met de
In een oud schoolgebouw worden
nieuwe bloemen geboren
5
ndagen-
TWENTSE PARKLANDSCHAP HEEFT
TOERIST VEEL TE BIEDEN
Ommen parel aan de kroon van Salland
Krentenbomen op Eerde
gaan weer bloeien
De voorpret
VOORJAARSNUMMER
Langskarresporen en bospaadjes naar
bekoorlijke vergezichten
Waar de korhoenders
baltsen
Dr de Mol bombardeert
bollen tot nieuwe
variëteiten
Werk van bescheiden geleerde
verdient meer aandacht
Archief in margarinedozen
De spori wordt
n iet vergeten
Oud-minister Ringers
waarschuwde tijdig
voor watersnood
orden, eens een dag flink
iat is goed voor de grond
n avond alleen thuis moet
idochter winkels willen
dit lentenummer een uit-
sn de puzzelaars onder de
[Is U de figuur bekijkt ziet
'ussen die lijnen zult u, al
op het nu gekomen voor-
Wl]
ij u, dat wï] de letter IJ
.leer met petrischaaltjes en sub
bij het verwisselen van de oeu-
raor zijn microscoop, kon het na-
ebeuren, dat Albert glimlachend
ich uit keek daarbij- denkend
mogelijkheid de bezitter van het
sleuteltje te vinden in die. grote
lende mensenchaos buiten het
orium.
het hem ineens te binnenschoot:
at gouden sleuteltje waar had
gezien? en hij herinnerde zich
me met de toverhazelaar in de
£ij droeg aan het dunne kettinkje
ir hals immers een gouden sleutel-
geveer van de vorm en het for-
lie het gezochte sleuteltje zou
i hebben.
Albert Kooimans nooit van zich-
>u hebben geloofd, dat deed hi\
hij plaatste in de krant een ad-
je van de volgende inhoud:
dame met de toverhazelaar, die
Februari de bioloog ontmoette in
in van Rotterdam naar Haarlem,
in haar eigen belang verzocht,
ekend te maken aan notaris Van
Hoogstraat 32, Haarlem.
V
J KANS op de duizend meende
aris. Niettemin voelde Albert zich I
mende dagen wonderlijk opge-
Hij verbaasde zich er over en -
le, lachend over zijn eigen dwaas-
het hoofd. Waarbij nog kwam,
et hier om een zakelijke aange- I
eid ging en niet om iets anders. I
)on hij zich dit laatste tien twin- I
er voorhield bonsde zijn hart toch y
en wonderlijk rhythme, toen hij
n Maart op weg was naar de
i voor een ontmoeting met de
van de toverhazelaar. Zij kwam
met een open glimlach tegemoet
k haar hand uit.
at ik een verzuim herstellen, zei
mijn naam is Albert Kooimans.
heette Maria Eewout. De notaris
het doel van de oproep uiteen en
naar het gouden sleuteltje,
h," zei ze, „gaat het daarom? Om
euteltje van mijn moeders vrien-
zie, toen de notaris het sleuteltje
slot stak, ging het parelmoeren
open en voor hun verbaasde blik-
irijkte op een fluwelen kussentje
iat glanzend parelsnoer. De nota-
aide het er uit en woog het waar-
I op de hand. Een samengevou-
ose papiertje rolde op de vloer,
ia," meende de notaris, „daar
de verklaring!" en hij las met
ige stem voor:
:n mijn neef Albert Kooimans,
hartstochtelijke liefde voor de we-
ap ik ken en bewonder, dit ge-
opdat hij tussen zijn boeken en
'aten, tussen zijn schimmels en
■iën, tussen al het ongetwijfeld in
nate leven, dat hij op sterk water
gezet, niet vergete, dat er ook nog
evend leven is. Ik weet precies,
et gouden sleuteltje heeft: Het is
ichter van mijn beste vriendin. Aan
t de opgave om dit parelsnoer eer-
'.et haar te delen tot op een cent
keurig, anders gaat de zaak niet
T SLOEG ALBERT gloeiend he? i
at zijn tante had kunnen twijfelt
ijn eerlijkheid! Niettemin, hij moe» 1
ven, dat het een moeilijk probleem jj
Hoewel ook weer niet zo lastig:
:on het parelsnoer verkopen. H'l j'
van de notaris naar haar. Zij kees
lachend aan en sloeg daarop de
verlegen neer.
ia," zei de notaris droog,
/an u een voorstel?" Hij wendde
naar het venster en keek, diep
hten naar de tuin, waarin de eer-
rorjaarsbloemen bloeiden. Zijn v111
trommelden op de ruit.
heb een voorstel," zei Alb®
ijk, „het lijkt mij gemis aan pictw
s de overledene om het halssno
rkopen. Daarom zou ik willen zeg-
laat juffrouw Maria het ding n
om het te dragenl"
aar dat gaat niet," protesteer
wij moeten 't toch delen
rit nauwkeurig heelt uw '?n'eL
Haar lachende ogen peilden la
iep in zijn hart. t
it en we dan," zei Albert nu n
e stelligheid, „laten we dan s
(chappelijk eigenaar zijn eni
schappelijk eigenaar blijven
re moeten we dan een ov< i
sluiten - een contract m
schap van goederen. Zoudt u
i?"
7.ei ze vast ..dat wil ik.
warme blos kleurde langz.
«'•laat. heb
Kooimans. zei ze, «t
voor ie gevoeld toel', 1
toverhazelaar in de trein
DE ZON IS ER NOG NIET, maar de weiden langs de
lichtglooiende hellingen van de vallei hebben zich al
bevrijd van de zwarte sluiers van de korte zomer
nacht. Nu is er een witte nevelwade laag boven het gras
land, die langzaam wordt opgeslorpt door de oorzaak van
haar ontstaan, de beek, die gevoed wordt met het heldere,
koude en drinkbare water uit een naburige bron. Want
hier, in dit prachtige Twentse gebied tussen het plaatsje
Vasse en de Duitse grens in de buurtschap Hezinge, kan
men het zo maar treffen, ergens midden in het sappig-
groene grasland of in een ondiepe kuil met elzen dicht
begroeide hellingen, dat het water voor uw voeten opbor
relt- een bron. Een bezienswaardigheid zonder weerga.
Er gaat een merel zingen in de zilverige berken aan de
rand van de heide, waar de zeldzame jeneverbeszuilen als
vreemdvormige gedaanten tegen de horizon staan afgete-
ALS DAN DE ZON al
klinkt gerammel van
hoger stijgt
melkbussen.
Een boer met zijn goedlachse melk
meisjes ment zijn paard over het mulle
karrespoor naar de weiden, waar het
vee gemolken moet worden. Het is
daar een karakteristiek Twentse streek
in en om Vasse. Gemakkelijk te be
reiken vanuit de grote Twentse in
dustriesteden. Kampeergelegenheid is
er bij Hezinge o.a. in de omgeving
van het Spengendal, een uiterst fraai
bronnengebied, waar men kan zwem
men in een door bronnen gevoed meer
met ijskoud water. Om dat dorp Vasse
strekken zich de akkers uit met de
trots van het zomerse Twentse land
schap, de wuivende gouden roggehal-
men. Maar nooit zijn ze eentonig, die
zeeën van rijpend graan. Overal doe
men schaduwrijke boomgroepen op en
dichtbegroeide akkerwallen scheiden
de akkers van elkaar.
Van Vasse komt men gemakkelijk
in de al even fraaie omgeving van
Ootmarsum. Dit pittoreske stadje met
zijn schilderachtig pleintje en zijn
bosrijke landerijen vormt de parel van
bet Oostelijk toeristengebied van
Twente. Talrijk zijn er de kampeer
boerderijen boerenbedoeningen, waar
men in de zomermaanden kamers en
andere gedeelten van het huis be
schikbaar stelt voor bivakkerende
toeristen. In de buurt van Ootmarsum,
dicht bij het kanaal AlmeloNordhorn
ligt het Agelerbroek, een natuurreser
vaat van ongeveer zestig hectare. Over
mulle of modderige karresporen kan
men er komen. Een pracht panorama
bieden daar de velden gele lisdodden,
de groene wilgenbosschages overal er
omheen en er tussen. In die moerassige
wildernis huist een vreemd vogeltje,
de snor, dat met korte tussenpozen
Een kleine bonte specht, die in de
Twentse loofbossen leeft, hamert
lustig op een boomstronk.
dige stadje een kolonie van blauwe
reigers hoog in de beukentoppen. Daar
zijn uitgestrekte loofbossen waar men
uren en dagen kan ronddolen, waar
een vluchtige ree uw pad kan kruisen,
waar de, voor twintig jaar in Neder
land en nu nog in het Westen des
lands niet voorkomende grote zwarte
specht zijn ovaalvormige holen heeft
gehakt in de majestueuze beuken. Daar
is een jeugdherberg in Delden en
kampeer- en logeergelegenheid in
overvloed. En overal in dat Twentse
landschap, zijn er de weiden en heide_
velden, de vennen en loofbossen, de
heuvels en dalen. Denekamp heeft zijn
Natura Docet, natuurhistorisch mu
seum, bij de Lutte, onder de rook van
Oldenzaal strekken zich langs de
schilderachtige Dinkelstroom de ein_
deloze zandverstuivingen uit.
Almelo heeft zijn Gravenbossen, .ie
bij het centrum van de stad beginnen,
de prachtige Gravenallee, een drie
kilometerlange, rechte eikenlaan en
het kanaal AlmeloNordhorn, waar
langs goed-berijdbare fietspaden een
zo karakteristiek Twents landschap
doorsnijdt, dat een tocht langs dit met
kend. Er maakt zich een wulp los uit de wegtrekkende
schemernevels; een ontroerende wonderlijk melodieuze
triller uit die flauwgebogen snavel maakt heel het Twentse
landschap wakker. De zon is boven de donkere muren van
de denaanplantingen tevoorschijn gekomen en speelt een
schitterspel met de met dauwdruppels beparelde caluna
(struikheide). Van welk een grote schoonheid is dit dal in
de morgenzon. De groene weiden op de hellingen, het gra
zende vee in de oplossende, melkwitte nevel, het gele bunt
gras tegen de donkergroene rand van de heide. De elzen
bosjes om de bronnen.Er is daar beneden in de weiden
een sprong reeën, prachtige roodbruine dieren; een
zesender, een bok met een kapitaal gewei voorop, komen ze
terug van de graslanden waar ze gegraasd hebben en zoe
ken hun schuilplaatsen weer op in de altijdgroene dekking
der jonge denaanplantingen langs de Duitse grens.
waterplanten dichtgegroeide vaarwater
wel uiterst boeiend is.
f)E BOSRIJKE en heuvelachtige om
geving van Markelo wordt nog
aantrekkelijker voor toeristen door het
goed ingerichte kampeerterrein ,Hes-
senheem'. Bij Zenderen is het praeh.
lige natuurreservaat het Molenven.
Bij Wierden ligt het Westerveen, een
uitgestrekt veengebied begroeid met
hoge struikhei en omzoomd doo'r
slanke bergen.
Hier baltsen en leven de zeldzame
korhoenders. Het bespieden van die
holderende, kraaiende korhanen van
uit een primitieve schuilhut is een
grote attractie. Het stemmiggeklcur-
de wild, de haan is glanzend zwart
met een witte waaier-staart en een
rode roos opzij van de kop, komt ook
voor in de uitgestrekte „tnrf'-gebie-
den ten Noorden van Vriezenveen. In
dat veengebied leeft een prachtig vo
geltje. het blauwborstje, dat men al-
lieht tijdens een wandeling, langs de
muite zandpaden ziet fladderen.
Bijna al de Twentse dorpen hebben
in de zomermaanden hun festivals,
boerendansgroepen geven op de dorps
pleinen des avonds demonstraties. Er
worden openluchtspelen opgevoerd in
Zenderen, Wierden enz.
Langs de boorden van het Twente-
Rijnkanaal en de andere vaarten door
het zo rijk met natuurschoon gezegen
de Twentse land priemen in de zomer
se maanden de gele sprieten der hen
gels in de blauwe lucht. Hengelaars
nestelen zich daar tussen het riet.
Menige brasem, zeelt of mun, snoek of
(Van onze speciale verslaggever
JN HET VOORJAAR zullen langs de zeekust
tussen Leiden en Haarlem, bij Lirnmen, in De
Streek en in de kop van Noord-Holland de vel
den weer prijken in hun fraaiste tooi. Het schit
terende geel van de narcissen zal zich mengen
met het diepe blauw, het smetteloze wit en het
trotse paars van de hyacinthen en het vurige
rood van de tulpen. En tienduizenden uit binnen-
en buitenland zullen naar het bloemfestijn trek
ken om er de rijke weelde van de Nederlandse
bollenvelden te aanschouwen.
In een oude school aan het rommelige Water-
looplein in Amsterdam zit dan een eenvoudige,
bescheiden geleerde over zijn boeken of zijn mi
croscoop gebogen en slechts weinigen van de on-
telbaren, die door Nederlands grote, wereldbe
roemde bloementuin zwerven, zullen weten, dat
deze man, die zijn gehele leven aan de studie
van de bloembollen wijdde, onze nationale cul
tuur onschatbare diensten heeft bewezen. Dat hij
doordrong tot de diepste geheimen van het leven
der planten en de methode vond en toepaste om
structuurveranderingen te bewerkstelligen, die
het aanschijn gaven aan nieuwe, blijvende varië
teiten van gladiolen, narcissen en tulpen, waai-
onder tulpen van een ongekende stralende pracht.
Dr W. E. de Mol van Oud-Loosdrecht, de geleerde, die het
leven van de bolgewassen naar zijn hand zet.
zeldzamer snoekbaars wordt aan de
angel geslagen. Er is gelegenheid in
overvloed tot vissen. Het verblijf aan
die groene kanaalboorden is al een ge
noegen op zich zelf.
Veenlandschap in de omgeving van Vriezenveen.
Een winterkoninkje bouwde een
nestje in een fietszadel, dat ergens
in Twente in een schuur hing. Het
vogeltje bij de jongen.
telkens weer een licht snorrend wek-
Keigeluidje^ laat horen dat zo past bij
VR IS EEN LOGGE VLIEGFIGUUR laag boven het traag
stromende water van de Vecht, een aalscholver terug
komend van zijn viswater, op weg naar de broedkolonie.
De zon heeft het Westen in .gloed gezet. Vlammen van
oranje lekken ooven de horizon uit, grijpen de watvlokjes
aan, die zich rose en purper kleuren. Het loofhout schudt
zich uit, het ritselt en lekt. De zilvërige druppels van de
namiddagregen sproeien in het rond, als een zacht avond-
briesje even wat deining brengt in de groene bladerweelde.
Er gaat een lijster zingen tussen het frisgeregende groen.
Er lokt een patrijshaan in de weiden, waar enorme braam
struiken voor afwisseling zorgen in het vlakke panorama
aan de overkant van de stroom. Maar aan deze kant zijn de
imposante gewelven van het beuken- en eikenbos. Daar
dringt het schijnwerperlicht van een laatste zonnestraal
door dat groene plafond en belicht een zwarte regenplas
a- wuivende ritseling van het riet, de op het pad. Daar groepen bontgekleurde vlinders samen
ïfuii e vleugelslag van kleurige om die frisse waterkring, een schilderspalet gelijk, dat
iiDelien, jagend boven de geurige gagel, tafereeltje.
door bijen omzoemde bloe
metjes vervult heel die om
geving. Talrijken ook rus
ten dan graag even crp de
terrasjes van de Ommense
restaurants langs de Vecht.
Men kan er bootjes huren
om een tocht te maken over
de rivier.
pEN HEEL ander natuur-
schoon weer, biedt het
op de grens van Salland e®
Twente gelegen Nijverdal
de toerist. Hier zijn vooral
de heuvels de grote trek
pleister voor de Westerling
uit het Polderland. Het is
dan ook een kostelijke aan
blik, als men midden in dit
heuvelgebied overal om zich
heen die heuveltoppen ont
waart, tot in de nevelige
verten, Nijverdal is sinds
enige jaren een prachtigge-
J^ANGS koelbeschaduwde fietspaden
door uitgestrekt hoogwoud of
langs fraaie verkeerswegen door een
parkachtig landschap komt men in het
centrum van het Twentse toeristenver
keer, Delden.
Daar is, onder de rook van dat aar-
TN ALS de avond
klinkt boven het
kenUnne»1Kntf wecr ls aangebro-
S ü°ken' losïebarstcn, of
kers ShVnïlCt-uren en me«iewer-
Kers rilt elders in dit nummer ook
mogen uitdrukken, en de mens bH
1 dat uitbotten de reislust weer
wij\«erS Cn bee" Raat- bebhen
met een aan7anS gemaakt
met een serie artikelen, waarin
en Jfert" In Spé de 'andschappen
waard£hed derzeIvcr beziens-
o"en ,l-?0n en geneugten voor
o„en worden gevoerd, welke zii
bereg™deVaCantieWeken d°^ da
oeregemie ramen van hotel en
onderscheiden"^ Z""™ k—
rinein rie u6 na"lna aantreft, be
en v ",d* .^eenheid van Twenthe
hnonheid. die wij
jarenlang ver-
ensaliand een schoonheid'diewH
blijf irTdie V*tr ^aren,an* ver*
harte kun e,CPn ganser
kunnen aanbevelen.
komt,
geruis
van het bruisende water bij
de stuw de zang uit van jo
delende en musicerende
kampeerders, die langs de
boorden van de kronkelen
de Vecht een ideaal oord
vonden om er hun tenten op
te slaan.
Ommen heeft de toerist
veel te bieden. Meer dan
andere plaatsen langs de
Vecht is het ingericht om
het de vreemdelingen zo
veel mogelijk naar de zin te
maken. Het is het toeristen
paradijs van Salland. Daar
vindt men nog in overvloed,
evenals in Twente overi
gens, de oude boerderijen
met de enorme balken in de
buitenmuren. Prachtige boe
renbedoeningen, die zo vre
dig liggen onder de brede
kruinen van boomgroepen,
die voorouders lang geleden
op de erven plantten. Dui
zenden en duizenden uit de
Twentse industriegebieden
komen er op mooie Zonda
gen in April, wanneer op
het landgoed Eerde de kren
tenbomen in bloei staan,
genieten van dit prachtige
schouwspel. Dan is er daar,
aan weerskanten van de
lommerrijke verkeersweg een
zee van witte krentenbloei-
sels, een zoete geur uit die
legen zwembad rijk in het zo
genaamde ravijn. Er is, wat
vooral van belang is voor de
jeugdige trekkers, een
jeugdherberg en in de uit
gestrekte bossen bestaat er
gelegenheid op bepaalde ter
reinen te kamperen. Hotel-
accomodatie is er, evenais
in de meeste Twentse en
Sallandse toeristenplaatsjes,
voldoende.
Ook het stadje Rijssen ligt
in een bijzonder bosrijke
omgeving. Uitgestrekte land
goederen gordelen zich om
dit plaatsje, waarvan de
meesten wel voor het pu
bliek toegankelijk zijn. In
het Rijssense Volkspark
vindt men verder nog een
uitstekend geoutilleerde
windhondenrenbaan, waar
geregeld wedstrijden wor
den georganiseerd en grey
hounds enz. uit geheel Ne-
.i'iapd aan de start komen,
VIA EEN goede verkeers
weg komt men van Al
melo in het langzamerhand
tot een stadje uitgegroeide
dorp Tubbergen. Als men de
over de es leidende weg be
stijgt tussen het wuivende
koren, ontwaart men al
spoedig aan de rand van het
dorp het machtige bronzen
standbeeld van dr. Schaep-
man. Duizenden hebben hier
eerbiedig de trappen be
klommen om de plaquette
op het voetstuk te lezen en
op te kijken naar het enor
me beeld, even te rusten op
de stenen banken onder de
stemmige treurwilgen, die
hun groene slierttakken over
de muren laten hangen.
Tubbergen heeft de laatste
jaren naam gekregen door
de internationale motor
races, die men hier eens per
jaar organiseert. Dit jaar
zullen Zaterdag acht Augus
tus de motoren over dit
prachtige circuit daveren.
Een circuit, dat loopt door
een zeer fraai, parkachtig
landschap over Tubber'gen,
Fleringen en Albergen.
Maar als na al dat moto-
rengeweld het stof weer
neerzijgt op de weg, is het
't Twentse landschap, dat
hier zo ongemeen boeit. Dan
ziet men bij Fleringen de
eeuwenoude Kroezeboom
■»aromheen op de licht
glooiende akkers de trots
van Twente, het gele koren,
in schoven staat
£)R W. E. DE MOL van Oud-Loos-
dreebt, een bioloog in hart en nie
ren, die in December van het vorig
jaar de 65-jarige leeftijd bereikte en
zich in 1953 reeds 45 jaar met de
bloembollenstudie bezighoudt, de man,
die „men" zijn leven lang vergeten en
tegengewerkt heeft, paart aan zijn rij
ke wetenschap een fijnzinnig kunstge
voel en een bijzondere zin voor tech
niek.
Van zijn hand verschenen een kleine
twee honderd publicaties. Hij is een
uitstekend vervaardiger van microsco
pische afbeeldingen en verraadt daar
mede duidelijk zijn afstamming van de
artistieke dr Johannes de Mol, de uit
vinder van het oud-Loosdrechtse por-
celein. Hij werkt met grote kennis van
zaken met chemische middelen, tem
peraturen, bestralingen Röntgen en
atoomenergie de ultrakortegolf en
de microscooplamp. En al deze be
kwaamheden stelt hij geheel ten dien
ste van zijn grote liefde: de verede
ling van de bolgewassen.
Zijn jeugd bracht hij door zo
vertrouwde hij ons toe in een klein
dorpje bij de Duitse grens. Van jongs-
af voelde hij zich aangetrokken tot
het planten- en dierenleven. Hij had
dat van niemand vreemd: zijn groot
vader nn zijn moeder waren grote na
tuurliefhebbers.
Toen hij vijf jaar oud was, kwam zijn
tante uit Haarlem eens op bezoek en
bracht voor zijn grootvader en zijn
moeder een eollectie bloembollen mee.
Zijn moeder zette de „mooie brom
tollen", zoals hij ze noemde, op een
diep, wit bord en zijn grootvader
plantte elke bol in een pot. Toen later
de bollen bloeiden, werden ze in rood,
wit en blauw gerangschikt.
De jeugdige De Mol ontdekte, dat
die bollen leefden. Zij hadden zijn
hait gestolen. Aan die planten, zo be
sloot hij later, wilde hij zijn leven wij
den.
JN 1908 WERKTE HIJ in de bollen
streek en daarna ging hij in Amster
dam studeren. Op de universiteit in
de hoofdstad werd de grondslag ge
legd voor zijn wetenschap, dat elk le
vend organisme is opgebouwd uit een
aantal cellen, als het ware heel klei
ne doosjes, die zich splitsen, waarna
de delen weer groeien tot nieuwe cel
len. die zich op hun -beurt splitsen.
In de doosjes kronkelden zich heel
kleine „slangetjes", niet groter dan
een honderdste millimeter, door elkaar.
Bij een mens zijn het er 48 in elk
doosie. bij een kat 32 en bii een tuin
24. In die slangetjes, „chromosomen'
genaamd, ligt nauwkeurig het bouw
plan voor het gehele organisme be
sloten.
Dr De Mol gelukte het na lange en
moeilijke proefnemingen door nauw
keurig gedoseerde bestralingen de
structuur van de cellen en de chromo
somen zodanig te veranderen, dat
nieuwe bloemsoorten ontstonden. „Wij
kunnen de natuur wijzigen", zegt dr
De Mol. En hij bewijst het. Reeds in
1943 behandelde hij voor het eerst een
gladiool, „Picardy", met atoomenergie
(bombardement met langzame neutro
nen), waardoor de bloem blijvend van
rood in geel veranderde.
JJOOR UITWENDIGE omstandigheden
kan een verandering in de erfelijke
structuur van de planten worden aan
gebracht. Dat is het, wat dr De Mol
nog dagelijks bestudeert en waarvan
hij een levenstaak gemaakt heeft. Hij
werkt met hoge en lage temperaturen,
met chemische stoffen, met Röntgen
stralen, ultra korte golf. hoge druk
van gassen en atoomenergie. In het
middelpunt staan ziin uitkomsten van
het Röntgen- en atoomenergiewerk.
Daarover moet men niet gering den
ken. Hij „maakte" lelievormige tulpen
en zijn trots: Generaal San Martin, ge
boren onder de Röntgenlamp uit de
bol van een Red Champion en twee
•naai zo groot als ziin ouders. Een pro
duct van wonderlijke schoonheid,
vuurrood, met grillig gevormde bloem
bladen.
Er bestaan op het ogenblik enkele
honderden exémnlaren van de Gene
raai San Martin, genoemd naar de Ar
gentijnse vrijheidsheld José San Mar
tin, die ten tijde van het ontstaan van
de nieuwe tulp in ziin land feestelijk
herdacht werd. In Argentinië ls men
enthousiast over De Mol en de fraaie
tulp. De geleerde liet ons verschillen
de Argentijnse kranten en tijdschriften
zien, waarin uitvoerige, geïllustreerde
artikelen aan zijn werk zijn gewijd.
JJET IS EEN wonderlijk wereldje in
het oude schoolgebouw aan hetWa-
terlooplein in Amsterdam. Met de hulp
van een aantal werkloze intellectuelen
verricht dr De Mol er een arbeid van
onschatbare .betekenis. Primitief aan de
ene kant: een archief, resultaat yan 45
jaren wetenschappelijke vorsing, is op
geborgen in margarinedozen en op
eenvoudige rekken. Het vertegenwoor
digt een waarde van f 200.000—
f 300.000. Grondig en wetenschappelijk
nauwkeurig aan de andere kant: van
duizenden voor de leek nauwelijks
waarneembare afwijkingen in 'dë"plan-
tengroei zijn artistieke, gekleurde wa
terverftekeningen gemaakt.
Samengevoegd in een boek zouden
die tekeningen een werk vormen van
hoge wetenschappelijke en artistie
ke waarde. Maar dr De Mol werkt
zonder subsidies en zo'n uitgave kost
veel geldNeen, gemakkelijk heeft
hij het niet en waardering treft hij
niet overal voor zijn arbeid. Dat hij
desondanks hardnekkig doorgaat en
met succes stempelt hem tot een
man, die de natuur en de wetenschap
mint met hart en ziel.
JOEN KORT NA DE RAMP, welke
ons land in de nacht van 1 Februari
trof, in de Tweede Kamer van de
Staten-Generaal het watersnood-debat
werd gehouden, deelde de regering
mede, dat over de toestand van de
dijken in het parlement nimmer waar
schuwende woorden waren gesproken.
Het mag in dit verband bevreemding
wekken, dat een artikel van een water
staatkundige van internationale ver
maardheid dr ir J. A. Ringers
in het gedenkboek, dat ter gelegenheid
van het 50-jarig regeringsjubileum van
Koningin Wilhelmina in 1948 werd
uitgegeven, aan de aandacht van de
autoriteiten is ontsnapt.
In het hoofdstuk „Waterstaatswerk"
schrijft oud-minister Ringers o.a.:
„De vraagt dringt zich op, of wij in
de depressie, die over ons gekomen is,
de uitvoering van grote waterstaats
werken moeten stopzetten. Het zou
ons dan slecht vergaan, als was het
alleen maar, omdat de natuur ons
dwingt voort te gaan. Nederland lijdt
namelijk onder een daling van de bo
dem van ongeveer 20 cm per eeuw.
Door de verdieping van de Waterweg
hebben wij bovendien de stormvloeden
naar binnen gezogen.
De dijken schreeuwen om verhoging.
In Rotterdam was dit reeds duidelijk
bij de stormvloed van 1916 de water
kering der stad, door de Hoogstraat
gevormd, begon over te lopen. Het was
niet gemakkelijk in een bestaande stad
een waterkering, waarover een drukk-
winkelstraat loopt, te verhogen. De
ramp, welke Rotterdam op 14 Mei 1940
trof, heeft de oplossing van deze mo i-
lijkheid nnvwidigd Rotterd—-ll
nu een waterkering krijgen, welke
voor vele generaties weer zeker
heid tegen overlopen geeft. Er zijn
echter nog meer vraagstukken vn
deze aard. De toestand bij Dordrecht
kan zo niet blijven. Bij pen ongunsti
ge meteorologische sa' enloop is deze
stad vermoedelijk niet meer watervrij.
In dit verband is vermeldenswaard
het zogenaamde vijf eilanden-p'an,
dat nog in onderzoek is waarbij o.m.
de Oude Maas tot een M-nenwa'er zal
worden gemaakt he* B-lrlse Gat zal
w-den afgedamd, enz."
Tot zover dr ir Ringers in..., 1948.