Eeuwfeest van onze postzegel Van West-Virginia naar Oregon 1 JANUARI 1952 Eind Juni 1952 tentoonstelling in Utrecht Hei Wieringse geslacht Maats «is Regenverzekering VJ VIJF MEISJES NAAR AMERIKA (4) Hartelijk weerzien in Washington weerzien m Verwarrende overgang en een mooie reis DONDERDAG DECEMBER 1951 liet gedaan. Niettemin i allebei een aardig lig en draaierig en dat verwonderen. ïharn Hotspur 03, lester City 03, Li- iool 11, Bolton Wan- romwlch Albion 32, in North End 02, ["ownDerby County iter UnitedFulham adNewcastle United stdag: BlackpoolLi- :rby CountyHudders- 1, FulhamManches- 3, Manchester City MiddlesbroughStoke lastle UnitedSunder- smouthArsenal 11, spurCharlton Athle- iromwich AlbionBol- 32, Wolverhampton ton Villa 1—2. ijziging in Japan remier, Sjigeroe Josji- wijzigingen in zijn acht. Er zijn twee mi- portefeuille benoemd etreffende het verdrag de Staten. s van plan Katsoeo tot minister van wanneer het vre- kracht wordt. Tot dit jida deze portefeuille 28 DECEMBER I, 402 m.: 7.00—24.00 7.15 Een woord r.30 Zendersluiting. 9.00 •berichten. 9.10 Voor de 9.35 Gram.- 11.00 Gram.- opraan en piano. 11.43 12.00 Amusements-orkest Tuinbouwmededelingen. ensemble. 12.59 Klokgelui. 13.15 Vocaal-ensemble, van het Vaderland", eau* 14.00 „De cy- aiskamer", causerie. 14.15 t en soliste. 14.50 Fluit 15.15 Voordracht. 15.35 16.10 Voordracht. 16.30 8.00 Nieuws. 18.15 Amu* 18.35 Regeringsuitzen- C. Berg: „Een jaar gaat !en goed woord voor een Muzikale causerie. 19.15 „Verklaring en toe* Gram.muziek. 19.40 Ra- en weerberichten. :en. 20.15 Radio Philhar- en solist. 21.35 „Is er in veranderd in Surina- 21.55 Piano-recital. 22.20 het Verre Oosten", re- rgelconcert. 22.45 Avond- .00 Nieuws. 23.1524.00 298 m.: 7.00 VARA, .20 VARA, 12.00 AVRO, .30 VPRO, 21.00 VARA. .00—24.00 VARA. 7.00 7.30 Zen- Nieuws en weerberich- gres van de Partij van de •rgenwijding. 10.20 Orgel Voordracht. 11.00 Voor de van de P. v. d. 12.30 Land- en Tuin- 12.33 Sport en prog- uws. 13.15 Mededelingen 13.20 Orkestconcert. 14.00 „Samson et Dalila", acte). (15.00—15.20 Boe- 0 Muzikale causerie. 16.50 Nieuws. 18.15 Fell* ancongres van de P. v. d. pel. 19.30 „Feestgetijden", Berichten. 20.00 Nieuws, 20.10 Gram.muziek. causerie. 20.40 „Een sterk 21.00 „Op de valreep van itenlands overzicht. 21.40 bijeenkomst P. v. d. A. causerie. 22.45 Avond- ieuws. 23.15 „In huwelijk erie. 23.30—24.00 Gram-- Televisie-programma van 1 Opening; 2. lm. Pauze. 4. „Au Salon QP 1 Januari a.s. zal de postzegel in ons land precies honderd jaar in gebruik zijn. De wet van 12 April 1850 voorzag in de invoering der postzegels in het Koninkrijk der Nederlanden. 12 November 1851 werd het Koninklijk Besluit afgekondigd, dat „de dag der uitvoering van het gebruik der postzegels wordt bepaald op 1 Januari 1852". De postzegels werden door de zorg van de minister van Financiën op alle post- en hulpkantoren der brievenposterij voor een ieder verkrijgbaar gesteld tegen betaling van niet meer dan de daarop uitgedrukte geldswaarde. Drie soorten werden uitgegeven, namelijk van vijf, van tien en van vijftien cents. „Blaauw de postzegels van vijf cents. Rood die van tien cents. Oranje die van vijftien cent". |_|ET Nederland van die dagen heeft vreemd gestaan tegenover deze in wezen zo simpele oplossing van het vraagstuk der briefwisseling. Het heeft n.l. nog bijna twintig maanden geduurd totdat de zegels verkrijgbaar waren na de afkondiging der wet de bekende Postwet van Thorbecke. Het moet in de bedoeling gelegen hebben deze ter mijn niet zo lang te rekken. Het Ko ninklijk Besluit zegt immers, dat op 22 December 1850 de termijn voor het in werking brengen der postzegels was verlengd „tot eenen door Ons (Willem III) te bepalen dag, doch uiterlijk tot den 31sten December 1851". En nog na de dag der invoering van het gebruik der postzegels bleef het de burgers mo gelijk hun brieven ongefrankeerd te verzenden. De frankering werd immers niet verplicht gesteld. De zegels wer den alleen maar verkrijgbaar gesteld „tot vooruitbetaling van het port op de binnenlandsche briefwisseling", of om gebruikt te worden voor brieven, die naar het buitenland werden gezonden", ,,in zooverre dit niet strijdt met de overeenkomsten of schikkingen daar omtrent met vreemde Regeeringen of administratiën". De gebruikelijke vorm van betaling bleef dus gehandhaafd. Die gebruikelijke vorm was om bij het verzenden van een brief aan het post kantoor de port te gaan voldoen, of zelfs ongefrankeerd te verzenden en de ontvanger van de brief het port te la ten betalen. De postambtenaar tekende op die oude brieven nonchalant over 't adres het geldsbedrag, dat betaald was geworden. De portokosten Het port van de binnenlandse corres pondentie hield rekening met de af stand en met het gewicht. 3 Juli 1855 is een tariefswijziging bekrachtigd, die een verlaging inhield. Het werd 5 cent voor een brief tot 15 wigtjes gram) voor de afstand van ten hoogste 30 mijl waarbij berekend was, dat deze af stand 15 uur en 24 minuten gaans was Was de afstand groter, dan werd voor hetzelfde maximale gewicht tien cent berekend. Bij hogere gewichten werd het port verdubbeld of verveelvoudigd. tie van postzegels kon doen voorzien". Men hoeft geen hartstochtelijk filate list te zijn om nog even stil te blijven staan bij dat kleine getande papiertje, dat het postverkeer tenslotte toch zo oneindig vergemakkelijkte. Zelfs de kleinste jongen weet, hoe begeerlijk deze oudste exemplaren voor iedere verzamelaar zijn. Hij weet ook al heel gauw, dat ze als watermerk een post hoorn dragen en dat ze 'ongetand zijn. Wanneer die jongen wat ouder wordt zal hij zich mischien ook nog gaan in teresseren voor de verschillende druk ken, die er van deze zegels verschenen zijn tot aan het moment in 1864 dat de tweede Nederlandse zegel met debeel- -■ tenis van Koning Willem III uit de werkplaatsen van 's Rijks Munt te Utrecht te voorschijn kwamen. Eerst vanaf 1 October 1866 is het be drijf van Joh. Enschede Zonen te Haarlem hierbij ingeschakeld. Het heeft heel wat voeten in de aarde ge had, voordat de eerste zegel goedge keurd was. Dr. A. Vrolijk, voorzitter van het Utrechtse muntcollege, heeft de eerste Koning Willem III-zegel ontworpen. J. W. Kaiser, directeur van de Graveer- school der Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, die een knap portrettist was, doch een minder knap letter-graveur, heeft de gravure ervoor gemaakt. Als voorbeeld stond Kaiser een boetseermodel van het portret van de Koning voor ogen, dat vervaardigd was door N. Pieneman. J. Wiener ver menigvuldigde de stempels op de sta len platen. Iedere plaat bestond uit honderd zegelbeelden. 2 December J851 zijn de eerste 3 x 1000 vellen postzegels in Den Haag afgeleverd. Vermelden we tenslotte, dat die bij zondere eeuwfeest herdacht zal wor den met een grote Internationale Post zegeltentoonstelling van 28 Juni tot 6 Juli in Utrecht in het Jaarbeursgebouw en dat de firma Enschede en Zonen daar een viertal bijzondere zegels zal vervaardigen in plaatdruk. - 1vv .V V V - W Postzegels waren nog niet verplicht, voor een afgestempelde brief moest de ontvanger het verschuldigde bedrag betalen. Een zeker lid van Arnhem's raad Die heeft één dezer dagen, Met een vér vooruitziende blik De vroedschap vóórgeslagen: De zomergasten voortaan te Verzek'ren tegen regen; En nu zitten de heren dan Dit plan te overwegen Och, waarom niet!, schier elke plaats is 's zomers druk in actie De vreemdeling te trekken met Een aardige attractie. De één doet het met vogeltjes, Een ander Weer met bloemen. En wie, die hem eenmaal bezag, Zal niet de kaasmarkt roemen? 'k Geef toe, het lijkt misschien wat raar Wat Arnhem wil beginnen. Maar moog'lijk kunnen anderen Daar nog vel wol bij spinnen. Ik denk aan „Mijlpaal"; „Damstad' en „Van 't IJ tot aan de Wadden", Waar zij nog géén verzekering Tegen de regen hadden. Wanneer men daar eens, vroeg genoeg, Zo'n voorzorg had genomen, Dan was men van de regen niet Zó in de drup gekomen! Maar buiten dat, de vreemd'ling kan Des zomers nu genieten, Al zou het ook een hele week Aan één stuk blijven gieten. JABSON Brand aan boord van een Nederlands vrachtschip Het Nederlandse 10.000 ton metende vrachtschip „Langkoeas" van de Ko ninklijke Rotterdamse Lloyd is Dins dagmiddag op de rede van Brest aan gekomen, terwijl er in een van de rui men een brand woedde. Men was het vuur spoedig meester. Het schip was op weg naar Indonesië. Families uit Noord - Holland het genealogisch onderzoek naar ver schillende Noordhollandse families brengt vaak vele merkwaardigheden aan het licht. Zoals in het geslacht Rempt het beroep van veearts-smid steeds van vader op zoon overging, zo was dit bij het van oorsprong Wie ringse geslacht Maats het geval met het beroep: kapper-dokter. In vroeger tijden was een combinatie van deze beroepen niets bijzonders; men be schouwde het als vanzelfsprekend dat de kapper tevens chirurgijn was. De stamvader van het geslacht Maats, Pieter Abrahamsz Maats, was wel een van de merkwaardigste figuren uit Noordhollands verleden. Hij leefde in de tweede helft van de achttiende eeuw op het eiland Wieringen, waar hij niet alleen kapper en chirurgijn was, maar tévens landbouwer en herbergier. Waar hij geboren werd is nog niet bekend, al is het zeker, dat hij zich vanuit een andere pViats op Wieringen vestigde. LIOEWEL de geboorteplaats niet werd genoemd, is het ons uit een aanteke ning bij zijn overlijden toch bekend, dat hij in 1737 werd geboren. Hij bezat te Den Oever een herberg, genaamd ,,'t Lands Welvaaren". Het is zeer waar schijnlijk, dat hij door armoede gedre ven werd om naast het beroep van her bergier nog andere bezigheden te zoe ken. Deze bestonden uit het bewerken van zijn grond, het scheren en knippen van de dorpsbewoners en het behande len van zieke Wieringers. Hiertoe bezat hij een „vospaardje", dat hij nodig had om zich op het eiland zo snel mogelijk te verplaatsen. Pieter Maats was gehuwd met Jeltje Jansdr. Metselaar, en wel op 21 Sep tember 1760 te Den Oever. Na haar overlijden op 20 Juli 1783 her trouwde hij omstreeks 1788 met Neeltje Kok. Reeds een jaar later overleed hij. Na zijn overlijden werd een inven tarislijst var zijn bezittingen opge maakt. Zijn weduwe Neeltje Kok, zijn zoon Jan en Dirk Dam, een der voog den over zijn nagelaten kinderen, lieten deze lijst opmaken bij een notaris Het is juist deze lijst, die ons vele in lichtingen verschaft over het veelsoortig beroep van Pieter Maats. Hij bezat en kele stukken vee, een „tweejarig osje", (Bijzondere correspondentie) JN MIJN vorige brief heb ik u verteld van mijn verblijf in West-Virginia, en van mijn ophanden zijnd vertrek naar een ander deel van de Verenigde Staten. Toen het eenmaal zo ver was het was toen 24 September had ik een ver drietig gevoel. In de twee maanden, die ik in deze streken had doorgebracht, waren de mensen, onder wie ik had geleefd, tot mijn beste kennissenkring gaan behoren. Dat maakte het afscheid moeilijk. Niettemin: het moest en zo stond ik twee uur nadat ik de laatste handen had gedrukt op mijn eentje in de Ameri kaanse hoofdstad. Plotseling kreeg ik weer een erg blij gevoel. Ik zag in het bagagedepot vier Hollandse koffers staan, waarvan ik wist dat ze aan Anneke en Lietje toebehoorden. eerste postzegels, nog perforeerd. onge- Grappig is nog te vernemen, dat „de brieven voorzien van postzegels door of vanwege de afzenders gestoken dien den te worden in de brievenbussen, die tot het ontvangen der ongefrankeerde brieven waren bestemd", en „dat de postzegels moesten worden vastge hecht in den bovensten hoek aan de linkerzijde van het opschrift der brie ven". Ook deze zaken waren zeer nauwkeurig omschreven in het Ko ninklijk Besluit. En daar staat ook in, dat „De Minister van Financiën de brieven, waarvan het briefport voor uitbetaald was met gereed geld en die dus ongefrankeerd gebleven waren door de ambtenaren der Administra. |)E OVERGANG van het rustige plat- teland naar de drukke wereldstad werkte wat verwarrend. Het lawaai was bijna niet te verdragen. De wirwar van méfisen en auto's verwarde me aanvankelijk. De tram, waarin volop muziek galmde, bracht me naar het de partement van landbouw. Nadat ik hier een half uur had lopen zoeken en vra gen, kwam ik bij mijn „baas" terecht. Hier werd ik hartelijk verwelkomd. Men bedolf me onder allerlei instruc ties omtrent mijn treinreis naar en mijn verblijf in Oregon. Kort daarop ontmoette ik ook Anneke en Lietje. Het weerzien kunt u zich wel voorstellen. In een mengelmoesje van Hollands, Fries en Amerikaans poogden wij el kaar onze belevenissen te vertellen. De beide andere meisjes, Maartje en Gudie gingen rechtstreeks naar hun tweede originele IIicod Alr-Wlcl *4® (Advertentie, Ing. MedJ Stempel zonder jaartal. Verzonden uit Bommel 6 Juni, ontvangen te Leiden 7 Juni. staat, en kwamen dus niet in Washing ton. Hen zagen wij dus niet. In zekere zin waren wij heel bevoorrecht met ons tussentijds verblijf in Washington. Die avond zetten Anneke en ik Lietje op de trein, die haar' naar Kentucky zou brengen. Ikzelf vertrok enkele uren later, en zo bleef Anneke alleen ach ter. Haar trein zou haar pas de volgen de morgen naar North Carolina bren gen. Nieuwe ervaringen HET WAS eerst een vreemde gewaar wording, om zo laat in de avond nog op reis te gaan. Dat is in Amerika ove rigens heel gewoon, daar men vaak een paar dagen moet reizen, voordat men op de plaats van bestemming is. Ik zag om me heen allerlei mensen, die vaak in de wonderlijkste slaaphou dingen zaten. Wel een uurlang heb ik ze zitten bestuderen. Toen verscheen er een neger, die voor een kwartje per nacht kussens verhuurde. Ik maakte er dadelijk gebruik van. De nacht verliep overigens erg onrustig. De trein stop te vaak. Elke keer werd ik met een schok wakker. Het eerste, dat ik de volgende mor gen zag, was de enorme fabrieksstad Pittsburg. Zij zag er grauw en onaan trekkelijk uit. Ik zag die ochtend mijn ogen uit aan het vlakke landschap tus sen Pittsburg en Chicago. Het herin nerde me sterk aan ons eigen landje. Het was alleen veel wijder en uitge strekter en enigszins eenzaam. De meeste boerderijen zagen er royaal en welvarend uit. De hoge silo's, die bo ven de boerderijen uitstaken, en de witbeschilderde huizen vormden een typisch Amerikaanse noot in het land schap. Voordat we in Chicago aankwa men, passeerden we nog het Michigan- meer. Het had een prachtige blauwe kleur. In de winter is het berucht om de harde wind, die al menig schip te gronde heeft doen gaan. Chicago was indrukwekkend door zijn vele fabrieken van enorme om vang. Anderhalf uur lang zag ik niets dan de meest uiteenlopende industrie- en. De stad zelf is met haar vier mil- lioen inwoners de tweede van de Ver enigde Staten. Naar Oregon JK MOEST hier overstappen en voelde me op het enorme station min of meer verloren. Gelukkig hielp me de travellers aid, die op elk station aan wezig is en vele talen vloeiend spreekt, uit de nood. Per taxi moest ik naar een ander groot station. Daar heb ik drie uur zitten wachten, voordat de trein naar Oregon vertrok, 's Avonds om half zes verliet ik eindelijk Chica go voor een tocht over 2500 miles (4000 km.) in anderhalve dag. De trein was prachtig. Er waren ver schillende restauratiewagens, maar de prijzen van de consumpties lagen over het algemeen te hoog voor mijn be scheiden beurs. Verder waren er kleine vertrekjes, waar de reizigers zich kon den opknappen. De zitplaatsen waren zo aangebracht, dat iedereen voldoende ruimte had om zich heerlijk uit te strekken. Bij mijn vertrek uit Chicago was het al schemerdonker geworden. Ik' pro beerde nog zoveel mogelijk te zien, maar ik moest me tevreden stellen met een lichtje of een flits van een Amerikaans woonvertrek hier en daar. Des nachts reisden we door de staten Iowa en Nebraska. Ik sliep uit stekend en werd 's morgens tegen zes sen wakker van de zon, die roodgloei end opkwam. Het was een fantastisch gezicht: grillig gevormde sparrebo- men, een licht glooiend landschap met een zandige bodem, het geheel een zaam en verlaten. Al spoedig stoom den we Wyoming binnen. Het land schap werd steeds troostelozer. Pioniers ^ANVANKELIJK zag ik nog wel eens een enkele boerderij, meestal om ringd door een groot aantal bomen. Tientallen Auguskoeien liepen vaak ver van huis in de omgeving rond. De ze dieren zijn pikzwart, kleiner dan ons Friese vee en worden als vleeskoeien opgefokt en verkocht. Af en toe zag ik een boer te paard zijn dieren tellen. Hier en daar bleek, hoe moeilijk het leven hier is. Dan passeerden we een vervallen huisje, omringd door wat oud roest. De bewoners hadden het verla ten omdat ze door gebrek aan water gedwongen waren geweest ergens an ders een bestaan te zoeken. Voor de mensen, die hier hebben gewoond en nog wonen moet men het diepste res pect hebben. Tegen de middag zagen we de eer ste bergen en uitgestrekte gebieden met „sagebrush", een soort gras, die al leen op de alleronvruchtbaarste plaat sen groeit. Af en toe stopten we bij een kleine plaats, stoffig en verwaar loosd, niettemin heel wijds stad ge noemd. Meestal woei het er flink, het geen de bewoners noodzaakte, een stof bril te zetten. Toen de avond begon te vallen, werd de wereld weer iets menselijker. We lieten de hoge bergen en de prairies achter ons, vruchtbare velden werden zichtbaar, grote en kleine boerderijen, groene bomen, een kronkelende rivier. Dat was Idaho. 's Avonds laat kwamen we in Oregon, Onze eerste halte daar was Nyssa. Bekende naam. yELE bewoners van de Schermerpol der zullen de naam Nyssa wel eens hebben gehoord. Omstreeks 1900 heb ben immers vele Noordhollanders het vaderland vaarwel gezegd en zich daar gevestigd. Het was er toen nog dor land, maar de Schermer boeren hebben door irrigatie Zuidoost Oregon tot een van de vruchtbaarste gebieden weten te maken. De grond is er thans veel waard. In Nyssa staat de grootste suikerfa briek ter aarde. De volgende morgen om negen uur kwam ik in Portland, de plaats van mijn bestemming, aan. Vóór het zover was, kreeg ik nog iets buitengewoons te zien. De zon verscheen rood boven de bergen, die begroeid waren met honderden sparrebomen, over kleine huisjes en de brede Columbia-rivier. Deze ontspringt in Brits-Columbia en is 2440 km lang. Zij slingert zich in Zuid-Oregon tussen machtige bergen door een kloof, die in eeuwen en eeu wen in de harde steen is uitgeslepen. Voordat dfe blanken hier kwamen, vonden de Indianen in en aan de ri vier een bestaan. Ze mogen nog zonder vergunning op zalm vissen de blan ken alleen met een speciale permissie maar overigens is het met hun oude leven gedaan. Ze onderscheiden zich in weinig meer van de blanken, behalve dan door hun vaak verschrikkelijke ar moede. De volgende morgen, 27 September, kwam ik in Portland aan. Het was een schitterende warme dag, een buitenge woon prettige entree in deze mooie, vriendelijke stad aan de Stille Oceaan, gelegen in een vallei aan de voet van de met sneeuw bedekte Mount Hood. Mijn uiteindelijke bestemming was Ca- vallis, 175 km van Portland verwijderd. Ik werd daar ondergebracht bij de fa milie Rogers, waar ik zeven weken ben geweest. Op het ogenblik vertoef ik in een klein dorp, zeven kilometer van de Oceaan gelegen, op een boerderij van ongeveer vijftig hectare. Over wat ik hier zoal heb beleefd, vertel ik in een volgende brief. ITA POSCH. een „vospaardje" en 64 schapen. In de drankwinkel stond ongeveer 50 liter wijn, 200 liter jenever en enig azijn en bier. In de „chirurgijnswinkel" be vonden zich een koperen vijzel, een glazen mortier, twee sc'neerstoelen, acht scheermessen, een „kruidlaat" (een lade met geneeskrachtige kruiden), twee scharen, een zaag, een koker met lan cetten (aderlatingsinstrument), dat in die dagen veelvuldig werd gebruikt), enige tangen en spadels. Een keur van gereedschappen dus, die voor het vak van chirurgijn-kapper nu eenmaal on ontbeerlijk waren, al mogen we ver onderstellen, dat de zaag wel in een ander deel van het huis zal hebben thuis behoord. jan Pietcrsz Maats (1766—1837) (~)NDER de nakomelingen van Pieter Abrahamsz Maats vinden we vele dokters. Hij liet zeven kinderen na, waaronder zes zonen. Een van deze zo nen, Jan, had van zijn vader reeds vele bijzonderheden over het doktersvak ge leerd en het is dus niet vreemd, dat hij na het overlijden van zijn vader zich ook op dit beroep toelegde. Na een tijd lang werkzaam te zijn geweest in Den Oever, vestigde hij zich de 1ste Mei 1806 te Hippolytushoef. Hij was ge trouwd op 19 October 1786 met Dieuwertje Cornelisdr. Mulder. Behalve als chirurgijn wordt Jan Maats ook genoemd als vrederechter en dijkgraaf. Ook vinden wij hem nog tij dens het leven van zijn vader veroor deeld tot een dukaton boete, omdat htf bij de bevalling van zijn vrouw zijn vader ter assistentie had geroepen on niet, zoals was voorgeschreven, de vroedvrouw! Zijn broer Abraham vestigde zich to Koedijk en was daar o a. chirurgiin, schout en secretaris. Jan Maats over leed op 21 October 1837 te Hippolytus hoef, 71 jaren oud. A. MEKKEN. V. 'v - Bij zijn terugreis naar Amerika hield Dean Acheson zich bezig met shuffleboard. Achter hem Mrs. Perkins, de echtgenote van de assistent-secretaris der V.S. „HARPOONS" OP VALKENBURG AANGEKOMEN. Op het vliegveld Valkenburg zijn Maandag zes „Harpoons" aangekomen. Deze toestellen zijn dé laatste van de achttien „Harpoons" die Nederland ^en behoeve van de Marine-Luchtvaart dienst uit de Vereigde Staten ont vangt. LAATSTE CANADESE TROEPEN IN ROTTERDAM. Maandagmorgen is het laatste ge deelte van de 27ste Canadese infante riebrigade met het s.s. „Columbia" in Rotterdam aangekomen De troepen zijn, na te zijn verwelkomd door de Canadese ambassadeur, Pierre Dupuy, per trein verder gereisd naar Hann over. Kardinaal Spellman woonde de Kerstviering bij van een aantal weeskin- at ren uit New York Dit was de laatste gelegenheid waarbij de kardinaal m het publiek verscheen. Kardinaal Spellman heeft de Kerstdagen bij de troepen jn Korea doorgebracht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1951 | | pagina 7