Reeds vijf jaar leidt Cominform
de communistische wereld
EMILE ZOLA
Onder
Ook de
de
heerschappij van Moskou
C.P.N. volgt trouw
aanwijzingen
Zmesuu-end wiet Piet Siüe&e uioteb
Kameradenuit
het Westen op de
vingers getikt
D'
ten halve eeuw geleden stierf"
ZATERDAG 37 SEPTEMBER 1953
1 Ctntroo/ Com/tt van dt Rust. Communistische Partij-Mom. is
COMINFORM /jwERELD VRE-(//^WERELD VAK- yy\ «NT.%>E^CR?ï//]lNT FED.v r//j INT. JEUGD vM
Beckorttt V 0E$ CONGRES V/ VERBOND /V ORGANISATIES// DEM.VROUWEN ORGANISATIE
^:\<\\-s\"''i
%==u^O^ co,r:^ §s ^,s.t,«. k v,ouwïï«0,»0 §i
1™ j=gfp^^
vil COMMISSI auacAu 1 n Kf- rf-, ^.w.Efoy.- \/y l% X* - i S
L) ISsSlfl J ïWA !|ï|pÉ|i WSÜ - %;v - in
ss vL..-v1
'-.
PAPlCMCHTAIAt
cp a cr/cs
KA OCA'
SCHOttHG I
CONTftQLt
coh/wss/e»
papt tj pcas
-'mm.
WM MM
PARTUCONC-RES
Dl3 trie ton
TIJDELIJKE ACTIE
I COLPORTAGE
[CORRESPOND.
COM1TFS
CELLEN
(Van onze parlementaire redacteur).
VIJF JAAR geleden vond te Warschau een conierentie
plaats van vertegenwoordigers van de Sovjet-Russische,
Joegoslavische, Bulgaarse, Roemeense, Hongaarse, Poolse,
Tsjechoslowaakse, Franse en Italiaanse communistische
partijen. Deze op Russisch initiatie! bijeengeroepen conferentie
kwam tot de conclusie, dat het ontbreken van behoorlijk con
tact tussen de communistische partijen onjuist en schadelijk was
gebleken. Een uitwisseling van ervaringen en vrijwillige coör
dinatie van acties der afzonderlijke partijen was naar het
oordeel der conferentie met name met het oog op de ingewik
kelde na-oorlogse internationale situatie dan ook bijzonder
dringend geboden. Derhalve besloot men tot de oprichting van
een Informatie-bureau van Communistische Partijen: in de wan
deling vrijwel onmiddellijk de Cominform genoemd.
OFFICIEEL omschreef men de
taak van de Cominform als het
bevorderen van de uitwisseling
van ervaringen en, indien noodza
kelijk, het „coördineren van de
activiteit van communistische par
tijen op basis van vrije instemming".
De eigenlijke betekenis van deze
tamelijk duistere zinsnede kwam in
de loop van het volgende jaar aan
het licht. Naar aanleiding van het
ernstige verschil van mening tussen
de Joegoslavische communisten
leider Tito en Stalin deelde laatst
genoemde in een gepubliceerde
brief namelijk mee, dat „bij het in
het leven roepen van de Cominform
alle communistische partijen accoord
waren gegaan met het onbetwist
bare beginsel, dat iedere communis
tische partij verantwoording schul
dig is aan de Cominform".
Daar Tito met dit beginsel niet wen
ste in te stemmen, besloot de Comin-
lorm tijdens haar tweede officiële en
volledige bijeenkomst, in de tweede
helft van Juni 1948 te Praag gehouden,
op voorstel van de Sowjetunie de Joe
goslavische leider en zijn medestanders
uit de Cominform te stoten.
Enkele dagen later reeds maakte de
Cominform officieel bekend, dat de
communistische partijen van Albanië.
Engeland, Argentinië, Oostenrijk, Bel
gië, Denemarken, Finland, Nederland,
de Verenigde Staten en andere landen
zich bij het oordeel van de Cominform
hadden aangesloten.
De Cominform in actie
SINDS de uitstoting van Tito is de
Cominform zonder voorbehoud,
gelijk Stalin het in 1948 uit
drukte: „de partij-politieke basis van
het verenigde internationale front;
elke van haar afwijkende politiek leidt
tot verraad." Zo is het ook te verstaan,
dat niettegenstaande slechts acht par
tijen tot de officiële beraadslagingen
van de Cominform zijn toegelaten,
haar resoluties aanwijzingen en op
drachten voor alle communistische
partijen inhouden.
Overigens vinden officiële bijeen
komsten van de Cominform slechts
zelden plaats. Naast de twee reeds ge
noemde bijeenkomsten kan alleen nog
de Hongaarse samenkomst in de twee
de helft van November 1949 worden
vermeld.
Dit betekent echter niet, dat de
Cominform stil zit. Het tegendeel is
waar: informele bijeenkomsten vinden
regelmatig plaats. Voor deze worden
ook vertegenwoordigers van nog
niet tot de officiële vergaderingen van
de Cominform toegelaten communisti
sche partijen opgeroepen.
Op deze informele samenkomsten
worddh de Cominform-richtlijnen voor
de toekomstige acties der betrokken
partijen bekend gemaakt en toegelicht.
De laatste vergadering van deze aard
had, voor zover bekend, de vorige
maand te Praag plaats. Alle continen
tale Westeuropese communistische par
tijen waren hier vertegenwoordigd.
Naar verluidt hebben zij zeer stringente
instructies ontvangen voor een nieuwe
tactiek. Met name de Franse partij toch
had in de ogen van de Cominform-
machthebbers misbruik gemaakt van
de haar nog door vroegere richtlijnen
gelaten vrijheid. Door ruimere leden
werving en anders gerichte propaganda
moeten de communistische partijen
trachten zich te ontdoen van de smet
van sectarisme, welke thans op hen
kleeft. Inmiddels is in de Franse partij
reeds een „zuivering" van te sectari-
sche en onafhankelijke elementen be
gonnen.
Voortaan zullen de communistische
partijen nog nauwer dan te voren aan
Om met Dimitrov te spreken: „Alle
communistische partijen in de wereld
vormen één enkelvoudig communis
tisch front onder leiding van de mach
tigste en meest ervaren communistische
partij:' de partij van Lenin en Stalin.
Alle communistische partijen hebben
één door allen erkende leider en leraar:
kameraad Stalin" Met uitzondering
van Tito hebben alle communistische
leiders deze
positie van
Stalin en zijn
partij onder
schreven; de
voornaamste
deugd van
een commu
nist is zijn
„onvoor
waardelijke
solidariteit
met de Sow
jetunie".
"ven buiten de Roemeense hoofdstad
C Boekarest staat een gebouw, om-
geven door prikkeldraad en met pijn
lijke nauwgezetheid bewaakt. In dit
perceel zetelt het secretariaat van de
Cominform, de organisatie, die sedert
vijf jaren haar armen uitstrekt over
de communistische partijen voor en
achter het IJzeren Gordijn. De be
tekenis, de invloed en de werkwijze
van dit..Sowjet-bastion van geestelijke
knechtschap" wordt in nevenstaand
artikel belicht
E op
rich
ting
van de Com
inform en de
daarmede ge
paard gaan
de verscherp
te politiek
tegen de
Westerse
democratieën kwam voor de Neder
landse communistische leiders, evenals
voor hun Belgische, Engelse en andere
buitenlandse collega's, volkomen on
verwacht. De CPN haastte zich echter
te verklaren, dat het manifest van
Warschau „in grote lijnen overeenstemt
met de door de CPN toegepaste poli
tiek". En einde December 1947 sprak
het congres van de CPN er zich voor
uit, dat de partij contact zou zoeken
met de Cominform „teneinde zich op de
hoogte te stellen van de ervaringen van
dit bureau".
Reeds korte tijd later namen
vertegenwoordigers van de C. P. N.
voor bet eerst deel aan een infor
mele samenkomst van de Comin-
Sorm en sindsdien volgen de com
munisten hier te lande trouw haar
aanwijzingen op. Dit bleek al bij
zonder duidelijk, toen de secretaris
van de C. P. N., Paul de Groot, zich
op 7 Maart 1949 solidair verklaarde
met Thorez en tal van andere bui
tenlandse communistische leiders,
die hadden medegedeeld, dat de
communisten geen weerstand zou
den bieden tegen eventueel binnen
rukkende Russische legers.
Zulke open
lijke verkla
ringen zijn
echter zeld
zaam. Veel
eer zoeken
de commu
nisten op
aanwijzing
van de Com
inform hun
heil in het
werken in en
met tal van
mantel- en
andere orga
nisaties, zoals
in ons land
de Eenheids
vakcentrale,
het Algem.
Nederlands
Jeugd Ver
bond. de Ne
derlandse
Vrou
wenbeweging en de Nederlandse Vre-
desraad. Een en ander onder streng
toezicht van de partij en haar controle
commissies. En onder verantwoording
voor haar gehele doen en laten aan de
Cominform met welker beslissingen de
CPN bij herhaling „haar volledige in
stemming" betuigde.
De Cominform en haar
vertakkingen
Het optreden van Zola in de Dreyfus-zaak. Zola tot de Franse Maagd:
„Kniel slechts voor Haar, Mevrouw, Gerechtigheid is meer dan het leger."
Naar een tekening van Johan Braakensiek in „De Groene Amsterdammer"
CMfLE ZOLA, een naam, die nog steeds tot de verbeelding spreekt. Niet slechts
om de vele boeken, die deze Franse romanschrijver in zijn 62-jarig leven
heeft geschreven, maar ook om de rol, die hij heeft vervuld in de beruchte
affaire-Dreyfus, welke de gemoederen van de gehele wereld op het einde van
de vorige eeuw heeft bezig gehouden. Het is Maandag vijftig jaar geleden, dat
Zola voor goed de ogen sloot en zijn zoekende geest de eeuwige rust vond, die
het einde van alle dingen is. Maar nog steeds bewaart het Franse volk een
levendige herinnering aan hem. Een herinnering, die ook tot uitdrukking kwam
in de eer, de men zijn nagedachtenis bewees door in 1908 zijn lijk te plaatsen in
het Panthéon, de beroemde Parijse dodenkamer, waar alleen de grootsten van
het volk een rustplaats vinden.
TEN TIJDE van zijn leven is Zola een
omstreden figuur geweest. Hoe kon
het ook anders, was hij niet met zijn
romankunst de grondlegger van de na
turalistische school, welke conse
quenter dan de realisten zeden er.
sociale verhoudingen in het Frankrijk
van de tweede helft van de 19e eeuw
onverhuld schilderde?
Wanneer Zola de .burgermanskazerne
woningen in Parijs van die dagen be
schreef, was het of men de vieze goot
steen lucht uit de bladzijden opsnoof. Al
de ondeugden van de mens zijn oa-
tucht, drankzucht, gierigheid en heers
zucht wist hij met meesterhand ten
toon te stellen in oprecht levende men
sen. Een weinig vreugdevol beeld van
de menselijke natuur, zijn we geneigd
te concluderen. Maar vergeten we dan
niet de theoretische opzet, die Zola bij
dit alles voor de geest schemerde en
die bedoelde te laten zien, hoe een be
paalde erfelijke belasting van de men
selijke geest moet leiden tot bepaalde
gevolgen, hetzij losbandigheid of genie,
waanzin of profetengeest.
CONFLICT
7IJN naturalisme heeft hem natuurlijk
in conflict met de maatschappij ge
bracht. In behoudende kringen wekte
zijn niets verbloemende schildering gro-
DIMITRÜV
ijzeren discipline
de Cominform zijn gebonden en wel
licht aanzienlijk veelvuldiger hun
„door de Cominform ontdekte zwak
heden" moeten corrigeren, gelijk een
Oosteuropese partijleider het eens uit
drukte.
Hei secretariaat
Het belangrijkste orgaan van de
Cominiorm is ongetwijfeld het
zwaar bewaakte en met veel
prikkeldraad tegen ongewenste
nieuwsgierigheid beschermde secre
tariaat, dat sinds 1948 even buiten
de Roemeense hoofdstad Boekarest
is gehuisvest. Dit secretariaat, dat
een zeer groot aantal specialisten
en andere personen in dienst heelt,
bestaat uit tenminste vijf hoofd
afdelingen: voor propaganda, voor
financiële en economische aange
legenheden, voor politieke zaken,
voor inlichtingen en voor militaire
vraagstukken.
Alle hoofdafdelingen, die ieder ver
schillende onderafdelingen omvatten,
doen onderzoekingen, winnen inlichtin
gen in, bereiden plannen voor toekom
stige acties voor en vaardigen aanwij
zingen en richtlijnen uit. Een onder
afdeling van de hoofdafdeling voor po
litieke zaken is belast met de controle
op de wijze van uitvoering van de be
sluiten van de Cominform en haar
organen door de verschillende commu
nistische partijen; zij houdt tevens toe
zicht op en rapporteert naar aanlei
ding van het overige werk van deze
partijen.
Sinds 1950 heeft het secretariaat
vooruitgeschoven afdelingen in Berlijn,
speciaal voor het werk in West-Europa.
Sov/jet-overheersing
GELIJK uit het bovenstaande al
blijkt, neemt de Sowjet-Russische
communistische partij in de Comin
form een dominerende plaats in. Deze
partij en haar leiders vormen de eigen
lijke drijfkracht van de Cominform.
MjiiiinniiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiinititiiinnniiniiiTniiiiïïmiinniiiinnininniintnni WAT WIJ DEZE ZOMER BELEEFDEN
rOEN zei ik ineens
„We gaan een week
zeilen" en ik keek
resoluut naar buiten,
waar het gierend waaide en
regende dat het goot, zoals
het alleen kan waaien en
regenen rond een Haagse
flat op een vierde étage.
Mijn vrouw keek even
prompt onthutst over zoveel
misplaatst enthousiasme,
doch ik wilde niet meer van
aflaten weten. Een manne
lijk besluit behoort ten
slotte een besluit te zijn.
„En waar dan?" infor
meerde mijn gade practisch.
„In Friesland", had ik
mijn antwoord klaar en
zette meteen enthousiast
door: „Herinner je je die
zeilvacanties in de oorlogs
jaren; die boerenboter en
liters melk-zo-van-de-koe;
de wijdheid van het Friese
water
„En die vermaledijde sluis
bij Terhorne, waar je zo
fraai recht op de remming
liep?" sloot ze nuchter aan!
Alsof ik het niet hoorde
(maar inwendig keek ik
vernietigend): „Natuurlijk
niet in een hotel logeren,
maar alles aan boord, onder
het motto: „in de vrije wa
teren slechts de band der
familie". Stel je voor je zeili
en reilt zoals je wilt; je
kruist over de plassen, je
gaat voor anker en neemt
een zonnebadWaarop
mijn vrouw en haar ouders
zó opvallend naar buiten
keken, waar het stormde en
regende, dat ik acuut mijn
mond hield, een pijp opstak
en in een krant dook.
I AAT ze toen de volgende
morgen zonder mij zacht
voor te bereiden zeggen:
„Wanneer gaan we?" ik
herinner me het niet pre
cies, maar ik zal wel iets
van mijn waardigheid heb
ben verloren door volkomen
idioot te kijken. Toen was,
het na een poosje mijn
beurt: „En de kinderen, die
niet kunnen zwemmen,, ze
ven en vier als zij jaren tel
len?"
„Zwemvesten", zei ze.
„En als het nu keihard
waait en ik handen te kort
kom?"
„Buitenboordmotor" zei ze.
Zelfs mijn schoonouders
waren verbijsterd.
Een paar weken later
pakte ik vrouw, kinderen
en bagage (zwemgoed, hand
doeken, truien en leeftocht)
in een auto. Het was droog,
doch dreigend.
Het dreigde nog, toen on
ze kinderen in Sneek po
gingen deden instantelijk
van een vet-gezwabberd dek
eens knikspantkruisers in
de haven te plonzen. Het
dreigde, toen we onze iet
wat beknopte woning in or
de brachten, waarbij mijn
vrouw iets mompelde van
„Russische toestanden" en
tegelijkertijd opnieuw haar
hoofd tegen de koekkoek
bonsde.
En toen we op het buta-
gasje de eerste thee klaar
maakten en onze auto in
de verte hoorden terugkeren,
naar de beschaafde wereld,
begon het. Eerst zachtjes,
toen zo onmogelijk hard,
dat de cockpit onder water
liep. Dat kostte ons drie
schone handdoeken, plus
het eerste stel kleren van
ons nakomelingschap, dat
ronddaasde „wal op, wal af"
onder het kennelijke parool
„op het water zijn alle kat
jes nat".
In de duisternis van een
noodweer stelden we onze
kalenders op Zaterdag. We
keken elkaar aan en zucht
ten.
„Weet je nog", begon ik.
„Ach wat", zei ze, het
hoofd opnieuw ergens tegen
proberend, „we hebben een
hele week".
„Dat is 't 'm juist", filo
sofeerde ik spits.
Naast ons lagen Zwitsers
op de droogte te wachten.
Zij hadden twee zoontjes en
wij begrepen niet waarom
ze niet naar het Lago Mag-
giore of daaromtrent waren
gegaan.
ENIGE uren later wees de
kalender Maandag aan.
Er was iets onverklaarbaar
essentieels in de situatie ge
wijzigd. De wind loeide niet
meer door het want en het
razendmakend kletteren van
water, als maar water op
het stalen dek, bleef als een
fout in de regie achterwege.
Toen ontdeden wij ons
van de dekens en hesen alle
kleffe nattigheid in de bal
van de val. De tent over de
cockpit droogde zichtbaar.
Ik deed intussen pogingen
de Seagull aan het draaien
te krijgen, hetgeen demon
tage en droogvegen nodig
maakte, 's Middags slierden
we over het Snekermeer, dat
hoi stond naai- Terhorne toe.
Mijn oudste met een gezicht
van „Heer redt ons, wij ver
gaan", wat mij in verband
met het nodige vertrouwen
van dochter op vader ernstig
schokte. In Terhorne scheen
de zon; het werd warm. In
Akkrum scheen dé zon en
was het warmer.
En ik zal niet gauw de
blakstille, zoele avond in
Grouw aan het Pikmeer ver
geten, toen zij en ik op ons
dekje zaten, de kinderen als
rozen sliepen, de koffie goed
was en het verre licht van
een waehtzeiler zo onbewo
gen voor ons hing, dat daar
achter het niets scheen.
Dat alles is ons genot ge
weest, ook al moest ik eens
mijn jongste naduiken en
haar een ander maal van
verpletteren tussen wal en
schip redden.
Zij werden als wij, bruin
als de avondlijke koffie. „We
hebben nog een week" had
ze gezegd. Om altijd goed
over te denken tenslotte.
Toen we de beschaving in
reden en onze ruggen voor
het eerst uit schippershou-
ding konden rechttrekken,
goot het. Op dat uur, het
was wéér Zaterdag, begon
de Sneekweek.
te ergernis. Tegenover deze groep stond
echter nog tijdens zijn leven een veel
grMtere groep van bewoaflegaars, op
wie de klare taal zijner boeken en crl-
tieken van grote invloed is geweest.
Geen wonder, dat Zola's inmenging in
de affaire Dreyfus in 1897 dan ook op
zien heeft gebaard. Men kende zijn
strijdbare geest en vreesde hem van
wege zijn oprechtheid. Men herinnert
zich de historie van deze van spionnage
beschuldigde Franse officier van de ge
nerale staf. Nog voor een rechterlijke
beslissing was gevallen, na zijn arres
tatie in 1894 stond voor een groot deel
van de openbare mening al vast, dat de
Jood Dreyfus Frankrijk aan Duitsland
had verraden. De krijgsraad bevestigde
slechts deze openbare mening door hem
in besloten zitting op grond van zeer
twijfelachtige bewijzen tot levenslange
deportatie naar Duivelseiland te ver
oordelen, hoewel Dreyfus steeds met
grote klem zijn onschuld had volge
houden.
In Maart 1895 werd de veroordeelde
naar Cayenne in Frans Guyana over
gebracht, maar zijn vrouw, die vast in
zijn onschuld geloofde, zette verbeten
de strijd voor het recht van haar man
voort. In Zola kreeg zij in 1897 een
warm medestrijder nadat overste Pic
quart, chef van het Bureau Inlichtin
gen van de Generale Staf, reeds in
April 1896 een informatie had gekregen
die het verlopen sujet majoor Esterhazy
als de werkelijke verrader der militaire
geheimen aanwees.
In de papiermand van de Duitse mili
taire attaché Von Schwartzkoppen had
een voor spionnage betaalde werkster
papiersnippers gevonden van een on
verzonden, maar compromitterend brief
je voor Esterhazy.
Picquart had zijn ontdekking aan zijn
hoogste chefs medegedeeld, maar vond
geen gehoor. Dreyfus was nu eenmaal
veroordeeld, de openbare mening was
bevredigd en dus deed men er maar
net beste aan te blijven zwijgen.
Wie er echter zweeg Picquart niet.
- „J'ACCÜSE".
QP 23 Januari 1898 schreef hij in
I'Aurore" een open brief aan de
president van de Franse Republiek on
tfermde titel „J'accuse" „Ik bescliul-
d:g waarin hij met naam en toe
naam de hooggeplaatsten noemde, die
zich schuldig maakten aan de rechts-
ontwnchting in de zaak Dreyfus.
Dit artikel bracht Zola in aanraking
met do strafrechter. Het werd een tra
ces, waarin weliswaar Zola veroordeeld
tot, ee? 5aar gevangenisstraf en
■tUOO frs. boete, maar waarin de waar-
wdi-°u?r, Dreyfl,s in hoge mate aan
net licht kwam. In hoger beroep werd
dit vonnis tegen Zola enige tijd later
bevestigd. Door een vlucht naar Enge-
land onttrok hij zich aan zijn straf, om
eerst in 1899 terug te keren, toen het
hof van Cassatie het besluit tot revisie
van het Dreyfus-proces had genomen.
Hoe teleurstellend was dit herzie
ningsproces. Weer verklaarde de mili
taire rechtbank Dreyfus schuldig, zij
het dat verzachtende omstandigheden in
aanmerking werden genomen en d°
straf gewijzigd werd in tien jaar ge
vangenisstraf.
Toen was echter de maat vol Het
ministerie Waldeck-Rousseau vervin»
het machteloze kabinet Dupu.v en ging
me; krachtige hand in tegen de "I»ri-
caal-monarchisfische machinaties in het
leger der Republiek en begenadigde
koit na het misdadige proces Drevfns
«l"™ daarna volkomen werd gere
habiliteerd en weer in het leger werd
brachtmen' waarin hij het tot kolonel