HAAL DE SCHOTJES OMLAAG Japon met bijpassend jasje rAllerlei over kinderen Hij wil nief meer in de box f Twee pinguins t en een meisje Prettige en practische kleding voor aanstaande moeders Elke poetsing met IVOROL is een ware mondwassing Spaanse vrouwen Eeltgezwellen aan de grote teen Ci prikt ergens, in een hoekje van mijn geweten, een angeltje, dat mij hardnekkig aan een verzuim poogt te herinneren. Ik heb dat angeltje nood gedwongen moeten laten pikken om dat er de laatste tijd zoveel andere on derwerpen om de voorrang kibbelden. Maar nu grabbel ik toch eens schuld bewust in het archief en vis daaruit enige brieven met het opschrift: Wat weten wij van elkaar? Dikke brieven, die op echt vrouwelijke manier op dit motief voortborduren en langs allerlei sierlijke slingerslaglijnen tot de meest uiteenlopende conclusies komen. De één besluit: „Niets. Want wij hebben niet geleerd naar elkaar te luisteren". De ander: „Zou een arbei dersvrouw het werkelijk prettig vin den, om op intieme voet te verkeren met (b.v.) een doktersvrouw, bij el kaar thuis op bezoek te komen, enz.? Ik vermoed dat geen van beiden dit zou wensen, al zou de doktersvrouw „helemaal niet verwaand" zijn. Zij hebben beiden in doorsnee totaal andere interessen en ontwikkeling en raken daardoor gauw „uitgepraat". Er is echter één terrein, waarop alle goede, goedwillende en verstandige vrouwen elkaar ontmoeten kunnen en begr ijpen. Dat is op het terrein van de kinderen, het gezin". Deze lezeres be doelt het ongetwijfeld voortreffelijk en zij redeneert over dit thema: de band van het moederschap, nog een tijdje door, een paar kantjes lang. Ik weet zeker, dat vele lezeressen bij haar woorden instemmend en zelfs enigszins plechtstatig aan jjet knikken zullen slaan en onmiddellijk met eni ge ontroering terugdenken aan de wachtkamer van de kinderarts, waar zij, zonder enig onderscheid van rang of stand, zulke verkwikkende gesprek ken van hart tot hart hebben gevoerd met andere moeders over de diverse slapeloze nachten die hoestende Jan tjes, tandenkrijgende Pietjes en slecht etende Klaasjes haar hebben bezorgd. Maar uw dienstwillige ondergete kende heeft bij deze argeloos goedge meende conclusies bijna een lelijk woord gezegd, „schoon haar vader het haar verbood". Want och had ik honderd blocnote-vellen tot mijn be schikking, ik zou misschien er in sla gen een kiezelsteentje van de berg de zes misverstands, die ons vrouwen het uitzicht belemmert, opzij te schuiven. Met de moed der wanhoop zal ik dus nogmaals proberen althans een bescheiden kijkgaatje in die berg te boren. Ik vrees, dat het ondankbaar werk is. Het is oneindig veel eenvou diger, en bevordelijker voor de ge moedsrust, om maar met die vertede ring over dat gemeenschappelijk tref punt: de kinderen, mee te dwepen. Om een traantje weg te pinken bij de schildering van idyllische tafereeltjes in de voorzeide wachtkamer: Die kring van naar elkaar toegewende hoofden, getooid met modieuze hoed jes, alpinopetjes of bonte zakdoeken, die zo eensgezind en heerlijk vrij van maatschappelijk vooroordelen elkaar toeknikken: Als moeder ben je ten slotte allemaal gelijk, daarin begrijp je elkaar volkomen. jyjaar de nood is mij opgelegd om die idylle te verstoren Niet, dat het feit op zichzelf niet waar zou zijn. Maar het zet geen zoden aan de dijk. En aangezien het getij met de dag wast en eerlang tot een springvloed kan stijgen die de dijk om ons veilig bestaan doorbreekt en overspoelt is het ons geraden ons knusse gesprek, J— dat wij nu al eeuwen over dat ent thema voeren, eindelijk eens te onder- breken om op te staan en uit te zien of er voor ons ook geen andere taak is weggelegd. Let wel: ik wil in genen dele bewe. ren, dat het moederschap geen be langrijke functie is. Misschien is het wel de verantwoordelijkste en moei. lijkste functie die een mens te bekle- den krijgt. En het belang van de kin deren behoren wij altijd en overal primair te stellen. Maar dat houdt niet in, dat wij ons als alleen-maar-moeder moeten beschouwen. Dat wij ons zelf permanent moeten opsluiten binnen dat kneuterige ligusterhaagje van lui- ers spoelen, pap voeren, neusjes snui- ten, temperatuur opnemen, speelgoed knutselen en jurkjes naaien. Dat wij voor onze buurvrouw binnen' haar li- gusterhaagje alleen maar belangstel, ling kunnen hebben voor zover haar luiers witter, haar pap smakelijker, haar verkoudheidstheranie doeltref- der en haar jurkjes snoeziger zijn. Want wij, en die buurvrouw links en rechts en aan de overkant hebben óók nog zoiets als een taak tegenover de samenleving, een mede-verant woordelijkheid voor wat er in die we- reld van ons gebeurt. En als wij over het heggetje blijven keuvelen maar er nooit aan denken dat heggetje radi- caal weg te knippen dan zal iets of iemand anders het wel voor ons doen. In Oost-Europa is het al zover. Daar zijn de vrouwen, alle vrouwen, inge schakeld ten bate van het algemeen belang. Zij heben puin geruimd en huizen gebouwd, zij werken op het land en in de fabrieken, om zoveel mogelijk mannen vrij te maken. En naar rang of stand wordt daarbij niet gevraagd. Zou het nu werkelijk zó onmogelijk zijn dat de vrouwen van West-Europa hieruit een les trokken? Dat zij vrij willig, eensgezind, de schotjes en heg getjes neerhaalden die vrouw van vrouw scheiden (kunstmatige omhei ningen nog wel, tegen beter weten in overeind gehouden) en probeerden gezamenlijk een front te vormen? Waarom is het zo absurd te veronder stellen, dat een doktersvrouw en een arbeidersvrouw elkaar zouden kunnen begrijpen als de goede wil er maar was? Men zou bijna gaan verlangen naar een soort „arbeidsdienst" voor alle jonge vrouwen, waarin zij enige tijd leerden werken en omgaan met leeftijdsgenoten uit alle lagen van de maatschappij, voordat zij haar eigen lijke beroepsarbeid aanvingen. Het zit hem niet in schoolopleiding, milieu, afkomst of levensgewoonten. Het zit hem in de gaven van hart en verstand, in karakter en wilskracht, in fijnheid van gevoel en rijpheid van oordeel. En al die goede eigenschappen zijn niet het voorrecht van een bepaalde stand, maar liggen als edelstenen ver borgen in de grote akker van de ge hele samenleving. Hebt u nooit eens met belangstelling en waardering een foto bekeken van de eerste vrouw van Frankrijk: Madame la Présidente? Zij geniet het respect en de bewondering van de natie, die op het punt: vrouw zo buitengewoon critisch is. Niet al leen omdat zij een gala-toilet weet te dragen, maar ook omdat zij bij alle gelegenheden de charmante natuur lijkheid in eigen persoon is. Welnu: Madame la Présidente, die gekroonde hoofden waardig weet te ontvangen, is de dochter van een glasblazer. SASKIA. Ste/fi Noble, een Londens meisje, mocht kennis maken met de pinguin- tweeling uit de Londense dierentuin. Het meisje aan de wandel met Peter en Paul, de pinguin-tweeling. JS ER IMMER reeds een zeer grote verscheidenheid op het gebied van de mantelcostuums en deux-pièces, thans komt de Engelse mode-ontwerper Worth met de combinatie: japon en bij passend jasje. De jasjes van deze Lon dense couturier vergissen wij ons niet, dan ontwerpt hij ook voor het Engelse vorstenhuis hebben veelal afgeronde revers en een garnering van navy. Een andere specialiteit van hem ts het halve ceintuurtje, dat zo ondeugena uit de zijnaden te voorschijn springt en gesloten wordt door een dubbele gesp van klein formaat. De modekoning Michael Sherard, houdt er een andere mening op na en beweert, dat zijn smoking-idee voor het korte jasje met driekwart mouw de meest favoriete dracht zal worden. De tijd zal het uitwijzen. Uiteindelijk is het toch een kwestie van persoonlijke smaak van de koopster, welke bij iedere vrouw gelukkig weer anders 's Matle beziet de zaak van de practi- sche kant. Hij ontwierp creaties, welke zijn gebaseerd op jeugdig, vrouwelijk zijn en tevens op het „prettig zitten" van de kleding. Iets, waarvoor heel veel te zeggen valt. Het grootste deel van zijn rokjes lijkt op het eerste gezicht nauw en recht, doch op zeer listige en kunstige wijze verbergen zij overslagen of zijn zij op sublieme wijze aan een zijde verwijd. Ook deze ontwerper gebruikt voor de japon het bijpassend jasje. Een type rend voorbeeld is een eenvoudige, zwar te japon, gecompleteerd door een mo del met extra lange panden, waarop n ceintuur en twee enorme zakken waren aangebracht. Voor meer officiële gelegenheden wordt door hem voorgeschreven een jasje met overslag. Tijdens zijn show liet hij een creatie zien van zacht nijl- groene Saharastof, rijkelijk gegarneerd met vossenbont langs de zoom en wijde mouwen. De japon was in dezefde stof en keur uitgevoerd. Om nu echter van Engeand weer te rug te keren naar 't Zuiden, geven wij enkele illustraties uit Frankrijk. Via een onbekend modehuis werd het eerste model de wereld ingestuurd. Een zeer charmant zwartzijden costuumpje met wit-zijden piqué garnering op de omsla gen van de mouwen en aan de punt van de hals Jo Copeland bracht zijn ideeën tot uiting in de tweede afbeelding: een vlotte jurk, welk mode door haar zo mers aandoende korte, wijde mouwen, gretig aftrek zal vinden, wanneer de zon haar warme stralen naar de aar 'e zendt. RITA. Een wijde lange blou se is uitermate flatteus voor aanstaande moe ders, die er dan een gemakkelijk te verwij den wikkelrok onder dragen of een gewone rechte rok, waarvan het bovengedeelte van de voorbaan (c.a. 20 cm) is vervangen door een ruimere lap zijde, die met de onderkant ingerimpeld aan de rok gezet is en in de taille door lastex of elastiek eveneens in gerimpeld is. Maar ook inplaats van een jas- schort kan zo'n „kiel" aan werkende vrou wen goede diensten bewijzen en uitgevoerd in een lichte wollen stof staat hij kwiek en jeugdig, als hij met een aardige das en een bijpassende ceintuur op een strak rokje gedragen wordt. Het eerste model is zonder sluiting. U heeft er voor nodig 2,50 meter stof van 90 cm breed. Beleg en overslag vervallen hierbij. In de midden voorlij n knipt u van boven een split van circa 12 cm en werkt dat af. Het sluit met een knoopje en lusje. De zakken worden ingezet (u kunt ook opgestikte nemen) en van een 6 cm brede klep van dubbele stol voorzien.- De bovenkant van het voorpand rimpelt u in, waarna u er de schouder- pasjes, opstikt. In het rugpand legt u x op o vallend een plooi en stikt dan het rug pasje op. De pasjes worden driekwart centimeter breed afgestikt. Zij- en êchouderna- den sluiten en de halsrand tussen de dubbele stof van de kraag zetten. Na het dichtstik- ken van de mouwnaad naait u de 6 c.m. brede manchet (stippellijn) aan en zèt de mouw, over de kop ingehou den, met de naad circa 4 cen timeter voor de zijnaad in het armsgat. De blouse met doorlopende sluiting kan zowel met open als gesloten hals gedragen worden. Het beleg staat hier aangeknipt getekend, maar het kan ook apart aangestikt wor den. U vouwt het naar binnen en brengt op de middenvoor- lijn knopen en knoopsgaten of drukknoopjes aan. Desgewenst neemt u voor beleg, kraag, manchetten en zakkleppen af stekende stof. Dit model kan ook heel goed met lange of driekwart mouw gedragen worden. (Advertentie, ïng. Med.) Ondanks de scherpe censuur, welke in Madrid wordt aangelegd op de bui tenlandse correspondentie zijn er veel recente gegevens over het leven van 't Spaanse volk tot ons doorgedrongen. Daaruit is duidelijk geworden, dat m dat land honger wordt geleden. De uo sitie van de Spaanse vrouw in de maatschappij wil ons nog wel eens „middeleeuws" aandoen, doch zoals Je toestand zich er thans ontwikkelt, is er een kans, dat de Spaanse zich juist door het ellendige leven dat zij leidt, sociaal zal verheffen. In het papier stadje Tolosa en in de hoofdstad van het Navarrese bergplateau Pamplona de plaats waar eens Ignacius van Loyo la als krijgsman zijn ernstige verwon dingen opliep waren het de vrou wen, die de arbeiders tot staking aan zetten. Zij zijn het ook, die thans de spanningslijnen tussen volk en regiem bepalen en dat moet uiteindelijk een grote invloed hebben op haar morele en sociale positie in het Spaanse bur gerleven. Hebt U een eeltknobbel of eeltgezwel aan de voet? Hier is 'n middel dat de pijn verjaagt, de ontsteking opheft, de op zwelling vermindert en de misvormde teen haar normale stand doet her nemen. Dit goede middel, de beroemde Franse „Dalet Balsem", is nu ook weer in Nederland verkrijgbaar. Vraag Dalet Balsem aan Uw apotheker of drogist, prijs 2.50 per tube. Een cir culaire met nadere bijzonderheden wordt U gaarne toegezonden op aan vrage bij N.V. Agila afd. 1 IJmniden (Advertentie, Ing. Med.) „\^AT moet ik daar nu aan doen?" vroeg een moeder me. „Als ik de jongste in de box zet, doet hij niets dan brul len, en als ik hem er uit neem, zit hij overal aan." Daar ik ver moed, dat veel moeders met deze zelfde moeilijkheid zitten, lijkt het me goed, er eens over te schrijven. Naarmate het kind opgroeit, wordt zijn wereldje steeds gro ter. Eerst is het alleen de wieg; dan wordt het de box, daarna de kamer dan het huis. Zo gaat het steeds verder. En elke keer gaat het kind in zijn nieuwe wereldje op ontdekking uit. Het is een kleine ontdekkingsreiziger, een natuuronderzoeker. Instinctief wordt hij er toe gedrongen de dingen beet te pakken, en in zijn mond te steken, (want het kleine kind voelt met zijn mondje) en door het betasten en han teren van allerlei voorwerpen leert het ze ken nen. Zo ervaart het, dat je papier scheuren kunt, en welk geluid dat maakt; dat sommige ringen in stukken vallen, als je er mee gooit, dat er weke of vaste stoffen zijn, enz. enz. En of het dat scheuren nu leert aan Pappie's tijdschriften, en gooien aan Mammie's theeservies, en de weekheid van sommige stoffen aan de boter dat hindert het kind nog niet. Het doet ontdek kingen, die boeiend en interessant zijn en her haalt ze met groot pleizier. De wereld is vol mooie en boeiende dingen, en het is geen won der, dat een kind protesteert, als het in zo'n kostelijke bezigheid wordt gestoord, en in de box wordt gedeponeerd. We kunnen er dit van leren, dat het kleine kind niet méér in de box gehouden moet wor den, dan nodig is, en ten tweede, dat we, als het kind in de kamer of tuin rondscharrelt, er zoveel mogelijk bij moeten blijven, en zorgen, dat er geen dingen binnen zijn bereik zijn, waar hei kwaad mee kan. Ik denk b.v. aan de kleine ta feltjes, met onderop tijdschriften, die nog gele zen moeten worden, en bovenop een kleedje, met een of ander breekbaar voorwerp. Want die tijd schriften nodigen tot scheuren, en aan dat kleedje trekt het zich op, als het wil staan. Lag? kasten, een dressoir b.v., moeten op slot zijn. anders gaat het kind de inhoud onderzoeken Kortom, U moet de kamer er wat op inrichten en als er dan toch nog een enkel ding is, waai het niet aan mag komen, en dat U moeilijk ver wijderen kunt, waarschuwt U met „Pas op!" of iets dergelijks, als het er tóch naar toe gaat. Maar denkt U er aan, voor zo'n peuter is hei verbod nog gebonden aan de persoon, die het geeft; dus zoiets gaat alleen goed, als U er bij bent. „Ja, zult u zeggen, dat is nu allemaal heel aardig, en ik wil het ook wel geloven, maar u moet niet denken, dat ik de hele dag om zo'n hummel heen kan zijn." Nee, natuurlijk niet. Maar wel kunt U Uw werk zo verdelen, dat U het werk buiten de kamer zo veel mogelijk tijdens zijn middag slaap doet, en op andere tijden, ja, dan moet het inderdaad de box in. Gaat uw kind dan brul len, dan laat U hem brullen. Het leert gauw genoeg, dat het hem niet helpt, en dan kiest het wel eieren voor zijn geld. Maar het scheelt al veel hóe U zo'n peuter in de box zet. Doe het nooit bruusk, maar zeg er eens een paar woordjes bij; geeft het een enkel stukje speelgoed, en knik het nog eens toe. Het contact moet, ook als het kind in de box is, be waard blijven. Kijkt U af en toe eens om een hoekje, wuif eens tegen hem of wat ook; dan voelt het kind zich niet meer eenzaam, want ook dat kan een oorzaak van het huilen zijn. Dan moet U niet te veel speelgoed in de box doen. Zo'n box vol met alle mogelijke beesten, |l!llll!IIIIIHIIIIIIIll!lllllllll!lillllllllllinilil!llllllllllllllllllilll!llllllinillllllll!!iinillllllllllIlllllll!lllllllllllllllllll>l!llll| poppen enz. is wel een aardig gezicht, maar het kind weet door de veelheid niet, waar het mee spelen zal, en het leidt hem te veel van zijn spel af. Geeft hem gerust een oude krant om aan stukken te scheuren; een pannetje en een lepel b.v. waar het lawaai mee kan maken; zoiets doet een kind graag. Verder speelt het graag met dingen, die kunnen bewegen: een bal is b.v. heel geschikt. U kunt die ook aan een koord bo ven de box hangen, dan kan het kind er zich aan optrekken, als het wil gaan staan. Een slappe pop, een beertje, e.d. zijn ook geschikt, en als het iets groter is, een linnen prentenboek, en een torenkubus. Daar doet het, al bouwend, al lerlei ervaringen mee op; de ene keer wordt het hoger; de andere keer valt het om, en weer een andere keer verdwijnen de kubussen in elkaar. Nu heb ik toch nog veel speelgoed opgenoemd. Maar daarvan geeft U er dan maar twee of drie dingen tegelijk, en wisselt af en toe eens om. Als U wat op zijn spel let, merkt U al gauw, wat hem op een moment het meeste boeit. Ik hoop, dat dit stukje U wat op weg helpt maar het blijft een lastige leeftijd. Kleine kin deren zijn handenbindertjes. H. A. POSTMA—VAN ALBADA.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 8