365 dagen
i
GEMIGREERDE ARBEIDERS ZOUDEN
NIET MEER TERUG WILLEN
0°JL
Nederlandse
zinkenc
IN
SLANGEN EN BAVIANEN
ZUID-AFRIKA
Muntentelraam biedt de jeugd
aanschouwelijk onderwijs
Vroeger werkloos, ihans vasfe paan
Gezinnen passen zich
snel aan
S/a m dood
Voordam 11, Tel. 3320
Postgiro 187294
r
Peiekind der k
Schip bij Vlissinger
aan de grond
Landbouw in V
komt in het nai
WEERBERlCHl
DONDERDAG 15 JANUARI 1953
Volksverhuizing binnen de lands grenzen
pjIT IS TAAL, een 28-jarige, energieke Neder-
landse arbeider waardig: „Ik voel mij. nu ik uit
mijn dorp naar de grote stad verhuisd ben en in de
industrie vast werk gevonden heb, min of meer als
een voortrekker. Ik zal hard werken en aan mijn
bazen het bewijs leveren, dat ik van aanpakken weet.
Want naar mij zullen wellicht de andere plattelan
ders beoordeeld worden, die mijn voorbeeld willen
volgen. Ik moet laten zien, wat de mensen uit mijn
vroegere omgeving waard zijn".
De Friezen zullen misschien zeggen: dit is de taal,
die wij van de jonge arbeiders uit onze provincie
verwachten. Want de robuste werker met zijn over
het voorhoofd hangende blonde krullen en zijn
levendig blauwe ogen, is een rasechte Fries. Het is
A. van Houten, die op 4 December 1952 uit Harkema
Opeinde met vrouw en twee dochtertjes verhuisde
naar het voormalige Hoogvliet gemeente Rotter
dam waar hij nu woont in de Bahreinstraat 41 c,
op een gloednieuwe tweede étage.
„Got hat syn plan, do hast dyn taek", staat op een
tekst aan de wand. Van Houten leeft daarnaar; hij
zal het in zijn nieuwe omgeving en in zijn nieuwe
betrekking bij de Rotterdamse Droogdok Maatschap
pij, waar hij als electrisch lasser werkt, wel rooien.
Dat moet ook, want nu hij met vrouw en kinderen
en met financiële steun van de overheid uit Friesland
is overgekomen, is de weg terug wel moeilijk ge
worden.
Hij zou trouwens niet terug willen. Integendeel,
het huis bevalt goed, zijn baan staat hem aan en voor
de rest zal hij in de nieuwe omgeving wel wennen.
Hij is erop vooruitgegaan en adviseert allen, die in
gelijke omstandigheden leven als hij in Harkema
Opeinde deed, om ook te migreren, als zij de kans
krijgen.
JOALS VAN HOUTEN zijn er al velen
met steun van de regering van hun
geboortegrond naar industriële centra
vertrokken. Dat is een van de midde
len, waarmede de overheid de werk
loosheid in de streken van ons vader
land, die er het zwaarst onder gebukt
gaan, poogt te verminderen en tegelij
kertijd de bedrijven, die flinke arbei
ders kunnen gebruiken, te helpen.
In Alblasserdam, in Vlissingen, in
Rotterdam en in enige andere plaatsen
hebben zich reeds enige honderden ge
zinnen gevestigd. Wij hebben er enige
opgezocht in Hoogvliet, waar bij het
landelijk dorpje een aantal volkomen
stads aandoende, hoge huizenblokken
zijn verrezen. De in de onmiddellijke
nabijheid staande, oude molen, peinst
bedroefd over de landhonger van het
grote, werkzame Rotterdam: de ge
weldige installaties op het uitgestrekte
industrieterrein van de Bataafse Petro
leum Maatschappij spreken er van de
moderne techniek, waarvoor de lande
lijke eenvoud wijken moet.
Toch wonen de arbeiders, die uit
sommige delen van Friesland en Dren
te naar Hoogvliet verhuisden, nog al
tijd een beetje „buiten", hetgeen hun
de aanpassing ongetwijfeld zal verge
makkelijken. Tot op dit ogenblik zijn
naar Rotterdam vijftien gezinnen ge
migreerd. Er werken 52 mannen op
proef. Slaagt dat, dan zullen ook hun
gezinnen verhuizen. In de eerstkomen
de weken zullen er nog dertig bijko
men voor twee ohservatiemaanden. Bo
vendien trekt men in de Maasstad on
getrouwde jongelui aan tussen 23 en
27 jaar. En nog steeds heeft men er
meer arbeiders nodig.
De gemeente heeft 160 extra wonin
gen voor gemigreerde gezinnen toege
wezen gekregen. Van de complexen,
die in Hoogvliet gebouwd worden, is
een aanta! huizen als extra woningen
bestemd. De bewoners daarvan wer
ken, of worden te werk gesteld bij de
R.D.M. of bij de R.P.M. In Zuidwijk.
een nieuw gedeelte van Rotterdam in
het Zuidoosten van de stad, zullen
eveneens gemigreerde gezinnen komen
wonen. De mannen krijgen werk op
een scheepswerf.
Winstdeling
ETR ONTWIKKELT zich een prettig
gesprek met de pittige Van Hou
ten, die ons graag in zijn woning ont
vangt om ons in te lichten over :ijn
ervaringen. In Friesland arbeidde hij
bij de wegenbouw. De laatste drie jaar
was hij vrijwel geen enkele gehele
week thuis. Hoewel hij geboft heeft,
hing toch steeds ontslag als een drei
ging boven zijn hoofd. Bij vorst, als
niet gewerkt kon worden, moest hij
rondkomen van een uitkering van 37
per week. In zijn dorp is van zijn
vaste ploeg op het ogenblik 70% ont
slagenDe getroffenen ontvangen
32 per week.
„Dat bedrag kan ik altijd verdienen"
Zegt hij trots. „Het vaste werk in Rot
terdam lokte mij aan. Dat is altijd be
ter dan ik in Friesland kriigen kon."
Inderdaad is hij niet zo slecht af. Hij
verdient nu een grondloon van 0.91
per uur dat is al meer dan in zijn
geboortestreek en bovendien ont
vangt hij in zijn tariefwerk een toe
slag van 25% Electrisch las-en had
hij al meer gedaan, daardoor is hij
al boven de 25% gekomen. Van de ta
rieftoeslag wordt 15% onmiddellijk
uitbetaald. 10% blijft staan en ont
vangt hij nu en dan eens.
Als Van Houten 48 uur per week
werkt, dan is zijn loon voor de uitga
ven, die hij zich getroosten moet. maar
zeer magertjes, doch in de week,
waarin wij hem bezochten had hii 50
uren gewerkt in nachtdienst, waardoor
hij 75 uren uitbetaald kroeg. Dat zet
weer eens zoden aan de dijk.
Belangrijk is sok, dat de sociale
voorzieningen thans goed zijn: ver
schillende verzekeringen, vaeantie met
toeslag op het loon, pensioen even
tueel direct ingaande ook voor de we
duwe en de kinderen en vooral:
winstdeling. In 1952 ziin aan alle arbei
ders 240 uurlonen uitbetaald.
Dat is alles goed en wel, vindt me
vrouw Van Houten Maar de huur is
veel hoger dan in Harkema Oneinde.
Zeker, ze woont op het ogenblik ge
rieflijker en ruimer dan iv haar dorp
waar ze nog bedsteden had al
valt het trapnenklimmen niet mee De
ongeveer f 10.huur driemaal zo
veel als vroener komt echter elke
week terug. Hef leven is ongeveer
even duur als in Friesland, meent zij
Voor de groente moet zii meer beta
len, brood is goedkoper. En de kleren,
ja die zijn oolc goedkoper.
Niet gewacht
UET NIEUWE leven heeft on tegen-
zegliik zijn voordelen. Toch heeft
de verhuizing van het gezin enige
overwinning moeten kosten. Van Hou
ten heeft altijd in Friesland gewoond.
De levenswijze en de taal daar trek
ken hem er. zijn vrouw. Zij missen
het eigene, dat bleek sterk bij de vie
ring van oud en nieuw. In hun dorp
is dan leven en vertier. Nu hadden
haddn zij het heel rustig.
„Op 4 December zijn we verhuisd",
zegt mevrouw Van Houten. „We zijn
nog steeds door allerlei dingen in be
slag genomen. Straks komt misschien
nog wel een beetje heimwee.... Een
voordeel is evenwel, dat wij als vreem
den tussen vreemden zitten en dat er
nog meer Friezen wonen. We zullen
wel kennissen krijgen", zo troost ze
zichzelf. Het oudste meisje sprak al
wat Nederlands, toen het in Hoogvliet
kwam. Het zal zich gauw genoeg aan
passen.
En de familie? Die heeft het gezin
moeten achterlaten. „Maar we zijn
niet naar Nieuw Zeeland geëmi
greerd", merkt Van Houten op, „we
zullen in de vaeantie nog wel eens in
Friesland komen
„We hebben alles goed afgewogen.
De toekomst In Friesland was niet
rooskleurig. Als ik nog vijf jaar had
gewacht, waren mijn kansen wellicht
verkeken geweest en dan hadden we
ons niet meer zo gemakkelijk kunnen
aanpassen".
Een plekje om te vissen heeft Van
Houten al gevonden. En er kan ook
gezeild worden. Maar wat dat betreft:
„de eerste par jaar zijn we hier nog
niet uitgekeken".
„Op kerkelijk gebied", zo besluit hij
Van Houten is Gereformeerd
zijn wij hier warm ontvangen". Dat
heeft hem kennelijk goed gedaan.
Herenigd
DE FAMILIE UNY, thans wo
nende Abadanstraat 28c in Hoog
vliet, zou niet graag terug willen. Me
vrouw Uny ontving ons. Zij komt uit
Emmen, haar man uit Borger. Vanwe
ge de woningnood hebben zij ander
half jaar gescheiden gewoond, ieder bij
de ouders. Door de verhuizing naar
Hoogvliet zijn ze thans voor goed bij
elkaar.
Of het me hier bevalt? Uitstekend,
zegt zij. „Ik heb altijd in Drente ge
woond, maar ik mocht niet graag in
Emmen wezen. Mijn man was hulp
postbode en verder zocht hij werk. Ge
lukkig was hij niet vaak zonder. En
nu is hij caulker (dichtmaken van de
naden van een schip) bij de R.D.M. In
het begin beviel het hem hier matig,
maar nu wil hij niet meer weg. Neen,
v/e hebben geen spijt van onze verhui-
Geslaagd experiment
DE MENSEN, die van het
platteland naar de stad
verhuizen, vinden hun weg
wel in de nieuwe omgeving.
Zij passen zich snel aan en zijn
blij geregeld werk met een
vast inkomen en goede sociale
voorzieningen gekregen te
hebben. Terug wil men niet
meer, hoewel bij sommigen op
dit ogenblik het oude dorp nog
blijft trekken.
Het experiment van de re
gering, die aan deze migratie
heel wat ten koste legt, mag
stellig geslaagd heten.
zing. Van de familie horen we. dat zij
ook wel graag wil overkomen".
Van mevrouw Weerman in de Aba
danstraat 28d, wie ons volgend bezoek
geldt, krijgen we een soortgelijk ver
haal. Op 11 Deember is zij uit Borger
in Drente verhuisd. Zij is een half jaar
getrouwd en als wij in haar hart kon
den kijken, zouden we ontdekken, dat
zij liever in Drente gebleven was. Zij
erkent dat ook tenslotte. De stad trekt
haar niet en het loon van haar man
vindt zij niet zo hoog. Hij was landar
beider in de Noordoostpolder en kwam
maar één keer per week thuis. Thans
is hij leerling-caulker bij de R.D.M. en
heeft geregeld werk. Bovendien is hij
al 7 cent per uur vooruit gegaan. En
dat heeft natuurlijk ook allemaal zijn
voordelen.
Het meest staat mevrouw Weer
man aan, dat zij een huis heeft. Dat
betekent wat, als je zelf nooit veel
thuis geweest ben in betrekking
in Groningen en in Enschede en
bij je ouders hebt ingewoond. Mis
schien heeft de woning wel de door
slag gegeven, toen het besluit genomen
werd, om naar Hoogvliet te trekken.
Heimwee zal ze nu niet meer Krijgen
Trouwens, ze heeft al kennissen. De
afspraak is gemaakt, dat men om
beurten naar Rotterdam zal gaan om
daar levensmiddelen, ook voor de
andere families, in te slaan. Die zjjn
daar goedkoper dan in Hoogvliet.
Eerst tellen, dan rekenen
Een aanwinst voor trage
leerlingen
WJANNEER we niet te maken hebben
met scherp geselecteerde reken
meesters, zoals boekhouders of onder
wijzers, maar we nemen een steekproef
bij de gewone man, dan staan we vaak
voor verrassende resultaten. De pTac
tische psycholoog heeft nogal eens het
voorrecht de geestelijke inventaris van
zijn medeburgers op te maken en wan
neer hij dan aan brede scharen re-
cruten of fabrieksarbeiders een aantal
eenvoudige sommen voorlegt, dan
blijkt hem dat de vraag: „Wanneer ge
zeven gulden per maand spaart, vier
maanden lang, hoeveel spaart ge dan?"
al vrij wat hoofdbreken kost aan
zwakkere rekenaars. „Hoeveel kosten
12 knikkers als men er 3 voor 1 cent
krijgt?" dat vereist een gedachten-
sprong die wel een millioen Neder
landers niet kunnen maken. Komen we
dan met zware mathematische proble
men, zoals „hoeveel is I'/s maal lVz?"
of „wat is het vijfde deel van 16?", dan
wordt bijkans de helft van de natie
gevloerd.
Deze povere resultaten staan in een
merkwaardig contrast tot de fraaie
rekenmethode en de moeizame reken
lessen, zeven jaar lang elke dag een
uur, waarmee die recruut of arbeider
vroeger is geschoold.
De oorzaak van dit schrijnende con
trast tussen onderwijsdoel en onder
wijsresultaat ligt enerzijds in de ge
brekkige rekenaanleg van een groot
gedeelte van het mensdom, anderzijds
in het betreurenswaardige feit dat de
leermethode zo slecht is afgestemd op
aanleg en capaciteiten van het gros
der leerlingen. Onderwijzers behoren
tot de meest intelligente 5% van de
natie en de enkeling die zich waagt
aan het ontwerpen van een rekenme
thode heeft veelal een intelligentie
quotiënt van 150 of meer. Vandaar dat
de meeste rekenmethodes zeer goed
passen voor de flinke leerlingen, die
later ook in staat zijn een ULO of een
paar klassen HBS te volgen (I Q. 110
—130). Dit rekenen vereist een zekere
beweeglijkheid van voorstellingen, een
vrij hoog ontwikkeld abstractievermo
gen. critische zin, overzicht van de
elementen van het probleem, enz. Al
deze schone kwaliteiten zijn echter bij
de minder begaafde leerlingen niet of
slechts zwakjes aanwezig. Voor hen
gaat het rekenprocés van de schooi
veel te hoog en de enige concessie die
de schrijver van het rekenboek doet
bestaat hierin, dat hij een bepaald type
som tien of twintig keer herhaalt. Dit
helpt vaak even weinig als het voor
doen van het polsstok-hoogspringen,
tien of twintig maal aan een kreupele.
Nodig is een meer concrete en aan
schouwelijke vorm van onderwijs.
VANDAAR dat wij met grote instem
ming een nieuw leermiddel hebben
begroet, dat de heer Wemelsfelder,
boofd van een Christelijke school in
Dordrecht, heeft ontworpen voor de
tweede klas. Het apparaat is gedoopt
„Het Muntentelraam", de N.V. Samson
in Alphen aan den Rijn nam de ver
menigvuldiging op zich. Het bestaat
uit drie verticale schuifknlommen. In
de eerste kolom treft men ien dub
beltjes aan, in de tweede en derde
kolom elk tien centen. Deze „munten"
zijn van flink formaat, een slag groter
dan een rijksdaalder, zodat de geheie
klas ze goed kan zien. Het is nu mo
gelijk de overgang van eenheden op
tientallen aanschouwelijk uit te beel
den. Het bovenste gedeelte van het
apparaat is de bank of het magazijn,
het onderste gedeelte bevat het reken-
geld, dat is de toonbank. De onderwij
zeres kan nu al die arithmetische pro
bleempjes waarmee de zeven- en acht
jarigen in de tweede klas zoveel moei
te hebben in concrete vorm demon
streren. Het wisselen van een dubbel
tje voor tien centen gaat vlot en ge
makkelijk, door simpel schuiven laat
de docent nu zien 15+16 is 20+10+1 is
31, dat 64+23 wordt 60+4+20+3 is
60+20+4+3 is 87 Ook aftrekken en
vermenigvuldiger, Kan nu in een voor
kinderen aanvaardbare vorm worden
gedemonstreerd.
De aansluiting bij het practische le
ven, waarbij de meeste kinderen al
met de munten vertrouwd zijn geraakt,
is volkomen. Het wazige beeld van de
relatie van eenheden en tientallen
wordt nu helder en scherp omlijnd
Met pepernoten en knikkers kunnen
de kinderen immers ook veel beter re
kenen dan met de schoolse abstracties.
De grootste winst net dit practi
sche leermiddel te bereiken, wordt ge
realiseerd voor de minder begaafde
rekenaars. Dat zijn in hoofdzaak de
intellectueel tragere kinderen, de I.Q. s
van 7090. En zulke zwakke broeders
en zusters treffen wij op de lagere
school niet minder dan driehonderd
duizend aan.
Dit „Muntentelraam" dat de heer
Wemeisfeider met veel scherpzinnig
heid en met twee Jaar geduldig expe-
(Van onze correspondent in Kaapstad)
AAT ik u vandaag iets mogen vertellen over twee Zuldafrlkaanse problemen,
waar dr Maian nu eens (bij hoge uitzondering) niet de schuld van krijgt. Het
is in politieke kringen weliswaar reeds de gewoonte geworden om te zeggen:
„Als het weer slecht is, krijgt dr Malan er tn de buitenlandse pers de schuld
van", maar met de overlast, die slangen en bavianen hier van tijd tot tijd de
mensheid aandoen, wordt de minister-president nog niet bezwaard. En van
slangen en bavianen wil ik u ditmaal, zonder te roddelen en in het besef van
mijn verantwoordelijkheid, een paar dingen schrijven, die niet zo best zijn. We
zuilen om met Genesis te beginnen eerst de slang bij de staart grijpen.
Ze zijn er hier in alle soorten en maten, van de drie meter lange, vreselijke
mamba tot het kleine, nogal onschuldige „grondsiangetje". De meeste zijn
gevaarlijk, maar gevaarlijk in de zin van agressief is er eigenlijk niet een. En ze
zitten natuurlijk lang niet overal. Nu het zeer warm begint te worden treft
men er echter met name op de berghellingen soms een aan. Een vriend
van me, die in de Kaapstadse buitenwijk Tamboerskloof woont, sloeg er drie
dood in één week, maar een boer, die even buiten Stellenbosch woont, zag drie
jaar geleden voor het laatst zo'n „seiler".
baviaan heeft iets „menselijks". Iets,
dat dicht aan ons grenst. En de boer
houdt er niet van, op „Adoons" (zoals
zijn bijnaam is) te schieten. Maar als
ze met honderden tegelijk de boom
gaarden ruineren, als ze schapen wor
gen en tot op het bot opvreten, als ze
brutaal worden, dat ze de boeren
vrouw, die hen wil wegjagen, aan de
rokken trekken en om de oren klet
sen, jadan moet er wel geschoten
worden.
Het is in een Kaapse streek gebeurd,
dat de bavianen zó overvloedig en zó
brutaal en zó schadelijk werden, dat
de wanhopige boeren de hulp van de
politie moesten inroepen. Gewapende
troepen met machinegeweren zijn er
aan te pas gekomen cn de slachting is
verschrikkelijk geweest. Maar geen
boer praat er graag over. Adoons
heeft een grote plaats in zijn hart, al
is hij ook nog zo ontaard
En slimZe zitten met tientallen
in de bomen, dicht bij de boerderij. De
vrouw komt naar buiten. Ze blijven
rustig zitten. De boer komt naar bui
ten. Zij grijnzen een beetje. De boer
gaat terug en komt naar buiten met
een bezemsteel. Ze grijnzen nog har
der. De boer gaat weer terug en komt
naar buiten met een geweer. Rtttsss.
dan is er geen aap meer te zien.
Op tal van boerderijen loopt een
TEGENS de slang koestert geen Zuid-
J afrikaner ook maar één sentimentele
gedachte. Doodslaan dat is zijn eer
ste en enige reactie, zodra hij een slang
ziet schuifelen. Er zijn automobilisten
verongelukt, omdat ze probeerden een
slang, die langs de kant van de weg
gleed, nog juist met hun wiel te raken.
Er zijn anderen gestorven, -.mdat ze
door een slang gebeten werden en ver
zuimd hadden in de wildernis serum
bij zich te dragen. Wie door een mamba
gebeten wordt en niet binnen een half
uur een serum-injectie krijgt, is kans
loos.
Toch denkt de geboren en getogen
Zuidafrikaner bijna nooit aan de slang.
Hij weet, dat geen slang ooit een mens
zal aanvallen, tenzij hij in het nauw
gedreven wordt. En als men per onge
luk op haar trapt, zal de slan» natuur
lijk ook met een beet reageren. Maar
overigens gedraagt zii zich als in Ne
derland de rat: zii vucht zo snel zil
kan en valt aan als zii in een bock ve-
dreven wordt. De beste verdediging
tegen de glibberige dieren blijft nog
altiid: uit bun huurt blijven.
In Europa leeft sinds jaar en eeuw
het geloof, dat slangen verzot zijn op
melk. Daaruit zijn de verhalen ont
staan van slangen, die koeien leeg zui
gen. die zich om de nek van een zoem
de negerin kronkelen of die in vallen
kruipen waar een schoteltje melk staat
te wachten. Ik heb deskundigen en
boeren en negerinnen uitgehoord in
alle streken van Zuid-Afrika. maar zij
schudden het hoofd. Nog nooit heeft
men een slang zien melk drinken, nog
nooit heeft men er een aan een koe
zien hangen, laat staan aan een
negerin
Ze zuigen eieren leeg, dét wel. Ze
jagen broedende kippen over hun ze
nuwen heen. dat ook. Maar die melk-
verhalen zijn lasterlijke kwaadspre
kerij. En die is nergens goed voor.
BRUTALE APEN
BE BAVIANEN vormen het tweede
kwaad in de Zuidafrikaanse dieren
wereld. Hun voornaamste karaktertrek
is brutaliteit. Daarom is het van tijd
nodig, dat er jacht gemaakt wordt op
de uitgeslapen dieren, maar geen jacht
is hier minder populair dan die. De
rlmenteren heeft geconstrueerd, voor
ziet in een schrijnende behoefte. Het
stemt dan ook tot bijzondere voldoening
dat hier eens een lans wordt gebroken
voor dat vergeten legioen, de zwak
begaafde leerlingen. Het is een ernstig
euvel dat er consciëntieus zorg wordt
gedragen voor de dertigduizend debiele
leerlingen op tweehonderd B.L.O.-
scholen, maar dat wij voor de drie
honderdduizend zwakbegaafden niets
positiefs presteren. Daar kennen wü
maar één solutie: het domme zitten
blijven.
Wij vragen ons af of dit apparaat,
dat een waardevolle steun biedt voor
de jonge en trage rekenaars, niet in
efficaciteit zou winnen wanneer men
de kinderen in de klas elk een kleine
copie in handen gaf. Daarmede zou de
actieve deelname aan het reken- en
wisselproce: worden gestimuleerd,
terwijl de associaties dan niet enkel
visueel en auditief, maar ook moto-
riFCh en tactiel zouden worden gelegd
Wij geloven voorts dat de heer We
meisfeider een groot aantal onderwij
zeressen uit de tweede klas ar.n zich
zou verplichten wanneer hij een recep
tenboekje wilde samenstellen met hon
derd opgaven voor de tweede klas en
tweehonderd voor de zwakke reke
naars.
Ten slotte moest de uitgever Samson
maar eens een prijsvraag uitschrijven
voor een hupse naam. „Muntentel
raam" klinkt ons wat stroef en plech
tig in de oren. De „rekenschuif" of de
„Wemeisfeider" zijn beter, maar nog
niet ideaal. Dr J. LUNXNG PRAK
Binnenkort zullen de bureau* voor
aanwerving van vrijwilligers voor
de Bescherming-Burgerbevolking
worden opengesteld. Als oud on
jong ook dan evenveel belangstel
ling aan de dag leggen, als hier, bi1
het verschijnen van de eerste affi
ches, dan kan Nederland gerust zijn.
makke baviaan rond. Er zijn boeren,
die beweren, dat ze verstandiger zijn
dan de gemiddelde naturel. In Oost-
Transvaal werd mij het verhaal ver
teld van een boer, die drie bavianen
zó had afgericht, dat ze als schapen
hoeders optraden. De man, die het mtj
vertelde, geloofde het zelf. Hij zei: „Ze
kregen hun koffie mee in een thermos
fles...."
VEGENDE BAVIAAN
IJIT de mond van ooggetuigen kreeg
ik het verhaal van een baviaan, die
sinds jaar en dag op een boerderij had
rondgesjokt en met een bezem de stal
aanveegde. Het ging allemaal rustig
en ordelijk en gezellig, tot de zoon vatt
de boer het bedrijf overnam en er m
het jonge gezin een zoontje geboren
werd. Toen werd de aap knorrig en
ongemakkeliik: hij had niet meer de
eerste plaats! En toen de jonge boerin
op een zonnige dag haar kindje in de
wieg had buiten gezet en even voor
een telefoongesprek naar binnen werd
geroepen, toen vond ze een paar minu
ten later de wieg leeg. Nergens, ner
gens was de baby te vinden. Iedereen
zocht en de buren kwamen toegesneld
en de politie arriveerde en tot in de
wijde omgeving werden de wegen af
gezet. En iedereen was diep onder de
indruk, want is er lafhartiger misdrijf
dan kinderroof denkbaar?
Tot er iemand toevallig omhoog
keek, in de bomen. Daar zat Adoons—
de Baviaan in alle gemoedsrust op een
dikke tak en wiegde voorzichtig het
kindje in zijn sterke armen. Toen men
hem riep, liet hij zijn tanden zien,
soeldde de luier los en W!P-n die ver
achtelijk naar beneden! En een uur
lang heeft men „mooi met hem moéten
praten", alvorens hij besloot omlaag ts
komen. Hij droeg de baby zo voorzich
tig als een moeder en hij was verdrie
tig, toen men hem het kind afnam.
De beer. die bet mij vertelde, vre-g
Kunt u begrijpen, dat wij het ellendig
vinden als wij op bavianen moeten
schieten? Ik begreep het. Wat méér is:
Ik zou het niet kunnen. Maar.Ut
heb geen fruitkwekerij.
TELKENJARE blijkt uit de ons toe
gezonden kalenders weer hoe ver
rassend groot het aantal mogelijk
heden is waarop men de 365 dagen, die
elk jaar nu eenmaal krijgt toegemeten,
„in kaart kan brengen". Jammer ge
noeg was een aantal van deze verras
singen ditmaal van dien aard, dat we
ons goed voornemen, om althans in de
eerste dagen van 1953 niets dan pret
tige dingen op papier te zetten, al met
een overboord moesten zetten.
De Leidsche Onderwijsinstellingen
zonden ons een zeer groot blad. waar
op aan weerszijden van een wit-zwart
tekening van de „Saai-hal" zes maand-
blokjes zijn afgedrukt. Of het nu door
de, ons, sinds het optreden van de
„Jeugdstorm" bijzonder onsympathie
ke, kleurencombinatie oranje-zwart
komt, of door die saaie „Saai-hal" wil
len we in het midden laten, het blijft
echter een bijzonder lelijk stukje druk
werk.
Dat met „historisch belaste" kleu
rencombinaties toch frisse resultaten
geboekt kunnenworden blijkt uit de
forse, pretentieloze bijna overduidelij
ke rood-zwarte twaalfblads-kalender
van de Zaanlandsche Stoomdrukkerij
v.h. E. N. Smit Ezn.
Douwe Egberts kon in het tweehon
derdjarig bestaan dat deze firma dit
jaar viert blijkbaar geen aanleiding
vinden nu eens met iets anders tp ko
men dan met het eebruikeliike bont
gekleurde schild met twaalfblads-ka-
lenderblok. Op de voorzijde van het
schild zijn' tevens een overzicht van
de posttarieven en de feestdagen op
genomen, terwijl de achterzijde be
drukt is met een afstandstabel, de ver
keersborden, een aantal nationaliteits-
letters en een brokje titulatuur. We
wagen het te betwijfelen of van deze
laatstgenoemde on zo'n wonderliike
plaats ondergebrachte wetenswaardig
heden een druk gebruik gemaakt zal
worden.
Nee, dan komt de N.V. Nederland-
sche Ford Automobielfabriek ter ge
legenheid van het vijftigjarig bestaan
van de „Ford" met een heel wat bete
re jubileumskalender. De ook in Ne
derland door zijn omslagen van de
„Saturday Evening Post" bekende il
lustrator Norman Rockwell bracht in
een zestal bladen de ontwikkeling van
het beroemde industriecomplex kleu
rig in beeld, de eigenlijke kalender Is
in een bijzonder fraaie letter uitge
voerd.
Ook zonder tekenaars van interna
tionale faam kan echter een goede ka
lender tot stand komen. Het eenvoudi
ge, doch typografisch uitstekend ver
zorgde kalendertje, dat de N.V. Assu
rantie Sociëteit en de N.V. Nederland-
sche Brand- en Zee-Assurantie Mij
haar relaties toezonden is daarvan het
beste bewijs.
Dat overigens ook met eenvoudige
middelen afschuwelijke producten ge
maakt kunnen worden toont de kalen
der van de Verzekering-Maatschappij
Noord-Holland N.V., waarop zelfs de
duidelijkheid aan smakeloze schaduw*
balken ten offer is gevallen. Een stral
om tegen aan te moeten kijken.
De Maatschappij van Levensverze
kering N.V. „Vesta" te Arnhem komt
gelukkig heel wat beter voor de dag
met een ve+jaa'davskalender. gewerd
door een aantal frisse, moderne illus
traties in vierkleurendruk, die op ori
ginele wiize een aantal aspecten van
het verzekeringswezen in beeld bren
gen.
Het Nationaal Fonds voor Bijzonde
re Noden gaf een kalender uit, welke
door J Pander geïllustreerd werd met
een viertal boom-tekeningen, waar
over we eerlijk gezegd niet erg ver
rukt kunnen zijn. (Hetgeen overigens
natuurlijk niets afdoet aan de steun
die dit fonds ook van u verdient!)
Op de bladen van de kalender die
Johs. De Kuyper en Zoon te Schiedam
het licht deed zien tracht een aantal
nijlpaarden, schildpadden, apen, ze
bra's, herten, hagedissen, ezels en uilen
ons van de voortreffelijke kwaliteit
van de producten dezer firma te over
tuigen. Niet erg geloofwaardig en ook
niet biizonder geestig, maar misschien
doet dat er na een paar glaasjes niet tb
erg meer toe.
Afwisselend gesierd met een kleu
renfoto en zwart-wit-dito van toeristi
sche bezienswaardigheden uit Frank
rijk. zal de kalender van de Neder
landse Reisvereniging bij menigeen
oude reisherinneringen wakker roepen
of nieuwe reislust wekken.
Ni; we toch zo aan het reizen zltn
„last but not least" de evenals vorige
ieren. bijzonder goed verzorgde kalen
der van de Nederlandse Snoorweeen.
Zes kalenderbladen met fraaie repro
ducties van „spoorweg-schilderijen"
van Monet, Van Gogh. Sluyters Jr.,
Tromhadori en tnhriël. Het kalender-
blad in hotdere griizp letters en cijfert
on witte achtergrond is duidelijk, zon
der afbreuk te doen aan de illustratie*
Directie:
S j. BIJLSMA en C. KRAK
Hoofdredacteur:
H. M. KOEMANS
Redactie:
Achterdam 18, Tel. 5541
ADVERTENTIES en
ABONNEMENTEN:
ll|+_
rrtnses Margriet, die op 19 Jqnu
Tien opvarenden
De Nederlandse kustvaarder „Ui
het schip ten Zuidoosten van Ier!
maakte. Schepen in de buurt boor
werd de toestand aan boord van
van tien koppen was op het dek v
te verlaten. De Britse torpedoboo
hulp kon bieden. Het nam de „U
346 ton meet, naar Loch Foyle,
door de torpedobootjager leeggepoi
dat de „Unitas" zal zinken, h<
bakboord heit.
Gisteravond om acht uur liep het
gische motorschip „Nellie (492 brt
hoogte van de Vlissingse buiten!
aan de grond. De sleepboot „Maas"
het schip na korte tijd vlot gebrach
Nederlandse motorkustvaarder „R
kreeg door het schuiven van de 1
een barst in de scheepswand. Di
srhiedde op weg van Huil naar R<
dam. Het schip zal naar Hull t
keren, om gerepareerd te worden.
Bij het onderzoek naar de b(
tussen het Nederlandse schip „I
Maris" en de Noorse „Lyngenf
hebben de kapiteins van de beide
pen tegenstrijdige verklaringen
legd. Volgens de gezagvoerder v:
„Lyngenfjord' scheen de ..Stella IV
even voor de botsing zijn koers te
ben gewijzigd. De kapitein van het
ste schip, alsmede de eerste stuu
De a'zef dalende
ln zijn laatste vooi president
man opgestelde verslag deelt de
rikaanse min'Ster voor Landbouw
de, dat de Amerikaanse landboi
zich verplicht zullen zien hun pr
tie te beperken indien de Ver,
er niet in -.lager, de afzetgebied'
handhaven, welke zij gedurend
laatste' oorlog in het buitenland hi
gevonden De ministei wijst e;
dat deze afzetgebieden, welke 25
procent van de agrarische proi
van de Ver Staten opnamen in
kleinere afnemers zijn geworden
gevolge van invoerbeperkingen, i
aan dollars en vermindering der
rikaanse hulp
Verwachting tot morgenavo
WEINIG VER AN DERIN C
Op vele plaatsen mist en hier
daar enige motregen. Mat
tot zwakke wind, hoofdzake
tussen West en Zuid- Over
gend lichte dooi.
4.ATERDAG Zon op 8.40. on
17.01 Maan op 9 42. onder 1!