doeve. Uit vier, AmsterdamBrust Werner RichterV Nederlaag? (Die nen), vertaald uit het A. Th. Mooij. H. P. Li geversmij. N.V., 's-Grav Tijdens de vorige oorlog w; en daar in ons land spelt die een schildje droegen waa] den „praat me niet over voorkwamen. Dit tekende ee v/elke we thans o.a. aan de 1 wijten, maar die het is ni te herinneren eenmaal de trouwens alweer bezig is, z meester te maken. Men praa meer over de oorlog en zijl ties en verbant angstvallig dachten de noodzakelijkheid, tot het uiterste door te den! nog de kans te scheppen, voo van een derde noodweer gesj ven. JAN DE HARTO toneel- en romanschrijvei te Haarlem, woonachtig ir

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 6