„Hebt U iets aan te geven....?"
3
Koffie is nog steeds
smokkelartikel
een
gewild
Bij de
d
Vier moderne hulpmiddelen voor
de volksopvoeding
Waarde van pers, radio, film en TV
Vijfduizend avonturiers in de hel
van het oerwoud
De Davidsons kunnen terugzien
op een roemruchte historie
Geen bewuste be-
inv/oeding
Boeren verlaten hun land voor goudjacht
De Regering is bezorgd
De bodemgesteldheid
van de N.O.-polder
Ee hand in het familiewapen
Het paard van Zeger steigerde op de kreet
„Oranje Boven"
Stamvader kwam uit
Schotland
Douaniers zijn vriendelijke mensen
Maar wee de smokkelaar!
ER ZAT EEN VARKEN HALF IN DE GROND
Kunst en cultuur
Een nieuw blijspel van
Maurits Dekker
Grillig loopt de grens over tuinen
en boerenerven
De douane heeft een
moeilijke taak
legehe
ke
Gramofoon-hobl
veel aan hel
(Van een onzer redacteuren)
is de waarde der moderne publiciteitsmiddelen voor de volksopvoeding?
Het stellen van deze vraag maakt misschien een aantal lieden schichtig. Zij
herinneren zich nog maar al te duidelijk, hoezeer krant en radio zijn misbruikt
voor „volksvoorlichting", welke in wezen misleiding was. Zij horen nog het
arrogante stemgeluid van Max Blokzijl, ze denken terug aan de pennevruchten
van zijn geestverwanten in de verschillende dagblaadjes van die periode. En ze
hebben gel fok. Maar ze vergeten, dat ook de moderne democratie zonder deze
verbindingen van mens tot mens niet meer kan bestaan. Gcdachtenverspreiding,
gedachtenwisseling, bezinning, verbreiding van kennis, verdieping van inzicht
7- worden door krant en radio in ruime mate gediend. De film is nog steeds
het stadium van het platvloerse kermisveimaak niet geheel ontwassen, al doen
zich ook hier ongedachte mogelijkheden voor. De televisie staat nog in de
kinderschoenen.
INE Volkshogeschool te Bergen heeft
kortelings op De Zandhoeve aan
de Duinweg een tweedaagse conferee
tie gehouden, waar mensen van pers.
radio, film en televisie tezamen met
een paar „volksopvoeders" breedvoe
rig over deze kwestie hebben gespro
ken. Er waren enkele inleidingen - zo
spraken er mr M. Rooy, hoofdredacteur
van de Nieuwe Rotterdamse Courant,
mr K. van Dijk van de Regionale Om
roep Noord, de filmcriticus H. Wielek,
en de televisiespecialist Piet Beishul
zen - die een nabespreking uitlokten,
welke maar al te kort duurde naar de
smaak van de deelnemers.
Want er kwam in de discussies een
kleinigheid naar voren van de proble
men, welke er ook op dit terrein me
nigvuldig te vinden zijn. Er werden
een paar wenselijkheden en mogelijk
heden uitgesproken. Maar tot een vol
komen afgerond beeld kwam men niet.
Dat zal moeten worden gevormd in
de conferenties, die in de toekomst
zullen worden gehouden; de lei
ding van de Volkshogeschool wil
dan vertegenwoordigers dezer vier pu
bliciteitsmiddelen en van het volks
opvoedingswerk afzonderlijk bijeen
roepen, om te zien, welke mogelijkhe
den er zijn voor de krant, de radio, de
film en de televisie elk voor zich,
Kunst en leven
S/IISSCHIEN zal men dan binnen de
1 contouren detaillijnen kunnen te
kenen, waarvan men nu hoogstens en
kele aanduidingen voor zich heeft
gezien. Het nauwkeurigst is daarbij nog
wel mr Rooy geweest. Dat lag ook wel
voor de hand. Tal van onderzoekers,
Amerikaanse en Franse, maar toch ook
onze landgenoot prof. dr. K, Baschwitz,
hebben in de loop der jaren de taak
van de pers in ons maatschappelijke
bestel en haar waarde voor de vorming
der publieke opinie bestudeerd. Zij zijn
daarbij tot de conclusie gekomen, dat
deze taak zeer belangrijk is. Want de
pers verschaft in hoofdzaak het mate
riaal, waarmee zelfs leidende kringen
in de samenleving hun beeld van de
wereld om zich heen vorrr,\n. Er is dan
ook een wisselwerking. De mening van
de krant en de meningen van de lezers
oefenen voortdurend invloed op elkaar
uit. De krant geeft haar berichten en
haar informatieve artikelen waarin het
verband tussen het nieuws van van
daag en de gebeurtenissen van voor
gaande tijden wordt uiteengezet. En zij
geeft haar commentaar, waaraan de le
zer zijn nagels kan scherpen wanneer
hij het oneens, en zijn geest kan ver
kwikken wanneer hij het eens is met
de schrijver ervan.
Al deze dingen en nog veel meer
Vertelde mr. Rooy in zijn zorgvuldig
opgbouwde uiteenzetting. En hij kwam
tot de conclusie, dat de krant zeer be
langrijk werk kan verrichten. Zij moet
echter oppassen voor vervelend wor
den. Zij kan zich niet de weelde ver
oorloven, langdurige en taaie beschou
wingen over allerlei actuele kwesties
te publiceren, zonder het gevaar te lo
pen dat niemand ze meer leest. Een
actuele en aantrekkelijke reportage
kan in het kader van een bepaalde
campagne veel meer waarde hebben
dan welk artikel ook.
Radio en luisteraar
VEEL minder positief was mr Van Dijk
in zijn uiteenzettingen. Dat kon ook
moeilijk anders. Omtrent de „luister
dichtheid" van bepaalde radio-uitzen
dingen staat zeer weinig vast. Men
heeft hier te lande wel geprobeerd een
Indruk te krijgen van de animo voor
verschillende programma's, door „luis
termeters" te plaatsen op enkele radio-
centralen en uit de wisselingen in het
stroomverbruik bepaalde conclusies te
trekken maar dat is niet afdoende ge
bleken. Het stroomverbruik alleen zegt
niet voldoende. Men heeft immers geen
erkel inzicht in de wijze waarop, de
aandacht waarmee wordt geluisterd.
Amerikaanse en Engelse radiostations
hebben door middel van enquêtes ge
poogd, een inzicht te krijgen in de wij
ze, waarop de luidspreker wordt gehan
teerd. En de heer Van Dijk heeft zelf,
ter behoeve van zijn proefschrift in
Groningen enige malen proberen na te
gaan, hoe men radio-uitzendingen waar
deerde.
Over het algemeen kan wel worden
gezegd, dat de radio zeer ruime moge
lijkheden biedt. Deze eisen echter een
speciale vakkennis, om ze naar behoren
te benutten. De vraag is dan echter ook,
hoe men de luisteraar geestlijk kan ac
tiveren. Tegenwoordig levert de radio
nog maar cl te veel „achtergrondge
ruis". De moderne mens vreest de stilte,
heeft behoefte aan geluid om zich heen
en ,laat liever een weerbericht in een
hem vreemde taal aanstaan, dan de
spreker door een draai aan de knop het
zwijgen op te leggen." aldus een Engel
se schrijver. Zo kan dus de radio de
vijand van Jle cultuur worden. Niette
min: oneindig velen waarderen het
nieuws, een programma als „hersen
gymnastiek", een klassiek concert, een
kerkdienst; de radio is daardoor een
belangrijke factor in hun geestelijke
vorming geworden. 4
Film en televisie
UK de film? Die is als kermisvermaak
begonnen, aldus de heer Wielek en is
dat stadium vaak nog niet te boven. Een
belang ijk deel van de filmproductie
wordt bepaald door de gedachte; Wat
verdien ik er aan? Zo kunnen er tien-
tallen films volgens een bepaald schema
ontstaan, enkel en alleen omdat deze
volgens verwachting bij het publiek
zullen aanslaan. Het gehalte is vaak
zeer slecht. Toch zijn er ook voortreffe
lijke dingen gedaan. Het gaat er om,
deze te stimuleren; filmclubs en orga
nisaties op het gebied van volksontwik
keling kunnen hier belangrijk werk
doen, al dan niet in samenwerking met
de bioscoopexploitanten. Deze zullen
heus wel komen, wanneer zij beseffen,
dat goede filmprogramma's aandacht en
steun krijgen en zakelijk bezien waar
devol voor hen worden.
De televisie tenslotte staat hier gelijk
gezegd nog in de kinderschoenen. De
heer Beishuizen bleek haar vooral te
waarderen als een mogelijkheid voor
adembenemende journalistieke vormen,
zoals life-reportages van belangrijke ge-
b ;urtenissen. Volksmisleiding is hier
stellig ook in ruime mate mogelijk.
Economische kwesties zullen echter
vooral dwingen tot het uitzenden van
ontspanningsprogramma's; dan eerst
wordt de verkoop van TV-toestellen ge
stimuleerd en de kans op behoorlijke,
met de uitgaven kloppende inkomsten
groot.
Overigens kan de TV de aandacht
vestigen op allerlei belangrijke culturele
verschijnselen, wetenschap in populaire
vorm tot de kijkers brengen en daar
door ook als lesmateriaal in de school
een functie krijgen.
Waardering
CR was dus over het algemeen een po-
sitieve waardering voor de vier reeds
genoemde technische verschijnselen als
hulpmiddelen bij de volksopvoeding.
Overigens kan worden opgemerkt, dat
er meer dan eens een zekere begrips
vervaging optrad. Niemand bleek in
wezen voor het woord „opvoeding" te
voelen; wanneer een spreker het ge
bruikte, werd uit de inhoud van zijn
betoog alras duidelijk, dat hij veeleer
dacht aan „ontwikkeling" kort gezegd:
de verschaffing van materiaal waarmee
de luisteraar, de lezer of de kijker zijn
geest naar believen kon verrijken en
zijn inzicht kon verdiepen. Wij hebben
de vaste indruk dat de inleiders ook
niet verder wilden gaan dan de ver
strekking van dit overigens met veel
zorg te kiezen materiaal. Aan be
wuste beïnvloeding toch altijd nog
een der kenmerken van „opvoeding'
bleek men liever niet te gaan doen.
Lezer en luisteraar zuilen echter nog
moeten leren, het apparaat, dat hun ten
dienste s/rat, te gebruiken En zo was
de vraag van alle inleiders aan de volks,
opvoeders: Leer ze kranten lezen, leer
ze de radio gebruiken, leer ze films
schiften. Want alleen het bewuste, wel
overwogen gebruik van de gegeven mo
gelijkheden doet deze van waarde zijn.
GOUDKOORTS AAN DE AMAZONE
(Van onze correspondent in Brazilië)
£EN goudkoorts, die herinneringen aan Klondyke doet opkomen, heeft Noord-
BraziUe overvallen, sinds twee maanden geleden enige goudzoekers, die van
de Rio Jarl, een rechter zijrivier van de Amazone, kwamen, in Macapa, de hoofd
stad van het gebied van Amapa aan de noordelijke mondingsarm van de Ama
zone, goud verkochten. Als een lopend vuurtje verspreidde zich door het land
het gerucht, dat de goudklompen aan de Rio Jari maar voor het oprapen lagen.
Duizenden zijn sindsdien naar de hel van het oerwoud getrokken om hun geluk
te beproeven.
Minstens drie weken moeten de ge-
lukBjagers onzegbare moeilijkheden
.trotseren om de honderden kilometers
ïtroomopwtaarts over de woasfce Jari
met zijn meer dan dertig watervallen
en stroomversnellingen door het dich
te oerwoud naar het dorado af te leg
gen, waar hun alle tropenziekten van
malaria en moeraskoorts tot de Bu-
bonenpest, wachten en ze onder helse
levensvoorwaarden in- tropische, voch
tige hitte, door muggen geplaagd, aan
het goudzoeken kunnen gaan. Niemand
weet nog, of de goudvelden aSn de
Rio Jari werkelijk zo rijk zijn, als de
eerste geruchten beweerden. Sinds
twee maanden geleden de eerste geluk
kige goudzoekers uit het oerwoud naar
Macapa kwamen, is in het geheel 150
kilogram goud óp de markt gebracht,
wat al ten gevolge heeft gehad, dat de
goudprijs gedaald is.
Niet alleen uit Brazilië, maar ook
uit de drie ten Noorden hiervan gele
gen gebieden, Nederlands-, Engels- en
Frans-Guyana, zijn avonturiers door
het oerwoud naar de aan de Rio Jari
uit de grond opgeschoten gouddelvers;
stad getrokken. Naar het schijnt, ne
men de Braziliaanse goudzoekers te
genover de avonturiers uit deze drie
gebieden geen erg vriendelijke houding
aan en zijn zij niet bereid hun claims
te geven.
De ongekroonde koning van het goud
gebied, aan wie iedereen gehoorzaamt,
schijnt een van de eerste ontdekkers
te zijn, een man genaamd Erronas Fer
nandas da Silva, die door zijn eigen
machtsoverwicht de heerschappij in
het oerwoud over de daar samenge
stroomde woudlopers, delvers, smok
kelaars, gevluchte bagno-gevangenen
uit Cayenne en plunderaars op zich
heeft kunnen nemen, want de arm van
de -staat reikt niet tot in dit tot dus
verre rauwelijks door een blanke be
treden oerwoud.
Medicijnen, vooral kinine, en levens
middelen worden aan de Rio Jari voor
sprookjesachtige prijzen aan de man
gebracht. Een koopman uit Macapa,
die de gouddelvers tegen latere beta
ling in goud van gereedschappen en
levensmiddelen voorziet, werkt met
een winst van tachtig procent. Een
ander, die met medicijnen net oer
woud in ging, verkocht deze_ voor een
zakje goud van de tienvoudige waar
de.
Paus Pius XII kijkt zeer opge
wekt bij zijn aankomst op zijn
zomerverblijf te Castelgondolfo,
'waar bij verwelkomt wordt door
de nieuwe Christen Democratische
burgemeester. Vorige jaren werd
de Paus begroet door een commu
nistische burgemeester, die echter
bij de jongste verkiezingen werd
verslagen.
ïn het kader van het opnemen van
de bodemgesteldheid in de Noordoost
polder is o.m, een onderzoek ingesteld
naar de geschiktheid van de zand
gronden in deze polder voor bloembol
lencultuur. Hoewel sommige van deze
gronden inderdaad voor dit doel zou
den kunnen worden gebruikt, werd
toch de totale oppervlakte geschikte
grond (ongeveer vijftig h.a.) voorals
nog te gering geacht voor een lonen
de exploitatie.
Ook in het Waddengebied
voor zover dit gelegen is ten westen
van de lijn KornwerderzandTer
schelling, is voortgegaan met het opne
men van de bodemgesteldheid. Op
grond van deze gegevens zijn voorlo
pige bodemkaarten van dit gebied ver
vaardigd. Daarbij bleek dat in belang
rijke gebieden de landbouwkundige
mogelijkheden groter zijn dan aanvan
kelijk werd gedacht. Over vrij grote
oppervlakten komt namelijk onder
vijftig tot honderd c.m. zand goede
zwavelgrond voor. Een aanzienlijk
deel van het Balgzand zou, evenals een
gedeelte van de waardgronden, tot
goede landbouwgrond kunnen worden
gemaakt.
j]E NAAM DAVIDSON ook als Davidzon geschreven heeft in Noord.
Holland een bekende klank. Niet alleen wonen in vele gemeenten dragen
van deze naam, maar ook is de roman „Tot in den dood" van mevrouw Vissen-
Roosendaal, die hierin de grote Oranjegezindheid van Zeger Davidson in d«
tijd der Franse overheersing beschrijft, door zeer vele Noordhollanders gelezen.
Gedeeltelijk puttend uit een verschenen genealogie van het geslacht Davidson,
nnen wij een blik werpen op de herkomst en wederwaardigheden van dij
„eslacht, nadat het zich in Nederland had gevestigd.
HE stamvader van het geslacht was
Richard Davidson, die omstreeks
1535 in Schotland werd geboren. Dat
hij als voornaam Richard voerde, is
echter niet geheel zeker. Waarschijnlijk
was hij verbonden aan het hof van
Koningin Elisabeth, en keerde hij in
1590 naar Schotland terug. Ook zou hij
wegens „veel dienste aan anderen hoo-
ge Vorsten gedaan" van koningin Elisa
beth de bijzondere gunst gekregen heb
ben in zijn wapen een hand te mogen
voeren (het wapen van Ulster).
Onder de zonen van Richard David
son treffen wij enkele predikanten aan,
n.l. John en Patrick. Zijn kleinzoon Wil
liam, die omstreeks 1610 werd geboren
en in de Schotse Brigade trad, belandde
in FJaderland. Hem mogen wij dan ook
beschouwen als de stamvader van het
geslacht in Nederland. Op 29 November
1637 huwde hij te Grave met Goswyna
van Kerkhof. William overleed 23 Mei
1690 te Breda. Zijn zoon Thomas sneu
velde in 1678 bij het beleg van Ieperen,
na in 1666 te zijn getrouwd met Gees-
ken Balk.
CEN kleinzoon van deze Thomas Da-
vidson, n.l. Willem, die in 1699 te
Emden werd geboren, vestigde zich te
Amsterdam. Op 28 April 1725 huwde hij
hier met Elsie Hoogkerker. Het geslacht
Davidson is dus vanuit Schotland via
Nederland en Duitsland in Noord-Hol
land gekomen. Willem overleed in 1768
te Amsterdam.
Dat er zoveel nakomelingen in de om
geving van Venhuizen worden gevon
den, is niet vreemd. Dirk, een afstam
meling van Patricus Davidson de
broer van Thomas huwde op 9 Sep
tember te Venhuizen met Lijsheth Hen
driks. Volgens overlevering zou Dirk,
toen het roodbonte vee in Holland door
de veepest werd geteisterd, per schl»
uit Ocst-Friesland zwartbont vee heb-
ben ingevoerd. Het schip zou, doo»
storm overvallen, de haven van Ter.
sluis dicht bij Venhuizen gelegea
zijn binnengevaren waar Dirk het
meisje leerde kennen, dat zijn vrouw
zou worden.
Uit dit huwelijk werden drie zonen
geboren, n.l. Willem, Hendrikus en Ze-
'ger resp in 1752 1755 en 1764. Willem
werd veehouder te Venhuizen waar hij
op 29 Juli 1780 in 't huwelijk trad met
Hillegond Valens. Hij overleed in Ven-
huizen op 27 Januari 1827. Hendrikus
v/as eveneens veehouder te Venhuizen,
In 1775 huwde hij Aaltje Weeder.
Zeger Davidzon (1764—1799)
HE derde zoon, Zeger, werd echter in
Noord-Holland het meest bekend,
hoewel deze vermaardheid hem het
leven zou kosten. Tijdens de Franss
overheersing omstreeks 1800 toon
de hij zich sterk Oranje-gezind.
Zijn paard noemde hij Wilhelmina,
naar de gemalin van Prins Willem V.
Dit paard ging op dc achterste benen
staan, wanneer Davidzon het „Oranje
boven" in het oor fluisterde. Dit moet
hij vertoond hebben op de markt te
Hoorn, daarbij wuivend met een Oranje
doek. Toen in 1799 de Engelsen en Rus
sen een inval deden in Noord-Holland
een actie, gericht tegen Frankrijk,
leverde hij fourage aan de gelande
troepen, hetgeen door de Fransen ver
boden was. Op 25 September 1799 werd
hij door de Krijgsraad te Velde te Alk
maar ter dood veroordeeld. Hij zon, om
afscheid te kunnen nemen van zijn
vrouw en kinderen, één dag vrijheid
hebben gekregen na zijn erewoord te
hebben gegeven, dat hij daarna ton
terugkeren naar zijn gevangenis. Wel
was hij in de gelegenheid naar Fnge-
land te ontkomen, maar zijn erewoord
wilde hij niet breken en zo werd hH
op 27 September 1799 gefusilleerd.
A. MEKKEN.
Alles wordt aan de Rio Jari met
goud betaald, suiker, gedroogd vlees,
broodwortel, alcohol en sigaretten.
Voor één gram kan men een pakje si
garetten koppen, voor drie gram een
fles alcohol.
Met grote bezorgdheid zien de Bra
ziliaanse autoriteiten deze ontwikke
ling. De gouverneur van Amapi heeft
heeft reeds verklaard, dat de goud
koorts voor het betrokken gebied een
catastrophe betekent. De boeren ver
laten hun land en het gehele leven in
Amapi is in wanorde geraakt. Als op
een dag de goudvelden, waarvan nog
niemand de omvang kent, uitgeput
zijn, zal het land armer zijn dan tevo
ren. In 1895 werd al eens goud ont
dekt in dit gebied, maar dé opbrengst
bleek armzalig te zijn. Steeds weer
circuleerden er geruchten van nieuwe
vondsten, doch er werden géén aders
ontdekt, die de moeite waard waren
geëxploiteerd te worden. Zo vreest
men oék thans, dat op de eerste roes
een vreselijke ontnuchtering en een
nog grotere ellende zal volgen, als in
de herfst de regentijd begint en iedere
verbinding met de gouddelvers onmo
gelijk maakt.
(Van onze speciale verslaggever)
IN een erbarmelijk hokje op het door de oorlog verwoeste station te Nijmegen
„druppelen" de reizigers binnen, die uit Keulen met de trein zijn aangekomen.
Er kunnen slechts enkele personen tegelijk binnengelaten worden; de rest moet
op het perron wachten. In het hokje passeren de passagiers eerst twee, achter
ruwe houten tafels gezeten, ambtenaren van de invoerrechten en accijnzen in
uniform, die hun deviezen controleren. Daarna worden de reizigers uitgenodigd
op een lage houten bank hun koffers en tassen open te maken. „Nog iets aan te
geven? Sigaren, sigaretten, alcoholhoudende drank?", is de stereotiepe vraag
van de douaniers, die hier hun routinewerk verrichten. Zij graaien wat door de
kleren in de koffertjes, lichten hier en daar wat op om eronder te kijken, onder
zoeken een doosje of een tasje en geven de reizigers verlof verder te gaan, doch
niet dan nadat zij alles weer netjes gesloten hebben.
geduldig en helpt het vlug oplossen. Er
volgt een Nederlandse moeder met een
paar kinderen, kennelijk terugkerend
van vacantie.
70 gaat een Duits echtpaar door de
contróle hij kortaf en zelfbewust,
zij onverschillig afwachtend. Er is een
misverstand over het Duitse geld, doch
de Nederlandse ambtenaar is rustig en
Een Amerikaanse soldaat in keurige
uniform laat zijn spullen zien. Twee
zenuwachtige vrouwen van het Duitse
De toneelgroep „De Phoenix" heeft
de opvoeringsrechten verkregen van
n nieuw blijspel geschreven door
Maurits Dekker, schrijver o.a. van „De
wereld heeft geen wachtkamer". De
regie is in handen van een gastregis
seur. De première zal begin van het
seizoen worden gegeven.
FILM „HOUEN ZO" VERKREEG
PRAEDICAAT „AANBEVOLEN"
De culturele adviescommissie van de
Nederlandse Bioscoopbond heeft beslo
ten om aan de film van de heer Her
man van der Horst „Houen zo" dc
hoogste onderscheiding te verlenen, di'
de Bond kent nj. het praedicaat „aan
bevolen".
(Van onze speciale verslaggever)
HE KOFFIE kost in Nederland 4,08 per pond. In Duitsland betaalt men er
20 Mark, dat is ƒ18,— voor. De smokkelaars krijgen 12 a 13 Mark, dat is
11>a 12,per pond en maken dus altijd nog een zoet winstje. Hiermede is
eigenlijk al voldoende gezegd. Er wordt koffie naar Duitsland gesmokkeld,
langs onze gehele oostgrens, doch afnemend naarmate men noordelijker komt.
Over de grens kopen de Nederlandse smokkelaars andere goederen voor het
ontvangen geld en smokkelen deze weer naar Nederland. Er is een geregeld Ille
gaal verkeer van het ene land naar het Evndere, waarbij smokkel het motief Is.
De douane moet trachten deze smokkel te verhinderen. Dikwijls lukt dat, doch
de smokkelaars zjjn de „ambtenaren van de invoerrechten en accijnzen", zoals
ze officieel heten, ook wel eens te slim af. Zoals in de tijd, dat er veel varkens
clandestien de grens overgebracht werden en de smokkelaars een big half in
de grond hegroeven, dat daarna begon te schreeuwen „als een mager varken"
en de ambtenaren, die wild roken, naar zich toe lokte, terwijl zij zelf op een
andere plaats vrij spel hadden
TN de buurt van Nijmegen en in het
noorden van Limburg zijn we met
de douane langs de grens getrokken.
Er komen vreemde situaties voor: een
weg op Nederlands gebied en de berm
ernaast op Duits zodat men slechts een
stap opzij behoeft te doen om uit de
handen van de Nederlandse douane te
blijven.
Op een andere plaats ontmoetten wij
een vrouwtje dat in haar voortuintje
zat te wieden. Zij bevond zich toeval
lig op Nederlands grondgebied. Een
meter verder zou zij in Duitsland ge
weest zijn want de grens loopt midden
door haar tuin. Achter haar boerderij
gaat de grens tussen het huis en de
schuur door.
Het spreekt vanzelf, dat de douane-
mbtenaren over een groot aantal be
voegdheden moeten beschikken en dat
er een deugdelijke regeling moet zijn,
die hun arbeid mogelijk maakt, willen
zij de smokkelarij met succes kunnen
bestrijden.
Welnu, langs de gehele grens is een
ongeveer 5Vz km. brede strook aange
wezen, waarin door de douane toezicht
uitgeoefend wordt en voor de reizigers
beperkende bepalingen gelden. In deze
linie, die tot ver in Limburg tussen de
grens en de Maas loopt, surveilleert de
douane geregeld op invoer, uitvoer,
door- en vervoer. Een tweede linie
loopt van de grens af 22 km. het land
in. Ook hier heeft de douane nog be
voegdheden, zij het minder dan in de
eerste linie. In de eerste wereldoorlog
is bovendien tijdelijk een speciale li
nie in het leven geroepen van 500 me
ter breed met verscherpte bepalingen.
Er zijn nogal eens wijzigingen in aan
gebracht. Het is een verboden strook,
die wat Belgie betreft voor de daguren
is opgeheven en langs de Duitse grens
nog dag en nacht van kracht is.
Het principe
TN beginsel mogen goederen alleen
langs bepaalde banen worden in-
ot uitgevoerd. Aan deze banen zijn de
grensposten gevestigd. Langs de kleine
weggetjes en in het vrije veld wordt
geregeld gecontroleerd. Binnen 500 me
ter van de grens mag theoretisch nie
mand vertoeven. Moet of wil men er
toch zijn, dan is daarvoor een pasje
vereist. Uiteraard wordt deze bepaling
soepel toegepast.
Voor de 5k.m. strook geldt prin
cipieel, dat men er geen voorraden
mag hebben. Eigenlijk mogen dos zij,
die binnen S'A km. van de grens wo
nen, niets in huis hebben... Er zijn
echter veel uitzonderingen toegestaan
en wat als normale voorraad levens
middelen mag worden aangemerkt, zal
nooit aanleiding tot moeilijkheden ge
ven. Aan het principe kan de douane
in elk geval zekere bevoegdheden ont
lenen, zoals bijvoorbeeld die van huis-
zoeking.
Principieel behoort tot 22 km. van de
grens elk vervoer door een bewijs ge
dekt te zijn. Hierop zijn eveneens legio
uitzonderingen.
Fraude
AL die principes zijn er in feite al-
leen maar om de douane deze
benaming komt in de Nederlandse wet
geving niet voor en begint pas lang
zaam in officiële stukken door te drin
gen! eventueel de gelegenheid te
bieden, op te treden tegen beroeps
fraude (door de doorgewinterde smok
kelaars, die vrijwel steeds een sportie
ve strijd voeren tegen de ambtenaren),
de consumptiefraude (dat is smokkel
voor eigen gebruik) en gelegenheids
fraude, waarvan sprake is, als iemand
eens met een auto over de grens komt
en goederen zonder deze aan te geven
probeert mee te nemen.
De regelingen en de bevoegdheden
deugen wel, zo was onze indruk De
ambtenaren zijn ongetwijfeld voor hun
taak berekend en vervullen met ijver,
tact en nauwgezetheid hun plicht. De
outillage, waarover zij beschikken en
met name de huisvesting van posten
en kantoren is uitgesproken miserabel.
En wellicht is ook het aantal ambtena
ren te gering. Verbetering in deze si
tuatie, ook als dat geld moet kosten,
zou werkelijk geen luxe zijn....
platteland boterhammen in een pa
piertje in de reistas vinden deze
controle een onplezierige geschiedenis,
„MIETS aan te geven?" klinkt telken#
weer de vraag van de douane.
„Neen", luidt het antwoord op de och
tend, dat wij ons achter de douane
hebben opgesteld en dit visiteren ga
deslaan. Het zal ditmaal wel inderdaad
„neen" geweest zijn, want de ambte
naren laten allen ongemoeid hun weg
vervolgen naar de plaats, waar de pas
sen gecontroleerd worden.
De douane kent namelijk zijn Pap
penheimers. Meermalen gebeurt het,
dat de chef het passeren van de reizi
gers langs zijn ambtenaren schijnbaar
ongeïnteresseerd staat aan te zien.
Plotseling geeft hij één van zijn men
sen een wenk en deze pikt er één naar
het lijkt volkomen willekeurige per
soon uit en begint een grondig onder
zoek. Tien tegen één, dat er smokkel
waar voor de dag komt. De desbetref
fende reiziger ontgaat zijn straf niet.
De ambtenaren, vooral zij die al
lange tijd meelopen, zijn ware psycho
logen geworden. Aan de houding en
de gedragingen van hun slachtoffer
het mag zich nog zo onopvallend pro
beren te gedragen merken z(j, dat er
wat aan de hand is.
Het publiek weet dat. Vandaar dat
veefl reizigers en met name zij, die
slechts zelden de grens passeren, zich
onwennig en nerveus voelen, als zij
tegenover de douane staan.
TN deze vacantietijd, nu veel Neder
landers naar het buitenland trekken
en terugkeren met surprises en aar
dige dingen, die zij in den vreemde
hebben gekocht, is het goed, dat men
weet wat wel en wat niet mag. Velen
staan angsten uit, omdat zij de douane
met een in Parijs gekocht truitje of
met een paar flessen wijn uit Luxem
burg of het Rijnland trachten te ver
schalken, teneinde aan het betalen van
invoerrechten te ontkomen.
Ten onrechte! Want er mag heel wat
zonder vergunning worden ingevoerd,
als men het maar aangeeft. In prin
cipe moet alles aangegeven worden. De
douane zal dan wel zeggen, of invoer
rechten betaald moeten worden. In de
practijk is dit beginsel uiteraard veel
te streng en geen enkele douane zal er
daarom aanmerking op maken, als
men de kleren, die men aan heeft, niet
aangeeft. Principieel zou het echter
wel moeten geschieden. Lijfgoederen
in een koffer dienen wel aangegeven
te worden, doch altijd zal de douane
de reiziger daarmede laten doorgaan.
TANG niet altijd behoeven uit Duits
land komende, over Nijmegen rei
zende personen het douanehokje op het
Nijmeegse station te passeren. De door
gaande reizigers in de internationale
treinen krijgen namelijk tussen Nijme
gen en Utrecht de douane, die daarvoor
n eerstgenoemde plaats instapt, bij zich
in de trein. Omgekeerd verricht de
douane tussen Utrecht en Nijmegen zijn
werk bij de reizigers, die naar Duits
land gaan.
Aan onze zuidelijke grens worden de
reizigers steeds in de trein tussen Es-
schen in België en Roosendaal in ons
land gecontroleerd, dank zij Benelux.
Maar nooit ontkomt men aan de
douaniers, als men legaal de grens
overschrijdt, of dat nu per trein of per
auto, per vliegtuig of per schip ge
schiedt. Wie niets kwaads in de zin
heeft, ontmoet in hen vriendelijke en
hulpvaardige mensen Maar owee, als
men smokkelen wil....
G. i'
1
fN RUSLAND is het i
- hausen één van zijn
dat mijn trompet er van
het binnenwerk van mj
dat enkele uren later, to
plotseling begon te spel
vuur...." De adellijke
„zomaar iets". Neen, hij
door mensen gedroomd i:
hen we allen wel als kini
om dit dan later weer te
wens je eigen stem te k
in vervulling deed gaan,
jje stamvader van de gra
of de gramofoon deed zjji
beroemde zanger meer, oi
ensprekers werkten
70 ge wilt kunt ge zijn 1
eiiierend, angstwekkend 1
70 moet het ook geweest
Alkmaarse jongen, die
het eerst van zijn leven be
naar een aria van Enrico
is al lang dood!" had de jt
raar plotseling beseft. „Er
hem zingen!" Het w:
boeiend, vond die jongei
geen rust, eer hij een g
bezat, waarop Caruso zoi
het de curiositeit „een
horen zingen", doch al spc
naar.de achtergrond gedro
weten dat er een geweldi
rijkdom verborgen lag in
zinnige groeven van de
Nu is Jan Frijn, zo heet
eigenaar van een discothi
tienhonderd zang- en
Noem welke zanger van
nis. of Jan Frijn laat u zij
Zoals Zatopek de huisvrie
s portlievend gezin is, zo zi
Marcel Dietrich, maar ook
ber, Joseph Schmidt en n
ruso dagelijkse bezoekpr
Frijn in Alkmaar. En het
gasten! Er zijn er onder
het publiek nimmer heeft
Luister en
Nietwaar, wij hebben
mint» Giegelie", Tino Rossi
aantal anderen die dank z
dank zij hun populaire pri
brede lagen bemind zijn ge\
Gigli wordt een overdrev
galmer naast zijn landgeno
(Voor het geval hij bekem
spreekt zijn naam uit als
/RAAG een willekeurige
of hij een bekend baszanj
men. Het antwoord is „Pa
Volledigheidshalve kan me
kamer van het echtpaar
i an diens platen aantreffe
luister nu ook eens een opi
Rus Michajlof, wiens trotse
geluid zelfs het IJzeren 1
mocht te doordringen om i
een Alkmaarse huiskamer
Vijftien jaar lang verzam
reeds zangplaten. Hij heeft
terlijk hóren komen en.,
voorspelt de nog vrij onhol
landse sopraan Gré Brou
enorme toekomst, evenals
wiens ster eerst nu langza
zende is. En lèt op de vi
van Jan Frijn, Brouwensti
zijn hem nader dan wie
verbluffend, zo juist als
honderden zangers en zan;
zijn platen karakteriseert,
meesten van hen nooit gez
ze van hun platen, zowel 1
(wie herinert zich hem n<
Peerce. Van de eerste heef
tiek plaatje, zo groot als
bordje, even hobbelig als
oppervlak en van de ander
laatste electrische opname.
Hun vocale prestaties
alle gegevens over hun per:
verlangt h(j niet te weten,
uit hun kunst. Zo is het go
trapt hij op een storende
zanger bewust gemaakte
aria van „La Bohème". De
Tagliavini is de enige zange
treffende aria feilloos zingi
zegt Jan Frijn. „Alle andt
goden plegen braaf dezelfde
Gigli maakt. Juist omdat
maakt, ook ai schreef Puc
anders
Een tenor a
een discophiel als Ja
men vrijwel alle curiosa
die er op zangplatengebiec
zi.in. Hij bezit een plaat wa
voor de enige maal van
baspartij zong. Hieraan is
lijke anecdote verbonden,
eens de „La Bohème" sair
bas, die midden in zijn aria
loor. De grote tenor fluister
Doe net of je zingt. Ik ne
over!" En inderdaad-, zonder
van de luisteraars het bem
Caruso de partij over en'
bas! Zijn vrienden geloofd
baal dat Caruso hen deed
biet en uit de aardigheid
een gramofoon-opname n
bij dezelfde partij weer
Dat was het bewijs. Er
acht platen, waarop Car
2°ng. Na do oorlog werd
Jjuggevonden en vermenigv
Frijn kocht die plaat onmi
heeft hij de primitieve
1900 werden gemaakt
'ovens een fonograaf,
Vasrol. Hij kreeg van „Deci
"'fis, waarvan platen worde
®en „broodje" de klokkesp
Bramofoonplaat en nog
dingen, die hij toont 00 d
hij hier en daar houdt,
ziek. de zang beter gezeg
grootste aantrekkingskracht
Hele avonden kan het eel
Jan's echtgenote deelt
gUJ