Litanie der Listigheden
Voorzichtigheid geboden...
NAAR VASTE GROND
Het ongenaakbare
DE Tsjechisch-Joodse schrijver Franz
Kafka vertelt in zijn merkwaardig
boek „Het proces" het volgende gebeu
ren. Een man van het platteland gaat
naar de poortwachter van de Wet, en
vraagt om toegelaten te worden. De
poortwachter antwoordt, dat hij hem
de toegang niet kan toestaan. Morgen
misschien wel, maar vandaag niet. Dit
valt de man van het platteland tegen.
Hij meende dat de toegang tot de Wet
voor ieder open en vrij was. Omdat de
poortwachter het hem niet verhindert,
bukt de vreemdeling zich om een steel
se blik te werpen in de ruimte van de
Wet. De poortwachter lacht, w'anneer
hij dit ziet. Ik zal je niet tegenhouden,
zegt hij. Maar voor elke zaal vindt je
een nieuwe wachter, de één nog mach
tiger dan de ander. Het zal niet luk
ken.
Onze wekelijkse Puzzle-rubriek
Kruiswoordpuzzelaars aan de slag!
EN tenslotte komt dan nog „het
prevelement". De opkoper, die Dij
u aan de deur verschijnt met z'n ste-
Door de krachtig
De man van het platteland waagt het
daarom niet zonder toestemming van
de wachter de ruimte van de Wet te
betreden. Hij wacht liever, tot hij toe
stemming krijgt om binnen te gaan. Hij
wacht dagen en jaren. Iedere dag weer
vraagt hij aan de wachter om toegang,
maar steeds is zijn tijd nog niet geko
men. In al de jaren die zo nutteloos
verstrijken, vraagt de wachter op on-
geïntereseerde toon allerlei bijzonder
heden uit het leven van de plattelan
der. De laatste probeert omgekeerd de
wachter, die hem de toegang tot de wet
verspert, om te kopen. De wachter ac
cepteert dit: Ik neem het enkel aan,
opdat je niet gelooft iets verzuimd te
hebben.
Bij al zijn wachten wordt de man
van het platteland oud en bijna blind.
Wanneer alle licht haast uit zijn ogen
Is geweken, merkt hij op, hoe er voort
durend een lichtglans komt uit de poort
van de Wet. Wanneer de oude en blinde
man zijn eind voelt naderen, wenkt hü
de poortwachter naderbij. En hij vraagt:
Allen streven toch naar de Wet! Hoe
komt het dan, dat in die vele jaren
niemand behalve ik om toelating heeft
gevraagd?
De poortwachter bemerkt, dat de man
van het platteland stervende is. Dan
brult hij de stervende in het oor: Hier
kon niemand anders toegang verkrij
gen, want deze poort was alleen voor
jou bestemd. Ik ga thans en srait
haar....
HIT is een verhaal om koud bij te
worden. Een verhaal van een kille,
krankzinnige ondergang. Wie het oeuvre
van Kafka kent, weet dat zijn romans
allen cirkelen om de eenzaamheid, die
in dit verhaal op zo'n wrange wijze
verbeeld is. Slechts dit kan gezegd wor
den over deze moderne „gelijkenis".
Kafka beschrijft hier hoe een mens
streeft naar de Wet. Dit woord „Wet"
is typisch Joods. We zeiden het al, dat
Kafka zelf een Jood was. Dit wetende
mogen we de „Wet" vervangen door
God, of door de Norm. Maar ook door
een woord als het Omvattende, of de
Liefde, of het Mysterie? Wanneer we
recht willen doen aan de schrijver van
onze gelijkenis, dan zullen we de laat
ste drie „vertalingen" niet mogen ge
bruiken. Want de Wet is voor Kafka
het ongenaakbare, het kille. De Wet is
gedeeltelijk belichaamd in de Staat. De
Staat is overal, oefent door onderge
schikten die nooit de Staat zelf belicha
men, een grenzenloze tyrannie uit.
Maar de Wet is mede de Norm, de
hoogste eis die iemand zich gesteld
weet. De Wet is de teistering van het
geweten, en de hunker naar God, en de
orde van de Samenleving.
UET door Kafka getekende levensbesef
is wurgend en verstikkend. Het kent
de zuigkracht van Gods mysterie, van
de heilige en alomvattende liefde. Maar
de warmte van Gods liefde en de barm
hartigheid van zijn wezen zijn hier tot
het uiterste miskend. Een steeds meer
zichzelf totaliserende staat, die de enke
ling elke individuele vrijheid meer en
meer ontneemt, is het ene dat over
blijft. En het ander is een onbegrepen
normbesef, een irrationeel verlangen
naar een Wet die meer is dan een Staat.
Dit irrationele verlangen teistert de
man van het platteland. Maar in zijn
moderne levensbesef ziet hij niet, dat
de hand van Christus is uitgestrekt
juist naar hem, om alle poortwachters
ten spijt de weg naar Gods beschutting
te wijzen. Geloven is een moeilijk ding.
Ik weet het. Maar wanneer ik een der
gelijke desastreuse eenzaamheid ont
moet als bij Kafka, is voor mij maar
één woord mogelijk: Onze Vader. De e
gelijkenis van 'Kafka vindt z'n enig
adequate antwoord in de gelijkenis
van de verloren zoon.
c
ONDER DE L
MENSEN (3) F
J-JEX SPIJT ME werkeljjk, maar de
officiële naam van de hoofdper
soon uit dit relaas moet diep begra
ven blijven In de registers van de
Burgerlijke Stand. En zelfs zijn bij
naam kan ik u niet klakkeloos noe
men, want het ig voor de held uit een
krantenartikel al een précair iets nog
onder de levenden te verkeren en hoe
veel te meer wanneer daarin geen lof
felijke daden, maar vele schurkerijen
van u wereldkundig worden gemaakt?
En omdat de held uit dit artikel nog
dagelijks zijn zondig vlees door Alk-
maars straten voortbeweegt, moge hij
hier voorgesteld worden onder de
naam de Buik. Wat tenslotte maar
een kleine variatie op zijn werkelijke
bijnaam is.
VEEL BBJZ.U)X.e^
UONó&w£> 2WALKBV
UANKS-'ó PE. WE&-...
J~N vraag me nu niet, wat de Buik
van zijn stiel is, want ik weet
het niet. Ik weet alleen, dat hij tim
merman is en een knhp timmer
man! een kundig matroos, een vak
bekwame slager, een goede boer, een
prima schoenma'- -. een voortreffelijk
accordeonist, een vertrouwd rijwiel
hersteller, een goede kok.... ik heb
tot heden nog niet ontdekt, wat hij
nlèt is.
Maar met de opsomming van zijn
technische vaardigheden bent u er nog
niet. Want de Buik is daarnaast een
zeer oorspronkelijk filosoof, de crea
tor van een nieuwe godsdienst, een
ras-conferencier, een groot dichter
nog het grootste in de negatie van zijn
eigen impressies, die hij niet toever
trouwt aan handgeschept papier
en tenslotte een verteller van grootse
stijl.
En met deze opsomming bent u er
nóg niet.
Want de Buik is voorts een dronk
aard van het zwaarste kaliber, niet
bang van de vrouwen, hij heeft niet
wat men noemt een blanco strafre
gisterhij is een mens, zo ver
scheurd van tegenstrijdigheden, dat
hg zelf de moed niet heeft om stil t.e
staan bij de tragiek van z'n eigen be
staan. En deswege goedsmoeds zich
door het leven slaat met een grinnik,
een pruim tabak en periodiek een
grollende kolder, die tijdelijk z'n le
venslust te barsten slaat tegen het
duizendmaal vervloekte haam van
een kleurloze maatschappelijke plicht.
DIT bedoelt geen biografie te' zijD,
want om de Buik recht te laten
wedervaren zou dit artikel moeten uit
groeien tot een boek van meer dan
vijfhonderd pagina's. Neen, dit arti
kel bedoelt niet anders dan u in te
lichten over velerlei listigheden, zodat
u ais u weer eens bedrogen wordt
door een scharrelaar in lompen en
oud papier tenminste weet hóé u
bedrogen werd.
De Buik is een expert in de lom
penhandel en als u weet waar u lopen
moet, kunt u het meemaken hoe hij de
jonge broekjes, die nog geen stuk
bladlood van een lap blik kunnen on
derscheiden, 's avonds in het logement
college geeft.
De eerste lessen gaan steeds over
het onster of meer officieel gespeld:
het unster. Een unster is een weeg
werktuig, dat zich gemakkelijk in een
jaszak laat steken en berust op de
werking van een veer, die verder uit
rekt naarmate de belasting groter is.
Hebt u zich wel eens verwonderd,
dat u na bijv. een jaar toch niet meer
dan vijf kilo lompen bijéén had ge
spaard? Zoals u al gezegd werd, berust
PIJZZLL 206. DE RIDDER EN
ZIJN BRUID (OPL.)
Met bijzondere belangstelling is er
door onze lezers naar de oplossing van
deze derde „ridder-puzzle" gezocht. En
zeer talrijk waren de ingekomen oplos
singen.
De twaalf bedoelde woorden waren:
geranium, Amsterdam, klaverjassen,
nijverheid, rebellen, hecht-sterk, ijs
vermaak. Jansen, gezadeld, rijkdom,
dijken, zilte.
Hieruit volgden de vijfde en zesde
regel van het gedicht:
„Maar ridder Gijsbrecht bleek eenheid
Hij hield zijn bruidje vast omkneld"
Na loting onder de inzenders van een
goede oplossing is de wekelijkse prijs
van f 5.— ditmaal ten deel gevallen
aan Mej. Ineke Arts Parklaan 13 te
Enkhuizen.
Gefeliciteerd! Deze prijs zal worden
toegezonden.
En nu onze nieuwe opgave.
PUZZLE 207
HOE OUD ZIJN JAN EN PIET?
Jan is één jaar ouder dan Piet. Was
Jan driemaal zo oud als hij over vijf
jaar zal zijn, dan was hij even oud als
Piet zal zijn, als deze 13i/2 maal zo
oud is als hij vóór 15 jaar was.
Hoe oud zijn Jan en Piet nu?
Oplossingen (per briefkaart) tot en
met Donderdag 27 September aan de
Redactie van dit blad.
Onder de inzenders van een correcte
oplossing wordt weer een prijs van
f 5.— verloot.
wie
verder denkt
koopt
motvrij
l
een unster op een veer. Wat is er nu
eenvoudiger dan de oorspronkelijke
veer te vervangen door één, die wat
stugger is? Maar het resultaat is
doeltreffend: vijf kilo wordt aangege
ven als drie.
Grovere trucjes als bijv. het oplich
ten van de zak met een punt van de
schoen, zijn te algemeen bekend dan
dat ze nog veel worden toegepast.
Maar het steunen van de zak op de
deurklink is bijv. ook effectief. En
wat denkt u van de opkoper, die met
twee zakken bij u komt? Hij is zo
eerlijk of weegt hij soms eerst niet
de lege zak? U had nooit kunnen
denken, dat een gonjezak zo zwaar
weegt: liefst maar twee kilo. En dat
de lompen in de andere zak worden
gestopt, is maar toevallig. U mag zelf
de stand van het unster aflezen: acht
kilo. De lege zak woog twee kilo, dus
u hebt zes kilo lompen raison van
dertig of veertig cent per kilo. Jam
mer voor u hebt u niet geweten, dat
in de eerst gewogen zak een stuk blad-
lood zat van anderhalf kilo
J-JET tweede deel der colleges gaat
over de materialen. Misschien
denkt u: lompen zijn lompen. Mis.
Wol staat hoger genoteerd dan bijv.
katoen en een ervaren opkoper sor
teert zijn handel naar de diverse ma
terialen.
Dat lijkt vrij simpel, maar werke
lijk goed lompen sorteren is een kunst,
die maar weinig mensen grondig ver
staan. De groothandelaar, die over
een goede kracht beschikt, is daar
dan ook zuinig op en laat hem meer
verdienen dan bijv. een goed bank
werker verdienen kan.
Maar niet alleen naar het mate
riaal wordt er gesorteerd. Het colbert
jasje, dat u in de lompen deed, brengt
hier of daar misschien nog een rijks
daalder op en het kindergoed, door u
weggedaan, zoudt u misschien terug
vinden in een tweedehandszaak of vei
ling. Of er zit hier of daar 'n juffrouw
ijverig te breien van de wol, waar u
voor jaren ook al eens een kledingstuk
van hebt gemaakt.
En op het gebied van de oude me
talen
Kunt u brons van geel koper onder
scheiden? Weet u wat tombah is?
Kunt u op het oog verschil zien tus
sen gegalvaniseerde plaat en zink?
Weet u, dat aluminium zo hard kan
zijn, dat het maar weinig voor staal
onderdoet en zo zacht, dat het blad-
lood lijkt? Weet u dat rood koper in
prijs het drievoudige waard is van
geel koper of messing? Kent u het
eigenaardige geluid, dat tin geeft als
het gebogen wordt? En dat roestvrij
staal vaak door leken voor „nikkel"
wordt versletenWeet u
Als u dat allemaal weet, behoeft u
nooit bezorgd te zijn voor een boter
ham. Want die kunt u dan altijd nog
wel in „de handel" verdienen, desge
wenst zelfs met een plakje kaas er
op....
(Advertentie, I.'ig. Med.)
OB BUIK l<5 EXPECT
IK» DB
reotiepe vraag en bij een bevestigend
antwoord daarop zich in een duister
zwijgen hult, is zeer bepaald niet van
het echte soort.
De ras-echte opkoper doet het an
ders.
Hij vertelt u, dat de prijzen zakken,
steeds maar zakken, dat „de handel"
dood is en z'n concurrenten prijsbe-
dervers en knoeiers zijn. Dat het niet
veel soeps is wat u heeft en dat hij
het toch maar liever niet koopt. Hij
praat met z'n hele lijf, speelt de ver
moorde onnozelheid, loopt drie keer
weg, beklaagt zich dat het zonde
voor God is zich met die handel in te
laten
De Buik zou u stralend van voldoe
ning kunnen -vertellen, dat hij voor
een paar jaar es een paar honderd
kilo zink kocht. Hij kreeg het van
een oud vrouwtje en 't mens wist per
tinent dat het zink was. Ze was ge
waarschuwd dat ze het niet onder de
honderd pegels moest wegdoen
Alweer, vraag me niet hoe de Buik
het los wist te krijgen voor twee
tientjes. Hij praatte niet, hij oreerde.
En van oratie is alleen te betreuren,
dat zij verloren is gegaan.
De opkoper, die meester is op het
wapen van het prevelement, en in
staat is een mens de knopen van zijn
jas te „smoezen", heeft het beste wa
pen, dat in „de handel" opgeld doet...
^ISSCHIEN bent u na lezing van
dit artikel er van overtuigd, dat
elke opkoper een bedrieger is. Waar
om hier gezegd moet worden, dat er
veel eerlijke jongens langs de weg
zwalken, die met hard werken het
is geen kinderwerk een bakfiets met
drie, vierhonderd kilo „handel" bela
den tegen wind op te tornen een
boterham verdienen. Maar er zijn ook
„gosers" met lefpetten en veel branie.
dieenfin, als de vos de passie
preekt, geldt voor de boer: Pas op je
kippen
HERMAN DE COSTER.
Horizontaal: 1. bezoldiging v. d. sol
daat; 5. afgelegen; 8. armholte: 13.
groente; 14. eetgerei; 15. snuiftabak; 16.
gebergte in Rusland; 18. hals; 19.
brandstof; 20. enkelvoudige stof; 21.
uitmuntend; 22. vochtig; 23. soort gra
vure; 25. kern; 27. muze van het min
nedicht (Gr. Myth.); 30. vruchtknop
van de roos; 33. metaal-alliage; 37. pa
pegaai; 38. opening; 39. ik; 40. vlakte
maat; 41. opperkleed van Oosterse vol
ken; 44. ingang; 46. zuidvrucht; -50.
zeepwater; 52. afhangend velletje; 53.
deel van een schip; 56. vrijpostig; 58.
hoofdtooi; 60. haarkleur; 61. lofdicht;
63. graansoort; 64. eiland ten O. van
Java; 65. bijnaam v. e. papegaai; 66.
insecteneter; 67. volkomen ontwikkeld
insect; 68. sluis; 69. soldatenkost.
Verticaal: 1 snelle voortgang; 2. stad
in Rusland; 3. studeren; 4. edelsteen;
5. leurder; 6. plaats in Gelderland. 7.
verzoekschrift; 9. jaarboek; 10. ont
vangkamer; 11. plaats in Limburg; 12.
jaargetijde: 17. Europeaan; 19. hoender;
24. deel van een boom; 26. bijbel der
Moslims; 27. hertachtig dier; 28. talk;
29. zangvogel; 30. grap; 31. zijden stof;
32. echtgenote; 34. geladen atoom; 35.
wagen; 36. rivier in Engeland; 42.
kwaad; 43. groet; 45. medewerking; 47
steeds; 48. ergens anders; 49. (Isr.)
Godsdienstleraar: 50. deel. van het
priesterl. parament; 51. weggetje; 53.
mannetjesbij; 54. wig; 55. larf v. d.
langpootmug; 57. bridgeterm; 59. zij
rivier v. d. Elbe in Bohemen; 62. spoe
dig.
(Voor de oplossing zie men ons num
mer van Dinsdag).
genezende en regenererende werking
van P u r o 1, blijft de huid gezond»
«uive^^acht^^ooi^en^jrimpelvj^
(Advertentie, Ing. Med.)
ONS WEKELIJKS
KORT VERHAAL
MET een knikje nam notaris Sterre-
mans de aangetekende brief van de
jongste bediende aan en keek met ver
wondering naar het buitenlandse post
stempel. Toen hij de briefopener in de
envelop stak en deze bedachtzaam
openritste, scheen het zonnetje door de
vaalgele bovenramen op z'n kale kruin.
Toen hij de brief te voorschijn had
gehaald en door de dikke brilleglazên
naar de Engelse tekst staarde, bleef
het minstens vijf minuten stil in het
vertrek. Het enige geluid maakte de
pen van Sterremans' secretaris, die
hiermede onverstoorbaar over het pa
pier kraste.
„Dat is toch sterk Bruining!"
De ijverige secretaris keek als gesto
ken op. „Zei u iets mijnheer?" De
vraag was overbodig, het anders zo
rustige gelaat van zijn patroon wees
dit duidelijk uit.
„Ik zei dat dit sterk is Bruining", Hij
legde de brief naast zich neer en
streek met de hand over zijn voorhoofd.
,,'t Is bijna niet te geloven.."
Vragend keek Bruining naar de no
taris op, 'maar zijn geduld werd be
proefd. Hij waagde daarom te vragen:
„Is er iets bizonders mijnheer?"
„Ken je onze oude klant Simons
nog?"
„Wis en waratje mijnheer. Is hij soms
overleden? Ik weet dat hij erg moest
oppassen voor z'n hart.."
Sterremans keek hem verwijtend
aan. „Overleden zeg je? M'n goeie man,
vanaf heden is de oude Simons mil-
lionnair. Een oom in Boston is gestorven
en laat hem een bedrag van twee mil-
lioen dollar na, plus een aantal Ame
rikaanse fondsen
Bruinings mond zakte van verbazing
open en hij legde z'n pen op 't bureau
neer. „Alle mensen, die Simons.."
De notaris keek peinzend naar bui
ten. „Tja", zei hij bijna afwezig, „dat
is nu allemaal goed en wel dat wij met
de afwikkeling van die zaak zijn belast,
maar.die oude baas kan een hart
aanval krijgen als hij 't hoort.. Dat
zou meteen z'n dood betekenen.
Bruining krabde met animo achterin
zijn hals. Dat deed hij altijd als hij
diep nadacht. „Tja", zei hij aarzelend,
,,'t is zeker een moeilijk geval.."
,We zullen er iets op moeten vinden
Bruining. Heb jij misschien een idee?
Soms kun je wel eens vindingrijk
zijn...."
Maar ondanks die stimulans bleef het
idee van de secretaris uit. Sterremans
snoot verwoed zijn neüs, schudde het
hoofd en mompelde: „Twee millioen
dollar, 't Is bijna niet te geloven.."
„Als U nu eerst eens zei, dat het
maar tweeduizend dollars zijn", opper
de Bruining. Maar de notaris haalde
de schouders op. „Daar schiet ik weinig
mee op. Eens moet ik hem toch de
waarheid vertellen". Plotseling staakte
de notaris he. nerveuze tikken met de
briefopener.
„Ik geloof dat het de beste manier
is om er direct heen te -gaan Bruining.
Ik heb een plannetje om hem voor
zichtig voor te bereiden".
„Alstublieft mijnheer.."
Even later zat Sterremans naast z'n
secretaris in de auto. Een voldaan
lachje speelde om z'n lippen. Natuur
lijk zou hij het nu klaar spelen met
Simons. Niemand in de stad zou straks
kunnen beweren, dat hij door een on
tactische mededeling de dood van zijn
cliënt op zijn geweten had. Integendeel,
de goede reputatie van zijn kantoor zou
nog meer bevestigd worden. En dan de
verdiensten, die dit kluifje zeker zou
opbrengen
De remmen van de auto piepten en
de wagen stond stil voor het huis met
de ouderwetse gevel. Ze stapten uit en
Sterremans rukte bij de brede deur
aan de glimmend gepoetste trekbel. Luid
galmde het in de holle gang en m
spanning wachtten ze een nader levens
teken af. Nu ging het gebeuren
Pas na de tweede ruk aan de bel
hoorden ze schuifelende voetstappen
nader komen. Het raampje in de deur
ging open, een spichtig vrouwengelaat
vertoonde zich, waarin geelachtige
ogen hen wantrouwig opnamen. „Wa-
blief heren?" lispelden de dunne lippen.
„Goeiemiddag", zei de notaris, een er
al voorkomendheid, „wij wilden graag
even mijnheer Simons spreken. Zegt U
maar notaris Sterremans
Ze bromde iets in een blijkbaar on
bekende taal, toen ging het kijkgat
dicht en hoorden ze de schuifelende
voetstappen verdwijnen. Maareven la
ter was ze terug en opende de deur,
waarbij ze uitnodigend naar binnen
wees. Geen minuut later kwamen ze
de in oude stijl gemeubileerde kamer
binnen, waar hoge leunstoelen om een
gedoofde schouw stonden geschaard.
Naast een fraai bewerkte stoeltjesklok
zat een kleine man van tegen de zes
tig, die diepe rookwolken uit een klein
stenen pijpje blies. Hij stond op toen
de gasten binnen kwamen en verwel-
komde hen hartelijk.
Na enig gezellig heen en weer gebab
bel zocht de notaris naar woorden, die
zijn missie moesten inluiden en kuchte
eens. „Tja", zei hij toen „ik heb nog
iets met m'n oude vrind te bespreken".
Simons keek hem vragend aan. „Het
is misschien een gekke vraag", vervolg
de Sterremans. „maar wat zou je nu
doen Simons, als je plotseling zo'n mil
lioen gulden rijker werd?"
Even stond de ander perplex van die
vraag toen barstte hij in lachen uit,
wat sterk verschilde met de spanning
waarin de beide bezoekers verkeerden.
..Oh Sterremans, hou toch op. Hoe
kom je bij zoiets?"
„Ochde notaris schoof nerveus
op zijn stoel, „ik zou het graag willen
weten zie je.." Hij trok krampachtig
met z'n mond of hij de vrolijkheid van
de ander wilde navolgen.
„Als ik plotseling een millioen zou
krijgen.." zei Simons dromerig, „dan
zou ik meteen de helft aan m'n oude
vriend Sterremans afstaan voor de vele
goede diensten, die hij mij bewees.."
Amechtig zakte de notaris achterover
in de stoel
Twintig minuten later constateerde
de snel ontboden dokter Deuling, dat
notaris Sterremans door' een hartver
lamming was overleden