- SPORT EN CHARME a Zelfstandig kunnende werken EERSTE KLAS-DOCHTERTJES Licht is leven WERK IN DE KEUKEN BEHOEFT NIET VERMOEIEND TE ZIJN De Franse wijn in 's lands archief Nieuwe charmante kapsels Nieis meer om aan te trekken Practische vragen (met antwoord inbegrepen) ALS ilotseUng een defect aan de lichtleiding ons in het donker iet, ondervinden wij weer eens hoe het om ons heen zou zijn, als wü ons huis niet konden verlichten. Pas als het euvel is hersteld en alle lampen weer aangloeien is het huis weer ge zellig bewoonbaar. Werkelijk, er is bijna niet iets te bedenken dat er zo aan meewerkt ons huis gezellig be woonbaar te maken dan stijlvol licht. Een huis, waar te weinig zon komt, heeft een verkeerde invloed op ons karakter. Het maakt een mens verdrie tig en ontevreden. Weinig zon of slecht licht werkt op het humeur en on de gezondheid in. Slecht licht is tevens zeer nadelig voor de ogen. Evenzo is het tegenovergestelde waar. Een heldere dag maakt blij. Zij geeft de mens nieu we moed. De zon, die een sterke bron van licht is, geeft levenskracht. Zo ook stemt een goed verlicht vertrek feestelijk, terwijl men in een half-duis- tere kamer prikkelbaar en snel ver moeid wordt. Daarom moeten wij, zodra men ver plicht is met kunstlicht te werken, het daglicht of zo U liever wilt, het zon licht zoveel mogelijk benaderen. Terwijl U deze zomer aan het strand of gedurende de zomerwandelingen bij zonder kwiek en fit was, voelt U zich nu, zonder lichamelijk ongesteld te zijn, toch lusteloos en zonder veer kracht. Geen wonder! U ziet waar schijnlijk over het hoofd, dat U tóén in een zee van licht liep en nü in een kamer leeft, die waarschijnlijk onvol doende is verlicht. „Hoeveel licht is er dan nodig?" zult TJ waarschijnlijk vragen. Natuur lijk behoeft U niet voor elk werkje evenveel electriciteit aan te wenden. Bij ruw huishoudelijk werk kunt U met minder licht volstaan dan bijvoor beeld bij stopwerk of lezen. Deze laat ste bezigheden vragen wel twaalf maal zoveel licht als het eerste. Goed, wij kunnen niet met een ta belletje in onze hand door het huis gaan om telkens bij een of ander kar weitje af te lezen hoeveel lichtsterkte wij hier of daar moeten gebruiken. Wel kunnen wij er een speciaal lees- en werkhoekje op nahouden met een juiste verlichting, waar wij plezierig fijne werkjes doen zonder onze ogen te bederven. Het allermooiste zou zijn, als wij dié verlichting zouden kunnen be reiken, die er op een mooie zomerdag ln de schaduw van een boom is. De volle zomerzon is dikwijls te fel, maar gezeefd licht is ideaal. Het is echter nog vier maal sterker dan het licht dat op uw werk valt als U voor het raam zit te werken, waarmede ik maar wil zeg gen dat U zelfs daar al gauw «te weinig licht krijgt. Huisvrouwen met lichttabellen in hun zak zijn met de beste lantaarn waar schijnlijk nog niet te vinden. Zulke ma nieren zijn ons te theoretisch. Maar wel kunnen wij eens een keertje de huis verlichting extra onder de loupe nemen. Wij kunnen met of zonder lichtinstal- lateur alle lampen nazien en schoon maken. Verder de kappen reinigen en vooral controleren of de verlichting nog wel doelmatig is. Hierbij moeten wij een critisch oog hebben voor de juiste lamp in de juiste kap en deze moet weer opgehangen zijn op de juiste plaats. Wij kunnen meer doen. Wij kunnen bij iedere nieuwe aanschaffing partij trek ken van de „lichtwetenschap" die zich de laatste tijd heeft ontwikkeld. Waar lijk, dit alles is een kleine moeite van onze kant. De belangrijke zaak, de goede toestand van de ogen van ons gezin, is ons zelfs meer waard. Gij kunt ook bij de N.V. Philips' Verkoop-Maatschappij te Eindhoven, het boekje „Het goed verlichte huis" aanvragen. Het boekje wordt U gratis toegezonden. Daarin leest U geen saaie en onverteerbare theorie, maar U wan delt, al lezend, door een gezellig huis, terwijl U allerlei verlichtingen be kijkt. U ontdekt ongekende mogelijk heden op verlichtingsgebied. Als U het uit hebt, neemt U een kloek be sluit. Straks als de schoonmaak be gint, zult U niet alleen naar de plinten en deurposten kijken, de bedden luch ten en de dekens wassen, maar uw aan dacht zal tevens gespitst zijn op iets dat waarschijnlijk nog veel belangrijker is voor uw huisgenoten, namelijk op „GOED LICHT". „Waarom goed licht?" Op die vraag weet U nu —het antwoord. „Licht is leven." PETRA. VAN EIND APRIL AF zal de Franse wijn voor een tentoonstelling wor den opgeborgen in 's lands archief, dat wil zeggen in de hotel De Rohan te Parijs. Genoemde tentoonstelling zal heten: „De wijn in de geschiedenis van Frankrijk" en zij zal een beeld geven Van alles wat verband houdt met de „drie koningen": de Champagne, de Bourgogne en de Bordeaux-wijnen. Beneden zal de oudheid in herinne ring worden gebracht. Men zal er kun nen zien, hoe de kooplieden uit Grie kenland en Campania de wijn per boot kwamen afleveren in Gallië, dat toen nog niet de kunst verstond zelf wijn te verbouwep. Hierna komt do periode, dat Gallië, dank zij Rome, wijnbouw ging uitoefenen. Van de wijnen, die in de oud-Franse verzen en heldendichten worden be zongen, komt men bij die van de zes tiende eeuw en men bemerkt dan hoe de glorie van de Champagne dateert uit de zestiende eeuw. Oude prenten en i-.aarten illustreren de wijnbouw van het oude Frankrijk. Tenslotte is er een derde afdeling gewijd aan de moderne tijd, waarvan het grootste deel door Statistische en technische documenten wordt ingenomen, het komen van de spoortrein, de crisis veroorzaakt door de druifluis, enz. VEN Haagse jongedochter had dezer dagen pech, zo zelfs,, dat ze nu met het volste recht tegen haar ouders en haar vriendinnen kan zeggen: „Ik heb niets om aan te trekken'. Ze haa 's morgens nauwelijks haar tenen in haar muiltjes gestoken, of ze had reeds een dampende sigaret tussen de lip pen. Aldus gewapend ging ze op expe ditie in haar kleerkast, teneinde te be palen, in welk gewaad ze deze dag haar patroon en diens klanten tegen zou treden. De grote moeilijkheid van een keus werd haar vooralsnog be spaard. Want er viel tijdens de speur tocht een vonk in de gewaden, als ge volg waarvan in een minimum van tijd de gehele garderobe een vuurzee was. De brandweer wist te voorkomen, dat de gehele kamer een prooi der vlam men werd. KPAA4 SJ AAR Deze beide kapsels werden met een eerste en een tweede prijs bekroond op een kapconcours in Hamburg. Het linkse kapsel wordt het „egelka-psel" genoemd. Men zegt, dat het zeer populair gaat worden. TO AF EN TOE wenst Saskia uit de grond van haar hart, dat zij gebo ren was met het beroemde Masque de Fer uit de Franse historie, of op zijn Hollands: met een stalen gezicht. Want immers: wie wekelijks in een krant haar in- en uitvallen te boek stelt moet rekenen op de zonderling ste ervaringen. Zo overkwam mij onlangs Iets heel vermakelijks, toen ik op jacht was naar nieuwe kopjes. Ik had namelijk dik ge noeg van mijn bloemetjespatroon, en bovendien had ik pas een nieuwe thee muts gefabriceerd. Grijs ribfluweel, op gefleurd met een zwart bandje vol rode en witte hartjes. Een theemuts om aan je hart te drukken, en dat vcror twee gulden plus twee dubbeltjes. Zui nigheid met vlijt u weet het nog wel van uw grootmoeder. Goed: zo'n theemuts is een aardig begin, maar daar blijft het niet bij. Een man kan zich dat zo niet inden ken, maar elke vrouw begrijpt dadelijk dat er nu noodzakelijk een nieuwe hof stoet van suikerpot, melkkan en kapjes wordt verwacht. Rood of wit, desnoods om en om maar in elk geval een kwestie van wikken en speuren. Eigenlijk heb je in zo'n geval de kleur en de vorm al in het hoofd, en je weet ook precies waar je ze hebt gezien. Maar de hele aardigheid zou eraf zijn als je nu meteen spoorslags naar die speciale winkel draafde. Nee, je laat je eerst achter diverse toonban ken het nieuwste genre tonen: borst plaat-kleurtjes met en zonder gouden biesje: om dan te besluiten dat je toch wel noodgedwongen die véél duurdere wijnrode beeldigheden hebben moet. Voor deze keer dan en laten er nu een geestig suikerpotje en een hups melkkannetje in dezelfde kleur bij ver schijnen. Alles uitgestald op een flu welen lap: je gaat er bij zitten en zucht omdat het zo heerlijk, zo warm en zo duur is. Maar alla zolang de bazin zelf het servies omwast heeft zij de levensduur van dit verrukkelijke aar dewerk immers zelf in de hand. EN dan, in datzelfde ogenblik van weifelende stilte, zegt de stem van een andere koopster achter mij: „Dat zou iets voor Saskia wezen". Het kan met geen mogelijkheid iets met dit ser vies te maken hebben. Dan moet het zonder mankeren slaan op het onder werp van gesprek, dat twee dames ach ter mijn rug met de eigenaar voeren, terwijl zijn vrouw de breekbare waar voor mij uitstalt. Ik druk snel het meergenoemde sta len gezicht op mijn pas ontloken glim lach, en treuzel wat om met mijn keu ze tot de twee klanten de winkeldeur hebben dichtgetrokken. Mevrouw pakt mijn aanwinst in vloeipapier, en mijnheer hangt een pas ingelijste tekening weer aan de wand. Ik keer mij om en vraag hem onver hoeds: „Mag ik misschien weten wat iets voor Saskia zou wezen?" Mevrouw informeert, of ik dat geheimzinnige wezen soms ken? En als ik dan verze ker: „Als mijn eigen zak" tuimelen wij met animo in een gesprek dat ik u, belangstellende lezeressen, vooral niet onthouden wil. Want het onthult een typisch en wer kelijk verontrustend tijdsverschijnsel, en geeft ons even een flits te zien van dat leven, dat wij maar alleen van de mooie buitenkant kennen: De vrouw achter de toonbank.' Hier zit ik nu, in een kleine, Intieme, goed gesorteerde kunsthandel, met twee werkelijke artisten in hun vak, die zich nolens volens moeten dóód- werken. Begrijp me goed: Niet van wege de hoge aanslagbiljetten en an dere lasten, al drukken die natuurlijk zwaar op het bedrijf. Ook niet van wege de ongunst der tijden, waarin werkelijk goede wandversiering en eerste klas vakwerk van koperslager, houtsnijder en zo voort niet meer wor den gekocht. Neen tot mijn grote vreugde ble ken er nog liefhebbers genoeg voor werkelijke goede schilderijen, aquarel len of tekeningen, voor met de hand gesneden cassettes of gedreven koper. Maar Mijnheer moet alles alléén doen. Zowel de passende omlijsting zoeken, zelf encadreren, verkopen in de zaak, inpakken en met de auto erop uitgaan, als de kachel aanleggen, de etalage inrichten, de administratie voe ren en inkopen. Want wat en wie hij ook geprobeerd heeft: er is geen jongmens met han digheid, smaak en artisticiteit te vin den die zich in dit vak wil laten op leiden en al lerende zich in deze bran che bekwamen tot vakman. En Mevrouw, die zich bezig houdt met het aardewerk, de snuisterijen, net allerliefst beschilderde houtsnijwerk en wat dies meer zij? Zij staat meestentijds achter de toon bank, ziet er altijd keurig en fleurig (Advertentie, Lng. Med.) uit, bedisselt tussen de bedrijven door haar huishouding, kookt en wast af, houdt de winkel schoon en is vaak eveneens tot middernacht in touw omdat ook zij geen enkele vertrouwde, toegewijde, zelfstandige hulp kan krij gen. Voor spelletjes of wandelingetjes met de kleine zoon heeft zij nóóit tijd; het is altijd de zaak en nog eens de zaak die haar in beslag neemt. En hoe ruim het loon ook is, dat zij betalen wil; hoe royaal haar condities en hoezeer zij ook snakt naar rust en orde achter haar rug; zij moet blijven voortjakkeren op twee werkterreinen tegelijk. Omdat nergens, nergens het aardige, ijverige, betrouwbare meisje te vinden is dat zegt: Blijft u maar rustig vóór, Mevrouw. Ik knap dat hier in de keu ken en de kamers wel op, en het jochie kan wel om mij heen spelen. Begrijpt u het? Ik wel en het gaat mij aan het hart. SASKIA. ALS MAMA in de opruiming aan het rugbaan wordt van boven ingerimpeld, snuffelen is, komt ze vast wel met waarna u de pasjes op de respectieve- zo'n voordelig couponnetje thuis, waar lijke banen stikt. Zij- en schouderna- net een aardig jurkje uit kan voor den sluiten. De onderkant van de mouw dochterlief van zes a zeven jaar. Des- wordt van een splitje voorzien en in- noods met behulp van een ander lapje, gerimpeld tussen een 3 cm breed hoord- dat er mooi bij kleurt. En nu zoekt ze je van dubbele stof genaaid. U maakt nog een geschikt patroontje. dit op polswijdte met een overslagje Wel mamaatje, dat treft. Hier is een voor de knoopsluiting. De mouw wordt leuk modelletje, zowel voor één als naad op naad vallend ingezet. De hals voor tweeërlei stof. Van één stof vraagt rand naait u tussen de dubbele stof van het ca 2 m van 80 of 1.30 m van 140 cm het kraagje. Wilt u een wit kraagje, breed. dan werkt u halsrand en kraag ieder U begint met de schouderpasjes van met een schuin reepje stof af, zodat u het patroon los te knippen. Bij het de laatste gemakkelijk met handsteken voorpasje vouwt u het beleg naar bin- kunt bevestigen. nen en brengt de knoopsluiting aan. De In de taille van de voorbaan maakt tennis, zal men ook een speciale kleding dienen aan te schaffen voor de wintersporten. Een heerlijke, warmte gevende wollen pantalon met sportieZe, wijde pijpen of een schaatsbroek met nauwaansluitende pijpen en afsluitende enkelstukken, is stel lig geen overbodige luxe. Een windjack, dat waterdicht dient te zijn, behoedt de draagster tegen koude. Sinds jaren is er ook een voorliefde voor de luxueuze Lappenlaarsjes, bij ons bekend onder de naam van sneeuwschoe- nen. Met bont gevoerd, zijn zij verkrijgbaar in leer en suède; meestal hebben zij een crêpe-zool. De mode-ontwerpers zouden slechte zakenlieden zijn, als zij hun gedachten niet in daden om zetten en speciale modellen ont wierpen. Zo ook Marcel Pepin. Hij maakte een ski-tenue volgens bijgaande afbeelding. Het mate riaal van de tweekleurige trui is koordwol, op machinale wijze fijn gebreid. De voorpanden zijn in donker- en de mouwen en boord in lichtblauwe kleur gehouden. Op de schouders een knoopgarne- ring in lichtblauw. Natuurlijk kan men na het schaatsen of welke wintersport ook, op de donker blauwe, strak aangesloten panta lon, welke aan de taille elastische inrimpelingen vertoont, truien en blouses naar eigen keuze dragen. Over blouses gesproken. De richards onder ons, die in het buitenland de wintersport gaan beoefenen dienen echter, indien zij in een of ander Gasthaus onderdak hebben gevonden wel iets meer dan alleen sportkleding mede te nemen. Blouses en rok ken zijn in dit verband een idea le dracht daar velerlei variatie mogelijk is. Henry la Pensée, vervaardigde een middag- en avondblouse, beide in wit. De eerste is geschikt voor de slanke vrouw en heeft, gelijk de sportjumper, een vleermuismouw w.elke ook dit jaar op de prefe rentie-lijst staat. Het hoge, opstaande kraagje is tevens het einde van de lange knopenrij. De zeer brede ceintuur heeft een originele sluiting en draagt als gesp het wapen van de geboortestad der eigenaresse. Ook monogrammen en familiewapens worden er in verwerkt. Drie kwart-mouwen hebben een man chet, welke geborduurd werd. De andere blouse is een avond model met een royale, platliggen de reverskraag. De mouwen ver tonen een brede vleugelmanchet. OF HET WERKEN in de keuken een vermoeiende last is of een genoegen, hangt voor een groot deel van de in richting van de keuken en van de kook- gewoonten van de huisvrouw af. Met weinig moeite en kosten kan iedereen zich het toebereiden van de dagelijkse maaltijden gemakkelijk maken. Een middel daartoe is om de hier volgende vragen eens voor uzelf na te gaan en te bedenken of U ze volmondig met „ja" kunt beantwoorden. Bekijkt u uw keuken wel eens zoals een vreemde dit zou doen en gaat u dan zo nodig en zo mogelijk aan het verschuiven en veranderen? Staan bijv. comfoor of fornuis, werk tafel of aanrecht en gootsteen vlak bij elkaar, zodat u maar weinig hoeft te lopen? Hebt u het gereedschap dat u gere geld nodig hebt vlak bij de hand, daar waar u het gebruikt dus pannen, pol lepels en zoutpot bij het fornuis, kom men, schalen en messen in de buurt van werktafel of aanrecht? Bevinden deze zaken zich op een ge makkelijke hoogte, zodat u niet telkens behoeft te bukken of op uw tenen moet gaan staan of steeds over een brede tafel heen moet reiken? Misschien kan de plank waarop uw pannen e.d. staan zonder veel kosten wat lager geplaatst worden of kunt u uw kast practischer inrichten. Staan alle voorwerpen, die u alleen af en toe gebruikt achteraan en bergt u seizoenartikelen, zoals snijbonenmo- len. appelboor, borstplaatvormen en -essences, inmaakbenodigdheden e.d. na hun gebruikstijd zonodig ingepakt een goed eind uit de buurt op (en schrijft u op deze pakjes, wat er in zit?). Kan men dan de buitenkant zien, wat er w e r k e 1 ij k in de blikken en ste nen potjes in uw keuken zit, zodat ook een vreemde zich daar zonodig zal kun nen redden? Zijn er een paar tussenschotjes in uw keukenla, zodat messen, vorken, lepels, schuimspaan en blikopener niet kris kras door elkaar, maar gemakke lijk voor het grijpen liggen? Hebt u voldoende licht in de keuken? Schermen de gordijntjes niet teveel van het daglicht af. is de lamp sterk genoeg, hangt ze voldoende laag en goed boven de plaats, waar U werkt? Zoudt u niet veel nut hebben van een „pottenkijker" een lampje boven for nuis of komfoor? Is de keukentafel wel van een zo danige hoogte dat u er makkelijk aan werkt? Wat denkt u anders van een paar klossen onder de poten of een stukje van de poten af? (U zit toch wel tijdens het groente schoonmaken en aardanpelen schillen?) Zijn de planken in Uw keuken be legd met papier, of nog liever met zeil or plastic, zodat in het hout zelf geen vet- of andere vlekken komen? Beperkt u de tijd die voor de afwas nodig is, door schuimspaan, etensstam- per. vergiet e.d. dadelijk na 't gebruik even af te spoelen, door voor het koken van groente- of vissaus dezelfde pan te gebruiken als voor de groente of vis (en intussen de gare groenten in de dekschaal of kom warm te houden) en door groente en fruit op een papier schoon te maken en te snijden? Gaat uw gereedschap lang mee, om dat u zelden of nooit iets laat aanbran den en ingeval van een ongelukje de panbodem liever weekt en schoon kookt, dan hem afkrabt of schuurt met scherpe materialen? U slaat natuurlijk geen metalen lepels flink op de rand van de pannen af en zet in uw emaille pannen onmid dellijk na het koken een laagje lauw of warm water inplaats van er een jjs- kcude straal in te laten lopen? Gebruikt u voor het openen van blik jes en klemmende deksels een blik opener en niet uw goede mesjes en spaart u deze laatste ook door op een plank en niet op een stenen bord of aanrecht te snijden? Veel tijd en moeite kan een huisvrouw zich op de duur besparen door te bezin nen voor ze begint en het werk dat eedaan moet, tevoren practisch in te delen. En lest best: U zult eens zien hoeveel plezieriger en vlotter U werkt, wanneer U steeds voor ogen houdt dat koken nuttig, nodig en vol afwisseling is! TEN HOLLANDSE WINTER is eigenlijk pas je ware, als je naar hartelust kunt schaatsen of sleeën. Met de wind om de oren en een blos op het gezicht, kan de make up verre worden gehou den. Evenals voor zwemmen en u twee plooitjes, waarin de 3 cm brede ceintuureinden meegestikt worden. U kunt deze op de rug met een knoop' of gespje sluiten of strikken. In het eerste geval maakt u ze ca 35 cm lang, in het tweede 85 cm. Vanzelfsprekend kan er ook een losse ceintuur omheen gedra gen worden. Bij effen stof is het wel leuk, het pasje met borduurwerk te versieren. U kunt dan de sluiting van voren laten vervallen en aan de rugpas een over slag en beleg aanknippen. Het staat ook heel goed, als u alleen het pasje van afstekende stof maakt. Wedden, dat de jongedames trots zul len zijn op mama's naaikunst?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 7