Place de la Concorde in Parijs
DE VERGETEN PARTIJ
Onder de steeds kaler of grijzer wordende
kruin schuilt het kind in de man
AMSTERDAMS PODIUM
Trots „hart" van de Republiek
Verstand en
wijsheid
Roddelpraat
In het uiterste geval is er nog de
zuig speen: de sigaret
Olympisch vuur voor Helsinki
HET FRAAISTE PLEIN TER WERELD
W" voor de eerste
Bij de bevrijding plaats
van felle gevechten
Rebellie tegen het
collectivisme
Elke man
„grote"
blijft
jongen
een
De
man
DIE ZATERDAGAVOND
(Van onze Parijse correspondent)
keer bij avond op de Place de la Concorde in Parijs komt
waant zich verplaatst in een soort sprookjesomgeving. Honderden onzicht
bare schijnwerpers verlichten de fraaie beelden, die rondom het plein zijn ge
plaatst. Ze verlichten de Egyptische naald, die in het midden staat en de sierlijk
spuitende fonteinen aan weerszijden van dit monument. Staat men voor die
naald dan kijkt men dwars over de bijna twee kilometers lange Champs Elysées
en men ziet de ook al weer door schijnwerpers besehenen Are de Triomphe lig
gen. Aan de overkant van de Seine blinkt het matte goud van de reusachtige
koepel boven Napoleons graf. Men kan de Fransen werkelijk niet van chauvi
nisme betichten, wanneer zjj vinden dat de Place de la Concorde het mooiste
plein ter wereld is.
f)P een goede dag wilden de schepenen
van de stad Parijs hun geliefde ko
ning. Lodewijk de Vijftiende, een mooi
en waardig cadeau aanbieden. Zij meen
den niet verstandiger te kunnen doen
dan een standbeeld van hem te laten
maken; dit beeld zou dan op een nog
aan te leggen plein geplaatst worden.
Men ging eerst naar een geschikt ter
rein zoeken. Tussen de Champs Elysées
(de avenue was toen niet veel meei
dan een laantje in het bos) en de Tuile-
rieën vond men een stuk land, dat dooi
UET zal weinig tegenspraak ontmoe-
1 ten, zo men zegt dat er bij de mo
derne mens een grote afstand bestaat
tussen zijn verstand en zijn w ij s-
h e i d.
Met zijn steeds meer gescherpt intel
lect drong de mens van de twintigste
eeuw zó ver door in de geheimen van
het universum, dat daarbij vergeleken
de fantasiewereld van Jules Verne een
verbleekte, ouderwetse plaat wordt. De
dag komt, dat de moderne weten-
schapsmens (dan misschien permanent
onder bewaking in onderaardse labo
ratoria) aan een glas water evenveel
energie kan ontlokken als hij thans
puurt uit tienduizend ton steenkool. U
haalt de schouders op? Wacht er even
mee! Het was de natuurkundige advi
seur van Winston Churchill, die deze
markante woorden sprak in een zo se
lect gezelschap als het Engelse Hoger
huis, luttele dagen geleden.
De beheersing van de atoomkracht
opent zulke wijde perspectieven voor
de komende generaties, dat ons den
ken ze nog maar nauwelijks kan om
vatten.
Aan verstand, aan vernuft, aan in
tellect ontbreekt het de mens van deze
eeuw stellig niet. Integendeel; nimmer
vierde de activiteit van de menselijke
hersens groter triomfen, nimmer be
reikte zijn intellectueel vermogen zulk
een hoog niveau. En het is niet voor
tegenspraak vatbaar, dat voor een aan
zienlijk deel van de aardbewoners al
deze verstandelijke vooruitgang tot
gevolg heeft, dat hun levensomstandig
heden steeds aangenamer worden. Het
comfort van de Westeuropese arpelder
van 1952 is onnoemelijk veel groter
dan dat van de graven van Holland en
van de hertogen van Bourgondië hoe
pralend ook de weelde moge zijn ge
weest, waarmede zij zich omgaven.
Steeds groter is het percentage van
de mensheid, dat deel krijgt aan de
resultaten van de beschaving (die men
overigens vooral niet verwarren moet
met de cultuur), steeds ruimer wordt
de kring onzer tijdgenoten, tot wie de
kennis in haar velerlei vormen wordt
gebracht.
En toch is er geen reden om een
loflied te zingen op de triomf van het
menselijke denken. Want de w ij s-
h e i d is bij de ontwikkeling van het
verstand verre ten achter gebleven. Zij
staat te verkommeren in de kou van
het menselijk egoïsme. En dat is de
eigenlijke crisis in de samenleving van
alle kringen, van alle groepen, van
alle naties.
De vandalisering van onze cultuur is
er slechts het uiterlijke kenteken van,
maar welk een bloedrood signaal in de
nacht der tijden tevens!
De afstand tussen verstand en wijs
heid wordt langzamerhand zo groot,
dat er allengs voldoende ruimte is
ontstaan voor algehele degeneratie. De
mens stelt zijn verstand niet onder de
controle van een nobele wijsheid;
daarom zullen de resultaten van zijn
intellect zich straks als in gang
gezette en niet meer te stuiten robots
tegen de mens zelf keren. Dit is de
ziekte, die vreet aan ons geluk.
De diagnose is vrij simpel: In diepste
wezen lijdt onze wereld alleen maar
aan harteloosheid. Gescherpte hersens
mogen glanzend intellect produceren
(en er is niets tegen!) maar het
hart, die oude „Bijbelse" zetel van
het gevoel, produceert nog altijd een
ding van hoger orde: de wijsheid.
„Uit het hart zijn de uitgangen des
levens Het hart is méér dan het ver
nuft, de ziel is van hoger orde dan de
techniek. Een samenleving, die het
staal hoger noteert dan het gevoel en
die uraniumerts liever heeft dan de
reinheid van een zuiver hart, is deca
dent en corrupt tot in haar kleinste
cellen. In zulk een wereld maakt de
eerlijke vreugde van een gezond mens
plaats voor de sinistere rauwheid van
de vermaterialiseerde cynicus.
„Als de mensen zoveei van hun bu
ren hielden als van hun hond, dan zag
de wereld er heel anders uit
De mens is knap. Bijna ontstellend
knap.
Maar hij heeft het geheim verloren
van een wijsheid, die opbloeit uit ge
loof, hoop en liefde.
een handelaar in marmer als opslag
plaats gebruikt werd. Het terrein werd
gekocht en zes architecten kregen op
dracht om het mooiste plein te ont
werpen, dat men zich maar kon voor
stellen. Bouwmeester Gabriel wón het.
Twintig jaar lang was men bezig om
zijn 84000 vierkante meters grote plein
te bebouwen. Toen het gereed was, kreeg
het de naam Place Louis XV. In 1770
werd hier ter ere van het huwelijk van
de toekomstige Lodewijk XVI met Ma
rie Antoinette een feestelijk vuurwerk
afgestoken. Op een gegeven moment
ontstond er een paniek bij het samen
gestroomde publiek. Honderd drie en
dertig personen werden onder de voet
gelopen en gedood.
DE REVOLUTIE
14 Juli 1789 bestormt het volk van
Parijs de Bastille. Drie jaar later haalt
men Lodewijk de Vijftiende van zijn
voetstuk en het plein, dat zijn naam
droeg wordt La Place de la Révolution.
Op de plaats van het standbeeld wordt
de sinistere guillotine opgericht. Op 21
Januari 1793 's morgens om half elf
wordt Lodewijk de Zestiende, de goed
menende zwakkeling, die door zijn
zwakheid zoveel ellende over zijn volk
had gebracht, naar het Plein van de
Revolutie gevoerd. Langzaam en waar
dig loopt hij de treden van het schavot
op. De tamboers roffelen hun trommels
en heel Parijs is uitgelopen. „Volk, ik
sterf onschuldig. Dat mijn bloed het ge
luk van de Fransen zal mogen verste
vigen", riep Lodewijk de Zestiende uit.
Even later toont de beul, Samson, het
hoofd van de koning aan de duizenden
toeschouwers. Zo werden er in korte
tijd niet minder dan 1343 personen ont
hoofd, onder wie Marie Antoinette (die
veel meer gehaat was dan haar man en
die door haar lichtzinnigheid de revo
lutie heeft aangewakkerd), Danton en
Robespierre.
Daarna moest het plein natuurlijk
van al dat bloed worden schoongewas
sen, letterlijk en figuurlijk. Figuurlijk
deed men dat door het de Place de la
Concorde, het plein van de Eendracht
te gaan noemen. Op de plaats waar de
guilotine gestaan had, moest ook weer
een standbeeld komen. Maar aangezien
beelden van koningen te veel aan poli
tieke verandering gebonden zijn be
sloot de wijze Louis Philippe er de
Obélisque, oftewel de Egyptische naald
neer te zetten Dit drieduizend-jarige
monument was een cadeau van een
Egyptische koning aan Frankrijk. Het
ding weegt 150.000 kilo en is 24 meter
hoog. De overtocht van Egypte naar
Parijs heeft maanden geduurd. Het
moeilijkste van alleê bleek te zijn om het
zware gevaarte op de Place de la Con
corde overeind te krijgen. Toen dit een
maal gelukt was is men zo trots ge
worden, dat men in het voetstuk, waar
op de naald rust, precies heeft gebeiteld
hoe men dit stenen gevaarte overeind
heeft gekregen.
Tussen de twee laatste oorlogen had
den de felste relletjes hier plaats. Bij
de bevrijding werd er hardnekkig ge
vochten, maar nadat generaal De Gaulle
hier in 1944 op de meest fantastische
manier uit heel de geschiedenis is toe
gejuicht, heeft de Obélisque geen scho
ten meer gehoord. De rust is terugge
keerd en jaarlijks komen er nu twee
millioen opgetogen buitenlanders kijken
naar de feestverlichting en de spuiten
de fonteinen op de Place de la Con
corde.
Onze foto geeft een goed beeld
van het indrukwekkende plein
met de obelisk en de beelden op
een wel heel rustig uur van de dag.
(Advertentie, Ing. Med.)
OP HET MATJE
ALS liefde verkeert in haat, dan is
ze erger dan de derdedaagse koorts.
Ik weet niet wat de derdedaagse
koorts was, maar onze voorouders
moeten er bar mee gesukkeld hebben.
Anders hadden ze niet de spreuk ge
sproken, die ik hierboven citeerde.
Welke haat is giftiger dan die, welke
haar voedsel zuigt uit de verbittering
om versmade liefdeZij is alsem en
salpeterzuur, ja edik en gal.'
Pieternella W., bolronde en rijkbe-
sproete dochter van het platteland,
had zéér lelijke woorden gezeid over
haar dorpsgenote Willy van Z., die
zich door middel van vaste verkering
voorbereidde op een huwelijk met
Gerrit. Nu geviel het, dat Gerrit éérst
zijn hart en hand had toegezegd aan
Pieternella), maar deze offerte, die
zijnerzijds als vrijblijvend was be
schouwd, had hij later ingetrokken.
Hij had meer perspectief gezien in
Willy en die had ja gezegd.
Maar toen die Pieternella! De ge
wonde tijgerin
Ze heb van dirèct-af roddelpraat
rondgezaaid, zei Willy, die als kla
gende partij voor de balie trad. En
nou trokke we ons daar niks van
anallemaal kiftmaar toen
kwam de dominee vragen of 't wadr
was, dat Gerrit en ik moeste gaan
trouwe. Nou, we wiste d'r zelf niks
vanmaar zij had 't verteld ever
't hele dorpzélf hoor je zoiets het
laatstevijf mense hebben 't uit
d'r mond gehoord.
De rechter wou 'n beetje zekerheid.
Hij vroeg: is u inmiddels getrouwd?
Niks d'rvan, zei Willy resoluut.
We trouwen over twee jaar,, als
we 'n huis krijge. Maar zij zei da'k in
verwachting was't is schande....
en ze heeft nog veel meer gezegd.
Wel: dat hoorden we uit de mond
van twee getuigen die er geen blad
voor namen! Met het oog op de gene
rale preventie en uit diepe zorg voor
de geestelijke hygiëne van de opge
schoten jeugd zal ik zwijgen. Laat ik
slechts aanstippen, dat Pieternella een
ooggetuigeverslag had geleverd met
Gerrit en Willy als laat ik zeg
gen.... nee, laat ik niets zeggen.
De verdachte sprak: De mense ver-
draaie je woorde, je mag je mond
nie'meer ope doen.
Had 'm dicht, gelaten!, sneerde de
rechter en de officier voegde er een
paar duidelijkheden aan toe, die geen
vertaling van node hadden.
Veertig gulden voor de Staatskas.
Eigenlijk had men het geld aan Willy
moeten geven, bij wijze van praema-
tuur huwelijkscadeau. Nu er tóch over
praematuur gesproken was
KAREL
IEMAND, zich een vriend van ons noemende, had ons een vrjjkaartje in de
hand gestopt voor een concert, te geven door een beroemde zangeres in de
Kleine Zaal. Wij meenden in onze argeloosheid veel beroemde Franse zangeres
sen te kennen, maar deze naam zei ons niets. Desondanks togen wij naar de Van
Baerlestraat. Ten slotte is het Holland Festival aan de gang en heeft men zo z'n
culturele verplichtingen. We hebben het tot de pauze moedig doorstaan. De
dame zong haar liederen: Franse en Afghaanse, Hongaarse en Oekraïnse. Het
deed ons niets, ofschoon wij het gezongen lied zeer beminnen. Er waren niet
veel mensen. Die er waren luisterden aandachtig of deden alsof. Dat waren, leek
me, lang niet de eerste de besten. Ze zagen er stuk voor stuk uit, deze dames en
heren, dat ze tot het neusje van de muzikale Amsterdamse zalm behoorden. Ze
hadden, om het eens ronduit te zeggen, heel de muziek-cultuur in hun zak. Ik
stak (en dat stak) tussen dat brillante gezelschap maar pover af.
QPNIEUW deed ik een vertwijfelde
poging om ook een redelijk stadium
van kunstgenot te krijgen bij het luis
teren naar een Bretonse liefdes-elegie.
EdochLiet snerpte wreed door de
zaal en het deed mij herinneren aan
lijn 5, in de bocht op het Rembrandts-
plein (bij de Bank). Dat nam niet weg,
dat de meneer naast me, met het Gari
baldi-baardje en het stijve, witte front-
je, tegen de hem begeleidende dame
fluisterde (maar toch zó, dat ook ik het
wel moest horen, u kent dat fluisteren,
nietwaar„Absolute muziek,
Sjaantje, absolute!" Op dat moment
wist ik opnieuw verdoold te zijn in de
spelonken van het Amsterdamse snob-
bendom. Rondom mij zat men collectief
te huichelen en artistiek te veinzen.
In de pauze blies ik energiek de af
tocht. Ik keek op m'n horloge en merk
te dat ik ik nog een half uur over had.
eer de trein naar m'n woonplaats ging.
In een burgermans loopzaak aan het
Damrak zette ik mij mistroostig achter
een kleintje koffie. Er speelde een
strijkje van drie man. Ze hadden ken
nelijk niets uitstaande met ons' Festi
val: hun zwarte jasjes pasten slecht en
hingen maar slonzig rondom hun leden;
en ze speelden Tosselli, Tosti en de rest
van de serenademakers wèl sentimen
teel, maar niet overtuigend. Desondanks
waren deze drie muzikanten, die over
dag waarschijnlijk iets te maken had
den met een ziekenfonds, een strijkerij
en de bezorging van een dames-mode
blad, mij op de een of andere manier
dierbaar: vanwege hun ontwapende
eerlijkheid, waarmee ze muziek tracht
ten te forceren. Die eerlijkheid bleek
ook uit de onverholen argwaan, waar
mee ze omkeken, toen een paar oudere
dames plotseling in applaus uitbarstten,
toen ze de cavatine van Raff moeizaam
tot een eind gebracht hadden. Ze wa
ren niet verwend met applaus, dat zag
je zó. Maar ze waren dan ook niet aan
gekondigd als zijnde beroemd.
Het was, al met .al, een verdrietige en
verloren avond. En mistroostig naar
het CS wandelend, overdacht ik hoe
zeer zo'n Amsterdamse mensheid dag
en dag toch maar bedrogen wordt en
zichzelf steeds opnieuw bedriegt. Welk
een wereld van comedie en huichelarij
is ,in wezen, zo'n stad! Wil men een
(Van een ervaren correspondente)
DIJ de opening van de laatste Londense aquarium-tentoonstelling gaf een
zekere Mrs Katterns alle door echtelijke zorgen geplaagde vrouwen de vol
gende raad: „Dames, laat u thuis een paar vissen in een kom rondzwemmen en
u zult uw man nauwelijks herkennen. Wij hebben b.v. 20.000 vissen thuis en
ons huwelijk is het gelukkigste op de wereld!" Daarmee sprak Mrs Katterns
een grote waarheid uit: ze herinnerde de vrouwen eraan het kind in de man
niet te vergeten. Het kind in de man, dat soms op de ongelooflijkste ideeën
komt, dat even onberekenbaar is als een baby en vaak even hard schreeuwt
evenveel behoefte heeft aan liefde als een slaperig jochie, even stuurs is als
een beledigd meisje, even snoeplustig alsNu, op dit kind in de man
willen we hier een loflied zingen. Want, waar zou er zoveel te vinden zijn, dat
waard is geloofd en geliefd te worden als bij een man!
Het kind in de man wil spelen! Deze
natuurlijke drang moet het eerst be
vredigd worden. Iedere man is in de
grond van zijn hart een grote jongen
gebleven, die zich doodverveelt, als
hij zich niet met iets bezig kan hou
den. Al naar gelang van hun tempera
ment spelen sommigen voetbal of ten
nis, bridge of het verwende kind, dat
hangt er helemaal van af. Anderen
hebben meer liefhebberij in mooie
schilderijen en goede boeken, in waar
devolle postzegels en jachtgeweren, in
auto's en knappe meisjes. Het laatste
is het gevaarlijkste, wat de echtelijke
vrede betreft. Een verstandige vrouw
zal het dan ook zo weten in te richten,
dat de speeldrang van haar geliefde
echtgenoot binnen de vier eigen muren
bevredigd kan worden. Of zij daarbij,
zoals Nietzsche wenste, zijn „gevaar
lijkste speelgoed" blijft, dan wel een
goede kameraad, die hem zijn streken
vergeeft, of een tedere moeder, die
ovr ziin spelen waakt dat hangt he
lemaal van het temperament van het
kind in de man af. Als niets meer
helpt, is er altijd, net als bij iedere ba
by, nog een betrouwbaar middel: de
zuigspeen, de sigaret! Voor het overige
doet het beslist geen kwaad, als een
man in zijn beroep hard moet werken,
het kind in !hem wordt daardoor even
eens rechtschapen moe en bereidt de
bezorgde levensgezellin lang Niet zo
veel kommer en zorgen.
Verwend worden.
Het kind in de man wil verwend
worden! Uit de dagen, dat hij nog een
zuigeling was, sluimeren er in zijn
gemoed nog herinneringen, die vaak
bij de kleinste kleinigheid in schreeu-
hel kind, dal snoepl, speelt,
verwend en bewonderd
wil worden
wen uitbarsten, als hem deze verwen
ning onthouden wordt. Hoe weerbarsti
ger een man zich vaak naar buiten
voordoet, des te heftiger is zijn gehei
me behoefte aan tederheid. Maar pas
op voor overdrijving! Iedere moeder
weet, hoe moeilijk nen kleine kinderen
weer iets kan afwennen, dat men eens
in een zwak uur grootmoedig toege
geven heeft. Zo is het ook met bet
kind in de man. Men moet zijn be
hoefte aan verwenning binnen de per
ken houden, voor het bestwil van bei
de echtgenoten. Dit effect wordt het
beste bereikt door het kind in de man
de zozeer begeerde verwenning zelf te
laten verdienen. Dit moet natuurlijk ge
heel onmerkbaar gebeuren maar
daar hoeft men onder verstandige vrou
wen niet eens over te spreken.
Bewonderd.
Het kind in de man wil bewonderd
worden! O kijk eens, hoe het straalt,
hoe het opbloeit en tot alles .bereid is,
zodra eerst maar weer eens deze nei
ging in het diepst van zijn hart bevre
diging heeft gevonden. Steeds weer
moet het de verzekering horen, dat
he.t mammie's eerste, enige, liefste,
hoogste, beste, heerlijkste bezit is. Om
's hemels wil geen critische opmerking,
geen afkeurende blik, geen spottend
lachje om de mond! Er is niets, wat
het kind in de man meer kan kwetsen.
Het gaat hier niet om gelijk of onge
lijk; het gaat hier om het principiële
inzicht, dat de wijste toegeeft. Want
aangezien deze behoefte aan bewonde
ring nu eenmaal alle mannen aangebo
ren is, worden ze er met onweerstaan
baar geweld toe gedwongen, dit geluk
in het bewonderende oplichten van
vreemde ogen te zoeken, zodra de
ogen van de hun vertrouwde mensen
deze schone illusie niet meer weer
spiegelen. Slechts een man, die .bewon
derd wordt, kan scheppend liefhebben.
De bewondering maakt een held van
hem, een volmaakte cavalier, een
ideale echtgenoot kortom, een man,
zoals een vrouw hem wenst, die eeuwig
bemind wil worden.
Snoepen.
Het kind in de man wil snoepen!
Het wil de prikkel van het avontuur
ook op zijn verhemelte proeven. Het
is het oeroude gezegde, dat de liefde
van de man door de maag gaat; maar
om daar in liefde omgezet te worden,
moeten eerste alle zinnen geprikkeld
worden: smaak, gehoor, reuk, gezicht,
gevoel allen willen snoepen! En dit
niet alleen officieel, of slechts op het
gebied van het geoorloofde. Neen, dat
onderscheidt nu juist het snoepen van
het nog zo lekker klaargemaakte me
nu: Gesnoept wordt stiekum, stilletjes
en liefst altijd iets, wat eigenlijk niet
mag. Dat is het hoogtepunt van het
snoepen. Het is net als met een kwa
jongen, die uit de tuin van de buur
man de zoete kersen gapt, 's nachts,
met kloppend hart, als niemand het
ziet. De verstandige vrouw mag dus
niet alleen de vertrouwde vriendin
van haar man zijn maar ze moet er
gens ook nog zo'n vreemde kerseboom
blijven, die iedere lente kostelijk
bloeit en geurt. Dat is geen kwestie
van leeftijd. Het is bekend, dat de oud
ste bomen vaak de zoetste vruchten
dragen. Maar, zoals gezegd, de boom
moet in de tuin van de buurman staan.
Het kind in de man ach, wat
zou daar nog allemaal aan lofwaardigs
over te zeggen zijn. Want al het an
dere, niet waar, is toch maar boze
schijn in de ogen der vrouwen, die
soms helemaal vergeten, dat achter de
stoppelige kin en onder de zich on
miskenbaar uitbreidende kale kruin
een klein en soms volkomen hulpeloos
kind eigenlijk alleen maar naar een
beetje liefde en tederheid en bewon
dering en naar een mooi stuk speel
goed verlangt!
ontstellend, onthullend beeld zien van
mensen wier leven in vakken geperst
is, bezoek dan Amsterdam. Kijk door
de ruiten der café's en zie de verveelde
gezichten van diegenen, die zich in
bochten wringen om plezier te zoeken
en het desondanks niet vinden. Zie de
mensen in kantoren, naast elkaar zit
tend aan eenvormige chroomstalen
bureaux, als eenvormige renpaarden in
eenvormige boxen. Zie ze in de bios
copen naast elkaar geplakt, in keurig
afgepaste rijen van twintig. Collectie
achter collectie, collectief de wekelijkse
portie illusie opslurpend. Zie de armen
van geest zich verdringen in de patates-
frites-zaakjes en de rijken van geest
(of wat daar voor door pleegt te gaan)
met stierlijk verveelde gezichten tijdens
een waardeloos concert in de Kleine
Zaal .Zo worden we voor de gek ge
houden, zo houden we elkaar voor de
gek, en zo houden we ons zelf voor de
gek. Het laatste is het ergste.
Ik heb eens iets aardigs gelezen in
een boek van Sinclair Lewis. Het ging
over twee Amerikaanse bankdirecteu
ren, wat men noemt „big bosses". Ze
hadden in lange tijd geen vacantie ge
had en eindelijk ontsnapten ze aan hun
zogenaamde dagelijkse plichten. Ze
leefden in een eenvoudig, tweepersoons
tentje, ergens in een afgelegen deel van
het land, ver buiten de koers van de
touristenstroom. En weet u wat 's
avonds hun grootste genoegen was? Niet
het berekenen van koerswinsten, niet
het afwegen van de kansen in een
nieuwe speculatie, maar het naar elkaar
toesmijten van grote kluiten boter. En
elkaar pesten met allerlei gekke, idiote
spelletjes. Ze waren weer jong en ze
waren gelukkig. Met zoiets stoms als
boterkluiten. En ze ontdekten dat ze
het beste deel van hun leven lelijk
kwijt waren: hun vrijheid.
Ik geloof vrienden, dat we te veel en
te lang onze witte boordjes dragen.
Zeker in de grote stad en zeer beslist
hier, in Amsterdam. Er is niet zo bijs
ter veel natuurlijks meer in ons over
gebleven, sinds we daar verkozen in
vakken te gaan leven in plaats van op
een vrije plaats in de vrije natuur. Ge
zult tegenwerpen dat dit in deze maat
schappij ook niet meer mogelijk is. In
dien dit zo is, wordt het dan geen tijd
voor een forse rebellie tegen een wereld
die zich tussen ons en ons geluk ge
plaatst heeft? Een wereld, die altijd
nog te schoon is voor kettingen en
boeien ,voor boxen en voor vakken?
De gedachte aan deze mogelijkheid
ging wild te keer, toen ik, vlak voor
het station, voorbij de borden schreed,
waarop nog stond wie men het beste
kiezen kon. Die stonden er als ernstige
en niet mis te verstane tekenen aan de
wand en ik huiverde bij het voorbij
gaan .Maar in de hal van het CS bleef
ik staan. Het was het gelukzalige en
zeldzame moment, waarop de Inspiratie
over een mens waardig wordt. Ineens
zag ik duidelijk en klaar de oplossing
van het probleem voor me: een nieuwe
partij !„Partij voor de Oudste Rechten
van de Mens". De allereerste rechten,
die alle andere partijen, in de veelheid
hunner beloften, vergaten. De Partij,
strijdend voor: minder boxen, minder
flatgebouwen, minder kantoren, minder
asfalt, minder vakken, minder cellen
en minder snobisme. De Partij, strijdend
tégen: controleurs, politie-agenten, sup
poosten, prikkeldraad, schuttingen en
bordjes, „Verboden toegang". En voor
al: de Partij voor het inrichten van na
tionale tentenkampen, waarin men
elkaar straffeloos met boter San smij
ten en met alle mogelijke smijtbaarhe-
den die men zich maar kan voorstellen.
Ik geloof, dat dit de oplossing is.
Welnu, onze leuze is op mars en niets
kan haar tegenhouden. Tot over vier
jaar ,op de barricaden, vrienden! Zendt
tegen die tijd uw adhaesiebetuiging
maar op naar Anthony van Kampen.
ANTHONY VAN KAMPEN
Drieduizend jaar geleden werden de eerste Olympische Spelen gehouden
te Olympia in Griekenland. Ter gelegenheid van de Olympische Spelen
1952 te Helsinki werd te Olympia de Olympische fakkel onlstokenf die:
in estafette naar Finland wordt gebracht