365 dagen i GEMIGREERDE ARBEIDERS ZOUDEN NIET MEER TERUG WILLEN 0°JL Nederlandse zinkenc IN SLANGEN EN BAVIANEN ZUID-AFRIKA Muntentelraam biedt de jeugd aanschouwelijk onderwijs Vroeger werkloos, ihans vasfe paan Gezinnen passen zich snel aan S/a m dood Voordam 11, Tel. 3320 Postgiro 187294 r Peiekind der k Schip bij Vlissinger aan de grond Landbouw in V komt in het nai WEERBERlCHl DONDERDAG 15 JANUARI 1953 Volksverhuizing binnen de lands grenzen pjIT IS TAAL, een 28-jarige, energieke Neder- landse arbeider waardig: „Ik voel mij. nu ik uit mijn dorp naar de grote stad verhuisd ben en in de industrie vast werk gevonden heb, min of meer als een voortrekker. Ik zal hard werken en aan mijn bazen het bewijs leveren, dat ik van aanpakken weet. Want naar mij zullen wellicht de andere plattelan ders beoordeeld worden, die mijn voorbeeld willen volgen. Ik moet laten zien, wat de mensen uit mijn vroegere omgeving waard zijn". De Friezen zullen misschien zeggen: dit is de taal, die wij van de jonge arbeiders uit onze provincie verwachten. Want de robuste werker met zijn over het voorhoofd hangende blonde krullen en zijn levendig blauwe ogen, is een rasechte Fries. Het is A. van Houten, die op 4 December 1952 uit Harkema Opeinde met vrouw en twee dochtertjes verhuisde naar het voormalige Hoogvliet gemeente Rotter dam waar hij nu woont in de Bahreinstraat 41 c, op een gloednieuwe tweede étage. „Got hat syn plan, do hast dyn taek", staat op een tekst aan de wand. Van Houten leeft daarnaar; hij zal het in zijn nieuwe omgeving en in zijn nieuwe betrekking bij de Rotterdamse Droogdok Maatschap pij, waar hij als electrisch lasser werkt, wel rooien. Dat moet ook, want nu hij met vrouw en kinderen en met financiële steun van de overheid uit Friesland is overgekomen, is de weg terug wel moeilijk ge worden. Hij zou trouwens niet terug willen. Integendeel, het huis bevalt goed, zijn baan staat hem aan en voor de rest zal hij in de nieuwe omgeving wel wennen. Hij is erop vooruitgegaan en adviseert allen, die in gelijke omstandigheden leven als hij in Harkema Opeinde deed, om ook te migreren, als zij de kans krijgen. JOALS VAN HOUTEN zijn er al velen met steun van de regering van hun geboortegrond naar industriële centra vertrokken. Dat is een van de midde len, waarmede de overheid de werk loosheid in de streken van ons vader land, die er het zwaarst onder gebukt gaan, poogt te verminderen en tegelij kertijd de bedrijven, die flinke arbei ders kunnen gebruiken, te helpen. In Alblasserdam, in Vlissingen, in Rotterdam en in enige andere plaatsen hebben zich reeds enige honderden ge zinnen gevestigd. Wij hebben er enige opgezocht in Hoogvliet, waar bij het landelijk dorpje een aantal volkomen stads aandoende, hoge huizenblokken zijn verrezen. De in de onmiddellijke nabijheid staande, oude molen, peinst bedroefd over de landhonger van het grote, werkzame Rotterdam: de ge weldige installaties op het uitgestrekte industrieterrein van de Bataafse Petro leum Maatschappij spreken er van de moderne techniek, waarvoor de lande lijke eenvoud wijken moet. Toch wonen de arbeiders, die uit sommige delen van Friesland en Dren te naar Hoogvliet verhuisden, nog al tijd een beetje „buiten", hetgeen hun de aanpassing ongetwijfeld zal verge makkelijken. Tot op dit ogenblik zijn naar Rotterdam vijftien gezinnen ge migreerd. Er werken 52 mannen op proef. Slaagt dat, dan zullen ook hun gezinnen verhuizen. In de eerstkomen de weken zullen er nog dertig bijko men voor twee ohservatiemaanden. Bo vendien trekt men in de Maasstad on getrouwde jongelui aan tussen 23 en 27 jaar. En nog steeds heeft men er meer arbeiders nodig. De gemeente heeft 160 extra wonin gen voor gemigreerde gezinnen toege wezen gekregen. Van de complexen, die in Hoogvliet gebouwd worden, is een aanta! huizen als extra woningen bestemd. De bewoners daarvan wer ken, of worden te werk gesteld bij de R.D.M. of bij de R.P.M. In Zuidwijk. een nieuw gedeelte van Rotterdam in het Zuidoosten van de stad, zullen eveneens gemigreerde gezinnen komen wonen. De mannen krijgen werk op een scheepswerf. Winstdeling ETR ONTWIKKELT zich een prettig gesprek met de pittige Van Hou ten, die ons graag in zijn woning ont vangt om ons in te lichten over :ijn ervaringen. In Friesland arbeidde hij bij de wegenbouw. De laatste drie jaar was hij vrijwel geen enkele gehele week thuis. Hoewel hij geboft heeft, hing toch steeds ontslag als een drei ging boven zijn hoofd. Bij vorst, als niet gewerkt kon worden, moest hij rondkomen van een uitkering van 37 per week. In zijn dorp is van zijn vaste ploeg op het ogenblik 70% ont slagenDe getroffenen ontvangen 32 per week. „Dat bedrag kan ik altijd verdienen" Zegt hij trots. „Het vaste werk in Rot terdam lokte mij aan. Dat is altijd be ter dan ik in Friesland kriigen kon." Inderdaad is hij niet zo slecht af. Hij verdient nu een grondloon van 0.91 per uur dat is al meer dan in zijn geboortestreek en bovendien ont vangt hij in zijn tariefwerk een toe slag van 25% Electrisch las-en had hij al meer gedaan, daardoor is hij al boven de 25% gekomen. Van de ta rieftoeslag wordt 15% onmiddellijk uitbetaald. 10% blijft staan en ont vangt hij nu en dan eens. Als Van Houten 48 uur per week werkt, dan is zijn loon voor de uitga ven, die hij zich getroosten moet. maar zeer magertjes, doch in de week, waarin wij hem bezochten had hii 50 uren gewerkt in nachtdienst, waardoor hij 75 uren uitbetaald kroeg. Dat zet weer eens zoden aan de dijk. Belangrijk is sok, dat de sociale voorzieningen thans goed zijn: ver schillende verzekeringen, vaeantie met toeslag op het loon, pensioen even tueel direct ingaande ook voor de we duwe en de kinderen en vooral: winstdeling. In 1952 ziin aan alle arbei ders 240 uurlonen uitbetaald. Dat is alles goed en wel, vindt me vrouw Van Houten Maar de huur is veel hoger dan in Harkema Oneinde. Zeker, ze woont op het ogenblik ge rieflijker en ruimer dan iv haar dorp waar ze nog bedsteden had al valt het trapnenklimmen niet mee De ongeveer f 10.huur driemaal zo veel als vroener komt echter elke week terug. Hef leven is ongeveer even duur als in Friesland, meent zij Voor de groente moet zii meer beta len, brood is goedkoper. En de kleren, ja die zijn oolc goedkoper. Niet gewacht UET NIEUWE leven heeft on tegen- zegliik zijn voordelen. Toch heeft de verhuizing van het gezin enige overwinning moeten kosten. Van Hou ten heeft altijd in Friesland gewoond. De levenswijze en de taal daar trek ken hem er. zijn vrouw. Zij missen het eigene, dat bleek sterk bij de vie ring van oud en nieuw. In hun dorp is dan leven en vertier. Nu hadden haddn zij het heel rustig. „Op 4 December zijn we verhuisd", zegt mevrouw Van Houten. „We zijn nog steeds door allerlei dingen in be slag genomen. Straks komt misschien nog wel een beetje heimwee.... Een voordeel is evenwel, dat wij als vreem den tussen vreemden zitten en dat er nog meer Friezen wonen. We zullen wel kennissen krijgen", zo troost ze zichzelf. Het oudste meisje sprak al wat Nederlands, toen het in Hoogvliet kwam. Het zal zich gauw genoeg aan passen. En de familie? Die heeft het gezin moeten achterlaten. „Maar we zijn niet naar Nieuw Zeeland geëmi greerd", merkt Van Houten op, „we zullen in de vaeantie nog wel eens in Friesland komen „We hebben alles goed afgewogen. De toekomst In Friesland was niet rooskleurig. Als ik nog vijf jaar had gewacht, waren mijn kansen wellicht verkeken geweest en dan hadden we ons niet meer zo gemakkelijk kunnen aanpassen". Een plekje om te vissen heeft Van Houten al gevonden. En er kan ook gezeild worden. Maar wat dat betreft: „de eerste par jaar zijn we hier nog niet uitgekeken". „Op kerkelijk gebied", zo besluit hij Van Houten is Gereformeerd zijn wij hier warm ontvangen". Dat heeft hem kennelijk goed gedaan. Herenigd DE FAMILIE UNY, thans wo nende Abadanstraat 28c in Hoog vliet, zou niet graag terug willen. Me vrouw Uny ontving ons. Zij komt uit Emmen, haar man uit Borger. Vanwe ge de woningnood hebben zij ander half jaar gescheiden gewoond, ieder bij de ouders. Door de verhuizing naar Hoogvliet zijn ze thans voor goed bij elkaar. Of het me hier bevalt? Uitstekend, zegt zij. „Ik heb altijd in Drente ge woond, maar ik mocht niet graag in Emmen wezen. Mijn man was hulp postbode en verder zocht hij werk. Ge lukkig was hij niet vaak zonder. En nu is hij caulker (dichtmaken van de naden van een schip) bij de R.D.M. In het begin beviel het hem hier matig, maar nu wil hij niet meer weg. Neen, v/e hebben geen spijt van onze verhui- Geslaagd experiment DE MENSEN, die van het platteland naar de stad verhuizen, vinden hun weg wel in de nieuwe omgeving. Zij passen zich snel aan en zijn blij geregeld werk met een vast inkomen en goede sociale voorzieningen gekregen te hebben. Terug wil men niet meer, hoewel bij sommigen op dit ogenblik het oude dorp nog blijft trekken. Het experiment van de re gering, die aan deze migratie heel wat ten koste legt, mag stellig geslaagd heten. zing. Van de familie horen we. dat zij ook wel graag wil overkomen". Van mevrouw Weerman in de Aba danstraat 28d, wie ons volgend bezoek geldt, krijgen we een soortgelijk ver haal. Op 11 Deember is zij uit Borger in Drente verhuisd. Zij is een half jaar getrouwd en als wij in haar hart kon den kijken, zouden we ontdekken, dat zij liever in Drente gebleven was. Zij erkent dat ook tenslotte. De stad trekt haar niet en het loon van haar man vindt zij niet zo hoog. Hij was landar beider in de Noordoostpolder en kwam maar één keer per week thuis. Thans is hij leerling-caulker bij de R.D.M. en heeft geregeld werk. Bovendien is hij al 7 cent per uur vooruit gegaan. En dat heeft natuurlijk ook allemaal zijn voordelen. Het meest staat mevrouw Weer man aan, dat zij een huis heeft. Dat betekent wat, als je zelf nooit veel thuis geweest ben in betrekking in Groningen en in Enschede en bij je ouders hebt ingewoond. Mis schien heeft de woning wel de door slag gegeven, toen het besluit genomen werd, om naar Hoogvliet te trekken. Heimwee zal ze nu niet meer Krijgen Trouwens, ze heeft al kennissen. De afspraak is gemaakt, dat men om beurten naar Rotterdam zal gaan om daar levensmiddelen, ook voor de andere families, in te slaan. Die zjjn daar goedkoper dan in Hoogvliet. Eerst tellen, dan rekenen Een aanwinst voor trage leerlingen WJANNEER we niet te maken hebben met scherp geselecteerde reken meesters, zoals boekhouders of onder wijzers, maar we nemen een steekproef bij de gewone man, dan staan we vaak voor verrassende resultaten. De pTac tische psycholoog heeft nogal eens het voorrecht de geestelijke inventaris van zijn medeburgers op te maken en wan neer hij dan aan brede scharen re- cruten of fabrieksarbeiders een aantal eenvoudige sommen voorlegt, dan blijkt hem dat de vraag: „Wanneer ge zeven gulden per maand spaart, vier maanden lang, hoeveel spaart ge dan?" al vrij wat hoofdbreken kost aan zwakkere rekenaars. „Hoeveel kosten 12 knikkers als men er 3 voor 1 cent krijgt?" dat vereist een gedachten- sprong die wel een millioen Neder landers niet kunnen maken. Komen we dan met zware mathematische proble men, zoals „hoeveel is I'/s maal lVz?" of „wat is het vijfde deel van 16?", dan wordt bijkans de helft van de natie gevloerd. Deze povere resultaten staan in een merkwaardig contrast tot de fraaie rekenmethode en de moeizame reken lessen, zeven jaar lang elke dag een uur, waarmee die recruut of arbeider vroeger is geschoold. De oorzaak van dit schrijnende con trast tussen onderwijsdoel en onder wijsresultaat ligt enerzijds in de ge brekkige rekenaanleg van een groot gedeelte van het mensdom, anderzijds in het betreurenswaardige feit dat de leermethode zo slecht is afgestemd op aanleg en capaciteiten van het gros der leerlingen. Onderwijzers behoren tot de meest intelligente 5% van de natie en de enkeling die zich waagt aan het ontwerpen van een rekenme thode heeft veelal een intelligentie quotiënt van 150 of meer. Vandaar dat de meeste rekenmethodes zeer goed passen voor de flinke leerlingen, die later ook in staat zijn een ULO of een paar klassen HBS te volgen (I Q. 110 —130). Dit rekenen vereist een zekere beweeglijkheid van voorstellingen, een vrij hoog ontwikkeld abstractievermo gen. critische zin, overzicht van de elementen van het probleem, enz. Al deze schone kwaliteiten zijn echter bij de minder begaafde leerlingen niet of slechts zwakjes aanwezig. Voor hen gaat het rekenprocés van de schooi veel te hoog en de enige concessie die de schrijver van het rekenboek doet bestaat hierin, dat hij een bepaald type som tien of twintig keer herhaalt. Dit helpt vaak even weinig als het voor doen van het polsstok-hoogspringen, tien of twintig maal aan een kreupele. Nodig is een meer concrete en aan schouwelijke vorm van onderwijs. VANDAAR dat wij met grote instem ming een nieuw leermiddel hebben begroet, dat de heer Wemelsfelder, boofd van een Christelijke school in Dordrecht, heeft ontworpen voor de tweede klas. Het apparaat is gedoopt „Het Muntentelraam", de N.V. Samson in Alphen aan den Rijn nam de ver menigvuldiging op zich. Het bestaat uit drie verticale schuifknlommen. In de eerste kolom treft men ien dub beltjes aan, in de tweede en derde kolom elk tien centen. Deze „munten" zijn van flink formaat, een slag groter dan een rijksdaalder, zodat de geheie klas ze goed kan zien. Het is nu mo gelijk de overgang van eenheden op tientallen aanschouwelijk uit te beel den. Het bovenste gedeelte van het apparaat is de bank of het magazijn, het onderste gedeelte bevat het reken- geld, dat is de toonbank. De onderwij zeres kan nu al die arithmetische pro bleempjes waarmee de zeven- en acht jarigen in de tweede klas zoveel moei te hebben in concrete vorm demon streren. Het wisselen van een dubbel tje voor tien centen gaat vlot en ge makkelijk, door simpel schuiven laat de docent nu zien 15+16 is 20+10+1 is 31, dat 64+23 wordt 60+4+20+3 is 60+20+4+3 is 87 Ook aftrekken en vermenigvuldiger, Kan nu in een voor kinderen aanvaardbare vorm worden gedemonstreerd. De aansluiting bij het practische le ven, waarbij de meeste kinderen al met de munten vertrouwd zijn geraakt, is volkomen. Het wazige beeld van de relatie van eenheden en tientallen wordt nu helder en scherp omlijnd Met pepernoten en knikkers kunnen de kinderen immers ook veel beter re kenen dan met de schoolse abstracties. De grootste winst net dit practi sche leermiddel te bereiken, wordt ge realiseerd voor de minder begaafde rekenaars. Dat zijn in hoofdzaak de intellectueel tragere kinderen, de I.Q. s van 7090. En zulke zwakke broeders en zusters treffen wij op de lagere school niet minder dan driehonderd duizend aan. Dit „Muntentelraam" dat de heer Wemeisfeider met veel scherpzinnig heid en met twee Jaar geduldig expe- (Van onze correspondent in Kaapstad) AAT ik u vandaag iets mogen vertellen over twee Zuldafrlkaanse problemen, waar dr Maian nu eens (bij hoge uitzondering) niet de schuld van krijgt. Het is in politieke kringen weliswaar reeds de gewoonte geworden om te zeggen: „Als het weer slecht is, krijgt dr Malan er tn de buitenlandse pers de schuld van", maar met de overlast, die slangen en bavianen hier van tijd tot tijd de mensheid aandoen, wordt de minister-president nog niet bezwaard. En van slangen en bavianen wil ik u ditmaal, zonder te roddelen en in het besef van mijn verantwoordelijkheid, een paar dingen schrijven, die niet zo best zijn. We zuilen om met Genesis te beginnen eerst de slang bij de staart grijpen. Ze zijn er hier in alle soorten en maten, van de drie meter lange, vreselijke mamba tot het kleine, nogal onschuldige „grondsiangetje". De meeste zijn gevaarlijk, maar gevaarlijk in de zin van agressief is er eigenlijk niet een. En ze zitten natuurlijk lang niet overal. Nu het zeer warm begint te worden treft men er echter met name op de berghellingen soms een aan. Een vriend van me, die in de Kaapstadse buitenwijk Tamboerskloof woont, sloeg er drie dood in één week, maar een boer, die even buiten Stellenbosch woont, zag drie jaar geleden voor het laatst zo'n „seiler". baviaan heeft iets „menselijks". Iets, dat dicht aan ons grenst. En de boer houdt er niet van, op „Adoons" (zoals zijn bijnaam is) te schieten. Maar als ze met honderden tegelijk de boom gaarden ruineren, als ze schapen wor gen en tot op het bot opvreten, als ze brutaal worden, dat ze de boeren vrouw, die hen wil wegjagen, aan de rokken trekken en om de oren klet sen, jadan moet er wel geschoten worden. Het is in een Kaapse streek gebeurd, dat de bavianen zó overvloedig en zó brutaal en zó schadelijk werden, dat de wanhopige boeren de hulp van de politie moesten inroepen. Gewapende troepen met machinegeweren zijn er aan te pas gekomen cn de slachting is verschrikkelijk geweest. Maar geen boer praat er graag over. Adoons heeft een grote plaats in zijn hart, al is hij ook nog zo ontaard En slimZe zitten met tientallen in de bomen, dicht bij de boerderij. De vrouw komt naar buiten. Ze blijven rustig zitten. De boer komt naar bui ten. Zij grijnzen een beetje. De boer gaat terug en komt naar buiten met een bezemsteel. Ze grijnzen nog har der. De boer gaat weer terug en komt naar buiten met een geweer. Rtttsss. dan is er geen aap meer te zien. Op tal van boerderijen loopt een TEGENS de slang koestert geen Zuid- J afrikaner ook maar één sentimentele gedachte. Doodslaan dat is zijn eer ste en enige reactie, zodra hij een slang ziet schuifelen. Er zijn automobilisten verongelukt, omdat ze probeerden een slang, die langs de kant van de weg gleed, nog juist met hun wiel te raken. Er zijn anderen gestorven, -.mdat ze door een slang gebeten werden en ver zuimd hadden in de wildernis serum bij zich te dragen. Wie door een mamba gebeten wordt en niet binnen een half uur een serum-injectie krijgt, is kans loos. Toch denkt de geboren en getogen Zuidafrikaner bijna nooit aan de slang. Hij weet, dat geen slang ooit een mens zal aanvallen, tenzij hij in het nauw gedreven wordt. En als men per onge luk op haar trapt, zal de slan» natuur lijk ook met een beet reageren. Maar overigens gedraagt zii zich als in Ne derland de rat: zii vucht zo snel zil kan en valt aan als zii in een bock ve- dreven wordt. De beste verdediging tegen de glibberige dieren blijft nog altiid: uit bun huurt blijven. In Europa leeft sinds jaar en eeuw het geloof, dat slangen verzot zijn op melk. Daaruit zijn de verhalen ont staan van slangen, die koeien leeg zui gen. die zich om de nek van een zoem de negerin kronkelen of die in vallen kruipen waar een schoteltje melk staat te wachten. Ik heb deskundigen en boeren en negerinnen uitgehoord in alle streken van Zuid-Afrika. maar zij schudden het hoofd. Nog nooit heeft men een slang zien melk drinken, nog nooit heeft men er een aan een koe zien hangen, laat staan aan een negerin Ze zuigen eieren leeg, dét wel. Ze jagen broedende kippen over hun ze nuwen heen. dat ook. Maar die melk- verhalen zijn lasterlijke kwaadspre kerij. En die is nergens goed voor. BRUTALE APEN BE BAVIANEN vormen het tweede kwaad in de Zuidafrikaanse dieren wereld. Hun voornaamste karaktertrek is brutaliteit. Daarom is het van tijd nodig, dat er jacht gemaakt wordt op de uitgeslapen dieren, maar geen jacht is hier minder populair dan die. De rlmenteren heeft geconstrueerd, voor ziet in een schrijnende behoefte. Het stemt dan ook tot bijzondere voldoening dat hier eens een lans wordt gebroken voor dat vergeten legioen, de zwak begaafde leerlingen. Het is een ernstig euvel dat er consciëntieus zorg wordt gedragen voor de dertigduizend debiele leerlingen op tweehonderd B.L.O.- scholen, maar dat wij voor de drie honderdduizend zwakbegaafden niets positiefs presteren. Daar kennen wü maar één solutie: het domme zitten blijven. Wij vragen ons af of dit apparaat, dat een waardevolle steun biedt voor de jonge en trage rekenaars, niet in efficaciteit zou winnen wanneer men de kinderen in de klas elk een kleine copie in handen gaf. Daarmede zou de actieve deelname aan het reken- en wisselproce: worden gestimuleerd, terwijl de associaties dan niet enkel visueel en auditief, maar ook moto- riFCh en tactiel zouden worden gelegd Wij geloven voorts dat de heer We meisfeider een groot aantal onderwij zeressen uit de tweede klas ar.n zich zou verplichten wanneer hij een recep tenboekje wilde samenstellen met hon derd opgaven voor de tweede klas en tweehonderd voor de zwakke reke naars. Ten slotte moest de uitgever Samson maar eens een prijsvraag uitschrijven voor een hupse naam. „Muntentel raam" klinkt ons wat stroef en plech tig in de oren. De „rekenschuif" of de „Wemeisfeider" zijn beter, maar nog niet ideaal. Dr J. LUNXNG PRAK Binnenkort zullen de bureau* voor aanwerving van vrijwilligers voor de Bescherming-Burgerbevolking worden opengesteld. Als oud on jong ook dan evenveel belangstel ling aan de dag leggen, als hier, bi1 het verschijnen van de eerste affi ches, dan kan Nederland gerust zijn. makke baviaan rond. Er zijn boeren, die beweren, dat ze verstandiger zijn dan de gemiddelde naturel. In Oost- Transvaal werd mij het verhaal ver teld van een boer, die drie bavianen zó had afgericht, dat ze als schapen hoeders optraden. De man, die het mtj vertelde, geloofde het zelf. Hij zei: „Ze kregen hun koffie mee in een thermos fles...." VEGENDE BAVIAAN IJIT de mond van ooggetuigen kreeg ik het verhaal van een baviaan, die sinds jaar en dag op een boerderij had rondgesjokt en met een bezem de stal aanveegde. Het ging allemaal rustig en ordelijk en gezellig, tot de zoon vatt de boer het bedrijf overnam en er m het jonge gezin een zoontje geboren werd. Toen werd de aap knorrig en ongemakkeliik: hij had niet meer de eerste plaats! En toen de jonge boerin op een zonnige dag haar kindje in de wieg had buiten gezet en even voor een telefoongesprek naar binnen werd geroepen, toen vond ze een paar minu ten later de wieg leeg. Nergens, ner gens was de baby te vinden. Iedereen zocht en de buren kwamen toegesneld en de politie arriveerde en tot in de wijde omgeving werden de wegen af gezet. En iedereen was diep onder de indruk, want is er lafhartiger misdrijf dan kinderroof denkbaar? Tot er iemand toevallig omhoog keek, in de bomen. Daar zat Adoons— de Baviaan in alle gemoedsrust op een dikke tak en wiegde voorzichtig het kindje in zijn sterke armen. Toen men hem riep, liet hij zijn tanden zien, soeldde de luier los en W!P-n die ver achtelijk naar beneden! En een uur lang heeft men „mooi met hem moéten praten", alvorens hij besloot omlaag ts komen. Hij droeg de baby zo voorzich tig als een moeder en hij was verdrie tig, toen men hem het kind afnam. De beer. die bet mij vertelde, vre-g Kunt u begrijpen, dat wij het ellendig vinden als wij op bavianen moeten schieten? Ik begreep het. Wat méér is: Ik zou het niet kunnen. Maar.Ut heb geen fruitkwekerij. TELKENJARE blijkt uit de ons toe gezonden kalenders weer hoe ver rassend groot het aantal mogelijk heden is waarop men de 365 dagen, die elk jaar nu eenmaal krijgt toegemeten, „in kaart kan brengen". Jammer ge noeg was een aantal van deze verras singen ditmaal van dien aard, dat we ons goed voornemen, om althans in de eerste dagen van 1953 niets dan pret tige dingen op papier te zetten, al met een overboord moesten zetten. De Leidsche Onderwijsinstellingen zonden ons een zeer groot blad. waar op aan weerszijden van een wit-zwart tekening van de „Saai-hal" zes maand- blokjes zijn afgedrukt. Of het nu door de, ons, sinds het optreden van de „Jeugdstorm" bijzonder onsympathie ke, kleurencombinatie oranje-zwart komt, of door die saaie „Saai-hal" wil len we in het midden laten, het blijft echter een bijzonder lelijk stukje druk werk. Dat met „historisch belaste" kleu rencombinaties toch frisse resultaten geboekt kunnenworden blijkt uit de forse, pretentieloze bijna overduidelij ke rood-zwarte twaalfblads-kalender van de Zaanlandsche Stoomdrukkerij v.h. E. N. Smit Ezn. Douwe Egberts kon in het tweehon derdjarig bestaan dat deze firma dit jaar viert blijkbaar geen aanleiding vinden nu eens met iets anders tp ko men dan met het eebruikeliike bont gekleurde schild met twaalfblads-ka- lenderblok. Op de voorzijde van het schild zijn' tevens een overzicht van de posttarieven en de feestdagen op genomen, terwijl de achterzijde be drukt is met een afstandstabel, de ver keersborden, een aantal nationaliteits- letters en een brokje titulatuur. We wagen het te betwijfelen of van deze laatstgenoemde on zo'n wonderliike plaats ondergebrachte wetenswaardig heden een druk gebruik gemaakt zal worden. Nee, dan komt de N.V. Nederland- sche Ford Automobielfabriek ter ge legenheid van het vijftigjarig bestaan van de „Ford" met een heel wat bete re jubileumskalender. De ook in Ne derland door zijn omslagen van de „Saturday Evening Post" bekende il lustrator Norman Rockwell bracht in een zestal bladen de ontwikkeling van het beroemde industriecomplex kleu rig in beeld, de eigenlijke kalender Is in een bijzonder fraaie letter uitge voerd. Ook zonder tekenaars van interna tionale faam kan echter een goede ka lender tot stand komen. Het eenvoudi ge, doch typografisch uitstekend ver zorgde kalendertje, dat de N.V. Assu rantie Sociëteit en de N.V. Nederland- sche Brand- en Zee-Assurantie Mij haar relaties toezonden is daarvan het beste bewijs. Dat overigens ook met eenvoudige middelen afschuwelijke producten ge maakt kunnen worden toont de kalen der van de Verzekering-Maatschappij Noord-Holland N.V., waarop zelfs de duidelijkheid aan smakeloze schaduw* balken ten offer is gevallen. Een stral om tegen aan te moeten kijken. De Maatschappij van Levensverze kering N.V. „Vesta" te Arnhem komt gelukkig heel wat beter voor de dag met een ve+jaa'davskalender. gewerd door een aantal frisse, moderne illus traties in vierkleurendruk, die op ori ginele wiize een aantal aspecten van het verzekeringswezen in beeld bren gen. Het Nationaal Fonds voor Bijzonde re Noden gaf een kalender uit, welke door J Pander geïllustreerd werd met een viertal boom-tekeningen, waar over we eerlijk gezegd niet erg ver rukt kunnen zijn. (Hetgeen overigens natuurlijk niets afdoet aan de steun die dit fonds ook van u verdient!) Op de bladen van de kalender die Johs. De Kuyper en Zoon te Schiedam het licht deed zien tracht een aantal nijlpaarden, schildpadden, apen, ze bra's, herten, hagedissen, ezels en uilen ons van de voortreffelijke kwaliteit van de producten dezer firma te over tuigen. Niet erg geloofwaardig en ook niet biizonder geestig, maar misschien doet dat er na een paar glaasjes niet tb erg meer toe. Afwisselend gesierd met een kleu renfoto en zwart-wit-dito van toeristi sche bezienswaardigheden uit Frank rijk. zal de kalender van de Neder landse Reisvereniging bij menigeen oude reisherinneringen wakker roepen of nieuwe reislust wekken. Ni; we toch zo aan het reizen zltn „last but not least" de evenals vorige ieren. bijzonder goed verzorgde kalen der van de Nederlandse Snoorweeen. Zes kalenderbladen met fraaie repro ducties van „spoorweg-schilderijen" van Monet, Van Gogh. Sluyters Jr., Tromhadori en tnhriël. Het kalender- blad in hotdere griizp letters en cijfert on witte achtergrond is duidelijk, zon der afbreuk te doen aan de illustratie* Directie: S j. BIJLSMA en C. KRAK Hoofdredacteur: H. M. KOEMANS Redactie: Achterdam 18, Tel. 5541 ADVERTENTIES en ABONNEMENTEN: ll|+_ rrtnses Margriet, die op 19 Jqnu Tien opvarenden De Nederlandse kustvaarder „Ui het schip ten Zuidoosten van Ier! maakte. Schepen in de buurt boor werd de toestand aan boord van van tien koppen was op het dek v te verlaten. De Britse torpedoboo hulp kon bieden. Het nam de „U 346 ton meet, naar Loch Foyle, door de torpedobootjager leeggepoi dat de „Unitas" zal zinken, h< bakboord heit. Gisteravond om acht uur liep het gische motorschip „Nellie (492 brt hoogte van de Vlissingse buiten! aan de grond. De sleepboot „Maas" het schip na korte tijd vlot gebrach Nederlandse motorkustvaarder „R kreeg door het schuiven van de 1 een barst in de scheepswand. Di srhiedde op weg van Huil naar R< dam. Het schip zal naar Hull t keren, om gerepareerd te worden. Bij het onderzoek naar de b( tussen het Nederlandse schip „I Maris" en de Noorse „Lyngenf hebben de kapiteins van de beide pen tegenstrijdige verklaringen legd. Volgens de gezagvoerder v: „Lyngenfjord' scheen de ..Stella IV even voor de botsing zijn koers te ben gewijzigd. De kapitein van het ste schip, alsmede de eerste stuu De a'zef dalende ln zijn laatste vooi president man opgestelde verslag deelt de rikaanse min'Ster voor Landbouw de, dat de Amerikaanse landboi zich verplicht zullen zien hun pr tie te beperken indien de Ver, er niet in -.lager, de afzetgebied' handhaven, welke zij gedurend laatste' oorlog in het buitenland hi gevonden De ministei wijst e; dat deze afzetgebieden, welke 25 procent van de agrarische proi van de Ver Staten opnamen in kleinere afnemers zijn geworden gevolge van invoerbeperkingen, i aan dollars en vermindering der rikaanse hulp Verwachting tot morgenavo WEINIG VER AN DERIN C Op vele plaatsen mist en hier daar enige motregen. Mat tot zwakke wind, hoofdzake tussen West en Zuid- Over gend lichte dooi. 4.ATERDAG Zon op 8.40. on 17.01 Maan op 9 42. onder 1!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 12