sstad
Hammerfest, de Noordelijkste stad
van ons werelddeel
De verkeerde keus.
Psychologie *ghedenckklanck)
Hooglied in de Leidsestraat
neentelijk
beleid
Belevenissen langs hel IJzeren Gordijn
De Russen? Die komen hier nooit!"
Spitsbergen, omstreden
eiland in de Poolzee
Om een hoekje
Hersengymnastiek
goed jaar voor nr.v
amsterdams podium
KRUIS W0ORDPUZZLE
tebestuur van Beverwijk
n zijn beleid richten door
lat hier een stedelijk cen-
groeien is van eerbled-
ang. In dit licht moet men
ïring van het millioenen-
waterzuiveringsinstallatia.
;ie wordt gebouwd in dt
eer. Het is een enorme
waarschijnlijk komende
uik zal kunnen worden
directe voordeel ervan zal
/■ijkers van de stank van
en het toelatingskanaal,
leet, en hun al heel wat
rgd heelt, zullen worden
'an de enorme bouwsom
E, waarmee in 1948 werd
It Beverwijk al meer dan
unnen afschrijven uit de
len.
j in gesprek komen met
H. J. J. Scholtens, zegt hij
irlijk te vinden te veel te
„ogenbliks-belangen", die
rden door sentimentsge-
genbliksbelang van Be
en de behoefte aan een
tehuis kunnen noemen,
oog te hebben voor meer
Met het huidige stadhui^
uitengoed „Scheybeeck",
dan nog maar een vijf
jaar behelpen.
OUD ■STATION
ngeving nog goede moge-
isen Wijk aan Zee en
uin ligt de Kaag. Dat is
t men slechts hoeft af te
aar men slechts behoeft
beheersing van het wa
in uitstekend stuk tuin-
m. Men zou er een soort
in moeten maken.
Wateronttrekking.
trekking aan de bodem
P.W.N.; 2e. de Papierfa-
e Hoogovens, heeft heel
'ussenwijk als tuingebied
gaan. Die wateronttrek-
ot probleem. Zeker twee-
ers hebben zich al een
-e) bevloeiïngs-installa-
Het P.W.N. heeft hier-
teerd. In hoogste instan-
iad van State dit protest
klaard.
dat alle zoons uit een
ich te zijner tijd van een
rzekerd kunnen houden,
oken. Door rationalisatie
is de personeelsbezetting
i belangrijk minder ge-
voorbeeld dertig of veer-
i. En we moeten van de
bedrijfjes af zien te ko-
liet door uitbreiding van
lervlakte, dan richte men
tuur. Er komt hier in de
meer glasteelt. Dat is
een.
Omscholing.
aarmee het probeem van
;ens, die nimmer in da
zelfstandige plaats zul-
ïiet opgelost. Sommige
ens emigreerden, en zij
er het algemeen uitste-
n worden omgeschoold
plaats in de industrie,
aten zich goed aan te
'elmaat van de nieuwe
de omstandigheid, dat
it inkomen kan rekenen,
e waarderen. Aanvanke-
egrijpelijk) grote aarze-
,p te doen van de tuin
k. Het minder gunstige
50 heeft velen de knoop
an Tuingrond is er niet
i door deze gebeurtenis
aantal liefhebbers voor
ind overtreft altijd nog
od".
n
(Van onze speciale vereslaggever).
UALVERWEGE Hammerfest en Kirlcenes stond ik, omringd door de noorde
lijkste fjorden, naar de kabeljauw te kijken, die in deze streek aan lange
en hoge houten geraamten hangt en onder de kille adem van de IJszee, die
alle rotsen omarmt, tot stokvis droogt. Dik geklede dreumesen drukten htm
neus tegen het zijraam van mijn auto; zelden ontmoet men In deze streek
enige kinderen. De rotsen zijn kaal, de zeewind is scherp en de Noordpool is
to nabij, dat er geen boom en geen gras meer groeit. De Invloed van de wereld
met comfort moet duizend en meer kilometers fjorden overwinnen om de
onherbergzame noordelijke delen van Zweden en Finland te bereiken.
De Noordelljkse haven van Europa ligt onder de adem van de milde Golf
stroom. Wanneer het achter de rotsen sneeuwt, regent het in Hammerfest.
„Deze kinderen hebben in hun hele
leven eenmaal een sinaasappel gege
ten", zei mij de visser, die zich onder
de knapen mengde. Hij legde er daarbij
de nadruk op hoe schrikkelijk een oor
log is, die in zijn gevolgen zo lang
duurt, dat in Noorwegen heden ten da
ge nog allerlei gerantsoeneerd is.
Ik vroeg hem naar de mening van de
bevolking over de Russen, die sedert de
Inlijving van Petsamo de naaste buren
der Noren zijn geworden. „De Russen?
Die komen hier nooit", zeide hij. „Se
dert de zestiende eeuw hebben onze
grootmoeders de kleine kinderen, die
niet braaf waren, voorgehouden; Pas
op, als je stout bent, komen de Russen
je halen. Geen der kinderen heeft, ook
niet toen zij volwassen waren, ooit de
Russen zien komen. Het sprookje van
de naderende Russen is voor uw land
nieuw, mijnheer. Daarom gelooft men
het waarschijnlijk. Wij laten ons er niet
meer door intimideren".
Het was in het jaargetij, dat de laat
ste boten uit Spitsbergen in Hammer
fest waren binnengelopen. Spitsbergen
is voor Noorwegen de kluis voor het
zwarte goud in de witte wereld. Doch
ook Rusland heeft van oudsher op dit
eiland steenkool gedolven. Voor de
Sovjet Unie zijn de mijnen van Spits
bergen een politiek en strategisch mid
del, voor Noorwegen zijn zij een eco
nomisch doel. De Sovjets hebben in de
ze mijnen honderden arbeiders meer
dan de Noren, Doch de Noren delven
het meervoudige, deels doordat hun ar"
Lied van de week
In Amerika, natuurlijk!
Wat ontdekt men daar al niet,
Heeft menvolgens de berichten,
't Nieuwste thans op schietgebied.
Een sergeant heeft uitgevonden
(Heus, je staat versteld er van)
Een geweer waarmee de schutter
Om een hoekje schieten kan.
Nu dacht ik dat men vóór deze
Oók reeds om een hoekie ging
Als je maag geperforeerd werd
Door zo'n „moord"-behandeling
Maar dit schietding spant de
kroon, lui.
Want het geeft, versta me wel,
Zegge négenhonderd schoten
In de honderdtwintig tel!
Fijn! da's weer een stapje verder
Op onze beschavingsweg.
'k Vraag mij af, of ik al spoedig
Door dat lood het loodje leg.
Maar 'k zou om een lief ding willen
Dat men nu eens iets verzon
Waardoor ieder dod'lijk wapen
Nóóit een schot meer geven kon!
Heus, wij worden tegenwoordig.
Noodgedwongen, zó vertrouwd
Met diverse soorten wapens,
Dat het je wel eens benauwt.
Moge „Twee-en-vijftig" nog iets
Béters bergen in zijn schoot
Dan berichten over moorden
In het klein en in het groot!
JABSON!
beidsmethoden moderner zijn, ander
deels doordat zij hun arbeiders niet
naar Spitsbergen sturen met anders dan
economische motieven.
Spitsbergen, het begin
IN WERKELIJKHEID begint het IJze
ren Gordijn op dit eiland. De Russen
hebben met de Noorse arbeiders geen
contact, tenzij één keer per jaar, met
Kerstmis. Het IJzeren Gordijn werd ge
weven uit wantrouwen. Dit wantrou
wen van het Oosten is even oud als de
toendra's en verontrust Hammerfest in
genen dele.
In de modderige en kille October-
maand draaiden er de betonmolens en
was de stad in alle hoeken vol hamer
klanken. Hammerfest bouwt. Het bouwt
in zwaar beton, als werd het een ves
ting. De vissers willen niet andermaal
beleven, dat hun houten huizen voor
hun ogen afbranden, zoals tegen het
einde van de laatste oorlog. Deze el
lende ligt hun nog zwaar op de maag.
In de winter van 1944'45 bivakkeerde
de gehele stad onder tenten onder de
sneeuw. De koude, die deze mensen le
den, was onbeschrijflijk. Zij moesten
een paar honderd kilometer lopen om
het eerste boompje aan te treffen. Doch
lopen is er in de winter even ondoen
lijk als varen. Meters hoge sneeuw ver
spert de enige weg naar Zuid en Oost.
De sympathie voor Duitsland is in
deze streek verre van groot. De stad
zag er uit als beteerd, toen ik er des
avonds bij natte sneeuw aankwam.
Houten noodwoningen tussen modder
plassen en donkere gaten van half af
gebouwde betonnen huizen wisselden
elkaar af. Ergens, ik wist zelf niet
waar, opende een politieagent een deur
voor mij. In dat huis kon ik slapen.
Vijandelijkheid
Weken voordien had ik op klaarlichte
dag in Amsterdam beleefd, hoe een
knaap een steen tegen de voorruit van
mijn auto gooide en daarbij iets heel
onvriendelijks zei aan het adres van de
Duitsers. Niettegenstaande ik 'n Neder
lands journalist ben, reed ik onder een
Duits autonummer. Later moest ik in
Kopenhagen ervaren, hoe men uit van
dalisme mijn auto beschadigd had.
Toen ik dan qok die avond in dat, on
bekende huis plotseling van bulten ge
bons en geschreeuw hoorde, dacht ik
terstond; mijn arme auto. En werkelijk,
in de donkere straat had zich de aan
komende jeugd, meisjes en jongens,
verzameld. De kinderen hadden blijk
baar mijn auto aan alle zijden bekeken
en ontdekt dat er een Duits nummer
op stond. De logische consequentie voor
de bengels was thans te handelen waar
zij dat vroeger gewild doch niet gekund
hadden. Die auto moest er aan
Mijn luide schreeuw dreef hen uit el
kander. Zij kropen weg achter planken
schuttingen, maar bleven in stelling. Ik
kon niets anders ondernemen dan de
politie waarschuwen.
„Wij zullen je wagen meenemen", be
loofde zij. „Maar begrijp het toch. De
mensen hier hebben zoveel meege
maakt".
Toen ik de volgende morgen terug
reed, kreeg ik overal vriendelijke knik
jes. Als had de politie aangeplakt, dat
ik geen Duitser was
Een lezer vraagt of Boetelingen-
sneeuw ook werkelijk sneeuw is
en wat hiermede precies wordt be
doeld.
Met Boetelingensneeuw bedoelt
men de sneeuw op de bergen van
het hooggebergte van de Andes
in tropisch Zuid-Amerika, die on
der invloed van het smelten en
verdampen door de zon een eigen
aardige vorm aanneemt, die veel
overeenkomst vertoont met een
groepje knielende monniken. Van
daar komt, naar alle waarschijn
lijkheid, de naam Boetelingen-
sneeuw.
Hier weer onze gewone vragen;
1 Wie heeft onlangs de wereld
kampioen Ray Sudgar Robinson
onttroond door een overwin
ning op punten?
2 Wat zijn „labiale letters"?
3 Hoe noemt men een lid van het
Engelse Hogerhuis?
4 Wat is een „palaeograaf"?
5 Wie is de componist van de
„Mattheus Passion"?
6 Behoort de parkiet tot de fa
milie der kanaries of tot die
der papegaaien?
7 Van wiens hand kwam de
„Mona Lisa"?
8 Wat is een „ploot"T
9 Wie is de stichting van de
Padvindersbeweging?
10 Wie schreef het boek „ik ver
koos de vrijheid?
Voor de antwoorden zie men
ons nummer van Dinsdag.
Het afgelopen jaar is voor de Neder-
landsche Reisvereniging wel zeer gun
stig geweest, want in groepsverband
zijn op reis geweest 25.000 leden tegen
over 15.000 in het voorgaande jaar. Aan
de zeer goedkope reizen naar Zwitser
land en Oostenrijk namen resp. 6000 en
10.000 leden deel. Het ledental steeg
met 24.000 leden tot ruim 76.000
't jyjENSCHDOM speelt een Masquerade en de weerelt is 't Toneel.
Rijcken draeghen dickwerf Iuyzen; armen hebben somtyds véél.
't Scbaep probeert voor Wolf te spelen, machtsverbreydcrs spelen soet
veur den witten Vredesengel; wat heel aerdigh opgheld doet.
Moordenaers syn steeds ghedreeven deur een broek „Onseeckerheyt",
en dies sehenckt men booze luyden meestal hunne straf maer kwyt.
Eezels balcken: „Wy syn schrander;".... Iedereen knïckt wys van Ja;
veelen koopen eezelsooren en doen den dommen Eezel na.
Maer zoo niét zij, die zich noemen: „Menschen van Persoonlyckheyt",
deezen blyven, die sy waren, 't Weereltschouwtoneel ten spyt!
Soo quam in een Hoedenwinckel, 'n dame zestlgh ghepasseerdt
die een hoedtjen wilde koopen, dat soo'n leeftyd nogh flatteert.
Vastbeslooten één te blyven met de waerheyt, sprack ze vief:
,,'n Hoedtjen veur een oude dame, graeg wat stemmigh, alstublief
En inmiddels docht se danckbaer: „Toont steets weer jezelf te syn'.
'ck Bèn toch immers zes en zestigh, oock al doet dit denckbeelt pyn?"
Maer de Winckeljoffer peynsde; keeck haer klant diepsinnigh aen:
„Sou dit stemmigh-swarte hoedtjen, naer U meent, Uw.moeder staen?
Toen de oude dame heen ging, was se danckbaer en tevreê,
maer se voerde op haer thuysreys nogh een hoedtjen èxtra meê
THOMASSIUS
ONS WEKELIJKSE
KORTE VERHAAL
TJA, zei meneer Janssen in diep na
denken tot zichzelf, de verleiding
wordt steeds groter. Sterk blijven, Jans
sen, en niet verder afdwalen. Vóór hem
op zijn bureau lag een groot vel papier
met vele cijfertjes in nette kolomme
tjes gerangschikt de trekkingslijst
van de staatsloterij. Meneer Janssen
bad het stuk hoogst persoonlijk bij de
collectrice gehaald en het als ware
het een streng verboden waar zijn
privé-kantoor binnengesmokkeld. Hij
had het met de hem eigen nauwgezet
heid bestudeerd maar die studie
moest herhaaldelijk worden onderbro
ken, wanneer een schuchter tikje op
de deur de komst van een ondergeschik
te aankondigde; dan verdween de lijst
snel in een lade van het grote bureau.
Niemand mocht weten, dat de „baas"
in de staatsloterij speelde. Want deze
wetenschap kon schadelijk zijn voor geld nodig zijn.
zijn faam, een man van onkreukbare en
strenge beginselen te zijn. Beginselen
hield hij er vele zeer goede op na. Een
ervan was, dat hij nooit of te nimmer
voor de verleiding was bezweken, eer
kwam, naar bleek bij bestudering van
de trekkingslijst, zowaar met een eigen
geld uit de bus.
En zo kwam het, dat de heer Janssen
zijn studie van de cijfers in de kleine
kolommetjes besloot met de reeds ge
citeerde vermaning om sterk te blij
ven in de ure der verleiding.
gegokt, anders zou hij wel wat minder
lang staan dubben. Je kon er immers
toch niets aan doen. A' - je voor het
geluk was voorbeschikt, kreeg je een
ton en anders bleef het bij een niet.
Aangezien zijn tijd kostbaar was, be
sloot hij in te grijpen.
Zeg, m'n waarde, zei hij tot
meneer Janssen, ik geloof, dat je moei'
klein gokje te wagen. Op de beurs had jaarde dame. U hebt nog keus.
MIETTEMIN: toen de zeer deugdzame lijk kunt kiezen. Maak het je toch niet
heer Janssen korte tijd later bij de zo moeilijk, man. Als jij nu deze neemt,
collectrice binnenwandelde om zijn neem ik uie. Dan zijn we allebei tevre-
eigen geld in ontvangst te gaan nemen, den. Kijk eens aan, wat een pracht num-
fluisterde hem een klein duiveltje in mer. Twee staartcijfers zitten er in. Je
het oor, dat hij toch nog best eens een wint er nog een ton op.
kansje kon wagen. Hij verloor immers Meneer Janssen voelde zich diep on-
nooit meer dan zijn eigen geld en gelukkig door deze ruwe onderbreking
wie weet.Zie je, hij kon toch best van zijn overwegingen. Aangezien hij
een klein kapitaaltje gebruiken voor inzag, dat hij niet tot na de trekking
een uitbreiding, waarover hij al lang kon blijven dubben, verklaarde hij zich
dacht; won hij, dan zou er geen vreemd accoord met de keus van zijn medegok
ker en borg het lot in zijn portefeuille
Ten tweede male bezweek hij. op. De nummers van beide briefjes
Toen hij de collectrice zijn verlangen stonden als met gloeiende naalden in
kenbaar maakte, werden hem twee zijn memorie gegrift,
lootjes voorgelegd.
Het zijn de laatste, zei de reeds be-
hij zich nooit bezondigd aan specula
ties in het privé-leven had hij nim
mer aan enige loterij deelgenomen.
Maar nu was de verleiding hem te
machtig geworden. Er was een veront
schuldiging voor deze faux pas: hij leed
aan een klein, acuut geldgebrek, ont
staan door een opeenstapeling van ka
lenderfeesten en verjaardagen. Het had
hem wat dwars gezeten, dat hij, Jans
sen, directeur en -enige vennoot van
Janssen en Janssen... Hij had ge
droomd van een reuze trek uit de
staatsloterij op nummer 39010 het
getal had in enorme cijfers voor zijn
ogen gedarteld, zodat hij het zonder
mankeren had kunnen opnemen, toen
hij een paar dagen later even bij een
collectrice was binnengeglipt. En ja
wel, hij kréég nummer 39010 en dat
"pOT aan de verschijning van de trek-
De heer Janssen aarzelde een wijle. kingslijst leefde meneer Janssen, de
Ditmaal leidde hem geen droomgezicht deugdzame, in een nauwelijks te ver
bij zijn beslissing. De keus was moei- bergen spanning. Hij had het gevoel,
lijk. Wat zou hij doen? dat hij moest boeten voor het feit, dat
Terwijl hij zo stond als een aarzelen- hij opnieuw voor de verleiding was be
de ezel tussen twee gulden hooischelven, zweken.
kwam de heer Vermeren binnen een Weer kwam er een dag, dat hij steels-
verre kennis, met wie hij zo af en toe gewijs in zijn privé-kantoor een groot
eens een paar oppervlakkige woo-den vel papier vol cijfertjes bestudeerde,
over weer en zaken wisselde. De procuratiehouder vond hem op ze-
Hebt u er nog eentje voor me? ker moment bewusteloos achter zlin
vroeg deze de verkoopster van gouden
bergen en wrede desillusies.
Meneer staat net keus te maken
uit mijn laatste, antwoordde de dame.
De heer Vermeren zag het geaarzel
zo eens enige tijd aan, een trek van
ironisch medelijden met het groentje
op het gelaat. Het was te zien, dacht
hij, dat deze man nog niet vaak had een niet..,.
bureau, de verfrommelde trekkingslijst
in de hand. Toen hij met veel moeite
en vlugzout weer op de been was ge
bracht, kwam met horten en stoten het
verhaal van de zware slag, die hem
had getroffen: de ton was op het lot
van de heer Vermeren gevallen, de
heer Janssen bleek te zijn verblijd met
2ELFS al liadde men de pen van Dante of Shakespeare, dan nog zou het
onmogelijk zijn zoiets te beschrijven. Kan een mens, alleen met woorden,
het wonder van de haast zichtbaar ontluikende roos weergeven? Of het zin
gen van de wind in bloesemende appelbomen? Of dat warme glanzen in het
oog van een veulen? Zo min als dat kan, zo min vermag het woord in staat
geacht worden haar te beschrijven, die in de late namiddag van de eerste
weck des jaars door de Leidsestraat ging. Niet liep, maar ging. Haar lopen
was de allerhoogste vorm van de kunst der menselijke voortbeweging. Een
veeg donkerbruin smeulend avondrood krulde over de Leidsestraat, toen wij
haar zagen. Wij hielden onze pas in, deden of wij een etalage bekeken en
draaiden op onze hakken mee. Om dat te zien! Drie andere heren, vier dames
(die om de een of andere reden bjj elkaar hoorden) een bakkers- en een
slagersjongen waren op dat ogenblik reeds stil blijven staan. Zij ging daar
en het leek ons, dat ze zó van Montmartre, of daaromtrent, was overge
waaid. Ze nas de minst Amsterdamse verschijning in gans Amsterdam, op
dat uur in die straat.
De ene jongen (het slagers-ambacht
bedrijvend) riep tegen de andere: „de
sjoboot". Veel later eerst dring 't tot
ons door, dat de knaap daarmee The
Showboat op het oog had.
De vier dames stonden om te kijken.
In dat kijken lag een aanzienlijke
hoeveelheid verbijstering en haat en
hoon en spot. Toen ze weer doorlie
pen zagen wjj de gezichten. Ze deden
denken aan schorpioenen. En aan da
hyena's, waar Schiller het over had.
f-JET was al weer voorbij eer het be
gonnen was. Ze verdween ergens
op het Leidseplein en de Leidsestraat
verduisterde. De smeulende avondwolk
boven de stad was weg en 51 Amster
damse weken lagen lang en ernstig,
streng en grimmig voor ons uit. Goor
was de wereld weer, van duisternis
en schaduw. De trams reden. Mensen
keken in etalages. Heel het voor vijf
seconden verstoorde mierennest kwam
weer op toeren. Amsterdam was weer
Amsterdam en we waren weer onder
ons. De droom van Montmartre was
uitgedroomd.
Nooit tevoren voelden we zo genade
loos diep hoe provinciaal Amsterdam
kan zjjn. En hoe dorps de meest stadse
stad en het minst burgerlijke plein van
't lieve vaderland. Dit beseffend zijn
we heengesneld, zochten een klein café,
bestelden tonic en barstten in oprech
te tranen uit. Het was te snel voorbjj.
ANTHONY VAN KAMPEN.
£E was kleuriger dan M&ria Lécina
op Zaterdagavond in Cadiz. Ze was
slank als de cederen der Libanon. Als
de koningspalmen in de tuin van Hotel
des Indes in Batavia. Rijziger dan de
rijzigste minaret, de slankste obelisk.
Ze leek ons brozer dan dat ragfijn
kantwerk, waarmee de sluiervis zich
door zijn element beweegt. Brozer dan
de sidderende vleugels der door zonne
stof wiegende libel. Brozer dan
sneeuw, neergedwarreld op de laatste
blaadjes herfstviolen.
Waren wij een groot dichter (maar
dat zijn wij niet), wij zouden harp en
lier stemmen en in een Hooglied over
haar voortzingen. En zo getuigen van
de som harer voortreffelijkheden. Van
het haar, dat als wuivend zwart flu
weel rondom dat koninklijke hoofd
aanging. Van die rode doek, gedragen
zoals alleen prinsessen en vorstinnen
van den bloede rode doeken dragen.
Zoals de houris in het paradijs die
moeten dragen, en zoals Sheherazade
die gedragen heeft. Van haar figuur,
dat was als een uit brons gegoten beeld
van Collini. Van haar gang, die de
gang was van een Salomé.
2E was dan, mijne vrienden, datgene
waarover alle jonge, oudere en oude
mannen dromen en fantaseren tussen
hun achttiende en tachtigste jaar. Ze
was, lijkt ons, datgene waarover man
nen dromen, die in stinkende loopgra
ven en schurftige eenmansgaten aan
de fronten liggen. En wat hen in leven
houdt. Datgene, waaraan altijd weer
dichters denken als ze het zenith hun
ner inspiratie haderen. Datgene waar
over de eenzame Poolreiziger mijmert
als de sneeuw, de storm en de ver
schrikkelijke kou, die woedt aan het
einde der wereld, over hem komen.
Datgene, waarom bepaalde mannen
elkaar onder bepaalde omstandigheden
vermoorden. Datgene wat schilders
en beeldhouwers, dichters en schrijvers
hebben willen weergeven: in woorden,
op linnen en in steen. Datgene wat in
de muziek misschien nog het aller
dichtst benaderd werd: door Schubert
en door Verdi.
Zo ging zij door de Leidsestraat. Zo
maar op die door-de-weekse dag met
die waaiende, wuivende, warrelende
rode doek over haar wijde zwarte man
tel. In de eerste week des nieuwen
jaars. Met een veeg rood-smeulend
vuurwerk tegen de winterhemel
7 O ALS gezegd: wij stonden aan het
trottoir geklonken en gemetseld en
aanzagen dat alles indirect door de
ruiten van dat winkelpand. Twee he
ren stonden stil en keken om. Dat was
een dwaas en triest gedoe. Een ander
heer werd zienderogen nerveus en ging
er snel vandoor, 't Was alsof hij in de
poorten van het vagevuur gekeken
had.
Horizontaal: 1. slagader, 5. buigzaam,
10. deel van een stoel, 12. gelooide huid,
13. voorkeur, 14. toiletartikel, 16. baan
voor balspel, 17. edelsteen, 18. rivier in
Engeland, 20. elasticiteit, 21. ge
zichtsorgaan; 23. klamp; 25. aanwijzend
voorn.woord, 27. op de wijze van (Fr.),
28. gewichtje, 29. aanw. voorn.woord,
30. insect, 31. schrijfgerei, 33. strijdbijl,
36. noodsein, 38 uitmuntend, 39 deel van
de week, 41. rijtoer, 42. soort hert, 44.
nobel, 46. bergplaats, 47. gevleugelde
termiet (Ind.), 48. soort gebak.
Verticaal: 1. vrucht, 2. gehoororgaan,
3. gard, 4. motorraces in Assen, 6. leng
temaat, 7. zuiver (van gewicht), 8.
Europeaan, 9. gaarne, 11. schaakstuk,
14. wagen, 15. tam, 19. uitstalkast, 22.
rivier in Z.-Amerika, 23. smal weg
getje, 24. lange smalle plank, 25. stom,
26. bewoner van Estland, 31. bode aan
een universiteit, 32. kleurling, 33. hou
ding, 34. deel v. h. been, 35. deel v. e.
tennispartij, 36. boete voor een over
treding, 27. handvat, 40. gravin van
Holland, 43. plaats in Gelderland, 45.
soort onderwijs, 46. zangnoot.
In de magische figuur moeten woor
den ingevuld worden van de navolgen
de betekenis:
Hor. en Vert.: 1. militaire rang, 2.
zakvormige riviermond, 3. laatste letter
v. h. Griekse alph., 4. deel van de vin
ger, 5. strafschop (voetbal term).