11
king
Europa's grootste gebouw staat in
het hart van Rotterdam
Wie voor het eerst Parijs bezoekt,
make met zorg een program op
I
AMSTERDAMS PODIUM
De mysteries van hef „Bos"
1952
!BJN
E SLAGERS
ROIENSTE
DE MAASSTAD RICHTTE ZICH QP UIT HET PUIN
Groolhandelsgebouw bijna voliooid
Getroffen zakenlieden
sloegen handen ineen
OP HET MATJE
Druivenplukker
Feest in de schaduw van
St. Romboutstoren
Apen van apen
Onbevreesd
Aan de fio-olten (Mm
etn onbekende w-eïetd
Drie maanden geëist
tegen spelers
ijwiel
ITEN.
tsevoort 41
elef. 2814
dag van het
et ingang van
s vanaf 1 uur
soon gevr. voor
i uitbreiding
ind agentschap
en volksverz.
:e vergoeding,
'isie en incas-
ilp inspecteur
ien zeer solide
3'elieven uitv.
teren. Kleine
g vereist. Br.
)57 Bur. Ver.
Dagbl. Voor-
kmaar.
PIE ZATERDAGAVOND
IN BOTTERDAM, de geteisterde werkstad, is een gebouw, dat het grootste
bouwwerk van Europa genoemd wordt, bijna voltooid. Het is het gigantische
Groothandelsgebouw, vlak naast het nog altijd gehavende Delftse Poortstation,
dat te zijner tijd door een hypermodern centraal station zal worden vervangen.
Het merkwaardige is, dat dit Groothandclsgebouw aan de buitenkant niet doet
vermoeden, dat het gigantische afmetingen heeft. Toch heeft het die. Een lengte
van 220 meter bij een breedte van 85 meter en een zeven-verdiepingenhoogte van
dik veertig meter, zijn afmetingen, die in Europa werkelijk niet geëvenaard
worden.
l_]OE groot het gebouw is merkt men
echter pas goed, wanneer men de
zwaarste vrachtauto's met aanhang
wagens als speelgoedkartetjes naar bin
nen ziet rijden. Drie prachtige auto
banen lopen dwars door het gebouw.
Eén leidt naar de kelder, waar een
garageruimte met stalling voor vier
honderd auto's is.
De tweede weg blijft op de begane
grond maar langs de derde baan rijden
de wagens via een snel stijgende,
prachtig geconstrueerde op zuilen rus-
Vandaag hernieuwden we de ken
nismaking met ouwe Willem, aan
wiens vallen-en-opstaan in de pel
grimstocht der mensheid ik reeds eer
der een aantal bedroevende regels had
te wijden, 't Was het oude liedje met
hetzelfde refrein: borrel, straatrumoer,
wederspannigheid.
Hoeveel keer heb ik u al veroor
deeld?, zuchtte de rechter, zoekend in
de paperassen.
De ene mens is de andere niet
zet Willem ootmoedig, maar ik praat
geen woord kwaad van d'n edelacht
bare. U zit daar niet om vliegen te
vangen. Ik ben zus en u ben zó.
De rechter keek op schudde het
hoofd.
In al zijn stevige welvarendheid, de
grijze kop met de pretoogjes 'n beetje
vooruitgestoken, een ouwe hoed ver
frommelend op z'n rug, stond Willem
gemoedelijk op z'n vonnis te wachten.
Een verweerde rots in de branding
van het recht. Saevis tranquillis in
undis! i
U bent nu 78 jaar en bedrinkt
zich, schopt lawaai op straat, beledigt
het gezag en slaat de agent, die u
overeind helpt, in het gezicht. Wat
zegt u daar nu van? U, een oud man.
Oud, oud, da's te zeggen. De
duvel is oud, zei Willem. Ik heb me
hele leve 'n slokkie gedronke, da's
beter dan pille-en-poeiers. Nog nooit
ziek géweest, nog nooit. Alleen de
mazelen, maar dat was toen ik alleen
nog maar melk dronk. Ken u nagaan!
En die agent dee me wreed pijn, hij
brak me nek.
llw adres klopt niet met de op
gave, ontdekte de rechter in de papie
ren. U woont toch bij uw dochter?
Da's geweest, zei de oude Pal
lieter. Dat wier me te druk an me kop
met die kinders. 'k Ben nou bij een
weduwvrouw, dat ga best!
In pension?, vroeg de rechter hof
felijk, maar de oude schudde resoluut
de grijze kop. Nee, pensioen was er
niet bij, hij trok van Drees en deed de
boodschappen voor de weduwvrouw.
'k Heb er een best wijf an!
De rechter ging op die vertrouwe
lijkheden niet in en gaf het woord aan
de officier, dewelke een zware wijs
liet gaan: onverbeterlijk, recidivist,
dronkaard, belediging en verzet
vier maanden.
De kadi maakte er drie van. Hebt v
nog wat te zeggen?
't Is hoger dan vroeger, d'r is
geen genade meer voor d'n ouderdom,
de tijde gaan d'r niet op vooruit, zei
Willem.
Toen keek hij om en glimlachte
naar de tribune, breed en onverwoest
baar.
tende oprit, rechtstreeks naar de los-
en laadkaden van de magazijnen op de
eerste verdieping. Drie autobanen zijn
hier dus boven elkaar gestapeld. De
totale lengte van deze banen is 1,2 ki
lometer!
Hercules-liften
CR-zijn meer'cijfers, die een indruk
geven van de grootheid van dit
uiterst modern ingerichte' handelsge
bouw. Voor het maken van de bouw
put werd 86.000 M3 grond uitgegraven.
Anders gezegd, 34.400 autoladingen. In
file geplaatst, zouden deze auto's de
afstand Rotterdam-Groningen over
bruggen. Er wérd 6:500.000 kg beton
ijzer in en aan het gebouw verwerkt.
De oppervlakte van het glas beslaat
20.000 M2. Twintig liften, waarvan een
groot aantal zo rtiim is en een zo groot
hefvermogen heeft, dat er rustig een
volbeladen vrachtautomee naar de ze
vende verdieping gedragen zou kunnen
worden, doorboren het. Zo nodig kan
het aantal liften verdubbeld worden,
want de nodige schachten zijn al bij
voorbaat gemaakt. De inhoud van het
gebouw bedraagt 466.000 M3, terwijl de
totale vloeroppervlakte 120.000 M2 is.
LIET initiatief tot de bouw van het
Groothandelsgebouw is uitgegaan
van een groep groothandelaren, wier
pakhuizen en kantoren in de binnen
stad in 1940 verwoest werden. Na over
leg met de Kamer van Koophandel
heeft de groothandelaar F. Pot Jr het
idee geopperd de handen ineen te slaan
en gezamenlijk een huis te bouwen,
waar alle getroffen groothandelszaken
met heel hun hebben en houden in
ondergebracht zouden kunnen worden.
Honderd twintig zaken beschikken op
dit ogenblik al over een plaats of
hebben ruimte toegewezen gekregen.
Dank zij de medewerking van de
overheid en van de Herstelbank bij de
financiering van het plan, kon op 18
Mei 1947 de eerste van de 3.100 palen,
waarop het gebouw rust, in de grond
worden geslagen, op de plaats waar
vroeger de Rotterdamse diergaarde ge
vestigd was. Aan het einde van dit
jaar hoopt men dat het hele pand ge
reed zal zijn. Duizend arbeiders vinden
bij de bouw werkgelegenheid. Men
vindt deze duizend bijna niet terug in
het enorme gebouw. Zo zal het straks
ook zijn met de 5500 employé's, die in
deze kleine stad zullen werken.
De oude Belgische stad Mechelen
staat op het ogenblik in het teken van
de herdenking van de eerste steenleg
ging van de ook om zijn wereldbe
roemde beiaard befaamde St. Rom
boutstoren, welke plechtigheid dezer
dagen voor vijfhonderd jaar plaats
vond.
In het kader van het herdenkings
feest is te Mechelen een groots open
luchtspel opgevoerd gewijd aan de
boeiende geschiedenis van de stad en
de toren. Talrijke personen en instel
lingen uit het verleden als Karei de
Vijfde en de heren van de Hoge Raad.
epidemieën, die de stad troffen en gro
te wapenfeiten werden uitgebeeld.
Van 14 Juni tot 17 Augustus wordt
ter gelegenheid van hetzelfde feit te
Mechelen een tentoonstelling gehouden
gewijd aan de Mechelse bouwkunste
naarsfamilie de Keldermansen, die be
halve de toren te Mechelen ook wer
ken ""voerden in Alkmaar (Grote
Kerki Utrecht. Delft en Haarlem.
Voor deze expositie beeft de ge
meente Alkmaar een schilderij van een
kerkinterieur vervaardigd door de
schilder Saenredam, ingezonden.
Als eert monument voor de daad
kracht van de zakenlieden, die bij
het bombardement op Rotterdam
in Mei 1940, werden getroffen,
verrijst in het hart van de Maas
stad het Groothandelsgebouw.
Tegen het eind van dit jaar zal het
gereed zijn.
India is sedert enige jaren bezig aan
geweldige exportprojecten. Daarbij is
ook de uitvoer van duizenden apen
geregeld. Het vorige jaar werden er bij
voorbeeld 23.257 langstaartige woudbe
woners naar het buitenland gestuurd,
waar ze welkome aanwinsten in dieren
tuinen e.d. vormden. In het begin van
dit jaar slaagde men erin zeven en
veertigduizend apen te vangen en te
exporteren. Het luidruchtige handels
artikel dient het land thans op -twee
manieren. In de eerste plaats komt er
jaarlijks een aardig bedrag aan dollars
binnen en tevens wordt het gevaar, dat
de apen voor de voedselvoorziening
vormen, verminderd. Naar schatting
eten de apen in India jaarlijks een hoe
veelheid voedsel op, die voldoende zou
zijn voor millioenen mensen. Deskundi
gen beweren, dat de apen de gewoonte
hebben, met hun voedsel te knoeien.
Een aap, die normaal van vijf bananen
per dag zou kunnen leven, demonteert
er eerst minstens tien voor hij goed
en wel begin te eten.
„Uw hart worde niet ontroerd". Dat
staat daar in het veertiende hoofdstuk
van Johannes zo eenvoudig, zo simpel
weg. Maar hoe geladen van emotie, hoe
vervuld van spanning en dreiging zijn
de gebeurtenissen, die de achtergrond
vormen waartegen Jezus deze woorden
heeft geplaatst!
Zijn aardse werk is vrijwel volein
digd, het wordt tijd om de laatste in
structies te geven aan zijn discipelen,
die achterblijven als getuigen van het
heil en als bouwers van de kerk. Die
achterblijven óók als „slachtschaepkens
Christi". Want de jonge kerk van
Christus krijgt het moeilijk en zij moet
dat tijdig weten. De wereld, die geen
plaats had voor Christus in het loge
ment van Bethlehem, de wereld die
geen betere plaats voor hem had dan
de schandpaal van het kruis, die we
reld heeft óók geen plaats voor zijn
evangelie van liefde, geen plaats voor
de dragers van de Geest die uit God is.
De strijd tussen goed en kwaad
blijft voortgaan tot aan het einde der
tijden en de kerk, die opgetrokken
wordt uit de kracht van het evangelie
en het bloed der martelaren, zal al
spoedig na Christus' heengaan een
„kerk onder het kruis", een kerk der
verdrukking worden.
Maar niet de kerk alléén krijgt het
zwaar te verduren. In zijn afscheidsre
de zegt Christus het duidelijk: Gans 't
volk zal door het leed van oorlog en
bezetting, door de smarten van ver
woesting en wegvoering gaan. Jeruza
lem zal vallen; van de tempel - dat stuk
steengeworden religieuze verstarring
en steriele nationale trots zal geen
steen op de andere blijven.
Jezus voorzegt die komende ellende
in ronde woorden. Het is niet zijn ge
woonte geweest, de feiten te verdoeze
len; hij sprak altijd de waarheid, om
dat hij uit de Waarheid" geboren is.
Zou hij dan nu, in zijn afscheidswoord,
dat tegelijk zijn aardse testament en
zijn hemelse troonrede is, de hardheid
van de toekomst verhullen? Geen spra
ke van. Er komt oorlog! Er komt ver
drukking. Er komt vervolging
Maar er zijn ook andere feiten en er
is .ook een andere toekomst. Want
„mijn vrede geef ik u" en mijn vrede
blijft met u, alle de dagen tot aan de
voleinding der wereld. Vreest daarom
niet. Uw hart worde niet ontroerd.
Wat ook moge wankelen, wat ook
moge vallen: de Geest Gods blijft ds
kerk nabij en hoe de storm van ver
drukking en .vervolging moge woeden,
het Woord houdt stand in eeuwigheid
en zal geen duimbreed wijken.
De kerk had het nooit gemakkelijk
in deze wereld, omdat zij zelf te on
gemakkelijk is voor de natuur van de
mens. zolang zij, getrouw aan haar op
dracht, de eis van het gebod doet ho
ren. Hebt God lief, bemint uw naaste!
Daarom is er altijd geweest en zal er
altoos zijn de principiële strijd, in
ieder mensenhart «zo goed als in aller-
hand sociaal verband, om de prioriteit
tussen de dingen die vergaan en de
dingen der eeuwigheid.
Maar zijn rede en de kracht des
Geestes Gods zijn gisteren en heden
dezelfde en tot in eeuwigheid. Daarom
zal de ware kerk niet vrezen „al wer
den de bergen verzet in het hart der
zee", want hij, die de Getrouwe is, zal
de zijnen niet begeven noch verlaten.
Zijn gunst zal over allen die hem vre
zen, in eeuwigheid altoos dezelfde zijn.
IN een correspondentie met enkele lezers over het artikel van enkele weken
geleden, de JES (Stichting Jeugd en Studenten), blijkt dat men veronderstelt,
dat Amsterdam de jeugd hoegenaamd niets te bieden heeft, waar het bos be
treft. Dit is een totaal onjuiste veronderstelling. Amsterdam heeft in dit opzicht
wel degelijk iets te bieden, maar men weet het niet en men kent het niet.
Amsterdam bezit nog altijd zijn „Amsterdamse Bos", in de volksmond bekend
als ,,'t Bosplan". Wie zich over dat Amsterdamse Bos smalend en geringschattend
uitlaat, demonstreert daarmee alleen, dat hij smaalt over dingen, waarvan hij
geen flauw benul heeft.
voornamelijk de Noordzijde
eibaan, 't deel dus (Jat zich
icoon /4a rnoiVioon an dp
ty/IJ hadden, niet zo lang geleden,
contact met een der vijf boswach
ters van dit hoofdstedelijk reservaat,
de heer Brander. Wat hij ons vertelde,
en vertellend liet zien, is interessant
genoeg om er op deze plaats op terug
te komen. Zes jaar lang behoedde deze
boswachter
van de Roeibaan,
bevindt tussen de roeibaanen de
Nieuwe Meer. Wist u, dat zich daar
alleen 85 soorten vogels bevinden, die
broeden? Wist u, dat dit neerkomt op
een 500 tot 6Ó0 paartjes? Er zijn soor
ten, die toe- en soorten, die afnemen.
Die op het lag^bos zijn aangewezen
verminderen, zoals het kneutje, de
tuinfluiter en de spotvogel. Maar door
het snel oprijzende bos worden ande
re soorten gelokt: de wielewaal, de
houtduif, de tortelduif en de Vlaamse
gaai. Alleen van de laatste soort broe
den er thans 30 paren.
Dit zijn maar eenvoudige dingen,
maar ze zijn helemaal niet meer zo
eenvoudig als men de moeite neemt
zich tot dit kleine leven te bepalen.
Dan kan het gebeuren, dat de poor
ten van een groot wonder voor u ge
opend worden. Het wonder van het
kleine leven in de grote stad.
Wist u, dat de mannetjes twee da
gen eerder verschijnen en zich zingend
een wijfje zoeken? Hij zingt zo lang
en indrukwekkend hij kan, en met dat
zingen imponeert hij alle andere soort
genoten in de buurt. En wel zó, dat
ze verre van z'n erf blijven. En dan
komt het wijfje. Gelokt door dat zin
gen en misschien ook wsl geimpoiieerd
door de moed van dat mannetje. En
er wordt een paar gevormd.
L)E MENSEN denken, dat de vogels
u in dat Amsterdamse Bos maar
doelloos en systeemloos rondvliegen.
Neen, daar is wel degelijk systeem.
Het domein, waarin zo'n vogel vliegt
en woont heeft een grootte van circa
twee huiskamers. En iedere morgen
zingt hij daar. Steeds om te impone
ren. Vogels zijn honkvast. Ze blijven
waar ze horen. Ze houden niet van
verhuizen.
In het najaar komt de trek. Dan
vliegen ze 5000 kilometer en meet
weg, naar het gebied rondom de Mid
dellandse Zee of naar Zuid Afrika. En
als het opnieuw voorjaar wordt komen
ze terug. Wéér 5000 kilometer. En ze
keren in dat kleine stukje bos, van 2
huiskamers groot, terug, op dezelfde
boom. Na 10.000 kilometer. Is dat geen
wonder, vrienden? Van Tjuld-Afrika
naar die ene Amsterdamse boom
Als men daar goed over gaat naden
ken, is het eigenlijk ontroerend.
Wie in de Kalverstraat loopt, over
het Rokin of door de Leidsestraat,
JE schrijft me, beste vriend,
dat je het plan hebt op
gevat een week met vacan-
tie naar Parijs te komen.
En nu vraag je me, hoe Je
die week het beste kunt in
delen, opdat je zo veel mo
gelijk van de Franse hoofd
stad, ziet, waarbij je je nu
toch ook weer niet al te
veel Wilt vermoeien. Je ver
wacht dus eigenlijk van
me, dat ik een soort dagin
deling voor je zal maken,
die voorkomt, dat je te veel
tijd verliest met zoeken of
dat je wijken gaat bezoe
ken, die voor zo'n eerste
Parijse vacantie niet zo erg
belangrijk zijn.
Laat ik je dan eerst mo
gen schrijven, dat je gelijk
hebt nu al te komen. De
meeste buitenlanders ko
men in Juli en Augustus.
Maar dat zijn niet de mooi
ste maanden en bovendien
kan het dan knap warm
zijn. Je vertrekt dus Zater
dag uit Amsterdam, zodat je
tegen etenstijd in Parijs
aankomt. Je eerste bezig
heid is een hotel te zoeken.
Dat doe je het beste in
Montparnasse of in het
Quartier Latin. Ga niet in
de buurt van de Champ
Elysées of de Opéra zoeken,
want daar zijn de hotels
duur. Wat je die eerste
avond dan gaat doen, is
niet moeilijk te raden. Je
moge wat vermoeid zijn
door de reis, maar je weet.
dat de Parijse feestver
lichting alleen 't Zater
dags en 's Zondags brandt
en daar moet je natuurlijk
van profiteren. Al die
historische gebouwen, die
door ontelbare schijnwer
pers verlicht worden, die
snuitende fonteinen, je zult
zien, dat het een sprookje
lijkt. Neem de métro tot
aan de Place de l'Etoile. He'
beste kun je dan van de
Are de Triomphe langs de
Champs Elysées naar de
place de la Concorde lopen.
Vandaar langs de Seine
naar het eiland, dat in deze
rivier ligt en het lie de la
Cité heet. Daar staat de nu
verlichte Notre Dame.
70NDAGMORGEN zou ik
je aanraden eens op de
Eiffeltoren te klimmen. Dat
is wel niet zo goedkoop,
maar als je boven bent,
krijg je zo'n indruk van de
grootsheid van Parijs.
's Middags zou ik naar het
Bois de Boulogne gaan,
waar je van de Eiffeltoren
af gemakkelijk heen kunt
lopen. Je zult zien hoe ge
zellig die speeltuin van de
Parijzenaars is. 's Avonds
zijn de gebouwen weer ver
licht en je zult heus nog
wel wat te bewonderen
hebben. Maandagmorgen
kan ik je aanraden een
lange wandeling langs de
Seine te gaan maken. Begin
maar bij de Eiffeltoren en
zwerf langs de kaden tot
aan het Louvre. Maandag
middag is een mooie tijd,
om het Louvre te gaan be
zichtigen. Dan is het er
niet zo druk en je moet de
Mona Lisa en de Venus van
Milo toch minstens gezien
hebben. Wat je Maandag
avond doet, moet je zelf
weten. Dinsdag kan ik je
Montmartre aanbevelen.
Klim 's morgens eens naar
boven, bezichtig de Sacré
Coeur, slenter wat door die
oude dorpsachtige straatjes
van de butte Montmartre.
zoek er een klein eethuisje
voor het déjeuner, ga daar
na nog eens voor de Sacré
Coeur over Parijs kijken,
zak de heuvel af en ver
maak je wat op die won
derlijk cosmonolistische
boulevard de Clichv, waar
het bijna altijd kermis is.
's Avonds ziet het er daar
in Montmartre heel anders
uit. dan is het het centrum,
van het nachtleven. Heb je
erg veel geld op zak, dan
zal je door een bezoek aan
een nachtclub heus niet
slechter'worden. Maar denk
er om, dat het duur is. Het
Casino de Paris in de rue
de Clichy zal je minder van
de franken beroven.
WOENSDAG moet je nodig
eens over de grote bou
levards gaan flaneren. Van
Etoile naar de Concorde,
via de rue Royale naar de
Vil Ie Lumiere is
thans het mooist
Madeleine (die je kunt be
zichtigen) dan naar de
Opéra en van de Parijse
Opéra naar de Comédie
Francaise. Als je dan ook
nog wat van de winkels
wilt zien, ben je daar wel
een hele dag mee kwijt,
's Avonds ben je vrij om
naar een toneelstuk of een
concert te gaan. Donder
dagmorgen bezoek je Mont
parnasse, de wijk van de
schilders en hun lieve vrien
dinnetjes. Donderdagmid
dag het Quartier Latin, dat
is dus de studentenwijk
Wil je zien waar Frankrijke
grootste mannen begraven
zijn. ga dan naar het
Panthéon en als je tijd over
hebt, kun je nog naar de
Dome des Invalides (op de
place des Invalides) gaan,
waar Napoleon zijn praal
graf heeft. Ben je daarna
niet te moe, breng dan de
avond door in de wijk van
de existentialisten. St. Ger
main des Prés. Ga rond
negen uur een kopje koffie
drinken op het terras van
Les Deux Magots, waar je
dan tevens die wonderlijke
exemplaren wel zult zien
rondlopen. Daarna wil de
gewoonte, dat je tegen elf
uur naar een van de exis
tentialistische kelders gaat,
tenminste wanneer je van
dansen houdt.
ALS HET Vrijdag mooi
weer is, ga dan naar
Versailles. Van bijna alle
stations (Gare Montpar
nasse, Gare St. Lazare)
gaan er regelmatig trein
tjes, die je er in een kwar
tiertje brengen. In Versail
les bezichtig je het paleis
van de Zonnekoning, maar
vooral ook het prachtige
park, dat er achter ligt.
Dan breekt je laatste dag
al weer aan. Zaterdagmor
gen moet je wat inkopen
doen. Het is wel gezellig
om dan bijvoorbeeld naar
een van die reusachtige wa
renhuizen te gaan, waar je
alles maar dan ook alles
kunt kopen en waar de
prijzen betrekkelijk laag
zijn. Zaterdagmiddag merk
je tot je schrik, dat je de
parken nog niet gezien hebt
en je gaat van de Tuilerieen
naar de Jardin du Luxem
bourg of de Buttes Chau-
mont. Je laatste avond slen
ter je wat rond op de plek
ken die je het meest beval
len zijn en de volgende
morgen stap je voldaan
maar toch wel wat ver
moeid in de trein. Denk njet
dat je dan heel Parijs ge
zien hebt. Je hebt slechts
een flauw idee gekregen
van wat je een volgende
keer eens wat meer op je
gemak zou kunnen bezoe
ken. Maar je bent zeker tot
de Parijsminnaars gaan be
horen. tot hen die met veel
gevoel kunnen zingen:
J'ai deux amours
C'est Paris et mon pays.
die ziet daar niets van. Wat weet die
van de zes paren zwarte kraaien, die in
zes bosjes huizen, daar in dat ene stuk
van dat reservaat? Ze leven trouwer
dan de meeste mensen, want zwarte
kraaien zijn getrouwd voor het leven.
Ze leven in die bosjes, slaper er, krij
gen er hun kinderen en gaan er dood.
Zes paren, niet meer en niet minder.
Maar de andere kraaien van Am
sterdam? Die hebben geen woonge
bied in het Amsterdamse Bos. Dia
hebben ergens anders hun huis ge
zocht en gevonden. Weet u waar? In 't
Bijenpark aan de Sloterstraatweg.
Daar slapen 400 Amsterdamse kraaien
in een soort, door hen zelf gesticht
kraaien-asyl. Noem het een kraaien-
flatgebouw. Voor hén was er geen
plaats in dat bos. Wel, ze zochten zich
zelf een nachtverblijf. Dat zijn alle
kraaien uit het Vondelpark en heel
Amsterdam-Zuid.
Er zijn niet veel mensen, die dit
weten: wist u dat in het Amsterdam
se Bos dit voorjaar 30 paren wielewa
len broedden? Misschien zegt het u
iets als ge weet dat bijvoorbeeld in een
bosrijke streek als Bergen-Schoorl
slechts 7-10 paren broeden.
Wist u dat dit bos 200 paren van
de fitis kent? Enslechts 12 broe
dende roodborstjes? Tegen de winter
komen er een 200 uit Skandinavie bij.
En wist u, dat het eerste positieve
broedgeval van de appelvink in West-
Nederland plaats vond indat
dooie Amsterdamse Bos?
{-JET is allemaal erg klein enheel
erg mooi. Misschien wel mooier
dan de Leidse- en de Kalverstraat. En
zo weinigen, die er van weten, ook
Amsterdammers, die maar bitter wei
nig van hun bos kennen. Maar er zijn.
mensen bezig daarin verandering te
brengen. Zij proberen de jeugd van ds
Jordaan hierheen te brengen. En de
jeugd van de eilanden. Die taak is vol
teleurstelling. Omdat men heeft te
vechten tegen duizend andere „schoon
heden": tegen de revolverhelden van
vijf-los-van-de-heup, die de Nieuwen-
dijkse volksbioscopen volknallen; tegen
de patates-frites-kraampjes; tegen het
scharrelen langs de straten; en voor
al: tegen de verbijsterende onwetend
heid van al die kleine wonderen, die
vlak bij huis plaatsvinden, ieder uur
van elke dag.
Men is abuis als men denkt, dat
men naar de Matto Grosso in Brazi-
lia moet gaan om daar de wonderen
der natuur te aanschouwen; men is
abuis als men denkt, dat alleen Cen
traal Nieuw-Guinea mysteries te zien
geeft. Wonderen en mysteries vinden
óók plaats in het Amsterdamse Bos.
Men behoeft er alleen heen te gaan, op
een vroege morgen in het voorjaar of
de zomer en een nieuwe wereld gaat
open. Een betere dan in de stoffig-
gore woestijnen van Amsterdam-Cen
trum, Noord, West, Oost en Zuid.
Ik heb diepe bewondering voor die
paar mensen, die bezig zijn daaraan
iets te doen. Ten slotte zijn we tegen
woordig allemaal bezig met onszèlf,
onze eigen zaken, onze eigen plannen
en onze eigen zorgen. Als de jeugd af
zakt en verkommert is dat altijd voor
het grootste deelonze schuld.
Omdat we geen tijd voor haar heb
ben!
Mochten er lezers zijn, die meer van
dit „werken-aan-het-wonder" willen
weten, dan kunnen ze zich richten tot
die ene boswachter, die ons aan de
poorten van die andere wereld die
dingen van Amsterdam liet zien: P. W.
Brander, Willemsparkweg 4 boven,
Amsterdam. Hij heeft een film van al
deze merkwaardige kleine Amster
dammers gemaakt en hij is bereid voor
iedereen die poorten wjjd open te
gooien. Het heeft misschien ook voor
u zin daar eens een keer aan te klop
pen.
Toen de Haagse politie in Augustus
van het vorige jaar door een inval in
de speelclub „Aristo" te Scheveningen
te verstaan gaf, dat het hazardspel ook
in verenigingsverband haar goedkeu
ring niet kon wegdragen, sloten bijna
alle speelclubs in Den Haag de deuren.
Zo ook de speelclub „Entre Nous". Eni
ge maaden na de sluiting van de club
wendde het bestuur zich tot de officier
van justitie met het verzoek weer te
mogen openen. Een antwoord bleef uit
maar aangezien tal van clubs onder
tussen het balletje weer lieten draaien,
heropende ook „Entre Nous", ditmaal
in een perceel aan de Stadhouderslaan.
Enkele weken later deed de politie een
inval, yoor het Haagse gerechtshof is
gistermiddag in hoger beroep tegen de
voorzitter en penningmeester, resp. de
51-jarige vertegenwoordiger J. N. D. en
de 55-jarige aannemer H. O B., beiden
uit Den Haag een onvoorwaardijlke ge
vangenisstraf van drie maanden geëist.
Het Hof zal op 20 Juni uitspraak doen.
I
II
t
a
3
n
al
1-
t-
n
cl
e
at
a-
0-
3e
se
ot