Ameril beleve Muzikale kroniek DO°^LËluND) Een meisje uit Axel schreef even op een advertentie Resultaat: Twee jaar gouvernante in het land van koning Faroek Kersenslag Nel Hermsen. naar de V.S. Bevel zeestrijdkrachten overgedragen De Kamerplanten in de zomer BEURS MIDDENMEER Bij stagnaties in de treinen!oop komt het O.K.B. terstond in actie Als een enorme spin De kleine tuin Nu wjj met vacantie gaan, zal ook even aandacht aan de tuin besteed moeten worden, want als we die aan zijn lot overlaten, vinden we straks bij onze terugkomst een wildernis. Een tuin ziet er zeer spoedig verwaarloosd uit; daarom zullen we alles in het werk moeten stellen vóór het vertrek alles prima in orde te brengen. Haar vorst Overpeinzinge kreupel jul Juist iets oi in huis te n D e mannen i kunnen U op dagen soms verras de vraag of er niets ken is. Dan is het voldoening voor ei vrouw om dadelijk paar flesjes koel b de dag te kunnen Ook aan tafel kan een glas bier zo b welkom zijn. Het Radioprog DONDERDAG 2 AUGUSTUS 1951 pHIA VAN DEN BERG uit het Zeeuwse stadje Axel is twee en twintig; jaar oud en een ondernemende jongedame! Toen zgj haar diploma R.H.B.S. had behaald, volgde zjj de spoedcursus voor onderwijzeres en stond voor de klas in Sluiskil, in Eindhoven en Lewedorp. Ir Sluiskil onderging zjj haar vuurdoop: zij debuteerde er en kreeg meteen drie klassen tegelijkertijd: Zo tussen het onder wijzen door haalde zij haar acte handwerken en haar eerste diploma aan I et Gentse Conservatorium en uit dit alles blijkt wel, dat zij over de nodige energie beschikt. Maar toen dit alles gebeurd was, vond zij, dat het tijd werd om eens wat meer van de wereld te zien, Haar aandacht werd getrokken door een adver tentie, waarin een Nederlandse familie een gouvernante voor Egypte vroeg. Zij schreef erop en een paar dagen later lag er een brief voor haar in de bus nvt het verzoek om ergens in Nederland eens te komen praten. En dat klinkt gek meneer, maar Ik kréég dat baantje en het conserva toriumdiploma gaf eigenlijk de door slag, omdat ik in staat zou zijn om ook muziekles te geven. Eindeloos duurde het wachten op het vereiste vi sum, maar in 1949 kon ik dan toen weg. Zo vertelde Phia van den Berg. Vóór die Egyptische advertentie had zij al geschreven op baantjes in Istanboel en zelfs in Teheran. Nooit kwam er op die brieven antwoord. Maar Egypte was raak en men kan zich voorstellen, wat dat betekende. Vader van den Berg vertrouwde de zaak eerst maar half, trok op infor maties uit en kwam tot de conclusie, dat alles O.K. was. Dus werden de koffers gepakt en zo zat dat Axelse meisje op een goede dag, nu bijna twee jaar geleden in de trein, dienaar Genua voert. Daar werd een hut op een emigrantenschip haar volgende ver blijfplaats en via Napels ging het re- Mijn buurvrouw is een allergemoe- delijkste, bedaarde dame, die zich zel den of nooit kwaad maakt. Al trachten haar ook de baldadigste en brutaalste lieverdjes uit de hele buurt te jennen' dat de stukken er af vliegen zij blijft zichzelf gelijk en is zelfs in staat, de sinaasappelpaedagogiek van Jan Ligthart met stukken te slaan. Dat levert haar wel eens moeilijk heden op. Niet iedereen laat zich dooi dergelijke zachte krachten overwin nen. Soms ware het beter, dat zij op de vuist ging en de boosdoeners met meer doorslaande argumenten duidelijk poogde te maken, hoe ongepast hun gedrag is. Maar een enkele opmer king, tegen ons ouderen gemaakt, be wijst haar innerlijke rust, ja haar vol slagen onverschilligheid voor al dit gedoe. Daarom was het een groot wonder, dat wij haar enkele dagen geleden in een staat van volslagen razernij van de markt zagen terugkeren. Aanvankelijk meenden wij, dat zij een nieuwe jurk had gekocht in een zeer moderne kleurstelling, en dat zij over deze aan winst grotelijks opgetogen was. Maar al spoedig ervoeren wij het tegendeel. Buurvrouw was zeer boos. Kom ik daar op de markt bij zo'n vent en wil een kilo kersen van hem kopen, vertelde ze. Ik vroeg: zijn ze goed? Ik wil geen bedorven hebben Ze zijn prachtig, zegt die man te gen me. Vers van de boom. Beter kun je ze niet verlangen. Goed zeg ik, geef me maar een kilo. Bij ze afwegen en daar zie ik, dat hij er een heleboel aangestokenen en zelfs rotte tussendoor probeert te smok kelen. Hé, vader, zeg ik nog, dat komt niet uit. Ik zou goeie van je hebben. Ze zijn toch goed, zegt hij, kiji dan maar. En meteen houdt hij me een handvol voor. Die zagen er wel aardig uit. Maar toen ik de zak nog eens opendeed, wist ik het wel. Een en al beroerdigheid wat er aan was Ik terug naar die kerel, en me be klagen. Eerst in het gemoedelijke, maar daar wou hij niets van weten. Toen heb ik hem eens even de waar heid gezegd. -l- Als je mij nou tuk wilt nemen, zei ik, moet je vroeger opstaan. Hier heb jij je rommel terug en nou me centen hier. Nou mens, zo vervolgde buur vrouw haar verhaaldaar ging me die man toch te keer. V/at of ik nou eigen lijk wel wou. Hij had goeie waar ge leverd en als ik ze plat kneep, dan was dat mijn zaak, maar dan moest ik hem niet zïvart proberen te maken. Nou en dat was mijn eer te na, Dat ik die zak bij een eind gepakt en hem de hele rotte kliek in het gezicht gesmeten. Ik zeg: ik zal jou leren, zeg ik, om een eerzame weduwvrouw zo te beduvelen. Hjer man, daar heb je het spul terug. Tot zover buurvrouw. Het tafereel, dat toen volgde, moet een film uit de oertijd van Charlie Chaplin hebben overtroffen. Want de kersenkoopman, ook niet mis, bleef het antwoord allerminst schuldig en repliceerde op een manierdie de wit hete vrouw in een van kersenbloed druipende furie en haar lichte jurk in een stemmig donkerpaars gewaad ver anderde. Waarop buurvrouw helemaal over haar toeren geraakte, links en rechts kersen graaide en van zich af smeet op een wijze, die grote averij aanrichtte onder de klederen van het op dit relletje beluste publiek. Een vertegenwoordiger van het openbaar gezag maakte ten slotte een eind aan de bataille. Het ziet er overigens naar uit, dat zij toch nog het haasje in deze historie wordt. Want de kersenman heefteen klacht wegens vernieling ingediend. Helaas voor buurvrouw dient, gezegd, dat hij de wet achter zich heeft..,. gelrecht naar Port Foead, de won plaats van de Nederlandse familie, waar zij komen zou. Een andere wereld. Het verschil was nauwelijks te ver werken. Inplaats van de zware klei van het vruchtbare Zeeuwse polder land was daar eensklaps de woestijn Inplaats van de eenvoudige Zeeuwse daglonerswoningen waren er de sfinx en de pyramiden. Inplaats van de rus tige, goedhartige, door en door eerlij ke Zeeuwen waren er plotseling de schilderachtige, drukke, opvliegende en lang niet altijd even eei-lijke Ooster lingen. Inplaats van een huis, waar slechts vertrouwde vrienden des avonds de drempel overschrijden, was er het onophoudelijke komen en gaan van mensen van allerlei nationaliteiten. Het enige wat eigenlijk niet veran derde was de levenswijze. „Ook al was de Schelde dan vervangen door de Nijl en het Suezkanaal, wij aten een Hol landse pot en wij spraken Nederlands, we leefden eigenlijk precies, zoals ik mijn hele leven had gedaan Pyramiden vielen tegen. De pyramiden? Natuurlijk ben ik er geweest, maar ze vielen me tegen. Als je aan hun voet staat, zie je eigen lijk alleen maar vervallen steenklom pen. De sfinx? Een kolos van steen, waarvan ik me ook heel wat meer had voorgesteld. Het doen en laten in de steden, het winkelen, het omspringen met het Arabische huispersoneel, waar van wij geen woord verstonden en dat van ons geen woord verstond, dat was. als ik er over nadenk, een veel groter sensatie, dan de pyramidenEn Cairo, Suez, Port Said, het waren ste den als uit de Duizend en een Nacht. Waarom Phia van den Berg naar Axel terugkwam? De Nederlandse familie ging met verlof terug naar Nederland. Of zij weer naar Egypte wil? Natuurlijk, liever vandaag dan morgen, het was een reuze-fijne tijd, Maar het staat nog niet helemaal vast. of de kinderen hun verdere opvoeding in Nederland zullen krijgen, of we»r mee naar Egypte zullen gaan en er is dus veel onzeker En zo is dus Phia van den Berg weer in dat kleine, vriendelijke Axel, zonder pyramiden, zonder Nijl, zonder Oosterlingen en zonder zon verzengde woestijnen. Maar voldaan en gelukkig met haar Egyptisch avontuur. En diep in haar hart leeft reeds de hunkering naar een volgende beleve nis Met het s.s. „Nieuw Amsterdam" vertrok onze nationale tenniskam pioene me j. Nel Hermsen naar Noord-Amerika. Zij zal deelnemen aan tournooien en ook de tennis sport in de V.S. bestuderen. Dankwoord van ihr E. J. van Holihe In een plechtigheid aan boord van het vliegdekschip Karei Doorman, dat momenteel te Rotterdam ligt, heeft de scheidende bevelhebber Zeestrijdkrach ten en chef Marinestaf, jhr. E. J. van Golthe, Woensdagmorgen zijn taak overgedragen aan zijn opvolger, vice- admiraal A. de Boojj. Jhr. van Holthe heeft uiting gegeven aan zijn dankbaarheid voor de diensten, die hij Koningin, Vaderland en Marine heeft mogen bewijzen. Hij drong er bij de jongeren op aan, hun idealen niet te laten varen. Het verkrijgen van een doeltreffende marine is de volledige in zet waard. Nadat aan boord van de Kortenaer vijftien saluutschoten waren afgevuurd, heeft vice-admiraal A. de Booij zijn nieuwe functie aanvaard met een korte toespraak, waarin hij namens de ma rine de afgtereden bevelhebber dank bracht voor diens woorden. Wederom klonken vijftien schoten over het wa ter en daarna overhandigde schout-bij- nacht C. W. Slot aan jhr. Van Holthe een kistje, dat de vlag van de schei dende bevelhebber bevatte. GROOTEBROEK, 1 Aug. 1951. 9.000 kg aardappelen, Eersteling, grof 10,60— 11,30. groot 11,80—12,70, klein 6,808, vee voer 5,205,30: Rode Eerstelingen, groot 11,70; Doré, grof 10,4010,50, groot 12,20 12,90, klein 7; Blauwe Eigenheimers, grof 9,50-^9,80, groot 10,90—11,40, klein 5.20— 5,30: Eigenheimers, grof 9,50—9,70, groot 11,4012,30, klein 5,30—5,50; Bintje, grof 1010,40, groot 10,4010,70; Alpha, grof 10,20; Koopmans Blauwe, groot 10,80. 's Zomers hebben kamerplanten ook hun verzorging nodig, al stellen ze niet zulke hoge eisen als in de donkere wintermaanden. Planten die 's zomers binnen blijven, zullen tijdens een zacht regentje eens een uurtje buiten gezet moeten worden, daar knappen ze erg van op. Zet ze dan echter zo, dat ze geen last van tocht of wind hebben, anders zoudt u de mogelijkheid voor luis zeer in de hand werken. Er zijn tegenwoordig weer voldoende goede bestrijdingsmiddelen die ook op ka merplanten toegepast kunnen worden, doch voorkomen is beter dan genezen Kamerplanten die men liever niet buiten zet, zullen het op prijs stellen als ze wekelijks even met een vochtig sponsje worden afgenomen. Dit geldt natuurlijk speciaal voor planten met grote en gladde bladeren. Wanneer men daar een gewoonte van maakt, zal men van luis weinig last hebben. Houdt u er rekening mee: Achter de ramen kan de zon heet worden, zo heet dat de bladeren van uw planten verbranden. Vele soorten kunnen die hete zon niet verdragen en daarom zul ten ze op het heetst van de dag een weinig, beschermd moeten worden. In de tuin heeft men verschillende potplanten met pot en al in de volle grond in gegraven. Zo- mogelijk zoe ken we daarvoor een licht schaduw plekje en dan liefst zo beschut moge lijk. Vergeet niet dat uw planten daar ook water nodig hebben, ook al heeft het geregend. De meeste regen valt be zijden de potten, immers het loopt van de bladeren, precies naast de pot. Con troleer dus ook na regen of het nood zakelijk is dat uw planten nog begoten worden. Vloeimest hebben ze vrijwel allemaal nodig in de zomermaanden, doch men moet de oplossing niet te sterk maken. Wanneer men per liter water ongeveer één a twee gram kunst mest oplost (Pokon) is dat al ruim voldoende. Met zo'n liter vloeimest kan men dan wel twintig kamerplanten be mesten. Juist omdat kamerplanten 's zomers in de tuin zo goed groeien, komt het veel voor dat de wortels een uitweg uit de pot zoeken. Ze groeien van bo ven over of van onderen <ff>or de pot. Daarom is het beslist noodzakelijk dat zulke potten om de veertien dagen even op gelicht worden, dan voorkomt men het overgroeien. Dat lijkt wel heel aardig men krijgt mooie en grote planten doch als ze dan tegen de herfst binnen gebracht moeten wor den, zal men al die wortels moeten lostrekken daarvan hebben de plan ten dan veel te lijden. Hooi', "stro en ruwvoeder: withooi ge perst f 85f 90; rode klaver geperst f 80f 85; lucerne hooi geperst f 90 f 100; gerststro geperst f 35f 40; tar- westro f 40f 45; karweistro f 22.50f 25; koolzaadstro. Weinig handel in hooi en stro. Vlas ongerepeld p. ha. f 1800, slepende han del. Granen: wintergerst f 26f 30; kool zaad f 49f 60; kar weizaad f 50f 65. Johan Andriessen. „Johann Strauss". De koning van de wals. Uitgave; A. J. G. Streng- holt's Uitgevers Maatschappij N.V., Amsterdam. Dit boek geeft veel meer dan de titel doet vermoeden. Het gaat hierin niet alleen over het leven en werken van Johann Strauss. Weliswaar speelt de koning van de wals jn dit boek een voorname rol, maar naast hem treden meerdere figuren op, die van grote betekenis zijn. Dit boek schildert in treffende kleuren het typisch-bekoren- de en ongemeen-charmante Weense le ven in de Keizerstad. Wat een grote bekoring ging van dit fleurige en veel al onbezorgde leven uit! Oppervlakkig bekeken schonk in deze tijd Weenen alleen maar jolijt en plezier. De wer kelijkheid was dikwijls anders. De schijn bedroog niet zelden en ook in die quasie zorgenloze tijd waren de problemen en moeilijkheden niet van de lucht. De doorsnee-Weener leefde gemakkelijk en het is een feit, dat in die tijd van het muziek- en dansmin- nende Weenen een betoverende beko ring uitging. Johan Andriessen geeft in zijn boek over Johann Strauss het Weense mu ziek- en dansleven uitnemend weer. Zonder de ware toestand te verbloe men en zonder in overdreven loftuitin gen te vervallen, weet hij van het sprookjesachtige Weense leven in de Keizerstad een zeer aantrekkelijk beeld te géven. In opzet eenvoudig f geleerd- doen is Andriessen totaal vreemd), zal dit boek zowel bij de leek als bij de vakman in de smaak vallen. Bij de leek, omdat dit boek hem een uit stekende kijk zal geven op een glans periode der z.g. lichte muziek en bij de vakman, omdat het in al zijn be trekkelijke eenvoud, hem veel wetens waardigs geeft. Wij kunnen inderdaad de lezing van dit bizonder-interessante boek van harte aanbevelen. Behalve interessant is het bovendien uiterm.de boeiend en leerzaam. Zo ooit, dan zal dit boek zijn weg door muzikaal Nederland we ten te vinden. N. C. M. Kloppenburg. Over zicht van de belangrijkste Pia nomethoden van Deppe af tot de tegenwoordige tijd. Uitgave: Broekmans Van Poppel, Amsterdam. Lange tijd is, niet het minst in ons land, in de muzikale vakopleiding de paedagogische kant min of meer ver waarloosd. Verheugend is het daarom te kunnen zeggen, dat de laatste jaren aan dit belangrijke punt steeds meer zorg wordt besteed. Wat Nederland betreft, denken wij aan vooraanstaande paeda- gogen als N. A. Textor, Dirk Schafer, J. P Vincent, W. Mirandelle, P. de Kleer, dr. G. C. Kop, Marie W. Troost en Jeanne Bosch van 's-Gravenmoer. Met verschillende hoogstaande werken hebben zij het paedagogisch en psy chologisch inzicht verruimd. W. C. M. Kloppenburg heeft in het voor ons liggende boek getracht in 'n beknopte vorm een overzicht te geven van de belangrijkste pianomethoden van omstreeks 1890 tot deze tijd. Het komt mij voor dat hij in deze taak loffelijk is geslaagd. Achtereenvolgens worden in dit werk de pianomethoden van Deppe/Klose Galand Stich ting Rijken Fay Breithaupt Steinhausen Tetzel Virgil Jaëll Letschetizky Scharwenka Blanch Selva Cortot Johnen Varró Deutch Leimer Gie- seking en Tobias Starchay behandeld. Elke methode wordt, zij het dan be knopt, duidelijk en klaar besproken. Een verdienste lijkt het mij, dat Klop penburg zich zo streng mogelijk aan de oorspronkelijke tekst van de schrij vers heeft gehouden, slechts hier en daar zijn eigen mening ten beste geeft en de interpretatie van een bepaalde methode geheel aan de betrokken le raar overlaat. Prettig doet het aan, dat Kloppen burg zoveel aandacht besteedt aan de uitspraken van „de grote Nederlandse concertpianist Dirk Schafer (1874 1931). Als leerling en vriend van Scha fer doet mij in het bijzonder deze at tentie goed. De meeste uitspraken zijn ontleend aan Sehafer's boek „Het Kla vier" (Wereldbibliotheek, Amsterdam). „Het boek van Schafer" aldus Klop penburg, „is een werk, dat bij aandach tige bestudering veel stof tot denken geeft". Naast enkele notenvoorbeelden, be vat het boek van Kloppenburg een afbeelding van Virgil's techniektafel en illustraties van handhoudingen bij Vir- "i'. Galand, Breithaupt en Leschetizky. Voor leerlingen, die een examen in de metholiek van het pianospel wen sen af te leggen, kan W. C. M. Klop- 41 sinds 1752 worden er in Santpoort ieder jaar wedstrijden in het ring steken gehouden. Een jeugdige landbouwer verovert een ring. penburg's „Overzicht" uitstekende diensten bewijzen. Het spreekt haast vanzelf, dat ook voor onze pianopae- dagogen dit werk een waardevol be zit is. Casper Höweler. Inleiding tot de Mu ziekgeschiedenis 5de druk. Uitgave: H. J Paris, Amsterdam. Zo langzamerhand is Casper Höwe- ler's „Inleiding tot Muziekbegrip" uit gegloeid tot een werk dat niet alleen van hoge waarde is, maar ook in de muzikale vakstudie een voorname rol speelt. In de opleiding tot toonkunste naar is dit werk eigenlijk onmisbaar geworden. Deze onmisbaarheid is vooral te danken aan de practische in deling van de stof. Het pleit voor Cas per Höweler, dat hij in al deze vijf druk ken zijn oorspronkelijk plan zo goed als geheel getrouw is gebleven. Hier uit blijkt vóór alles zijn scherp prac- tisch inzicht. Intussen ziet, met zoveel mogelijk behoud van het grondplan, de eerste druk er heel anders uit dan de eerste. Wat dadelijk opvalt is de uitbreiding van de stof. Trouwens, hiervan gaf reeds de vierde druk een heel duidelijk bewijs. In deze vierde druk waren o.m. nieuws de verhandelin gen over de Indonesische muziek, hert Gereformeerde Kerklied, de Sowjet- muziek, ons toonstelsel en zijn stem mingen en de Geschiedenis van de mu ziekgeschiedenis. Daarbij werd het aantal afbeeldingen bijna tweemaal zo groot. Wij zeiden reeds, dat deze „Inlei ding tot de Muziek" in de eerste plaats bestemd is voor hen, die de mu> ziek als vak bestuderen. Zij, die cul tuur- of literatuurgeschiedenis stude^ ren, zullen in deze „Inleiding" even eens veel van hun gading vinden. Ver der zullen onze serieuze muzieklief hebbers er goed aan doen dit aantrek kelijk geschreven werk ter hand te nemen. Bij alle goede eigenschappen die deze „Inleiding" bezit, komt het mij toch voor, dat de verhandelingen over de Nederlandse muziek in de 19de en 20ste eeuw veel te beknopt zijn. Het zelfde geldt voor het artikel, over de Nederlandse muziekwetenschap. De gedachte dat de schrijver zich hiervan wat afmaakt, kan ik niet van mij af zetten. Dit valt des te meer op, na lezing van de voortreffelijke bijdrage van Jos. de Klerk over de muziek in Bel- gie. In beknopte vorm geeft deze lezenswaardige bijdrage zeer nauw keurig weer de stand van de muziek in België, van de 17 eeuw tot heden. Het „N S. hoofdkwartier ie velde" (Van onze Haagse redacteur) IN ALLE KRANTEN heeft men Runnen lezen, dat er bij Leiden een trein ontsporing heeft plaats gehad. De twee laatste gedeelten van een treinstel waren uit de rails gelopen, waardoor het traject versperd werd. Er werd bij ver teld, dat er tussen Leiden en Noordwijkerhout met bussen gereden werd en dat er een aantal treinen zou worden omgelegd via Harmelen-Breukelen. Hebt n zich als argeloos reiziger wel eens afgevraagd, waar in zo'n geval die bussen zo gauw vandaan komen, hoe dat in zjjn werk gaat, als er treinen omgelegd moeten worden en wie dat allema.al bekijkt en beslist? Wel eens van bet OKB gehoord? Of van de TLR's? UET zal u weinig moeite kosten u het spoorwegnet in Nederland in te den ken als een gigantisch spinneweb. In het centrum van dat grote web zit een enorme spin, die met argus-ogen en met hyper-gevoelige tastzenuwen dat hele net zit af te tasten om onmid dellijk te kunnen ingrijpen, als er iets bijzonders gebeurt. Dit beeld is geheel overeenkomstig de werkelijkheid bij de Nederlandse Spoorwegen, want ergens in het centrum van het spoor wegnet, in Hoofdgebouw III 'e Utrecht, zit een spin die alles in de gaten houdt, die de geringste storing onmiddelijk waarneemt en dan direct ingrijpt. Die spin is het O.K.B., het Overkoepelingsbureau. Misschien hebt u altijd gedacht, dat in geval van jntsporing de dichtst bijzijnde stationschef het zaakje op- krn.pte. Dat doet hij ook, maar niet op eigen gezag en initiatief. Stel u voor, dat ieder station naar eigen goeddunken te werk kon gaan en op eigen houtje het verkeer ging rege len; de treinenloop zou in een mini mum van tijd aardig in de knoop zit ten. Er moeten voor dit werk dus overkoepelende lichamen zijn. Die zijn er dan ook. Vooreerst zijn er in ons land acht T.L.R.-posten (trein- en locdienstrege- lingsposteh), één voor iedert inspec tie. Deze posten, die dag en nacht bezet zijn, en gedurende een heel et maal inlichtingen en bijzonderheden binnenkrijgen van de stations en de depóts, contrö»eren de loop van alle treinen in hun gebied. Zij zijn de over koepelende instantie in elke inspec tie, doch staan zelf onder het opper gezag van net O.K.B. Het O.K.B. krijgt dag en nacht alle van belang zijnde gegevens van de T.L.R.'s bin nen en is dus de top van de pyrami- de, die de stations en depóts tot grondvlak heeft. [-[ET O.K.B. is verdeeld in drie af delingen, doch O.K.B. 1, de cen trale voor de locomotief- en trein dienstregeling is de meest spectacu laire. Deze „dynamische" afdeling van ons spoorwegbedrijf moet dag en nacht de treinenloop op de voet vol gen en beschikt daartoe over een bat terij telefoons, waarvan een aantal rechtstreeks aansluiting heeft met de T.L.R.'s. Deze melden het O.K.B. de loop van de treinen, die op een gra fiek wordt gevolgd. Het is daar op het bureau een gedoe met kaarten en grafieken, met gekleurde spelden en vlaggetjes, als op het hoofdkwar tier van een leger te velde. Daar is het trouwens ook mee te vergelijken. Het O.K.B. is de Chef-Operaties. En laten de T.L.R.'s niet laks zijn met meldingen, want in Utrecht kan men met een oogopslag zien, van welke treinen er nog meldingen moeten binnenkomen. De gegevens dienen ook voor het samenstellen van het z.g. „geeltje", het dagelijks rapport over de treinenloop. Hoogspanning. ALS er nu een ongelukje gebeurt, zoals in Leiden, dan wordt er van Verjaarcadeautje voor de kleine Hassan de mensen op het O.K.B. veel ge vraagd. Zij moeten er tegen kunnen om onder hoogspanning te werken, het hoofd koel kunnen houden en snel de juiste beslissingen kunnen nemen. Er moeten direct bussen gecharterd worden om het personenvervoer op gang te houden, internationale trei nen moeten worden omgelegd, even tueel moet een extra-trein worden in gelegd voor kraan- en ongevallen wagen, goederentreinen moeten tijde lijk worden gestopt en daarna weer op gang worden gebracht, de mate- rieelomloop moet gewijzigd worden enzovoorts. Dan ratelen de telefoons bijna onafgebroken en een betrekke lijke rust keert pas terug, als na de opheffing van de versperring, de treinendienst weer enigszins normaal functionnieert. Dit alles kan nooit routinewerk worden, want er zijn geen twee onregelmatigheden, die op elkaar lijken en waarvoor men dus een reeds eerder toegepaste oplossing zou kunnen gebruiken. De mannen van de O.K.B. hebben dan ook niet te klagen over gebrek aan afwisse ling in hun werk. De schoffel en de hark moeten dus nu eens extra hun best doen. Schoffe len doen we alleen bij zonnig weer, anders heeft het totaal geen zin. Ook al staat er geen onkruid tussen de plan ten, dan is het toch goed dat er ge schoffeld wordt; de bovengrond moet los blijven, lucht en warmte kunnen dan beter tot de plantenwortels doordrin gen. Bovendien houdt dat rulle, droge bovenlaagje het uitdrogen van de grond tegen en dat is in deze tijd van het jaar van veel belang. De dahlia's ontwikkeievi licit m prachtig, maar de hoog groeiende soor ten kunnen nu eenmaal niet op eigen benen staan. Wij voorzien ze dus nu nóg tijdig van een stevige stok. Die stokken plaatsen we zó, dat ze zo min mogelijk opvallen, dus als het kan, achter de plant. Laagblijvende soorten hebben geen stokken nodig, doch zij zullen beslist nog vóór ons vertrek van uitgebloeide bloemen verlost moe ten worden. Die lage perk-dahlia's heb ben de onhebbelijke gewoonte veel zaad te vormen en als men dat allemaal maar ongehinderd zijn gang laat gaan, zullen ze zoveel kracht gebruiken, dat er voor het vormen van nieuwe bloem knoppen geen tijd meer over blijft. Loshangende ranken van diverse klimplanten zullen óf afgeknipt moeten worden, óf we binden ze netjes tegen de ijzerdraden of tegen het huis vast. Wanneer die scheuten of ranken lustig in de wind blijven slingeren, zullen ze straks de scheuten, die nog vast zit ten, meetrekken en dan ligt bij onze terugkomst alles op de grond. Losge waaide klimplanten zijn niet zo een voudig meer overeind te krijgen, dat kost veel moeite en geld: voorzie daar in dus tijdig. Het gras moet natuurlijk vóór ons vertrek nog eens extra kort gemaaid worden, anders is het er straks met de machine niet meer af te krij gen. Dan moet de tuinman er met de zeis aan te pas komen en dan kost het veel geld, hetgeen niet nodig was ge weest. Knip de kantjes nog eens netjes bij of steek ze af, terwijl ook de ligustrumhagen nog eens een knipbeurt verlangen. Er is dus nog voldoende werk. doch als alles gereed is, zal het er straks bij onze terugkomst toch nog netjes uit zien en dat kan niet anders dan prettig zijn. piT wordt een „zeer A de tot hoofdschuddei blik af te wenden naa ronde taal gesproken o blijkt te zijn: Amerika's éénjarige regering. Vooi dat 48 van de allermoc uit haar eigen schoentj natuurlijk erg verlokki voor: het valt bar tegei PASSEND bij deze tr is dan ook het verh; wat kreupele jubileum, vierd wordt door de „M geant of Atlantic Cit; Incorporated", de organ tigjarig bestaan word wier grootste verdienste slotte méér publiciteit o reld heeft verkregen da heidskoninginnen gezai hebben geschreid. Ge he le situatie prompt doo: met 22 koninginnen; 6 niet. Zo is het ook. In 1921 onze collega Herbert C. vergadering met een a uit het vacantie-ressorl het denkbeeld opperde v een „Miss America" te of meer tegen hun zin jfi hotelmensen ruim 5000 eerste ronde. Margaret Miss America No. 1 (een zij overigens in goede g< Denk er dus orr een paar flesjes i Gruyter mee te De Gruyter heeft licht en donker bier dige pullen. Een pul kost maar met cassabon. Ei twee reuze glazen i Niet vergeten dus, Kuis (e nemen. (Adverter. VRIJDAG 3 AUG1 HILVERSUM I, 402 m.: 7 VPRO, 10.20 VARA, 12.00 AV 19.30 VPRO, 21.00 VARA, 2i —24.00 VARA. - 7.00 Nieu muziek. 8.00 Nieuws en w< Gram.muziek. 8.50 Voor de Gram.muziek. (9.30—9.35 Wa „Thuis", causerie. 10.05 Mor Gram.muziek. 10.30 Voor d Clavichord-recital. 11.10 11.30 Gram.muziek. 12.00 12.30 Land- en Tuinbouwme Reportage. 12.50 Sport en Nieuws. 13.15 Mededelingen 13.30 Promenade-orkest en sc piaatje. 14.20 Gram.muziek. sensaties no. 1: Alceo Doss der kunstvervalsers", hoorspel muziek. 16.00 Gram.muziek. jeugd. 17.00 Vrouwenkoor. 17 17.50 Reportage op Gilze-Rije 18.15 Felicitaties. 18.45 V( Pianospel. 19.10 Spreekuur 19.30 „Amerika en Europa" Berichten. 20.00 Nieuws. 20.( 20.15 Gram.muziek. 20.30 „B 20.40 „De Godsdienstige on jeugdjaren", causerie. 21.00 1 21.45 Buitenlands weekoverzii muziek. 22.25 „Gesproken „Vandaag", causerie. 22.4 23.00 Nieuws. 23.15-24.00 HILVERSUM II, 298 m.: 7.00 Nieuws. 7.15 Ochten< Gram.muziek. 7.45 Morg'engeb kalender. 8.00 Nieuws en w* Gram.muziek. 9.00 Voor de Concertgebouworkest. 10.30 11.00 Voor de zieken. 11,4 12.00 Angelus. 12.03 Gra Land- en Tuinbouwmededeling muziek. 12.55 Zonnewijzer, katholiek nieuws. 13.20 Ac1 Amusementsmuziek. 13.45 14.00 „Polenblut", operette, muziek. 16.00 Voor de ziekei jeugd. 17.15 Kinderkoor. (In muziek.) 17.45 Muzikale eau tholiek signaal; Benelux com Indisch commentaar. 18.30 18.52 Actualiteiten. 19.00 Regeringsuitzending: Verklarin 19.35 Amusementsmuziek. 19. naai en politiek overzicht. 20.' »>Die Fledermaus", operette Jamboree".) 22.10 Koninklijk (Om pl.m. 22.30: Vraaggesprel gebed en Liturgische kalende 23.15 Lichte muziek. 23.3ï mentsmuziek.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 6