Leidt industrialisatie tot onkerkelijkheid?
Ouden
dag
van dagen worden in Nederland
aan dag ouder
Bestudeer dan het gezinsleven
Onderzoek naar de sociale, culturele en kerkelijk,
godsdienstige situatie in 120 gezinnen van
hoogovenarbeiders
Hoogovens' personeels
beleid belangrijk geacht
Om een land te leren kennen
„Cerc/e de Liaison Franco-Hollandais" opgericht
Fakkel dersamenwerking
moet brandende blijven
De zaak-Kemritz blijft
verder rusteft
Prijscontrole in de V-S,
wordt afgeschaft
Het IJmuider visserijbedrijf in 1951
Stijgende vangsten en besommingen tegenover
ongekend hoge bedrijfskosten
Positie trawlervloot
moeilijk
Gezondheid afhankelijk van voeding
Oma's menu eist veel zorg en kennis
Ouderdom zelden (of
nooit) doodsoorzaak
Er Is een populaire mening, dat in de geïndustrialiseerde gebieden onkerke
lijkheid en ongodsdienstigheid groter aantallen omvat dan in de agrarische ge
bieden, en dat daarbü van een oorzakelijk verband moet worden gesproken. O.a.
uitgaande van deze veronderstelling, door prof. dr W. Banmnk aangestipt in een
inleidend woord, heeft het Sociologisch Instituut der Ned. Herv. kerk een on
derzoek opgezet naar de invloed van hetindustrialism.: op het geestelijk leven
in het algemeen, het godsdienstig-kerkelijk leven meer in het bijzonder Voor
dit onderzoek koos men een aantal nogal uiteenlopende gebieden en industrieën,
o.a. de nog betrekkeiük jonge, bij uitstek moderne industrie, de Hoogovens,
waarbij invloeden van migratie nog duidelijk waarneembaar zijn. Het rapport
van dit onderzoek naar de sociale, culturele en kerkelijk-godsdienstige situatie
in industriearbeidersgezinnen, waarvan de gezinshoofden bij het Hoogoven-
bedrijf werkzaam zijn is samengesteld door de heer W. J. Bruyn en verschenen
in een speciaal nummer van „Sociologisch Bulletin", orgaan van het Sociologisch
Instituut van de Ned. Herv. kerk.
streek" valt in twee gedeelten uiteen.
In de beide eerste paragrafen wordt
de invloed van de industriële arbeid
en de dagelijkse werkomgeving op de
arbeiders besproken. De volgende drie
paragrafen behandelen daarentegen
meer de invloed van de arbeidsom
standigheden en de arbeidsvoorwaar
den op het gezin. Aan het slot worden
de voornaamste resultaten in een kor
te samenvatting opgenomen.
Van geringe invloed
In zijn slotbeschouwing zegt de rap
porteur, dat op de critieke momenten
in de levensbeschouwing van de ge-
interviewde arbeiders en hun- familie
de invloeden der werkomgeving rela
tief van geringe betekenis is gebleken.
Voorts bleken kerkafval, geloofsover
gang of rationalisering niet (meer)
gebonden te zijn aan de rechtstreekse
invloed van nabije industriecomplexen.
Uit de gegeven voorbeelden bleek te
vens, dat de kerkafval niet gebonden
is aan de mannen, al of niet via hun
Het rapport, 39 pagina druks omvat
tend, kan beschouwd worden als een
poging een bijdrage te leveren tot de
ontwarring van het zo urgente en
moeilijke probleem van de sociale, cul
turele en kerkelijk-godsdienstige ge
volgen der industrialisatie. Getracht Is
de totale concrete situatie der bij de
Hoogovens werkzame arbeiders en hun
gezinnen zoveel mogelijk te belichten.
Ter verkrijging van deze gezinsbeel
den was het gezinsinterview de meest
aangewezen methode. Derhalve wer
den de arbeiders thuis bezocht en had
de verzameling van gegevens aldaar
plaats. Dit had o.m. tot voordeel, dat
meer gezinsleden in het gesprek kon
den worden betrokken, zodat inder
daad een veelzijdig beeld van het ge
zin kon ontstaan. 'Hierbij ging het
geenszins om een z.g. opinieonderzoek,
maar om een poging tot openlegging
der achtergronden o.m. op basis van
objectieve feiten en subjectieve me
ningen.
Vanzelfsprekend moest uit het aan
tal voor dit onderzoek in aanmerking
komende arbeidersgezinnen een be
paalde selectie worden gemaakt. Uit
gesproken a-sociale gezinnen kwamen
niet in aanmerking. Verder werd al
leen als eis gesteld, dat de verschillen
de voor een bepaalde afdeling ken
merkende functies zoveel mogelijk ln
het onderzoek werden betrokken, om
aldus enig inzicht te verkrijgen in de
voor de Hoogovens kenmerkende ar-
beidsdifferentiatie.. De ontvangst in de
gezinnen zelf was in het algemeen
prettig.
120 gezinnen geïnterviewd
In het eerste hoofdstuk van het
rapport worden de levensbeschouwe
lijke aspecten, zoals deze in de inter
views naar voren kwamen, behan
deld. Daarbij is uitgegaan van een on
derverdeling naar een zevental 'groe
pen, n.l. Rooms-Katholieken, Gerefor
meerden, Ned. Hervormden, kleinere
kerkgenootschappen en secten, sociaal
democratische en vrij socialistische ar
beiders, communisten en z.g. „daklo
zen". Deze indeling is vrij willekeurig
en berust hoofdzakelijk op het etiket,
dat de arbeider zichzelf en zijn gezin
gaf. Het tweede hoofdstuk gaat ver
volgens na, welke invloed de indus
triële werkzaamheid op de mens en
het gezinsleven heeft. Daarbij wera
een onderscheid gemaakt tussen de
psychische invloed van het eigenlijke
werk en de werkomgeving op de ar
beider zelf en de invloed van de ar
beidsomstandigheden en arbeidsvoor
waarden i.e. loonhoogte, arbeidstijden,
ploegendiensten op het gezin.
In totaal werden 120 arbeidersgezin
nen geïnterviewd. De verdeling over
de genoemde groeperingen was als
volgt: 40 Rooms-Katholieke arbeiders,
7 Gereformeerden, 7 arbeiders uit
kleinere kerkgenootschappen en sec
ten, 18 Ned. Hervormde arbeiders, 18
sociaal-democratische en vrij socialis
tische arbeiders, 10 communisten en 20
z.g. dakloze arbeiders.
Bron van sociale contracten
In de samenvatting aan het slot van
het hoofdstuk „Levensbeschouwelijke
aspecten" wordt het gehele gemêleerde
bevolkingscomplex rond de Ymond
als een belangrijke bron van sociale
contacten genoemd, waarin historische
en algemeen maatschappelijke invloe
den sterk doorwerken. Zo is hier een
ontkerkelijkingsproces gaande, dat ten
dele reeds van vrij oude datum is. In
dit verband moet de vroeg radicale
instelling van een deel der vissersbe
volking worden genoemddat later
in verschillende afdelingen van de
Hoogovens aan de slag ging.
Het Hoogócenbedrijf werd in dit ge
heel in zoverre een bron van regêne-
rende invloeden op sociaal gebied, dat
het door de humane arbeidsvoorwaar
den, personeelspolitiek en sociale ver
zorging vele aanleidingen tot sociale
radicalisering wegnam of althans sterk
verzwakte. Door de betere arbeids
tijden en het verhoogde verzorgings
niveau bouwden de Hoogovens mee
aan een fundament, waarop een goed
gezinsleven zich kan ontwikkelen.
Niettemin is in verband met het voor
gaande duidelijk, dat deze politiek op
de algemeen maatschappelijke oorza
ken tot radicalisering vooralsnog wei
nig invloed zal uitoefenen. Zo kan men
b.v. van een humane sociale politiek a
pnori geen herstel van de kerkelijke
verbanden verwachten. Wel dient de
P!anninS en strategie zich
a? met de belangrijke in de
Boegen bedrijven, n.m. de Hoog-
was 1 alleen maaromprac-
maitL»Viereen,itemminB tussen beider
m S i iav- arbeidstijden
¥en van kerkgang, gemeente
avonden e.d.) te verkrijgen.
sr„„- j i Taak der kerk
Voor de kerk wordt gewezen op de
noodzaak tot openheid op levens- en
wereldbeschouwelijk gebied. Het is
wellicht aan te bevelen, dat de kerk
eventueel m samenwerking met de
grote bedrijven van tijd tot tijd een
nauwkeurig, zowel quantitatief als qua-
litatief onderzoek instelt naar de im
migranten (betreffende herkomst ker
kelijke en politieke gezindte, vórmen
van vrije-tijdsbesteding e.d.m.), zolang
de streek het sterk dynamisch karak
ter bewaart. Zo zou men de reacties
van de mensen op de prediking, het
meegebrachte geloofsbezit e.d. kunnen
nagaan.
werkomgeving, maar dat vele vrouwen
verhaalden van jeugdervaringen die
aanleiding waren tot verwijdering van
de kerk, ervaringen die aan de kerkse
sfeer en niet aan de woon- of werk
omgeving inhaerent waren. Beschouwt
men het totaal dezer gevallen, dan
moeten zij uiteraard beschouwd wor
den als symptomen van dieperliggende
stromingen in het maatschappelijk le
ven, die uit het onderhavige materiaal
niet in zijn alomvattendheid zichtbaar
worden. Met nadruk wordt nog gecon
stateerd, dat de Hoogovens, als knoop
punt van sociale contacten, tevens be
last zijn met de rancune en het verzet
in andere, ook niet-industriële levens
sferen opgedaan.
Conclusie
Het belangrijke rapport bevat ten
slotte de volgende conclusie:
In het geheel van de maatschappelij
ke positie der bezochte arbeidersgezin
nen hebben de Hoogovens ongetwijfeld
een stabiliserende en regenererende
werking uitgeoefend. Haar humane
personeelspolitiek heeft hiertoe bijge
dragen. Zo hebben de Hoogovens ze
ker een grote stap gezet naar apaise
ring der maatschappelijke verhoudin
gen voorzover dit door en binnen één
bedrijf verwezenlijkbaar is.
De stabiliserende werking van dit
personeelsbeleid zal een groter toe
gankelijkheid van 1 de desbetreffende
arbeidersbevolking voor vraagstukken
van levensbeschouwelijke aard tot ge
volg kunnen hebben.
Daartoe zal algemeen maatschappe
lijk beschouwd een dynamische bena
dering van het vraagstuk der levens
beschouwelijke vorming op verant
woorde sociaal-psychologische grond
slag nodig zijn. De bijkomstige belem
meringen, die deze industrie b.v. in de
vorm van eigengeaarde arbeidstijden
oplevert, zullen dan waarschijnlijk in
dit opzicht niet van doorslaggevende
betekenis zijn.
„M/IE verre reizen doet, kan veel ver-
ba
halen", luidt een bekend gezegde
en in onze tijd, waarin bet reizen een
enorme vlucht heeft genomen, wordt
het de toerist voortdurend gemakkelij
ker gemaakt zijn indrukken van lan
den en volkeren te verzamelen en zijn
kennis op dit gebied te verrijken. Ech
ter, in de meeste gevallen werkt men
d lijst af van voorgeschreven beziens
waardigheden en uitgestippelde tocht
jes, doch zeiden of nooit komt men in
aanraking met het hart zelf van de be
volking, zoals het leeft in het gezin, in
de eigen sfeer.
In Amerika heeft de „Federation of
American Women Organizations", waar-,
bü 32.000 vrouwenverenigingen zijn
aangesloten, met een ledenaantal van
6.200.000 vrouwen, het initiatief geno
men, om hierin verandering te brengen
en allereerst contact gezocht met
Frankrijk, zodat leden bij een bezoek
aan dit land, ontvangen en geholpen
1 unnen worden, dit laatste vooral inde
gezinnen, om het Franse gezinsleven te
leren kennen.
Madame G. JaudoinProm, echtge
note van een Parijs' industrieel, werd
verzocht zich te belasten met het stich
ten van een dergelijke organisatie in
Frankrijk. Door haar bemoeiingen werd
de „Union des Cercles francais de
Liaison Internationale" te Parijs opge
richt, een lichaam, dat reeds in
twaalf steden van het land zijn vertak
kingen heeft. Maar Mme Jaudoin ging
nog verder: zij wilde een organisatie
opbouwen, vaarin ook andere landen
betrokken zouden kunnen worden. Zo
heeft zij reeds binnen het jaar contac
ten weten te leggen in Egypte, Grie
kenland, Libanon en Nederland.
Mme JaudoinProm werd in Ame
rika tot „eerste moeder van Frankrijk"
uitgeroepen en misschien is het in deze
kwaliteit geweest, dat zij reeds een
bezoek aan Nederland bracht om met
Koningin Juliana, onze ..eerste moeder
des vaderlands", te spreken over haar
plannen.
Naar aanleiding hiervan werd mevr.
J. L. SeretSijthoff uitgenodigd een
bijeenkomst van de „Cercle" te Parijs
bij te wonen en er te spreken over een
zaak, waarin vrouwen en moeders aller
landen zich gewoonlijk verbonden voe
len, namelijk over „de vrouw (in dit
geval de Nederlandse vrouw) in de
oorlog".
Samenwerking.
MEVROUW Seret, die gedurende haar
verblijf te Parijs de gast was van
onze ambassadeur en mevrouw Van
Boetzelaer van Oosterhout, had bij het
zich voorbereiden voor het houden van
een dergelijke causerie meermalen het
gevoel, alsof zij een kast opende, „die
reeds lang gesloten was". Waarom
eigenlijk die oude herinneringen weer
óp te roepen, na zoveel jaren" En daar
op wist zij i.et antwoord: „Omdat het
in de oorlog juist ons solidariteitsgevoel
was, dat ons in staat stelde te_ tonen,
wat wij waard waren! Ook in déze tijd
moeten wij ons bewust zijn van de
noodzakelijkheid van samenwerking".
Mevrouw Seret maakt deel uit van
het hoofdbestuur van de Europese Fe
deralisten en van verschillende sociale
verenigingen, zoals Pro Juventute, de
Juliana Kinderbewaarplaatsen, enz.
Ook heeft zij zitting in het dagelijks
bestuur van het Comité ,,'s-Gravenhage
ontvangt".
„Een organisatie in Nederland, zoals
de „Union" te Parijs hier zal zij de
naam dragen van „Cercle de Liaison
France—Hollandais" neemt echter
een geheel op zich zelf staande plaats
in, néast de reeds in enkele grote ste
den (Amsterdam en Den Haag) be
staande ontvangstcomité's en andere
vrouwenverenigingen", zo zegt mevr.
Seret, „maar zeer zeker zullen de vrou
wen, die hierin zitting hebben of er lid
van ziin, ons van grote dienst kunnen
zijn. Zij behoren uit de aard der zaak
reeds tot dat legertje van vrouwen, dat
er naar streeft een (internationale)
band te leggen door het leren kennen
van elkanders leven en levenswijze,
HE „Cercles" in Frankrijk werken
zeer intensief en mevrouw Seret
hoopt een zelfde activiteit te zullen
kunnen ontwikkelen in ons land. Daar
toe zijn vele contacten nodig met ver
tegenwoordigsters uit diverse kringen
en alle delen van het land. „De bedoe
ling is, dat wanneer er bijvoorbeeld
een Franse bloemenkweker of kweek
ster naar Nederland komt, ik onmiddel
lijk contact kan opnemen met iemand,
die met dit Vak goed op de hoogte is,
die dus deze -♦mensen kan „opvangen"
en bereid is hun behulpzaam te zijn,
hun eventueel introducties te verschaf-
f-u of alleen maar eens bij zich thuis
te ontvangen met een eenvoudig kopje
thee, opdat zij een indruk krijgen van
huiselijk leven en milieu. En zo zal het
ook wederkerig voor de Nederlanders
in Frankrijk moeten gaan. We -zullen
dus de beschikking moeten krijgen
over een behoorlijk aantal adressen
van overal in het land. We moeten dit
„Liaisonwerk" systematisch opbouwen
en uitbreiden. Het is belangrijk, niet
alleen voor de propaganda voor eigen
land. maar gezien in het licht van in
ternationale samenwerking en vriend
schap kan het een schrede zijn op de
weg naar vrede en saamhorigheid".
Tegen het eind van deze maand zal
Mme Jaudoin ons land bezoeken. In
Den Haag zal zü op 1 Juli in Hotel De
Witte Brug spreken en het werk van
de „Union" nader belichten, waarbij zij
uitgaat van het standpunt, dat het ver
stevigen van onderling contact tussen
vrouwen uit alle landen noodzakelijk is,
wil men trachten de „fakkel branden
de te houden" ten behoeve van de vrede
en het welzijn der volkeren.
MIMI RIJPSTRA—VERBEEK.
Amerikanen leveren hem
niet uit
De Westduitse regering zal de zaak-
Kemritz verder laten rusten. Een
nieuw beroep op de Amerikaanse Ho
ge Commissie wordt zinloos geacht.
Dr Hans Kemritz, een Berlijnse advo
caat, wordt van Duitse zijde er van
beschuldigd drie en twintig agenten
van Hitiers geheime dienst aan de
Russen te hebben uitgeleverd. Negen
van deze agenten zouden dood zijn en
zeven zouden nu waarschijnlijk ook
niet meer in leven zijn.
Volgens een Amerikaans rapport
heeft Kemritz toegegeven, zeven agen
ten aan de Russen uitgeleverd te heb
ben. De Duitse justitie .wilde Kemritz
berechten wegens „misdaden tegen de
menselijkheid". De Amerikanen verbo
den dit' en verklaarden, dat Kemritz
aan de andere kant de geallieerden
waardevolle diensten had bewezen.
Het Amerikaanse Huis van Afgevaar
digden heeft president Truman één van
zijn grootste tegenslagen van de laat
ste jaren bezorgd, door een geamen
deerde wet op de defensieproductie goed
te keuren, door welke in feite op 30
Juni a.s. een einde zal komen aan de
prijscontrole. De wet handhaaft de
controle op de lonen nog een jaar. De
stemmenverhouding was 211 tegen- 185.
In de vorm zoals het wetsontwerp door
het Huis is aangenomen, bevat het geen
enkele wan de nieuwe controlebevoegd
heden, welke de president wenst te
krijgen en ontneemt het hem ook veel
van de bevoegdheden, welke hij bezat.
Staking in een Amerikaanse
vliegtuigfabriek afgewend
Vakverenigingsleiders, die 25.000 ar
beiders, werkzaam in fabrieken waar
de Amerikaanse „Sa,bre"-straaljager
wordt gebouwd, vertegenwoordigen,
hebben de dreigende staking in vier
fabrieken van de „North American
Aircraft Corporation" afgelast.
Dit gebeurde na acht en twintig uur
onafgebroken onderhandelen en door
de vakvereniging „met zeer veel te
genzin".
Ontvluchte gevangene weer
gearresteerd
Zondagavond ontsnapte uit het Huis
van Bewaring te Winschoten de 35-ja-
rige E. C. G. uit Groningen, die nog
twee jaar gevangenisstraf voor de boeg
had. Gisteren is G. te Bolsward gesig-
naieerd. Na aanhouding door de ge
meentepolitie bekende hij sedert Zon
dag zijn strafregister weer te hebben
verlengd. In Franeker had hij een po
ging tot opiichting gedaan en te Leeuw
arden een rijwiel cn een regenjas ont
vreemd. G. is op. transport gesteld.
NOG EEN SPECIAAL STEMPEL OP
DE ITEP IN UTRECHT.
In aansluiting op het bericht, dat
correspondentie op het tijdelijk bij
kantoor der PTT op de ITEP in
Utrecht gepost van een bijzonder
stempel zal worden voorzien, wordt
medegedeeld, dat de stukken, die op
28 Juni aldaar worden gepost, en die
voorzien zijn van postzegels van een
der beide series herdenkingszegels,
bovendien nog op verzoek kun.
nen worden voorzien van een afdruk
van een stempel met opschrifj,
„Utrecht 28 Juni 1952 le dag van uit
gifte".
Generaal Philippe Leclerc, die in
1947 bij een vliegtuigongeval in Alge-
rie om het leven kwam, is door de
Franse Nationale Vergadering pos-
thuum tot „Maarschalk van Frankrijk"
bevorderd.
Het verslag van de Haarlemse Ka
mer van Koophandel en Fabrieken be
vat interessante gegevens over het
IJmuidens Visserijbedrijf in 1951. Wü
ontlenen er het volgende aan:
De IJmuider vloot, voor zover actief
aan de visserij deelnemend,, bestond
aan het einde van 1951 uit 22 stoom
trawlers (vorig jaar 27), 14 motortraw
lers (13), 7 motorloggers (8), 43 motor-
kotters en botters (40), terwijl voorts
nog 52 roeiboten (46) voor de visserij
waren ingeschreven.
Van de trawlers zijn 17 stoom- en 8
motortrawlers geëigend voor bevis
sing, zowel van de Noordzee als van
verder af gelegen visgronden: 5 stoom-
en 6 motortrawlers zijn van een uitslui
tend voor de Noordzee geschikt type.
Het merendeel der reeds sinds enke
le jaren opgelegde kusttrawlervloot
erd in 1951 op grond van gestegen
schrootprijzen voor de sloop ver
kocht. Thans zijn nog elf stoom
trawlers opgelegd: het merendeel
hiervan zal te zijner tijd waarschijnlijk
eenzelfde bestemming krijgen. Voor 't
rederijbedrijf valt het te betreuren,
dat de traditionele plaats van de kust-
stoomtrawlervloot als aanvoerder van
platvis door de na-oorlogse ontwikke
ling voor hem geheel vèrloren is ge
gaan; vooral de buitengewone stijging
van de kolenprijs (1939 9.75, 1945
C 24.1951 61.60 per ton), die een
zo overheersende betekenis heeft voor
de bedrijfskosten van stoomtrawlers,
heeft de exploitatie dezer schepen on
mogelijk gemaakt; hun plaats is in de
eerste plaats ingenomen door 'n ge
moderniseerde, van sterke motoren
voorziene, motorkottervloot.
De trawlervloot heeft zich ook in
1951 in de eerste plaats toegelegd op
vanggebieden in de Noordzee; ruime
makreelvangsten in het voorjaar wa
ren oorzaak, dat verschillende schepen,
die anders de IJslandse wateren zou
den hebben opgezocht, thans op de
Noordzee bleven en op deze wijze de
grote risico's, aan de uitoefening der
visserij in verre wateren verbonden,
konden vermijden. Toch werden nog
40 reizen naar IJsland Lofoten, Beren
eiland, Barentszee en Engelse west
kust gemaakt, veelal echter roet te
leurstellende resultaten.
Beperkte gelegenheid tot aanvoer in
Engelse havens rechtstreeks van de
visgronden bleef bestaan, uit welken
hoofde 67 reizen op de Engelse markt
werden gemaakt. Een proefneming met
markten in Schotland kan als niet ge
slaagd worden beschouwd. Een aantal
dezer reizen op Engeland werd ge
maakt ter verlichting van de situatie
in de IJmuider haven tijdens het ha
ringseizoen, waar tengevolge van de
grote aanvoeren vaak meerdere dagen
op lossing moest .worden gewacht.
Voor makreel werd door vrijwillige
samenwerking van de betrokken rede
rijen wederom een opvangregeling in
gesteld, krachtens welke belangrijke
hoeveelheden makreel, die de gestelde
minimumprijs niet konden behalen,
voor gezamenlijke rekening werden
diepgevroren of aan vismeelfabrieken
werden afgeleverd; de hieruit ontsta
ne diepvriesvoorraden konden in de
loop van het jaar zij het niet tot be
vredigende prijzen worden geruimd.
Goed haringseizoen
Een zo grote mate van overeenstem
ming ten aanzien van de haring kon
niet worden bereikt; hier moest wor
den volstaan met het stellen van een
minimumprijs en aflevering van over.
schotten aan vismeelfabrieken. De ha
ringvangsten waren ruim, zodat grote
hoeveelheden aan de vismeelfabrieken
toevloeiden. Waar de Overheid wegens
(Van een bijzondere medewerker)
VEGEN-TIENDE van het beste werk in de wereld Is gedaan door ouderen",
11 schrijft prof. dr J. G. Sleeswijk in zijn handboek „De ouderdom van genees
kundig standpunt beschouwd". Wie dit in het oog houdt, zal niet met een be
denkelijk hoofdschudden vernemen, dat de gemiddelde leeftijd van de Neder
lander de laatste honderd jaren voortdurend is toegenomen (tussen 1880 en 1920
zelfs met 20 jaar!) en dat bijvoorbeeld het aantal boven 65-jarigen in 1935 6.5%
van de bevolking bedroeg, tegen 4.7% in 1849. Voor 1955 en 1957 wordt dit aan
tal zelfs op respectievelijk 8.3 en 11.5% geschat. Wellicht geeft deze algemene
levensverlenging de mens gelegenheid om zich op een nieuwe manier te ont-
met aanvaarding van alle beperkingen, die het leven hem nu eenmaalplooien
oplegt.
Het hoofdstuk „Het Hoogovenbedrijl hef uitwisselen van gedachten en ervn
en zijn gevolgen voor mens, gezin en ringen en het elkaar behulpzaam zijn.
TOT die beperkingen behoort een ver
lies aan lichamelijke krachten, aan
veerkracht en aanpassingsvermogen
een verlies dat onder meer tot gevolg
heeft, dat de ouder wordende mens
meestal niet gesteld is op veranderin
gen, die immers grote inspanning op
allerlei gebied van hem zouden vergen.
Toch kan men de ouderdom, al wordt
hij wel officieel als doodsoorzaak opge-
gegeven, niet als een ziekte op zichzelf
beschbuwen. Waarschijnlijk is er nog
nooit een mens regelrecht van ouder
dom gestorven. Indien immers het or
ganisme, dat menselijk lichaam heet,
zich steeds in ideale omstandigheden
zou bevinden, dan zou het misschien
wel 150 jaar worden. Indirect sterven
wij van ouderdom doordat ons lichaam
dan steeds minder geschikt wordt om
aan bijzondere eisen (bijvoorbeeld
weerstand tegen infectie-ziekten) te
voldoen.
Het ziet er niet naar uit, dat de we
tenschap er ooit in zal slagen, d mder-
domsverschijnselen van de mens tot
aan de uiterste grens van zijn levens
mogelijkheden op te schorten. Wat mis
schien wel gelukken zal, dat is het ver
werven van een „gezonde, oude dag"
voor het grootste deel der bevolking.
De ouderdom zou zo vruchtbaar moeten
zijn voor de mens zelf èn de gemeen
schap, waartoe hij behoort, dat het de
moeite loont om oud te worden. Een
belangrijk voorwaarde daarvoor is een
goede gezondheid. En de gezondheid is
weer in hoge mate afhankelijk van de
dagelijkse voeding.
Voedingskwesties
QVER de voeding van bejaarden ls
nog niet ü.el veel bekend. Voe-
dingsproeven immers worden bij voor
keur gedaan bjj jonge mensen en die
ren, omdat de groei zulke belangrijke
aanwijzingen kan geven omtrent de ge
schiktheid der gebruikte voeding. Wel
weet men echter, dat het voor de ge
zondheid van de oudere mens lang nie>
onverschillig is, wat hg dagelijks eet.
Weliswaar heeft de voeding, die hij in
zijn jeugd en volwascnheid gebruikt
heeft, zijn gezondheid ook die op la
tere leeftijd, voor een belangrijk deel
„gevormd".
Maar daaruit volgt noj niet dat het
geen men eet, wanneer men eenmaal
oud is, daaraan niets meer zou kunnen
bederven of goedmaken.
Over het algemeen eten oudere men
sen minder dan volwassenen in de
kracht van hun leven. Hun spieren en
organen verrichten dan ook minder ar
beid al presteren zij naar verhouding
soms nog heel veel, geleerd als zij heb
ben om zuinig met hun krachten on. te
gaan. Waarschijnlijk hebben zij ech.er
zeker evenveel „beschermende stoffen"
(eiwitten, vitamines en voedingszouten)
nodig als de jongeren om hun lichaams
weefsels zoveel mogelijk op peil te hou
den. Wat zij eten, moet dan ook rijk
aan deze stoffen zijn.
Met het oog daarop komen voor de
voeding van bejaarden in de eerste
plaats in aanmerking: melk (ook kar
nemelk en yoghurt) en wat daarvan al
zo bereid kan worden; verder kaas,
eieren, groenten, vruchten en vlees of
vis of peulvruchten,
Een tweede cis is, dat de maaltijden
voor bejaarden niet teveel van de spijs
verteringsorganen mogen virgen. Dat
wil nog niet zeggen, dat men leder
ouder wordende man of vrouw louter
zachte kostjes moet voorzetten een
dergelijke voeding zou ook licht te een
zijdig worden. Wie gewend is aan bij
voorbeeld grof arood en rauwe groen
te, zal zich daarbij misschien tot op ho
ge leeftijd wèl bij bevinden.
Een overvloed van specerijen, zout,
sterke koffie, enz., kan daarentegen
zeer schadelijk werken.
PROTE hoeveelheden koolhydraten
(meel- en suikerstoffen) en vetten
in het menu blijken een ongunstige uit
werking op de gezondheid van bejaar
den te hebben. Het is voor hen dus
zaak om niet te veel brod, aardappelen,
suiker, snoepjes, koekjes, zoete brood
beleggingen en dergelijke te gebruiken
en de spijzen niet te vet te maken. Vet
te gerechten zijn trouwens ook zwaar
der verteerbaar.
Melk, nodig voor jong èn oud, bevat
behalve eiwit van hoge kwaliteit onder
meer ook de voor ouderen zo belang
rijke kalkzouten. Een halve liter melk
per dag en per ersoon is zeker niet te
veel. -
Ofschoon dus over de ideale voeding
voor bejaarden nog geen zekerheid be
staat, kan men aan de behoeften der
ouderen toch al een goed eind tege
moetkomen met al het hier genoemde
rekening te houden. Op die manier kun
nen de moeilijkheden van de oude dag
zeker al voor een deel worden ver
licht!
de hieraan verbonden deviezen-belan
gen blijk gaf van belangstelling voor
de binnenlandse vismeelproductie en
de hieraan verbonden levering van
grondstoffen, terwijl bovendien de bij
de vismeelbereiding verkregen haring
olie een behoorlijk prijsniveau behield,
kon door de vismeelfabrieken 'n naar
omstandigheden redelijke, hoewel de
kostprijs niet benaderende, prijs voor de
grondstof worden betaald. Het haring
seizoen kan dan ook in het algemeen
als geslaagd worden beschouwd. Dit
haringseizoen is bovendien verlengd,
doordat enige schepen dit jaar na be
ëindiging der haringvangst op de
Noordzee overgegaan zijn tot uitoefe
ning der haringvisserij in het Kanaal,
een voorbeeld, dat wellicht in volgen
de jaren op ruimere schaal navolging
zal vinden en voor de toekomst van
belang kan zijn.
Export teleurstellend
Teleurstellend was zeer zeker de ha
ringexport, waarvan die naar Tsjecho-
Slowakije een verdere aanzienlijke da
ling toont, terwijl het contingent voor
West-Duitsland wederom te laat af
kwam om voor het trawlerseizoen nog
van betekenis te zijn.
De ingebruikstelling van de rondvis-
fileermachine bij de door samenwer
king van reders en groothandel?r»n
tot stand gekomen N.V. Rehaco nad
plaats in bijzijn van vele genodigden;
door het gebrke aan rondvis heeft de
machine in het eerste jaar niet volle
dig zijn nut kunnen bewijzen; het ma
chinepark van deze N.V. werd verder
uitgebreid met enige machines voor
het fileren van haring en makreel, uie
daarna in zodanige toestand aan de ro
kerijen kan worden afgeleverd, dat de
consument slechts een velletje op zijn
bord overhoudt; dit product zal onge
twijfeld de belangstelling van net pu
bliek winnen.
Steen des aanstoots
Voor de havenarbeiders van het vis
serijbedrijf kwam op grond van een
Beschikking van het College van
Rijksbemiddelaars met ingang van 14
Mei 1951 een geheel gewijzigde loon
regeling tot stand, op grond waarvan,
het loon niet meer een percentage der
besomming uitmaakt, doch wordt Be
paald op grond van de hoeveelheid ge
loste vis. De financiële uitkomsten
dezer regeling zijn voor de werkne
mers zeker niet onbevredigend. Voor
de werkgever is met de nieuwe loon
regeling de steen des aanstoots van de
zoodvisverstrekking in de vishallen
weggenomen. Uitgezien dient t> wor
den naar middelen tot verbetering van
de wijze van lossing, waarbij nog te
weinig van moderne hulpmiddelen
wordt gebruik gemaakt.
De arbeidsvoorwaarden van de vis
sers ondervonden geen belangrijke wij
zigingen. Een kortdurende staking der
trawleropvarenden had in September
plaats na een arbitrale uitspraak inza
ke een op zich zelf weinig belangrijk
geschilpunt, welke uitspraak niet de
goedkeuring van een bepaalde werk
nemersorganisatie kon wegdragen.
De zeer grote haringvangsten van
einde September veroorzaakten een
hiervoor reeds aangestipte opeenho
ping van schepen in de haven, waar
voor enige noodmaatregelen moesten
worden getroffen, die wederom niet de
instemming van dezelfde 'zijde konden
verkrijgen, tengevolge waarvan de
meeste trawlers enkele weken Kwa
men stil te liggen.
Hoge bedrijfskosten
Vergeleken met voorgaande jaren
vertoonden de besommingen per zee
dag een stijgende tendgnz, terwijl ook
de vangsten in het algemeen enige
verbetering tonen. Echter tonen ook
de bedrijfskosten eenzelfde tendenz; da
prijzen van vele der benodigde mate
rialen zijn tot ongekende hoogte ge
stegen. Hoezeer het ook nu het berhfif
moeilijk valt het hoofd boven water te
houden blijkt wel uit het feit, dat een
rederij het gehele jaar niet aan het
bedrijf deelnam en twee goede schpen
gschikt voor IJslandvisserij, heeft op
gelegd.
Aanvoer en opbrengst
De aanvoer aan de Rijksvisafslag be
droeg vorig jaar ongeveer 70 millioen
kg., waarvan 29 millioen verse haring,
tegen resp. 59 millioen kg. en 82 mil
lioen in 1950. De opbrengst tegen vorig
jaar tot f 28 millioen, tegen f 22.114.077
in 1950.
KERKELIJK NIEUWS
NED. HERVORMDE KERK
Beroepen te Genemuiden: A. den
Hartog te Scherpenzeel (Gld.); te Hui
zen (N.-H.): H. G. Abma te Delfshaven;
te Reeuwijk: C. van den Berg, candidaat
te Hilversum; te Waverveen: drs. J.
Kerekes, hulpprediker te Zaandam.
Bedankt voor Lagevuursche (toezeg
ging): D. J. v. d. Graaf te Leerbroek.
GEREFORMEERDE GEM.
Beroepen te Dordrecht: W. Hage,
candidaat te 's-Gravenhager
EXAMENS
Aan de Theologische Hogeschool der
Gereformeerde Kerken onderhoudende
artikel 31 K.O. te Kampen is cum laude
geslaagd voor het doctoraal examen ds.
D. Deddens te Wetsinge-Sauwerd. Dit
is het eerste doctoraal examen aan
deze hogeschool.
Aan de Theologische Hogeschool der
Gereformeerde Kerken te Kampen zijn
geslaagd voor het prop.-examen de he
ren W. R. Barkema te Noorderhoge-
brug (Gr.), G. W. J. van Bleek te Slie-
drecht, F. de Jong te Marum (Gr) en H.
Steendam te Middelstum (Gr.), en H.
Steenhuis te Huis ter Heide (Utrecht).
ZEEPOST VOOR OOST EN WEST
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet
zijn bezorgd, staan tussen haakjes, ach
ter de naam van het schip vermeld.
Indonesië en Nieuw Guinea m.s.
Oranje (30 Juni).
Nederlandse Antillen m.s. Willemstad
(8 Juli).
Suriname s.s. Cottica (9 Juli).
Canada s.s. Zuiderkruis (30 Juni):
m.s .Westerdam (3 Juli).
Unie van Zuid-Afrika en Zuid-West
Afrika m.s. Capetown Castle (30 Juni).
Argentinië, Uruguay, Bolivia, Brazi
lië, Chili en Paraguay m.s. Brasil Star
(30 Juni).
Australië via Engeland (28 Juni).