met de In een oud schoolgebouw worden nieuwe bloemen geboren 5 ndagen- TWENTSE PARKLANDSCHAP HEEFT TOERIST VEEL TE BIEDEN Ommen parel aan de kroon van Salland Krentenbomen op Eerde gaan weer bloeien De voorpret VOORJAARSNUMMER Langskarresporen en bospaadjes naar bekoorlijke vergezichten Waar de korhoenders baltsen Dr de Mol bombardeert bollen tot nieuwe variëteiten Werk van bescheiden geleerde verdient meer aandacht Archief in margarinedozen De spori wordt n iet vergeten Oud-minister Ringers waarschuwde tijdig voor watersnood orden, eens een dag flink iat is goed voor de grond n avond alleen thuis moet idochter winkels willen dit lentenummer een uit- sn de puzzelaars onder de [Is U de figuur bekijkt ziet 'ussen die lijnen zult u, al op het nu gekomen voor- Wl] ij u, dat wï] de letter IJ .leer met petrischaaltjes en sub bij het verwisselen van de oeu- raor zijn microscoop, kon het na- ebeuren, dat Albert glimlachend ich uit keek daarbij- denkend mogelijkheid de bezitter van het sleuteltje te vinden in die. grote lende mensenchaos buiten het orium. het hem ineens te binnenschoot: at gouden sleuteltje waar had gezien? en hij herinnerde zich me met de toverhazelaar in de £ij droeg aan het dunne kettinkje ir hals immers een gouden sleutel- geveer van de vorm en het for- lie het gezochte sleuteltje zou i hebben. Albert Kooimans nooit van zich- >u hebben geloofd, dat deed hi\ hij plaatste in de krant een ad- je van de volgende inhoud: dame met de toverhazelaar, die Februari de bioloog ontmoette in in van Rotterdam naar Haarlem, in haar eigen belang verzocht, ekend te maken aan notaris Van Hoogstraat 32, Haarlem. V J KANS op de duizend meende aris. Niettemin voelde Albert zich I mende dagen wonderlijk opge- Hij verbaasde zich er over en - le, lachend over zijn eigen dwaas- het hoofd. Waarbij nog kwam, et hier om een zakelijke aange- I eid ging en niet om iets anders. I )on hij zich dit laatste tien twin- I er voorhield bonsde zijn hart toch y en wonderlijk rhythme, toen hij n Maart op weg was naar de i voor een ontmoeting met de van de toverhazelaar. Zij kwam met een open glimlach tegemoet k haar hand uit. at ik een verzuim herstellen, zei mijn naam is Albert Kooimans. heette Maria Eewout. De notaris het doel van de oproep uiteen en naar het gouden sleuteltje, h," zei ze, „gaat het daarom? Om euteltje van mijn moeders vrien- zie, toen de notaris het sleuteltje slot stak, ging het parelmoeren open en voor hun verbaasde blik- irijkte op een fluwelen kussentje iat glanzend parelsnoer. De nota- aide het er uit en woog het waar- I op de hand. Een samengevou- ose papiertje rolde op de vloer, ia," meende de notaris, „daar de verklaring!" en hij las met ige stem voor: :n mijn neef Albert Kooimans, hartstochtelijke liefde voor de we- ap ik ken en bewonder, dit ge- opdat hij tussen zijn boeken en 'aten, tussen zijn schimmels en ■iën, tussen al het ongetwijfeld in nate leven, dat hij op sterk water gezet, niet vergete, dat er ook nog evend leven is. Ik weet precies, et gouden sleuteltje heeft: Het is ichter van mijn beste vriendin. Aan t de opgave om dit parelsnoer eer- '.et haar te delen tot op een cent keurig, anders gaat de zaak niet T SLOEG ALBERT gloeiend he? i at zijn tante had kunnen twijfelt ijn eerlijkheid! Niettemin, hij moe» 1 ven, dat het een moeilijk probleem jj Hoewel ook weer niet zo lastig: :on het parelsnoer verkopen. H'l j' van de notaris naar haar. Zij kees lachend aan en sloeg daarop de verlegen neer. ia," zei de notaris droog, /an u een voorstel?" Hij wendde naar het venster en keek, diep hten naar de tuin, waarin de eer- rorjaarsbloemen bloeiden. Zijn v111 trommelden op de ruit. heb een voorstel," zei Alb® ijk, „het lijkt mij gemis aan pictw s de overledene om het halssno rkopen. Daarom zou ik willen zeg- laat juffrouw Maria het ding n om het te dragenl" aar dat gaat niet," protesteer wij moeten 't toch delen rit nauwkeurig heelt uw '?n'eL Haar lachende ogen peilden la iep in zijn hart. t it en we dan," zei Albert nu n e stelligheid, „laten we dan s (chappelijk eigenaar zijn eni schappelijk eigenaar blijven re moeten we dan een ov< i sluiten - een contract m schap van goederen. Zoudt u i?" 7.ei ze vast ..dat wil ik. warme blos kleurde langz. «'•laat. heb Kooimans. zei ze, «t voor ie gevoeld toel', 1 toverhazelaar in de trein DE ZON IS ER NOG NIET, maar de weiden langs de lichtglooiende hellingen van de vallei hebben zich al bevrijd van de zwarte sluiers van de korte zomer nacht. Nu is er een witte nevelwade laag boven het gras land, die langzaam wordt opgeslorpt door de oorzaak van haar ontstaan, de beek, die gevoed wordt met het heldere, koude en drinkbare water uit een naburige bron. Want hier, in dit prachtige Twentse gebied tussen het plaatsje Vasse en de Duitse grens in de buurtschap Hezinge, kan men het zo maar treffen, ergens midden in het sappig- groene grasland of in een ondiepe kuil met elzen dicht begroeide hellingen, dat het water voor uw voeten opbor relt- een bron. Een bezienswaardigheid zonder weerga. Er gaat een merel zingen in de zilverige berken aan de rand van de heide, waar de zeldzame jeneverbeszuilen als vreemdvormige gedaanten tegen de horizon staan afgete- ALS DAN DE ZON al klinkt gerammel van hoger stijgt melkbussen. Een boer met zijn goedlachse melk meisjes ment zijn paard over het mulle karrespoor naar de weiden, waar het vee gemolken moet worden. Het is daar een karakteristiek Twentse streek in en om Vasse. Gemakkelijk te be reiken vanuit de grote Twentse in dustriesteden. Kampeergelegenheid is er bij Hezinge o.a. in de omgeving van het Spengendal, een uiterst fraai bronnengebied, waar men kan zwem men in een door bronnen gevoed meer met ijskoud water. Om dat dorp Vasse strekken zich de akkers uit met de trots van het zomerse Twentse land schap, de wuivende gouden roggehal- men. Maar nooit zijn ze eentonig, die zeeën van rijpend graan. Overal doe men schaduwrijke boomgroepen op en dichtbegroeide akkerwallen scheiden de akkers van elkaar. Van Vasse komt men gemakkelijk in de al even fraaie omgeving van Ootmarsum. Dit pittoreske stadje met zijn schilderachtig pleintje en zijn bosrijke landerijen vormt de parel van bet Oostelijk toeristengebied van Twente. Talrijk zijn er de kampeer boerderijen boerenbedoeningen, waar men in de zomermaanden kamers en andere gedeelten van het huis be schikbaar stelt voor bivakkerende toeristen. In de buurt van Ootmarsum, dicht bij het kanaal AlmeloNordhorn ligt het Agelerbroek, een natuurreser vaat van ongeveer zestig hectare. Over mulle of modderige karresporen kan men er komen. Een pracht panorama bieden daar de velden gele lisdodden, de groene wilgenbosschages overal er omheen en er tussen. In die moerassige wildernis huist een vreemd vogeltje, de snor, dat met korte tussenpozen Een kleine bonte specht, die in de Twentse loofbossen leeft, hamert lustig op een boomstronk. dige stadje een kolonie van blauwe reigers hoog in de beukentoppen. Daar zijn uitgestrekte loofbossen waar men uren en dagen kan ronddolen, waar een vluchtige ree uw pad kan kruisen, waar de, voor twintig jaar in Neder land en nu nog in het Westen des lands niet voorkomende grote zwarte specht zijn ovaalvormige holen heeft gehakt in de majestueuze beuken. Daar is een jeugdherberg in Delden en kampeer- en logeergelegenheid in overvloed. En overal in dat Twentse landschap, zijn er de weiden en heide_ velden, de vennen en loofbossen, de heuvels en dalen. Denekamp heeft zijn Natura Docet, natuurhistorisch mu seum, bij de Lutte, onder de rook van Oldenzaal strekken zich langs de schilderachtige Dinkelstroom de ein_ deloze zandverstuivingen uit. Almelo heeft zijn Gravenbossen, .ie bij het centrum van de stad beginnen, de prachtige Gravenallee, een drie kilometerlange, rechte eikenlaan en het kanaal AlmeloNordhorn, waar langs goed-berijdbare fietspaden een zo karakteristiek Twents landschap doorsnijdt, dat een tocht langs dit met kend. Er maakt zich een wulp los uit de wegtrekkende schemernevels; een ontroerende wonderlijk melodieuze triller uit die flauwgebogen snavel maakt heel het Twentse landschap wakker. De zon is boven de donkere muren van de denaanplantingen tevoorschijn gekomen en speelt een schitterspel met de met dauwdruppels beparelde caluna (struikheide). Van welk een grote schoonheid is dit dal in de morgenzon. De groene weiden op de hellingen, het gra zende vee in de oplossende, melkwitte nevel, het gele bunt gras tegen de donkergroene rand van de heide. De elzen bosjes om de bronnen.Er is daar beneden in de weiden een sprong reeën, prachtige roodbruine dieren; een zesender, een bok met een kapitaal gewei voorop, komen ze terug van de graslanden waar ze gegraasd hebben en zoe ken hun schuilplaatsen weer op in de altijdgroene dekking der jonge denaanplantingen langs de Duitse grens. waterplanten dichtgegroeide vaarwater wel uiterst boeiend is. f)E BOSRIJKE en heuvelachtige om geving van Markelo wordt nog aantrekkelijker voor toeristen door het goed ingerichte kampeerterrein ,Hes- senheem'. Bij Zenderen is het praeh. lige natuurreservaat het Molenven. Bij Wierden ligt het Westerveen, een uitgestrekt veengebied begroeid met hoge struikhei en omzoomd doo'r slanke bergen. Hier baltsen en leven de zeldzame korhoenders. Het bespieden van die holderende, kraaiende korhanen van uit een primitieve schuilhut is een grote attractie. Het stemmiggeklcur- de wild, de haan is glanzend zwart met een witte waaier-staart en een rode roos opzij van de kop, komt ook voor in de uitgestrekte „tnrf'-gebie- den ten Noorden van Vriezenveen. In dat veengebied leeft een prachtig vo geltje. het blauwborstje, dat men al- lieht tijdens een wandeling, langs de muite zandpaden ziet fladderen. Bijna al de Twentse dorpen hebben in de zomermaanden hun festivals, boerendansgroepen geven op de dorps pleinen des avonds demonstraties. Er worden openluchtspelen opgevoerd in Zenderen, Wierden enz. Langs de boorden van het Twente- Rijnkanaal en de andere vaarten door het zo rijk met natuurschoon gezegen de Twentse land priemen in de zomer se maanden de gele sprieten der hen gels in de blauwe lucht. Hengelaars nestelen zich daar tussen het riet. Menige brasem, zeelt of mun, snoek of (Van onze speciale verslaggever JN HET VOORJAAR zullen langs de zeekust tussen Leiden en Haarlem, bij Lirnmen, in De Streek en in de kop van Noord-Holland de vel den weer prijken in hun fraaiste tooi. Het schit terende geel van de narcissen zal zich mengen met het diepe blauw, het smetteloze wit en het trotse paars van de hyacinthen en het vurige rood van de tulpen. En tienduizenden uit binnen- en buitenland zullen naar het bloemfestijn trek ken om er de rijke weelde van de Nederlandse bollenvelden te aanschouwen. In een oude school aan het rommelige Water- looplein in Amsterdam zit dan een eenvoudige, bescheiden geleerde over zijn boeken of zijn mi croscoop gebogen en slechts weinigen van de on- telbaren, die door Nederlands grote, wereldbe roemde bloementuin zwerven, zullen weten, dat deze man, die zijn gehele leven aan de studie van de bloembollen wijdde, onze nationale cul tuur onschatbare diensten heeft bewezen. Dat hij doordrong tot de diepste geheimen van het leven der planten en de methode vond en toepaste om structuurveranderingen te bewerkstelligen, die het aanschijn gaven aan nieuwe, blijvende varië teiten van gladiolen, narcissen en tulpen, waai- onder tulpen van een ongekende stralende pracht. Dr W. E. de Mol van Oud-Loosdrecht, de geleerde, die het leven van de bolgewassen naar zijn hand zet. zeldzamer snoekbaars wordt aan de angel geslagen. Er is gelegenheid in overvloed tot vissen. Het verblijf aan die groene kanaalboorden is al een ge noegen op zich zelf. Veenlandschap in de omgeving van Vriezenveen. Een winterkoninkje bouwde een nestje in een fietszadel, dat ergens in Twente in een schuur hing. Het vogeltje bij de jongen. telkens weer een licht snorrend wek- Keigeluidje^ laat horen dat zo past bij VR IS EEN LOGGE VLIEGFIGUUR laag boven het traag stromende water van de Vecht, een aalscholver terug komend van zijn viswater, op weg naar de broedkolonie. De zon heeft het Westen in .gloed gezet. Vlammen van oranje lekken ooven de horizon uit, grijpen de watvlokjes aan, die zich rose en purper kleuren. Het loofhout schudt zich uit, het ritselt en lekt. De zilvërige druppels van de namiddagregen sproeien in het rond, als een zacht avond- briesje even wat deining brengt in de groene bladerweelde. Er gaat een lijster zingen tussen het frisgeregende groen. Er lokt een patrijshaan in de weiden, waar enorme braam struiken voor afwisseling zorgen in het vlakke panorama aan de overkant van de stroom. Maar aan deze kant zijn de imposante gewelven van het beuken- en eikenbos. Daar dringt het schijnwerperlicht van een laatste zonnestraal door dat groene plafond en belicht een zwarte regenplas a- wuivende ritseling van het riet, de op het pad. Daar groepen bontgekleurde vlinders samen ïfuii e vleugelslag van kleurige om die frisse waterkring, een schilderspalet gelijk, dat iiDelien, jagend boven de geurige gagel, tafereeltje. door bijen omzoemde bloe metjes vervult heel die om geving. Talrijken ook rus ten dan graag even crp de terrasjes van de Ommense restaurants langs de Vecht. Men kan er bootjes huren om een tocht te maken over de rivier. pEN HEEL ander natuur- schoon weer, biedt het op de grens van Salland e® Twente gelegen Nijverdal de toerist. Hier zijn vooral de heuvels de grote trek pleister voor de Westerling uit het Polderland. Het is dan ook een kostelijke aan blik, als men midden in dit heuvelgebied overal om zich heen die heuveltoppen ont waart, tot in de nevelige verten, Nijverdal is sinds enige jaren een prachtigge- J^ANGS koelbeschaduwde fietspaden door uitgestrekt hoogwoud of langs fraaie verkeerswegen door een parkachtig landschap komt men in het centrum van het Twentse toeristenver keer, Delden. Daar is, onder de rook van dat aar- TN ALS de avond klinkt boven het kenUnne»1Kntf wecr ls aangebro- S ü°ken' losïebarstcn, of kers ShVnïlCt-uren en me«iewer- Kers rilt elders in dit nummer ook mogen uitdrukken, en de mens bH 1 dat uitbotten de reislust weer wij\«erS Cn bee" Raat- bebhen met een aan7anS gemaakt met een serie artikelen, waarin en Jfert" In Spé de 'andschappen waard£hed derzeIvcr beziens- o"en ,l-?0n en geneugten voor o„en worden gevoerd, welke zii bereg™deVaCantieWeken d°^ da oeregemie ramen van hotel en onderscheiden"^ Z""™ k— rinein rie u6 na"lna aantreft, be en v ",d* .^eenheid van Twenthe hnonheid. die wij jarenlang ver- ensaliand een schoonheid'diewH blijf irTdie V*tr ^aren,an* ver* harte kun e,CPn ganser kunnen aanbevelen. komt, geruis van het bruisende water bij de stuw de zang uit van jo delende en musicerende kampeerders, die langs de boorden van de kronkelen de Vecht een ideaal oord vonden om er hun tenten op te slaan. Ommen heeft de toerist veel te bieden. Meer dan andere plaatsen langs de Vecht is het ingericht om het de vreemdelingen zo veel mogelijk naar de zin te maken. Het is het toeristen paradijs van Salland. Daar vindt men nog in overvloed, evenals in Twente overi gens, de oude boerderijen met de enorme balken in de buitenmuren. Prachtige boe renbedoeningen, die zo vre dig liggen onder de brede kruinen van boomgroepen, die voorouders lang geleden op de erven plantten. Dui zenden en duizenden uit de Twentse industriegebieden komen er op mooie Zonda gen in April, wanneer op het landgoed Eerde de kren tenbomen in bloei staan, genieten van dit prachtige schouwspel. Dan is er daar, aan weerskanten van de lommerrijke verkeersweg een zee van witte krentenbloei- sels, een zoete geur uit die legen zwembad rijk in het zo genaamde ravijn. Er is, wat vooral van belang is voor de jeugdige trekkers, een jeugdherberg en in de uit gestrekte bossen bestaat er gelegenheid op bepaalde ter reinen te kamperen. Hotel- accomodatie is er, evenais in de meeste Twentse en Sallandse toeristenplaatsjes, voldoende. Ook het stadje Rijssen ligt in een bijzonder bosrijke omgeving. Uitgestrekte land goederen gordelen zich om dit plaatsje, waarvan de meesten wel voor het pu bliek toegankelijk zijn. In het Rijssense Volkspark vindt men verder nog een uitstekend geoutilleerde windhondenrenbaan, waar geregeld wedstrijden wor den georganiseerd en grey hounds enz. uit geheel Ne- .i'iapd aan de start komen, VIA EEN goede verkeers weg komt men van Al melo in het langzamerhand tot een stadje uitgegroeide dorp Tubbergen. Als men de over de es leidende weg be stijgt tussen het wuivende koren, ontwaart men al spoedig aan de rand van het dorp het machtige bronzen standbeeld van dr. Schaep- man. Duizenden hebben hier eerbiedig de trappen be klommen om de plaquette op het voetstuk te lezen en op te kijken naar het enor me beeld, even te rusten op de stenen banken onder de stemmige treurwilgen, die hun groene slierttakken over de muren laten hangen. Tubbergen heeft de laatste jaren naam gekregen door de internationale motor races, die men hier eens per jaar organiseert. Dit jaar zullen Zaterdag acht Augus tus de motoren over dit prachtige circuit daveren. Een circuit, dat loopt door een zeer fraai, parkachtig landschap over Tubber'gen, Fleringen en Albergen. Maar als na al dat moto- rengeweld het stof weer neerzijgt op de weg, is het 't Twentse landschap, dat hier zo ongemeen boeit. Dan ziet men bij Fleringen de eeuwenoude Kroezeboom ■»aromheen op de licht glooiende akkers de trots van Twente, het gele koren, in schoven staat £)R W. E. DE MOL van Oud-Loos- dreebt, een bioloog in hart en nie ren, die in December van het vorig jaar de 65-jarige leeftijd bereikte en zich in 1953 reeds 45 jaar met de bloembollenstudie bezighoudt, de man, die „men" zijn leven lang vergeten en tegengewerkt heeft, paart aan zijn rij ke wetenschap een fijnzinnig kunstge voel en een bijzondere zin voor tech niek. Van zijn hand verschenen een kleine twee honderd publicaties. Hij is een uitstekend vervaardiger van microsco pische afbeeldingen en verraadt daar mede duidelijk zijn afstamming van de artistieke dr Johannes de Mol, de uit vinder van het oud-Loosdrechtse por- celein. Hij werkt met grote kennis van zaken met chemische middelen, tem peraturen, bestralingen Röntgen en atoomenergie de ultrakortegolf en de microscooplamp. En al deze be kwaamheden stelt hij geheel ten dien ste van zijn grote liefde: de verede ling van de bolgewassen. Zijn jeugd bracht hij door zo vertrouwde hij ons toe in een klein dorpje bij de Duitse grens. Van jongs- af voelde hij zich aangetrokken tot het planten- en dierenleven. Hij had dat van niemand vreemd: zijn groot vader nn zijn moeder waren grote na tuurliefhebbers. Toen hij vijf jaar oud was, kwam zijn tante uit Haarlem eens op bezoek en bracht voor zijn grootvader en zijn moeder een eollectie bloembollen mee. Zijn moeder zette de „mooie brom tollen", zoals hij ze noemde, op een diep, wit bord en zijn grootvader plantte elke bol in een pot. Toen later de bollen bloeiden, werden ze in rood, wit en blauw gerangschikt. De jeugdige De Mol ontdekte, dat die bollen leefden. Zij hadden zijn hait gestolen. Aan die planten, zo be sloot hij later, wilde hij zijn leven wij den. JN 1908 WERKTE HIJ in de bollen streek en daarna ging hij in Amster dam studeren. Op de universiteit in de hoofdstad werd de grondslag ge legd voor zijn wetenschap, dat elk le vend organisme is opgebouwd uit een aantal cellen, als het ware heel klei ne doosjes, die zich splitsen, waarna de delen weer groeien tot nieuwe cel len. die zich op hun -beurt splitsen. In de doosjes kronkelden zich heel kleine „slangetjes", niet groter dan een honderdste millimeter, door elkaar. Bij een mens zijn het er 48 in elk doosie. bij een kat 32 en bii een tuin 24. In die slangetjes, „chromosomen' genaamd, ligt nauwkeurig het bouw plan voor het gehele organisme be sloten. Dr De Mol gelukte het na lange en moeilijke proefnemingen door nauw keurig gedoseerde bestralingen de structuur van de cellen en de chromo somen zodanig te veranderen, dat nieuwe bloemsoorten ontstonden. „Wij kunnen de natuur wijzigen", zegt dr De Mol. En hij bewijst het. Reeds in 1943 behandelde hij voor het eerst een gladiool, „Picardy", met atoomenergie (bombardement met langzame neutro nen), waardoor de bloem blijvend van rood in geel veranderde. JJOOR UITWENDIGE omstandigheden kan een verandering in de erfelijke structuur van de planten worden aan gebracht. Dat is het, wat dr De Mol nog dagelijks bestudeert en waarvan hij een levenstaak gemaakt heeft. Hij werkt met hoge en lage temperaturen, met chemische stoffen, met Röntgen stralen, ultra korte golf. hoge druk van gassen en atoomenergie. In het middelpunt staan ziin uitkomsten van het Röntgen- en atoomenergiewerk. Daarover moet men niet gering den ken. Hij „maakte" lelievormige tulpen en zijn trots: Generaal San Martin, ge boren onder de Röntgenlamp uit de bol van een Red Champion en twee •naai zo groot als ziin ouders. Een pro duct van wonderlijke schoonheid, vuurrood, met grillig gevormde bloem bladen. Er bestaan op het ogenblik enkele honderden exémnlaren van de Gene raai San Martin, genoemd naar de Ar gentijnse vrijheidsheld José San Mar tin, die ten tijde van het ontstaan van de nieuwe tulp in ziin land feestelijk herdacht werd. In Argentinië ls men enthousiast over De Mol en de fraaie tulp. De geleerde liet ons verschillen de Argentijnse kranten en tijdschriften zien, waarin uitvoerige, geïllustreerde artikelen aan zijn werk zijn gewijd. JJET IS EEN wonderlijk wereldje in het oude schoolgebouw aan hetWa- terlooplein in Amsterdam. Met de hulp van een aantal werkloze intellectuelen verricht dr De Mol er een arbeid van onschatbare .betekenis. Primitief aan de ene kant: een archief, resultaat yan 45 jaren wetenschappelijke vorsing, is op geborgen in margarinedozen en op eenvoudige rekken. Het vertegenwoor digt een waarde van f 200.000— f 300.000. Grondig en wetenschappelijk nauwkeurig aan de andere kant: van duizenden voor de leek nauwelijks waarneembare afwijkingen in 'dë"plan- tengroei zijn artistieke, gekleurde wa terverftekeningen gemaakt. Samengevoegd in een boek zouden die tekeningen een werk vormen van hoge wetenschappelijke en artistie ke waarde. Maar dr De Mol werkt zonder subsidies en zo'n uitgave kost veel geldNeen, gemakkelijk heeft hij het niet en waardering treft hij niet overal voor zijn arbeid. Dat hij desondanks hardnekkig doorgaat en met succes stempelt hem tot een man, die de natuur en de wetenschap mint met hart en ziel. JOEN KORT NA DE RAMP, welke ons land in de nacht van 1 Februari trof, in de Tweede Kamer van de Staten-Generaal het watersnood-debat werd gehouden, deelde de regering mede, dat over de toestand van de dijken in het parlement nimmer waar schuwende woorden waren gesproken. Het mag in dit verband bevreemding wekken, dat een artikel van een water staatkundige van internationale ver maardheid dr ir J. A. Ringers in het gedenkboek, dat ter gelegenheid van het 50-jarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina in 1948 werd uitgegeven, aan de aandacht van de autoriteiten is ontsnapt. In het hoofdstuk „Waterstaatswerk" schrijft oud-minister Ringers o.a.: „De vraagt dringt zich op, of wij in de depressie, die over ons gekomen is, de uitvoering van grote waterstaats werken moeten stopzetten. Het zou ons dan slecht vergaan, als was het alleen maar, omdat de natuur ons dwingt voort te gaan. Nederland lijdt namelijk onder een daling van de bo dem van ongeveer 20 cm per eeuw. Door de verdieping van de Waterweg hebben wij bovendien de stormvloeden naar binnen gezogen. De dijken schreeuwen om verhoging. In Rotterdam was dit reeds duidelijk bij de stormvloed van 1916 de water kering der stad, door de Hoogstraat gevormd, begon over te lopen. Het was niet gemakkelijk in een bestaande stad een waterkering, waarover een drukk- winkelstraat loopt, te verhogen. De ramp, welke Rotterdam op 14 Mei 1940 trof, heeft de oplossing van deze mo i- lijkheid nnvwidigd Rotterd—-ll nu een waterkering krijgen, welke voor vele generaties weer zeker heid tegen overlopen geeft. Er zijn echter nog meer vraagstukken vn deze aard. De toestand bij Dordrecht kan zo niet blijven. Bij pen ongunsti ge meteorologische sa' enloop is deze stad vermoedelijk niet meer watervrij. In dit verband is vermeldenswaard het zogenaamde vijf eilanden-p'an, dat nog in onderzoek is waarbij o.m. de Oude Maas tot een M-nenwa'er zal worden gemaakt he* B-lrlse Gat zal w-den afgedamd, enz." Tot zover dr ir Ringers in..., 1948.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 15