Ameril
beleve
Muzikale kroniek DO°^LËluND)
Een meisje uit Axel schreef even
op een advertentie
Resultaat: Twee jaar gouvernante in het land
van koning Faroek
Kersenslag
Nel Hermsen. naar
de V.S.
Bevel zeestrijdkrachten
overgedragen
De Kamerplanten
in de zomer
BEURS MIDDENMEER
Bij stagnaties in de treinen!oop komt
het O.K.B. terstond in actie
Als een enorme spin
De kleine tuin
Nu wjj met vacantie gaan, zal ook
even aandacht aan de tuin besteed
moeten worden, want als we die aan
zijn lot overlaten, vinden we straks bij
onze terugkomst een wildernis. Een
tuin ziet er zeer spoedig verwaarloosd
uit; daarom zullen we alles in het werk
moeten stellen vóór het vertrek alles
prima in orde te brengen.
Haar vorst
Overpeinzinge
kreupel jul
Juist iets oi
in huis te n
D e mannen i
kunnen U op
dagen soms verras
de vraag of er niets
ken is. Dan is het
voldoening voor ei
vrouw om dadelijk
paar flesjes koel b
de dag te kunnen
Ook aan tafel kan
een glas bier zo b
welkom zijn.
Het Radioprog
DONDERDAG 2 AUGUSTUS 1951
pHIA VAN DEN BERG uit het Zeeuwse stadje Axel is twee en twintig; jaar
oud en een ondernemende jongedame! Toen zgj haar diploma R.H.B.S. had
behaald, volgde zjj de spoedcursus voor onderwijzeres en stond voor de klas in
Sluiskil, in Eindhoven en Lewedorp. Ir Sluiskil onderging zjj haar vuurdoop:
zij debuteerde er en kreeg meteen drie klassen tegelijkertijd: Zo tussen het onder
wijzen door haalde zij haar acte handwerken en haar eerste diploma aan I et
Gentse Conservatorium en uit dit alles blijkt wel, dat zij over de nodige energie
beschikt. Maar toen dit alles gebeurd was, vond zij, dat het tijd werd om eens
wat meer van de wereld te zien, Haar aandacht werd getrokken door een adver
tentie, waarin een Nederlandse familie een gouvernante voor Egypte vroeg. Zij
schreef erop en een paar dagen later lag er een brief voor haar in de bus nvt
het verzoek om ergens in Nederland eens te komen praten.
En dat klinkt gek meneer, maar
Ik kréég dat baantje en het conserva
toriumdiploma gaf eigenlijk de door
slag, omdat ik in staat zou zijn om
ook muziekles te geven. Eindeloos
duurde het wachten op het vereiste vi
sum, maar in 1949 kon ik dan toen
weg.
Zo vertelde Phia van den Berg. Vóór
die Egyptische advertentie had zij al
geschreven op baantjes in Istanboel en
zelfs in Teheran. Nooit kwam er op
die brieven antwoord.
Maar Egypte was raak en men kan
zich voorstellen, wat dat betekende.
Vader van den Berg vertrouwde de
zaak eerst maar half, trok op infor
maties uit en kwam tot de conclusie,
dat alles O.K. was. Dus werden de
koffers gepakt en zo zat dat Axelse
meisje op een goede dag, nu bijna
twee jaar geleden in de trein, dienaar
Genua voert. Daar werd een hut op een
emigrantenschip haar volgende ver
blijfplaats en via Napels ging het re-
Mijn buurvrouw is een allergemoe-
delijkste, bedaarde dame, die zich zel
den of nooit kwaad maakt. Al trachten
haar ook de baldadigste en brutaalste
lieverdjes uit de hele buurt te jennen'
dat de stukken er af vliegen zij
blijft zichzelf gelijk en is zelfs in staat,
de sinaasappelpaedagogiek van Jan
Ligthart met stukken te slaan.
Dat levert haar wel eens moeilijk
heden op. Niet iedereen laat zich dooi
dergelijke zachte krachten overwin
nen. Soms ware het beter, dat zij op
de vuist ging en de boosdoeners met
meer doorslaande argumenten duidelijk
poogde te maken, hoe ongepast hun
gedrag is. Maar een enkele opmer
king, tegen ons ouderen gemaakt, be
wijst haar innerlijke rust, ja haar vol
slagen onverschilligheid voor al dit
gedoe.
Daarom was het een groot wonder,
dat wij haar enkele dagen geleden in
een staat van volslagen razernij van de
markt zagen terugkeren. Aanvankelijk
meenden wij, dat zij een nieuwe jurk
had gekocht in een zeer moderne
kleurstelling, en dat zij over deze aan
winst grotelijks opgetogen was. Maar
al spoedig ervoeren wij het tegendeel.
Buurvrouw was zeer boos.
Kom ik daar op de markt bij zo'n
vent en wil een kilo kersen van hem
kopen, vertelde ze. Ik vroeg: zijn ze
goed? Ik wil geen bedorven hebben
Ze zijn prachtig, zegt die man te
gen me. Vers van de boom. Beter kun
je ze niet verlangen.
Goed zeg ik, geef me maar een
kilo.
Bij ze afwegen en daar zie ik, dat
hij er een heleboel aangestokenen en
zelfs rotte tussendoor probeert te smok
kelen.
Hé, vader, zeg ik nog, dat komt
niet uit. Ik zou goeie van je hebben.
Ze zijn toch goed, zegt hij, kiji
dan maar. En meteen houdt hij me
een handvol voor. Die zagen er wel
aardig uit. Maar toen ik de zak nog
eens opendeed, wist ik het wel. Een
en al beroerdigheid wat er aan was
Ik terug naar die kerel, en me be
klagen. Eerst in het gemoedelijke,
maar daar wou hij niets van weten.
Toen heb ik hem eens even de waar
heid gezegd.
-l- Als je mij nou tuk wilt nemen,
zei ik, moet je vroeger opstaan. Hier
heb jij je rommel terug en nou me
centen hier.
Nou mens, zo vervolgde buur
vrouw haar verhaaldaar ging me die
man toch te keer. V/at of ik nou eigen
lijk wel wou. Hij had goeie waar ge
leverd en als ik ze plat kneep, dan
was dat mijn zaak, maar dan moest ik
hem niet zïvart proberen te maken.
Nou en dat was mijn eer te na,
Dat ik die zak bij een eind gepakt en
hem de hele rotte kliek in het gezicht
gesmeten.
Ik zeg: ik zal jou leren, zeg ik,
om een eerzame weduwvrouw zo te
beduvelen. Hjer man, daar heb je het
spul terug. Tot zover buurvrouw.
Het tafereel, dat toen volgde, moet
een film uit de oertijd van Charlie
Chaplin hebben overtroffen. Want de
kersenkoopman, ook niet mis, bleef
het antwoord allerminst schuldig en
repliceerde op een manierdie de wit
hete vrouw in een van kersenbloed
druipende furie en haar lichte jurk in
een stemmig donkerpaars gewaad ver
anderde. Waarop buurvrouw helemaal
over haar toeren geraakte, links en
rechts kersen graaide en van zich af
smeet op een wijze, die grote averij
aanrichtte onder de klederen van het
op dit relletje beluste publiek. Een
vertegenwoordiger van het openbaar
gezag maakte ten slotte een eind aan
de bataille.
Het ziet er overigens naar uit, dat
zij toch nog het haasje in deze historie
wordt. Want de kersenman heefteen
klacht wegens vernieling ingediend.
Helaas voor buurvrouw dient, gezegd,
dat hij de wet achter zich heeft..,.
gelrecht naar Port Foead, de won
plaats van de Nederlandse familie,
waar zij komen zou.
Een andere wereld.
Het verschil was nauwelijks te ver
werken. Inplaats van de zware klei
van het vruchtbare Zeeuwse polder
land was daar eensklaps de woestijn
Inplaats van de eenvoudige Zeeuwse
daglonerswoningen waren er de sfinx
en de pyramiden. Inplaats van de rus
tige, goedhartige, door en door eerlij
ke Zeeuwen waren er plotseling de
schilderachtige, drukke, opvliegende en
lang niet altijd even eei-lijke Ooster
lingen. Inplaats van een huis, waar
slechts vertrouwde vrienden des avonds
de drempel overschrijden, was er het
onophoudelijke komen en gaan van
mensen van allerlei nationaliteiten.
Het enige wat eigenlijk niet veran
derde was de levenswijze. „Ook al was
de Schelde dan vervangen door de Nijl
en het Suezkanaal, wij aten een Hol
landse pot en wij spraken Nederlands,
we leefden eigenlijk precies, zoals ik
mijn hele leven had gedaan
Pyramiden vielen tegen.
De pyramiden? Natuurlijk ben ik
er geweest, maar ze vielen me tegen.
Als je aan hun voet staat, zie je eigen
lijk alleen maar vervallen steenklom
pen. De sfinx? Een kolos van steen,
waarvan ik me ook heel wat meer had
voorgesteld. Het doen en laten in de
steden, het winkelen, het omspringen
met het Arabische huispersoneel, waar
van wij geen woord verstonden en dat
van ons geen woord verstond, dat was.
als ik er over nadenk, een veel groter
sensatie, dan de pyramidenEn
Cairo, Suez, Port Said, het waren ste
den als uit de Duizend en een Nacht.
Waarom Phia van den Berg naar
Axel terugkwam?
De Nederlandse familie ging met
verlof terug naar Nederland.
Of zij weer naar Egypte wil?
Natuurlijk, liever vandaag dan
morgen, het was een reuze-fijne tijd,
Maar het staat nog niet helemaal vast.
of de kinderen hun verdere opvoeding
in Nederland zullen krijgen, of we»r
mee naar Egypte zullen gaan en er is
dus veel onzeker
En zo is dus Phia van den Berg
weer in dat kleine, vriendelijke Axel,
zonder pyramiden, zonder Nijl, zonder
Oosterlingen en zonder zon verzengde
woestijnen. Maar voldaan en gelukkig
met haar Egyptisch avontuur.
En diep in haar hart leeft reeds de
hunkering naar een volgende beleve
nis
Met het s.s. „Nieuw Amsterdam"
vertrok onze nationale tenniskam
pioene me j. Nel Hermsen naar
Noord-Amerika. Zij zal deelnemen
aan tournooien en ook de tennis
sport in de V.S. bestuderen.
Dankwoord van ihr E. J.
van Holihe
In een plechtigheid aan boord van
het vliegdekschip Karei Doorman, dat
momenteel te Rotterdam ligt, heeft de
scheidende bevelhebber Zeestrijdkrach
ten en chef Marinestaf, jhr. E. J. van
Golthe, Woensdagmorgen zijn taak
overgedragen aan zijn opvolger, vice-
admiraal A. de Boojj.
Jhr. van Holthe heeft uiting gegeven
aan zijn dankbaarheid voor de diensten,
die hij Koningin, Vaderland en Marine
heeft mogen bewijzen. Hij drong er bij
de jongeren op aan, hun idealen niet
te laten varen. Het verkrijgen van een
doeltreffende marine is de volledige in
zet waard.
Nadat aan boord van de Kortenaer
vijftien saluutschoten waren afgevuurd,
heeft vice-admiraal A. de Booij zijn
nieuwe functie aanvaard met een korte
toespraak, waarin hij namens de ma
rine de afgtereden bevelhebber dank
bracht voor diens woorden. Wederom
klonken vijftien schoten over het wa
ter en daarna overhandigde schout-bij-
nacht C. W. Slot aan jhr. Van Holthe
een kistje, dat de vlag van de schei
dende bevelhebber bevatte.
GROOTEBROEK, 1 Aug. 1951. 9.000
kg aardappelen, Eersteling, grof 10,60—
11,30. groot 11,80—12,70, klein 6,808, vee
voer 5,205,30: Rode Eerstelingen, groot
11,70; Doré, grof 10,4010,50, groot 12,20
12,90, klein 7; Blauwe Eigenheimers, grof
9,50-^9,80, groot 10,90—11,40, klein 5.20—
5,30: Eigenheimers, grof 9,50—9,70, groot
11,4012,30, klein 5,30—5,50; Bintje, grof
1010,40, groot 10,4010,70; Alpha, grof
10,20; Koopmans Blauwe, groot 10,80.
's Zomers hebben kamerplanten ook
hun verzorging nodig, al stellen ze
niet zulke hoge eisen als in de donkere
wintermaanden. Planten die 's zomers
binnen blijven, zullen tijdens een zacht
regentje eens een uurtje buiten gezet
moeten worden, daar knappen ze erg
van op. Zet ze dan echter zo, dat ze
geen last van tocht of wind hebben,
anders zoudt u de mogelijkheid voor
luis zeer in de hand werken. Er zijn
tegenwoordig weer voldoende goede
bestrijdingsmiddelen die ook op ka
merplanten toegepast kunnen worden,
doch voorkomen is beter dan genezen
Kamerplanten die men liever niet
buiten zet, zullen het op prijs stellen
als ze wekelijks even met een vochtig
sponsje worden afgenomen. Dit geldt
natuurlijk speciaal voor planten met
grote en gladde bladeren. Wanneer
men daar een gewoonte van maakt,
zal men van luis weinig last hebben.
Houdt u er rekening mee: Achter de
ramen kan de zon heet worden, zo
heet dat de bladeren van uw planten
verbranden. Vele soorten kunnen die
hete zon niet verdragen en daarom zul
ten ze op het heetst van de dag een
weinig, beschermd moeten worden.
In de tuin heeft men verschillende
potplanten met pot en al in de volle
grond in gegraven. Zo- mogelijk zoe
ken we daarvoor een licht schaduw
plekje en dan liefst zo beschut moge
lijk. Vergeet niet dat uw planten daar
ook water nodig hebben, ook al heeft
het geregend. De meeste regen valt be
zijden de potten, immers het loopt van
de bladeren, precies naast de pot. Con
troleer dus ook na regen of het nood
zakelijk is dat uw planten nog begoten
worden. Vloeimest hebben ze vrijwel
allemaal nodig in de zomermaanden,
doch men moet de oplossing niet te
sterk maken. Wanneer men per liter
water ongeveer één a twee gram kunst
mest oplost (Pokon) is dat al ruim
voldoende. Met zo'n liter vloeimest kan
men dan wel twintig kamerplanten be
mesten.
Juist omdat kamerplanten 's zomers
in de tuin zo goed groeien, komt het
veel voor dat de wortels een uitweg
uit de pot zoeken. Ze groeien van bo
ven over of van onderen <ff>or de pot.
Daarom is het beslist noodzakelijk dat
zulke potten om de veertien dagen
even op gelicht worden, dan voorkomt
men het overgroeien. Dat lijkt wel heel
aardig men krijgt mooie en grote
planten doch als ze dan tegen de
herfst binnen gebracht moeten wor
den, zal men al die wortels moeten
lostrekken daarvan hebben de plan
ten dan veel te lijden.
Hooi', "stro en ruwvoeder: withooi ge
perst f 85f 90; rode klaver geperst
f 80f 85; lucerne hooi geperst f 90
f 100; gerststro geperst f 35f 40; tar-
westro f 40f 45; karweistro f 22.50f
25; koolzaadstro.
Weinig handel in hooi en stro. Vlas
ongerepeld p. ha. f 1800, slepende han
del.
Granen: wintergerst f 26f 30; kool
zaad f 49f 60; kar weizaad f 50f 65.
Johan Andriessen. „Johann
Strauss". De koning van de
wals. Uitgave; A. J. G. Streng-
holt's Uitgevers Maatschappij
N.V., Amsterdam.
Dit boek geeft veel meer dan de
titel doet vermoeden. Het gaat hierin
niet alleen over het leven en werken
van Johann Strauss. Weliswaar speelt
de koning van de wals jn dit boek een
voorname rol, maar naast hem treden
meerdere figuren op, die van grote
betekenis zijn. Dit boek schildert in
treffende kleuren het typisch-bekoren-
de en ongemeen-charmante Weense le
ven in de Keizerstad. Wat een grote
bekoring ging van dit fleurige en veel
al onbezorgde leven uit! Oppervlakkig
bekeken schonk in deze tijd Weenen
alleen maar jolijt en plezier. De wer
kelijkheid was dikwijls anders. De
schijn bedroog niet zelden en ook in
die quasie zorgenloze tijd waren de
problemen en moeilijkheden niet van
de lucht. De doorsnee-Weener leefde
gemakkelijk en het is een feit, dat in
die tijd van het muziek- en dansmin-
nende Weenen een betoverende beko
ring uitging.
Johan Andriessen geeft in zijn boek
over Johann Strauss het Weense mu
ziek- en dansleven uitnemend weer.
Zonder de ware toestand te verbloe
men en zonder in overdreven loftuitin
gen te vervallen, weet hij van het
sprookjesachtige Weense leven in de
Keizerstad een zeer aantrekkelijk beeld
te géven. In opzet eenvoudig f geleerd-
doen is Andriessen totaal vreemd), zal
dit boek zowel bij de leek als bij de
vakman in de smaak vallen. Bij de
leek, omdat dit boek hem een uit
stekende kijk zal geven op een glans
periode der z.g. lichte muziek en bij
de vakman, omdat het in al zijn be
trekkelijke eenvoud, hem veel wetens
waardigs geeft.
Wij kunnen inderdaad de lezing
van dit bizonder-interessante boek van
harte aanbevelen. Behalve interessant
is het bovendien uiterm.de boeiend en
leerzaam. Zo ooit, dan zal dit boek
zijn weg door muzikaal Nederland we
ten te vinden.
N. C. M. Kloppenburg. Over
zicht van de belangrijkste Pia
nomethoden van Deppe af tot
de tegenwoordige tijd. Uitgave:
Broekmans Van Poppel,
Amsterdam.
Lange tijd is, niet het minst in ons
land, in de muzikale vakopleiding de
paedagogische kant min of meer ver
waarloosd. Verheugend is het daarom te
kunnen zeggen, dat de laatste jaren aan
dit belangrijke punt steeds meer zorg
wordt besteed. Wat Nederland betreft,
denken wij aan vooraanstaande paeda-
gogen als N. A. Textor, Dirk Schafer,
J. P Vincent, W. Mirandelle, P. de
Kleer, dr. G. C. Kop, Marie W. Troost
en Jeanne Bosch van 's-Gravenmoer.
Met verschillende hoogstaande werken
hebben zij het paedagogisch en psy
chologisch inzicht verruimd.
W. C. M. Kloppenburg heeft in het
voor ons liggende boek getracht in 'n
beknopte vorm een overzicht te geven
van de belangrijkste pianomethoden
van omstreeks 1890 tot deze tijd. Het
komt mij voor dat hij in deze taak
loffelijk is geslaagd. Achtereenvolgens
worden in dit werk de pianomethoden
van Deppe/Klose Galand Stich
ting Rijken Fay Breithaupt
Steinhausen Tetzel Virgil
Jaëll Letschetizky Scharwenka
Blanch Selva Cortot Johnen
Varró Deutch Leimer Gie-
seking en Tobias Starchay behandeld.
Elke methode wordt, zij het dan be
knopt, duidelijk en klaar besproken.
Een verdienste lijkt het mij, dat Klop
penburg zich zo streng mogelijk aan
de oorspronkelijke tekst van de schrij
vers heeft gehouden, slechts hier en
daar zijn eigen mening ten beste geeft
en de interpretatie van een bepaalde
methode geheel aan de betrokken le
raar overlaat.
Prettig doet het aan, dat Kloppen
burg zoveel aandacht besteedt aan de
uitspraken van „de grote Nederlandse
concertpianist Dirk Schafer (1874
1931). Als leerling en vriend van Scha
fer doet mij in het bijzonder deze at
tentie goed. De meeste uitspraken zijn
ontleend aan Sehafer's boek „Het Kla
vier" (Wereldbibliotheek, Amsterdam).
„Het boek van Schafer" aldus Klop
penburg, „is een werk, dat bij aandach
tige bestudering veel stof tot denken
geeft".
Naast enkele notenvoorbeelden, be
vat het boek van Kloppenburg een
afbeelding van Virgil's techniektafel en
illustraties van handhoudingen bij Vir-
"i'. Galand, Breithaupt en Leschetizky.
Voor leerlingen, die een examen in
de metholiek van het pianospel wen
sen af te leggen, kan W. C. M. Klop-
41 sinds 1752 worden er in Santpoort ieder jaar wedstrijden in het ring
steken gehouden. Een jeugdige landbouwer verovert een ring.
penburg's „Overzicht" uitstekende
diensten bewijzen. Het spreekt haast
vanzelf, dat ook voor onze pianopae-
dagogen dit werk een waardevol be
zit is.
Casper Höweler. Inleiding tot de Mu
ziekgeschiedenis 5de druk. Uitgave: H.
J Paris, Amsterdam.
Zo langzamerhand is Casper Höwe-
ler's „Inleiding tot Muziekbegrip" uit
gegloeid tot een werk dat niet alleen
van hoge waarde is, maar ook in de
muzikale vakstudie een voorname rol
speelt. In de opleiding tot toonkunste
naar is dit werk eigenlijk onmisbaar
geworden. Deze onmisbaarheid is
vooral te danken aan de practische in
deling van de stof. Het pleit voor Cas
per Höweler, dat hij in al deze vijf druk
ken zijn oorspronkelijk plan zo goed
als geheel getrouw is gebleven. Hier
uit blijkt vóór alles zijn scherp prac-
tisch inzicht. Intussen ziet, met zoveel
mogelijk behoud van het grondplan,
de eerste druk er heel anders uit dan
de eerste. Wat dadelijk opvalt is de
uitbreiding van de stof. Trouwens,
hiervan gaf reeds de vierde druk een
heel duidelijk bewijs. In deze vierde
druk waren o.m. nieuws de verhandelin
gen over de Indonesische muziek, hert
Gereformeerde Kerklied, de Sowjet-
muziek, ons toonstelsel en zijn stem
mingen en de Geschiedenis van de mu
ziekgeschiedenis. Daarbij werd het
aantal afbeeldingen bijna tweemaal zo
groot.
Wij zeiden reeds, dat deze „Inlei
ding tot de Muziek" in de eerste
plaats bestemd is voor hen, die de mu>
ziek als vak bestuderen. Zij, die cul
tuur- of literatuurgeschiedenis stude^
ren, zullen in deze „Inleiding" even
eens veel van hun gading vinden. Ver
der zullen onze serieuze muzieklief
hebbers er goed aan doen dit aantrek
kelijk geschreven werk ter hand te
nemen.
Bij alle goede eigenschappen die
deze „Inleiding" bezit, komt het mij
toch voor, dat de verhandelingen over
de Nederlandse muziek in de 19de en
20ste eeuw veel te beknopt zijn. Het
zelfde geldt voor het artikel, over de
Nederlandse muziekwetenschap. De
gedachte dat de schrijver zich hiervan
wat afmaakt, kan ik niet van mij af
zetten.
Dit valt des te meer op, na lezing
van de voortreffelijke bijdrage van
Jos. de Klerk over de muziek in Bel-
gie. In beknopte vorm geeft deze
lezenswaardige bijdrage zeer nauw
keurig weer de stand van de muziek
in België, van de 17 eeuw tot heden.
Het „N S. hoofdkwartier ie velde"
(Van onze Haagse redacteur)
IN ALLE KRANTEN heeft men Runnen lezen, dat er bij Leiden een trein
ontsporing heeft plaats gehad. De twee laatste gedeelten van een treinstel
waren uit de rails gelopen, waardoor het traject versperd werd. Er werd bij ver
teld, dat er tussen Leiden en Noordwijkerhout met bussen gereden werd en dat
er een aantal treinen zou worden omgelegd via Harmelen-Breukelen. Hebt n
zich als argeloos reiziger wel eens afgevraagd, waar in zo'n geval die bussen zo
gauw vandaan komen, hoe dat in zjjn werk gaat, als er treinen omgelegd moeten
worden en wie dat allema.al bekijkt en beslist? Wel eens van bet OKB gehoord?
Of van de TLR's?
UET zal u weinig moeite kosten u het
spoorwegnet in Nederland in te den
ken als een gigantisch spinneweb. In
het centrum van dat grote web zit een
enorme spin, die met argus-ogen en
met hyper-gevoelige tastzenuwen dat
hele net zit af te tasten om onmid
dellijk te kunnen ingrijpen, als er iets
bijzonders gebeurt. Dit beeld is geheel
overeenkomstig de werkelijkheid bij
de Nederlandse Spoorwegen, want
ergens in het centrum van het spoor
wegnet, in Hoofdgebouw III 'e
Utrecht, zit een spin die alles in de
gaten houdt, die de geringste storing
onmiddelijk waarneemt en dan direct
ingrijpt. Die spin is het O.K.B., het
Overkoepelingsbureau.
Misschien hebt u altijd gedacht, dat
in geval van jntsporing de dichtst
bijzijnde stationschef het zaakje op-
krn.pte. Dat doet hij ook, maar niet
op eigen gezag en initiatief. Stel u
voor, dat ieder station naar eigen
goeddunken te werk kon gaan en op
eigen houtje het verkeer ging rege
len; de treinenloop zou in een mini
mum van tijd aardig in de knoop zit
ten. Er moeten voor dit werk dus
overkoepelende lichamen zijn. Die
zijn er dan ook.
Vooreerst zijn er in ons land acht
T.L.R.-posten (trein- en locdienstrege-
lingsposteh), één voor iedert inspec
tie. Deze posten, die dag en nacht
bezet zijn, en gedurende een heel et
maal inlichtingen en bijzonderheden
binnenkrijgen van de stations en de
depóts, contrö»eren de loop van alle
treinen in hun gebied. Zij zijn de over
koepelende instantie in elke inspec
tie, doch staan zelf onder het opper
gezag van net O.K.B. Het O.K.B.
krijgt dag en nacht alle van belang
zijnde gegevens van de T.L.R.'s bin
nen en is dus de top van de pyrami-
de, die de stations en depóts tot
grondvlak heeft.
[-[ET O.K.B. is verdeeld in drie af
delingen, doch O.K.B. 1, de cen
trale voor de locomotief- en trein
dienstregeling is de meest spectacu
laire. Deze „dynamische" afdeling
van ons spoorwegbedrijf moet dag en
nacht de treinenloop op de voet vol
gen en beschikt daartoe over een bat
terij telefoons, waarvan een aantal
rechtstreeks aansluiting heeft met de
T.L.R.'s. Deze melden het O.K.B. de
loop van de treinen, die op een gra
fiek wordt gevolgd. Het is daar op
het bureau een gedoe met kaarten
en grafieken, met gekleurde spelden
en vlaggetjes, als op het hoofdkwar
tier van een leger te velde. Daar is
het trouwens ook mee te vergelijken.
Het O.K.B. is de Chef-Operaties. En
laten de T.L.R.'s niet laks zijn met
meldingen, want in Utrecht kan men
met een oogopslag zien, van welke
treinen er nog meldingen moeten
binnenkomen. De gegevens dienen ook
voor het samenstellen van het z.g.
„geeltje", het dagelijks rapport over
de treinenloop.
Hoogspanning.
ALS er nu een ongelukje gebeurt,
zoals in Leiden, dan wordt er van
Verjaarcadeautje voor de kleine
Hassan
de mensen op het O.K.B. veel ge
vraagd. Zij moeten er tegen kunnen
om onder hoogspanning te werken,
het hoofd koel kunnen houden en snel
de juiste beslissingen kunnen nemen.
Er moeten direct bussen gecharterd
worden om het personenvervoer op
gang te houden, internationale trei
nen moeten worden omgelegd, even
tueel moet een extra-trein worden in
gelegd voor kraan- en ongevallen
wagen, goederentreinen moeten tijde
lijk worden gestopt en daarna weer
op gang worden gebracht, de mate-
rieelomloop moet gewijzigd worden
enzovoorts. Dan ratelen de telefoons
bijna onafgebroken en een betrekke
lijke rust keert pas terug, als na de
opheffing van de versperring, de
treinendienst weer enigszins normaal
functionnieert. Dit alles kan nooit
routinewerk worden, want er zijn
geen twee onregelmatigheden, die op
elkaar lijken en waarvoor men dus
een reeds eerder toegepaste oplossing
zou kunnen gebruiken. De mannen
van de O.K.B. hebben dan ook niet
te klagen over gebrek aan afwisse
ling in hun werk.
De schoffel en de hark moeten dus
nu eens extra hun best doen. Schoffe
len doen we alleen bij zonnig weer,
anders heeft het totaal geen zin. Ook
al staat er geen onkruid tussen de plan
ten, dan is het toch goed dat er ge
schoffeld wordt; de bovengrond moet
los blijven, lucht en warmte kunnen dan
beter tot de plantenwortels doordrin
gen. Bovendien houdt dat rulle, droge
bovenlaagje het uitdrogen van de grond
tegen en dat is in deze tijd van het
jaar van veel belang.
De dahlia's ontwikkeievi licit m
prachtig, maar de hoog groeiende soor
ten kunnen nu eenmaal niet op eigen
benen staan. Wij voorzien ze dus nu
nóg tijdig van een stevige stok. Die
stokken plaatsen we zó, dat ze zo min
mogelijk opvallen, dus als het kan,
achter de plant. Laagblijvende soorten
hebben geen stokken nodig, doch zij
zullen beslist nog vóór ons vertrek
van uitgebloeide bloemen verlost moe
ten worden. Die lage perk-dahlia's heb
ben de onhebbelijke gewoonte veel
zaad te vormen en als men dat allemaal
maar ongehinderd zijn gang laat gaan,
zullen ze zoveel kracht gebruiken, dat
er voor het vormen van nieuwe bloem
knoppen geen tijd meer over blijft.
Loshangende ranken van diverse
klimplanten zullen óf afgeknipt moeten
worden, óf we binden ze netjes tegen
de ijzerdraden of tegen het huis vast.
Wanneer die scheuten of ranken lustig
in de wind blijven slingeren, zullen ze
straks de scheuten, die nog vast zit
ten, meetrekken en dan ligt bij onze
terugkomst alles op de grond. Losge
waaide klimplanten zijn niet zo een
voudig meer overeind te krijgen, dat
kost veel moeite en geld: voorzie daar
in dus tijdig. Het gras moet natuurlijk
vóór ons vertrek nog eens extra kort
gemaaid worden, anders is het er straks
met de machine niet meer af te krij
gen. Dan moet de tuinman er met de
zeis aan te pas komen en dan kost het
veel geld, hetgeen niet nodig was ge
weest. Knip de kantjes nog eens netjes
bij of steek ze af, terwijl ook de
ligustrumhagen nog eens een knipbeurt
verlangen.
Er is dus nog voldoende werk. doch
als alles gereed is, zal het er straks bij
onze terugkomst toch nog netjes uit
zien en dat kan niet anders dan prettig
zijn.
piT wordt een „zeer A
de tot hoofdschuddei
blik af te wenden naa
ronde taal gesproken o
blijkt te zijn: Amerika's
éénjarige regering. Vooi
dat 48 van de allermoc
uit haar eigen schoentj
natuurlijk erg verlokki
voor: het valt bar tegei
PASSEND bij deze tr
is dan ook het verh;
wat kreupele jubileum,
vierd wordt door de „M
geant of Atlantic Cit;
Incorporated", de organ
tigjarig bestaan word
wier grootste verdienste
slotte méér publiciteit o
reld heeft verkregen da
heidskoninginnen gezai
hebben geschreid. Ge he
le situatie prompt doo:
met 22 koninginnen; 6
niet.
Zo is het ook. In 1921
onze collega Herbert C.
vergadering met een a
uit het vacantie-ressorl
het denkbeeld opperde
v een „Miss America" te
of meer tegen hun zin
jfi hotelmensen ruim 5000
eerste ronde. Margaret
Miss America No. 1 (een
zij overigens in goede g<
Denk er dus orr
een paar flesjes i
Gruyter mee te
De Gruyter heeft
licht en donker bier
dige pullen.
Een pul kost maar
met cassabon. Ei
twee reuze glazen i
Niet vergeten dus,
Kuis (e nemen.
(Adverter.
VRIJDAG 3 AUG1
HILVERSUM I, 402 m.: 7
VPRO, 10.20 VARA, 12.00 AV
19.30 VPRO, 21.00 VARA, 2i
—24.00 VARA. - 7.00 Nieu
muziek. 8.00 Nieuws en w<
Gram.muziek. 8.50 Voor de
Gram.muziek. (9.30—9.35 Wa
„Thuis", causerie. 10.05 Mor
Gram.muziek. 10.30 Voor d
Clavichord-recital. 11.10
11.30 Gram.muziek. 12.00
12.30 Land- en Tuinbouwme
Reportage. 12.50 Sport en
Nieuws. 13.15 Mededelingen
13.30 Promenade-orkest en sc
piaatje. 14.20 Gram.muziek.
sensaties no. 1: Alceo Doss
der kunstvervalsers", hoorspel
muziek. 16.00 Gram.muziek.
jeugd. 17.00 Vrouwenkoor. 17
17.50 Reportage op Gilze-Rije
18.15 Felicitaties. 18.45 V(
Pianospel. 19.10 Spreekuur
19.30 „Amerika en Europa"
Berichten. 20.00 Nieuws. 20.(
20.15 Gram.muziek. 20.30 „B
20.40 „De Godsdienstige on
jeugdjaren", causerie. 21.00 1
21.45 Buitenlands weekoverzii
muziek. 22.25 „Gesproken
„Vandaag", causerie. 22.4
23.00 Nieuws. 23.15-24.00
HILVERSUM II, 298 m.:
7.00 Nieuws. 7.15 Ochten<
Gram.muziek. 7.45 Morg'engeb
kalender. 8.00 Nieuws en w*
Gram.muziek. 9.00 Voor de
Concertgebouworkest. 10.30
11.00 Voor de zieken. 11,4
12.00 Angelus. 12.03 Gra
Land- en Tuinbouwmededeling
muziek. 12.55 Zonnewijzer,
katholiek nieuws. 13.20 Ac1
Amusementsmuziek. 13.45
14.00 „Polenblut", operette,
muziek. 16.00 Voor de ziekei
jeugd. 17.15 Kinderkoor. (In
muziek.) 17.45 Muzikale eau
tholiek signaal; Benelux com
Indisch commentaar. 18.30
18.52 Actualiteiten. 19.00
Regeringsuitzending: Verklarin
19.35 Amusementsmuziek. 19.
naai en politiek overzicht. 20.'
»>Die Fledermaus", operette
Jamboree".) 22.10 Koninklijk
(Om pl.m. 22.30: Vraaggesprel
gebed en Liturgische kalende
23.15 Lichte muziek. 23.3ï
mentsmuziek.