Twee etmalen in een aards paradij: IN HET BOETEKLEED AMSTERDAMS PODIUM Waar hei leven goed, de wijn beter en het weer weer best is Meer dan robijnen Sensatie en politiek in Belgenland Nagelaten bekentenissen Opstanding De Cöte d' Azur: Frans tot in de pitten der citroenen OP HET MATJE MEN zou het ,over de doden niets dan goeds" kunnen uitbreiden en zeggen, dat het verstandig is over goede vrienden geen kwaad te spreken. Onge twijfeld zijn de Belgen onze vrienden en wanneer wij hier de vinger gaan leg gen op enkele minder gelukkige uitingen van het leven in Belgie, heeft dat niets uit te staan met die goede vriendschap, maar eerder met de solidariteit er van, die wel een stootje kan velen. Twee dingen willen wü zeggen. In de eerste plaats: de Belg is o.i. te veel belust op sensatie. In de tweede plaats: het is allerongelukkigst te zien, hoe in dit goede land alles lijdt onder de politiek. Deze twee aspecten zijn zo belangrijk, dat men zonder er rekening mee te hou den allerlei verschijnselen in het Belgische leven niet hegrijpen kan. m: T DE ZATERDAGAVOND LI moet het mij maar niet kwalijk ne- men, maar ik ben echt een week end aan de Cöte d'Azur geweest: in Nice, Menton, Monte Carlo en Ville- franche, in Cannes, Cagnes en St. Paul. Daar, waar citroenen, sinaasappelen en olijven voor het plukken zijn en waar wilde asperges een uitgezochte lekkernij betekenen. Het was allemaal erg eenvoudig: op een ijskoude laat- Maartse Vrijdagavond van het Leidse- plein naar Schiphol en vandaar met de KLM-Convair in ruim drie uur naareen tropische regenbui in Nice. In gedachten heb je dan onder je het prachtige Franse land gezien, Parijs en Bourgondie, waar de druiven voor de grote wijnen groeien; Lyon, de burgerlijkste stad van Frankrijk en de machtige Rhóne-vallei; en dan lang zaamaan de kostelijke Zuid-Franse dorpjes, stuk voor stuk profane gebed jes aan die speciale Franse Onze Lieve Heer, die daar zo gul, zo warm, zo rijk aan de arbeid is geweest. Want zó zeggen de Fransen het: dat het aardse paradijs ergens tussen de Tigris en de Euphraat moet hebben gelegen, is bepaald een vergissing. „Le vrai Paradis terrestre" is natuurlijk Zuid-Frankrijk en de appel van Eva was een citroen uit Menton. Zijn daar niet alle Eva's onder die blauwe lucht en jn die zon verleidelijk mooi en alle Adams daar voorbestemd om zich voor een citroen te laten inpalmen? UET WORDT een gewoonte. Week na week, jaar na jaar gaat het einde loze défilé der schuldigen voort. De rechter is vergrijsd in het bestraffen van zonde en ongerechtigheid, de wachtmeester behandelt de delinquen ten met de gelijkmatige onbewogenheid van de routine, de vaste mannetjes op ie tribune zijn stuk voor stuk geharde specialisten en wij van de perstafel wachten eigenlijk alleen maar op aar dige copy. Alles is altijd hetzelfde. Slechts de mensen op de verdachten- bank zijn altoos weer anderen. Hoewel: ook hun gezichten worden voor ieder een, die lange tijd de zittingen be zoekt, tot een grauwe, vervloeiende massa. Het wordt routine. Een enkele keer is het belangwekkend, soms is het tra gisch, meestal vervelend. Tot er plotse ling iets gebeurt, dat het hart treft: een vermoeid gebaar, een wanhopig woord, de snik van een moeder. Of het wenen van een vrouw. Zoals vandaag, bij de uitspraken. Toen de man veertien dagen geleden terecht stond wegens diefstal, had zijn vrouw, met gespannen, doodsbleek ge zicht op de tribune gezeten. Zij was jong en knap, eenvoudig maar goed gekleed. Haar lippen bewogen onop houdelijk, als sprak zij zichzelf moed inNaast haar zat een gebogen, grijze vrouw, die voortdurend zachtjes met het hoofd schudde, als kon zij nóg niet begrijpen, dat het haar jongen was, die daar voor de rechter stond. Dief staldiefstal van een luttele dertig gulden. En waarom? „Ik had het niet nodig", zei de jonge man, maar de verleiding was me te sterk, 't Lag voor het grijpen, ik vergat mezelf, 't Is vre selijk". De eis was drie maanden geut eest. Dat was veertien dagen geleden en die veertien dagen moeten voor deze mensen een hel hebben betekend, erger dan het ergste uit het Inferno van Dante. Vandaag was het de dag van het vonnis. Ik zag hen samen naar het ge bouw komen de man en zijn vrouw juist voor de zitting begon. Zij lie pen gearmd, zwijgend en met gebogen hoofden. De oude vrouw was er niet bij, haar had zeker de kracht ontbro ken En wéér zat de jonge vrouw op de publieke tribune en wéér was haar ge zicht dodelijk bleek en strak als mar mer. Ik durfde niet te kijken, toen de naam van haar man werd afgeroepen. ,.De rechtbank veroordeelt u tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van drie jaren". Een mild, een wijs vonnis.' En metéén liep de jonge vrouw de gang op en toen ik naar buiten stapte kon ik nog juist zien, hoe ze haar man onder de verbaasde blikken van een paar advocaten en wat nieuwsgierigen in de armen sloot en kuste, als had ze hem uit de doden weergekregen. Ik hoorde haar zeggen: „Freek.jon genGoddank niet...." De rest verwaaide in de wind. want zij gingen schielijk naar buiten, de vrije wereld in. Die man zien we hier niet terug. Dat is eens en nooit weer. En laten de reclassering en de zedelijke bonden en allerlei andere goeie werkers waar nooit genoeg lof van gesproken kan worden!) maar rustig thuis blijven. Deze man heeft een Vrouw, die naast hem stond en naast hem staat en naast hem zal blijven staan, for better and Worse „Hare waardij is meerder dan die der robijnen. Het hart van haar man vertrouwt op haar. Zij doet hem goed en geen kwaad, alle de dagen haars levens". KAREL Zo vertellen ze daar een oud verhaal op nieuwe wijs en het is mij als de pure, absolute muziek van Franse meesters, die mij boven al lief is. Niet omdat daar geen problemen zijn. Ik heb geboeid geluisterd naar de geschie denis van een goede vriend, die een jaar of wat geleden een klein Frans meisje ontmoette. „Samen hadden we 3.000 francs en we hielden van elkaar en waren zeer verliefd. We trouwden en huurden een huisje in Cagnes. Ik had mijn viool; zij haar ogen en haar handen. Genoeg „pour être heureux", om gelukkig te zijn. Toen op een dag alle francs op waren, gingen wij ge armd naar buiten, plukten druiven, si naasappelen en olijven en de zon stoof de ons hart warm. En wij hadden geen moeite om gelukkig te blijven HAAR sta je dan als Hollander. Ik zeg met opzet „Hollander". Met een hoofd vol zorgen om dit en om dat. Door de KLM in een zucht overgeplant op de Promenade des Anglais, waar een zachte, avondlijke, zilte zeewind de laatste resten van de regen op droogt en waar je met je ogen knip pert tegen de rijke, evenwel niet hin derlijk-opdringerige verlichting van de hotels. En je maakt aarzelend een eer ste wandeling langs de zee. Zonder jas, zonder hoed en je zou je colbertje beslist over je arm willen nemen, als Hollandse voorzichtigheid je op dat moment niet tegen kouvatten waar schuwde En dan zoek je één van de vele ca- fétjes op en je drinkt een halve liter rose, kleine wijn of een pistas. Je hotel is ten slotte een barok paleis, maar door het open raam van een solitaire kamer hoor je de geruchten van de zee en van een bijna slapende stad, die als een tache de beauté aan het blau we water en tegen de uitlopers van de maritieme Alpen ligt UET is eigenlijk te vlug gegaan. Ik merk het de volgende morgen, als een vuilnisman, die ik met een zware emmer help, zegt „mij oneindig dank baar te zijn". Ergens in je borrelt een lachje naar boven. De man overdrijft niet. Oók hij heeft de aangeboren zwier, de stijl en de charme van zijn land: „Je vous remercie infinément, monsieur" zegt hij. Hij meent het. Zo als wij het menen, wanneer wij in de trein of voor de bioscoop op de tenen worden getrapt en dadelijk een lelijk woord op onze lippen hebben. Voelt u het verschil? JLIET enige schroom mag ik zeggen, dat ik nog nimmer onder een pan toffel heb gezeten. Een kleine Fran- paise, mademoiselle Andrée Antoniet- ti, juriste en directrice van het Com missariat du Tourisme, aan wier hoe de ik die dagen toevertrouwd ben ge weest, heeft me nauwelijks tijd voor ademhalen gelaten. Zelfs de heer Hey- ligers, regionaal directeur van de KLM, slaagde er niet in haar te over meesteren. Maar ik heb me bewust niet verweerd; ik heb me haar zorgen laten welgevallen, omdat ze zo volko men Frans, zo ongewild, zo natuurlijk voortvloeiden uit haar taak. En een Nederlandse journalist is een jour nalist die in een krant schrijft. Zou hij misschien geen goede dingen over de Cöte durven zeggen? Ik heb haar bezworen, dat ik dat pa radijs kende van vroegere reizen. Ze is er in geslaagd plekjes te tonen, die ik nog niet kende Een kunst-winkel-van-sinkel in St. Paul. De zonderlingste shawltjes kun je er kopen en afschuwelijke, maar waarschijnlijk bijzonder kunstzinnige asbakken. Lappen linnen voor jurkjes in uitbundige kleuren en houtsnij werk. Voor hoge prijzen. Het is er dan ook voor vreemdelingen. Ernaast heerst de rust van de Cöte. Met poes en al. (Van onze correspondent te Brussel) T II I I J besten onder het Belgische volk is en I V/BS allesbeheersende dat velen hier hartelijk hopen, dat België nog eens zal leren de mens niet fadoren 'n dienst van de politiek maar omge- keerd, de politiek in dienst van de mens ALS men in België elke dag de dag- *e stellen. bladen leest, kan men heel gemak kelijk tot de slotsom komen, dat in geen land ter wereld zoveel criminali teit bestaat als hier. De kranten staan altijd vol verhalen over moord, vergif- tigingsgevallen, brandstichting, auto diefstal, enz. Men krijgt onwillekeurig de indruk, dat België wel bovenaan moet staan op de lijst der volken, die de gevangenissen en tuchthuizen be volken. In werkelijkheid is dit hele maal niet het geval. Deze indruk wordt slechts gewekt door de opvallende lust naar sensatie en naar prikkelende lec tuur, die het Belgische volk kenmerkt. Geven de bladen niet toe aan deze ver regaande sensatielust, dan worden ze saai, „deftig" of niet-actueel gescholden. Doen ze er omgekeerd wel aan mee, dan vrezen zij de ontevredenheid op te wekken van een kleine minderheid van lezers, wier oordeel zij echter toch op prijs stellen. Zo draait men rond in een cirkel. De politieke kruiwagen CN verder: de politiek in België, die beslist over de toekomst van duizen den en over de vraag, of men maat schappelijk vooruit komen zal. Is men een bepaalde politiek en de daarbij behorende politieke partij toe gedaan en heeft deze partij op het ogenblik de macht in handen, dan heeft men kans op de maatschappe lijke ladder omhoog te klimmen, een gcede positie te veroveren en vooruit te komen; in het andere geval blijft men beneden aan de ladder staan, ten spijt van de beste aanleg en de uitnemende gaven, die men heeft. Schilders-bar staat er op dit zaakje Het spreekt vanzelf, dat dit systeem in een straatje in Cagnes. Je kunt van favoritisme of v?n vriendjes- er eten voor 400 francs, hetgeen politiek een. doorn in het oog van de -niet gek goedkoop is. Je kunt er tal In dat straatje zou ik willen wonen. In de zon en onder de palmen. En kijken naar de zee en dan wat schrijven. Bijvoorbeeld voor deze krant 70ALS dat protserige, op de keper beschouwd, dom-afschuwelijk paleis van de Rothschilds op de Cap-Saint- Jean-Ferrat, vlak bij Nice, waarin voor millioenen aan waarde staat weg te vegeteren binnenshuis en in het park daarom heen. Een stuk vergane glorie van een vrouw, die in het nabije Mon te Carlo een fortuin verspeelde en haar bezittingen niet langer kon behe renHet is nu Musée lie de Fran ce. Indien u ooit aan de Rivièra komt, dan moet u er beslist gaan kijken. De tuin is van een exotische pracht, maar verwaarloosd en verweerd als hingen de spinraggen tussen de bamboesten gels. Twee onderkomen katten liggen in de zon. De kolonel, die het landgoed beheert, is er trots opHet is een ietwat zielige trots Je voelt hier het probleem, maar de zon is te mild en de geur van de bloe men, die je stukwrijft tussen je vin gers, is hartstochtelijker dan die van het flesje „Je reviens", dat je op de Place Vendöme in Parijs wel eens voor een lieve vriendin hebt gekocht HE Directeur van het Casino in Men ton heeft me bij hoog en bij laag staan verzekeren, dat Matthieu Wieg man „plus Mentonnais" is dan Berge- ^aar. Er komt een uitwisselingsten toonstelling tussen schilders uit Ber gen en schilders van de Cöte. In het bureau van de KLM stond een expositie van Leerdams glas en de Federatie van Gebonden Kunsten is gereed een nieuwe uitstalling in te richten. In Cagnes twijfel je er aan of je niet beter daar kunt blijven in dat witte huisje, dat op een tweesprong ligt. Je denkt aan je kinderen in minimale badpakjes en bruin van de zon In St. Paul bij La Colombe d' Or hangen ettelijke Utrillo's aan de mu ren. Daar geeft Errol Flynn zijn par tijen en dineert Farouk met zijn jonge gade In La Gaude arrangeert de eigena res van een „Jimmy Bar" een foto op het terrasWeer voel je, dat je geleefd wordt. Het is overigens niet erg op die manier lijdend voorwerp te zijn! TAAN rijden we terug naar Nice. In Frankrijk is eten een cultus. Bij Boutt^u is van deze cultus een soort wijdingsdienst gemaakt. Met lippen stift van de patrones zet je je handte kening op de muur En op die laatste morgen, vóór je vertrek, doe je niets anders dan aan zee een ligstoel huren. Je slaapt in in de zon. Het zangerige Frans suist door je hoofd en al die Hollandse proble men zijn weg. Opgegaan in de warme vreugde van een week-end aan de Cöte. Die voor vandaag uit onze pen is. Nimmer uit ons hart. H. M. K. UET is mij niet bekend of er lezers van deze rubriek zijn, die haar regelmatig, of alleen maar af en toe, uitknippen en bewaren. Niet zo zeer ter meerdere glorie van de schrijver ervan, als wel om deze door zulk een dossier-vorming op een bepaald ogenblik in staat van beschuldiging te stellen terzake onjuiste voorstelling van zaken. Dit gevai deed zich enkele weken geleden voor, toen een der lezers de handschoen opnam naar aanleiding van een lang geleden ge schreven Podium, waarin in niet onaanzienlijke mate de loftrompet gestoken werd over Harry-Third Man-Lime, oftewei Orson Welles. Deze lezer had zich op instigatie van dat Podium naar het Amsterdamse Concertgebouw begeven, teneinde door bemiddeling van Harry een avond vol intens kunstgenot te kun nen ondergaan. Maar ziet'. In plaats van kunstgenot gewerd hem alleen de bit terste teleurstelling en desillusie. Nog nooit (zo schrijft de lezer) gaf ik zoveel geld uit voor zoveel nonsens en rimram. En gü zijt de schuldige (vervolgt schrijver), omdat gjj deze man mateloos hebt bewierookt. UET doen van bekentenissen is een goed, edel en nobel werk. D.w.z. als anderen het doen. Er zélf toe komen is iets van een o.i. haast onmenselijke on baatzuchtigheid. Maar zo zijn wij. En daarom hier een openlijke herroeping van onze adoratie ten aanzien, van de heer Lime. Wij kunnen dit te meer doen, omdat ook wij die avond in het Concertgebouw aanwezig waren. Maar alleen om een illusie te zien vernieti gen. Om een droom te zien sterven. Om een mythe te zien verstoren. Wat dat Lime? Was dat alles? Was dat het mysterie? Dat het sinister aureool? Het was minder dan niets. En wij zwegen. Beschaamd en bedroefd. Maar die lezer zweeg niet. En omdat h ij sprak willen w ij niet achterblijven. We beloven plechtig niet meer op deze Lime terug te komen. Hij heeft afge daan voor ons. Volledig en totaal. Nademaal reeds de ouden zeiden dat nooit het boetekleed de man ontsiert, en mede in het kader onzer (ten slotte prijzenswaardige) bekentenissendrift, is het ons al evenezer een oprechte be hoefte nog eens terug te komen op een ander betreurenswaardig misverstand. Dit ontstond door een Podium, getiteld „De Smarten van Satan", door ons ge schreven omstreeks half Januari, en hetwelk buiten onze wil, een blaam op een alleszins te goeder naam en faam bekend staand hoofdstedelijk bedrijf werpt, in casu The House of England, in de Reguliersbreestraat. Men zal zich wellicht nog herinneren dat wij in dit artikel o.m. schreven dat de oude prijs op de pakken nog nat van de nieuwe inkt was, hetwelk niet anders kon wor den uitgelegd dan dat de zaak in kwes tie óf een pas aangekocht costuum aan het verkopen was, óf een overgebleven pak, dat even tevoren van een hogere verkoopprijs was voorzien. Al wie aan dat Podium plezier beleef dende leidende figuren van The House of England zeker niet! Omdat zij in wezen doodonschuldig waren aan deze brutale bejegening en zich dus met recht op grievende wijze in hun eer van goede zakenmensen aangetast achtten. Wij willen hier graag verklaren, te meer omdat het bedrijf in kwestie de enige zaak in de Reguliersbreestraat is die in die dagen een dergelijke ver koopactie hield, dat het geschrevene redelijkerwijs niet anders kon slaan dan op deze zaak. Hetgeen allerminst onze bedoeling was. We kozen de eerste de beste straatnaam en dit werd (helaas!) de Reguliersbreestraat. En die zaak was het zeer bepaald niet! Het spijt ons bijzonder, als het bedrijf door dat artikel schade heeft geleden, ook al omdat ons van huis uit niets meer verre is dan personen en zaken schade te berokkenen, die daartoe in geen enkel opzicht enige aanleiding ge geven hebben. We kregen bovendien de bewijzen dat in die tijd door het be drijf geen enkel pak verkocht werd, speciaal voor die periode geprijsd. ItV tegendeelhet was de meest solide en bonafide uitverkoop die zich liet denken. En dan, als erkenning, zó'n Podium! Nogmaals, het doet ons leed The House of Engeland op deze wijze in een antihei te hebben betrokken. Pec- cavi. We maakten een fout. er kennen deze openlijk, en bieden onze welgemeende verontschuldi ging aan. Een last is ons hiermee van de euvele ziel gewenteld, en zo ooit een boetekleed ons stond, dan dit! Het awsr 7 klemt nergens, is goed van coupe en redelijk in prijs. En hiermee is dan ge zegd wat gezegd moest wórden. MA het opruimen van deze twee kardi nale misverstanden nog enkele an dere zaken. Zowel het artikel over „Operatie Venus" als dat over de dok ter in het Amsterdamse ziekenhuis die ernstige lijders aan ruggegraatziekten geneest, hebben aanzienlijke reacties van de zijde der lezers tengevolge ge had. Deze reacties waren zonder uit zondering sympathiek. Enkele er van (ten aanzien van de arts) waren aan doenlijk. Het is mij niet mogelijk al die van de beroemdste schilders ter wereld ontmoeten; en lieden met penselen, die daarvoor erg graag zouden willen doorgaan. En een zame Engelse juffrouwen op leef tijd, wier uiterlijk in de meeste ge vallen niet strookt met hear artis tieke inborst. Dat is Z.-Frankryk. brieven persoonlijk te beantwoorden, maar zij, die het adres en de naam van de dokter vroegen, zullen dit over enkele dagen ontvangen. En wat „Ope ratie Venus" betreft, wij hebben nooit geweten dat zovele lezeressen het zo zeer met ons eens waren over zo'n delicaat onderwerp. Zoals wij evenmin geweten hebben dat er onder de leze ressen zoveel eerlijk-gemeende veront waardiging en afkeer bestaat over zo veel Amsterdamse „sex-in-advertising". Zóveel, dat wij hopen dat hun stem ge hoord wordt tot in de laboratoria en centrales, waar deze vorm van propa ganda en reclame uitgedacht en be dreven wordt. Het is hartverheffend te merken dat eer en waardigheid nog concrete din gen zijn voor zoveel Nederlandse vrou wen. ook al wonen ze dan „maar" in da provincie. Het was in hoge mate verras send, dit reageren. Omdat het zo con creet gebeurde. Veel tastbaarder en veel concreter dan men zou denken, dwalend langs de volgesmeerde schut tingen en aanplakzuilen van de eerste en de grootste stad des lands. ANTHONY VAN KAMPEN. DASEN is het feest der opstanding. De Christelijke kerk van alle eeuw her denkt daarbij hoe Jezus drie dagen na zijn sterven op Golgotha opstond uit het graf, aldus bewijzend Gods Zoon te zijn, wien gegeven is alle macht in hemel en op aarde. Zoals in de natuur, na een winter van kille doodsheid alles begint te herleven, zo is Christus, die de hemel en de aarde tot elkaar bracht in zijn dood op het kruis, herrezen uit de slaap des doods om in eeuwigheid als Vorst des levens, als Heer der wereld, te leven en te regeren. Om de geestelijke vreugde, die daarin voor de gemeente van Christus ligt op gesloten, hebben reeds de eerste Chris tenen elkaar begroet met het credo: De Heer is waarlijk opgestaan. Daarin zit een der kernen van het Christelijke denken en geloven. Immers reeds Pau- lus heeft het scherp onderkend: Indien Christus niet ware opgestaan, zo ware ons geloof ijdel. Pasen is voor de Christelijke kerk een feest van troost en hoop. Van troost, omdat aan de dood niet het laatste woord is maar aan het leven uit geest en waarheid. Van hoop, omdat Jezus de eersteling is dergenen die in Hem ontslapen en mitsdien met Hem leven zullen. Hij is hun „oudste broeder". Gods ingrijpen in de geschiedenis door het zenden van Christus onder de mensen is wel zeer radicaal en defini tief geweest. Daarvan is Pasen een der onomstotelijke bewijzen. Gods liefde tot de mensen was zo groot, zo allesomvat tend breed en diep, dat Hij zijn Zoon opgaf, opdat een ieder die in Hem ge looft niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. De macht van graf en hel de macht van het boze, de macht van ons aller degeneratie en ondergang is verwonnen toen Jezus het accoord tus sen hemel en aarde tekende met zijn uitroep: Het is volbracht. En Pasen, waarop God zijn kind uitvoert uit het graf, is daarvan de hemelse aanvaar ding. Omdat het vredeswerk volkomen was, daarom en daarom alléén kon de dood niet ten einde toe over Jezus Christus heersen. De letter van de wet had het doodvonnis over hem uitgesproken, maar de Geest maakte levend door de liefde V3n onwederstandelijke Óaarom blijft Pasen het feest van de Christelijke lente, het feest van „e Christelijke troost en van de Christe lijke hoop. God maakt in Christus alle digen nieuw, ook in ons oersoonlijk-- leven, ook m het leven der kerk en in dat vjn deze verscheurde wereld. De Christus van Pasen is bij machte ook m uw hart een nieuwe lentezang te doen geboren worden, zo het luisteren wil naar de hemelse boodschap van verzoer|ng en hergeboorte. Het is Pasen. Dat wil zeggen: De Heer is waarlijk opgestaan!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 9