Georges Rouault: de schilder van
de fel-bewogen expressie
PINKSTER-TWEE
PINKSTER-DRIE
Diplomaat en ontdekkingsreiziger
WIKOR begint zijn werk voor onze
middelbare scholen
pld mat
Zeer persoonlijke vormgeving en kleur
Versiaanbare
kunsten subsidie
Puzzle-rubriek
Sowjet-Unie ontwikkelde zich meer
dan het Westen denkt
Culturelevorming voorde rijpere jeugd
boek
Belangwekkende expo
sitie te Amsterdam
Twee uitersten
Geestelijke stromingen
werken samen
Twee centra
Drie zuilen
Het
nieuwe
ZATERDAG 10 MEI 1082
ALS IEDERE waarljjk grote onder de beeldende kunstenaars kan men de
Franse schilder Georges Rouault eigenlijk met geen enkele richting vereen
zelvigen. IIis zijn eigen kunststroming. Hij spreekt in zijn werk zijn eigen
teal: ogenschijnlijk primitief in feite hartstochtelük-fel en tomeloos-heftig,
maar ook innig-vroom en ten diepste bewogen door wat hij om zich heen en in
zichzelf waarneemt. De thans een-en-tachtigjarige kunstenaar heeft zich in zijn
schilderijen en etsen volkomen uitgeleefd. Hij heeft een waarlijk stormachtige
productiviteit ontwikkeld. Steeds en steeds weer herhaalde hij bepaalde thema's,
ze telkens opnieuw variërend en wijzigend en in die veranderingen telkens
weer nieuwe aspecten van zijn zieleleven openbarend,
keerde mens in eigen ziel ronddraagt en
dat de beschouwer meer raadt dan kent
uit de neergeslagen oogleden of de
verzonken blik.
Zo ergens dan leert men uit dit werk,
dat er een zeer sterke gevoelsuiting kan
liggen in het loslaten en misvormen van
de uiterlijke realiteit. Rouault is in
geen enkel opzicht naturalist. Het uiter
lijk zichtbare is niet meer dan een aan
leiding, waarvan hij zich zo gauw mo
gelijk losmaakt. De felheid en geva-
erdheid van zijn gevoelsuitingen ver
draagt geen slaafse navolging van de
natuur. Integendeel: in de bewuste ver
vorming van het beeld en in het ge
bruik van de kleur komt het best inner
lijke gesteldheid tot uitdrukking. Die
gesteldheid grenst bijwijlen aan de ra
zernij maar zij overschrijdt deze
grens nimmer, omdat alle spanningen in
het werk kunnen worden uitgezegd en
veredeld.
In de loop van zijn leven is de kleur
lichter en krachtiger geworden. Hij is
zeer somber begonnen zijn latere
werk is blonder en vriendelijker van
tint. Aan de geestesgesteldheid ervan
doet het gamma eigenlijk weinig toe of
af. De getormenteerfdheid blijft even
sterk het geloof even innig.
Er treedt alleen een nieuwe plastiek
in naar voren: naast die van lijn en
kleur die van de verfmassa zelf, welke
ijeT is geen „mooi" werk, dit werk
H van Georges Rouault. Integendeel.
Hij heeft het wel gemaakt in zijn
eerste tijd, toen hij nog onder invloed
stond van zijn geestelijke vader Gustave
Moreau maar het zegt eigenlijk be
trekkelijk weinig. De vormgeving is
nogal traditioneel, de kleur is het zeer
zterk. Niettemin is het niet aanvaard;
tot twee maal toe kon het de Prix de
Rome niet verwerven. Was het naar de
imaak van die dagen toch nog te per
soonlijk?
Hij is nadien zijn eigen weg gegaan
zchiep zich een steeds hardere en di
rectere techniek, doorleefde bittere
moeilijkheden, verbeeldde het innig-
reiigieuze zo goed als het meest banale:
lichtekooien, kermisreizigers, clowns.
Hij ontwikkelde zich tot 'n schilder die
men misschien nog wel het best „ex
pressionist" zou kunnen noemen. Wat
op 's herten grond leit, welt hem naar
bet penseel en drijft hem tot schilderen.
Zo rekent hij af met de maatschappij
in werk, dat hier en daar aan Daumier
doet denken in de waarlijk sarcastische
wijze waarop hij rechters en advocaten
uitbeeldt. Zijn diep mededogen met de
verworpenen der aarde leest men af uit
zijn schilderijen van allerlei achter
buurtvolk. De zatte burgerlijkheid ge
selt Hij in andere doeken. In zijn reek
sen zelfportretten als leerling-werk
man of als clown verbeeldt hij al zijn
stemmingen: zijn geslagenheid, zijn
trots, zijn zelfbewustzijn, zijn bitterheid.
li/1 AAR nooit is hij meer bewogen dan
wanneer zijn gemoed zich uitleeft in
zijn Christuskoppen. In enkele penseel
streken maakt hij de bovenmenselijke
smart van de Man Gods voelbaar. Het
is geen uitbundige klacht, zoals de
Italiaanse Barokschilders die in hun
kruisigingen hebben uitgeweend. Het is
het stille leed, dat de naar binnen ge-
WIJ ontvingen een bijzonder onduide-
lijk ingezonden stuk van Arnold
Reemer naar aanleiding van ons arti
kel over de verstaanbaarheid van de
kunst.
„De discussie (Verstaanbaarheid der
kunst)een taak (voor de kunste
naar)?, die zoals uit een artikel van de
hand van de heer Koemans in Uw
krant van 12 April 1.1. blijkt in het
kunstenaars Federatieblad haar podium
heeft, is een gevolg van het protest,
dat ondergetekende liet volgen op de
uitspraak van de Burgemeester van
Alkmaar: „De juiste weg voor de kun
ftenaar is de kunst in de vrije tijd be
oefenen naast een broodwinning uit
andere arbeid, en niet: aanspraak ma
ken op sociale onderstand van het
Rijk". Van het verschijnen van mijn ar
tikel af is de discussie geworden een
debat over de eventuele noodzaak voor
de kunstenaar om „verstaanbaar" te
zijn in zijn werk, welk probleem direct
zijn contrapunt vindt in de vraag: Wat
is en volgens welke norm „verstaan
baarheid in kunst".
Er is dus zoals uit het bovenstaande
en ook uit het artikel van de heer
Koemans blijkt een verwarring ont
staan. die aldus te preciseren is. het
vraagstuk sociaal-economische waarde
en de problematiek „verstaanbaarheid
der kunst" worden als synoniem aan
elkaar gesteld.
Dit is in de huidige practijk echter
niet het geval. Het sociale probleem:
kunst en publiek is een economisch
probleem, n.l. dat van het niet of wel
verhandelbare. En de huidige situatie
is zo, dat zelfs de meest gerenommeer
de schilder, hier in Nederland, die
„verstaanbaarheid" werkt voor een vrij
groot publiek niet voldoende verkoopt
om een redelijk bestaan te voeren
(uitzonderingen daargelaten)
De andere kwestie, die der verstaan
baarheid, is een zuiver artistieke, die
als zodanig ook dient te worden tege
moet getreden. De problematiek van de
kunst is, evenals die van de weten
schap b.v. altijd problematisch geweest
en zal dat zolang er echte kunstenaars
zijn, altijd blijven."
De schrijver gaat dan opnieuw op de
economische kant van de kunst over
en vergelijkt het bedrag op de begro
ting, dat voor kunststeun wordt uitge
trokken met het bedrag voor de defen
sie en zegt tenslotte, dat wij dat kleine
beetje nog van de hand willen wijzen.
Naschrift van de redactie: De heer
Reemer kan de indruk niet bij mij weg
nemen, dat hij mijn artikel slecht heeft
gelezen. Ik heb namelijk alleen daar
om een verbinding gelegd tussen de
verstaanbaarheid van de kunst en ge
brek aan publieke belangstelling (dus
minder verkoop, dus meer vraag om
overheidssteun), omdat de kunstenaar
niet alleen maar uit zijn ivoren, geslo
ten toren zaken op het publiek moet
loslaten, die hij als artistiek afficheert
(gebrek aan begrip voor zijn sociale
functie), maar omdat zijn verstaanbaar
heid ten nauwste samenhangt met de
vraag of het kunstgevoelige publiek zijn
producten wenst af te nemen, ja dan
nee. En ik stelde, dat de kunst, die
zich niet uit weet-ik-welke-overwegin-
gen. afwendt van het publiek, die dus
verstaanbaar is, vanzelf een forum zal
vinden, waarop zij ook financieel wordt
gewaardeerd. Overheidssteun versterkt
de kunstenaar in zijn mening, dat hij
een soort „Uebermensch" is, een Niet-
schiaanse Zarathustra, die deswege
recht heeft op steun van overheids
geld. Die tendens heb ik afgewezen.
Waartoe dit alles leidt, wordt uit de
situatie in de toneelwereld vandaag de
dag wel zonneklaar. H. M. K.
er in een zodanige hoeveelheid is opge
bracht, dat het schilderij de werking
van een relief begint .te vertonen.
In het grafisch werk in zijn etsen
en kleuretsen en steendrukken
spreekt dit alles nauwelijks minder
sterk. Alleen krijgt het hier bijtijden
een andere toon: in de bundel „Mise
rere", daterend uit de twintiger jaren,
klinkt een mededogen door, dat de bij
tende protesttoon van de voorgaande
tijden overstemt. Er zijn platen bij van
een aangrijpende schoonheid die met
zeer simpele middelen is verwezen
lijkt.
LIET Stedelijk Museum te Amsterdam
herbergt op het ogenblik een vrij
grote collectie werken van Rouault,
welke overigens slechts een zeer be
scheiden deel is van de enorme hoeveel
heid schilderijen en grafisch werk,
welke deze meester heeft vervaardigd.
Als overzicht is deze tentoonstelling
stellig representatief, te meer, omdat zij
is bijeengebracht in samenwerking met
de schilder en met zijn dochter Isabelle.
Zij maakt een tournée, waarvan Brus
sel de primeur had en Parijs de afslui
ting zal zijn.
Ondanks de ruime medewerking, die
de heer Sandberg en zijn Brusselse
collega Giron hebben gehad, was het
niet gemakkelijk, deze collectie bijeen
te krijgen. Zulks te minder, omdat
Rouault in 1948 een deel van zijn wer
ken, dat hij na een proces tegen de
erfgenamen van zijn kunstverkoper
Vollard had teruggekregen, vrijwel ge
heel heeft verbrand. De schilder staat
bovendien zeer sceptisch tegenover zijn
eigen scheppingen, zodat het moeite
heeft gekost, hem tot afstand van ver
schillende voor het overzicht belang
rijke stukken te bewegen.
Ten slotte is een collectie bij elkaar
gekomen, die een waardige hulde vormt
voor de grote een en tachtig jarige.
Van W.
PUZZLE 240. Optellen en aftrekken
(Oplossting): In dg twee cijfersommen
stelden de letters de volgende cijfers
voor: B is 2, D is 0, H is 3, K is 6,
M is 9, N is 7, P is 1, S is 4, W is 5. Z
is 8. De sommen zagen er dus als volgt
uit (eerst de opstelling, dan de aftrek
king):
7578249306
1482614978
9060864284
Velen wisten
ook
7578249306
1482614978
6095634328
thans de goede
oplossing te vinden en zonden die dan
ook correct ln. Na loting onder de in
zenders van een juiste oplossing is de
wekelijkse prijs van 5 ditmaal ten
deel gevallen aan de heer H. J. A.
Jolles, Bremstraat 77, Den Helder.
En nu onze nieuwe opgave.
PUZZLE 241. Kent gij deze plaatsen?
Wij geven hieronder de namen van
tien plaatsen, maar niet volledig. De
letters op de oneven plaatsen van
linksaf gerekend, zijn niet gegeven
en moeten gezocht worden, zodat de
juiste naam ontstaat. Voorbeeld:
a n v 1 Negen letters.
Bameveld.
En nu de plaatsen, die gij zelf moet
zoeken. Zij kunnen zowel in ons land
als in het buitenland liggen.
1. i g p r (9 letters)
2. e s n i. (8 letters)
3. o s u n n. (10 letters)
4. a h n t n. (10 letters)
5. o e k r p 1.
(12 letters)
6. a c e t r. (10 letters)
7. 1 e e d a
(11 letters)
8. a c 1 n (9 letters)
9. 1 s i g n. (10 letters)
10. o e h g n. (10 letters)
Welke plaatsen zijn bedoeld?
Oplossingen (per briefkaart) tot en
met Donderdag 15 Mei aan de redactie
van dit blad. (Er wordt onder de in
zenders van een goede oplossing weer
een prijs van 5 verloot.)
EN
zijn de uitgaansdagen bij uitnemendheid.
U kunt deze beide dagen mee met een prima verzorgde krantenreis
onder ervaren leiding.
NAAR ANTWERPEN, BRUSSEL EN LEUVEN
tegen een tarief van slechts 35.kosten van hotel en maaltijden
inbegrepen.
Op Pinksterdrie gaan v;j voorts naar:
AALSMEER, SCHIPHOL EN ALFEN a. d. RIJN.
Met koffie, diner, rondleiding Schiphol en entree Avifauna..
Reissom, afhankelijk van de plaats van vertrek, variërend van
11.50 tot 13,—.
Voor de Mei-maand, nu de natuur op haar mooist is en ge nog rustig
reizen kunt, hebben wij voorts voor 24 Mei op het programma staan:
DRIE DAGEN VALKENBURG EN ZUID-LIMBURG
met verzorging 45.en op dezelfde datum deze reis doorgetrokken
naar DUITSLAND.
(met bezoek aan Ahr en Eifel), met verzorging 55,
Tenslotte gaan wij ,op 27 Mei naar:
AMSTERDAM, SCHIPHOL EN 'T GOOI
met rondvaart, rondleiding Schiphol, koffie met gebak en eenvoudige
lunch voor 9.50 a 11,
Voor de inschrijving op deze tochten is spoed gewenst.
Inlichtingen en opgave voor deelname aan het bureau van dit blad.
Reisprogramma voor het a.s. Zomerseizoen gratis verkrijgbaar.
EEN REISJE MET DE KRANT GEEFT EEN TEVREDEN KLANT.
Dr P C. Visser zeventig jaar
In zijn woning in Wassenaar hebben
we ter gelegenheid van dit verjarings
feest een gesprek gehad met deze zoe
ker langs onbegaande wegen. En in dat
gesprek hebben we de vraag opgewor
pen, hoe twee uitersten de gebon
denheid van de diplomatieke dienen
en de vrijheid van het alpinisme
hem zo sterk hadden aangetrokken.
„Juist omdat het twee extremen
zijn", antwoordde dr Visser.
„Beide zijn interessant, wanneer men
ze van de goede zijde benaderen".
Zo goed in het alpinisme, als in de di
plomatieke dienst heb ik hoogtepunten
bereikt.
Hoogtepunten.
De wetenschappelijke expeditie naar
de Karakorum was een hoogtepunt in-
mijn leven als bergbeklimmer, mijn ge
zantschap in Zuid-Afrika en daarna
mijn werk als ambassadeur in Mos
kou, waren voor mij hoogtepunten in
mijn diplomatieke carrière. Wat dit
laatste betreft, leg ik de nadruk op
Moskou, omdat in het tegenwoordige
Rusland wereldgeschiedenis gemaakt
wordt. Van '48 tot '50 was ik in Mos
kou. Na mijn vertrek uit de diploma-
Onderwijs en kunst ontmoeten elkaar
(Van één onzer redacteuren)
UET begon op 5 Januari jongstleden met een voorstelling van Vondels Gijs-
U brecht van Aemstel in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Dat was een
bijzondere gebeurtenis, aangezien deze speciaal was georganiseerd voor leer
lingen van middelbare scholen en gymnasia in een groot deel van het land.
Duizend jongens en meisjes uit Zeeland, Friesland en andere buitengewesten
deden er de ervaring van hun leven op. Het was vaak hun eerste aanraking
met de levende Vondel het eerste contact zelfs met groot toneel. Het was
een openbaring voor hen, het hoogtepunt was het aan indrukken zo rijke bezoek
aan de Hoofdstad. Voor het groepje leraren, dat deze voorstelling had georga
niseerd, was het resultaat van hun arbeid van niet veel minder betekenis. Het
stimuleerde hen tot een initiatief: de vorming van een stichting, welke zich
speciaal bezig zou gaan houden met de culturele vorming der leeringen van de
middelbare scholen in ons land.
s- van het Onderwijs aan de Rijpere
AAN de Gijsbrechtvoorstelling was
reeds een diepgaand contact met
allerlei organisaties voorafgegaan. In
stellingen als Jeugd en Muziek, verte
genwoordigers van het ministerie van
O.. K. en W., en allerlei anderen, die
belangstelling voor dit werk konden
hebben, waren gepolst en hadden hun
instemming betuigd. En zo groeide
langzamerhand de definitieve vorm
van de nieuwe organisatie. Er kwam
een bestuur tot stand, omvattende do
centen en deskundigen van protestants-
christelijke, roomskatholieke en „open
baren" huize. Er werd een adviesraad
gevormd, die eveneens vertegenwoordi
gers van de „drie zuilen" omvatte. Ten
slotte kon, nadat de statuten waren
opgesteld, op 13 Mei in een vergade
ring te Amersfoort de nieuwe stichting
worden opgericht. Ze kreeg de wat
langademige naanj; Werk- en Informa
tiecentrum voor Kunst, ten dienste
van het Onderwijs aan
jeugd, afgekort WIKOR.
F\E NAAM geeft al enigermate aan,
hoe deze stichting er uit zal zien.
Zij omvat behalve de reeds genoemde
organen welke de leiding van het ge
heel hebben, een werkcentrum en een
informatiecentrum. Dit is in zekere zin
het belangrijkste. Het geeft aan docen
ten van scholen van voortgezet onder
wijs, alsmede aan verenigingen die
zich met de kunstzinnige vorming van
de jeugd bezig houden, alle gewenste
inlichtingen over de repertoires van
toneelgezelschappen, afzonderlijk op
tredende kunstenaars, muziekensemb-
les, balletgroepen en wat dies meer zij.
Tot dat doel zijn allerlei commissies'
ontworpen, welke stuk voor stuk op
een bepaald terrein deskundig zijn en
zich van advies kunnen laten dienen.
Zij brengen bindende adviezen uit aan
gaande allerlei kunstuitingen en geven
daarin o.m. hun oordeel over de ge
schiktheid hiervan vqpr de jeugd in
het algemeen en voor die van een be-
(Van onze speciale verslaggever)
DHILIPS CHRISTIAAN VISSER, doctor honoris causa, diplomaat en ontdek-
kingsreiziger, is Donderdag 70 jaar geworden. De leeftijd der sterken
bereikte hij dus. Maar wie deze bijzondere mens ooit al eens op zijn zwerf
tochten in Nederland, of enig ander land ter wereld ontmoet heeft, zal met ons
willen zeggen, dat men hem nooit anders als oersterk gezien heeft. Oersterk
naar lichaam en naar geest. En zijn verdienste in die zeventig jaren is dan
geweest, dat hij zich over dat sterke lichaam en die sterke geest zo'n uitmuntend
rentmeester getoond heeft, dat nog velen in lengte van jaren van zijn werken
zullen kunnen genieten.
tieke dienst, was ik van .1950 tot 1952
voor de Verenigde Naties lid van de
Balkancommissie. En nu toen ik werk
zaam bij en docent aan het Defensie-
Studiecentrum in Den Haag. Verder
had ik afgelopen maanden nog zo'n 40-
tal lezingen in binnen- en buitenland
op mijn program staan over mijn in
drukken uit de Sowjet-Unie. Daar heb
ik trouwens ook al weer een boek
over geschreven, dat binnenkort van
de persen komt".
Hebt U het Communisme in Mos
kou als gevaarlijk leren kennen voor
de Westerse democratie?
Het gevaar, dat er voor de Wes
terse democratiën dreigt uit de Sow
jet-Unie, zit niet in het feit. dat daar
een chaos zou zijn maar veeleer in het
feit, dat die Sowjet-Unie zich in me
nig opzicht krachtiger ontwikkeld
heeft dan men in het Westen denkt.
Deze ontwikkeling brengt enkel mee
een verhoging van het materiele wel
zijn Van het overigens nog zonder
eisen levende proletariaat, maar gaat
ten koste van de individuele geestelij
ke vrijheid, ten koste van - de onafhan
kelijkheid dus van de persoonlijkheid.
Die geestelijke onafhankelijkheid is
het hoogste goed voor de mens.
Geen sterveling hier in het Westen
wie het ook zij zou dan ook ooit
de ondulbare druk en inmenging van
het Sowjet-Regime kunnen verdragen.
De Sowjet-burgers verdragen die druk,
omdat zij gewoon waren op een zeer
eenvoudig niveau te leven.
Is er dan wezenlijk gevaar voor
het Westen?
Het gevaar schuilt alleen hierin,
dat de Sowjet-Unie het Westen op al
le mogelijke manieren de voet dwars
kan zetten, en zelfs langs de koude
weg de heerschappij over andere lan
den kan veroveren. Dit laatste heeft
de historie al geleerd. Dat de bekwame
politici der Sowjet-Unie zo ondoor
dacht zouden zijn een oorlog tegen het
Westen te ontketenen, wil ik niet aan
vaarden, mits het Westen zijn bewa
pening ontwikkelt en voor alles op
politiek gebied een eenheid vormt.
Eigen land primair.
Staat volgens U een eenheid van
West-Europa bovenaan? M.a.w. moet
ons hoogste ideaal uitgaan naar een
Federatief Europa?
Primair moet het doel van de
Nederlander zijn zijn eigen land krach
tig en welvarend te maken. Dan alleen
kan dat eigen land een sterke schakel
worden in de zo noodzakelijke keten
van een eensgezind West-Europa.
Zonder ideaal gaat dat toch zeker
niet?
Dat ideaal ligt voor de hand. Het
ideaal van vrijheid, vrede en ver
draagzaamheid.
Acht U deze slogan pakkend ge
noeg voor het Nederlandse volk?
Ja, omdat het Nederlandse volk
aan den lijve heeft gevoeld gedurende
de Duitse bezetting, welke waarde aan
zijn vrijheid moet worden toegekend.
Onze ontwikkelde massa moet vech
ten voor die vrijheid. Een voortreffe
lijke sociale wetgeving zal bij ons
het communisme buiten de deur hou
den. Maar dan alleen, wanneer het Ne
derlandse volk in al zijn lagen begrijpt
dat naast die eis van een hoogstaande
sociale wetgeving de plicht komt om
zich ieder voor zich. voor 100 pet. te
geven aan zijn arbeid. Laat dat dan de
manier zijn. waarop wij iets aan de
Staat willen terug betalen van wat de
ze ons aan prima sociale wetgeving
gaf".
Gezonde eerzucht.
sofie terecht kwam, waarin deze di-
plomaaj-ontdekkingsreiziger in 1933
honoris causa de doctorsbul verwierf
van de Universiteit van Innsbruck.
„De wi-ald is goed, mar de minsken
koene better". (Fries spreekwoord: De
wereld is goed, maar de mensen zou
den beter kunnen zijn) staat er op een
Delfts bord in de woning van dr Vis
ser geschreven.
paalde levensbeschouwelijke richting.
Het werkcentrum gehouden, deze
bindende adviezen op te volgen zal
als een soort schoolimpressariaat op
treden en met bijstand van vertegen
woordigers aan allerlei scholen in het
land links en rechts voorstellingen en
uitvoeringen voor de schooljeugd or
ganiseren.
7EER BEWUST wil de nieuwe stich-
ting een nationaal orgaan zijn. Zij
Is dat niet alleen hierin, dat zij het ge
hele land omvat en alles tracht te bun
delen, wat reeds óp dit gebied werk
zaam is. Zij is dat ook in dit opzicht,
dat zij alle godsdienstige stromingen
tracht te bereiken en zeer sterk reke
ning houdt met de opvattingen, die in
de verschillende kringen leven. Zo
denkt men zich de mogelijkheid, dat
de prot.-chr. sectie het niet eens is mét
een programma, dat b.v. voor de r.k.
afdeling zeer wel aanvaardbaar is en
dat dit dus uitsluitend yoor de laatst
genoemde stroming wordt gebracht.
Men denkt zich voor elk van de „drie
zuilen" een grote mate van vrijheid
en dfbrdoor voor alle tezamefc een
grote mogelijkheid van samenwerking
zonder dat er wrijvingen of minder
aanvaardbare compromissen noodza
kelijk worden.
Het begin is voorlopig zeer besehel
den. Zoals de voorzitter, drs. Max B.
Teipe. te Alkmaar, en de secretaris, de
heer J. F. H. Bresser te Wassenaar, in
een persconferentie te Amsterdam me
dedeelden, zijn de eerste geldmiddelen
door de leraren uit eigen beurs bijeen
gebracht. Men heeft hoop. dat het mi
nisterie van O., K„ en W. een kleine
subsidie zal verstrekken: verder zul
len de bijdragen van de scholen en van
sympathiserenden moeten komen.
Het enthousiasme van de bestuurde-
ren is echter aanstekelijk en van een
soort zakelijke zekerheid, die bergen
verzet. Hoewel de stichtingsaete nog
gepasseerd rao^ worden, is men reeds
aan het werk betogen met een vaart,
die het beste voor de toekomst belooft.
Een gesprek met dr Visser zou geen
volledig gesprek zijn. wanneer men
aan het slot nog niet even in de filo-
DR. P.
VISSER
Zo verstaat deze zeventigjarige het
leven. Want als wij hem vragen wat
het leven hem geleerd heeft, en hoe
hij de zin van het leven verstaat, dan
zegt hij, dat het ondanks alles heerlijk
is te leven. Overigens mag men zijn
levensbeschouwing trachten te peilen
uit zijn uitspraak, dat een gezonde eer
zucht met de nadruk op gezond
een van de eerste eisen is, die men
aan het leven zelf mag stellen. Geen
domme ijdelheid of koppigheid, maar
de gezonde drang, die in ons leeft om
eenmaal gesteld doel langs eerlijke we
gen, en zonder schade voor anderen, te
bereiken. Overigens, zo zei dr Visser
ons, heeft de wereld me geleerd, dat
de wereld zelf je o zo weinig leert.
Een vitale zeventigjarige, met een
opmerkelijk heldere geest, deze doctor
Visser, die het zelfs nu nog niet zal
kunnen laten bergen te beklimmen.
„Twee jaar geleden heb ik de Mat-
terhorn nog bestegen in precies dezelf
de tijd als 44 jaar geleden. Volgend
jaar ga ik weer naar het Berner Ober
land.
Als vierde deel in de door Het Spec
trum uitgegeven werken van Charles
Dickens is verschenen „Kleine Dorrit"
in de vertaling van G. J. Werumeus
Buning Ensink.
Dickens schreef dit boek in de jaren
18551857, toen hij aan de vooravond
stond van de crisis in zijn leven: de
breuk met zijn vrienden en met zijn
vrouw. De afschuwelijke uitzichtloos
heid van het leven zoals de schrijver
toen ondervond heeft hij gekristalli
seerd in zijn boek. „Kleine Dorrit" is
de roman van het ommuurde, ingemet
selde bestaan. Het is geen vrolijke lec
tuur, maar uitermate bewogen en ge
tuigend van het grote meesterschap
van Dickens.
We maken in dit boek kennis met
Amy Dorrit, het kind dat in de gevan
genis geboren en opgevoed is en het is
heerlijk om te lezen hoe dit merk
waardige kind haar situatie accepteert,
zich zelf geheel uitschakelt en doet
wat de onzelfzuchtige liefde haar te
doen geeft. Zij is de enige vrije mens
tussen de gevangenen en ze gebruikt
die vrijheid op de beste manier die
denkbaar is.
Een hartverwarmend boek, ondanks
zijn grote tragiek.
(Advertentie, Ing. JMed.)