Ik roep U bij de naam
Oeroude Paasgebruiken
PA SEN
r U
Een Paasverhaal
P. Barten
Een middeleeuws Paaslied
Voor de armen
r nog honderd
uister eens naarl
>uzzlerubriek
door
Vredeskus - vuren
en eieren
Ver. Staten nemen
tankers in beslag
Ter overdenking
DE HEIDENSE
PAASVIERING
ZATERDAG 4 APRIL 1953
I V_/
(Advertentie, Ing. Med.)
BRUCKNERS TWEEDE SYM-
HONIE. Bruckner schreef deze
na een langdurige
ekte. Hij verwerkte er enige
in, die hij enige tijd
voren had gebruikt voor het
medietas en het Kyrie van zijn
is in f-mineur. In feite klopt
t nummer van deze symphonie
et: na de Eerste schreef Bruck-
r een symphonie, die hij als
absoluut verwierp,
een, die vergeten temidden van
n andere papieren rustte en na
n dood als „Nulde" op het re-
rtoire verscheen. Met zijn of-
iële Tweede heeft de vroegere
rpsorganist zijn muzikale entree
Wenen gemaakt. Het is een
■rk met een eenvoudige struc-
ir geworden. (Zondag 15.05
zr Hilversum II, 298 m.)
het eerste deel van
i serie-hoorspel in acht afleve-
gen naar de roman van Anne-
rie Selinko. Het is het verhaal
de burgerdochter Bemardina
genie Désirée Clary, die door
huwelijk met generaal Ber-
lotte de moeder wordt van de
prins van Zweden. (Zondag
'0, zelfde zender).
ISTER-ORATORWM van J. S.
:h, een werk, dat min of meer
karakter van een uitgebreide
tate heeft. O.m. werken mee
sopraan Erna Snoorenberg en
bas David Hollestelle. Maan-
21.50 over Hilversum I,
m.)
ARMON1E, de eerste uitzen-
in een reeks, gewijd aan de
kundige uitvoering van mu-
voor harmonie-orkesten. Uit
laden zullen worden concours-
imers en vrije werken; de uit-
ring geschiedt door de Staf-
',i»k var( het regiment infante-
Willem Friso te Assen, onder
ing van J. P. Laro. Dinsdag
1 over Hilversum II, 298 m.)
12.30 Land- en Tuinbouwmede-
1. 12.33 Voor ons platteland. 12.40
io. 13.00 Nieuws. 13.13 Mededelin-
gram.muziek. 13.20 Metropole-Or-
L00 „Zeg eens, Amerika14.30 1
t en piano. 15.00 Gram.muziek,
oor de vrouw. 15.45 Gram.muziek.
oor de jeugd. 17.30 Amusements-
17.50 Militaire causerie. 18.00.
18.15 Pianospel. 18.30 Gram.*
18.55 Reportage of gram.muziek. I
'armonie-Orkest. 19.25 Paris vou#
Pianotrio. 20.00 Nieuws. 20.05
m des Variétés.' 20.45 „De klein#
hoorspel, met muziek. 21.50 Dans-
22.20 Mededelingen. 22.25 Repor-
.30 Lichte muziek. 22.45 Buiten-
verzicht. 23.00 Nieuws. 23.15 New
Hing. 23.2024.00 Gram.muziek.
sie. AVRO. 20.15—21.45: Actu-
en weerpraatje. Hierna: „De Be-
toneelspel.
!87. Tien woorden uit 40 letter-
(oplossing):
:n bedoelde woorden van vier
:pen, die uit de 40 gegeven
pen konden worden gevormdi
in alphabetische volgorde):
rogantie, 2. Bovenkarspel.
men, 4 Frederika. 5. Handels-
6. Oppositie, 7. Problematiek,
eryies, 9. Valladolid, 10. IJzen-
imo der puzzelaars was weer
>t, want velen zonden een ge*
-ecte oplossing in. Na loting
e inzenders is de wekelijkse
t 5.ditmaal ten deel ge-
an: Mevr. C. Kreijger, Baan*
te Hoorn. (Gefeliciteerd! Deze
worden toegezonden.
0—
onze nieuwe opgave:
8. Een Lente-puzzie. (Ie April*
Ier vindt u twee groepen
beide in alphabetische volg*
>r telkens een woord van de
oep te verbinden met een
t de tweede groep, ontstaan
e woorden. Elk woord mag
keer gebruikt worden. Oe
woorden moet men in een
/olgorde inzenden, dat de eer
van boven naar beneden iets
te lezen geven.
roep: afval avond eigen
ruit kring leger over
regen sport stam
voor ijdel.
groep; boog boom dom
- b.p.id last licht 1°°P
- plaats recht spoed
'steem veld.
•oorden zijn bedoeld, in wel*
e plaatst gij ze en wat geven
letters dan van boven naar
lezen?
:en (per briefkaart) tot en
dag 8 April aan de Redac-
blad. (Onder de inzenderj
rrecte oplossing wordt# weer
in 5.verloot.)
IETS TE WILD RUKT MARIE Vertouwen de suite
deuren dicht, zodat het glas in lood protesterend
rammelt. Een mager zonnetje gluurt nieuwsgierig
boven de gekartelde rand van de fabriek aan de achter
kant van de straat. Ze zucht. Mechanisch strijkt ze een
lok haar van het voorhoofd. Mismoedig tuurt ze naar het
ipeelse zonlicht in de smalle streepjes rood en crème ge
kleurd glas van de schuifdeur, dat haar in een overmoe
dige bui heeft gebracht. Voorzichtig glijden haar vinger
toppen langs de mantel van de zwart gelakte haard
kachel. Weifelend wèt te doen, staat ze een ogenblik
stil: de kachel harder laten branden en de suitedeuren
Open, of de suitedeuren dicht en de kachel halve kracht?
Maar.... de kolen zijn duur! Over twee dagen Pasen,
denkt ze. Pasen, voorjaar, nieuw uitbottend leven. De
kalender naast het dressoir heeft het wel goed, maar het
weer wil niet; het is nog te guur. „Nu, dicht dan maar!"
besluit ze luid.
„Moeder!" roept een dringende kinderstem boven haar
hoofd. „Mam, Jantje plaagt me, hij gooit telkens m'n
blokken om."
„Maar wat doen jullie ook in de slaapkamer," roept ze
naar boven. „Ik heb nog zo gezegd, dat het niet mocht.
Vooruit, ga maar in het tuintje spelen, het is mooi weer."
Een onwillig gebrom is het antwoord. De twee partijen
blijken één te zijn geworden in het verzet, zodat een
Strafexpeditie noodzakelijk blijkt.
BF „Ik ga al mam, ik ga al," roept Henk, als ze driftig met
sprongen naar boven wipt. Met de handen omhoog rent
hij langs haar heen.
Verbaast kijkt ze in het rond; waar is Jantje? Een
kleine glimlach plooit haar stroeve mond als ze onder
het ledikant een paar kousevoeten ontdekt Met een forse
greep trekt ze de verstekeling onder het bed vandaan.
Een paar grote tranen biggelen over zijn bolle, besmeurde
Wangen, als hij pijnlijk zuchtend overeind kruipt Moeders
handen ziin als het noodzakelijk blijkt, snel en hard. Met
een meelijwekkend gezicht betast hii ziin voet.
B„AUa, vooruit!", dreigt moeder. „En niet weer ondeu
gend, anders schrijf ik het aan Pa.".
„Pa is er toch niet." glundert de jongen in de deur van
de slaapkamer. „En schrijven doet helemaal niet zeer!"
■Beteuterd kijkt ze in de argeloze en open ogen van de
'longen.
„Wie leert jou die wijs
heid?" vraagt ze scherp.
Haar lippen trillen iets.
„Henk, moe. En het is
toch zo".
Ze schudt het hoofd. „Ga
Snaar wat buiten spelen",
antwoordt ze mat. „God,
wat is het toch allemaal
jnoeilijk zo alleen", zucht ze
H>ordenloos.
Hongerig betasten haar ogen het portret aan de slaap-
kamerwand. Hoe kent ze dat alles; die mond, die ern-
Hige ogen. Het is alsof het leeft.
Bprnmerig tuurt ze over de eendere daken van het
smalle, zeurderig nette straatje. Hoeveel keer al beeft
ze hier zo gestaan, de dagen tellend die haar nog scheid
den van haar man in het verre Indonesië. Hoe lang is het
Alweer geleden dat hij is weggegaan? Een jaar nog maar,
nog een héél jaar van driehonderd vijfenzestig dagen.
Hoe komt ze er door?
En wat was ze graag meegegaan, maar het kon niet.
Bovendien werden dan de reiskosten veel te hoog voor
die twee jaar. Als ze nu één of hoogstens twee kinderen
hadden gehad: maar het waren er vier, en dat kon bruin
niet trekken. Al hadden ze het nu financieel wat ruimer,
zo hoog was het salaris van Karei, haar man. nu ook
Weer niet.
„Als ze nu één of hoogstens twee kinderen had ge-
bad Als betrapt schokt ze recht.
■i.Gunst kind, vier kinderen! Wat een blok aan
't been
Pijnlijk scherp realiseert ze zleh de woorden van haar
vriendin, toen ze voor de vierde maal In verwachting
was Haar vriendin, de pronkerige, maar toch goedhartige
Em de Wild, die altijd hardop dacht en uitsprak wat
haar voor de mond kwam.
„O kind, neem me niet kwalijk meid", had ze direct
daarop gezegd. „Ik ik klets maar weer wat. Gunst
Rio ik schaam me werkelijk!" en dat haar woorden echt
waren, bewees de hoogrode kleur op haar wangen. Iets
getemperd door de rouge. De angel is blijven haken en
steekt als ze langzaam de trap afdaalt.
Die Em is maar goed terecht gekomen, denkt ze af
gunstig. Haar man heeft een zaak die er zijn mag. Han-
oenmndertjes heeft ze niet meer; de enige dochter is al
op de HBS. Ze steekt haar tevredenheid over haar vrij
en onbezorgd leven dan ook niet onder stoelen of banken
als z.e eens een enkele keer aan komt waaien in haar
Preoin van een luxe sportwagen.
En zij? Vier kinderen, en twee jaar lang alleen de
zware taak van de opvoeding. En dan af en toe de klach-
Jan de buren over Honk of Jantie:
•Mevrouw Vertouwen, Uw zoontje gooit met stenen.
Buintje 'lem a's^ub"e" verbieden? Hij ruïneert mijn
'De eigenaar van het biina geruïneerde tuintje, de bol
ronde, secure mijnheer Sloten van drie buizen verder,
staat verbijsterd met de korte dikke worstarmpjes om-
ooog, alsof hij de jongen in staat acht om op een kwade
pat een atoombom tot ontploffing te laten brengen in
pn keurig onderhouden tuintje van drie bij viif meter.
„En daar werk ik ten slotte niet voor mevrouw. Boven
dien," fluistert hij vertrouwelijk, „gebruikt die jongen
wel eens ruwe woorden."
Of een ander: „Mevrouw, Henk plaagt steeds m'n kat
en jaagt m'n kippen op. Wilt u
Mevrouw, Jantje„Mevrouw, uw zoon
tje„Mevrouw, die bengelsOch, het is alle
maal niet zo kwaad bedoeld. Het is een keurig en net
straatje van mevrouwtjes en meneertjes en „die twee
jongsten van mevrouw Vertouwen" gaan inderdaad wel
eens wat te ver. Dat ziet ze meermalen ar.n de afkeu
rende blikken zo links en rechts; allemaal oudere mensen
met volwassen- of al studerende kinderen. Ze wordt er
echter maar zo vaak humeurig onder.
Een sombere fabriekssirene, ruw als een alarmsignaal,
verstoort haar gepieker. „Goeie mensen nog aan toe; al
vijf vóór twaalf! En de aardappelen moeten nog op! Aan
stonds komen de twee oudsten thuis van de HBS. Op een
drafje loopt ze naar de keuken.
Wat later rinkelt een fietsbel. Schril fluitend stapt
Karei, de oudste, de keuken binnen. Z'n wat hese luid
ruchtige jongensstem groet joviaal en branieachtig.
„Vanmiddag gelukkig vacarrtie", bromt hij. „Maar ik heb
een bende huiswerk, en voor m'n algebra had ik een
vier, maar dat zit 'm in die bles, die moet me niet
enne
„Nou nou, nou nou," sust mevrouw Vertouwen haar
opgewonden oudste spruit, „een beetje minder kan ook
wel. Karei."
De jongen bromt nog wat na als hij de gang in stapt.
„Hé moeder!" hoort ze plotseling. „Een dikke brief van
Pa' Nee. 't is een pakketje!"
Met een bons zet ze de juspan in de gootsteenbak.
„Hier mams", juicht zijn stem. „Hier heb ik het. Maak
het gauw open!"
De twee jongsten hebben het geroep gehoord. Hals
over kop struikelen ze naar binnen.
„We maken het open als Ine ook thuis is", beslist me
vrouw Vertouwen. „Die hoort er ook bij en ze komt
direct."
Het lichte postpakketje trilt in haar hand
ET EEN HOOGRODE KLEUR, de handend steunend
op de tafelrand, beziet mevrouw Vertouwen het
kleine ronde wonder.
„Zo mevrouw, het gaat gebeuren," glimlacht de buur
jongen van enkele huizen verder gewichtig.
..Het gaat gebeuren!" echo't Jantje.
Henk draait om de tafel als een hondje om een kluif.
„Wat is dat en wat doet dat nu, mams?" vraagt hij,
nieuwsgierig het kleine crème gramofoonplaatje be
tastend.
„Niet doen. Afblijven!" zegt mevrouw geagiteerd. De
vraagt hoort ze niet eens.
„Daar zit pappa's stem in",
verklaart Karei deskundig.
Kleine Henk lacht min
achtend.
„Hoe kan dat nou?" vraagt
hij ongelovig. ,,En 't kan
niet eens open. Pappa's
stem is toch in z'n keel?"
Karei acht het beneden
de waardigheid van een
HBS'er om hierop dieper in
te gaan. Hij weegt het onnozel kleine plaatje op het vlak
van zijn hand.
,,'t Weegt bijna niets", concludeert hij.
De buurjongen, een klassegenoot van Karei, rommelt
nog even aan de stokoude aftandse gramofoon. Piepend
en knersend spant zich de veer.
„Zo," zegt hij, „geef het plaatje maar, Karei."
„Gelukkig dat je die gramofoon nog had jó!" ant
woordt Karei.
Mevrouw knikt. „Voorzichtig hoor," waarschuwt ze.
„Probeer het nu maar, jongens".
Het valt niet mee om de naald in de haarfijne groef te
krijgen, 't Is allemaal zo klein en zo teer, maar eindelijk
lukt het toch. Zes paar ogen turen gespannen naar de
gramofoon.
„Nou," zegt dé buurjongen, .daar gaat ie!"
Het kraakt. Er knettert, sputtert en sist wat. Door een
mist van geluiden boort zich een hese diepe mannen
stem. Woorden zijn nauwelijks te -erstaan.
„Zie je wel," roept de kleine Henk triomfantelijk,
..'t is papa niet eens. 't Is niets, 't Is niet eens een mijn
heer!"
Hou je mond j6! roept Karei zenuwachtig. Gespannen
luistert hij:
„Lieve vrouw, lievekraakt een zware om
sluierde basstem in eindeloze regelmaat; „lieve vrouw,
lieve.... lieve vrouw, lieve.... lieve vrouw, lieve...."
Mevrouw Vertouwen lacht nerveus. Om haar mond
hoeken trekt iets.
„Het wil niet, jongens," zegt ze berustend. „Er deugt
iets niet."
De buurjongen knikt ontmoedigd. Z'n prestige als
knutselaar staat op het spel. Vlug neemt hij de naald
van de plaat.
„Misschien is het ding wat dof of zo," zegt hij duister.
,,'t Heeft in jaren niet gédraaid. 't Stond op de vliering."
,,'t Is jammer kerel," antwoordt mevrouw. „Maar jij
hebt je best gedaan."
Karei lacht wat minachtend. „Die gramofoon heeft de
griep!" bromt hij.
Jantje gaat weer naar buiten, gevolgd door Henk.
„Zie je wel, Jantje," zegt hij vertrouwelijk. „Het k9n
niet hoor. Pappa is héél ver. Dit was pappa niet, dat kon
je best horen jó
Mevrouw Vertouwen hoort de woorden van de kleine
twijfelaar. Peinzend tuurt ze naar buiten
MET EEN BONS smijt Karei z'n fiets tegen het hek.
„Ik ben bij oom geweest," roept hij in de keuken
deur. „Moeder, oom Kees weet een pick-up. Of U
gauw komt. Toe nou moeder, doe bet nu," dringt hij.
Mevrouw Vertouwen buigt het hoofd over de trap
leuning. Ze haalt besluiteloos de schouders op. „Morgen
is het eerste Paasdag," aarzelt ze, „dan heb ik er tijd
voor. 't Is nog een heel eind naar oom Kees en ik heb
nog veel te doen. En bovendien, het
„Och mams, toe nou," dringt Karei. Ziin stem is warm
en diep en met een intonatie die de moeder ontroert.
Ze glimlacht om een herinnering. „We gaan nü!" be
slist ze. „Roep de anderen maar."
Wat later heft oom Kees lachend een vinger. Hij geeft
de kleine Henk een tik op z'n wang. „Luister nu goed,"
zegt hij. „Nü hoor je pappa."
„Haha," schampert de jongen, „ennedan ls hij
plotseling stil. Een stem komt door de luidspreker, een
bekènde stem; helder en vast:
„Lieve vrouw, lieve Karei, Ine, kleine Henk en
Jantje
De ogen van de jongen sperren zich wijd. Een diep
rood trekt over ziin wangen: „Dat dat dat ls
pappastottert hij. „Ik hoor het mam, hij zei
kleine Henk!" Z'n stem juicht door de kamer.
Oom heft waarschuwend een vinger. „Sssssst" beduidt
hii. maar voor de rest heeft de jongen weinig belangstel
ling. „Dat is pappa!" juicht hij nog eens, „want hij zei.
kleine Henk!"
De ogen van mevrouw Vertouwen vullen zich met tra
nen. In een mist ziet ze haar vier kinderen. De verbaas
de ogen wijd geopend. De slikkende Karei. En trekt daar
niet wat om Ine's mond?
„Kleine Henk!" juicht de jongen nog eens. Z'n ogen
schitteren hel.
„En jö, hij zei ook Jantje!"
Een snik kruipt onweerstaanbaar omhoog in haar borst
Dat ze zo kleingelovig kon ziin. zó kleingelóvig
„Morgen Pasen," zegt ze alleen maar. als de luid
spreker zwijgt.
Oom Kees knikt. „Het feest van de Opstanding." zegt
hii. „De beschaming van ons kleingeloof."
Een zacht warm handje zoekt de hand van de moeder
„Dat was pappa, mans." zegt een jongensstem dicht bij
haar oor. Ik hóórde het. Hij zei kleine Henk."
Mevrouw knikt. .Vader riep je bij je naam, m'n jong-
gen." antwoordt ze.
„Maria!" zegt oom Kees zacht. Zijn ogen zoeken de
verte.
Mevrouw Vertouwen glimlacht naar haar broer.
„Rabboeni, Meester!" zegt ze ernstig. Haar stem is
warm van blijdschap.
Zacht streelt haar hand de stugge haren van de
jongen
Christus is opgestanden
al van der martelijen allen;
dus willen wij allegader vrolijk zijn,
Christus zal onze trooster zijn.
Al zijn wij Gods gevangen,
naar Christus is ons verlangen,
het kruis dat moeten wij dragen
zullen wij Christo behagen.
Christus heeft geleden,
Hij heeft voor ons gestreden,
de vijand is verwonnen,
den dood heeft Hij verslonden.
Christus is nedergestegen,
Hij heeft victorie verkregen,
Hij is ons allen een medicijn,
Christus is onze verlosser fijn.
Christus is nu verrezen,
aldus willen wij vrolijk wezen,
de dood heeft verloren zijnen naam;
Christus is ons verlosser saan.
Dichter onbekend
J^EEDS Van de oudste tijden af werd
het feest van de herrijzing van
Christus met grote plechtigheid ge
vierd. In de begintijd van de Christe
lijke kerk was het één van de speciale
dagen voor de toediening van het
doopsel. De gelovigen begroetten el
kaar met de vredeskus onder het zeg
gen van: „Christus is opgestaan!",
waarop geantwoord 'werd: „Hij is waar
lijk opgestaan!". Deze gewoonte werd
nog tot in deze eeuw in Rusland in ere
gehouden. De volksgebruiken van
vroeger en later tijd, die met Pasen
verband houden, zijn zeer groot in
aantal.
Het gebruik van eieren in dit ver
band kent men al van oudsher; het ei
werd reeds lang vóór het ontstaan van
het Christendom als een zinnebeeld
der wederopstanding beschouwd. Hoe
wel het niet zeker is, dat eieren bij
de volkeren van die tijd bij lente
feesten een rol speelden, is het zeer
wel mogelijk, dat hier, zoals in andere
gevallen, de kerk een ouder gebruik
overnam en er een gewijde betekenis
aan gaf. Dit geldt althans vrijwel ze
ker voor de Paasvuren, die vroeger de
triomf van de lente over de winter
verzinnebeeldden. Sommige Middeleeuw-
Een Franse gravin heeft in de loop
van haar avontuurlijke leven haar ver
mogen zodanig aangesproken, dat zij
vrijwel al haar landerijen heeft moe
ten verkopen. Zo diep bedroefde haar
dit verlies, dat zij de laatste tijd ge
regeld troost voor haar nood zocht in
de kerken van haar woonplaats, het
stadje Moulins. Thans is gebleken, dat
die troost niet alleen van geestelijke
aard is geweest. Met een pennemesje
heeft zij bij haar bezoeken bankpapiei
uit de offerblokken weten *e wippen....
se gebruiken, vooral in Frankrijk en
Duitsland, waren bijzonder vreemd.
Zo kende men bijvoorbeeld in ver
scheidene Franse kathedralen een
plechtig balspel, dat door bisschoppen,
kanunniken en andere hoogwaardig
heidbekleders gespeeld werd; plechti
ge rhythmische dansen werden in Au-
xerre nog tot in de vijftiende eeuw
opgevoerd en in Besangon nog tot in
de zeventiende. Al deze gebruiken had
den een gemeenschappelijk doel, na
melijk de uitdrukking van de vreugde
over de wederopstanding. Naast de
massale bijeenkomsten en dansen (die
men nog in sommige steden tot het
begin van deze eeuw kende, zoals bij
voorbeeld Constantinopel, waar de ge
hele Griekse kolonie het feest vierde
met de gebruikelijke begeleiding van
een jaarmarkt) kende men meer
kluchtige opvoeringen, waarbij in
sommige steden zelfs de geestelijkheid
meedeed, die dan van de kansel ver
halen en legenden vertelde met het
doel de lachlust van de toehoorders op
te wekken.
Het Amerikaanse ministerie van jus
titie heeft in de laatste tijd dertien
tankschepen in beslag genomen, waar
van twaalf in de afgelopen zeven we
ken. De vaartuigen hebben tijdens de
oorlog aan de regering der V.S. be
hoord en zijn nadien in strijd met de
geldende bepalingen in handen van
buitenlanders geraakt; ze hadden al
leen aan Amerikaanse staatsburgers of
maatschappijen mogen worden ver
kocht.
Hoewel het allerminst vaststaat, dat
met deze schepen handel op de com
munistische landen is gedreven, is het
vrijwel zeker, dat de buitenlandse be
langen, die deze tankers bezaten of
voor hun rekening lieten varen, met
andere soortgelijke schepen wel derge
lijke transacties hebben op touw gezet.
De Amerikaanse autoriteiten hopen
door deze confiscaties de buitenlandse
maatschappijen te hebben gedwongen
tot een grotere mate van inschikke
lijkheid ten opzichte van de belangen
der Verenigde Staten.
Ik zeg het allen, dat Hij leeft,
dat Hij verrezen is.
Dat Hij te midden van ons leeft,
en eeuwig bij ons is.
DAT LIED zal op de Paasmorgen in
vele kerken gezongen worden. De
vraag kan daarbij opkomen, of
inderdaad „allen" met deze Paasver-
kondiging in aanraking komen. Het
staat wel vast, dat op de Paasmorgen
meer mensen ter kerk gaan om de blij
de boodschap der Opstanding te horea
dan op een gewone Zondagmorgen, of.
schoon elke Zondagmorgen een herin
nering wil zijn aan de Opstanding des
Heren. Het staat ook wel vast, dat
ten minste in ons gewest de Kerst
morgen een veel grotere plaats in
neemt in het leven der mensen dan da
Paasmorgen. Mij dunkt, dat dat het ge
volg is van een wel heel rampzaiiga
strijd, die er is ontstaan onder de men
sen over de kwestie hoe zij zich de
Onstanding moeten voorstllen en óf
het wel mogelijk is, dat een dode
wordt opgewekt. En daardoor wenden
zeer velen zich af van die verkondi
ging der kerk, die zo „ongelooflijk" is
en waarover de Christenen onderling
nog zo veel met elkaar haspelen.
Velen zullen niet eens de moeite ne
men om deze Paasoverdenking te lezen
en zeer velen hebben er geen flauwa
notie meer van, waarom het bij de ver
kondiging van het Paasevangelie gaat.
Bij Pasen denken ze hoogstens aan het
begin van het voorjaar, ontluikend le
ven uit de winterslaap, die wezenlijk
iets geheel anders is dan de dood. Of
misschien denken ze er helemaal
niet meer bij en eten hun gekleurde
eieren in blijdschap over een extra
vrije dag. Maar de Evangeliën zijn on
denkbaar zonder r}it slot der Opstan
ding van Jezus uit de dood die dood
aan het kruis op Golgotha, die reëel
genoeg was. En het gehele Nieuwe Tes
tament zou er niet zijn, als de aposte
len en de eerste Christenen niet rota-
vast overtuigd waren geweest van de
Opstanding van Jezus Christus. Wèl
klinkt in de Evangeliën nog de verbijs
tering over datgene, wat ook voor de
mensen van toen „ongelooflijk" was
even ongelooflijk als voor ons. Wèl
proeft ge ook in de brieven van Pau-
lus nog iets van die worsteling van de
apostel om in woorden te zeggen,
waerom het gaat als hij een opgestane
Heer predikten dat zal zo blijven
onder mensen: zij zullen 't nooit pre
cies kunnen zeggen of omschrijven,
maar.... Christendom zonder Paasge-
ioof, geloof in de Opstanding van Jezus
Christus, is geen Christendom.
En.... deze boodschap is voor alle
mensen, ja voor heel de Schepping van
God.
Iedereen, die wel eens tobt en wie
doet dat nooit? over de zin van dit
bestaan, van leven en wereld, over het
raadsel van dood en geschiedenis, over
de duisternis van de toekomst, mag
deze verkondiging horen, dat God, dia
in de Zoon Zijner Liefde, Jezus Chris
tus, tot deze wereld heeft willen komen,
alle machten die tegen Kern zijn ook
de dood! heeft overwonnen. Hij
heeft Jezus Christus uit de doden op
gewekt! Jezus Christus leeft Zijn
Rijk komt!
Bijna niet te geloven! zegt ge.
Denk dan nog eens terug aan de
oorlogstijd aan de overwinning bij
El-Alamein. Toen luidden in Engeland
alle klokken.... en wij hier gingen
de donkerste tijd nog tegemoet. Maar
de beslissing was gevallen, of wij het
durfden geloven of niet!
Jezus Christus is uit de doden op
gestaan! Misschien durven wij het nog
niet geloven, want wij zijn vreesachti
ge mensen, die wel bang zijn voor dood
en duisternis, maar niet goed op God
durven vertrouwen. Maar als wij het
wèl durven, dan durven wij ook weer
hopen op de toekomst, op het Rijk van
God, en dan kunnen wij weer leven in
het heden, hoe verward dat heden ook
moge zijn.
Het Paasfeest i: een feest voor allen.
Want Jezus Christus is geboren,
heeft geleefd en geleden en is opge
staan uit de dodenvoor ons allen!
TOT IN ONZE TIJD kan men nog,
vooral in Schotland, sporen vinden
van het Beltane-feest, een heidens, Kel
tisch feest, waarvan de afleiding en de
oorspronkelijke betekenis nog onzeker
zijn. Op grond van de naam, die ook
wel Belltaine of Beltine geschreven
wordt, heeft men een tijdlang gemeend,
uat de Semitische afgod Baal er wel
licht iets mee te maken kon hebben;
daarna is men echter van deze opvat
ting teruggekomen. De geleerden geven
twee verschillende betekenissen van
de naam: volgens de eerste zou deze
„geluksvuur" betekenen, terwijl de
tweede „vuur van Bel" aanneemt.
De Keltische priesters uit de oudste
tijden, de Druiden, plachten twee
vuren te maken, waarbij vele toverfor
mules gemompeld werden; vervolgens
dreven ze hun vee er tussen door als
een soort beveiliging tegen ziekte. Dit
gebruik om huisdieren door vuren te
drijven, is nog steeds bekend in Bre-
tagne en op het eiland Aran en bij
sommige plechtigheden ter viering van
de eerste Mei kon men het nog niet zo
heel lang geleden in Schotland mee
maken. Een jongeman, uitgekozen vol
gens een voorgeschreven ceremonieel,
werd op soortgelijke manier gedwon
gen om driemaal door een vuur te
springen.
Al deze plechtigheden doen denken
aan een symbolisch brengen van offers
en er is wellicht een tijd geweest, dat
de slachtoffers in werkelijkheid ver
brand werden. Deze gehele categorie
van gebuiken (waar men eigenlijk ook
het Duitse Johannisfeuer bij de zomer-
zonnewende toe rekent) verklaart men
gewoonlijk als een vorm van zon-
aanbidding.
Aöverteïiiiif mg MeuJ
Bleekt beter
dan zonneschijn