Bij de bariton David Hollestelle SIDO De auto van de korporaal Bed PELS Vrouw is reeds meer dan honderd dagen buiten kennis Verzoening in Ransiki Kwekerij „De Wingerd" levert dertigduizend k.g. per jaar 1 Ik wilde zanger worden' Van een Helder se kantoorstoel naar radio en concertzaal Straks solist in Naardens Grote Kerk Wetenschappelijke wereld staat voor raadselen AL GERUIME tijd liggen in het Radcliffe-ziekenhuis in Oxford twee mensen te slapen, die maar niet wakker worden. De ene zieke, een jonge vrouw van 31 jaar, is op haar fiets in botsing gekomen, nu ruim honderd dagen geleden, en is sindsdien buiten kennis. De andere, een jongetje van twee jaar, die een trap van een paard tegen het hoofd heeft gekregen, ligt al meer dan tachtig da gen in een diepe sluimer. Zij vertoeven In een geestelijk niemandsland; de art sen staan bij hun bedden en wachten. Ze kunnen er weinig aan doen. Deze „slaap" kan spoedig ten einde zijn ze kan ook nog maanden en jaren duren. Niemand kan hel zeggen. Wat gebeurt er in de menselijke geest? Paardenshow in Richmond W*\ ft Éspfil M m wmm MwmÊlM Misverstand in dagbladen CONSOMMÉ CHAMPIGNONS" Modernste methoden worden toegepast luxe Leverancier voor hotels Vice-adm. gaa Schout bij m op Elf communi te Duisburg Speci Ko POORT Oude r iiiniiiiiiiiiiiRiiiii N.V. VKIJÖAG 15 JUNI J9ÖX £JE ZANGER ZWEEG. De vrouw achter de zwartglanzende piano speelde een slotaccoord. Toen Het ze haar handen rusten en zei: ,.'t Was weer beter Daaf. Dit laatste nog even herhalen". En opnieuw luisterden we naar de vólle, warme bariton van David Hollestelle, die met zijn repetitrix, mej. O. Buchler, in een ons voor dit ogenblik onbekend huis in een ons even onbekende Hilver- sumse straat een deel van zijn repertoire doornam. „Lied eines Schiffers an die Dioscuren". Mayerhofen dichtte het. Schubert schreef de muziek. David Hollestelle zong het met een overgave, die ontroerde. „Dioscuren, Zwilingssterne.mich beruhlgt auf dem Meere euer Milde, euer Wacheu...." Dioscuren, dubbelster.... uw mildheid, uw waken boven de zee geeft mij rust.... In een gebeitste lijst aan de wand boven de piano zagen we de koppeu van Wagner, Beethoven en Liszt. Het was of de grootmeesters mee luisterden en hun zwijgen instemde met het lied van de schipper, dat boven het klotsende geluid van het water uitklonk naar de verten van het machtige ster- renbezaaide uitspansel. Wetend, dat onze nationale bariton Laurens Begtman op dezelfde leeftijd als hij, in deze zelfde kamer en eveneens profiterend van de rijke kennis van mej. Buchler, nu twintig jaar terug de eerste stappen zette op de weg, die hem in ternationale faam zou brengen, trokken we onwillekeurig een vergelijking. Óok deze, voormalige Helderse, zanger met zijn prachtig stemmateriaal en de sterke wil er te komen, heeft mogelijkheden om een hooggesteld doel te bereiken. Het eerste succes kwam dezer dagen met het verwerven van de onderscheiding „Eerste vocalist' voor het seizoen 19511952. mej. Buchler weer aan haar piano plaats nam. „Ik heb één grote wens. Liederen zingen en het oratorium- werk. Maar vóór ik mij daar geheel aan kan wijden, zal er nog geducht gewerkt moeten worden. De liedkunst is heel moeilijk. Ze vraagt een rijke kleurschakering in stem en voordracht, die veel subtieler in de onderlinge verschillen moet zijn dan bij de opera. Niet alleen de stem, nA EEN door Hollestelle aangevraag de en geslaagde auditie voor het Nederlands Impressariaat, nam hij op 28 Mei met veertien zangers en zange ressen deel aan een auditie georgani seerd docrr het Contact Centrum van Nederlandse Musici. De jury, bestaan de uit de sopraan To van der Sluis, dr. Anton van der Horst, Laurens Bogt- man, Felix de Nobel en de heer E. Bomli, chef van de muziekafdeling van de Nederlandse Radio Unie, was unaniem van oordeel, dat David Holle stelle voor de begeerde onderscheiding in aanmerking moest komen. Dit houdt in, dat hij voor solistische medewer king zal worden aanbevolen bij orkest en koordirigenten. „Ik wilde zanger worden" DAVID HOLLESTELLE het lied trok me onweerstaanbaar „Dat David dit reeds nu zou berei ken, hadden we niet verwacht" zei mej. Buchler, toen de les even werd onderbroken voor een kop thee. „Het was een grote verrassing. Hiermee werd tevens weer eens bewezen, dat hij die hard werkt, zich de beloning daarvoor zeker niet zal zien ontgaan". Het was mijn kans „■pOEN ik negentien jaar was", had had David Hollestelle ons reeds verteld, „had ik al een onbestemd ge voel, dat ik zanger zou worden. Hoé, dat wist ik nog niet. Voorlopig moest ik me tevreden stellen met een kan toorstoel. Thuis werd veel gezongen en evenals mijn zuster verleende ik medewerking aan evangelisatiebijeen komsten. De thans in Alkmaar wo nende tenor Jan Willems gaf mij les. Op aanraden van de Helderse predi kant ds. Borghardt reisde ik in 1947 naar Hilversum om Laurens Bogtman te vragen zijn oordeel over mijn stem te willen geven. Dit viel gunstig uit. Bogtman was heel tevreden over de door Willems gelegde grondslag en spoorde mij aan te solliciteren bij de Nederlandse Radio Unie. Ik werd aan genomen. Op mijn kantoor wees men naar het voorhoofd. Ren vaste baan bij het Rijk prijsgeven om te gaan zin gen, was maar een waag vonden ze. Maar het was mijn kans. Het won der van de muziek had me vaster dan ooit te pakken en zou me niet meer loslaten. Ondanks zijn door concerten zo druk bezette tijd, aanvaardde Lau rens Bogtman mij als leerling. Ik ben de enige. Alle andere heeft hij moe ten afzeggen. Toen ik mezelf voor de eerste keer, net tijdens de geboorte van ons derde kind, door de radio hoorde zingen, was dat een hele sensatie. Hoeveel uur per dag ik voor de Radio Unie 'werk? Gemiddeld vier uur. Repetities en uit zendingen met het Groot Omroepkoor, het Omroepkoor en het Kamerkoor. Zo nu en dan op uitnodiging van een omroepvereniging ook een recital. Vier uur lijkt niet lang, maar het eist grote lichamelijke inspanning en een sterke geestelijke concentratie. Als het voor bij is, heb je heus je portie wel ge had". Het lied „Welk doel staat u nu precies voor ogen?" vroegen we Hollestelle, terwijl maar je hele wezen moet een uit drukking zijn van dat wat dichter en componist hebben willen 2eggen. Ik geloof, dat ik dat doel kan bereiken. Het is iets dat je in je diepste wezen zo voelt. Zo juist ben ik uitgenodigd om In de Grote Kerk in Naarden ais solist mee te werken dit najaar in de „Jo hannes Passion" volgend jaar op Goe de Vrijdag in de grote uitvoering van de „Matth&us Passion", Als men weet, dat de jaarlijkse Matthkus-Passion uitvoeringen onder leiding van dr. Anton van der Horst in de Indrukwekkende Grote Kerk van het oude Naarden door hét hoge niveau van de vertolking van Bachs schoonste muziek en de medewerking van de beste solisten internationale bekendheid hebben, is het te begrij pen, dat Hollestelle ons dit met ge rechtvaardigde blijdschap vertelde. Dit te hebben bereikt na een studie van slechts enkele jaren, is zeker een zeldzaam voorkomend iets. Hiervoor te worden gevraagd op zichzelf al is een eer en een blijk van waardering, die slechts de besten ten deel vallen. „Dit nu maar eens David','. Mej. Buchler maakte een eind aan ons ge sprek. Voor haar op de piano stond de muziek van de aria „Schlumert ein" uit Bachs cantate „Ich habe genug". En weer was daar in de kamer alleen Hollestelle's krachtige, beweeglijke bariton. Alleen met Bachs lied. De klanken van de piano klonken slechts als van een verre achtergrond. W. K- E* IS weinig bekend over slaap en bewusteloosheid. Elk jaar lopen honderden mensen in Engeland een wond aan hun hoofd op, die hen van wezens met een geest verandert in ve geterende schepselen .Groenten" (vege tables) noemen de artsen deze patiën ten. Zij eten en drinken, doch zijn niet meer in staat tot denken. Langs kunst matige weg worden zij gevoed met eieren, melk en druivensuiker. Gere geld Worden zij in een andere houding gelegd, zodat door hun langdurige slaap geen ziekten kunnen ontstaan. Veel meer kan de wetenschap aan de ze ongelukkigen niet doen. Soms kan door een zorgvuldig uitge voerde hersenoperatie een splinter been worden verwijderd, dat de oorzaak was van deze staat van ononderbroken be wusteloosheid. Maar in het geval van deze beide patiënten hopen de deskun digen, dat tijd en rust de genezing zul len brengen. Zij weten nu, wat er ge beurt, wanneer iemand bewusteloos wordt door een kwestuur aan het hoofd. De halfvloeibare hersenen worden door de schok door elkaar geschud. Een ver plaatsing van een centimeter is vol doende, om de geest volledig in het duister te hullen. Herstel mogeljjk. Sommigen worden weer volkomen beter, doordat de hersenen zich van de schok herstellen. Anderen lijden tij dens hun herstel ondragelijke hoofdpij nen. Soms ook treedt blijvende ver lamming op. Elk geval vertoont weer andere verschijnselen. Zo slaapt de baby als een vermoeid kind. De adem haling is zacht, zijn oogjes zijn altijd gesloten. Het meisje, waarvan hierbo ven eveneens sprake was, opent soms haar ogen en beweegt 2ich dan ook, hoewel ze verder altijd stil ligt. Dit houdt de steeds aanwezige artsen en verpleegster ernstig bezig. Kan zij in derdaad zien en iets begrijpen, of kan men hier slechts spreken van een schijnbare onderbreking van de sche mertoestand? De wetenschap, aldus de Sunday Express, is nog niet zo ver ge vorderd, dat zij hierop een antwoord kan geven. Ofschoon mén, dank zij Röntgenfo to's, veel van de hersenen af weet, kan men toch niet ontdekken, wat er in de geest van een bewusteloze omgaat. Dromen zij? Een van de best" specia listen op dit gebied, dr. Wilfred Harris, zegt hierover: „Wij weten het niet. Wij weten zelfs niet eens, of de patiënten dromen, wanneer zij bewusteloos zijn Wij vragen hun hiernaar later wel, maar zij kunnen het zich niet herinne ren". Langdurige slaap. Er zijn gevallen bekènd, waarin de patiënten veel langer bewusteloos zijn geweest dan tachtig en honderd dagen. Een vrouw in Johannesburg, Agnes Swanepoel, sliep een-en-dertig jaar, Patricia Maguire in Illinois vijf jaar en zeven maanden. Zo zijn er vele geval len bekend in de medische weten schap. Soms sterven de .slapers. Maar vaak blijven zij in leven en moet men hun vertellen over de oorlogen, de ram pen en de moeilijkheden, die de we reld tijdens hun slaap hebben geteis terd. In Engeland is het geval bekend van mevrouw Ivy Smith, in Middlesex. Zij viel in Augustus 1937, twee-en-twintig jaar oud, van het dak van een Lon- dens huis, een val van vijf en twintig meter. Het duurde zestien weken, voor zij haar ogen opende. Bekend is ook het geval van het zeventienjarige meis je Betty Baxter, die twee jaar geleden gedurende zes weken in een ziekenhuis in Sunderland heeft gelegen en al die tijd buiten bewustzijn was. Toen zij weer bijkwam, herinnerde zij zich niets meer van de jaren, die aan haar ont waken waren voorafgegaan. Zij moest opnieuw kennismaken met haar ouders en haar broers en zusters. Zij is nu ge trouwd en zal spoedig haar eerste kind krijgen. De artsen in het ziekenhuis ra Sunderland hebben hiervoor grote be langstelling. Zij hopen nl., dat het ge heugen terugkeert, wanneer de baby eenmaal geboren is. De beroemde specialist Sir Hugh Cairn, die de zorg heeft over de jonge vrouw en de baby uit het begin van dit artikel, kent alle gevaren, die zijn patiënten lopen. Maar hij kan niets anders doen dan oppassen en afwach ten. Het raadsel, waarvoor hij staat, is nog onoplosbaar. (Van een correspondent in Nw.-Guinea) DAT WAS niet zo mooi, daar bij de Ahggimeren. In '42 was er bonje geweest tussen militèr en enkele fa milies, waarbij van weerszijden doden vielen. Daar was nu nog nooit eens, zoals de adat dat eist, een verzoe- ningsfeest op gevolgd. En bovendien, zolang dat feest niet heeft plaats ge had, kun je er nooit gerust op zijn, dat nog niet eens het beroemde staartje van het beroemde muisje om de hoek komt kijken. Dus werd de zaak aan gebonden en door bemiddeling van de bestuurspost Ransiki trok een mili taire patrouille daarheen om samen met de betrokken Arfakkers deze per kara voorgoed te begraven. Na een bewogen vaart per Higgins, waarbij overduidelijk bleek, dat niet iedere infanterist zich thuis voelt te land, ter zee en in de lucht, werd de reeds van Ransiki bereikt, waar drie vlerkprauwen poogden het gezel schap van de jitterbuggende Higgins te halen. En omdat de prauwen nog wat danslustiger waren dan de Hig gins, had het heel Wat Voeten in de aarde, (beter gezegd: in het water) voor alles aan land was. Vele handen maken licht werk en zo was de barang met veel Papoease hulp en mèt nog véél mèer geschreeuw, weldra in de „Kota" Ransiki, die 4 km. landinwaarts ligt. Onderweg zag Sold. I Jacob nog kans met een kop schot een vliegende vogel neer te ha len. Een goed schot, dat niet na liet indruk op de Papoease dragers te maken. De dans 's Avonds feest. Een droom van jeugdige autochtonen danste: Dat wil zeggen: Zij sprongen met stijve benen in het rond, daarbij een keten vor mend: de handen naast de schouders ineen, de onderarmen tegen elkaar. Steeds weer, urén lang, zongen Zij eenzelfde mélodie, die in 7 noten op te schrijven is. Na iedere ronde werd op gehouden en werden nieuwe woorden gelanceerd. En zo werd een heel ver haal „gedanst", beginnend bij de komst van Nippon om datt langs de Ameri kaanse tijd te komen tot het heden, waarin zij zich senang voelden en blij waren, dat ook de oude perkara nu tot het verleden behoorde. De dansers waren onvermoeibaar. Ze waren in pakean deftig. Buiten hun tjawat (lendendoek) bestond hun kle dij geheel uit kralen, soms wat veren of andere schone zaken. De één voel de zich fraai uitgedost met het af- sluitblikje van een sigarettëiitinnetje aan een touwtje om de hals. de ander had een K.N.I.L.-knoop aan een vei ligheidsspeld, die door de rechteroor- lel gestoken was. Een fraai geheel. Daar kwam een fluitorkest van kust- papoeas. Ze speelden van alles, van het Wilhelmus en de Marsellaise tot „Singing ai ai Jippië". En de dansers probeerden dit orkest te overstem men. Dus behoorlijk ramèh! De eigenlijke verzoening vond de volgende middag plaats. In een carré stond alies opgesteld: familieleden, hoofden, militairen en Papoeapubliek. Als teken van de verzoening moest een bamboe doorgekapt worden, wel ke vast gehouden werd door een stamhoofd en door een militair. Maar voor het zover was, kwamen er nog verschillende speeches en schotén in de lucht. Maar het mooiste waren toch wel de geschenken in de vorm van stof, tabak, rijst en kapmessen, waar alles in bewondering omheen- drong. Het duurde dan ook wel even voor een en ander over de belangstel lenden verdeeld was. Maar nadat dit zijn beslag had gekregen en nadat de hoofden plechtig hun duimafdruk on der een officiële soerat gezet hadden, kon men rustig huiswaarts trekken. Er heerst weer volkomen vrede aan de Anggimeren. - r, In de Engelse stad Richmond werd dezer dagen een Koninklijke paarden show gehouden, waarbij dit span volbloed-hengsten grote aandacht trok. (Van een bijzondere medewerker) De Algemene Rekenkamer is onge twijfeld een zeer nuttige instelling. Haar verslagen behoren tot de aardig ste lectuur, die men zich denken kan, want de leden plegen geen blad voor de mond te nemen en ontzien niets of niemand. In het jongste verslag, dat vorige week werd gepubliceerd, wor den de generaals op de hak genomen. De Rekenkamer vond het overdaad, dat opperofficieren (generaals) en le den van de Legerraad met dienstauto's van hun woonhuis naar hun bureau worden gebracht. Hiertegen is de staatssecretaris van Oorlog, de vice- admiraal Moorman, in het geweer ge komen. Hij was van mening, dat het niet met het minimale decorum in overeenstemming zou zijn, indien op perofficieren in uniform zich tijdens de spitsuren in het gedrang bij de openbare vervoermiddelen zouden be geven, of vier keer per dag per fiets door de stad zouden gaan. De Reken kamer was echter van een ander ge voelen en meende, dat vóór de oorlog dat decorum allerminst werd geschaad toen bedoelde functionarissen zich onthielden van het gebruik van dienst auto's voor genoemd doel. Men kan hierover twisten, maar wij zouden op deze zaak niet verder zijn ingegaan, Ware het niet, dat in de Volkskrant waarschijnlijk door een telefonische overbrenging van het be- (Van onze speciale verslaggever) PEN VAN de gerechten, die smulpapen in vervoering brengt en die veelvul dig op de goedverzorgde menus voorkomt is champignonsoep. Op zo'n menu staat het natuurlijk vermeld als Consomme Champignons a ladan volgt één of andere indrukwekkende Franse naam. Maar noch de soep noch de champig nons hebben veel met Frankrijk uit te staan. Integendeel, de champignons worden geteeld in Nederlandse kwekerijen in goede Nederlandse aarde met ge garandeerd echte Nederlandse paardenmest als voedingsbodem. De meeste champignons voor de badhotels komen ook niet uit de grotten van Limburg, waar de kwekerijen in moeilijkheden verkeren, maar van de kwekerij „de Win gerd" in Wassenaar, welke niet minder dan circa 30.000 kg. champignons per jaar produceert. Het kweken van champignons ge schiedt doorgaans in grotten en spe lonken in bergachtig gebied, maar al sinds 20 jaren kweekt de Wingerd deze zwammen op de Amerikaanse manier: in kisten, die in lange rijen in schuren wórden opgesteld. Champignons kwekeh is heel wat omslachtiger dan het kweken van peultjes en worteltjes. Allereerst moet men beschikken over vele tonnen nurt van paarden, die alleen met haver of rogge zijn gevoerd. Door deze mest wordt wat gips gemengd om hem wat bewerkelijker te maken en dan wordt de mest in een schuur opgeslagen om te broeien. Als de mest goed doorge- broeid is en droog en gebroken is, wordt hij in platte kisten van één en een kwart meter lang en veertig c.m. breed gedaan. De kisten gaan vervol gens veertien dagen lang in stoom- schuren, waar de mest wordt gepas teuriseerd. Dit pasteuriseuren is nood zakelijk omdat de champignons ge voelig zijn voor ziekten en in de on- gepasteuriseerde mest natuurlijk tal rijke bacteriën en larven voorkomen. Als de temperatuur in de stoomschu- ren weer tot ongeveer 25 graden is ge zakt, na het afsluiten van de stoom toevoer, dan wordt het zaad, 't „broed" noemen de kwekers het, over de mest- laag uitgestrooid. Biologen zouden te gen de term „zaad" bezwaren kunnen maken, omdat een zwam eigenlijk „sporen" voortbrengt. Twee weken wachten Twee weken duurt het voor de schimmels geheel zijn uitgelopen. Dan komt er een twee centimeter dik laag je aarde over; de kisten worden in schuren gezet waar een constante tem peratuur van 15 tot 16 graden Celcius heerst en waar een regelmatige aan voer is van verse lucht. Het toneel is nu klaar, het doek kan opgaan voor de champignons. Die laten dan ook niet lang meer op zich wachten. Na vier en twintig uur al kunnen de kwe ker en 2ijn helpers de schuren bin nen gaan en de eerste plukken. Dat plukken gebeurt 's morgens. Champig nons moeten zo vers mogelijk gegeten worden, anders gaat er teveel van do fijne smaak verloren. De mandjes, die de kweker 's morgens vult moeten 's middags bij de kok in de keuken staan. Champignons zijn erg lekker, maar niet goedkoop. De gemiddelde prijs is vijf gulden per k.g. Daarom is de champignon geen spekje voor ieders bekje, althans niet voor dagelijkse kost. Er zijn maar weinige keren, dat de Wingerd champignons levert aan particulieren; dat gebeurt eigenlijk al leen bij bijzondere familiefeesten. Behalve verse champignons produ ceert de Wingerd ook ingeblikte, die wat goedkoper zijn, die veel worden geëxporteerd. Behalve in de schuren in Wassenaar kweekt de Wingerd ook champignons in de bunkers van de voormalige Westwall nabij Katwijk- 's Zomers lenen deze grimmige bouw werken zich hiervoor uitstekend. Band met Frankrijk Het „zaad" of „broed", dat de kwe kerij gebruikt (de sporen dus), wordt uit Frankrijk, de bakermat van de champignonkweek, geïmporteerd. Men zou het kweken van zaad ook wel in Nederland kunnen doen, maar het is vooralsnog goedkoper het in te voeren. Dit broed is dus het enige, dat de richt in plaats van opperofficieren te lezen stond: onderofficieren. Zö meldde dus deze krant, dat de Reken kamer het niet juist vond, dat onder officieren met dienstauto's van huis naar hun bureau werden gebracht. En zij legde de Staatssecretaris de woor den in de mond, dat het beneden hun stand zou zijn (wij zeggen het nu maar huiselijk), indien onderofficieren Zich in het gedrang bij bus of tram mengden, of naar huis fietsten. Hier ligt het misverstand duimen dik boven op. Onderofficieren, dat zijn dus korporaals, sergeants, sergeante majoor en adjudanten, zijn mensen, waar wij veel respect voor hebben. Zij vormen de ruggegraat van het leger. Maar elke dag staan zij mèt honderden subalterne en hoofd-officieren in de rij voor tram, bus of kaartjesloket in de stations. Indien zij per dienstauto haar hun bureaux moesten worden gé bracht, zouden er honderden en nog eens honderden auto's nodig zijn. Een misverstand! Maar verscheidene bla den zijn er serieus op ingegaan. Het dagblad „De Stem" te Breda bijvoor beeld schrijft, dat het Kamerlid Tila- nüS fietst en dat prof. Romme met de tram naar huis gaat. Maar ja filo sofeert bitter de redactie de heren zijn ook geen onderofficier! Nog erger maakt de Maasbode het. In een hoofdartikel op de voorpagina citeert de hoofdredactie het (onjuiste) Verslag van de Volkskrant en conclu deert dan: „Let wél, Zijne Excellentie spréékt van het minimaal vereiste decorum! Decorum is een schoon iets, maar de wijze, 'Waarop in het hier gesignaleer de geval het decorum in acht genomen wordt, getuigt toch wel van een op ait punt bepaald overspannen menta liteit, kwalijk te verenigen met de noodzaak van drastische bezuiniging, ook in de publieke sector". Hoe is het mogelijk, in ernst te denken dat de legerleiding van oor deel zou zijn, dat het beneden de stand van een onderofficier is om te gaan fietsen of de tram te nemén! Een generaal op de fiets.... Wij kunnen ons indenken, dat men in be paalde kringen daartegen bedenkingen oppert. Maak wie zal ooit bezwaar kunnen hebben tegen een sergeant op hét achterbalcon van lijn 1 Zou de lust om critiek te óefenèn sommige schrijvers niet wat al té haastig naar de pen doen grijpen? Dé Maasbode had verstandiger gedaan, zelf eerst eens het verslag van de Re kenkamer té lezen. Dan had men on derofficieren niet met opperofficieren verward Consommé Champignon, dat de gasten van cmze luxe hotels langs de kust en in onze grote steden zo veel genot Verschaffen, met Frankrijk verbindt. De directeur van de Wingerd, de hr. J. P. Woltman, heeft een verklaring voor het feit, dat het de laatste tijd met de champignonkwekerij in Lim burg, de provincie waar in ons land het eerst met de kweek van de lek kernij begonnen werd, niet zo goed meer gaat. De methoden die men in Limburg toepast zijn verouderd en bovendien zijn de kweekplaatsen kweekmoe, zoals hij dat noemt. Men kan de grotten niet vrij meer houden van bacteriën enz. die ziekten ondèr de champignons veroorzaken. Naar wij vernei bericht te verwa raai jhr. E. J. var staf en bevelhebt ten, deze functie Vice-admiraal den opgevolgd A. de Booy, thai Smaldeel V. Naar wij verde; mandeur F. T. Br hoofd van de afdt Nederlandse Milit neeie, binnenkort de Booy opvolgen smaldeel V. Men kon ons niet mededelen, Holthe zijn maritl eindigen Of wellic band een andere Een beslissing ter genomen te zijn. De politie te Dl dag bij een inval eenkomst van 1 communistische je sonen aangehoudei Op de vergadei zijn over de toekc de communisten te Duitsland, in het 1 de aetiè onder dé het Ruhrgëbied. De politie had ten, benevens een geld, in beslag gi 1 pers. ledl stalen gezor matras DITO met voetbor 2-pers ledil stalen gezon matras DITO met voetbor< OPKLAPBEI van prima g matras 1-pe: 2-per Stalen slaapl best. uit: 1 kant, tafel, nachtkastje DITO doch 5 kant en 2 st Slaapkamer pers. ledikai commode, t£ kastje en 2 compleet Slaapkamer pers. ledikai de, tafel, i en 2 stoelen compleet Ligstoelen h beuken uitvo ZEEMLEER ONZE BEKE Voor garage- DE ACCIJNS STAAT VOC ALKMAAR Wij verzorgei Voordi llllllillllllllllHlllil

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 6