Jongeren kiezen hun mooiste boek
DE VERMISTE
De heer D. L. Daalder morgen 65
Een vraag die moeilijk ie
beantwoorden was
De vergeien
caiegorie
Pirn. Pan. Pom in liet nipiiwi' liuis
Arbeid in dienst van het kind
Met VELPON zie je er geen barst van!
De Bijbel
Het waarom
Dichterkeur
£tt tlu de %eüde (cvmeiiie
genéést
Het Radioprogramma
£uMek eetiótiaa^
Dames! Toeral nu
TERUGBLIK OP EEN BOEIEND LEVEN
DOOR.
PATRICIA WENTWORTH
ISIS
Reinig Uw ingewanden
voorkom verstopping.
Neem eens per week 1 of 2
DONDERDAG 20 NOVEMBER 1952
Winterhanden
£JE meeste brieven, die ik deze week ontving, beginnen met de constatering,
dat de vraag: Welk boek vind je het mooist en waarom? uiterst moeilijk,
zo niet onmogelijk te beantwoorden is. „Er zijn zoveel mooie boeken", zegt
de een; „vergelijking van tot verschillende categorieën behorende hoeken
is eigenlijk uitgesloten", meent de an
der. En schriftelijk en mondeling is
mij vele malen verzekerd, dat de
vraag anders had moeten luiden om
een algemene beantwoording mogelijk
te maken, n.l.: welk sóórt van boeken
lees je het liefst en waarom? Ik ge
loof, dat die opmerking juist is. En
wij zullen in overeenstemming met
de goede zaak handelen. Daarom ne
men wij deze week de drie brieven op, die ons het belangrijkst lijken
en vrijwel rechtstreeks op onze vraag antwoorden. De rest bewaar ik
zuinig en voeg die toe aan de inzendingen van de volgende dagen.
A.s. Donderdag, 27 November, komt dan het iiteratuurvraagstuk in zijn
volle omvang aan de orde. Allereerst geven we het woord aan een
15-jarig meisje:
UET liefst lees ik: „Het boek der
Boeken: de Bijbel". Dat vind ik
het mooiste boek van de hele
wereld.
Omdat het in blijdschap en droef
heid tot ons spreekt. Vindt U het
Kerstverhaal ook niet mooi?
Meneer, ik ben een meisje en
heet Engeltje, ik ben 15 jaar en
werk bij mijn moeder in de huis
houding.
ENGELTJE DE BOER,
Vijzelstraat 8, Den Helder.
Dan volgt de brief van een 16-
jarige jongen.
LIET is naar mijn mening niet mak-
kelijk in kort bestek te zeggen,
waarom je een boek mooi vindt,
want als ik een boek mooi vind, dan
is dat voor mij meestal louter een
gevoelskwestie, mijn bewondering
zal ik niet gauw beredeneren.
Toch zal ik proberen aan te to
nen, waarom „Het Schip" van C.
S. Forester voor mijn gevoel een
uitzonderlijk knap en nobel boek
is. Het behandelde onderwerp
spreekt mij bijzonder aan, aange
zien ik me veel bezig houd met
zeegeschiedenis, maar ik heb ver
schillende anderen waaronder
verscheidene meisjes, helemaal niet
,sea-minded" hun mening ge
vraagd en iedereen was bijna even
enthousiast.
Zij waren evenals ik, tussen de
eerste bladzijde en de laatste niet
langer thuis; maar aan boord van
H.M.S. „Artemis", die op die dag
in 1942, 't jaar waarin Engeland's
toekomst meer bedreigd werd dan
ooit, een convooi naar Malta escor
teerde. Zij waren ontroerd bij t
vernemen van de levensgeschiede
nis en 't zien van de dood van de
dichter-matroos Presteign, die met
zijn vrienden omkwam, toen een
zware granaat hun luchtafweer-
kanon irt splinters sloeg: „en hun
bloed vloeide samen in de spuiga
ten, zodat ze in hun dood verenigd
waren", Ze kregen ook dat vreemde,
warme gevoel van schnonheidsont- i
roering en schrik tegelijk, toen een
zusterschip van de „Artemis" haar
in een rookgordijn bijna aanvoer
en de schepen op 20 meter afstand
met hoge vaart langs elkaar snel- i
den.
..Het schip" leert ons de ver- 1
schrikking van de oorlog kennen,
maar het leert ons ook meevoelen
met de mensen, die haar vochten,
uit liefde voor hun land en voor
de vrijheid.
En dat is nu naar mijn mening
juist het mooie, dat Forester ons
doet bedenken, hoeveel wij, ook wij
hier in Noord-Holland, te danken
hebben aan die onbekende afweer-
schutters, bankwerkers, verpleeg
sters, die duizenden van overal ter
wereld, die hun plicht deden,
niets anders dan hun plicht, maar
dan ook tot het uiterste, tot de
dood soms.
Ook worden we vervuld met be
wondering voor die schitterende
organisatie: de Royal Navy, waar
aan de namen verbonden zijn van
Drake, Nelson, Beatty, maar ook
van stoker Simms. Alle Seaman
Giles en Petty Officer Hodson, on
danks dat zij uiteindelijk een in
strument om te vernietigen is, toch
een wezenlijk grootse prestatie van
menselijk saamhorigheidsgevoel en
vaderlandsliefde.
En 't is mijn vaste overtuiging,
dat een boek, dat ons vervult van
dankbaarheid en bewondering en
geschreven is met nobele mense
lijkheid een goed boek is, dat
iemand zijn hele leven kan en mag
bijblijven als „het mooiste boek"
FLIP BOSSCHER,
V ALPHA
R.K. Lyceum, Alkmaar,
16 jaar.
En ten slotte de mening van een
meisje, dat als een echte vrouw
haar leeftijd niet opgeeft, maar wel
pl.m. 17 jaar zal zijn.
IJ heeft mij met uw vraag „Welk
boek vind je het mooist?" wel
even in verlegenheid gebracht. Ik
lees tamelijk veel, maar ik kan niet
zeggen: „Dat boek vind ik nu het
mooist van allemaal". Het was zo
veel eenvoudiger geweest, als n naar
het soort boeken gevraagd had.
Weet u, ik heb genoten van de
manier waarop het ontroerend jon
ge hertje Bambi, uit het gelijknami
ge boek, de wereld bekijkt. Maar
kan ik dit boek vergelijken met „De
bruiloft der zeven zigeuners" van
Den Doolaard?
De prachtige boeken „De wonde
ren van het dierenrijk", waardeer
ik niet om hun inhoud (ik lees cr
zelden in), maar om dë foto's.
Met deze voorbeelden probeer ik
aan te tonen, dat het bijna niet mo
gelijk is over „het mooiste boek" te
sDreken. Je waardeert een boek in
zijn soort en ook in dit waarderen
zijn weer varianten.
Toch moet ik u bekennen, dat er
in mijn boekenkast een boek staat,
dat ik niet hèt mooist vind, maar
dat ik toch boven alle andere boe
ken verhef. Het heet „Dichterkeur"
en het is een keuze uit verzen van
deze eeuw, verzameld door dr. W.
L. Brandsma. Ik lees bijna iedere
dag in dit boek en ik houd er van
omdat het nooit uit is. Iedere keer
ontdek ik iets: Een dichter (es), die
hetzelfde voelde als ik, een gedicht,
dat ik vroeger nooit begreep, maar
dat ik nu zelf geschreven zou kun
nen hebben.
Ziet u, daarom houd ik van „Dich-
terkëur". Om zijn verrassingen, om
zijn gedichten, die me uit een onte
vreden stemming kunnen halen, om
zijn gedichten, die me iets geven:
Werkelijke diepe vreugde.
LYDIA DE BRÜYN,
Westfries Lyceum, klasse IV,
Hoorn, Nieuwe Noord 57.
nimiiiniiniiiniiiiliiniiiiiiiiiiiiiiiniiiuiiiiiiJÜ
IE HIER dan het verantwoorde oordeel van een drietal jonge men-
sen, die, zfj het met moeite, wèl een keuze wisten te doen. En nu
verwacht ik opnieuw een grote verzameling brieven over het onder- 1
werp van deze keer (vóór Dinsdagmiddag aan D. L. Daalder, Kom-
laan 8. Bergen (N.H.) papier aan één zijde beschrijven, zoals het
I een goed journalist betaamt; naam, adres, leeftijd en sexe vermelden;
ook inzendingen onder pseudoniem worden aanvaard.)
I De zesde kwestie: Welke sóórt boeken lees je het liefst en waarom?
iiiiliiiiiliiiiliiiiiiiiniii'iiiiiitiniiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiNiiiiiiiniiiiiiiiii
(Advertentie, ing Med.)
VRIJDAG 21 NOVEMBER
HILVERSUM I. 402 m.: 7.00—24.00
KRO. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram.muziek.
7.45 Morgengebed en Liturgische kalen
der. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram.muziek. 9.00
Voor de huisvrouw. 9.35 Waterstanden.
9.40 Gram.muziek. 9.45 Schoolradio. 10.00
Pianorecital. 10.10 Klein vrouwenkoor.
10.30 Gram.muziek. 11.00 Voor de zieken.
11.40 Omroeporkest. 12.00 Angelus. 12.03
Metropole-Orkest en soliste. 12.30 Land
en Tuinbouwmededelingen. 12.33 Salon-
orkest en soliste. 12.55 Zonnewijzer. 13.00
Nieuws en Katholiek nieuws. 13.20 Actu
aliteiten. 13.25 Gram.muziek. 13.45 Voor
de vrouw. 14.00 Sopranen, piano en gitaar.
14.45 Gram.muziek. 15.00 Schoolradio.
15.30 Sopraan en piano. 15.40 Amuse
mentsorkest. 16.00 Voor de zieken. 17.00
Voor de jeugd. 17.15 Kinderkoor. 17.35
Operette-muziek. 18.00 Militaire repor
tage. 18.10 „Wijsjes uit het Oosten ge
bracht door Twentse jongens en meisjes.
(In de pauze: Reis Z.K.H. Prins Bernhard
naar Midden- en Zuid-Amerika.) 18.52
Actualiteiten. 19.00 Nieuws. 19.10 Rege
ringsuitzending: Verklaring en Toelich
ting. 19.30 Gram.muziek. 20.25 De gewone
man zegt er 't zijne van. 20.30 Promenade-
Orkest en koor. 21.00 Sport. 21.10 Bra
bantse uitzending. 21.40 Weense muziek.
21.55 „Om de toekomst van Nederland",
causerie. 22.15 Kamerkoor. 22.45 „Ik ge
loof in ene heilige, Katholieke Kerk",
causerie. 23.00 Nieuws. 23.15 Wereldkam
pioenschap Dammen. 23.2024.00 Gram.
muziek.
HILVERSUM n, 298 m.: 7.00 VARA,
10.00 VPRO, 10.20 VARA, 12.00 AVRO,
16.00 VARA, f9.30 VPRO, 21.00 VARA,
22.40 VPRO, 23.00—24.00 VARA. 7.00
Nieuws. 7.10 Gram.muziek. 7.15 Ochtend
gymnastiek. 7.30 Gram.muziek. 8.00
Nieuws en weerberichten. 8.18 Gram.
muziek. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.05
Gram.muziek. 9.40 Voor de kleuters. 10.00
.Thuis", causerie. 10.05 Morgenwijding.
10.20 Gram.muziek. 10.30 Schoolradio.
10.50 Gram.muziek. 11.25 Voordracht.
11.45 Gram.muziek. 12.00 Lichte muziek.
12.30 Land- en Tuinbouwmededelingen.
12.33 Sport en prognose. 12.48- Gram.
muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelin
gen of gram.muziek. 13.20 Dansmuziek.
13.50 Gram.muziek. 14.00 Kookpraatje.
14.20 Viool en piano. 14.50 Voordracht
en muziek. 15.10 Pianotrio. 15.30 Amuse
mentsmuziek. 16.00 Gram.muziek. 16.30
Voor de jeugd. 17.00 Orgelspel. 17.20 Mu
zikale causerie. 18.00 Nieuws. 18.15 Feli
citaties. 18.45 „Denk om de bocht". 19.00
Meisjeskoor. 19.15 „Het volle pond", cau
serie. 19.30 „Moreel beraad", causerie.
19.50 Berichten. 20.00 Nieuws. 20.05 Boek
bespreking. 20.10 Bariton en piano. 20.30
110. „Ja baron, U hebt altijd teveel
op Uzelf geleefd", ging Pim door „U
moet zich meer met Uw medemensen
bemoeien. U zult zien hoeveel vrijer
Uw leven dan wordt". „Ach het is te
proberen". De baron knikte. „Om nu
te zeggen, dat ik de laatste jaren ge
lukkig ben geweest, zou onzin zijn. Ik
wil dat wel aan jou bekennen, BE-
TERE-IK. Ik ben een eenzaam man en
heb eigenlijk weinig vreugde gekend
in het leven. Alleen is maar alleen.
Het eerste wat ik morgen doe is mijn
trouwe bediende terugnemen. Hij
heeft me altijd zo goed verzorgd en ik
heb hem weggedaan om nog meer
geld bij elkaar te kunnen schra
penPlotseling maakte Pim een
beweging om op te staan. „Wat is er
BETERE-IK? Voel je je niet prettig?"
vroeg de baron bezorgd. Die sigaar
was toch heus goed!" „Nee, nee
jokte Pim. „Ik denk dat het de plotse
linge ommekeer in U is. Daar heb ik
altijd al op gehoopt. Maar nu moet ik
er van door! Welterusten baron, slaapt
U lekker!' In een oogwenk was Pim
bij de deur en maakte dat hij weg
kwam. Hij was plotseling zo misselijk
van de sigaar van de baron geworden,
dat hij het geen ogenblik meer in de
kamer van de baron kon uithouden.
LIEDEREN VAN HUGO WOLF.
Schubert moge een welhaast vol
maakt liederencomponist zijn ge
weest, wat Hugo Wolff in dit
genre heeft geschapen behoort tot
het nobelste uit de muzieklitera
tuur. Hij heeft er zeer mooie mu
ziek voor geschreven. Bijzondere
waarde ontlenen zijn liederen aan
de zorgvuldige wijze, waarop hij
zijn teksten koos. Wolf had een
scherp gevoel voor het wezenlijk
waardevolle in de dichtkunst. Lau
rens Bogtman zal de liederen zin
gen en daardoor zijn noblesse
paren aan die van Wolf, hetgeen
een grootse uitvoering waarborgt.
Vrijdag 2.10, over Hilversum II,
298 m.)
„Europa één", causerie. 20.40 „Leven op
de aarde", causerie. 21.00 Fragm. „Tief-
land", opera. 22.00 Buitenlands overzicht.
22.15 Lichte muziek. 22.40 „Vandaag",
causerie. 22.45 Avondwijding. 23.00
Nieuws. 23.15 „In huwelijk en gezin",
causerie. 23.30—24.00 Gramofoonmuziek.
Experimenteel Televisieprogramma van
de KRO. 20.15—21.45: 1. Gastenboek:
2. Weeroverzicht; 3. Film of actualiteit. -
Pauze. - 4. „De Harp", televisie-spel.
Hamea-Gelei voor Uw handen
(Advertentie. Ing. Med.)
(Van een onzer redacteuren.)
toen nog niet door de toerist ontdekte
eiland, bracht hij zijn jeugdjaren door.
Heerlijke herinneringen aan die tijd
bleven hem zijn gehele leven verge
zellen en inspireerden hem tot het
schrijven van verschillende boeken als
„Schimmenspel" en het eerst onlangs
verschenen kinderboek „Fijn en Grof"
de geschiedenis van een Texelse jon
gen en een Texels meisje.
Uit een onderwijzersmilieu voort-
Ij wordt Vrijdag vijf en zestig jaar en daarom willen wij graag eens een
praatje met u maken, zeiden wij door de telefoon, toen wij een nummer
in Bergen hadden gedraaid, het bellen stopte en aan de andere kant van de
lijn een stem zei: „Met Daalder". „Helaasis dat zo", luidde het antwoord.
waarna het aan gene zijde van de lijn een ogenblik stil werd. en ook wij in- v w,
tuitief zwegen. Wij begrepen het. Zolang je het zelf nog alleen maar dénkt dat komend",""'lag"het* als'"het"*ware in"'de
je <tl een dergelijke gevorderde leeftijd gaat bereiken, kun je er jezelf nog mee jjjn dat' do jonge Daalder ook school-
verzoenen, maar als daar dan met nogal enige nadruk over wordt gesproken, meester zou worden. Dank zij een stu-
moet je jezelf realiseren hoe dat eigenlijk is: een dag te bereiken, waarop men diebeurs kon hij naar Haarlem trekken
als het ware heel beleefd, met de hoed in de hand. maar toch dwingend komt en daar de Kweekschool bezoeken. In
zeggen, dat het nu tijd is dat je de opdracht, die de gemeenschap je heeft op- 1906 had hij de akte in zijn zak en de
gelegd, dient terug te geven, dat je wordt bedankt. Dikwijls zou je het dan volgende twee jaar stond hij voor de
willen uitroepen: Nee, nee, stop. Wees stil! Ongezien zou je de wijzers van de klas op Texel zelf, in Zandvoort en in
tijd minstens twintig jaar terug willen draaien om nog eens een start te mogen 's-Gravenzande
nemen met een rijpere ervaring en met even gloeiend enthousiasme. Misschien
overkomt dit niet elke vijf en zestig-jarige, maar zij, die de heer D. L. Daalder Tolstoiaan.
uit Bergen kennen, zullen zich kunnen indenken, dat hem dit zeker zó te \UF.RKELIJKE bevrediging, vertelde
moede zal zijn.
r\E volgende morgen zaten wij tegen- teur is En daar hoorden wij hoe wls-
over de heer Daalder in zijn met selvallig, boeiend en welbesteed dit
doeken van Bergense schilders versier- leven wel is geweest,
de werkkamer (een voormalige keu- De heer Daalder werd geboren in
ken) in een der bijgebouwtjes van de 1887 op Texel, waar zijn vader onder- aan van de pen te gaan leven. Ik hield
Middelbare Meisjesschool aan de Ron- wijzer was in het dorp Oostcrend. Op het enige maanden vol, toen ging het
delaan in Bergen, waarvan hjj direc- dit schone en aan bijzondere folklore, niet langer. Juist was in die dagen in
de heer Daalder, vond ik nog niet.
In die eerste jaren van deze eeuw
kwam in ons land de Tolstoiaanse be
weging tot bloei. Ik kwam er sterk
van onder de indruk, verliet de school,
vestigde me in Laren en besloot voort-
40)
„Goed, u zegt, dat u In het bos was.
Wélk bos?"
„Het Dodemansbosje.. aan de andere
kant van de Laan".
„Wat deed u daar?"
„Ik zocht Albert".
„Waarom dacht u, dat hij daar was?'
Weer ging haar hand naar de keel.
u,y,0elde -ze n'et meer, maar een
ogenblik herinnerde ze zich, hoe hevig
d'e PW was geweest. Toen antwoordde
„a! lan§' dat hij daarheen
,en dat alleen de afspraak met
een meisje hem er toe zou brengen. De
mensen gaan met graag die kant op.
ook de meisjes met. maar Mary Stokes
kL»Sr ™Pi onverschillige soort: Hel zou
J'®' ™.n'Et kunnen schelen. Daarom
m„t ril t, ZU wel zou zÜn- Als ze
d® b?W on eieren kwam, zou ik
eens op Albert letten. Woensdag kocht
ik wat eieren van haar en liet haar
even alleen, terwijl ik wisselgeld haal-
f„_ oen .!15 'n de keuken terugkwam,
legde ze juist Albert's tabakszak op de
plank, maar ze wist niet, dat ik het
gezien had. Zodra ze weg was, keek ik
wit Z0 e? ™nd eon stukje papier
..en de tabak, met de woorden:
„Vrijdag.... zelfde tijd, zelfde plaats".
„Hm, u dacht, dat het een afspraak
VriidTc ,°m Mary Stokes die
moeten? ?T i H,oujvestershuis te ont
wonden ki,at daar Berust op ant-
daar omda we weten, dat hij
kwL mPt ha« samen'-
drogen ach?erge)aten"Veral Vingeraf-
„He"enk0Sdedrenilfop afn"."'
„E vertelt alles heel duidelijk. Zegt
u nu eens. wat u die Vrijdag over
kwam".
„Om circa halfvjjf kwam ik bij juf
frouw Grey vandaan. Albert had de
auto schoongemaakt;; de binnenplaats
was helemaal nat. Ik vroeg hem, of
hij met de thee, dat is om halfzes,
thuis zou zijn en ik wilde iets voor
hem klaar maken, maar hjj zei, dat hij
uitging. Ik vroeg toen, wanneer hij te
rugkwam, maar hij riep terug: „Be
moei je met je eigen zaken!" Bij zijn
thuiskomst keek hij me niet aan en
sprak geen woord. Hij nam zijn fiets
en ging door de'achterdeur weg".
„Hoe laat was dat, juffrouw Cadd
ie?"
„t Zal wel over vijven geweest zijn".
„Welke kleren had hij aan?"
„Zijn blauw serge pak. Daardoor
wist ik zeker, dat hij een afspraak mei
haar had. Als hij naar de kroeg was
gegaan, zou hij het niet hebben aange
trokken".
„Trok hij een overjas aan?"
„Ja, zijn uniformjas: het was koud
buiten". Er ging een rilling door haar
lichaam, maar ze bleef kalm en dof
van geest.
„Ga voort, juffrouw Caddie. Uw
man ging er dus met de fiets op uit.
Wat heb u toen gedaan?"
„Ik ging hem achterna, trok mijn
mantel aan, zette mijn hoed op en
rende het hek uit. Ik dacht, dat ik zijn
achterlicht zou zien, maar er was niets
en ik had niet vermoed, dat het zo
donker zou zijn. Dus ging ik terug om
mijn zaklantaarn te halen. Ik kon het
ding niet vinden en het zoeken moet
me bijna een half uur hebben gekost.
Eindelijk ging ik maar weer naar bui
ten, maar toen ik bij het Dodemans
bosje kwam en toevallig de hand in
mijn mantelzak stak, bleek ze daarin
te zitten. Ik moet ze er zelf hebben in
gestoken, maar ik weet niet waarom
en hoe".
„Omdat u zich zorgen maakte, dat
is de hele kwestie. Maar vertelt u ver
der".
„Ik stak de lantaarn aan om de weg
door de struiken te vinden en liep het
bos in...."
„Een ogenblik, juffrouw Caddie
Kwam u in de Laan een auto tegen of
zag u er daar een?'
„Neen, meneer".
„Zou u zo'n auto gezien hebben als
er een geweest was?"
Enigszins weifelend klonk het ant
woord: „Ik zou de lichten hebben ge
zien".
„Dat denk ik ook. Maar als er geen
lichten geweest waren? Hoe donker
was het? Zou u een stilstaande auto
hebben opgemerkt?"
Ze schudde het hoofd. „Er zijn daar
allemaal bomen, 't Was erg donker".
„Goed, gaat u voort', zei Lamb,
'weer achterover leunend. „Dus u liep
het bos in. Waar wilde u heen?"
Haperend antwoordde juffrouw
Caddie: „Ik dacht, dat ze in het huls
zouden zijn'".
„Welnu?"
„Ik hield de lantaarn naar omlaag
Toen ik een eindje was voortgelopen,
hoorde ik iets. Ik doofde de lantaarn.
Even zag ik, een licht tussen hot kreu
pelhout. Toen verdween het. Ik hoor
de iemand door het bos weglopen"
„Welke kant op?"
„Door het ojjen veld. Ik hoorde hem
regelrecht weggaan. Als het Albert
was, meende ik, heeft hij misschien
zijn fiets op het pad gelaten, dat op de
Laan uitkomt, maar ik wist niet, of het
Albert was. Ik liep in de richting, waar
ik het licht gezien had. Er is daar een
heel dichte massa hulstbomen en toen
ik op de plaats kwam, waar ik dat
licht had opgemerkt, dacht ik: Mis
schien ontmoeten ze elkaar hier. Om te
zien of daar ook enige aanwijzing voor
was, stak ik mijn lantaarn weer aan
en toen zag ik, dat er wat bladeren
tussen de hulstbomen waren opgesta
peld. Ze met de voeten wegschuivend,
raakte ik plotseling wat aan en toen ik
in het licht van de lantaarn nader toe
zag, vond ik het lijk van een meisje
met ingeslagen hoofd. Op de bladeren
zat bloed en ik denk, dat ik daarin ge
knield heb. Ik meende, dat het Mary
Stokes was en dat Albert haar ver
moord had, maar toen ik dichterbij
kc*-'k, bemerkte ik, dat het een vreemde
was. Ze had een diamanten oorring, ge
heel bezet met kleinstenen. Ik wist
niet, waarom Albert haar vermoord
zou hebben, want hij was niet uitge
gaan om haar te ontmoeten, maar Mary
Stokes. Dus kwam ik tot de conclusie,
dat Albert niet de moordenaar was en
ik er niets mee te maken had. Ik be
dekte het lichaam weer met de blade
ren en ging naar huis. Maar ik kon de
herinnering niet van me afzetten".
„Het was uw plicht geweest, de po
litie te waarschuwen", zei Lamb, met
gefronst voorhoofd.
Daarop had juffrouw Caddie niets te
zeggen ze zat maar op haar harde,
ongemakkelijke stoel met de handen in
de schoot. Lamb besloot het gesprek.
ZO GOED LIJMT VELPON
VRAAG DE JUISTE SOORT
(Advertentie, Ing. Med.)
het Gooi de eerste z.g. Humanitaire
school van ons land gesticht. Het onder
wijs was er op moderne leest geschoeid.
De leerlingen waren voornamelijk kin
deren afkomstig uit de z.g. kolonie van
prof. Van Rees in Blaricum en nit
artistenkringen. Daar werd ik toen on
derwijzer. Dat ging overigens zo maar
niet. Jc moest aan velerlei voorwaarden
voldoen. Alleen zij, die vegatariër, ge
heelonthouder, feminist, anti-militai-
rist waren en niet rookten konden voor
een benoeming in aanmerking komen.
Ik voldeed daaraan en werd geaccep
teerd.
Je was aan die school niet verbon
den in de eerste plaats om je broodje
te verdienen, maar omdat je idealist
was, omdat je mede wilde helpen met
de experimenten, met de pogingen tot
vernieuwing van het onderwijs. Denkt
u eens in: mijn eerste vrouw was aan
dezelfde' school onderwijzeres en samen
verdienden we toen f 600.per jaar,
zodat een dubbeltje voor de tram er
meestal niet op kon overschieten.
Wij bleven er van 1908 tot 1915. Het
was een prachtige tijd en we hebben
er waarschijnlijk meer geleerd dan we
de schooljeugd bijbrachten. We waren
er vrienden met Jan Ligthart, die in
het Gooi zijn vacanties doorbracht en
met de nu zo bekende schrijver Cor
Bruin. Frans Netscher schreef eens
over die periode in de Hollandse Revue
„Zet een hek om het Gooi, dan heb je
een gekkenhuis"....
TOCH beviel het ons op de duur niet.
We zaten er teveel op een kluitje,
terwijl onze ideeën juist dienden ver
spreid te worden. Ik trok met mijn ge
zin, aldus de heer Daalder naar Java.
Was er eerst werkzaam aan een ULO
in Surabaja en daarna toen men er mij
in de pas opgerichte schutterij wilde
plaatsen, naar Bandung. Wij hadden
vijf kinderen toen mijn eerste vrouw
stierf en ons moederloze gezin naar
Holland terugkeerde.
Daar studeerde ik voor mijn akte Ne
derlands M.O. en hertrouwde na een
jaar. Nu hebben we negen kinderen en
acht daarvan zijn op hun beurt ook
weer getrouwd....
Weer Noord-Holland.
TN 1921 kwam mijn benoeming af tot
leraar Nederlands aan de RHBS in
Alkmaar. Ik werd toen meer hokvast
dan in het verleden en bleef aan deze
school tot 1947. Toen werd het Bergen.
Uitvoerig ging de heer Daalder in
op het ontstaan van de Bergense Mid
delbare Meisjesschool, die onder zijn
inspirerende leiding tot een onderwijs
instituut is geworden met een in heel
de provincie uitstekende naam. Béter
dan eiders was hij hier in de gelegen
heid zijn vele gedachten ter vernieu
wing van het onderwijs in praktijk te
brengen.
Waar men vol van is, loopt de mond
van over en ook nu weer zette de heer
Daalder zijn gedachten daaromtrent uit
een. Zelfwerkzaamheid en dus kleinere
„klassen" zijn nodig om de leraar in
staat te stellen elke leerling te kunnen
observeren en zich van elk kind een
persoonlijkheidsbeeld te vormen waar
na selectie kan plaats hebben en het
kind dat onderwijs krijgt, dat het beste
aansluit met aanleg en karakter. Dit
in het belang var het kind zelf en de
gemeenschap, waarin het straks zal
worden opgenomen.
Straks.
TN September zal de heer Daalder zijn
werk bij het onderwijs te Bergen
neerleggen. Het moge moeilijk zijn,
maar men kan ervan verzekerd zijn,
dat de heer Daalder die vrijgekomen
tijd evenzeer zal verwelkomen. Zijn
grote kennis van het Nedeilandsa kin
derboek is in heel het land bekend. Hij
is op dit gebied een autoriteit, getuige
o.a. zijn in 1950 verschenen unieke stu
die „Wormcruyt met suyeker". getuige
ziin talrijke lezingen over dit onder
werp, zijn bijdragen in vele paedago-
gische tiidschriften, in het op stanel
staande tweede deel van -ie Winkler
Prins voor de Vrouw en ziin voor kin
deren vertelde bewerkingen van Mid
deleeuwse ridderverhalen
In deze richting hoopt de heer Daal
der te kunnen doorwerken. Binnenkort
verschijnt v?n hem bij Van Goor een
bewerking van de beroemde Reinaert-
geschiedenis. Talrijke Keltische en
Noorse mythen en iegenden liggen om
voor de jeugd opnieuw te vertellen
geleed. En over de onlangs door hem
in onze krant begonnen en reeds nu zo
succesvolle jongerenrubriek „De Ver
geten Categorie" is hij enthousiast!
Maar het Is nog geen September. De
deur van de directeurskamer viel ach
ter ons dicht. We liepen door de gang
van <Je school (we voelden het: e<;n
school met sfeer!) en naman afscheid
bij het lokaal, waar de meisjes hun
leraar wachtten. Daar namen we af
scheid van een man, die zonder
schroom zal kunnen zeggen niet ver
geefs gearbeid te hebben.
(Advertentie, ing. Med.j
Als U de 40 gepasseerd bent
is oppassen dvbbel geboden.
Dan hunt U eigenlijk niet buiten
Kruschen Salts.
Rheumatisehe pijnen vinden in veel
gevallen hun oorzaak in onzuiver
bloed. De aansporende werking van
Kruschens zes minerale zouten geven
de bloed-zuiverende organen nieuwe
kracht en energie. Als U die weer
goed op gang brengt met de kleine
dagelijkse dosis Kruschen, worden on
zuiverheden in het bloed op natuur
lijke wijze verwijderd en daarmee ook
de oorzaak van uw slopende pijn.
(Advertentio, ing. Mod.)