Herhalingsoefeningen die voor
velen verloren tijd zijn
Van Sint Pancras naar
Australië
Verontreiniging van polderwater
trekt meer en meer de aandacht
„DE HAP VAN JAN" WEER COMPLEET (3)
Gebrek aan materiaal en sanatorium
stemming
Op papier is alles keurig
in orde
Samenvoeging van
gemeenten
Verkeerswet in
Beneluxverband
Onderzoek moet noodzaak van
maatregelen uitwijzen
De familie Roos (zeven
sierk)
man
zet voet aan wal in bet nieuwe vaderland
Kamp Bathursi: geen Paradijs
Eerste brief van
Annie
Warmenhuizen
Bij laatste wedstrijd van
„Vislust" veel spanning
St. Pancras
Zondagsruiters
'n Geslaagd handbaltournooi
Oudorp
Sint Louis op bezoek
DINSDAG 4 SEPTEMBER 1951
nEGEEN, die een tiental dagen aan de herhalings- (lees: herscholings) oefe
ningen van ons leger heeft deelgenomen, begint iets te begrijpen van de
plannen, aan de hand waarvan ons leger in een nieuwe huid wordt gestoken.
De her-opleiding (want practisch iedere militair, die in Indonesië heeft dienst
gedaan is de oude militaire vorm kwijt) wordt het eerst beproefd op het kader
van de verschillende onderdelen. Een artillerie-onderdeel wordt bijvoorbeeld
reeds van te voren gesplitst in kleine groepen van specialisten, zoals seiners,
mensen, die de stukken moeten bedienen, administrateurs, leden van de verzor-
gingsbatterq etc. etc. Een artillerie-waarnemer, die in de toekomst nauw met
een bepaalde seiner zal moeten samenwerken, maakt eerst kennis met zjjn aan
staande assistent, als èn de waarnemer èn de seiner de (nieuwe) grondbeginselen
van hun functie vast in het hoofd hebben zitten. De administrateur van een be
paald onderdeel ontmoet zijn onderdeel niet eerder dan dat men hem een spe
ciale cursus heeft laten volgen. Want het Nederlandse leger van morgen is, op
enkele eenheden na, een leger van specialisten.
alle opzichten indrukwekkende mili
tair in de houding moet staan voor zijn
mindere van voorheen.
Hij doet 't ook nog!
De in Indonesië gegradueerden, die
uiteraard geen kaderscholen volgden,
vormen een aparte groep van ons le
ger. Het is meermalen voorgekomen,
dat ze critiek uitoefenen op instruc
teurs van troepen recruten en deze
nuttige onderwijzers in de krijgskunst
ten aanschouwen van een opgetogen
troep manschappen de les lezen. Deze
mensen voelen zich ietwat huiverig hij
het idee straks soldaten te moeten
commanderen.
In de troep, waarbij zich uw verslag
gever bevindt, gaat het beroemde ver
haal van een zeer verontwaardigde
korporaal, die ruzie kreeg met een
recruut. De korporaal wond zich op
een gegeven moment dusdanig op. dat
hij de soldaat toeriep „Ga in de hou
ding staan!"
Gelijk een zich ontspannende
veer sprong de soldaat in de verlangde
stand. Waarop de korporaal stomver
baasd uitriep: „Barst! Hij doet 't ook
nog!" Dit alles komt de verhoudingen
in een vredesleger niet bepaald ten
goede. Doch men komt thans in de
omstandigheid, dat de ex-pasarwande
laars in aparte onderdelen zullen wor
den ondergebracht. En van elkaar
accepteren de oudi-Indonesië-soldaten
nogal veel. Zeer veel zelfs.
Ontstemming
Het woordt „critiek" is voor de
„herhaler" even kenmerkend als het
woordje „geld" voor minister Lieftinck
In de eerste plaats is er de nodige
commentaar op het feit, dat juist de
De opleiding van het kader geschiedt
door ervaren beroepsmilitairen in
plaatsen, die mijlenver verwijderd lig
gen van het eigenlijke garnizoen van
bet onderdeel. Na de training voegt
de een of andere onzichtbare hand alle
verspreide groepen samen tot een een
heid, die aanvankelijk in klein ver
band, doch later in samenwerking met
andere onderdelen gaat optreden.
Zo vertrokken er enkele dagen gele
den uit verschillende plaatsen waar
opleidingsscholen gevestigd zijn, trei
nen naar de verzamelcentra, zoals die
te Stroe, Oorschot, Wittenberg, Olde-
broek enz. Het kon gebeuren, dat een
trein met louter mensen van de ver
bindingsdienst op een bepaald spoor
wegknooppunt aan kwam, terwijlWen-
kele meters verder een andere mili
taire trein arriveerde, met militairen
van het zelfde onderdeel als de eerste
groep; zonder dat men dit van elkaar
wist. Het laatste gedeelte van de reis
reisde men uiteraard dikwijls met
„vreemde" militairen, die dan tijdens
gesprekken ontmaskerd werden als
toekomstige „maats".
Vreemde verhoudingen
En natuurlijk zag men dan dikwijls
kennissen. Men zag mensen elkander
diepzinnig aanstaren onder het slaken
van uitroepen als „Waar heb ik jou
verdorie meer gezien. Was dat niet
Batoetadjar, bij die lange sergeant
majoor, kom hoe heette die nou
weer?" Of: „Was jij niet kok bij 3-12?"
Welbeschouwd zijn de weken, die men
als wederom-onder-de-wapenen-ge
roepen-militair (zo heet het volgens
de voorschriften, maar u mag ook
„herhaler" zeggen) doorbrengt, een
periode van louter ontmoetingen. En
van de vreemdste aard.
Vooral artillerie-onderdelen werden
in Indonesië, waar de infanterie de
voonaamste taak had, letterlijk ver
splinterd. Een eerzaam kanonnier kon
kantoorman worden op een of andere
stafbureau met een imponerende
naam. Een luitenant kon als „toege
voegd officier" fourierswerk verrich
ten en alleen maar denken aan broe
ken-lang, jassen-regen, schoenen-grijs
enz. enz. Maar het was niet onmogelijk,
dat de eerste man door zijn prestaties
bij het nieuwe onderdeel hoger in rang
is gestegen dan zijn vroegere supe
rieur. Dan doet zich het merkwaardige
verschijnsel voor, dat een vroeger in
(Vervolg van pag. 1)
De betekenis der al dan niet vrij
willige samenwerking van gemeenten
is niet gering, zo betoogt de Commis
sie, die hier aan het woord is. Dat
blijkt bijvoorbeeld uit het grote aan
tal regelingen. Maar het is duidelijk
dat samenwerking, in welke vorm
ook, nimmer samenv o e g i n g als
laatste middel overbodig zal maken.
Die samenwerking toch zal steeds het
bereiken van een bepaald welom
schreven gemeenschappelijk doel be
ogen, zoals de stichting en de exploi
tatie van een destructor, het beheer
van een intercommunale gezondheids
dienst en van een intercommunale
schoolartsendienst, de drinkwatervoor
ziening. Voor zulke afzonderlijke doel
einden zijn steeds weer andere combi
naties van samenwerkende gemeenten
denkbaar en waarschijnlijk, wisselende
met de doelstelling. Samenvoeging
beoogt het scheppen van een nieuwe
gemeenschap op een nauwkeurig om
grensd territorium, waar de oude, klei
ne gemeenten te zwak bleken om een
eigen huishoudelijk leven te leiden:
samenvoeging beoogt de vorming ener
duurzame lotsgemeenschap, berustend
op gelijke gezindheid en gelijkheid
van communaal belang".
„De mogelijkheid van samenwerkin-
moge een deel der bezwaren opheffen
die voortspruiten uit de geringe om
vang van het kleine aantal bewoner
van een gemeente, voor de inrichtin
van een eigen gemeentelijke huishc»
ring en van de financiering daarvn
blijven die bezwaren bestaan. Samen
werking kan en zal nimmer het gehelt
communale leven van aangrenzende
gemeenten omvatten, ook niet een
groot deel daarvan".
Tegen deze conclusies is weinig aan
te voeren.
oud-Indonesië-soldaten zijn opgeroe
pen. Verder toont het „leger van Jan"
zich uitermate ontstemd, omdat nu
reeds werd medegedeeld, dat deze
groep volgend jaar voor de duur van
twee maanden in werkelijke dienst zal
worden geroepen. En dan zijn er na
tuurlijk de onvermijdelijke kankerijtjes
over Jansen, die 's nachts zo snorkt,
Fietersen, die een strooplikker is, over
de cantine, die juist gesloten wordt
als je nog een brief wou posten etc. etc.
Het zijn voor een groot deel tekenen
van een goede gezondheid, die moppe
rige gesprekken van en over elkaar.
Men zegt wel, dat een Nederlandse
soldaat pas ziek is, als hij niet meer
kankert. Toch zijn verschillende pro
testen niet van goede grond ontbloot.
Het is bijvoorbeeld bekend, dat de
organisatie van ons leger in vele geval
len niet toestond, dat iedereen, die her
halingsoefeningen kreeg, bezig werd ge
houden. De legerplaats Oldebroek is
bij vorige groepen maar al te dikwijls
het toneel geweest van een dolce far
niente van grote aantallen militairen.
Soms kwam dat doordat bepaalde spe
cialisten van een onderdeel geen taak
hadden, wegens het ontbreken van ma
teriaal, andere keren ondervond men,
dat sommige militairen eigenlijk reeds
waren „afgestudeerd", toen hun colle
ga's eerst goed en wel het pad der
krijgskunst betraden.
Verloren tijd.
Het gebrek aan het materiaal, zoals
de Amerikaanse organisatie, die thans
ook voor ons leger gaat gelden, eist, is
een veel omstreden punt. Vorige lich
tingen die natuurlijk moesten wor
den beziggehouden deden soms niets
anders dan oefenen op de manier, zo
als die jaren geleden- hadden geleerd,
terwijl ze wisten, dat ze in geval van
oorlog geheel anders zouden moeten
werken. Voor deze mensen kregen de
herhalingsoefeningen begrijpelijkerwijs
het karakter van een verloren periode.
Ook de lichting, die thans onder de
wapenen is het betreft hier voorna
melijk onderdelen als artillerie en het
pantserwapen, zullen het gebrek aan
materiaal voelen.
De nogal weelderige organisatie van
Amerikaanse onderdelen, die ons thans
wordt gepresenteerd, bestaat voorna
melijk alleen op papier. Had men met
de nodige moeite voor bepaalde groe
pen het materieel bijeengebracht voor
oefeningen in groot verband, plotse
ling moest men het reeds geleende
materiaal wederom uitlenen aan een
andere groep, die in Duitsland oefenin
gen houdt. Om de goede indruk, zegt
men. Daar houden we het dan ook
op
op te knappen!
(Advertentie, Ing. Med.)
KNAC dringt aan op
Het zeer intensieve verkeer tussen
de Beneluxlanden is voor de KNAC
aanleiding geweest, zich tot de minis
ter van Verkeer en Waterstaat te rich
ten. Zij heeft de bewindsman verzocht,
bij de herziening van de verkeerswet-
geving, met name op het stuk van de
gedragsregels voor weggebruikers, zo
veel mogelijk rekening te houden met
de Beneluxgedachte.
Dr. Serge „Apenklier" Voronoff is
op 85-jarige leeftijd te Lausanne
overleden. De man, die verklaarde
in staat te zijn het mensenleven te
verlengen door sommige klieren te
verwisselen met apenklieren.
Nu de gezondheidszorg vor ons rundvee niet alleen meer belangstelling heeft
dan vroeger wel eens het geval is geweest, nu daaraan bovendien we denken
aan de strijd tegen de t.b.c. grote bedragen worden ten koste gelegd, is het
vanzelfsprekend, dat ook een kwestie als de verontreiniging van het polderwater
meer aandacht trekt. Immers dit verontreinigde water, dat door het vee wordt
gedronken, kan een besmettingshaard vormen. Bij deze verontreiniging kan men
denken aan de Zaan met zjjn vele fabrieken. Men moet helaas ook denken aan d®
zuivelfabrieken, die overal over het land verspreid liggen en die soms veront
reiniging op grote schaal teweeg hebben gebracht. Men kan daarbij wijzen op
de gewoonte om de overtollige wei eenvoudig in de sloot te laten lopen, een
gewoonte, die nu de wei een behoorlijke prijs opbrengt, gelukkig minder vaak
wordt gevolgd dan in het verleden soms het geval was.
Er is in dit verband wel eens gewe
zen op de noodzakelijkheid voor iedere
fabriek om de beschikking te hebben
over een sceptic tank, waarin de afval
stoffen kunnen worden gereinigd voor
ze afvloeien. Zulk een sceptic tank
brengt echter grote kosten met zich
mee deze worden voor een behoor
lijke fabriek geraamd op ongeveer
f 300.000 en het is dus begrijpelijk,
dat, zolang de noodzakelijkheid niet
onomstotelijk is komen vast te staan
de lust om er een te laten bouwen, niet
groot is.
Nodig is dus, dat proefondervindelijk
wordt uitgewezen, in hoeverre de ver
ontreiniging van het polderwater wer
kelijk gevaren voor de gezondheid van
het vee oplevert. Is dit gevaar inder
daad groot dan moet tot ingrijpende
maatregelen worden overgegaan. In de
eerste plaats dient te worden nagegaan,
of het verontreinigde water inderdaad
ziektekiemen bevat. Dit onderzoek, dat
vermoedelijk nauwelijks grote moei
lijkheden kan opleveren, dunkt ons het
best in handen van de Gezondheids
dienst voor Dieren.
Daarnaast bestaat groot verschil van
mening over de vraag hoe ver van de
fabriek de verontreiniging nog van in
vloed is. Naar ons werd medegedeeld
houdt de RIZA (Rijksinstituut voor
Zuivering van Afvalwater) zich met dit
probleem reeds bezig.
Ten gevolge van verschillende klach
ten, die waren binnengekomen, is de
kwestie aan de orde geweest in de
Noordhollandse Vereniging van Water
schappen. Toen echter bleek, dat ook
de Provinciale Waterstaat zich reeds
met de zaak onledig hield, heeft de
Vereniging van Waterschappen zich
op de achtergrond gehouden. Men mag
echter aannemen, dat binnen afzien
bare tijd voorschriften inzake deze ma
terie zijn te verwachten.
ANNIE ROOS onze nieuwe brief
schrijfster uit Australië is een
kind uit een groot gezin en daardoor
komt het misschien, dat z:j zich zo goed
weet aan te passen aan de, lang niet
altijd even aangename, omstandighe
den in het emigrantenkamp Bathurst
(Australië). Dit blijkt wel uit haar
eerste brief, waarin zq onder meer
vertelt hoe de paardendekens onvol
doende beschutting boden tegen de
felle kou, die in de barak doordrong.
Dat de familie Roos de volgende nacht
toch heerlijk warm in bed lag, dankte
zij aan de stenen, welke de 18-jarige
Annie met haar broertje Harry en zus
Ina had gezocht en die, op de petro
leumkachel verhit, uitstekende dien
sten bewezen als „bedkrui! Ruim is
het er niet in het kamp De familie
Roos moest zes bedden in het slaapka
mertje stuwen en een zevende ledi
kant in de woonkamer als divan ge
bruiken om iedereen een plaatsje te
Jan Roos uit St. Pancras is in Mei van dit jaar met .zijn gezin naar
Australië vertrokken. Eerste rij (van links naar rechts): Gerie, mevr.
Roos—Verdwaald, Annie (met hond), vader en Harry. Tweede rij:
Jan junior en Ina.
geven. Maar de geruchten, dat het er
slecht is, spreekt Annie met alle na
druk tegen. Ook het eten is er niet
slecht, zoals .vel eens is beweerd. Wij
laten haar thans verder aan het
woord.
QP 1 Juli arriveerde ons gezin in Syd
ney. Een stad met slonzige haven
buurten en prachtige winkelstraten,
waar ik, kersvers uit St. Pancras, mijn
eerste boodschappen deed. Ik was in
gezelschap van mijn broer en enige
kennissen an de boot, van wie er één
weliswaar goed Engels sprak, maar
onder geen enkel beding te hulp wilde
komen, ik moest me zelf maar red
den vonc. hij en dat gelukte, zij het
wat stuntelig en gebrekkig, ik kwam
mèt de boodschappen naar buiten. Ons
groepje dwaalde d-oor de stad, beklom
de hoge Harbour-bridge en moest ten
slotte in allerijl terugkeren om nog op
tijd aan boord te komen voor het
avondeten.
Het afscheid.
■pOEN kwam het afscheid: een vaar
wel aan de vrienden, die wij aan
boord hadden gemaakt en een afscheid
van de bemanning en het schip, dat ons
over de zeeën naar het nieuwe vader
land had gedragen. Toen de autobus
sen de kade opdraaiden werd de schei
ding een feit. De „and met Nederland,
die wij op het schip nog altijd hadden,
gevoeld, was verbroken. Vóór ons lag
een nieuwe toekomst, die vooreerst
bestond uit twee-en-een-half uur wach
ten op het kille perron in een steeds
kouder wordende nacht. Neus en oren
leken wel ijsklompen toen eindelijk de
trein arriveerde, die ons gezin, met nog
vele andere families, zeven uur lang
over de glimmende spoorstaven zou
voorttrekken naar het kamp Bathurst,
waar duizenden emigranten worden
„opgevangen" vóór zij een woning krij
gen. De hartelijke ontvangst in het
kamp mei koffie, thee en melk was
na de vermoeiende reis als balsem op
een wonde. En nog beter werd het
toen in de „cinema hall" twee kennis
sen uit de menigte opdoken: J. Rosij
u't St. Pancras en Sariemijn uit Alk
maar.
Twee kamertjes.
JN Blok B, waar alle Nederlanders
worden ondergebracht, kreeg ook ons
gezin een plaatsje: twee kale kamer
tjes, die een maand, misschien nog lan
ger, ons verblijf zouden vormen. Even
werd het me te -achtig, toen ik die
ongezellige hokken voor me zag, maar
met wat prulletjes en ansichtkaarten
wist moeder al spoedig een eigen sfeer
aan de vertrekken te geven. En toen
de volgende dag een petroleumkachel
de koude uit de woonkamer joeg, was
het ergste leed geleden.
Het eten uit de gemeenschappelijke
pot bestond U't soep, aardappelen, wor
teltjes, een groot stuk vlees en pudding
met saus. 's Avonds was er weer vlees
en brood of pap zoveel men maar wil
de. Om half acht 's morgens moest het
ontbijt worden gehaald. Rijkelijk
vroeg, want met die felle kou zouden
we nog best wat langer in bed willen
blijven. De wasbakken zijn hier best.
Het enige nadeel is eigenlijk de toi
letgelegenheid. De WC's zijn smerig
wat de emigranten overigens zelf op
hun geweten hebben en het washok
ligt een goede vijf minuten van de ba
rak. Ook dat schijnt echter te winnen.
Zondagmorgen hield de hengelsport
vereniging „Vislust" de vierde en te
vens laatste wedstrijd in dit seizoen.
Deze keer moest dus de beslissing val
len over de vraag, wie door het van
gen van de meeste baars in het bezit
van de wisselbeker zou komen. Deze
was in het bezit van de heer C. de Boer,
kampioen 1950. Er was spanning ge
noeg want de twee best geplaatste le
den stonden gelijk op twintig en dan
volgden nog candidaten met negentien
en achttien stuks. Toen controleur Dek
ker het eindsignaal gaf, bleek, dat C.
den Das over de vier wedstrijden met
acht en dertig stuks het hoogste aantal
had bereikt.
waaraan door vijftien leden werd deel
genomen, was als volgt: 1 P. Rempt,
gr. baars 24 6 cm. en 20 Stuks, 2 Jn.
Swan 20 st„ 3 J. Jongerling 19 st., 4
C. den Das 18 st., 5, 6 en 7 Alb. Dek
ker. J. Middelburg en C. de Boer 17
st., 8 C. de Vries 15 st. en 9 L. Nicolai
13 st. Met vijftien leden werden er in
totaal 207 baarzen gevangen.
Grote manoeuvre op de
openbare weg
Vrijdagavond, omstreeks 11 uurt kwam de
achttienjarige H. uit Noordscharwoude met eea
gehuurde auto vanuit de richting Alkmaar de
Bovenweg op gereden. Nabij de driesprong
zag hij een rijwiel naderen, waarvoor hij het
grote licht wilde dimmen. Het geluk was ech
ter niet met hem, want hij kon de dimknop
niet vinden. Evengoed doorrijdend stak hij
zijn hoofd onder het dashbord om eens te
kijken waar dit zich wel be\ond. De Boven
weg maakt echter nabij bedoelde driesprong
een flauwe bocht, welke door de chauffeur
niet werd bemerkt. Intussen had hij met do
auto een hek van bakker Verkuil geramd. Hier
na haalde hij wild het stuur om, waarna liij
langs de afrastering van de Geref. Kerk
scheerde. Trachtend de wagen tot stilstand t©
brengen, moet hij per ongeluk op het gas
pedaal hebben getrapt, waardoor de wagen
wederom over de weg vloog en vervolgens de
hekken van de heren Koning en Balder met de
vloer gelijk maakte. Ten slotte kwam de wagen
in de tuin van de heer E. J. de Vries tot stil
stand.
Gelukkig bevond zich op dit ogenblik niet
veel verkeer op de weg, het waren slechts twee
wielrijders die de dodendans ontsprongen zijn.
Eén hiervan was mej. Westra, die zich van
pure schrik midden op straat liet vallen en
waar de razende auto vlak langs scheerde. De
tweede was een wielrijder uit Egmond. Toen
hij het onheil zag naderen, gooide hij eerst
zijn fiets van het wegdek en verdween zelf
achter een haag. Deze twee kwamen met do
schrik vrij, evenals de onkundige chauffeur.
De auto, eigendom van de heer Bos uit Noord
scharwoude, had echter lelijke klappen gekre
gen, evenals de verschillende geramde hekjes.
Bij het onderzoek, dat Zaterdagmorgen
plaats vond, stelde de verkeerspolitie vast, dat
de auto zich in prima conditie bevond. Do
oorzaak moet geheel aan ondeskundigheid ge-
veten worden. Gezegd wordt dat betrokkene
sinds korte tijd in het bezit van een rijbewijs
gesteld was.
Het tournooi dat werd uitgeschreven
door de sportvereniging Vrone, is in alle
opzichten geslaagd. Aangemoedigd door
vele supporters, hebben zowel de meisje»
als de heren met veel élan gestreden voor
een overwinning. Deze wedstrijden kun
nen werkelijk een voorbeeld van sportivi
teit en vriendschap genoemd woden. Do
uitslagen waren als volgt:
Herenhandbal: AVA—Vlug en Vaardig
46; Dames: Ons GenoegenVrone 02
CSV—AVA 1—2.
Vrone 1 wist de uitgeloofde medaille te
veroveren door CSV 1 met 7—0 te klop
pen. In de verliezersronde kwamen uit:
Ons GenoegenCSV. Deze ontmoeting
eindigde met een 40 overwinning voor
CSV, hetgeen een derde prijs opleverde.
In de winnaarsronde wist Vrone met
1 0 te winnen van AVA, waardoor Vrone
in het bezit kwam van de wisselbeker en
AVA een tweede prijs ten deel viel, een
medaille.
MEESTER VAN DER TAK BENOEMD
In de Vrijdagavond gehouden raadsvergade
ring van de gemeenteraad te Zaandam is onze
Plaatsgenoot, C. van der Tak, die als nr 1
op de voordracht stond, benoemd tot onder
wijzer aan de openbare lagere school aldaar.
Wanneer de benoeming zal ingaan is nog niet
bekend.
i Zondagmiddag omstreeks één uur arriveerde
de voetbalvereniging „Sint Louis" uit Amster
dam met twee autobussen bij de spoorweg
overgang te Koedijk (Zuid) teneinde een be
zoek te brengen aan het monument voor do
gevallenen aldaar. Het gezelschap begaf zich
naar het monument waar de voorzitter een
korte toespraak hield, waarin hij memoreerde,
dat vijf leden der vereniging hier de dood
vonden. Nadat één minuut stilte in acht was
genomen werd gezamenlijk het Onze Vader
gebeden. Vervolgens werd door Kolping Boys
als gastheren en Sint Louis bloemen bij het
monument neergelegd. Hierna begaf men zich
naar Oudorp, om twee vriendschappelijke wed
strijden te spelen. Om 1.15 uur had de wed^
strijd plaats tussen St. Louis en Kolping Boys
junioren, welke eindigde in een 5-1 over
winning voor SL Louis junioren. Om drie uur
kwamen St. Louis I en Kolping Boys I in het
veld. Dit was een interessante wedstrijd, die
door een talrijk publiek werd bijgewoond. Aan
vankelijk scheen het of de partijen ongeveer
even sterk waren, maar de goed spelende K.B.-
ers hadden door goed samenspel en forse aan
vallen spoedig de overhand. Met de rust was
de stand dan ook 3—0.
Na de rust werd de strijd met inspanning
van beide partijen voortgezet en na tien minu
ten spelen bracht K.B. de stand op 4-0. St.
Louis slaagde er niet in één doelpunt te scoren
ofschoon de kansen soms gunstig genoemd kon
den worden, een gevolg van het feit, dat het
tempo der spelers begon te dalen.
K.B. voerde het aantal punten nog met één
op en het einde kwam met een 5—0 overwin
ning voor K.B.
Met een toepasselijk woord reikte broeder
Gabriel van St. Louis de fraaie zilveren beker
en in zilver gegoten afbeelding van het monu
ment, beide op een voetstuk gemonteerd, die
tot heden steeds in handen van de Amster
dammers was geweest, over aan de aanvoer
der van Kolping Boys, de heer Th. Bos. De
hfer Bos dankte voor de vriendschappelijke
sportieve wedstrijd en zei, dat men volgend
jaar weer een vriendschappelijke kamp zou
voeren om liet bezit van dit fraaie stuk.