Nederlandse fruittelers hebben het
ilijk
zeer moe
Een billijk winterpension
Prij
zen ingestort door grote oogst
en gebrek aan export
Onze politieke tijdschriften maken
de balans op
„In de Fragchtwagen" ie Hoorn
Mijn dochter lacht
Productie per hectare
is verdubbeld
Vragen staat vrij
Kamerverkiezingen en andere binnenlandse
vraagstukken onder de loupe
Doorbraak en haar grens
Belangrijke uitbreiding
bij het P.E N.
Een oude schuur
waar het goed
rusten is
Verdwijnt het Museum
van de Arbeid?
NEDERLANDSE FRUITTELERS hebben het op het ogenblik uitermate
moeilijk, doordat er onvoldoende afzet voor hun producten is. Ten aanzien
van de teelt van peren kunnen we zelfs van een ramp spreken. Men kan de
telers de schuld voor deze moeilijkheden niet geheel in de schoenen schuiven.
De fruitoogst is dit jaar uitstekend geweest. De aanvoer van appels en peren is
enorm, maar Engeland en Duitsland hebben er hun grenzen voor gesloten. Was
dat niet het geval geweest, dan zouden de kwekers een best jaar hebben gehad.
Aan de andere kant is inderdaad de oppervlakte met vruchtbomen beplante
gronden sterk toegenomen. Zij bedroeg in 1912 pl.m. 24.430 hectare. In 1939 was
zij gestegen tot 50.778 hectare en voor 1951 is de raming 70.500 hectare. De laatste
jaren is het areaal echter vrijwel niet meer uitgebreid. Appels zijn er het meest
aangeplant, daarop volgden de peren. Pruimen bleven constant en kersen zijn
zelfs teruggelopen.
maakt, zijn zeker niet hoog, maar de
moderne bedrijven, die zich toeleggen
op een uitstekende kwaliteit en die tij
dig bijgeplant hebben, ontvangen voor
Cox Orange Pippin toch wel 40 cent
per kg, waartegenover de productie
kosten circa 25 cent bedragen. In Roo
sendaal bijvoorbeeld heeft zich een
nieuw fruitcentrum gevormd. Daar
gaat het wel goed; er zijn echter niet
veel zulke moderne bedrijven.
Goed betaald worden nog de rassen
Cox Orange Pippin, Jonathan, Golden
Delicious, James Grieve en Schone
van Boskoop. De laatste soort is een
goudreinet. Trouwens van de goudrei-
netten zijn de verwachtingen niet on
gunstig, mits men er niet op dit ogen
blik mee op de markt komt, maar bij
voorbeeld in December. Tot zo lang
kunnen zij goed overdekt bewaard
worden.
W/AT echter belangrijker is, is dat in
de periode van 1939 tot thans de
productie per ha is verdubbeld. De
opbrengst van appels bedroeg van 1935
tot 1939 gemiddeld 2900 kg per ha en
van 1946 tot 1950 7000 kg. Dat is een
toeneming met 141%. Voor peren be
draagt dit percentage 151%, voor prui
men 136 en voor kersen zelfs 268%.
Deze productieverhoging per ha is het
gevolg van beter onderwijs, van het
nuttige werk van de Rijksvoorlich
tingsdiensten en van de fruittelersorga
nisaties en van het intensieve onder
zoek naar ziekten en het aangeven van
de bestrijdingsmiddelen.
De hogere productie is dus niet uit
sluitend het gevolg van aanplant, doch
in sterke mate van de toegenomen op
brengst per ha. Het spreekt vanzelf,
dat daardoor de kostprijs per kg ge
daald is.
Daar staat tegenover, dat een goede
appel op de veiling en in de winkel
op het ogenblik evenveel kost als vóór
de oorlog, hoewel de lonen en de an
dere kosten zeker drie maal zo hoog
zijn. De fruitteler is zich blijven in
spannen een beter product te leveren
voor dezelfde prijs.
Topoogsi
r\E oorzaak van de slechte prijzen
van thans ligt in de sterk gestegen
productie. Vóór de oorlog was een to
tale opbrengst van 275.000.000 kg een
topoogst. Thans is 500.000.000 kg nor
maal en in dit goede fruitjaar zal de
totale productie wel ongeveer
630.000.000 kg bedragen.
Nu kan Nederland zelf wel nog meer
fruit gebruiken, maar de binnenlandse
consumptie zal stellig niet stijgen van
40 op 80 kg per jaar. Toch is het ver
bazingwekkend, wat de Nederlandse
markt dit jaar opneemt.
De geweldige oogst heeft onvermijde
lijk tot een prijsinstorting geleid. De
grootste moeilijkheid leveren de peren
op, die altijd voor een groot deel naar
Engeland werden uitgevoerd. Dit land
heeft in 1951 echter zijn grenzen ge
sloten.
Verleden jaar bedroeg de perenoogst
85.000.000 kg en dit jaar 190.000.000 kg
Het behoeft geen betoog, dat dan het
sluiten van de Engelse grens funest is.
Appelen zijn op allerlei wijzen te be
waren. Peren kunnen alleen geconser
veerd worden, als men ze koelt. Maar
zo veel koelhuizen zijn er niet voor al
die peren. Dit is het grote drama.
Ongeveer een maand geleden zette
Duitsland de fruitimport uit alle lan
den stop, met uitzondering van Ne
derland. Doch het wenste van ons land
de garantie, dat het fruit op de veilin
gen een minimum-exportprijs moest
maken van 20 cent per kg. Dat gaf
Duitsland namelijk de zekerheid, dat
Nederland niet zou dumpen. Op de Ne
derlandse veilingen werd tengevolge
van de grote aanvoer echter geen 20
cent per kg gemaakt. Tot overmaat van
ramp verhoogde Duitsland dit bedrag
kort geleden tot 30 cent per kg. Met
de peren is het dientengevolge een ho
peloos geval geworden. Goede peren
„doen" op de veiling 12 tot 14 cent
per kg, terwijl de productiekosten 17
tot 20 cent bedragen. Het zogenaamde
ondereind wordt dus doorgedraaid.
Aooels gunstiger
DIJ de appels ligt de zaak iets gunsti-
ger. De prijzen, die men ervoor
De oglossinq?
MEDERLAND kan wat zijn kwaliteit
en zijn prijzen betreft in Europa
voortreffelijk mee. Maar wat moet het
beginnen, als de andere landen hun
grenzen sluiten?
Gelukkig gaat Zweden op 1 Novem
ber zijn perenimport liberaliseren. De
minimum-veilingprijs, die voor export
naar Duitsland gemaakt moet worden,
wordt op 15 November van 30 cent ver
laagd tot 15 cent. Dan kan men weer
uitvoeren.
Van 1 September tot 1 November is
geheel Europa overvoerd met fruit. Het
slechte fruit moet zo spoedig mogelijk
geconsumeerd worden, hoe dan ook.
Het goede fruit kan men bewaren.
Hier liggen de kansen voor Nederland.
Wij moeten leveren na 1 December,
want dan is er vraag in alle Europese
landen. Van groot belang is dus het
fruit van prima kwaliteit in de koel
huizen op te slaan.
Voor de toekomst is modernisering
van de bedrijven nodig. Verleden jaar
is de Nederlandse fruittelers-organisa
tie begonnen met een grote rooi-actie.
De boeren hebben daarover thans na
gedacht. Nu zij bovendien slechte prij
zen maken, zijn velen reeds tot het
inzicht gekomen, dat zij inderdaad rooi
en moeten. Deze winter gaan zij aan
de slag.
In de plaats van de gerooide bomen
kunnen zij nieuwe - betere - rassen
aanplanten. Aangezien de slechte boom
gaarden op grasland zijn aangelegd, is
het ook mogelijk dit grasland te scheu
ren. Op deze grond krijgt men name
lijk een prachtig gewas aardappelen.
Vaak schrijven Nederlandse jongens
in een kleurrijke taal, die bijna gelijk
is aan Engels, aan Britse fabrieken om
gegevens en foto's van elk nieuw type
vliegtuig. De Bristol-fabrieken hebben
thans een speciale man belast met de
beantwoording van deze verzoeken. Tot
zijn verrassing heeft hij bij de stapel
een brief gevonden, waarin wordt ge
vraagd om de Encyclopaedia Brittan-
nia. Nu kost gezegde encyclopaedic
bijna vijftienhonderd gulden. Alles
'wijst er bovendien op, dat de vraag-
Xüstige jongeman niet zo zeer het voor
nemen heeft gehad, een stapel kostbare
boekwerken aan te vragen, dan wel
wat plaatjes en feiten over de nieuwe
Brittannia, het jongste vier-motorige
verkeersvliegtuig van de Bristol....
(Van onze parlementaire redacteur)
UITERAARD IS IN de Septembernummers van de grote politieke maandbladen
Socialisme en Democratie, Katholiek Staatkundig Maandblad en Anti-Revo-
Iutionnaire Staatkunde nog al wat aandacht besteed aan de belangrijkste ge
beurtenissen tijdens de zomermaanden op het binnenlandse politieke front: de
verkiezingen in Juni 1.1. en de daarop gevolgde langdurige kabinetsformatie.
,.De kracht van dit ministerie is niet zozeer van de volksvertegenwoordiging als
van zichzelf afhankelijk. Ontstaat in de boezem van het kabinet geen breuk dan
is het hoogst twijfelachtig of deze van buitenaf daarin zal worden geïntrodu
ceerd." Tot deze conclusie komt de voorzitter van de Tweede Kamer, mr L. Kor-
tenhorst, in zijn beschouwing over het derde kabinet Drees (KSM).
middelbaar onderwijs en het voorberei
dend hoger onderwijs besprekend, con
stateert dat beide ontwerpen onderwijs
kundig gezien veel goeds bieden. Maar
zij brengen niet de beloofde en ver
wachte gelijkstelling! Laatstgenoemde
schrijver geeft een gedegen principiële
en historische beschouwing over het
vraagstuk der lijkverbranding.
Partij-politieke vraagstukken komen
in twee maandschriften ter sprake. In
S en D zetten de heren A. A. van Ame-
rongen, drs. D. Roemers en prof. dr. F.
L. Polak de discussie over de heden
daagse situatie van 't socialisme voort.
In de rubriek Politieke Kanttekeningen
(KSM) worden ook door andere par
tijen ter harte te nemen opmerkingen
gemaakt over de betekenis van het
werkprogramma van de KVP voor de
Kamerfractie, de partijleiding, het
Centrum voor Staatkundige Vorming
en het Vormingsinstituut, dat o.m. is
belast met de kadervorming.
r\E VOORZITTER van de PvdA, J. J.
Vorrink, in S. en D. over hetzelfde
onderwerp schrijvend, stelt dat zijns
inziens de samenstelling van het kabi
net, zoals die ten slotte is geworden,
geen wezenlijk gevaar oproept voor ver
lammende dicussies en wrijvingen op
eigen bodem. „Er is alle reden te gelo
ven in de mogelijkheid, dat uit dit ge
zelschap een goed werkend team zal
kunnen worden gevormd."
In het bijzonder met de gevolgen van
de verkiezingsuitslag voor de Protes
tants-Christelijke en Katholieke Werk
gemeenschappen in de PvdA houden
beschouwingen van mr. G. E. van Wal-
sum en mr. Th. J. A. M. van Lier in S
en D zich bezig. Met name laatstge
noemde maant tot bijzondere voorzich
tigheid en tact, want „wij zouden de
politieke doorbraak ernstig bemoeilij
ken. wanneer wij haar grenzen uit het
oog verloren". Een doorbraak ook op
maatschappelijk en cultureel terrein
acht mr. Van Lier bepaald ongewenst.
Andere binnenlandse problemen wor
den door prof. dr. J. J. Gielen (KSM)
en burgemeester J. van Haar (ARS)
onder de loupe genomen. Eerstgenoem
de, de van prof. Rutten afkomstige
wetsontwerpen inzake het algemeen
Generaal J. H. Couzy, directeur van de Hogere Krijgsschool, wiens benoe
ming wordt verwacht tot commandant van de eerste divisie in de plaats
van generaal H. J. J. W. Dürst Britt, die met pensioen gaat.
Europees perspectief
Buitenlandse vraagstukken worden
ditmaal, bij uitzondering, uitsluitend in
S en D aangesneden. De directeur van
de dr. Wiardi Beekman Stichting, J. M.
den Uyl, ontleedt het Bevanisme in de
Engelse Labour Partij en prof. mr. dr.
J. Barents gaat uitvoerig in op de ver
dedigbaarheid van West-Europa. Boven
dien betoogt een Nederlander, die sinds
vele jaren in het buitenland werkzaam
is, onder het pseudoniem F. H. van Mar
schrijvend, dat voor de socialisten hef
hebben van een Europees perspectief
volstrekt noodzakelijk is. Want: „de
ironie, dat notoire conservatieven tot
de beste pleitbezorgers der staatkundi
ge progressie behoren en hun socialis
tische landgenoten daarbij in het eer
ste gelid tegenover zich vinden, toont
de omvang aan van de achterstand, die
het socialisme moet inlopen om aan
spraak te kunnen maken op het poli
tieke leiderschap in Europa en om op
deze taak te zijn voorbereid."
Wijzen wij ten slotte op de gebruike
lijke boekbesprekingen en met name
op de zeer uitvoerige verhandeling van
prof. dr. P. S. Gerbrandy (ARS) over
de Rechtsgeleerde Opstellen, enige tijd
geleden aan prof. dr. H. Dooyeweerd
aangeboden, en op het eerste deel van
de beschouwing van de heer A. W. H.
J. Quaadvlieg (KSM) over het drie-
-delige werk „Geestelijke vrijheid", van
wijlen dr. J. H. van der Hoop.
Verschenen is de begroting van het
Provinciaal Electriciteitsbedrijf over
het dienstjaar 1953, waarop voor uit
breidingswerken f 6.430.000.is uitge
trokken. Door Ged. Staten wordt er
hierbij op gewezen, dat er binnen af
zienbare tijd behoefte bestaat aan uit
gaande richtingen in de 50 kV schakel
stations op het Centrale terrein te Vel-
sen. Deze zullen nodig zijn wegens de
versterking van de voeding van het 50
kV net van de provincie, alsmede van
de Hoogovens. Voor het vergroten van
het tweede 50 kV schakelstation en het
gedeeltelijk inrichten ervan is een be
drag van f 900.000 nodig. Het wijzigen
van het 50 kV opstijgstation Kromme
nie in een 50/10 kV schakelstation
vraagt een bedrag van f 720.000. De
stelpost voor diverse uitbreidingen en
verbeteringen van laagspanningsnetten
bedraagt f 1.700.000.
Over bovengenoemd perceel, „In de Fragchtwagen", dat ongetwijfeld een der
mooiste, althans merkwaardigste is van Hoorn, is de laatste tijd veel te
doen, omdat het in desolate toestand verkeert. De gemeente Hoorn, aan wie
het pand toebehoort, laat zich aan het onderhoud, weinig gelegen liggen.
Reeds jaren bestaan er plannen om tot algehele restauratie van het perceel
over te gaan, maar telkens weer worden deze op de lange baan geschoven.
Hoe weinig men zich. het lot van dit historische pand heeft aangetrokken,
moge blijken uit het feit, dat het houtwerk, voor de laatste maal in 1929
geschilderd werd.
QRIJZE regenwolken hangen boven
het kale land. Aan het eind van de
landweg staat een oude scheefgezak
te schuur. De wind kan door de kie
ren en spleten in dit vervallen bouw
werk zijn lusten botvieren. Juist ais
wij de schuur zullen passeren, wordt
zij ons een welkome schuilplaats want
een fikse bui overvalt ons. Wjj haas
ten ons naar binnen en als wjj zitten
te wachten op een hoop stro tot het
droog zal worden, z(jn wij dankbaar
voor de wankele muren die tezamen
met het rafelige dak ons het gevoel
geven door een veilige mantel omslo
ten te zjjn.
Van de oude muur gaat iets per
soonlijks uit. Het lijkt of zij in haar
gebrekkigheid een taak te vervullen
heeft. Als de wind er aan alle kan
ten doorfluit, lijkt het of zij spreekt.
Tegen wie? Heeft zij ons iets te zeg
gen en misschien nog aan vele ande
ren? Het is of zij bedenkt hoe groot
de moeilijkheden zijn om de winter
heelhuids door te komen, voor de vele
levende wezens, die hier 's zomers in
vrolijke overmoed of luchtige spelerij.
voorbij trekken. De wind laat haar
niet lang deze rust.
Waarom dit verlangend uitkijken?
Waar wordt op gewacht? Is dit win
terpension al niet behoorlijk volge
boekt? Die kleine slaapmuis, die zo
juist nog zijn nieuwsgierig snuitje
uit het stro liet zien, behoeft zich toch
niet eenzaam te voelen? Zijn gehele
familie heeft zich ingegraven en zij
kunnen in het warme nestje gerust de
lente afwachten.
Hoeveel kevers en torren zullen
zich tussen de rietstengels van het
dak reeds verborgen hebben?
J-JANGEN daar al niet, als een fan
tastische versiering, aan spijkers,
latten en in donkere dakhoekjes tien
tallen vleermuizen? Zij waren de eer
sten, die in hun oude winter-pension
voor vijf of zes maanden hun intrek
namen. Zij hangen er aan één been
met de kop naar beneden en rusten
uit van hun nuttig zomerwerk, hun
onvermoeid jagen op vliegen, motten
en insecten. Zij willen nu wel eens
volop van hun vacantie genieten nu
zij niet steeds naar die vervelende
uilen, die ruzie met hen willen maken
behoeven uit te kijken. Zij hebben zi _h
heerlijk in hun vlieghuid gerold cn
kunnen zo heel wat kou verdragen. Zij
vertrouwen op het rieten dak. dat hen
wel beschermen zal, want zij zouden
het vreselijk vinden als zij in het
hartje van de winter nog genoodzaakt
waren een warmer heenkomen te zoe
ken.
Toen de winterinvasie van de
vleermuizen begon, heeft de egel de
drukte van onder zijn beukenheg be
keken. Niet dat hij bang voor vleer
muizen is, wel neen. Hij, die zich
meester weet over muizen, adders, ja
zelfs over jonge wezels, kijkt min
achtend neer op die rare rondvliegen
de spoken. Neen, hij houdt nu een
maal niet van al dat gefladder en ge
ronk boven zijn hoofd en hij vond bet
maar het beste die juffers eerst tot
rust te laten komen en ze te laten in
dutten. Trouwens voor hem is drie of
vier maanden slaap meer dan genoeg.
Zijn jachtterrein wordt door hun ver
dwijning van het strijdtoneel steeds
overvloediger. Nu staan lekkere hap
jes als torren, spinnen en kevers op
zijn menu. Hij vindt dat dit hem toe
komt, want zelf is hij overtuigd van
zijn groot nut voor de mensheid. Tot
op deze dag is hij gewend geweest
zijn eigen pad te zoeken bij nacht en
ontij, maar vandaag voelt hij zich el
lendig. Welk beest zou nu ook op zo'n
regenval gesteld zijn? Hij schudt zijn
pennen zodat de druppels in het rond
vliegen en schuifelt dan vastbesloten
de landweg af. Het is tijd om een be
ter onderdak te zoeken.
Voor de stekelridder is altijd nog
een plaatsje. Het is of de schuur op
hem heeft gewacht. Een egel in huis,
verlicht het huishoudelijk werk ten
zeerste. Het beest weet wat van hem
verwacht wordt. Het gaat onmiddel
lijk aan de slag en werpt zich harts
tochtelijk op de najaarschoonmaak.
Overal op de grond liggen uitgedroog
de bessen en van dat vervelende on
gedierte, dat hier maar onbezorgd pret
heeft gemaakt.
Will
Pas als hij zich heerlijk rond gege
ten heeft, rolt hij zich tot een bal
letje en graaft zich een hol onder een
hoop blad.
Laat nu de winter maar komen!
Laat nu de wind maar waaien en de
regen het land doorweken!
TUIST als wij bedenken hoe gemak
kelijk deze beesten zich door een
maandenlange slaap aan de winterse
moeilijkheden onttrekken, zingt de
wind een vibrerend lied langs de oude
wanden. De schuur is tevreden. Zoals
een kloek haar kinderen met zorg om
ringt, heeft zich zich over de winter
slapers ontfermd. Zij neemt hen op in
een rijk gebaar van gastvrijheid en
verzekert hen rust en vrede. Al ver
breekt een langsscherende Vlaamse
Gaai of Ekster wel eens de winterse
stilte, zolang de zonnewarmte niet te
rugkeert blijven deze beesten onder
gedoken.
Behoedzaam sluiten wij de deur
achter ons. Het lijkt of het dak nog
verder overhangt dan straks: als een
pet die over de oren is getrokken van
één, die zelf ook rusten wil.
PETRA.
JONDAGMIDDAG kwamen de famt-
L lieleden tot in de derde graad, om
getuige te zijn van De Lach. Misschien
had u het hier of daar al gehoord,
maar mijn dochter Lachtl Een pralen
de, zonnige Lach, die begint met een
twinkeling in het donkerblauw van de
ogen zich dan als een koesterend
schijnsel over het gezichtje beweegt,
om te eindigen in een eindeloos blij ge-
gekrijt en een vreugdevol zwaaien
van armpjes en beentjes. Ja, mijn
dochter lacht! Soms zonder enig rede
lijk motief; meestal zomaar uit louter
geluk. V/ij, mijn vrouw en ik, zijn in
alle zeven hemelen en derhalve heb
ben we uitnodigingen verstuurd naar
allen, die op enigerlei wijze blijken
van belangstelling hebben gegeven na
de geboorte ran onze dochter; om
thans De Lach te komen zien.
Zo hadden we Zondag negen bezoe
kers, waarvan drie heren. De laatsten
kwamen voor de borrel, die ik hen in
een P.S. onder de uitnodigingsbrief
had beloofd. Maar de zes dames gaven
ons meer reden tot tevredenheid dan
we ooit hadden durven hopen. Als
roofgierige Bedouünen belegerden ze
de wieg, onbegrijpelijke klanken uit
stotend: „Koere;eloerissie, grote meitie
van je tante Margrietepietje. Doe dan
's effies lachies tegen me." En dan
meelevend met het gebarenspel, dat
mijn dochter intussen vertoonde: „Oele
oele, pijnie in me bolleknollesie. Ef
fies grijpies doenies an me oor tie, lek
kertje!" Laat ik u verzekeren, dat ik
een min of meer geciviliseerde Gibbon
prima kan begrijpen, als hij me maar
recht aankijkt. Maar het gelurk van de
tantes en nichten rond de wieg was mij
volkomen onverstaanbaar; laat sttaan
voor mijn dochter, die nauwelijks zes
weken telt. Mijn vrouw was verrukt,
daar niet van. „Wat keuvelt u leuk
met 'r", zei ze tegen nicht Anna, die
een paardengezicht trok, om onze
dochter aan het schateren te brengen.
Hoezeer nicht Anna en de andere da
mes zich echter ook inspanden, er
kwam geen spoor van een lach op
het gelaat van onze dochter. Hoogst
ernstig, ja bezorgd zelfs, lag ze haar
verwanten aan te kijken, als dacht ze:
„Wat moeten jullie je lam voelen, met
zulke rare gezichten!" Ik opperde tac
tisch om de hoek van de deur: ,,'t Is
'r dag niet, vandaag. Op Zondag is ze
altijd slecht gehumeurd".
De dames waren evenwel onver
saagd. Oudtante Brigitta ging scheel
kijken, hetgeen vooral succes had bij
mij. Ik zou in schateren zijn uitgebar
sten als er niet een dikke erfenis van
af had gehangen. Mijn dochter bleef
volkomen onbewogen, alsof ze lag uit
te rekenen wat ze déze maand nu eens
van het kinderbijslaggeld zou kopen.
„Als ze haar flesje heeft gehad is ze
wel vriendelijker"zei mijn vrouw mild.
Eendrachtig besloten de dames daar
nog even op te wachten en terwijl ze
de trap afdaalden begonnen ze zich
gevallen te herinneren van andere
kindertjes, iVe óók alleen maar lach
ten als ze pas gedronken hadden.
Het etensuur van mijn dochter had
iets van een massabetoging, waarbij
de demonstranten, met tot waanzin op-
gezwiept idealisme elkaar de spandoe
ken betwisten. Jammer alleen, dat mijn
dochter nu als spandoek fungeerde.
Hoe het zij; ze kreeg een op de lange
duur ijskoude fles toegediend, uit zes
paar handen. De drinkgeluidjes wer
den opgewonden nagebootst en als
men niet beter wist, zou men zeggen
dat de tantes en nichten zelf nog da
gelijks hun 750 gram Nutricia (één op
anderhalf) nuttigden.
Hoe het zij, het ceremonieel kreeg een
einde. De baby werd op tafel gelegd
voor de verwisseling van een bemod-
derd stuk textiel. „Wat legt ze d'r mooi
bij!" constateerde nicht Miep, alsof
mijn dochter een zeiljacht was. Haar
opmerking ging goeddeels verloren in
de luidruchtige belangstelling, welke
ontstond toen mijn dochter een boer
tje produceerde. Het duurde lang eer
de vreugde wat geluwd was, om plaats
te maken voor de gespannen verwach
ting in verband met DE LACH. We
derom begon het ritueel, dat zich bo
ven bij de wieg reeds had afgespeeld.
Nicht Anna begon weer met haar
paardengezicht en Bertha deed Kieke
boe boven de tafelrand uit, terwijl ze
een luier, gelijk een volgeling van de
Dalai Lama, rond haar pieterige krul
len drapeerde.
Géén lach!
Nicht Miep begon „boeéééé" te roe
pen, waarbij ze haar mond in een hoek
van 45 graden bracht.
Géén lach!
Het was om moedeloos bij te wor
den. De tantes begonnen hoe langer
hoe gekker te doen. Een stuk ijzer van
drie duim dik zou in schateren zijn uit
gebarsten.
Mijn dochter keek als een ambtenaar
van Invoerrechten en Accijnzen. Doch
plotseling een waarschuwende kreet
van mijn vrouw. „Ze begint!" Er trok
een spier ergens in het kaakje van
mijn dochter. De dames bogen zich
met opgewonden blikken over de ta-
fel.
„Hatsjie!!!" brulde het hoopje mens
op de tafel.
Zes ontstelde, met wit, vlokkig gedoe
bedekte gelaten wendden zich af. Een
kwartier later was ons huis verlaten.
Op de tafel lag mijn dochter.
En lachen! Ze kón niet meer!
ALBERIK
Uit mededelingen aan de Provinciale
Staten van Noord-Holland blijkt, dal 't
bestuur van de vereniging „Het museum
van den Arbeid" te Amsterdam dit col
lege heeft medegedeeld, dat het beslo
ten heeft het museum te sluiten, aange
zien 'n efficiënte exploitatie piet meer
mogelijk is. Het Rijk betwijfelt bet be
staansrecht van het museum en heeft
voor het jaar 1953 beëindiging van de
subsidiëring ad. f 12000 per jaar in het
uitzicht gesteld. Onder deze omstandig
heden kan ook de provincie Noord-
Holland subsidiëring niet langer voort
zetten, waarom intrekking wordt voor
gesteld.
Intussen worden door het gemeente
bestuur van Amsterdam en Amsterdam
se industriëlen pogingen gedaan om het
museum te behouden, zoda' d« vereni
ging nog niet is overgegaan tot haar
eigen liquidatie.
Emigrantenscholing in de
Beemster
Canadese, Australische en Nieuw
Zeelandse vertegenwoordigers hebben
een bezoek gebracht aan veertien ad-
spirant-emigranten, die in de Beemster
als proefneming in een kamp zijn ge
huisvest en er hun scholing ontvangen.
De adspirant-emigranten, die kennis
moeten krijgen van de landbouw zijn
te werk gesteld bij landbouwers en
veehouders en ontvangen in de avond
uren verschillende lessen: kennis van
de landbouw in het algemeen, onder
wijs in het gebruik van motoren en
landbouwwerktuigen, kennis over plan
tenziekten. De Rijkslandbouwconsulent
Noordholland-Zuid, ir Hartman, ver
leent zijn medewerking. De cursus is in
het laatst van Augustus begonnen.
RAAD VOOR HET RECHTSHERSTEL
Bij K B. is op zijn verzoek, aan mr.
L. A. Donker, met ingang van 2 Sep
tember 1952. eervol ontslag verleend
uit zijn functie van lid en voorzitter
van de Raad voor het Rechtsherstel.