„Hebt U iets aan te geven....?" 3 Koffie is nog steeds smokkelartikel een gewild Bij de d Vier moderne hulpmiddelen voor de volksopvoeding Waarde van pers, radio, film en TV Vijfduizend avonturiers in de hel van het oerwoud De Davidsons kunnen terugzien op een roemruchte historie Geen bewuste be- inv/oeding Boeren verlaten hun land voor goudjacht De Regering is bezorgd De bodemgesteldheid van de N.O.-polder Ee hand in het familiewapen Het paard van Zeger steigerde op de kreet „Oranje Boven" Stamvader kwam uit Schotland Douaniers zijn vriendelijke mensen Maar wee de smokkelaar! ER ZAT EEN VARKEN HALF IN DE GROND Kunst en cultuur Een nieuw blijspel van Maurits Dekker Grillig loopt de grens over tuinen en boerenerven De douane heeft een moeilijke taak legehe ke Gramofoon-hobl veel aan hel (Van een onzer redacteuren) is de waarde der moderne publiciteitsmiddelen voor de volksopvoeding? Het stellen van deze vraag maakt misschien een aantal lieden schichtig. Zij herinneren zich nog maar al te duidelijk, hoezeer krant en radio zijn misbruikt voor „volksvoorlichting", welke in wezen misleiding was. Zij horen nog het arrogante stemgeluid van Max Blokzijl, ze denken terug aan de pennevruchten van zijn geestverwanten in de verschillende dagblaadjes van die periode. En ze hebben gel fok. Maar ze vergeten, dat ook de moderne democratie zonder deze verbindingen van mens tot mens niet meer kan bestaan. Gcdachtenverspreiding, gedachtenwisseling, bezinning, verbreiding van kennis, verdieping van inzicht 7- worden door krant en radio in ruime mate gediend. De film is nog steeds het stadium van het platvloerse kermisveimaak niet geheel ontwassen, al doen zich ook hier ongedachte mogelijkheden voor. De televisie staat nog in de kinderschoenen. INE Volkshogeschool te Bergen heeft kortelings op De Zandhoeve aan de Duinweg een tweedaagse conferee tie gehouden, waar mensen van pers. radio, film en televisie tezamen met een paar „volksopvoeders" breedvoe rig over deze kwestie hebben gespro ken. Er waren enkele inleidingen - zo spraken er mr M. Rooy, hoofdredacteur van de Nieuwe Rotterdamse Courant, mr K. van Dijk van de Regionale Om roep Noord, de filmcriticus H. Wielek, en de televisiespecialist Piet Beishul zen - die een nabespreking uitlokten, welke maar al te kort duurde naar de smaak van de deelnemers. Want er kwam in de discussies een kleinigheid naar voren van de proble men, welke er ook op dit terrein me nigvuldig te vinden zijn. Er werden een paar wenselijkheden en mogelijk heden uitgesproken. Maar tot een vol komen afgerond beeld kwam men niet. Dat zal moeten worden gevormd in de conferenties, die in de toekomst zullen worden gehouden; de lei ding van de Volkshogeschool wil dan vertegenwoordigers dezer vier pu bliciteitsmiddelen en van het volks opvoedingswerk afzonderlijk bijeen roepen, om te zien, welke mogelijkhe den er zijn voor de krant, de radio, de film en de televisie elk voor zich, Kunst en leven S/IISSCHIEN zal men dan binnen de 1 contouren detaillijnen kunnen te kenen, waarvan men nu hoogstens en kele aanduidingen voor zich heeft gezien. Het nauwkeurigst is daarbij nog wel mr Rooy geweest. Dat lag ook wel voor de hand. Tal van onderzoekers, Amerikaanse en Franse, maar toch ook onze landgenoot prof. dr. K, Baschwitz, hebben in de loop der jaren de taak van de pers in ons maatschappelijke bestel en haar waarde voor de vorming der publieke opinie bestudeerd. Zij zijn daarbij tot de conclusie gekomen, dat deze taak zeer belangrijk is. Want de pers verschaft in hoofdzaak het mate riaal, waarmee zelfs leidende kringen in de samenleving hun beeld van de wereld om zich heen vorrr,\n. Er is dan ook een wisselwerking. De mening van de krant en de meningen van de lezers oefenen voortdurend invloed op elkaar uit. De krant geeft haar berichten en haar informatieve artikelen waarin het verband tussen het nieuws van van daag en de gebeurtenissen van voor gaande tijden wordt uiteengezet. En zij geeft haar commentaar, waaraan de le zer zijn nagels kan scherpen wanneer hij het oneens, en zijn geest kan ver kwikken wanneer hij het eens is met de schrijver ervan. Al deze dingen en nog veel meer Vertelde mr. Rooy in zijn zorgvuldig opgbouwde uiteenzetting. En hij kwam tot de conclusie, dat de krant zeer be langrijk werk kan verrichten. Zij moet echter oppassen voor vervelend wor den. Zij kan zich niet de weelde ver oorloven, langdurige en taaie beschou wingen over allerlei actuele kwesties te publiceren, zonder het gevaar te lo pen dat niemand ze meer leest. Een actuele en aantrekkelijke reportage kan in het kader van een bepaalde campagne veel meer waarde hebben dan welk artikel ook. Radio en luisteraar VEEL minder positief was mr Van Dijk in zijn uiteenzettingen. Dat kon ook moeilijk anders. Omtrent de „luister dichtheid" van bepaalde radio-uitzen dingen staat zeer weinig vast. Men heeft hier te lande wel geprobeerd een Indruk te krijgen van de animo voor verschillende programma's, door „luis termeters" te plaatsen op enkele radio- centralen en uit de wisselingen in het stroomverbruik bepaalde conclusies te trekken maar dat is niet afdoende ge bleken. Het stroomverbruik alleen zegt niet voldoende. Men heeft immers geen erkel inzicht in de wijze waarop, de aandacht waarmee wordt geluisterd. Amerikaanse en Engelse radiostations hebben door middel van enquêtes ge poogd, een inzicht te krijgen in de wij ze, waarop de luidspreker wordt gehan teerd. En de heer Van Dijk heeft zelf, ter behoeve van zijn proefschrift in Groningen enige malen proberen na te gaan, hoe men radio-uitzendingen waar deerde. Over het algemeen kan wel worden gezegd, dat de radio zeer ruime moge lijkheden biedt. Deze eisen echter een speciale vakkennis, om ze naar behoren te benutten. De vraag is dan echter ook, hoe men de luisteraar geestlijk kan ac tiveren. Tegenwoordig levert de radio nog maar cl te veel „achtergrondge ruis". De moderne mens vreest de stilte, heeft behoefte aan geluid om zich heen en ,laat liever een weerbericht in een hem vreemde taal aanstaan, dan de spreker door een draai aan de knop het zwijgen op te leggen." aldus een Engel se schrijver. Zo kan dus de radio de vijand van Jle cultuur worden. Niette min: oneindig velen waarderen het nieuws, een programma als „hersen gymnastiek", een klassiek concert, een kerkdienst; de radio is daardoor een belangrijke factor in hun geestelijke vorming geworden. 4 Film en televisie UK de film? Die is als kermisvermaak begonnen, aldus de heer Wielek en is dat stadium vaak nog niet te boven. Een belang ijk deel van de filmproductie wordt bepaald door de gedachte; Wat verdien ik er aan? Zo kunnen er tien- tallen films volgens een bepaald schema ontstaan, enkel en alleen omdat deze volgens verwachting bij het publiek zullen aanslaan. Het gehalte is vaak zeer slecht. Toch zijn er ook voortreffe lijke dingen gedaan. Het gaat er om, deze te stimuleren; filmclubs en orga nisaties op het gebied van volksontwik keling kunnen hier belangrijk werk doen, al dan niet in samenwerking met de bioscoopexploitanten. Deze zullen heus wel komen, wanneer zij beseffen, dat goede filmprogramma's aandacht en steun krijgen en zakelijk bezien waar devol voor hen worden. De televisie tenslotte staat hier gelijk gezegd nog in de kinderschoenen. De heer Beishuizen bleek haar vooral te waarderen als een mogelijkheid voor adembenemende journalistieke vormen, zoals life-reportages van belangrijke ge- b ;urtenissen. Volksmisleiding is hier stellig ook in ruime mate mogelijk. Economische kwesties zullen echter vooral dwingen tot het uitzenden van ontspanningsprogramma's; dan eerst wordt de verkoop van TV-toestellen ge stimuleerd en de kans op behoorlijke, met de uitgaven kloppende inkomsten groot. Overigens kan de TV de aandacht vestigen op allerlei belangrijke culturele verschijnselen, wetenschap in populaire vorm tot de kijkers brengen en daar door ook als lesmateriaal in de school een functie krijgen. Waardering CR was dus over het algemeen een po- sitieve waardering voor de vier reeds genoemde technische verschijnselen als hulpmiddelen bij de volksopvoeding. Overigens kan worden opgemerkt, dat er meer dan eens een zekere begrips vervaging optrad. Niemand bleek in wezen voor het woord „opvoeding" te voelen; wanneer een spreker het ge bruikte, werd uit de inhoud van zijn betoog alras duidelijk, dat hij veeleer dacht aan „ontwikkeling" kort gezegd: de verschaffing van materiaal waarmee de luisteraar, de lezer of de kijker zijn geest naar believen kon verrijken en zijn inzicht kon verdiepen. Wij hebben de vaste indruk dat de inleiders ook niet verder wilden gaan dan de ver strekking van dit overigens met veel zorg te kiezen materiaal. Aan be wuste beïnvloeding toch altijd nog een der kenmerken van „opvoeding' bleek men liever niet te gaan doen. Lezer en luisteraar zuilen echter nog moeten leren, het apparaat, dat hun ten dienste s/rat, te gebruiken En zo was de vraag van alle inleiders aan de volks, opvoeders: Leer ze kranten lezen, leer ze de radio gebruiken, leer ze films schiften. Want alleen het bewuste, wel overwogen gebruik van de gegeven mo gelijkheden doet deze van waarde zijn. GOUDKOORTS AAN DE AMAZONE (Van onze correspondent in Brazilië) £EN goudkoorts, die herinneringen aan Klondyke doet opkomen, heeft Noord- BraziUe overvallen, sinds twee maanden geleden enige goudzoekers, die van de Rio Jarl, een rechter zijrivier van de Amazone, kwamen, in Macapa, de hoofd stad van het gebied van Amapa aan de noordelijke mondingsarm van de Ama zone, goud verkochten. Als een lopend vuurtje verspreidde zich door het land het gerucht, dat de goudklompen aan de Rio Jari maar voor het oprapen lagen. Duizenden zijn sindsdien naar de hel van het oerwoud getrokken om hun geluk te beproeven. Minstens drie weken moeten de ge- lukBjagers onzegbare moeilijkheden .trotseren om de honderden kilometers ïtroomopwtaarts over de woasfce Jari met zijn meer dan dertig watervallen en stroomversnellingen door het dich te oerwoud naar het dorado af te leg gen, waar hun alle tropenziekten van malaria en moeraskoorts tot de Bu- bonenpest, wachten en ze onder helse levensvoorwaarden in- tropische, voch tige hitte, door muggen geplaagd, aan het goudzoeken kunnen gaan. Niemand weet nog, of de goudvelden aSn de Rio Jari werkelijk zo rijk zijn, als de eerste geruchten beweerden. Sinds twee maanden geleden de eerste geluk kige goudzoekers uit het oerwoud naar Macapa kwamen, is in het geheel 150 kilogram goud óp de markt gebracht, wat al ten gevolge heeft gehad, dat de goudprijs gedaald is. Niet alleen uit Brazilië, maar ook uit de drie ten Noorden hiervan gele gen gebieden, Nederlands-, Engels- en Frans-Guyana, zijn avonturiers door het oerwoud naar de aan de Rio Jari uit de grond opgeschoten gouddelvers; stad getrokken. Naar het schijnt, ne men de Braziliaanse goudzoekers te genover de avonturiers uit deze drie gebieden geen erg vriendelijke houding aan en zijn zij niet bereid hun claims te geven. De ongekroonde koning van het goud gebied, aan wie iedereen gehoorzaamt, schijnt een van de eerste ontdekkers te zijn, een man genaamd Erronas Fer nandas da Silva, die door zijn eigen machtsoverwicht de heerschappij in het oerwoud over de daar samenge stroomde woudlopers, delvers, smok kelaars, gevluchte bagno-gevangenen uit Cayenne en plunderaars op zich heeft kunnen nemen, want de arm van de -staat reikt niet tot in dit tot dus verre rauwelijks door een blanke be treden oerwoud. Medicijnen, vooral kinine, en levens middelen worden aan de Rio Jari voor sprookjesachtige prijzen aan de man gebracht. Een koopman uit Macapa, die de gouddelvers tegen latere beta ling in goud van gereedschappen en levensmiddelen voorziet, werkt met een winst van tachtig procent. Een ander, die met medicijnen net oer woud in ging, verkocht deze_ voor een zakje goud van de tienvoudige waar de. Paus Pius XII kijkt zeer opge wekt bij zijn aankomst op zijn zomerverblijf te Castelgondolfo, 'waar bij verwelkomt wordt door de nieuwe Christen Democratische burgemeester. Vorige jaren werd de Paus begroet door een commu nistische burgemeester, die echter bij de jongste verkiezingen werd verslagen. ïn het kader van het opnemen van de bodemgesteldheid in de Noordoost polder is o.m, een onderzoek ingesteld naar de geschiktheid van de zand gronden in deze polder voor bloembol lencultuur. Hoewel sommige van deze gronden inderdaad voor dit doel zou den kunnen worden gebruikt, werd toch de totale oppervlakte geschikte grond (ongeveer vijftig h.a.) voorals nog te gering geacht voor een lonen de exploitatie. Ook in het Waddengebied voor zover dit gelegen is ten westen van de lijn KornwerderzandTer schelling, is voortgegaan met het opne men van de bodemgesteldheid. Op grond van deze gegevens zijn voorlo pige bodemkaarten van dit gebied ver vaardigd. Daarbij bleek dat in belang rijke gebieden de landbouwkundige mogelijkheden groter zijn dan aanvan kelijk werd gedacht. Over vrij grote oppervlakten komt namelijk onder vijftig tot honderd c.m. zand goede zwavelgrond voor. Een aanzienlijk deel van het Balgzand zou, evenals een gedeelte van de waardgronden, tot goede landbouwgrond kunnen worden gemaakt. j]E NAAM DAVIDSON ook als Davidzon geschreven heeft in Noord. Holland een bekende klank. Niet alleen wonen in vele gemeenten dragen van deze naam, maar ook is de roman „Tot in den dood" van mevrouw Vissen- Roosendaal, die hierin de grote Oranjegezindheid van Zeger Davidson in d« tijd der Franse overheersing beschrijft, door zeer vele Noordhollanders gelezen. Gedeeltelijk puttend uit een verschenen genealogie van het geslacht Davidson, nnen wij een blik werpen op de herkomst en wederwaardigheden van dij „eslacht, nadat het zich in Nederland had gevestigd. HE stamvader van het geslacht was Richard Davidson, die omstreeks 1535 in Schotland werd geboren. Dat hij als voornaam Richard voerde, is echter niet geheel zeker. Waarschijnlijk was hij verbonden aan het hof van Koningin Elisabeth, en keerde hij in 1590 naar Schotland terug. Ook zou hij wegens „veel dienste aan anderen hoo- ge Vorsten gedaan" van koningin Elisa beth de bijzondere gunst gekregen heb ben in zijn wapen een hand te mogen voeren (het wapen van Ulster). Onder de zonen van Richard David son treffen wij enkele predikanten aan, n.l. John en Patrick. Zijn kleinzoon Wil liam, die omstreeks 1610 werd geboren en in de Schotse Brigade trad, belandde in FJaderland. Hem mogen wij dan ook beschouwen als de stamvader van het geslacht in Nederland. Op 29 November 1637 huwde hij te Grave met Goswyna van Kerkhof. William overleed 23 Mei 1690 te Breda. Zijn zoon Thomas sneu velde in 1678 bij het beleg van Ieperen, na in 1666 te zijn getrouwd met Gees- ken Balk. CEN kleinzoon van deze Thomas Da- vidson, n.l. Willem, die in 1699 te Emden werd geboren, vestigde zich te Amsterdam. Op 28 April 1725 huwde hij hier met Elsie Hoogkerker. Het geslacht Davidson is dus vanuit Schotland via Nederland en Duitsland in Noord-Hol land gekomen. Willem overleed in 1768 te Amsterdam. Dat er zoveel nakomelingen in de om geving van Venhuizen worden gevon den, is niet vreemd. Dirk, een afstam meling van Patricus Davidson de broer van Thomas huwde op 9 Sep tember te Venhuizen met Lijsheth Hen driks. Volgens overlevering zou Dirk, toen het roodbonte vee in Holland door de veepest werd geteisterd, per schl» uit Ocst-Friesland zwartbont vee heb- ben ingevoerd. Het schip zou, doo» storm overvallen, de haven van Ter. sluis dicht bij Venhuizen gelegea zijn binnengevaren waar Dirk het meisje leerde kennen, dat zijn vrouw zou worden. Uit dit huwelijk werden drie zonen geboren, n.l. Willem, Hendrikus en Ze- 'ger resp in 1752 1755 en 1764. Willem werd veehouder te Venhuizen waar hij op 29 Juli 1780 in 't huwelijk trad met Hillegond Valens. Hij overleed in Ven- huizen op 27 Januari 1827. Hendrikus v/as eveneens veehouder te Venhuizen, In 1775 huwde hij Aaltje Weeder. Zeger Davidzon (1764—1799) HE derde zoon, Zeger, werd echter in Noord-Holland het meest bekend, hoewel deze vermaardheid hem het leven zou kosten. Tijdens de Franss overheersing omstreeks 1800 toon de hij zich sterk Oranje-gezind. Zijn paard noemde hij Wilhelmina, naar de gemalin van Prins Willem V. Dit paard ging op dc achterste benen staan, wanneer Davidzon het „Oranje boven" in het oor fluisterde. Dit moet hij vertoond hebben op de markt te Hoorn, daarbij wuivend met een Oranje doek. Toen in 1799 de Engelsen en Rus sen een inval deden in Noord-Holland een actie, gericht tegen Frankrijk, leverde hij fourage aan de gelande troepen, hetgeen door de Fransen ver boden was. Op 25 September 1799 werd hij door de Krijgsraad te Velde te Alk maar ter dood veroordeeld. Hij zon, om afscheid te kunnen nemen van zijn vrouw en kinderen, één dag vrijheid hebben gekregen na zijn erewoord te hebben gegeven, dat hij daarna ton terugkeren naar zijn gevangenis. Wel was hij in de gelegenheid naar Fnge- land te ontkomen, maar zijn erewoord wilde hij niet breken en zo werd hH op 27 September 1799 gefusilleerd. A. MEKKEN. Alles wordt aan de Rio Jari met goud betaald, suiker, gedroogd vlees, broodwortel, alcohol en sigaretten. Voor één gram kan men een pakje si garetten koppen, voor drie gram een fles alcohol. Met grote bezorgdheid zien de Bra ziliaanse autoriteiten deze ontwikke ling. De gouverneur van Amapi heeft heeft reeds verklaard, dat de goud koorts voor het betrokken gebied een catastrophe betekent. De boeren ver laten hun land en het gehele leven in Amapi is in wanorde geraakt. Als op een dag de goudvelden, waarvan nog niemand de omvang kent, uitgeput zijn, zal het land armer zijn dan tevo ren. In 1895 werd al eens goud ont dekt in dit gebied, maar dé opbrengst bleek armzalig te zijn. Steeds weer circuleerden er geruchten van nieuwe vondsten, doch er werden géén aders ontdekt, die de moeite waard waren geëxploiteerd te worden. Zo vreest men oék thans, dat op de eerste roes een vreselijke ontnuchtering en een nog grotere ellende zal volgen, als in de herfst de regentijd begint en iedere verbinding met de gouddelvers onmo gelijk maakt. (Van onze speciale verslaggever) IN een erbarmelijk hokje op het door de oorlog verwoeste station te Nijmegen „druppelen" de reizigers binnen, die uit Keulen met de trein zijn aangekomen. Er kunnen slechts enkele personen tegelijk binnengelaten worden; de rest moet op het perron wachten. In het hokje passeren de passagiers eerst twee, achter ruwe houten tafels gezeten, ambtenaren van de invoerrechten en accijnzen in uniform, die hun deviezen controleren. Daarna worden de reizigers uitgenodigd op een lage houten bank hun koffers en tassen open te maken. „Nog iets aan te geven? Sigaren, sigaretten, alcoholhoudende drank?", is de stereotiepe vraag van de douaniers, die hier hun routinewerk verrichten. Zij graaien wat door de kleren in de koffertjes, lichten hier en daar wat op om eronder te kijken, onder zoeken een doosje of een tasje en geven de reizigers verlof verder te gaan, doch niet dan nadat zij alles weer netjes gesloten hebben. geduldig en helpt het vlug oplossen. Er volgt een Nederlandse moeder met een paar kinderen, kennelijk terugkerend van vacantie. 70 gaat een Duits echtpaar door de contróle hij kortaf en zelfbewust, zij onverschillig afwachtend. Er is een misverstand over het Duitse geld, doch de Nederlandse ambtenaar is rustig en Een Amerikaanse soldaat in keurige uniform laat zijn spullen zien. Twee zenuwachtige vrouwen van het Duitse De toneelgroep „De Phoenix" heeft de opvoeringsrechten verkregen van n nieuw blijspel geschreven door Maurits Dekker, schrijver o.a. van „De wereld heeft geen wachtkamer". De regie is in handen van een gastregis seur. De première zal begin van het seizoen worden gegeven. FILM „HOUEN ZO" VERKREEG PRAEDICAAT „AANBEVOLEN" De culturele adviescommissie van de Nederlandse Bioscoopbond heeft beslo ten om aan de film van de heer Her man van der Horst „Houen zo" dc hoogste onderscheiding te verlenen, di' de Bond kent nj. het praedicaat „aan bevolen". (Van onze speciale verslaggever) HE KOFFIE kost in Nederland 4,08 per pond. In Duitsland betaalt men er 20 Mark, dat is ƒ18,— voor. De smokkelaars krijgen 12 a 13 Mark, dat is 11>a 12,per pond en maken dus altijd nog een zoet winstje. Hiermede is eigenlijk al voldoende gezegd. Er wordt koffie naar Duitsland gesmokkeld, langs onze gehele oostgrens, doch afnemend naarmate men noordelijker komt. Over de grens kopen de Nederlandse smokkelaars andere goederen voor het ontvangen geld en smokkelen deze weer naar Nederland. Er is een geregeld Ille gaal verkeer van het ene land naar het Evndere, waarbij smokkel het motief Is. De douane moet trachten deze smokkel te verhinderen. Dikwijls lukt dat, doch de smokkelaars zjjn de „ambtenaren van de invoerrechten en accijnzen", zoals ze officieel heten, ook wel eens te slim af. Zoals in de tijd, dat er veel varkens clandestien de grens overgebracht werden en de smokkelaars een big half in de grond hegroeven, dat daarna begon te schreeuwen „als een mager varken" en de ambtenaren, die wild roken, naar zich toe lokte, terwijl zij zelf op een andere plaats vrij spel hadden TN de buurt van Nijmegen en in het noorden van Limburg zijn we met de douane langs de grens getrokken. Er komen vreemde situaties voor: een weg op Nederlands gebied en de berm ernaast op Duits zodat men slechts een stap opzij behoeft te doen om uit de handen van de Nederlandse douane te blijven. Op een andere plaats ontmoetten wij een vrouwtje dat in haar voortuintje zat te wieden. Zij bevond zich toeval lig op Nederlands grondgebied. Een meter verder zou zij in Duitsland ge weest zijn want de grens loopt midden door haar tuin. Achter haar boerderij gaat de grens tussen het huis en de schuur door. Het spreekt vanzelf, dat de douane- mbtenaren over een groot aantal be voegdheden moeten beschikken en dat er een deugdelijke regeling moet zijn, die hun arbeid mogelijk maakt, willen zij de smokkelarij met succes kunnen bestrijden. Welnu, langs de gehele grens is een ongeveer 5Vz km. brede strook aange wezen, waarin door de douane toezicht uitgeoefend wordt en voor de reizigers beperkende bepalingen gelden. In deze linie, die tot ver in Limburg tussen de grens en de Maas loopt, surveilleert de douane geregeld op invoer, uitvoer, door- en vervoer. Een tweede linie loopt van de grens af 22 km. het land in. Ook hier heeft de douane nog be voegdheden, zij het minder dan in de eerste linie. In de eerste wereldoorlog is bovendien tijdelijk een speciale li nie in het leven geroepen van 500 me ter breed met verscherpte bepalingen. Er zijn nogal eens wijzigingen in aan gebracht. Het is een verboden strook, die wat Belgie betreft voor de daguren is opgeheven en langs de Duitse grens nog dag en nacht van kracht is. Het principe TN beginsel mogen goederen alleen langs bepaalde banen worden in- ot uitgevoerd. Aan deze banen zijn de grensposten gevestigd. Langs de kleine weggetjes en in het vrije veld wordt geregeld gecontroleerd. Binnen 500 me ter van de grens mag theoretisch nie mand vertoeven. Moet of wil men er toch zijn, dan is daarvoor een pasje vereist. Uiteraard wordt deze bepaling soepel toegepast. Voor de 5k.m. strook geldt prin cipieel, dat men er geen voorraden mag hebben. Eigenlijk mogen dos zij, die binnen S'A km. van de grens wo nen, niets in huis hebben... Er zijn echter veel uitzonderingen toegestaan en wat als normale voorraad levens middelen mag worden aangemerkt, zal nooit aanleiding tot moeilijkheden ge ven. Aan het principe kan de douane in elk geval zekere bevoegdheden ont lenen, zoals bijvoorbeeld die van huis- zoeking. Principieel behoort tot 22 km. van de grens elk vervoer door een bewijs ge dekt te zijn. Hierop zijn eveneens legio uitzonderingen. Fraude AL die principes zijn er in feite al- leen maar om de douane deze benaming komt in de Nederlandse wet geving niet voor en begint pas lang zaam in officiële stukken door te drin gen! eventueel de gelegenheid te bieden, op te treden tegen beroeps fraude (door de doorgewinterde smok kelaars, die vrijwel steeds een sportie ve strijd voeren tegen de ambtenaren), de consumptiefraude (dat is smokkel voor eigen gebruik) en gelegenheids fraude, waarvan sprake is, als iemand eens met een auto over de grens komt en goederen zonder deze aan te geven probeert mee te nemen. De regelingen en de bevoegdheden deugen wel, zo was onze indruk De ambtenaren zijn ongetwijfeld voor hun taak berekend en vervullen met ijver, tact en nauwgezetheid hun plicht. De outillage, waarover zij beschikken en met name de huisvesting van posten en kantoren is uitgesproken miserabel. En wellicht is ook het aantal ambtena ren te gering. Verbetering in deze si tuatie, ook als dat geld moet kosten, zou werkelijk geen luxe zijn.... platteland boterhammen in een pa piertje in de reistas vinden deze controle een onplezierige geschiedenis, „MIETS aan te geven?" klinkt telken# weer de vraag van de douane. „Neen", luidt het antwoord op de och tend, dat wij ons achter de douane hebben opgesteld en dit visiteren ga deslaan. Het zal ditmaal wel inderdaad „neen" geweest zijn, want de ambte naren laten allen ongemoeid hun weg vervolgen naar de plaats, waar de pas sen gecontroleerd worden. De douane kent namelijk zijn Pap penheimers. Meermalen gebeurt het, dat de chef het passeren van de reizi gers langs zijn ambtenaren schijnbaar ongeïnteresseerd staat aan te zien. Plotseling geeft hij één van zijn men sen een wenk en deze pikt er één naar het lijkt volkomen willekeurige per soon uit en begint een grondig onder zoek. Tien tegen één, dat er smokkel waar voor de dag komt. De desbetref fende reiziger ontgaat zijn straf niet. De ambtenaren, vooral zij die al lange tijd meelopen, zijn ware psycho logen geworden. Aan de houding en de gedragingen van hun slachtoffer het mag zich nog zo onopvallend pro beren te gedragen merken z(j, dat er wat aan de hand is. Het publiek weet dat. Vandaar dat veefl reizigers en met name zij, die slechts zelden de grens passeren, zich onwennig en nerveus voelen, als zij tegenover de douane staan. TN deze vacantietijd, nu veel Neder landers naar het buitenland trekken en terugkeren met surprises en aar dige dingen, die zij in den vreemde hebben gekocht, is het goed, dat men weet wat wel en wat niet mag. Velen staan angsten uit, omdat zij de douane met een in Parijs gekocht truitje of met een paar flessen wijn uit Luxem burg of het Rijnland trachten te ver schalken, teneinde aan het betalen van invoerrechten te ontkomen. Ten onrechte! Want er mag heel wat zonder vergunning worden ingevoerd, als men het maar aangeeft. In prin cipe moet alles aangegeven worden. De douane zal dan wel zeggen, of invoer rechten betaald moeten worden. In de practijk is dit beginsel uiteraard veel te streng en geen enkele douane zal er daarom aanmerking op maken, als men de kleren, die men aan heeft, niet aangeeft. Principieel zou het echter wel moeten geschieden. Lijfgoederen in een koffer dienen wel aangegeven te worden, doch altijd zal de douane de reiziger daarmede laten doorgaan. TANG niet altijd behoeven uit Duits land komende, over Nijmegen rei zende personen het douanehokje op het Nijmeegse station te passeren. De door gaande reizigers in de internationale treinen krijgen namelijk tussen Nijme gen en Utrecht de douane, die daarvoor n eerstgenoemde plaats instapt, bij zich in de trein. Omgekeerd verricht de douane tussen Utrecht en Nijmegen zijn werk bij de reizigers, die naar Duits land gaan. Aan onze zuidelijke grens worden de reizigers steeds in de trein tussen Es- schen in België en Roosendaal in ons land gecontroleerd, dank zij Benelux. Maar nooit ontkomt men aan de douaniers, als men legaal de grens overschrijdt, of dat nu per trein of per auto, per vliegtuig of per schip ge schiedt. Wie niets kwaads in de zin heeft, ontmoet in hen vriendelijke en hulpvaardige mensen Maar owee, als men smokkelen wil.... G. i' 1 fN RUSLAND is het i - hausen één van zijn dat mijn trompet er van het binnenwerk van mj dat enkele uren later, to plotseling begon te spel vuur...." De adellijke „zomaar iets". Neen, hij door mensen gedroomd i: hen we allen wel als kini om dit dan later weer te wens je eigen stem te k in vervulling deed gaan, jje stamvader van de gra of de gramofoon deed zjji beroemde zanger meer, oi ensprekers werkten 70 ge wilt kunt ge zijn 1 eiiierend, angstwekkend 1 70 moet het ook geweest Alkmaarse jongen, die het eerst van zijn leven be naar een aria van Enrico is al lang dood!" had de jt raar plotseling beseft. „Er hem zingen!" Het w: boeiend, vond die jongei geen rust, eer hij een g bezat, waarop Caruso zoi het de curiositeit „een horen zingen", doch al spc naar.de achtergrond gedro weten dat er een geweldi rijkdom verborgen lag in zinnige groeven van de Nu is Jan Frijn, zo heet eigenaar van een discothi tienhonderd zang- en Noem welke zanger van nis. of Jan Frijn laat u zij Zoals Zatopek de huisvrie s portlievend gezin is, zo zi Marcel Dietrich, maar ook ber, Joseph Schmidt en n ruso dagelijkse bezoekpr Frijn in Alkmaar. En het gasten! Er zijn er onder het publiek nimmer heeft Luister en Nietwaar, wij hebben mint» Giegelie", Tino Rossi aantal anderen die dank z dank zij hun populaire pri brede lagen bemind zijn ge\ Gigli wordt een overdrev galmer naast zijn landgeno (Voor het geval hij bekem spreekt zijn naam uit als /RAAG een willekeurige of hij een bekend baszanj men. Het antwoord is „Pa Volledigheidshalve kan me kamer van het echtpaar i an diens platen aantreffe luister nu ook eens een opi Rus Michajlof, wiens trotse geluid zelfs het IJzeren 1 mocht te doordringen om i een Alkmaarse huiskamer Vijftien jaar lang verzam reeds zangplaten. Hij heeft terlijk hóren komen en., voorspelt de nog vrij onhol landse sopraan Gré Brou enorme toekomst, evenals wiens ster eerst nu langza zende is. En lèt op de vi van Jan Frijn, Brouwensti zijn hem nader dan wie verbluffend, zo juist als honderden zangers en zan; zijn platen karakteriseert, meesten van hen nooit gez ze van hun platen, zowel 1 (wie herinert zich hem n< Peerce. Van de eerste heef tiek plaatje, zo groot als bordje, even hobbelig als oppervlak en van de ander laatste electrische opname. Hun vocale prestaties alle gegevens over hun per: verlangt h(j niet te weten, uit hun kunst. Zo is het go trapt hij op een storende zanger bewust gemaakte aria van „La Bohème". De Tagliavini is de enige zange treffende aria feilloos zingi zegt Jan Frijn. „Alle andt goden plegen braaf dezelfde Gigli maakt. Juist omdat maakt, ook ai schreef Puc anders Een tenor a een discophiel als Ja men vrijwel alle curiosa die er op zangplatengebiec zi.in. Hij bezit een plaat wa voor de enige maal van baspartij zong. Hieraan is lijke anecdote verbonden, eens de „La Bohème" sair bas, die midden in zijn aria loor. De grote tenor fluister Doe net of je zingt. Ik ne over!" En inderdaad-, zonder van de luisteraars het bem Caruso de partij over en' bas! Zijn vrienden geloofd baal dat Caruso hen deed biet en uit de aardigheid een gramofoon-opname n bij dezelfde partij weer Dat was het bewijs. Er acht platen, waarop Car 2°ng. Na do oorlog werd Jjuggevonden en vermenigv Frijn kocht die plaat onmi heeft hij de primitieve 1900 werden gemaakt 'ovens een fonograaf, Vasrol. Hij kreeg van „Deci "'fis, waarvan platen worde ®en „broodje" de klokkesp Bramofoonplaat en nog dingen, die hij toont 00 d hij hier en daar houdt, ziek. de zang beter gezeg grootste aantrekkingskracht Hele avonden kan het eel Jan's echtgenote deelt gUJ

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 8