Place de la Concorde in Parijs DE VERGETEN PARTIJ Onder de steeds kaler of grijzer wordende kruin schuilt het kind in de man AMSTERDAMS PODIUM Trots „hart" van de Republiek Verstand en wijsheid Roddelpraat In het uiterste geval is er nog de zuig speen: de sigaret Olympisch vuur voor Helsinki HET FRAAISTE PLEIN TER WERELD W" voor de eerste Bij de bevrijding plaats van felle gevechten Rebellie tegen het collectivisme Elke man „grote" blijft jongen een De man DIE ZATERDAGAVOND (Van onze Parijse correspondent) keer bij avond op de Place de la Concorde in Parijs komt waant zich verplaatst in een soort sprookjesomgeving. Honderden onzicht bare schijnwerpers verlichten de fraaie beelden, die rondom het plein zijn ge plaatst. Ze verlichten de Egyptische naald, die in het midden staat en de sierlijk spuitende fonteinen aan weerszijden van dit monument. Staat men voor die naald dan kijkt men dwars over de bijna twee kilometers lange Champs Elysées en men ziet de ook al weer door schijnwerpers besehenen Are de Triomphe lig gen. Aan de overkant van de Seine blinkt het matte goud van de reusachtige koepel boven Napoleons graf. Men kan de Fransen werkelijk niet van chauvi nisme betichten, wanneer zjj vinden dat de Place de la Concorde het mooiste plein ter wereld is. f)P een goede dag wilden de schepenen van de stad Parijs hun geliefde ko ning. Lodewijk de Vijftiende, een mooi en waardig cadeau aanbieden. Zij meen den niet verstandiger te kunnen doen dan een standbeeld van hem te laten maken; dit beeld zou dan op een nog aan te leggen plein geplaatst worden. Men ging eerst naar een geschikt ter rein zoeken. Tussen de Champs Elysées (de avenue was toen niet veel meei dan een laantje in het bos) en de Tuile- rieën vond men een stuk land, dat dooi UET zal weinig tegenspraak ontmoe- 1 ten, zo men zegt dat er bij de mo derne mens een grote afstand bestaat tussen zijn verstand en zijn w ij s- h e i d. Met zijn steeds meer gescherpt intel lect drong de mens van de twintigste eeuw zó ver door in de geheimen van het universum, dat daarbij vergeleken de fantasiewereld van Jules Verne een verbleekte, ouderwetse plaat wordt. De dag komt, dat de moderne weten- schapsmens (dan misschien permanent onder bewaking in onderaardse labo ratoria) aan een glas water evenveel energie kan ontlokken als hij thans puurt uit tienduizend ton steenkool. U haalt de schouders op? Wacht er even mee! Het was de natuurkundige advi seur van Winston Churchill, die deze markante woorden sprak in een zo se lect gezelschap als het Engelse Hoger huis, luttele dagen geleden. De beheersing van de atoomkracht opent zulke wijde perspectieven voor de komende generaties, dat ons den ken ze nog maar nauwelijks kan om vatten. Aan verstand, aan vernuft, aan in tellect ontbreekt het de mens van deze eeuw stellig niet. Integendeel; nimmer vierde de activiteit van de menselijke hersens groter triomfen, nimmer be reikte zijn intellectueel vermogen zulk een hoog niveau. En het is niet voor tegenspraak vatbaar, dat voor een aan zienlijk deel van de aardbewoners al deze verstandelijke vooruitgang tot gevolg heeft, dat hun levensomstandig heden steeds aangenamer worden. Het comfort van de Westeuropese arpelder van 1952 is onnoemelijk veel groter dan dat van de graven van Holland en van de hertogen van Bourgondië hoe pralend ook de weelde moge zijn ge weest, waarmede zij zich omgaven. Steeds groter is het percentage van de mensheid, dat deel krijgt aan de resultaten van de beschaving (die men overigens vooral niet verwarren moet met de cultuur), steeds ruimer wordt de kring onzer tijdgenoten, tot wie de kennis in haar velerlei vormen wordt gebracht. En toch is er geen reden om een loflied te zingen op de triomf van het menselijke denken. Want de w ij s- h e i d is bij de ontwikkeling van het verstand verre ten achter gebleven. Zij staat te verkommeren in de kou van het menselijk egoïsme. En dat is de eigenlijke crisis in de samenleving van alle kringen, van alle groepen, van alle naties. De vandalisering van onze cultuur is er slechts het uiterlijke kenteken van, maar welk een bloedrood signaal in de nacht der tijden tevens! De afstand tussen verstand en wijs heid wordt langzamerhand zo groot, dat er allengs voldoende ruimte is ontstaan voor algehele degeneratie. De mens stelt zijn verstand niet onder de controle van een nobele wijsheid; daarom zullen de resultaten van zijn intellect zich straks als in gang gezette en niet meer te stuiten robots tegen de mens zelf keren. Dit is de ziekte, die vreet aan ons geluk. De diagnose is vrij simpel: In diepste wezen lijdt onze wereld alleen maar aan harteloosheid. Gescherpte hersens mogen glanzend intellect produceren (en er is niets tegen!) maar het hart, die oude „Bijbelse" zetel van het gevoel, produceert nog altijd een ding van hoger orde: de wijsheid. „Uit het hart zijn de uitgangen des levens Het hart is méér dan het ver nuft, de ziel is van hoger orde dan de techniek. Een samenleving, die het staal hoger noteert dan het gevoel en die uraniumerts liever heeft dan de reinheid van een zuiver hart, is deca dent en corrupt tot in haar kleinste cellen. In zulk een wereld maakt de eerlijke vreugde van een gezond mens plaats voor de sinistere rauwheid van de vermaterialiseerde cynicus. „Als de mensen zoveei van hun bu ren hielden als van hun hond, dan zag de wereld er heel anders uit De mens is knap. Bijna ontstellend knap. Maar hij heeft het geheim verloren van een wijsheid, die opbloeit uit ge loof, hoop en liefde. een handelaar in marmer als opslag plaats gebruikt werd. Het terrein werd gekocht en zes architecten kregen op dracht om het mooiste plein te ont werpen, dat men zich maar kon voor stellen. Bouwmeester Gabriel wón het. Twintig jaar lang was men bezig om zijn 84000 vierkante meters grote plein te bebouwen. Toen het gereed was, kreeg het de naam Place Louis XV. In 1770 werd hier ter ere van het huwelijk van de toekomstige Lodewijk XVI met Ma rie Antoinette een feestelijk vuurwerk afgestoken. Op een gegeven moment ontstond er een paniek bij het samen gestroomde publiek. Honderd drie en dertig personen werden onder de voet gelopen en gedood. DE REVOLUTIE 14 Juli 1789 bestormt het volk van Parijs de Bastille. Drie jaar later haalt men Lodewijk de Vijftiende van zijn voetstuk en het plein, dat zijn naam droeg wordt La Place de la Révolution. Op de plaats van het standbeeld wordt de sinistere guillotine opgericht. Op 21 Januari 1793 's morgens om half elf wordt Lodewijk de Zestiende, de goed menende zwakkeling, die door zijn zwakheid zoveel ellende over zijn volk had gebracht, naar het Plein van de Revolutie gevoerd. Langzaam en waar dig loopt hij de treden van het schavot op. De tamboers roffelen hun trommels en heel Parijs is uitgelopen. „Volk, ik sterf onschuldig. Dat mijn bloed het ge luk van de Fransen zal mogen verste vigen", riep Lodewijk de Zestiende uit. Even later toont de beul, Samson, het hoofd van de koning aan de duizenden toeschouwers. Zo werden er in korte tijd niet minder dan 1343 personen ont hoofd, onder wie Marie Antoinette (die veel meer gehaat was dan haar man en die door haar lichtzinnigheid de revo lutie heeft aangewakkerd), Danton en Robespierre. Daarna moest het plein natuurlijk van al dat bloed worden schoongewas sen, letterlijk en figuurlijk. Figuurlijk deed men dat door het de Place de la Concorde, het plein van de Eendracht te gaan noemen. Op de plaats waar de guilotine gestaan had, moest ook weer een standbeeld komen. Maar aangezien beelden van koningen te veel aan poli tieke verandering gebonden zijn be sloot de wijze Louis Philippe er de Obélisque, oftewel de Egyptische naald neer te zetten Dit drieduizend-jarige monument was een cadeau van een Egyptische koning aan Frankrijk. Het ding weegt 150.000 kilo en is 24 meter hoog. De overtocht van Egypte naar Parijs heeft maanden geduurd. Het moeilijkste van alleê bleek te zijn om het zware gevaarte op de Place de la Con corde overeind te krijgen. Toen dit een maal gelukt was is men zo trots ge worden, dat men in het voetstuk, waar op de naald rust, precies heeft gebeiteld hoe men dit stenen gevaarte overeind heeft gekregen. Tussen de twee laatste oorlogen had den de felste relletjes hier plaats. Bij de bevrijding werd er hardnekkig ge vochten, maar nadat generaal De Gaulle hier in 1944 op de meest fantastische manier uit heel de geschiedenis is toe gejuicht, heeft de Obélisque geen scho ten meer gehoord. De rust is terugge keerd en jaarlijks komen er nu twee millioen opgetogen buitenlanders kijken naar de feestverlichting en de spuiten de fonteinen op de Place de la Con corde. Onze foto geeft een goed beeld van het indrukwekkende plein met de obelisk en de beelden op een wel heel rustig uur van de dag. (Advertentie, Ing. Med.) OP HET MATJE ALS liefde verkeert in haat, dan is ze erger dan de derdedaagse koorts. Ik weet niet wat de derdedaagse koorts was, maar onze voorouders moeten er bar mee gesukkeld hebben. Anders hadden ze niet de spreuk ge sproken, die ik hierboven citeerde. Welke haat is giftiger dan die, welke haar voedsel zuigt uit de verbittering om versmade liefdeZij is alsem en salpeterzuur, ja edik en gal.' Pieternella W., bolronde en rijkbe- sproete dochter van het platteland, had zéér lelijke woorden gezeid over haar dorpsgenote Willy van Z., die zich door middel van vaste verkering voorbereidde op een huwelijk met Gerrit. Nu geviel het, dat Gerrit éérst zijn hart en hand had toegezegd aan Pieternella), maar deze offerte, die zijnerzijds als vrijblijvend was be schouwd, had hij later ingetrokken. Hij had meer perspectief gezien in Willy en die had ja gezegd. Maar toen die Pieternella! De ge wonde tijgerin Ze heb van dirèct-af roddelpraat rondgezaaid, zei Willy, die als kla gende partij voor de balie trad. En nou trokke we ons daar niks van anallemaal kiftmaar toen kwam de dominee vragen of 't wadr was, dat Gerrit en ik moeste gaan trouwe. Nou, we wiste d'r zelf niks vanmaar zij had 't verteld ever 't hele dorpzélf hoor je zoiets het laatstevijf mense hebben 't uit d'r mond gehoord. De rechter wou 'n beetje zekerheid. Hij vroeg: is u inmiddels getrouwd? Niks d'rvan, zei Willy resoluut. We trouwen over twee jaar,, als we 'n huis krijge. Maar zij zei da'k in verwachting was't is schande.... en ze heeft nog veel meer gezegd. Wel: dat hoorden we uit de mond van twee getuigen die er geen blad voor namen! Met het oog op de gene rale preventie en uit diepe zorg voor de geestelijke hygiëne van de opge schoten jeugd zal ik zwijgen. Laat ik slechts aanstippen, dat Pieternella een ooggetuigeverslag had geleverd met Gerrit en Willy als laat ik zeg gen.... nee, laat ik niets zeggen. De verdachte sprak: De mense ver- draaie je woorde, je mag je mond nie'meer ope doen. Had 'm dicht, gelaten!, sneerde de rechter en de officier voegde er een paar duidelijkheden aan toe, die geen vertaling van node hadden. Veertig gulden voor de Staatskas. Eigenlijk had men het geld aan Willy moeten geven, bij wijze van praema- tuur huwelijkscadeau. Nu er tóch over praematuur gesproken was KAREL IEMAND, zich een vriend van ons noemende, had ons een vrjjkaartje in de hand gestopt voor een concert, te geven door een beroemde zangeres in de Kleine Zaal. Wij meenden in onze argeloosheid veel beroemde Franse zangeres sen te kennen, maar deze naam zei ons niets. Desondanks togen wij naar de Van Baerlestraat. Ten slotte is het Holland Festival aan de gang en heeft men zo z'n culturele verplichtingen. We hebben het tot de pauze moedig doorstaan. De dame zong haar liederen: Franse en Afghaanse, Hongaarse en Oekraïnse. Het deed ons niets, ofschoon wij het gezongen lied zeer beminnen. Er waren niet veel mensen. Die er waren luisterden aandachtig of deden alsof. Dat waren, leek me, lang niet de eerste de besten. Ze zagen er stuk voor stuk uit, deze dames en heren, dat ze tot het neusje van de muzikale Amsterdamse zalm behoorden. Ze hadden, om het eens ronduit te zeggen, heel de muziek-cultuur in hun zak. Ik stak (en dat stak) tussen dat brillante gezelschap maar pover af. QPNIEUW deed ik een vertwijfelde poging om ook een redelijk stadium van kunstgenot te krijgen bij het luis teren naar een Bretonse liefdes-elegie. EdochLiet snerpte wreed door de zaal en het deed mij herinneren aan lijn 5, in de bocht op het Rembrandts- plein (bij de Bank). Dat nam niet weg, dat de meneer naast me, met het Gari baldi-baardje en het stijve, witte front- je, tegen de hem begeleidende dame fluisterde (maar toch zó, dat ook ik het wel moest horen, u kent dat fluisteren, nietwaar„Absolute muziek, Sjaantje, absolute!" Op dat moment wist ik opnieuw verdoold te zijn in de spelonken van het Amsterdamse snob- bendom. Rondom mij zat men collectief te huichelen en artistiek te veinzen. In de pauze blies ik energiek de af tocht. Ik keek op m'n horloge en merk te dat ik ik nog een half uur over had. eer de trein naar m'n woonplaats ging. In een burgermans loopzaak aan het Damrak zette ik mij mistroostig achter een kleintje koffie. Er speelde een strijkje van drie man. Ze hadden ken nelijk niets uitstaande met ons' Festi val: hun zwarte jasjes pasten slecht en hingen maar slonzig rondom hun leden; en ze speelden Tosselli, Tosti en de rest van de serenademakers wèl sentimen teel, maar niet overtuigend. Desondanks waren deze drie muzikanten, die over dag waarschijnlijk iets te maken had den met een ziekenfonds, een strijkerij en de bezorging van een dames-mode blad, mij op de een of andere manier dierbaar: vanwege hun ontwapende eerlijkheid, waarmee ze muziek tracht ten te forceren. Die eerlijkheid bleek ook uit de onverholen argwaan, waar mee ze omkeken, toen een paar oudere dames plotseling in applaus uitbarstten, toen ze de cavatine van Raff moeizaam tot een eind gebracht hadden. Ze wa ren niet verwend met applaus, dat zag je zó. Maar ze waren dan ook niet aan gekondigd als zijnde beroemd. Het was, al met .al, een verdrietige en verloren avond. En mistroostig naar het CS wandelend, overdacht ik hoe zeer zo'n Amsterdamse mensheid dag en dag toch maar bedrogen wordt en zichzelf steeds opnieuw bedriegt. Welk een wereld van comedie en huichelarij is ,in wezen, zo'n stad! Wil men een (Van een ervaren correspondente) DIJ de opening van de laatste Londense aquarium-tentoonstelling gaf een zekere Mrs Katterns alle door echtelijke zorgen geplaagde vrouwen de vol gende raad: „Dames, laat u thuis een paar vissen in een kom rondzwemmen en u zult uw man nauwelijks herkennen. Wij hebben b.v. 20.000 vissen thuis en ons huwelijk is het gelukkigste op de wereld!" Daarmee sprak Mrs Katterns een grote waarheid uit: ze herinnerde de vrouwen eraan het kind in de man niet te vergeten. Het kind in de man, dat soms op de ongelooflijkste ideeën komt, dat even onberekenbaar is als een baby en vaak even hard schreeuwt evenveel behoefte heeft aan liefde als een slaperig jochie, even stuurs is als een beledigd meisje, even snoeplustig alsNu, op dit kind in de man willen we hier een loflied zingen. Want, waar zou er zoveel te vinden zijn, dat waard is geloofd en geliefd te worden als bij een man! Het kind in de man wil spelen! Deze natuurlijke drang moet het eerst be vredigd worden. Iedere man is in de grond van zijn hart een grote jongen gebleven, die zich doodverveelt, als hij zich niet met iets bezig kan hou den. Al naar gelang van hun tempera ment spelen sommigen voetbal of ten nis, bridge of het verwende kind, dat hangt er helemaal van af. Anderen hebben meer liefhebberij in mooie schilderijen en goede boeken, in waar devolle postzegels en jachtgeweren, in auto's en knappe meisjes. Het laatste is het gevaarlijkste, wat de echtelijke vrede betreft. Een verstandige vrouw zal het dan ook zo weten in te richten, dat de speeldrang van haar geliefde echtgenoot binnen de vier eigen muren bevredigd kan worden. Of zij daarbij, zoals Nietzsche wenste, zijn „gevaar lijkste speelgoed" blijft, dan wel een goede kameraad, die hem zijn streken vergeeft, of een tedere moeder, die ovr ziin spelen waakt dat hangt he lemaal van het temperament van het kind in de man af. Als niets meer helpt, is er altijd, net als bij iedere ba by, nog een betrouwbaar middel: de zuigspeen, de sigaret! Voor het overige doet het beslist geen kwaad, als een man in zijn beroep hard moet werken, het kind in !hem wordt daardoor even eens rechtschapen moe en bereidt de bezorgde levensgezellin lang Niet zo veel kommer en zorgen. Verwend worden. Het kind in de man wil verwend worden! Uit de dagen, dat hij nog een zuigeling was, sluimeren er in zijn gemoed nog herinneringen, die vaak bij de kleinste kleinigheid in schreeu- hel kind, dal snoepl, speelt, verwend en bewonderd wil worden wen uitbarsten, als hem deze verwen ning onthouden wordt. Hoe weerbarsti ger een man zich vaak naar buiten voordoet, des te heftiger is zijn gehei me behoefte aan tederheid. Maar pas op voor overdrijving! Iedere moeder weet, hoe moeilijk nen kleine kinderen weer iets kan afwennen, dat men eens in een zwak uur grootmoedig toege geven heeft. Zo is het ook met bet kind in de man. Men moet zijn be hoefte aan verwenning binnen de per ken houden, voor het bestwil van bei de echtgenoten. Dit effect wordt het beste bereikt door het kind in de man de zozeer begeerde verwenning zelf te laten verdienen. Dit moet natuurlijk ge heel onmerkbaar gebeuren maar daar hoeft men onder verstandige vrou wen niet eens over te spreken. Bewonderd. Het kind in de man wil bewonderd worden! O kijk eens, hoe het straalt, hoe het opbloeit en tot alles .bereid is, zodra eerst maar weer eens deze nei ging in het diepst van zijn hart bevre diging heeft gevonden. Steeds weer moet het de verzekering horen, dat he.t mammie's eerste, enige, liefste, hoogste, beste, heerlijkste bezit is. Om 's hemels wil geen critische opmerking, geen afkeurende blik, geen spottend lachje om de mond! Er is niets, wat het kind in de man meer kan kwetsen. Het gaat hier niet om gelijk of onge lijk; het gaat hier om het principiële inzicht, dat de wijste toegeeft. Want aangezien deze behoefte aan bewonde ring nu eenmaal alle mannen aangebo ren is, worden ze er met onweerstaan baar geweld toe gedwongen, dit geluk in het bewonderende oplichten van vreemde ogen te zoeken, zodra de ogen van de hun vertrouwde mensen deze schone illusie niet meer weer spiegelen. Slechts een man, die .bewon derd wordt, kan scheppend liefhebben. De bewondering maakt een held van hem, een volmaakte cavalier, een ideale echtgenoot kortom, een man, zoals een vrouw hem wenst, die eeuwig bemind wil worden. Snoepen. Het kind in de man wil snoepen! Het wil de prikkel van het avontuur ook op zijn verhemelte proeven. Het is het oeroude gezegde, dat de liefde van de man door de maag gaat; maar om daar in liefde omgezet te worden, moeten eerste alle zinnen geprikkeld worden: smaak, gehoor, reuk, gezicht, gevoel allen willen snoepen! En dit niet alleen officieel, of slechts op het gebied van het geoorloofde. Neen, dat onderscheidt nu juist het snoepen van het nog zo lekker klaargemaakte me nu: Gesnoept wordt stiekum, stilletjes en liefst altijd iets, wat eigenlijk niet mag. Dat is het hoogtepunt van het snoepen. Het is net als met een kwa jongen, die uit de tuin van de buur man de zoete kersen gapt, 's nachts, met kloppend hart, als niemand het ziet. De verstandige vrouw mag dus niet alleen de vertrouwde vriendin van haar man zijn maar ze moet er gens ook nog zo'n vreemde kerseboom blijven, die iedere lente kostelijk bloeit en geurt. Dat is geen kwestie van leeftijd. Het is bekend, dat de oud ste bomen vaak de zoetste vruchten dragen. Maar, zoals gezegd, de boom moet in de tuin van de buurman staan. Het kind in de man ach, wat zou daar nog allemaal aan lofwaardigs over te zeggen zijn. Want al het an dere, niet waar, is toch maar boze schijn in de ogen der vrouwen, die soms helemaal vergeten, dat achter de stoppelige kin en onder de zich on miskenbaar uitbreidende kale kruin een klein en soms volkomen hulpeloos kind eigenlijk alleen maar naar een beetje liefde en tederheid en bewon dering en naar een mooi stuk speel goed verlangt! ontstellend, onthullend beeld zien van mensen wier leven in vakken geperst is, bezoek dan Amsterdam. Kijk door de ruiten der café's en zie de verveelde gezichten van diegenen, die zich in bochten wringen om plezier te zoeken en het desondanks niet vinden. Zie de mensen in kantoren, naast elkaar zit tend aan eenvormige chroomstalen bureaux, als eenvormige renpaarden in eenvormige boxen. Zie ze in de bios copen naast elkaar geplakt, in keurig afgepaste rijen van twintig. Collectie achter collectie, collectief de wekelijkse portie illusie opslurpend. Zie de armen van geest zich verdringen in de patates- frites-zaakjes en de rijken van geest (of wat daar voor door pleegt te gaan) met stierlijk verveelde gezichten tijdens een waardeloos concert in de Kleine Zaal .Zo worden we voor de gek ge houden, zo houden we elkaar voor de gek, en zo houden we ons zelf voor de gek. Het laatste is het ergste. Ik heb eens iets aardigs gelezen in een boek van Sinclair Lewis. Het ging over twee Amerikaanse bankdirecteu ren, wat men noemt „big bosses". Ze hadden in lange tijd geen vacantie ge had en eindelijk ontsnapten ze aan hun zogenaamde dagelijkse plichten. Ze leefden in een eenvoudig, tweepersoons tentje, ergens in een afgelegen deel van het land, ver buiten de koers van de touristenstroom. En weet u wat 's avonds hun grootste genoegen was? Niet het berekenen van koerswinsten, niet het afwegen van de kansen in een nieuwe speculatie, maar het naar elkaar toesmijten van grote kluiten boter. En elkaar pesten met allerlei gekke, idiote spelletjes. Ze waren weer jong en ze waren gelukkig. Met zoiets stoms als boterkluiten. En ze ontdekten dat ze het beste deel van hun leven lelijk kwijt waren: hun vrijheid. Ik geloof vrienden, dat we te veel en te lang onze witte boordjes dragen. Zeker in de grote stad en zeer beslist hier, in Amsterdam. Er is niet zo bijs ter veel natuurlijks meer in ons over gebleven, sinds we daar verkozen in vakken te gaan leven in plaats van op een vrije plaats in de vrije natuur. Ge zult tegenwerpen dat dit in deze maat schappij ook niet meer mogelijk is. In dien dit zo is, wordt het dan geen tijd voor een forse rebellie tegen een wereld die zich tussen ons en ons geluk ge plaatst heeft? Een wereld, die altijd nog te schoon is voor kettingen en boeien ,voor boxen en voor vakken? De gedachte aan deze mogelijkheid ging wild te keer, toen ik, vlak voor het station, voorbij de borden schreed, waarop nog stond wie men het beste kiezen kon. Die stonden er als ernstige en niet mis te verstane tekenen aan de wand en ik huiverde bij het voorbij gaan .Maar in de hal van het CS bleef ik staan. Het was het gelukzalige en zeldzame moment, waarop de Inspiratie over een mens waardig wordt. Ineens zag ik duidelijk en klaar de oplossing van het probleem voor me: een nieuwe partij !„Partij voor de Oudste Rechten van de Mens". De allereerste rechten, die alle andere partijen, in de veelheid hunner beloften, vergaten. De Partij, strijdend voor: minder boxen, minder flatgebouwen, minder kantoren, minder asfalt, minder vakken, minder cellen en minder snobisme. De Partij, strijdend tégen: controleurs, politie-agenten, sup poosten, prikkeldraad, schuttingen en bordjes, „Verboden toegang". En voor al: de Partij voor het inrichten van na tionale tentenkampen, waarin men elkaar straffeloos met boter San smij ten en met alle mogelijke smijtbaarhe- den die men zich maar kan voorstellen. Ik geloof, dat dit de oplossing is. Welnu, onze leuze is op mars en niets kan haar tegenhouden. Tot over vier jaar ,op de barricaden, vrienden! Zendt tegen die tijd uw adhaesiebetuiging maar op naar Anthony van Kampen. ANTHONY VAN KAMPEN Drieduizend jaar geleden werden de eerste Olympische Spelen gehouden te Olympia in Griekenland. Ter gelegenheid van de Olympische Spelen 1952 te Helsinki werd te Olympia de Olympische fakkel onlstokenf die: in estafette naar Finland wordt gebracht

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 5